Licht! Hoe, waar
en wanneer?
Opvallende
voetganger
Juist nu
fiets goed
in orde
VVNzorg dat licht brandt
Chevrolet 1978
Direkt-klaar fotografie van
Kodak nog eenvoudiger
Ook voor (brom)fietsers geldt:
Laat je
zien!
Kinderen op de fiets
5Wet blijdschap
geven wij kennis.
Veel ongevallen tijdens duisternis
Drukkerij Smit
Van Weedestraat 29
Telefoon 14152
Soester Courant van donderdag 20 oktober 1977
Mistachterlicht. mistlichten. bermlicht -
hoe mag je ze gebruiken, waar en
wanneer, en waar moeten ze zitten?
Onderstaand overzicht geeft er kijk op.
Misachterlicht
(rood licht uitstralend)
Het gebruik van 1 mistachterlicht is
toegestaan bij dichte mist. sneeuwval of
overige atmosferische storingen die het
zicht tot minder dan 50 meter beperken,
en dan nog alleen buiten de bebouwde
kom. Een voortdurend brand verklik
kerlichtje moet weergeven wanneer het
mistachterlicht brandt.
Waar en hoe geplaatst!
aan de linkerachterkant van de auto
- tenminste 10 cm uit het linker-stoplicht
- maximaal 80 cm boven het wegdek
Mistlichten
(wit of geel licht uitstralend)
Het gebruik van 2 mistlichten is bij
dichte mist of sneeuwval (zicht minder
dan 200 meter) binnen en buiten de
bebouwde kom zowel overdag als
's nachts toegestaan, echter niet in
combinatie met grootlicht of dimlicht.
Waar en hoe geplaatst?
- maximaal 40 cm uit de uiterste linker
en rechterzijde van de auto
- symmetrisch aangebracht
- maximaal 120 cm boven het wegdek
- naar voren omlaag gericht
Bermlicht
(wit of geel licht uitstralend)
Het gebruik van 1 bermlicht is toege
staan binnen en bulten de bebouwde
kom, zelfs bij dimlicht, mits niet kort
achter een ander voertuig wordt ge
reden.
Waar en hoe geplaatst?
- sterk geconcentreerde lichtbundel
- duidelijk naar omlaag gericht
- sterk naar rechts gericht
- maximaal 120 cm boven het wegdek.
Met de introduktie van het goedkoopste model camera heeft Kodak de direkt-klaar
fotografie nog eenvoudiger gemaakt. De Kodak EK2 camera, welke voor minder
dan 90.- te koop zal zijn, behoeft in het geheel niet meer te worden ingesteld.
Zelfs het instellen van de opname-afstand is bij deze camera komen te vervallen.
Hierdoor zou een variant op een bekend fotogezegde uit het einde van de vorige eeuw
kunnen luiden: „U drukt op de knop, de foto ontwikkelt zichzelf".
De lens van de camera staat vast
ingesteld en beeldt de onderwerpen van
1,20 tot oneindig scherp af. De door een
siliciumcel gestuurde, electronische
sluiter zorgt voor de juiste belichting
met snelheden die variëren tussen 1/300
en 1/15 seconde. Bij daglicht staat het
diafragma op f/18, en bij flitsen op f/12,7.
Bij het maken van flitsfoto's regelt de
sluiter de juiste belichting tussen 1.20 en
3 meter, terwijl het diafragma dan op
f/12,7 staat ingesteld. De flitslamp zal
niet afgaan zolang er geen filmpak in de
camera is, of wanneer dit pak nog van de
afdekplaat is voorzien.
Na de belichting wordt de foto d.m.v. een
slinger aan de zijkant van de camera
naar buiten gedraaid, waarna de ont
wikkeling een aanvang neemt, en in
ongeveer 8 minuten een volledig ontwik
keld kleurenbeeld ontstaat.
Het Iaden van de camera is niet meer
dan het inzetten van een cassette voor 10
opnamen.
