Bouwfonds lanceert nieuwe vorm van woningbezit Lichtschakelaar als wanddekoratie in opmars Bouwen en bouwen is twee Inenting tegen kinkhoest in Nederland veilig geacht Passend gekleed op de fiets Indien nodig Drukkerij Smit Voordelen kopen en huren gebundeld, nadelen grotendeels weggewerkt Zijn schoonmoeders jaloers? Socster Courant van donderdag 3 november 1977 Van Weedestraat 29 Telefoon 14152 kamer gesteld en de rijplaten alweer afgevoerd. Fase 12 is die van het aanbrengen van de dakpannen, metselen van de buiten muren, afmonteren en verzorgen van de aansluitingen van de installatie Inderdaad, zo snel gaat het. Het heeft alles te maken met vooraf een goed systeem opzetten. Aan veel dingen voor af denken: de isolatie, de kruipruimte (is er onder de hele woning), de ver warming en ventilatie. In de luchtverwarming en ventilatie (noem het luchtbehandeling) hebben we ervaring. Al 17 jaar. En dat is'natuur- lijk mooi meegenomen.'Kijk, ik kan nou wel een mooi rekiameverhaal afsteken, zo van het Snelle Schermer Systeem, maar dan denken de mensen ja, „gauw en goed" zijn twee dingen. Maar het is gewoon goed, dat kun je zien als je bekijkt wat al gemaakt is. Wij werken met vaste prijzen. Wie. pak weg, model 11-12 E 102 bestelt voor 149.800,- weet dat daarbij zit: een ga rage van 3x6 meter, transportkosten tot 50 kilometer vanaf Heiloo en de b.t.w., én de verwarming en de archi- tectënkosten. Het enige waar wij niet voor kunnen zorgen is de grond". Volgens óns niet altijd. Maarals uwa.s. schoonmoeder straks uw trouwkaart uit onze Kennemer Kaarten Kollektie ontvangt, dan zal zij zeker zeggentegenuwa.s. schoonvader: 'Tóch hebben wij iets gemist bijt begin van ons huwelijk'. Dus. mensen-mèt- trouwplannen. kom snel eens bij ons naardie uitgebreide en smaakvolle kgllektie huwelijks-en dankbetuigings kaarten kijken! Terwijl in Nederland nog maar weinig mensen weten, wat kinkhoest nu eigenlijk precies is, speelt zich in Engeland een verwoede discussie af over het nut van de inenting tegen kinkhoest. De Schotse professor Stewart is een van de felste tegen standers van een massaal inentingsbeleid dat sinds 1957 in Engeland plaatsvindt. Hij vindt het risico van een blijvend hersenletsel als bijwerking van inenting tegen kinkhoest onaanvaardbaar hoog vergeleken met het aantal slachtoffers dat door inenting tegen kinkhoest gespaard zou worden. Hij schatte op grond van een bevol kingsonderzoek dat 1 op 20.000 ingeente kinderen kans loopt op een hersenletsel. De Engelse minister van Volksgezond heid Ennals is het met deze schatting niet eens: hij schat het risico van blij vend hersenletsel op 1 op 300.000 ingeën- ze kwamen van over de grenzen, de vreemde werkwillige mensen, maar nu zijn ze hier niet meer nodig, 't verblijf is totaal overbodig, ze staken de hand uit dé mouwen, en deden waar wij niét van houden,, nu moéten ze maar 's vertrekken, door d'afgunst die zij hier verwekken, dat is toch begrijp'lijk, geen wonder, want wees nu zelf maar is zonder, en dan ook geen vreemde, maar eigen, je zou wel is werk willen krijgen, ze mogen gerust wel weer komen bij nood, en ze worden genomen voor werk waar we zelf hier van balen, en dan niet het meest voor betalen. te kinderen. In deze controverse is een belangrijke vraag hoeveel de inenting tegen kinkhoest bijdraagt aan de volks gezondheid. Stewart en vele anderen bewerep, dat men dit nut niet mag overschatten: ook zonder massale inen ting zou volgens hen de kinkhoest als volksziekte praktisch uitgeroeid zijn als gevolg van