Bouwfonds lanceert
nieuwe vorm van woningbezit
Lichtschakelaar als
wanddekoratie in opmars
Bouwen en bouwen is twee
Inenting tegen kinkhoest
in Nederland veilig geacht
Passend gekleed
op de fiets
Indien
nodig
Drukkerij Smit
Voordelen kopen en huren gebundeld,
nadelen grotendeels weggewerkt
Zijn
schoonmoeders
jaloers?
Socster Courant van donderdag 3 november 1977
Van Weedestraat 29
Telefoon 14152
kamer gesteld en de rijplaten alweer
afgevoerd.
Fase 12 is die van het aanbrengen van
de dakpannen, metselen van de buiten
muren, afmonteren en verzorgen van de
aansluitingen van de installatie
Inderdaad, zo snel gaat het. Het heeft
alles te maken met vooraf een goed
systeem opzetten. Aan veel dingen voor
af denken: de isolatie, de kruipruimte
(is er onder de hele woning), de ver
warming en ventilatie.
In de luchtverwarming en ventilatie
(noem het luchtbehandeling) hebben we
ervaring. Al 17 jaar. En dat is'natuur-
lijk mooi meegenomen.'Kijk, ik kan nou
wel een mooi rekiameverhaal afsteken,
zo van het Snelle Schermer Systeem,
maar dan denken de mensen ja, „gauw
en goed" zijn twee dingen. Maar
het is gewoon goed, dat kun je zien als
je bekijkt wat al gemaakt is.
Wij werken met vaste prijzen. Wie. pak
weg, model 11-12 E 102 bestelt voor
149.800,- weet dat daarbij zit: een ga
rage van 3x6 meter, transportkosten
tot 50 kilometer vanaf Heiloo en de
b.t.w., én de verwarming en de archi-
tectënkosten. Het enige waar wij niet
voor kunnen zorgen is de grond".
Volgens óns niet altijd.
Maarals uwa.s.
schoonmoeder straks uw
trouwkaart uit onze
Kennemer
Kaarten Kollektie
ontvangt, dan zal zij zeker
zeggentegenuwa.s.
schoonvader:
'Tóch hebben wij iets gemist
bijt begin van ons huwelijk'.
Dus. mensen-mèt-
trouwplannen. kom snel eens
bij ons naardie uitgebreide
en smaakvolle kgllektie
huwelijks-en dankbetuigings
kaarten kijken!
Terwijl in Nederland nog maar weinig mensen weten, wat kinkhoest nu eigenlijk
precies is, speelt zich in Engeland een verwoede discussie af over het nut van de
inenting tegen kinkhoest. De Schotse professor Stewart is een van de felste tegen
standers van een massaal inentingsbeleid dat sinds 1957 in Engeland plaatsvindt.
Hij vindt het risico van een blijvend hersenletsel als bijwerking van inenting tegen
kinkhoest onaanvaardbaar hoog vergeleken met het aantal slachtoffers dat door
inenting tegen kinkhoest gespaard zou worden. Hij schatte op grond van een bevol
kingsonderzoek dat 1 op 20.000 ingeente kinderen kans loopt op een hersenletsel.
De Engelse minister van Volksgezond
heid Ennals is het met deze schatting
niet eens: hij schat het risico van blij
vend hersenletsel op 1 op 300.000 ingeën-
ze kwamen van over de grenzen,
de vreemde werkwillige mensen,
maar nu zijn ze hier niet meer nodig,
't verblijf is totaal overbodig,
ze staken de hand uit dé mouwen,
en deden waar wij niét van houden,,
nu moéten ze maar 's vertrekken,
door d'afgunst die zij hier verwekken,
dat is toch begrijp'lijk, geen wonder,
want wees nu zelf maar is zonder,
en dan ook geen vreemde, maar eigen,
je zou wel is werk willen krijgen,
ze mogen gerust wel weer komen
bij nood, en ze worden genomen
voor werk waar we zelf hier van balen,
en dan niet het meest voor betalen.
te kinderen. In deze controverse is een
belangrijke vraag hoeveel de inenting
tegen kinkhoest bijdraagt aan de volks
gezondheid. Stewart en vele anderen
bewerep, dat men dit nut niet mag
overschatten: ook zonder massale inen
ting zou volgens hen de kinkhoest als
volksziekte praktisch uitgeroeid zijn als
gevolg van de steeds verbeterende hy
giënische voorzieningen in huis en op
school.