De camera is voorzien van een batterij
tester en een beeldenteller. Bij te weinig
licht waarschuwt hij met een rood lichtje
in de zoeker en weet de fotograaf dat hij
moet overgaan op flitsen.
Het uit twee eleménten opgebouwde
objectief heeft een enigszins groot-
hoekige werking waardoor de camera
bijzonder geschikt is om in huis gebruikt
te worden. Om de foto's eventueel aan te
passen aan de omstandigheden en
smaak, is de camera voorzien van een
instelmogelijkheid om de foto's lichter of
donkerder te maken.
Bij de camera wordt bovendien een setje
plaklettertjes geleverd, welke in uitspa
ringen aan de achterkant geplakt kun
nen worden. Hiermee kan elke bezitter
zijn direkt-klaar camera personifiëren.
Kijk de wet er maar op na, nergens staat
dat voetgangers verlichting moeten voe
ren. Dat kan hun bij duisternis nog
kwetsbaarder maken. Dus toch wel zaak
om te zorgen dat zij onderweg opvallen
voor het rijdende verkeer. De volgende
tips helpen daarbij:
Draag zo mogelijk lichtkleurige kleding,
zodat een naderende automobilist u
stukken eerder en beter ziet.
Loop buiten de bebouwde kom uiterst
links op de rijbaan als een voet- of
fietspad ontbreekt, dus het rijdende
verkeer tegemoet. Ook binnen de be
bouwde kom is dit aan te bevelen.
Steek zo mogelijk over op een plaats
waar straatverlichting brandt.
Met de winter voor de deur verdient de fiets extra zorg. Dat is in het belang van
de veiligheid in het verkeer en evenzeer in het belang van de levensduur van de
fiets. Daarom moet de fiets een najaars- of winterbeurt hebben. Dat wil zeggen goed
schoonmaken - dat moet overigens regelmatig gebeuren en nagaan of alles nog
goed functioneert. Men kan dat aan de vakman, in casu de fietsenmaker opdragen,
maar daarnaast kan men zelf toch ook wel wat zorg aan de fiets kwijt. Om vele
fietsers in ons land een handje te helpen en om hen wegwijs te maken in het onder
houd van de fiets is in de serie Fletsotheek het boekje Fietsverzorging uitgegeven;
een boekje waar zoveel vraag naar blijkt te bestaan dat het in korte tijd reeds tot
viermaal toe moest worden herdrukt. In dit boekje is uitvoerig en ondersteund door
instruktieve illustraties te lezen wat een beetje handige leek zelf aan het onderhoud
van de fiets kan doen; ook geeft dit boekje goede raad voor eenvoudige reparaties.
Door overmaking van 9,80 op postgirorekening nr. 234567 kan de nieuwste druk
van Fietsverzorging worden aangevraagd bij de stichting: fiets! in Amsterdam.
Waar vooral aan denken?
Het schoonmaken van de fiets - en dat
is het begin van alle onderhoud - is een
eenvoudige zaak. Het vuil moet verwij
derd worden, maar zo dat de fiets niet
beschadigd wordt. Maak daarom ge
bruik van een zachte borstel of stoffer
en een kwastje om ook in de hoeken en
gaatjes te kunnen komen. Niet met wa
ter werken omdat hierdoor gemakkelijk
roestvorming in de hand wordt gewerkt.
De bewegende delen moeten worden in
gevet en gesmeerd. Dat is vooral in de
wintertijd belangrijk. Niet te kwistig
met vet en smeerolie omspringen; alles
met mate.
Bij controle door de politie of door
Veilig Verkeer Nederland blijkt steeds
weer dat veel fietsen gebreken vertonen.