de steeds verbeterende hy giënische voorzieningen in huis en op school. In Nederland speelt deze inentingsdis cussie in het geheel niet. Al sedert jaren wordt 95% van de kinderen tegen kinkhoest ingeënt met het DKTP-vaccin. Dit vaccin biedt gelijktijdig bescher ming tegen Difterie, Kinkhoest, Tetanus en Poliomyelitus (kinderverlamming). Een beperkt aantal ouders heeft princi piële bezwaren. Waarschijnlijk worden daarnaast een aantal gezinnen van gast arbeiders, die geïsoleerd leven, minder goed bereikt. In het buitenland is men jaloers op de perfecte machinerie waar mee de ouders bij ons tot medewerking aan het inentingsprogramma worden aangezet. Met de geboorte-aangifte zet de vader meteen de computer aan het werk, die de ent-administratie regelt. De computer zorgt voor tijdige verzen ding van oproepkaarten. Onwillige ou ders die na herhaalde oproepen niet ver schijnen worden door een verpleegkun dige naar de reden van hun weigering gevraagd. Kinkhoest, die door zich steeds herha lende hoestbuien de patiënt in een uit puttingstoestand brengt en extra vat baar maakt voor fatale ziekte als long ontsteking, is vooral voor zuigelingen gevaarlijk. De ziekte kan overigens uit sluitend via uitgehoeste speekseldeel- tjes worden overgedragen. Voordat in 1953 massale vaccinatie tegen kinkhoest in Nederland ingevoerd werd, was het sterftecijfer ten gevolge van deze ziekte al teruggelopen van 1226 in 1905 tot 128 in 1953. Daarna is kinkhoest praktisch uitgeroeid (tussen 1964 en 1976 slechts drie sterfgevallen). Nederlandse des kundigen oordelen dat dit resultaat niet mogelijk was geweest zonder inentings programma. Overigens is men alert op de schadelijke bijwerking (kans op her senletsel) van de inenting. De speciaal hiervoor aangestelde kin derarts mevrouw Hannik heeft de laat ste 15 jaar alle ernstige gevallen on derzocht en begeleid. In deze periode betrof het 8 gevallen waarvan drie sterf gevallen en drie met blijvend hersen letsel. Op grond van haar onderzoek komt mevrouw Hannik op een kans van 1 op 400.000 dat inenting een schadelijke bij werking heeft, aardig in de buurt dus van de schatting van de Engelse mi nister. Jaarlijks worden 200.000 kinderen tegen kinkhoest ingeënt. De medische autoriteiten achten het risico van de inenting klaarblijkelijk te klein om de ouders van deze kinderen daarover te informeren. Wel wordt ze verteld dat enkele uren na de prik wat koorts en landerigheid kan optreden. De belangstelling voor de eigen woning groeit met het jaar, mede dank zij de worden teruggebracht. Eventuele ver- hDTarincdn l/nrnon hn ,foT*nil1vi>TOr Ton stimulerende maatregelen van het rijk. Toch woont nog altijd 60% van de Nederlanders in een huurhuis. Hun grote voordeel is dat zij nauwelijks financiële verplichtingen hebben en dus ook geen risiko's lopen. AJ zij op tijd hun huursom voldoen, zijn zij er zo goed als zeker van een boven het hoofd te houden. Maar zij dienen er wel rekening mee te houden dat die huursom jaarlijks hoger wordt. Velen van hen moeten bovendien voor het bewonen van een huurhuis ook op een andere dan geldelijke wijze betalen, n.1. met een beperking van de persoonlijke vrijheid. Het oude afdekplaatje is in een wip te verwijderen met bijv. een schroevedraaier. De sehakelwip wordt op de schakelaar gedrukt. Rechts het eindresultaat. Geriefelijk wonen is een zaak waar de meesten van ons grote waarde aan hechten. Welk bedrag een doorsnee Nederlands huisgezin jaarlijks besteedt aan de inrichting van de woning is niet precies bekend: de toename van bijv. het gebruik van steeds duurdere materialen wijst er echter op dat die uitgave nog stijgende is. Woonkultuur Grote aandacht wordt besteed aan de verfraaiing van het interieur. Wandbe- kledingsmaterialen als vinyl, schrootjes, kurk, steenstrips e.d. hebben een be langrijke plaats gekregen naast het ..ouderwetse behangetje". Vaste vloer bedekking heeft veelal het veld moeten ruimen voor parket of plavuizen. De laatste jaren is de woonkultuur zich steeds verder gaan uitbreiden, met na me ook In de richting van badkamer, douche en toilet: sanitaire artikelen, vroeger alleen in wit verkrijgbaar, wor den tegenwoordig vrijwel uitsluitend in pasteltinten gemaakt. Elektrisch installaticmateriaal Eén van de materialen die slechts aarze lend aangepast worden aan de zich wijzigende omstandigheden, is het elek trisch installatiemateriaal, pópulair ge-' zegd: lichtschakelaars, stopkontakten e.d. Deze artikelen zijn echter wel degelijk te krijgen in diverse dekoratieve uitvoe ringen. En helemaal niet zo duur, zeker niet in verhouding tot de vaak kostbare wandbekledingsmaterialen die toege past worden. Juist een schakelaar in een aangepaste kleur, en uitvoering kan de „finishing touch" aan de wand geven. Dat dit dekoratieve installatiemateriaal slechts op beperkte schaal toegepast wordt, heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat het tot op heden alleen door vakmensen aangebracht kon worden op grond van de veiligheidsvoorschriften Aan de andere kant werd dit materiaal, veelal ten onrechte, ais luxe beschouwd, waardoor bekendheid op bredere schaal uitbleef. Verwisselbare sehakelwip De Duitse firma Jung, één van Europa's toonaangevende fabrikanten van elek trisch Installatiemateriaal, heeft er iets op gevonden om de toepassingsmoge lijkheden van dekóratief installatie- materiaal te vereenvoudigen. Het bedrijf introduceert een assortiment schakelwippen en afdekramen in een aantal dekoratieve uitvoeringen. Deze kunnen bijzonder gemakkelijk op de in huls aanwezige schakelaars gemonteerd worden. Belangrijk is te weten dat ze alleen geschikt zijn voor montage op inbouw- schakelaars van het fabrikaat Jung. De kans dat men dezeMn huis aantreft is niet gering. Men kan dit konstateren aan de binnenkant van het afdekplaatje van de aanwezige schakelaar, na dit eerst ver wijderd te hebben. Simpele montage Het monteren van het afdekraam en de sehakelwip kan ledereen zelf doen. Het afdékraam wordt geschroefd op de plaats van het oude afdekplaatje. Daar na wordt met behulp van een klem de nieuwe sehakelwip op de oude schake laar aangebracht. Gevaar voor stroom bestaat er niet, daar de schakelaars aan de voorzijde geïso leerd zijn. Het schakelwipsysteem is een bijzonder handig systeem door de wijze van bedie ning. Men kan de sehakelwip met de vinger bedienen en met de hand, maar ook met de elleboog, wanneer men bijv. iets in de handen heeft. De eenvoudig monteerbare en verwis selbare Jung - schakelwippen bieden de mogelijkheid bij veranderingen in het interieur het schakelmateriaal daarop af te stemmen. Maar ook zonder interieur- veranderingen kan men natuurlijk „overschakelen" op een sehakelwip naar keuze, gewoon omdat men genoeg heeft van de oude witte schakelaars. Zowel bij nieuwbouw, verbouwing als renovatie biedt het aanbrengen van Jung installatie materiaal later de unieke mogelijkheid steeds met kleur te kunnen variëren. Naast de genoemde schakelwippen en afdekramen bestaat het Jung - pro gramma uit eön kompleet assortiment elektrische