In Nederland speelt deze inentingsdis
cussie in het geheel niet. Al sedert
jaren wordt 95% van de kinderen tegen
kinkhoest ingeënt met het DKTP-vaccin.
Dit vaccin biedt gelijktijdig bescher
ming tegen Difterie, Kinkhoest, Tetanus
en Poliomyelitus (kinderverlamming).
Een beperkt aantal ouders heeft princi
piële bezwaren. Waarschijnlijk worden
daarnaast een aantal gezinnen van gast
arbeiders, die geïsoleerd leven, minder
goed bereikt. In het buitenland is men
jaloers op de perfecte machinerie waar
mee de ouders bij ons tot medewerking
aan het inentingsprogramma worden
aangezet. Met de geboorte-aangifte zet
de vader meteen de computer aan het
werk, die de ent-administratie regelt.
De computer zorgt voor tijdige verzen
ding van oproepkaarten. Onwillige ou
ders die na herhaalde oproepen niet ver
schijnen worden door een verpleegkun
dige naar de reden van hun weigering
gevraagd.
Kinkhoest, die door zich steeds herha
lende hoestbuien de patiënt in een uit
puttingstoestand brengt en extra vat
baar maakt voor fatale ziekte als long
ontsteking, is vooral voor zuigelingen
gevaarlijk. De ziekte kan overigens uit
sluitend via uitgehoeste speekseldeel-
tjes worden overgedragen. Voordat in
1953 massale vaccinatie tegen kinkhoest
in Nederland ingevoerd werd, was het
sterftecijfer ten gevolge van deze ziekte
al teruggelopen van 1226 in 1905 tot 128
in 1953. Daarna is kinkhoest praktisch
uitgeroeid (tussen 1964 en 1976 slechts
drie sterfgevallen). Nederlandse des
kundigen oordelen dat dit resultaat niet
mogelijk was geweest zonder inentings
programma. Overigens is men alert op
de schadelijke bijwerking (kans op her
senletsel) van de inenting.
De speciaal hiervoor aangestelde kin
derarts mevrouw Hannik heeft de laat
ste 15 jaar alle ernstige gevallen on
derzocht en begeleid. In deze periode
betrof het 8 gevallen waarvan drie sterf
gevallen en drie met blijvend hersen
letsel.
Op grond van haar onderzoek komt
mevrouw Hannik op een kans van 1 op
400.000 dat inenting een schadelijke bij
werking heeft, aardig in de buurt dus
van de schatting van de Engelse mi
nister. Jaarlijks worden 200.000 kinderen
tegen kinkhoest ingeënt. De medische
autoriteiten achten het risico van de
inenting klaarblijkelijk te klein om de
ouders van deze kinderen daarover te
informeren. Wel wordt ze verteld dat
enkele uren na de prik wat koorts en
landerigheid kan optreden.
De belangstelling voor de eigen woning groeit met het jaar, mede dank zij de worden teruggebracht. Eventuele ver-
hDTarincdn l/nrnon hn ,foT*nil1vi>TOr Ton
stimulerende maatregelen van het rijk. Toch woont nog altijd 60% van de
Nederlanders in een huurhuis. Hun grote voordeel is dat zij nauwelijks financiële
verplichtingen hebben en dus ook geen risiko's lopen. AJ zij op tijd hun huursom
voldoen, zijn zij er zo goed als zeker van een boven het hoofd te houden. Maar zij
dienen er wel rekening mee te houden dat die huursom jaarlijks hoger wordt. Velen
van hen moeten bovendien voor het bewonen van een huurhuis ook op een andere
dan geldelijke wijze betalen, n.1. met een beperking van de persoonlijke vrijheid.
Het oude afdekplaatje is in een wip te verwijderen met bijv. een schroevedraaier.
De sehakelwip wordt op de schakelaar gedrukt. Rechts het eindresultaat.
Geriefelijk wonen is een zaak waar de meesten van ons grote waarde aan hechten.