Het gaat daarbij steeds weer om een
aantal zaken die dus extra aandacht ver
dienen. Ga zo na of de bel nog (goed)
werkt. Een beetje olie doet vaak al won
deren. Als dat niet helpt, moet er een
nieuwe bel komen en voor het geld
hoeft U dat niet te laten. Dat de rem
men perfect moeten functioneren, be
hoeft geen toelichting. Mankeert daar
wat aan dan kunt U het best even naar
de fietsenmaker gaan. Kijk ook na of
er niets aan de fiets rammelt; dat is
vaak gemakkelijk te verhelpen door een
paar moertjes aan te draaien.
Een zorg apart vragen de banden. Vei
lig fietsen vraagt om goede banden
waarvan het loopvlak niet glad mag zijn.
Gladde banden veroorzaken slipgevaar,
maken de fiets minder stabiel, vermin
deren het remvermogen en maken na
tuurlijk ook de kans op een lekke band
groter. Als U toch een nieuwe buiten
band moet gaan kopen, denk dan eens
aan reflecterende banden waardoor de
fiets van opzij veel beter zichtbaar wordt
als het donker of schemerig is.
Goede fietsverlichting is levensbelang
Dat de verlichting steeds goed in orde is,
is een zaak van levensbelang. De fietser
moet in het donker de weg goed kunnen
zien en moet door andere verkeersdeel
nemers eveneens goed worden opge
merkt. Het is daarom opmerkelijk dat
bij vele fietsen de verlichting niet in
orde is; slechts gedeeltelijk of helemaal
niet functioneert. De wegenverkeerswet
geeft ten aanzien van de fietsverlichting
duidelijke voorschriften. Een fiets die in
het donker, in de schemering of bij
mist, zware regen of sneeuwval wordt
gebruikt, moet voorzien zijn van een
koplicht dat helder wit licht uitstraalt
en zo geplaatst is dat de tegenliggers
er niet door kunnen worden verblind.
Om geen verwarring te laten ontstaan
over de vraag wanneer het nu precies
donker is: voor de verlichting geldt
dat deze van een half uur na zons
ondergang tot een half uur vóór zons
opgang moet branden.
Wit achterspatbord niet vergeten
De fiets moet verder een wit achterspat
bord hebben over een lengte van ten
minste dertig centimeter, gemeten van
af het ondereinde. Bij veel fietsen is
dat wit moeilijk te vinden, hoewel zo'n
helderwit achterspatbord belangrijk is
omdat U als fietser voor achteropko
mend verkeer beter zichtbaar bent. Met
een klein potje witte lak bij de hand
kunt U er voor zorgen dat dit steeds in
orde is. Op dat witte gedeelte van het
achterspatbord moet een van rijkskeur
voorzien achterlicht aanwezig zijn, dat
in het donker helderrood licht uitstraalt
en ook weerkaatsende werking heeft. Zo
als al is aangekondigd zal binnen een
paar jaar ook een rode extra reflector
verplicht zijn. Bepaald geen overbodige
luxe. Nu maar vast laten monteren.
Controleer regelmatig of Uw fietsver
lichting inderdaad in orde is. Aansluit-
punten kunnen losraken of geen contact
meer maken door roestvorming, bedra
ding kan breken of doorslijten, lamp
jes kunnen doorbranden, de dynamo
kan losraken, slippen of niet goed tegen
de band drukken. Zorg ervoor dat U
steeds voor vóór- en achterlicht twee
reservelampjes bij U hebt, zodat U niet
in het donker komt te staan.
Overweeg vervanging van lamp en dy
namo door een set van de nieuwste uit
voering, waarbij de aansluiting aan de
dynamo bestaat uit 2 waterdichte steker-
tjes.
Leer kinderen hun fiets goed onder
houden
Als wij spreken over slecht onderhou
den, onveilige fietsen moeten wij vooral
denken aan kinder- en jeugdfietsen. De
staat waarin deze fietsen verkeren is
vaak schrikbarend. Bij controles op
scholen is het geen uitzondering als 80%
van de fietsen mankementen vertoont.