installatiematerialen, variërend van stopkontakten tot dim mers, jalouzieschakelaars, antenne- en telefoonkontaktdozen en diverse andere specialiteiten. Het Jung programma is verkrijgbaar bij elektrotechnische installatieburo'sen winkels voor elektrotechnische en ver lichtingsartikelen. Sehakelwip en atdeki'üum zijn ie koop vanaf J 4,60 per set. De alleenvertegenwoordiging van Jung voor Nederland heeft HATEHA B.V., postbus 111. Hazerswoude Rijndijk. Bij deze firma kan men ook een kleurrijke gratis brochure aanvragen met vol ledige informatie over het Jung - pro gramma Zij mogen hun huis niet verbouwen, tenzij daar uitdrukkelijk toestemming voor is verleend. Als zij verhuizen, moet woning in de oorspronkelijke situatie beteringen kornen bij verhuizing ten goede aan de huurbaas/Bovendien is de kans groot dat men als huurder geen huisdieren mag houden, geen parket op de vloet mag leggen, geen was buiten mag drogen, enz. Zij moeten ook maar afwachten of het onderhoud goed wordt gedaan en of er op tijd wordt gemoder niseerd. Huurders krijgen ook nauwe lijks voor inspraak, laat staan voor medezeggenschap. Kortom: om geen financiële risiko's te lopen, en om bij wijze van spreken van de ene dag op de andere te kunnen verhuizen, moet een huurder genoegen nemen met het feit dat hij als een onmondig iemand wordt behandeld. In vergelijking hiermee lijkt de koop woning alleenfnaar voordelen te hebben - de eigenhuizer kan doen en laten wat hij wil. hij kan naar wens verbeteren en verbouwen, hij kan verkopen wanneer hem dat uitkomt. Hij heeft een waarde vast bezit en dus een wapen tegen inflatie. Maar hij neemt wel risiko. Want hij moet zelf zorgen voor onderhoud, reparaties en modernisering en als hij wil verhuizen, moet hij zelf de verkoop- problemen (laten) oplossen. Daarbij hangt het van de vraag naar koophuizen af of er als dan geen winst kan worden gemaakt. Koöperatief bezit Wie wil wonen moet kiezen uit deze twee mogelijkheden. De keuze zal mis schien niet van harte worden gedaan, maar worden afgedwongen door per soonlijke omstandigheden en/of invloe den van buitenaf. Maar lieve koekjes worden niet gebakken. Er bestaat im mers geen andere manier om een huis in bezit te krijgen. Het Bouwfonds Neder landse Gemeenten meent het recept voor een „lief koekje" te hebben ontwikkeld. Het bericht daar uitvoerig over in het tijdschrift Bouwfonds-indruk. Daarin wordt uiteengezet dat het Bouwfonds de voor- en nadelen van de huur- en de koopwoning op een rijtje heeft gezet en heeft gezocht naar een vorm van beheer die de voordelen van huren en kopen bundelt en de nadelen daarvan uitsluit of beperkt. Dit ideaal is in theorie bereikt met de ontwikkeling van het bezitshuis. Die woonvorm biedt de woonvrijheid van het eigen huis, beperkt de risiko's, bant spekulatiewlnst uit en geeft de deel nemers de kans gezamenlijk #voorzie- ningen te laten aanbrengen en te be heren. Om dat te bereiken richt een groep belangstellenden een koöperatieve ver eniging op, die grond koopt, woningen laat ontwerpen en bouwen en zorg draagt voor het beheer en het onderhoud van het eigendom. Deze vorm biedt de deelnemers de mogelijkheid tot een vol ledige bewonersparticipatie - het betreft immers hun gezamenlijk bezit. De vereniging verstrekt haar leden een woonrecht. Daarvoor betalen zij een bedrag dat dienst doet als een soort statiegeld. De bewoners hebben de vol ledige beschikking over hun huis. Op dat punt verschilt het bezitshuis in niets met de eigen woning. Men mag verbouwen en veranderen, huisdieren