Welk bedrag een doorsnee Nederlands huisgezin jaarlijks besteedt aan de inrichting
van de woning is niet precies bekend: de toename van bijv. het gebruik van steeds
duurdere materialen wijst er echter op dat die uitgave nog stijgende is.
Woonkultuur
Grote aandacht wordt besteed aan de
verfraaiing van het interieur. Wandbe-
kledingsmaterialen als vinyl, schrootjes,
kurk, steenstrips e.d. hebben een be
langrijke plaats gekregen naast het
..ouderwetse behangetje". Vaste vloer
bedekking heeft veelal het veld moeten
ruimen voor parket of plavuizen.
De laatste jaren is de woonkultuur zich
steeds verder gaan uitbreiden, met na
me ook In de richting van badkamer,
douche en toilet: sanitaire artikelen,
vroeger alleen in wit verkrijgbaar, wor
den tegenwoordig vrijwel uitsluitend in
pasteltinten gemaakt.
Elektrisch installaticmateriaal
Eén van de materialen die slechts aarze
lend aangepast worden aan de zich
wijzigende omstandigheden, is het elek
trisch installatiemateriaal, pópulair ge-'
zegd: lichtschakelaars, stopkontakten
e.d.
Deze artikelen zijn echter wel degelijk te
krijgen in diverse dekoratieve uitvoe
ringen. En helemaal niet zo duur, zeker
niet in verhouding tot de vaak kostbare
wandbekledingsmaterialen die toege
past worden. Juist een schakelaar in een
aangepaste kleur, en uitvoering kan de
„finishing touch" aan de wand geven.
Dat dit dekoratieve installatiemateriaal
slechts op beperkte schaal toegepast
wordt, heeft ongetwijfeld te maken met
het feit dat het tot op heden alleen door
vakmensen aangebracht kon worden op
grond van de veiligheidsvoorschriften
Aan de andere kant werd dit materiaal,
veelal ten onrechte, ais luxe beschouwd,
waardoor bekendheid op bredere schaal
uitbleef.
Verwisselbare sehakelwip
De Duitse firma Jung, één van Europa's
toonaangevende fabrikanten van elek
trisch Installatiemateriaal, heeft er iets
op gevonden om de toepassingsmoge
lijkheden van dekóratief installatie-
materiaal te vereenvoudigen.
Het bedrijf introduceert een assortiment
schakelwippen en afdekramen in een
aantal dekoratieve uitvoeringen. Deze
kunnen bijzonder gemakkelijk op de in
huls aanwezige schakelaars gemonteerd
worden.
Belangrijk is te weten dat ze alleen
geschikt zijn voor montage op inbouw-
schakelaars van het fabrikaat Jung. De
kans dat men dezeMn huis aantreft is niet
gering. Men kan dit konstateren aan de
binnenkant van het afdekplaatje van de
aanwezige schakelaar, na dit eerst ver
wijderd te hebben.
Simpele montage
Het monteren van het afdekraam en de
sehakelwip kan ledereen zelf doen. Het
afdékraam wordt geschroefd op de
plaats van het oude afdekplaatje. Daar
na wordt met behulp van een klem de
nieuwe sehakelwip op de oude schake
laar aangebracht.
Gevaar voor stroom bestaat er niet, daar
de schakelaars aan de voorzijde geïso
leerd zijn.
Het schakelwipsysteem is een bijzonder
handig systeem door de wijze van bedie
ning. Men kan de sehakelwip met de
vinger bedienen en met de hand, maar
ook met de elleboog, wanneer men bijv.
iets in de handen heeft.
De eenvoudig monteerbare en verwis
selbare Jung - schakelwippen bieden de
mogelijkheid bij veranderingen in het
interieur het schakelmateriaal daarop af
te stemmen. Maar ook zonder interieur-
veranderingen kan men natuurlijk
„overschakelen" op een sehakelwip
naar keuze, gewoon omdat men genoeg
heeft van de oude witte schakelaars.
Zowel bij nieuwbouw, verbouwing als
renovatie biedt het aanbrengen van Jung
installatie materiaal later de unieke
mogelijkheid steeds met kleur te kunnen
variëren.