Een onbegrijpelijke zaak als wij be
denken dat ouders en opvoeders zich
steeds bezorgd tonen over de veiligheid
van de kinderen in het verkeer en dan
vergeten dat de fiets die door zoveel
kinderen dagelijks gebruikt wordt, on
veilig is doordat er nooit of in onvol
doende mate naar wordt gekeken. Ou
ders moeten hun kinderen leren hoe zij
hun fiets moeten onderhouden en moeten
er op toezien dat de fiets steeds in
goede, veilige staat verkeert. Ook voor
het onderwijs ligt hier een duidelijke
taak. Waarom wordt op school niet ge
leerd - bijvoorbeeld tijdens de doorgaans
veel te theoretische verkeerslessen of
tijdens de lessen in handenarbeid - wat
de kinderen aan hun fiets moeten doen?
Dat is van veel belang. Gelukkig wordt
hier en daar al aandacht aan dit onder
werp besteed, maar het wordt tijd dat
les in fietsverzorging algemeen wordt.
Bewijs Uzelf een dienst
De winter staat voor de deur. Bewijs
Uzelf en andere verkeersdeelnemers een
dienst door ervoor te zorgen dat Uw
fiets goed in orde is.
Dat is geen overdaad. Er wordt in Ne
derland heel veel gefietst en het jaar
getijde speelt daarbij vrijwel geen rol,
zeker niet voor hen die dagelijks van de
fiets gebruik (moeten) maken. Maar de
fietsen die gebruikt worden, moeten wel
de naam van fiets waard zijn. Dat is
een zaak van welbegrepen eigen belang
voor iedere fietser.
Veilig Verkeer Nederland is woensdag 5 oktober, begonnen met de
landelijke campagne ,,Goed licht - allicht", waarin de aandacht van de weggebrui
kers wordt gevestigd op de noodzaak van een goede auto- en [brom] -
fietsverlichting. Iedereen kan met eigen ogen zien, dat er aan die verlichting nogal
wat mankeert. Het aantal tweewielers met een kapot achterlicht is schrikbarend.
Maar ook automobilisten nemen het
vaak niet zo nauw met hun verlichting.
Niet zelden blijken de koplampen van
hun wagens onjuist te zijn afgesteld.
Volgens gegevens van het Centraal
Bureau voor de Statistiek gebeurden er
in 1975 bij schemer en duisternis 15.550
verkeersongevallen, waarbij 823 doden
vielen en 14.727 gewonden. Aangenomen
moet worden dat te vaak een gebrekkige
of helemaal niet functionerende verlich
ting mede de oorzaak van die ongeluk
ken in het donker is geweest.
Juiste afstelling koplampen
Een aspect waarop tijdens de voorlich
tingsactie van WN in het bijzonder
wordt gewezen is het verplichte gebruik
van dimlicht binnen de bebouwde kom.
Het blijkt dat heel wat automobilisten
niet op de hoogte zijn van de dit voorjaar
ingevoerde wettelijke maatregel, die het
voeren van alleen stadslichten verbiedt.
Er moet voortaan ook binnen de bebouw
de kom met dimlicht worden gereden.
Afdelingen van VVN houden in samen
werking met plaatselijke garagebedrij
ven gedurende de actieperiode gratis
verlichtingscontroles voor auto's. Hier
bij zal vooral gelet worden op de juiste
afstelling van de koplampen.
De campagne „Goed licht allicht",
werd voorbereid met medewerking van
de Centrale Politie Verkeerscommissie
(CPVC) en de Verkeerscommissie
Openbaar Ministerie (Vecom), wordt
ondersteund door spots op radio en
televisie, affiches, folders en stickers.
CHEVROLET MALIBU CLASSIC 1978
Chevrolet brengt 1978 een geheel nieuw ontworpen serie auto's in de middenklasse,
de Malibu, de Malibu Classic en de Monte Carlo.