houden, enz. Het enige verschil is dat het bezitshuis niet vrij verhandelbaar is. Wie het bezitshuis wil verlaten, zegt het lidmaatschap op en levert het woonrecht bij de vereniging in. Hij krijgt daarvoor het statiegeld (eventueel vermeerderd met een lnfla- tiekorrektie) terug. Eventueel op zijn voordracht wordt dan een nieuwe be woner gekozen, die op zijn beurt het „woonrecht" koopt. De belasting betaalt mee Bij deze woonvorm blijven de grond en de huizen onvervreemdbaar eigendom van de koöperatie. Voor het gebruik daarvan betalen de deelnemers maan delijks een bepaald bedrag - vergelijk baar met de huur of de betaling van de hypotheekrente. De hoogte van het be drag hangt af van de hoogte van het eigen geld dat de deelnemers inbrengen. Wie met een flink bedrag kan beginnen, betaalt naar verhouding een lager maandbedrag - dus net als bij de eigen woning. Het Bouwfonds is bereid met zulke koöperatieve verenigingen een kredietovereenkomst met hypotheek- stelling af te sluiten. Met dat geld kan de vereniging haar objekt financieren. De leden van de vereniging gaan een schuld bekentenis aan voor het bedrag dat zij voor hun huis nodig hebben. Over dat bedrag betalen zij rente. Er zal ook een deel moeten wórden afgelost, omdat er anders geen gemeentegarantie op de hypotheek kan worden verkregen. Een belangrijk voordeel is dat voor het bezitshuis de rente op de hypotheek van de belasting kan worden afgetrokken. Net als bij de eigen woning betaalt de belasting dus mee in de maandlasten. Ook wat de subsidie betreft is er geen verschil met normale koophuizen: de eerste bewoner krijgt de rijkspremie. Verhuizen? Geld terug Wie verhuist, krijgt de som van het woonrecht terug. Maar er wordt nog meer teruggeven. Want door de stijging van de bouwkosten in het algemeen is het bezitshuis tijdens de periode van bewoning ook meer waard geworden. Dat verschil krijgt de vertrekker ook mee. En anders dan bij het huurhuis wordt ook het geld dat aan verbetering van het huis is besteed (een mooiere keuken, een badkamer, een parketvloer, een schrootjes-plafond) aan de vertrek kende deelnemer uitgekeerd. De essentie van het idee voor de bezits- woning is dat de individuele bewoners in belangrijke mate afzien van het reali seren van de meerwaarde die op hun bezit kan ontstaan. Daarmee wordt te gelijk het risiko van de individuele bewoner beperkt. De vereniging is ook niet op winst uit. Met het bezitshuis wordt dus de zg. spekulatiewinst uitge bannen. Niet voor iedereen Het Bouwfonds pretendeert niet dat deze nieuwe woonvorm iedereen zal aanspre ken. Maar het meent wel het antwoord te hebben gevonden op bezwaren van ver scheidene kategorieën huisbewoners. Dat zijn bijvoorbeeld huurders die wel de voordelen van een eigen huis onder kennen, maar de aanschaf daarvan te riskant vinden. En daar zijn ook de mensen die het koophuis afwijzen op ideële gronden. Die menen dat het eigen huis een mens egocentrisch maakt en daardoor een goed funktioneren van de samenleving in de weg staat. Zij zijn er ook op tegen dat de enkeling de beschik king krijgt over een in ons land steeds schaarser wordend goed: de grond. Maarzij voelen zich ook niet thuis in een huurwoning, bijvoorbeeld omdat daarin hun persoonlijke ontplooiingskansen worden beperkt. De bezwaren van deze beide hoofdkategorieën tegen de nu be staande beheervormen worden met het koöperatieve bezitshuis ondervangen. Eerste projekt begonnen In theorie is deze nieuwe woonvorm rond. Zij lijkt (net als alles wat nieuw en onbekend