Naast de genoemde schakelwippen en
afdekramen bestaat het Jung - pro
gramma uit eön kompleet assortiment
elektrische installatiematerialen,
variërend van stopkontakten tot dim
mers, jalouzieschakelaars, antenne- en
telefoonkontaktdozen en diverse andere
specialiteiten.
Het Jung programma is verkrijgbaar
bij elektrotechnische installatieburo'sen
winkels voor elektrotechnische en ver
lichtingsartikelen. Sehakelwip en
atdeki'üum zijn ie koop vanaf J 4,60 per
set.
De alleenvertegenwoordiging van Jung
voor Nederland heeft HATEHA B.V.,
postbus 111. Hazerswoude Rijndijk. Bij
deze firma kan men ook een kleurrijke
gratis brochure aanvragen met vol
ledige informatie over het Jung - pro
gramma
Zij mogen hun huis niet verbouwen,
tenzij daar uitdrukkelijk toestemming
voor is verleend. Als zij verhuizen, moet
woning in de oorspronkelijke situatie
beteringen kornen bij verhuizing ten
goede aan de huurbaas/Bovendien is de
kans groot dat men als huurder geen
huisdieren mag houden, geen parket op
de vloet mag leggen, geen was buiten
mag drogen, enz. Zij moeten ook maar
afwachten of het onderhoud goed wordt
gedaan en of er op tijd wordt gemoder
niseerd. Huurders krijgen ook nauwe
lijks voor inspraak, laat staan voor
medezeggenschap. Kortom: om geen
financiële risiko's te lopen, en om bij
wijze van spreken van de ene dag op de
andere te kunnen verhuizen, moet een
huurder genoegen nemen met het feit
dat hij als een onmondig iemand wordt
behandeld.
In vergelijking hiermee lijkt de koop
woning alleenfnaar voordelen te hebben
- de eigenhuizer kan doen en laten wat hij
wil. hij kan naar wens verbeteren en
verbouwen, hij kan verkopen wanneer
hem dat uitkomt. Hij heeft een waarde
vast bezit en dus een wapen tegen
inflatie. Maar hij neemt wel risiko. Want
hij moet zelf zorgen voor onderhoud,
reparaties en modernisering en als hij
wil verhuizen, moet hij zelf de verkoop-
problemen (laten) oplossen. Daarbij
hangt het van de vraag naar koophuizen
af of er als dan geen winst kan worden
gemaakt.
Koöperatief bezit
Wie wil wonen moet kiezen uit deze
twee mogelijkheden. De keuze zal mis
schien niet van harte worden gedaan,
maar worden afgedwongen door per
soonlijke omstandigheden en/of invloe
den van buitenaf. Maar lieve koekjes
worden niet gebakken. Er bestaat im
mers geen andere manier om een huis in
bezit te krijgen. Het Bouwfonds Neder
landse Gemeenten meent het recept voor
een „lief koekje" te hebben ontwikkeld.
Het bericht daar uitvoerig over in het
tijdschrift Bouwfonds-indruk. Daarin
wordt uiteengezet dat het Bouwfonds de
voor- en nadelen van de huur- en de
koopwoning op een rijtje heeft gezet en
heeft gezocht naar een vorm van beheer
die de voordelen van huren en kopen
bundelt en de nadelen daarvan uitsluit of
beperkt.
Dit ideaal is in theorie bereikt met de
ontwikkeling van het bezitshuis. Die
woonvorm biedt de woonvrijheid van het
eigen huis, beperkt de risiko's, bant
spekulatiewlnst uit en geeft de deel
nemers de kans gezamenlijk #voorzie-
ningen te laten aanbrengen en te be
heren.
Om dat te bereiken richt een groep
belangstellenden een koöperatieve ver
eniging op, die grond koopt, woningen
laat ontwerpen en bouwen en zorg
draagt voor het beheer en het onderhoud
van het eigendom. Deze vorm biedt de
deelnemers de mogelijkheid tot een vol
ledige bewonersparticipatie - het betreft
immers hun gezamenlijk bezit.