De Malibu modellen zijn leverbaar als coupé, 4-deurs sedan en vijfdeurs
stationwagen. De lengte van de coupé werd met 31 cm en de sedan met 41 cm
teruggebracht. Ondanks de gereduceerde buitenafmetingen werd het interieur
ruimer en nam de capaciteit van de kofferruimte toe. De coupé werd 243 kilo en de
sedan 274 kilo lichter.
De 6 cylinder motor in lijn werd vervan
gen door een nieuw ontworpen V-6 motor
met een inhoud van 3,3 liter. Een V-8
motor met een inhoud van 5 liter is
eveneens leverbaar.
De Malibu stationwagen werd 55 cm
korter en 436 kilo lichter. De laadopening
werd vergroot en de achterklep is van
een nieuw type, waarbij het glasgedeelte
omhoog en het metalen gedeelte omlaag
klapt.
Veel aandacht werd besteed aan het
comfort en de geruisloosheid van deze
nieuwe serie.
De elegante en luxueuze Monte Carlo,
uitsluitend leverbaar als coupé, werd
eveneens geheel nieuw ontworpen. De
Monte Carlo werd 32 cm korter en 362 kg
lichter. Om gewicht te sparen zijn mo
torkap, kofferdeksel en ondermeer de
bumperversterkingen- van aluminium
vervaardigd.
De Monte Carlo is leverbaar met een 3,8
liter 6 cylinder of 5 liter V-8 motor.
De Chevrolet Impala en Caprice die in
1977 gemiddeld 30 cm korter een 300 kg
lichter werden, ondergingen voor 1978
geringe wijzigingen en kregen onder
meer een nieuwe grille.
Een 4,1 liter 6 cylinder motor en twee V-8
motoren met een inhoud van respectie
velijk 5,0 en 5,7 liter zijn leverbaar.
De Chevrolet Camaro kreeg voor 1978
een nieuw front en een gewijzigde ach
tersteven, waarbij de aluminium bum
pers werd vervangen door energie-
absorberende carrosserie-delen van
kunststof. De wielophanging werd voor
een betore wegligging gewijzigd.
De compacte Chevrolet Nova onderging
voor 1978 vrijwel geen wijzigingen. De
Nova is leverbaar als coupé en 4-deurs
sedan.
De Chevrolet Corvette die in 1978 zijn
25-jarige jubileum viert, kreeg een
nieuwe achterkant en een geheel nieuw
interieur.
Fietsers en bromfietsers zijn vaak „duistere figuren" in het verkeer. Dat valt ook af
te leiden uit een door Veilig Verkeer Nederland gehouden telling. Van de ruim 5.200
fietsers die tussen 7 en 8 uur 's avonds de observatieposten passeerden, reed maar
liefst 17 procent [1 op de 6} zonder brandend achterlichtje op 9 procent [1 op de 11]
zonder brandende voorlamp. De telling bracht verder aan het licht dat bij 8 procent
van de ruim 1.500 passerende bromfietsers het achterlicht defect was en bij 2
procent de voorlamp.
Om „gezien te worden" op de weg
moeten fietsen en bromfietsen voorzien
zijn van:
- een wit dan wel reflecterend geel
achterspatbord dat opvallende gedeelte
moet tenminste 30 cm. lang zijn, geme
ten vanaf de onderkant)
- een brandende voorlamp en een bran
dend rood achterlicht (met rijkskeur
merk) bij donker en bij schemering en
overdag bij dichte mist of sneeuwval die
het zicht ernstig belemmert.
Bij donker betekent: van een half uur na
zónsondergang tot een half uur voor
zonsopgang.
Reflector
Op 1 november 1979 zullen fietsen en
bromfietsen achterop een afzonderlijke
rode reflector moeten hebben.
Waarom gewacht tot die maatregel van
kracht wordt? Nu al is zo'n reflector bij
de fietsenhandelaar te koop. Let er wel
op dat de reflector voorzien is van het
NL-keurmerk. Alleen met een goedge
keurde reflector zit (en rijdt) men goed,
ook als over een paar jaar de wettelijke
verplichting ingaat.