is) erg ingewikkeld. Maar het Bouwfonds heeft op tal van vragen een antwoord gevonden. Het is zelfs al zo ver dat het in Enschede een projekt van 45 bezitshuizen op gang heeft geholpen. De belangstelling daarvoor is verrassend groot: er hebben zich enkele tientallen gegadigden gemeld. Binnenkort wordt in Apeldoorn een soortgelijke projekt in voorbereiding genomen. De deelnemers die definitief voor het Enschedese pro jekt hebben ingeschreven, zijn over het idee van deze nieuwe vorm van woning- beheer erg enthousiast. Eén van hen zegt: „Ik vind de opzet voortreffelijk. Ik heb, zonder het te weten, op dit idee zitten wachten. Ik vertrouw erop dat wij het als pioniers in de praktijk ook waar kunnen maken. Wellicht kunnen wij dan voor anderen als voorbeeld dienen.,, Het Bouwfonds op zijn beurt spant zich in om het idee waar mogelijk een kans te geveh. Het heeft koncept-statuten laten ontwerpen die bij de oprichting van de vereniging als uitgangspunt kunnen dienen, er zijn ook al koncepten voor de kredietovereenkomst en voor de schuld bekentenis. Het organisatorische puz- zelwerk is dus al gedaan. Belangrijk is ook dat het Bouwfonds bereid is als financier op te treden. „Wij maken ons sterk dat geen van de andere woning- bouw-financiers voor zo'n koöperatieve vorm van wofungbeheer geld op tafel wil leggen. Maar het Bouwfonds heeft, als instelling van de Nederlandse gemeen ten, onder meer de taak ontwikkelingen op het gebied van bouwen en wonen te stimuleren. Daarom hebben wij niet alleen het idee voor het bezitshuis ont worpen, maar zorgen wij er ook voor dat het in de praktijk kan worden uitge voerd", aldus een woordvoerder in Hoe velaken. Speciale kleding voor de fiets heeft altijd de aandacht getrokken, zeker in een zo typisch fietsland als Nederland. De eerste gebruikers van de fiets - ruim 150 jaar geleden - behoorden tot de meer gegoede burgerij; zij zagen het fietsen als een vermaak, een sporten wensten daarbij passende kleding. Zo ontstond al spoedig een fietskostuum. Het gebruik van een speciaal fietstenue werd danig gestimuleerd door de fietsclubs die aan het eind van de vorige eeuw ontstonden. Er werd gezocht naar passende kleding, zowel praktisch als modieus. Het mode-aspect dat hierbij ook al een rol speelde, zorgde ervoor dat steeds weer nieuwe fietskleding werd ontworpen. Toen rond de eeuwwisseling het gebruik is altijd een hootdstuk apart geweest. Er van de fiets steeds meer algemeen werd en de fiets van middel tot sportbeoefe ning tot vervoermiddel voor dagelijks gebruik werd. raakte het speciale fiets kostuum op de achtergrond. Zeer tot spijt van de voormalige fietsers-elite, die niet onder stoelen of banken stak dat het opgepast was dat ook dienstmeisjes op de fiets stapten en de middenstand zich niet meer van loopjongens, doch van fietsjongens ging bedienen. Maar het zat nu eenmaal in de loop der dingen; de protesten verstomden. Na de Tweede Wereldoorlog, toen de fiets na enige tijd onverwacht weer erg populair werd, steeg ook de vraag naar speciale fiets kleding die in de praktische uitvoering nu geënt werd op de tot ontwikkeling gekomen vrijetijdskleding, die voor het recreatieve fietsen veelal uitstekend blijkt te voldoen. Blijvertjes Wie de evolutie van de speciale fietskle ding overziet, zal constateren dat er een aantal blijvertjes zijn. Zo is de voor fietsende heren zo klassieke knickerboc ker gebleven. Op de fiets een uitermate praktisch kledingstuk. De fietsmode voor dames was aanvankelijk onder werp van felle discussie