De vereniging verstrekt haar leden een
woonrecht. Daarvoor betalen zij een
bedrag dat dienst doet als een soort
statiegeld. De bewoners hebben de vol
ledige beschikking over hun huis. Op dat
punt verschilt het bezitshuis in niets met
de eigen woning. Men mag verbouwen en
veranderen, huisdieren houden, enz. Het
enige verschil is dat het bezitshuis niet
vrij verhandelbaar is. Wie het bezitshuis
wil verlaten, zegt het lidmaatschap op en
levert het woonrecht bij de vereniging
in. Hij krijgt daarvoor het statiegeld
(eventueel vermeerderd met een lnfla-
tiekorrektie) terug. Eventueel op zijn
voordracht wordt dan een nieuwe be
woner gekozen, die op zijn beurt het
„woonrecht" koopt.
De belasting betaalt mee
Bij deze woonvorm blijven de grond en
de huizen onvervreemdbaar eigendom
van de koöperatie. Voor het gebruik
daarvan betalen de deelnemers maan
delijks een bepaald bedrag - vergelijk
baar met de huur of de betaling van de
hypotheekrente. De hoogte van het be
drag hangt af van de hoogte van het
eigen geld dat de deelnemers inbrengen.
Wie met een flink bedrag kan beginnen,
betaalt naar verhouding een lager
maandbedrag - dus net als bij de eigen
woning. Het Bouwfonds is bereid met
zulke koöperatieve verenigingen een
kredietovereenkomst met hypotheek-
stelling af te sluiten. Met dat geld kan de
vereniging haar objekt financieren. De
leden van de vereniging gaan een schuld
bekentenis aan voor het bedrag dat zij
voor hun huis nodig hebben. Over dat
bedrag betalen zij rente. Er zal ook een
deel moeten wórden afgelost, omdat er
anders geen gemeentegarantie op de
hypotheek kan worden verkregen.
Een belangrijk voordeel is dat voor het
bezitshuis de rente op de hypotheek van
de belasting kan worden afgetrokken.
Net als bij de eigen woning betaalt de
belasting dus mee in de maandlasten.
Ook wat de subsidie betreft is er geen
verschil met normale koophuizen: de
eerste bewoner krijgt de rijkspremie.
Verhuizen? Geld terug
Wie verhuist, krijgt de som van het
woonrecht terug. Maar er wordt nog
meer teruggeven. Want door de stijging
van de bouwkosten in het algemeen is
het bezitshuis tijdens de periode van
bewoning ook meer waard geworden.
Dat verschil krijgt de vertrekker ook
mee. En anders dan bij het huurhuis
wordt ook het geld dat aan verbetering
van het huis is besteed (een mooiere
keuken, een badkamer, een parketvloer,
een schrootjes-plafond) aan de vertrek
kende deelnemer uitgekeerd.
De essentie van het idee voor de bezits-
woning is dat de individuele bewoners in
belangrijke mate afzien van het reali
seren van de meerwaarde die op hun
bezit kan ontstaan. Daarmee wordt te
gelijk het risiko van de individuele
bewoner beperkt. De vereniging is ook
niet op winst uit. Met het bezitshuis
wordt dus de zg. spekulatiewinst uitge
bannen.
Niet voor iedereen
Het Bouwfonds pretendeert niet dat deze
nieuwe woonvorm iedereen zal aanspre
ken. Maar het meent wel het antwoord te
hebben gevonden op bezwaren van ver
scheidene kategorieën huisbewoners.
Dat zijn bijvoorbeeld huurders die wel
de voordelen van een eigen huis onder
kennen, maar de aanschaf daarvan te
riskant vinden. En daar zijn ook de
mensen die het koophuis afwijzen op
ideële gronden. Die menen dat het eigen
huis een mens egocentrisch maakt en
daardoor een goed funktioneren van de
samenleving in de weg staat. Zij zijn er
ook op tegen dat de enkeling de beschik
king krijgt over een in ons land steeds
schaarser wordend goed: de grond.
Maarzij voelen zich ook niet thuis in een
huurwoning, bijvoorbeeld omdat daarin
hun persoonlijke ontplooiingskansen
worden beperkt. De bezwaren van deze
beide hoofdkategorieën tegen de nu be
staande beheervormen worden met het
koöperatieve bezitshuis ondervangen.