Om de zichtbaarheid van de fiets nog
meer te verbeteren, zullen eveneens met
ingang van 1 november 1979 de pedalen
oranje of gele reflectoren moeten heb
ben. Deze reflectoren worden niet ver
plicht voor bromfietsen, omdat de pe
dalen daarvan vrijwel nooit bewogen
worden, waardoor het effect van die
lichtweerkaatsende pedalen aanzienlijk
wordt verminderd.
Handige tips
Houd koplamp, achterlicht, wit of geel
achterspatbord, reflectoren en gele
bromfietsplaat schoon; men ziet u dan
beter.
Laat de kleding van de duo-passagier het
brandende achterlicht niet aan het oog
onttrekken.
Is één van beide lampjes doorgebrand,
vervang het dan meteen, anders brandt
het andere vrij snel daarna door.
Advies voor het meenemen van reser
velampjes voor voor- en achterlicht:
wikkel enkele lampjes in een stukje
schuimplastic en plak het geheel in het
koplamphuis vast.
Licht kleding op de (brom)fiets verhoogt
de zichtbaarheid. Ook een lichtkleurige
bromfietshelm draagt daartoe bij.
Reflecterende band opvallend goed
Om ook de zijdelingse waarneembaar
heid van de fiets te verhogen, wordt de
sinds enige tijd ook in ons land verkrijg
bare fietsband met wit reflecterende zij
kanten aanbevolen.
Onderzoek heeft aangetoond dat deze
banden in het verkeer doeltreffend wer
ken. Een overstekende wielrijder wordt
door een naderende automobilist direct
als zodanig herkend. De banden weer
kaatsen het licht van de autokoplampen
al op een afstand van zo'n 200 meter.
Het Internationale Centrum voor mis
daad- en verkeersongevallenpreventie in
het Westduitse Münster, opgericht door
de Internationale Federatie van lei-
dinggevende politiefunctionarissen,
heeft de Raad van Europese verkeers
ministers gevraagd reflecterende fiets-
banden in de toekomst verplicht te
stellen.
Wat de situatie in ons land betreft is
Veilig Verkeer Nederland van oordeel
dat vooralsnog het vrijwillig gebruik van
reflecterende fietsbanden gestimuleerd
dient te worden.
van de 'geboorte' van onze unieke en smaakvolle Kenncmer
Kaarten Kollektle. Receptie: op alle werkdagen
bij ons aan de zaak. Alle aanstaande ouders
(óókzij die ons nog niet kennen via hun door
ons geleverde verlovings-huwelijks- en/of
dankbetuigingskaarten
nodigen wij bij deze hartelijk uit
om uit die prachtige kollektie van 133
verschillende geboortekaartjes
hun keuze te komen doen!
In het gehele land gaan dagelijks vele honderdduizenden kinderen - en soms
voor het eerst - op de fiets naar school. Dat is niet alleen een goede Neder
landse traditie maar vaak ook een noodzaak omdat heel veel kinderen op de
fiets zijn aangewezen omdat de afstand te ver is om te lopen en/of omdat
er onvoldoende openbaar vervoer-voorzieningen zijn.
Zoals iedere andere vorm van verkeersdeelname kan ook het fietsen gevaren
niet zich meebrengen en men mag niet verhelen dat kinderen in het verkeer
een zeer kwetsbare groep vormen. In 1974 kwamen in ons land 315 kinderen
onder de vijftien jaar in het verkeer om het leven, waarvan 32 in een per
sonenauto, 8 op een brommer, 120 op een fiets, 19 met een ander vervoer
middel en 136 als voetganger. In 1975 kwamen 110 fietsende kinderen onder de
vijftien jaar om het leven. Hoe kunnen de gevaren voor kinderen als verkeers
deelnemers worden verkleind? Wij willen ons hier bepalen tot kinderen od
de fiets.