want er is een tijd geweest, vooral vóór de eeuwwisse ling, dat men vond dat het schone geslacht zich niet op twee wielen behoor de voort te bewegen. Vrouwen die dat wel deden, zich meer dan eens gemoles teerd door woedende toekijkers. Toen men accepteerde dat Mevrouw op de fiets stapte, bleef de eis dat zij zich dan decent moest voortbewegen en dat niets van haar iichaam zichtbaar mocht wor den dat verborgen behoorde te blijven. Zo ontstonden fietskostuums met lange opknoopbare rokken waaronder een pof broek werd rgedragen, die net onder de knie werd vastgemaakt. Een stapje ver der was de broekrok en dat is ook een blijvertje gebleken, zij het dan aange past aan de mode-eisen. Mode-ontwer pers en confectiebedrijven houden de laatste jaren terdege rekening met de fietsers. Steeds weer wordèn nieuwe snufjes op fietskledinggebied gelanceerd en bij» vrijetijdskleding wordt rekening gehouden met het feit dat deze kleding ook op de flets praktisch moet zijn. Regenkleding, een hoofdstuk apart Kleding die bescherming biedt bij regen is op dit gebied vanaf de beginjaren van de fiets ijverig geëxperimenteerd. Ook hier zijn blijvertjes zoals 'de fietsregen- cape die al van zeer oude datum is. Het belang van goede fietsregenkleding werd onderstreept toen het ministerie van Verkeer en Waterstaat in 1976 een ontwerpwedstrijd voor fietskleding uit schreef, waarbij gevraagd werd ook aan de regenbescherming te denken. De wed strijd leidde tot een aantal bekroningen waarbij de eerste prijs naar- Alkmaar ging, waar een groothandelaar met een niet zeer revolutionair maar wel zeer praktisch fietsregenpakontwerp kwam. Dit pak is inmiddels in produktie geno men en is in een groot aantal maten en kleuren volop in de fietsenhandel ver krijgbaar. Daarnaast bestaan er vele soorten regenjacks met en zonder ca puchons. allerlei tweedelige regenpak ken (vaak in reflekterende, dus veilige kleuren) en speciale regenbroeken. Het blijkt nuttig die regenbescherming te kiezen die uit lichte stof is vervaardigd en dus gemakkelijk tot een klein pakje opgevouwen (zonder schade aan water dichtheid) kan worden meegenomen. Bij het gebruik van een capuchon moet vooral gelet worden op een strak langs het gezicht sluitende capuchon, mede opdat de fietser niet in zijn zicht wordt belemmend. Voor de winter Wie in de wintertijd toch graag regel matig zijn fietstochtje wil maken - en een fietstocht is ook in de kou warm aan te bevelen - zal zich op dit jaargetijde moeten kleden. De korte broek blijft dus in de kast en maakt plaats voor de knickerbocker - zowel voor dames als voor heren - waaronder wollen kousen en stevige schoenen worden gedragen. Er zijn zelfs speciale, soepele hoge winter- fietsschoenen in de handel. Het bovenlijf kan bij een winterfietstocht het best bedekt worden door een niet te korte trui of een stevig, geen wind doorlatend jack. Als hoofdbedekking voldoen muts of pet het best. Als hantlbedekking kan men het best speciale fietshandschoenen kiezen met de bekende zeemleren kussentjes. Zo gekleed valt er van een winterfiets tocht veel te genieten. Vergeet ook niet dat er van zo'n speciale sportieve en praktische fietsuitrustlng een eigen be koring uilgaal. Fervente fietsers willen niet zonder- „Een maximale bouwtijd van gemiddeld twee maanden, dat is ongeveer de helft van de tijd die de conventionele bouw nodig heeft", zegt hij. Dat heeft allemaal voordelen, denk aan de rentekosten. Het geheim van de smid of liever van Schermer Budgetbouw zijn de elemen ten en wat je er verder