Eerste projekt begonnen
In theorie is deze nieuwe woonvorm
rond. Zij lijkt (net als alles wat nieuw en
onbekend is) erg ingewikkeld. Maar het
Bouwfonds heeft op tal van vragen een
antwoord gevonden. Het is zelfs al zo ver
dat het in Enschede een projekt van 45
bezitshuizen op gang heeft geholpen. De
belangstelling daarvoor is verrassend
groot: er hebben zich enkele tientallen
gegadigden gemeld. Binnenkort wordt in
Apeldoorn een soortgelijke projekt in
voorbereiding genomen. De deelnemers
die definitief voor het Enschedese pro
jekt hebben ingeschreven, zijn over het
idee van deze nieuwe vorm van woning-
beheer erg enthousiast. Eén van hen
zegt: „Ik vind de opzet voortreffelijk. Ik
heb, zonder het te weten, op dit idee
zitten wachten. Ik vertrouw erop dat wij
het als pioniers in de praktijk ook waar
kunnen maken. Wellicht kunnen wij dan
voor anderen als voorbeeld dienen.,,
Het Bouwfonds op zijn beurt spant zich
in om het idee waar mogelijk een kans te
geveh. Het heeft koncept-statuten laten
ontwerpen die bij de oprichting van de
vereniging als uitgangspunt kunnen
dienen, er zijn ook al koncepten voor de
kredietovereenkomst en voor de schuld
bekentenis. Het organisatorische puz-
zelwerk is dus al gedaan. Belangrijk is
ook dat het Bouwfonds bereid is als
financier op te treden. „Wij maken ons
sterk dat geen van de andere woning-
bouw-financiers voor zo'n koöperatieve
vorm van wofungbeheer geld op tafel wil
leggen. Maar het Bouwfonds heeft, als
instelling van de Nederlandse gemeen
ten, onder meer de taak ontwikkelingen
op het gebied van bouwen en wonen te
stimuleren. Daarom hebben wij niet
alleen het idee voor het bezitshuis ont
worpen, maar zorgen wij er ook voor dat
het in de praktijk kan worden uitge
voerd", aldus een woordvoerder in Hoe
velaken.
Speciale kleding voor de fiets heeft altijd de aandacht getrokken, zeker in een zo
typisch fietsland als Nederland. De eerste gebruikers van de fiets - ruim 150 jaar
geleden - behoorden tot de meer gegoede burgerij; zij zagen het fietsen als een
vermaak, een sporten wensten daarbij passende kleding. Zo ontstond al spoedig een
fietskostuum. Het gebruik van een speciaal fietstenue werd danig gestimuleerd door
de fietsclubs die aan het eind van de vorige eeuw ontstonden. Er werd gezocht naar
passende kleding, zowel praktisch als modieus. Het mode-aspect dat hierbij ook al
een rol speelde, zorgde ervoor dat steeds weer nieuwe fietskleding werd ontworpen.
Toen rond de eeuwwisseling het gebruik is altijd een hootdstuk apart geweest. Er
van de fiets steeds meer algemeen werd
en de fiets van middel tot sportbeoefe
ning tot vervoermiddel voor dagelijks
gebruik werd. raakte het speciale fiets
kostuum op de achtergrond. Zeer tot
spijt van de voormalige fietsers-elite, die
niet onder stoelen of banken stak dat het
opgepast was dat ook dienstmeisjes
op de fiets stapten en de middenstand
zich niet meer van loopjongens, doch van
fietsjongens ging bedienen. Maar het
zat nu eenmaal in de loop der dingen; de
protesten verstomden. Na de Tweede
Wereldoorlog, toen de fiets na enige tijd
onverwacht weer erg populair werd,
steeg ook de vraag naar speciale fiets
kleding die in de praktische uitvoering
nu geënt werd op de tot ontwikkeling
gekomen vrijetijdskleding, die voor het
recreatieve fietsen veelal uitstekend
blijkt te voldoen.