Ouders moeten helpende hand bieden
In de eerste plaats is er de verantwoor
delijkheid van ouders en opvoeders. Zij
moeten er op toezien dat het kind in het
verkeer zich zo veilig mogelijk ge
draagt. Daarbij moet ook de aandacht
op de staat van veiligheid van de fietsen
die door kinderen worden gebruikt wor
den gericht. De praktijk leert namelijk
dat zeer veel jeugdfietsen in zeer slechte
staat verkeren. Bij controle door politie
of veilig verkeer komt dit steeds weer
aan het licht. Het is geen uitzondering
als bij controles op scholen zeventig tot
tachtig procent van de fietsen manke
menten vertonen. Het gaat daarbij
meestal om niet of niet goed functio
nerende remmen, defecte bellen, los zit
tende onderdelen, slechte banden, niet
aan de lichaamslengte aangepaste af
metingen van de fiets, niet werkende
verlichting en het ontbreken van het wet
telijk voorgeschreven witte achterspat
bord. Een fiets die niet in goede staat
verkeert, maakt hét gebruik hiervan ge
vaarlijk. Misplaatste zuinigheid om te
denken dat het kind geen goede fiets
waard is, er toch snel uitgegroeid zal
zijn en dergelijke laat-maar-waaien-mo-
tieven. Ouders hebben hier een duide
lijke taak, evenzeer als de school die de
kinderen bewust moet maken van de
noodzaak dat de fiets goed moet.wordea
onderhouden.. Bij de aanschaf-van een
nieuwe fiets moet vooral naar degelijk
heid worden gekeken.
Te vaak'moet het kind het met een af
dankertje doen, met een tweedehands
fiets en dat biedt onvoldoende stimulans
om goed voor die fiets te zorgen.
Jeugdfietsen die bij de vakhandel wor
den gekocht zijn voor het overgrote deel
van goede kwaliteit en garanderen bij
goed gebruik veiligheid, mits ook aan
het onderhoud doorlopend aandacht
wordt gegeven. Er is een goed handlei
dingsboekje voor: Fietsverzorging, On
derhoud en eenvoudige reparaties. Het
feit dat er al een 4e druk van uit is,
wijst op de vraag ernaar. Het kan wor
den aangevraagd door overmaking van
9,80 op postgiro 234567 van de stichting:
fiets! te Amsterdam.
binder. De tas kan ook in een draad
mandje op de voordrager worden mee
genomen, maar de meeste schooltassen
zijn hiervoor te groot. Een minder goede
methode was vroeger het bevestigen van
de tas aan de horizontale buis van het
herenfietsmodel. Het gebruik van een
zogenoemde tassenspeld of tassendra-
ger aan de achterbagagedrager verdient
alleen aanbeveling als de tas niet te
zwaar is. Het gewicht van de tas rust
dan teveel aan één zijde van de fiets en
kan slingeren veroorzaken. Spelen op de
fiets in het verkeer is verboden en ge
vaarlijk. Veel kinderen worden hierbij
slachtoffer als zij van school na een hele
dag zitten naar huis fietsen. Gymnas
tieklessen zouden dan ook zoveel mo
gelijk in het laatste uur moeten wor
den gegeven, zodat kinderen de gelegen
heid hebben hun behoefte aan beweging
uit te leven voordat zij zich in het ver
keer begeven.
Fiets-etiquette
Door de overheid worden voor
schriften gegeven om het verkeer zo
goed en veilig mogelijk te laten verlo
pen. Die verkeersregels en -voorschrif
ten moeten aan de kinderen worden ge
leerd. Het heeft betrekkelijk weinig zin
die regels uit het hoofd te laten leren
en daarbij de praktijk, te. vergeten. Aan
de kinderen moet worden geleerd hoe de
regels en voorschriften worden toege
past. Dat gebeurt het best onder geleide
van volwassenen die al fietsende duide
lijk kunnen maken hoe de voorschriften
in de verkeerspraktijk moeten worden
geïnterpreteerd. Een handleiding voor
fietsverkeersopvoeding levert het voor
lichtingsboekje:
Fiets-etiquette dat in de serie Fiets-
otheek is verschenen en door overma
king van 3,60 op postgirorekening nr.