mee doet. Dat klinkt geheimzinnig maar het is eenvou dig. Zoals de meeste ideeën waar niemand anders opkomt. Eerst de elementen. Die worden in de fabriek gestort. En bij dat storten houdt men rekening met de leidingen voor gas, water, elektra, riolering enz. Die lei dingen komen in wanden en vloeren. En niemand ziet er ooit meer iets van. „Maar", zegt Jan Schermer, „elemen ten, bouwelementen maken kan natuur lijk elk bedrijf dat zich daar op toe zou leggen. Mijn iysteem berust op de twee-eenheid: het element en wat je er verder mee doet. Als de elementen klaar zijn moeten ze passen in het systeem, het bouwsy- steem. 1 En dat komt er wéér op neer dat zo'n element, zo'n bouwdoos niet tegen een ander element wordt geplaatst maar op een bepaalde afstand van het andere element. Omdat dat plaatsen gebeurt op een be tonplaat krijg je tussen die twee elemen ten een forse ruimte. Die is veel goed koper dan de ruimte in de elementen die wel deel blijven uitmaken van een bungalow of b.v. clubhuis. Ik noem het clubhuis omdat we dit voor jaar volgens het Schermer Budgetbouw systeem in sneltreinvaart het clubhuis van hockeyclub „De Terriers" hebben neergezet. Niemand geloofde dat het zo snel kon. Maar het kon". „En zo is het met de bungalows ook en denk niet dat dat vier muren mét een dak erop zijn. Integendeel. Je kunt het maatwerk door middel van een con- fectiesysteem noemen. Wij hebben een eigen architect die de ongeveer 20 mo dellen die we alleen al voor de bunga- lówbouw beschikbaar hebben, nog eens naar de persoonlijke wensen van de koper kan aanpassen. Een basismodel- lenbestand waarmee je nog alle kanten op kunt. Die modellen, die ontwerpen, ontstonden bij een samenspel van wen sen en verlangens bij vorige ontwerpen. We hebben ze allemaal in een boekje opgenomen". Bouwen door Schermer Budgetbouw gaat in 12 fasen. Eigenlijk 13, want de eerste fase is natuurlijk overleggen en bepalen wat er gebouwd gaat worden. Dan wordt het grondwerk uitgezet (1), wordt de grond uitgegraven (2) en de be tonplaat gestort (3). Daarna worden op de betonplaat de nodige merktekens., aangebracht f4), toaarna'pei^vfachtwa- gen vloerplaten, fundatiebalken en een element worden aangevoerd* en aange bracht (5 en 6). Een tweede vracht brengt het tweede element plus vloerpla ten naar de bouwplaats waarna ze me teen worden geplaatst (7,8 en 9). Intussen zijn in fase 9. al het eindspant van de achtergevel en het achterste tus- senspant aangebracht, zodat fase 10 het plaatsen van de vloerplaten van de bega ne grond en (eventuele) verdieping in houdt. Bij fase 11 wordt het voorste eind spant geplaatst, de puien van de woon- „Er is natuurlijk veel over te vertellen, maar eigenlijk moet je het zien. Kijk, de meeste mensen kunnen zich niet genoeg voorstellen hoe een huis er gaat uitzien als ze zich moeten behelpen met een paar tekeningen. Men ziet het er ongeveer vanaf maar daarmee houdt het op. Kwestie van „tekening lezen" hè. Architekten werken, vooral in de bungalowbouw en bij de bouw van complexen met maquettes. Dat maakt alles al een stuk duidelijker. Maar het mooiste is natuurlijk als je kunt laten zien wat je hebt gebouwd. En dat kunnen wij. Voorbeelden in diverse variaties". Aan het woord is Jan Schermer uit Heiloo, Industrieterrein 4. Hij is uitvinder van een soort systeembouw waardoor het mogelijk is rijen huizen maar ook diverse typen bungalows of kantoorgebouwen of clubhuizen, snel en economisch te bouwen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1977 | | pagina 21