Blijvertjes
Wie de evolutie van de speciale fietskle
ding overziet, zal constateren dat er een
aantal blijvertjes zijn. Zo is de voor
fietsende heren zo klassieke knickerboc
ker gebleven. Op de fiets een uitermate
praktisch kledingstuk. De fietsmode
voor dames was aanvankelijk onder
werp van felle discussie want er is een
tijd geweest, vooral vóór de eeuwwisse
ling, dat men vond dat het schone
geslacht zich niet op twee wielen behoor
de voort te bewegen. Vrouwen die dat
wel deden, zich meer dan eens gemoles
teerd door woedende toekijkers. Toen
men accepteerde dat Mevrouw op de
fiets stapte, bleef de eis dat zij zich dan
decent moest voortbewegen en dat niets
van haar iichaam zichtbaar mocht wor
den dat verborgen behoorde te blijven.
Zo ontstonden fietskostuums met lange
opknoopbare rokken waaronder een pof
broek werd rgedragen, die net onder de
knie werd vastgemaakt. Een stapje ver
der was de broekrok en dat is ook een
blijvertje gebleken, zij het dan aange
past aan de mode-eisen. Mode-ontwer
pers en confectiebedrijven houden de
laatste jaren terdege rekening met de
fietsers. Steeds weer wordèn nieuwe
snufjes op fietskledinggebied gelanceerd
en bij» vrijetijdskleding wordt rekening
gehouden met het feit dat deze kleding
ook op de flets praktisch moet zijn.
Regenkleding, een hoofdstuk apart
Kleding die bescherming biedt bij regen
is op dit gebied vanaf de beginjaren van
de fiets ijverig geëxperimenteerd. Ook
hier zijn blijvertjes zoals 'de fietsregen-
cape die al van zeer oude datum is. Het
belang van goede fietsregenkleding
werd onderstreept toen het ministerie
van Verkeer en Waterstaat in 1976 een
ontwerpwedstrijd voor fietskleding uit
schreef, waarbij gevraagd werd ook aan
de regenbescherming te denken. De wed
strijd leidde tot een aantal bekroningen
waarbij de eerste prijs naar- Alkmaar
ging, waar een groothandelaar met een
niet zeer revolutionair maar wel zeer
praktisch fietsregenpakontwerp kwam.
Dit pak is inmiddels in produktie geno
men en is in een groot aantal maten en
kleuren volop in de fietsenhandel ver
krijgbaar. Daarnaast bestaan er vele
soorten regenjacks met en zonder ca
puchons. allerlei tweedelige regenpak
ken (vaak in reflekterende, dus veilige
kleuren) en speciale regenbroeken. Het
blijkt nuttig die regenbescherming te
kiezen die uit lichte stof is vervaardigd
en dus gemakkelijk tot een klein pakje
opgevouwen (zonder schade aan water
dichtheid) kan worden meegenomen. Bij
het gebruik van een capuchon moet
vooral gelet worden op een strak langs
het gezicht sluitende capuchon, mede
opdat de fietser niet in zijn zicht wordt
belemmend.
Voor de winter
Wie in de wintertijd toch graag regel
matig zijn fietstochtje wil maken - en een
fietstocht is ook in de kou warm aan te
bevelen - zal zich op dit jaargetijde
moeten kleden. De korte broek blijft dus
in de kast en maakt plaats voor de
knickerbocker - zowel voor dames als
voor heren - waaronder wollen kousen en
stevige schoenen worden gedragen. Er
zijn zelfs speciale, soepele hoge winter-
fietsschoenen in de handel. Het bovenlijf
kan bij een winterfietstocht het best
bedekt worden door een niet te korte trui
of een stevig, geen wind doorlatend jack.
Als hoofdbedekking voldoen muts of pet
het best. Als hantlbedekking kan men het
best speciale fietshandschoenen kiezen
met de bekende zeemleren kussentjes.
Zo gekleed valt er van een winterfiets
tocht veel te genieten. Vergeet ook niet
dat er van zo'n speciale sportieve en
praktische fietsuitrustlng een eigen be
koring uilgaal. Fervente fietsers willen
niet zonder-
„Een maximale bouwtijd van gemiddeld
twee maanden, dat is ongeveer de helft
van de tijd die de conventionele bouw
nodig heeft", zegt hij. Dat heeft allemaal
voordelen, denk aan de rentekosten.