234567 kan worden aangevraagd bij de
stichting: fiets! te Amsterdam. Hierin
staan niet alleen alle wettelijke voor
schriften met betrekking tot de fiets ver
meld, maar worden ook allerlei tips ge
geven om juist gedrag in het verkeer
te bevorderen.
Goed fietsgebruik moet worden geleerd
Goed fietsgebruik waait een kind niet
aan. Dat moet worden geleerd.
Dat betekent in de eerste plaats fiets-
vaardlgheld. Stuur kinderen niet zo
maar met de fiets het verkeer in. Eerst
onder toezicht oefenen zodat het kind
met de flets vertrouwd raakt en weet
hoe moet worden gereageerd in wisse
lende situaties. Hier ligt ook een taak
voor het onderwijs. Bij het verkeerson-
derwijs op de scholen staat op het ogen
blik de theorie nog veel teveel voorop,
maar het kind is niet altijd voldoende
in staat de afstand tussen theorie en
praktijk te overbruggen. Bij de ver
keerslessen zal dan ook gezamenlijk
met onderwijzers of andere deskundigen
moeten worden gefietst. Dat leert het
kind wat goed fietsgebruik is. Daarbij
behoort ook het al genoemde onderhoud
van de fiets. Wil de fiets in goede
staat blijven dan moet dit vervoermid
del dat door kinderen zo intensief wordt
gebruikt zeer regelmatig worden
schoongemaakt. Alle mankementen
moeten direct worden hersteld. Aan de
kinderen moet het belang van dit onder
houd van de fiets worden bijgebracht,
evenals het zelf verrichten van eenvou
dige reparaties.
Bij dit alles mag niet vergeten worden
dat schijnbaar vanzelfsprekende dingen
toch nog extra onder het oog van de
kinderen moet worden gebracht.
Om een paar voorbeelden t.e geven. Het
is gevaarlijk om op een fiets een lange
wollen das te dragen die over de schou
ders wordt geslagen. Als de uiteinden
van zo'n modieuze ellenlange das tussen
de spaken van het achterwiel raken
is de ramp vaak niet te overzien. Het
vervoeren van schooltassen op de fiets
moet op verantwoorde wijze geschieden.
De beste plaats voor een zware school
tas is op de achterbagagedrager en dan
vastgehouden door een niet reeds teveel
uitgerekte, dus een „verse" rubbersnel-
Veilig fietsen
Het gebruik van de fiets in het dage
lijkse verkeer hoeft voor kinderen niet
gevaarlijk te zijn. Dat zal het ook niet
zijn als het kind tot juist verkeersgedrag
is opgevoed. Het goede voorbeeld is hier
bij belangrijk. Ouders die als „spor
tieve" automobilisten menen veel voor
schriften aan hun laars te mogen lappen,
moeten niet verwachten dat hun kinde
ren op de fiets zich wel juist zullen
gedragen. Nog net even door op rood
springend licht rijden is geen handig
heidje maar een gevaarlijke ma
noeuvre. Met losse handen rijden is ge
vaarlijk en terecht begint de politie
hier meer op te letten. Leer Uw kind
dat het bij links afslaan eerst achterom
kijkt en dat het, als het te druk is, even
wacht of afstapt. Aan bravour is in het
verkeer geen behoefte. Breng Uw kind
de juiste verkeersmentaliteit bij, leer
het fiets-etiquette en ga regelmatig met
Uw kind fietsen om te laten zien hoe
het moet. U ziet dan meteen welke
fouten gemaakt worden. Veilig fietsen is
heel goed mogelijk, maar het moet wel
worden geleerd. Een goede fiets en de
juiste verkeersmentaliteit, daar gaat
het om.