Het geheim van de smid of liever van
Schermer Budgetbouw zijn de elemen
ten en wat je er verder mee doet. Dat
klinkt geheimzinnig maar het is eenvou
dig.
Zoals de meeste ideeën waar niemand
anders opkomt.
Eerst de elementen. Die worden in de
fabriek gestort. En bij dat storten houdt
men rekening met de leidingen voor gas,
water, elektra, riolering enz. Die lei
dingen komen in wanden en vloeren. En
niemand ziet er ooit meer iets van.
„Maar", zegt Jan Schermer, „elemen
ten, bouwelementen maken kan natuur
lijk elk bedrijf dat zich daar op toe
zou leggen. Mijn iysteem berust op de
twee-eenheid: het element en wat je er
verder mee doet.
Als de elementen klaar zijn moeten ze
passen in het systeem, het bouwsy-
steem.
1 En dat komt er wéér op neer dat zo'n
element, zo'n bouwdoos niet tegen een
ander element wordt geplaatst maar
op een bepaalde afstand van het andere
element.
Omdat dat plaatsen gebeurt op een be
tonplaat krijg je tussen die twee elemen
ten een forse ruimte. Die is veel goed
koper dan de ruimte in de elementen
die wel deel blijven uitmaken van een
bungalow of b.v. clubhuis.
Ik noem het clubhuis omdat we dit voor
jaar volgens het Schermer Budgetbouw
systeem in sneltreinvaart het clubhuis
van hockeyclub „De Terriers" hebben
neergezet.
Niemand geloofde dat het zo snel kon.
Maar het kon".
„En zo is het met de bungalows ook en
denk niet dat dat vier muren mét een
dak erop zijn. Integendeel. Je kunt het
maatwerk door middel van een con-
fectiesysteem noemen. Wij hebben een
eigen architect die de ongeveer 20 mo
dellen die we alleen al voor de bunga-
lówbouw beschikbaar hebben, nog eens
naar de persoonlijke wensen van de
koper kan aanpassen. Een basismodel-
lenbestand waarmee je nog alle kanten
op kunt. Die modellen, die ontwerpen,
ontstonden bij een samenspel van wen
sen en verlangens bij vorige ontwerpen.
We hebben ze allemaal in een boekje
opgenomen".
Bouwen door Schermer Budgetbouw
gaat in 12 fasen. Eigenlijk 13, want de
eerste fase is natuurlijk overleggen en
bepalen wat er gebouwd gaat worden.
Dan wordt het grondwerk uitgezet (1),
wordt de grond uitgegraven (2) en de be
tonplaat gestort (3). Daarna worden op
de betonplaat de nodige merktekens.,
aangebracht f4), toaarna'pei^vfachtwa-
gen vloerplaten, fundatiebalken en een
element worden aangevoerd* en aange
bracht (5 en 6). Een tweede vracht
brengt het tweede element plus vloerpla
ten naar de bouwplaats waarna ze me
teen worden geplaatst (7,8 en 9).
Intussen zijn in fase 9. al het eindspant
van de achtergevel en het achterste tus-
senspant aangebracht, zodat fase 10 het
plaatsen van de vloerplaten van de bega
ne grond en (eventuele) verdieping in
houdt. Bij fase 11 wordt het voorste eind
spant geplaatst, de puien van de woon-
„Er is natuurlijk veel over te vertellen, maar eigenlijk moet je het zien.
Kijk, de meeste mensen kunnen zich niet genoeg voorstellen hoe een huis er gaat
uitzien als ze zich moeten behelpen met een paar tekeningen.
Men ziet het er ongeveer vanaf maar daarmee houdt het op. Kwestie van „tekening
lezen" hè. Architekten werken, vooral in de bungalowbouw en bij de bouw van
complexen met maquettes. Dat maakt alles al een stuk duidelijker.
Maar het mooiste is natuurlijk als je kunt laten zien wat je hebt gebouwd.
En dat kunnen wij. Voorbeelden in diverse variaties".
Aan het woord is Jan Schermer uit Heiloo, Industrieterrein 4. Hij is uitvinder van
een soort systeembouw waardoor het mogelijk is rijen huizen maar ook diverse
typen bungalows of kantoorgebouwen of clubhuizen, snel en economisch te bouwen.