Wat weet u al van voedingsleer? Houdt ongedierte buiten uw deur Kapsels voor de Nederlandse doe-het-zelfster Met raad en daad Naast rechtswinkels nu ook wetenschapswinkels Paddestoelen fotograferen Cariës minder bij ruw voedsel? Wat iedereen moet weten over verlovingen, huwelijken geboorte. Drukkerij Smit Van Weedestraat 29 Telefoon 14152 Raymond Sa/vini: Toegang tot de wetenschap slecht verdeeld Soester Courant van donderdag 1 december 1077 Als u kranten en tijdschriften opslaat of de reclame op de televisie ziet, wemelt het van begrippen zoals verzadigde en onverzadigde vetzuren, ruwe vezel, vita mines, mineralen Weet u wat dat allemaal betekent of zegt het u niets? Het is belangrijk dat u weet wat u eet en waarom het goed is bepaalde voedingsmiddelen te gebrui ken. Inzicht in voedingsleer kan u daar bij een handje helpen. Om kennis over dit onderwerp op te doen of om hem weer wat op te frissen, volgen hier de titels van een aantal voedingsleerboeken. De meeste behandelen o.a. de volgende onderwerpen: doel van onze voeding, voedingsstoffen (zoals eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines, mineralen), voedingsmiddelen, schijf van vijf, hy giëne. voeding tijdens de verschillende leeftijdsfasen (b.v. voeding voor kleu ters), bijzondere voedingssystemen (b.v. vegetarisme). Veel van deze boeken worden ook op scholen en opleidingen gebruikt. Heeft de boekhandel een boek niet in voorraad, dan kunt u dit altijd laten bestellen. De vermelde prijzen zijn van oktober 1977. De met een aangeduide boeken kunt u in de bibliotheek van het Voorlichtings bureau voor de Voeding inzien. U kunt hier terecht van maandag t/m vrijdag van 9.00-17.00 uur. Titels van boeken die alleen over bij zondere voedingssystemen óf dieetleer gaan, zijn in dit bericht niet opgenomen. Boeken om mee te beginnen als u nog weinig of niets van voedingsleer weet en als schoolopleiding LBO of MAVO heeft gehad. Zorg voor de keuken en de voeding, 56 blz., 2e druk. Jelta Hardonk. Uitg. Klu- wer Schoolboeken - Culemborg (1974), 6,50. In het kort worden o.a. keukenin richting en voedingsleer behandeld. Het boekje past in een multo-ringband. Het nieuwe ABC van de voeding, 124 blz., Ie druk C. J. Schenk. Uitg. Nijgh en Van Ditmar - Den Haag/Rotterdam (1975), 14,25. De voedingsleer wordt wat uitge breider behandeld. De meest voorko mende diëten komen ook ter sprake (o.a. calorieënbeperkt, diabetes, natriumbe- perkt en eiwitbeperkt dieet). De huishouding en onze gezondheid, 286 blz., 6e druk. A. C. Tonsbeek en A. H. Barthel-van der Brugge. Uitg. Nijgh en Van Ditmar - Den Haag/Rotterdam (1976), 19,75. Naast voedingsleer en warenkennis van voedingsmiddelen ko- pjèn de huishoudelijke-vakken zoals was sen en woninginrichting'aan" bod. Ook aan gezondheidszorg wordt een apart hoofdstuk gewijd. Goede en gezonde voeding, 210 blz.3e druk. E. T. Bos en K. M. Hindriks. Uitg. Nijgh en Van Ditmar - Den Haag/Rotterdam (1976), 18,25. Gecombineerd voedingsleer-, keukenin richting- en levensmiddelenleerboek. Gezonde voeding, gezonde mensen, 138 blz., 8e druk. Prof. dr. C. den Hartog. Uitg. Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen (prisma nr. 985), 3,90. De voedingsleer wordt in grote lijnen uiteengezet. Leerboek voor ziekenverzorgenden. De voeding van gezonden en zieken, 152 blz., 4e druk. Onder redactie van drs. A. J. Bakker. N.V. Uitg. Maatschappij ,,De Tijdstroom", Lochem (1977), 11,50. Grondbeginselen van voedings- en dieet leer worden uiteengezet. Voedingsaspecten, 96 blz., 3e druk. E. J. Mulder-Koenen en zr. Wendelina Kerk hof. Uitg. Stam/Robijns, Culemborg (1977), 8,70. Het boekje bevat o.a. hoofdstukken over voedings- en dieet leer. Hoewel dit boek in eerste opzet geschreven was voor de opleiding tot inrichtingsassistenten, is het later uitge groeid tot een leerboek voor middelbare beroepsopleidingen. Bij de volgende boeken wordt al enige kennis van voedingsleer verondersteld. Als vooropleiding is HAVO of VWO gewenst. Voedingsleer, 95 blz., He druk. A. C. M. Rijk-Marquering en W. van der Lei. Uitg. Ten Brink. Meppel B.V. (1976), 9,75. De meest voorkomende diëten komen ook ter sprake (o.a. het calo rieënbeperkt, diabetes, natriumbeperkt en eiwitbeperkt dieet). Voedings- en dieetleer voor verpleeg kundigen, 135 blz., 6e druk. Onder redac tie van drs. K. Claij. Uitg. De Tijdstroom B.V., Lochem (1976). 19,-. Het is niet alleen een leerboek voor verpleegkundi gen, maar ook geschikt om verouderde kennis te vernieuwen of weggezonken kennis weer op te halen. De mens en zijn voeding, 364 blz., 2e druk. M. Bokhorst-Kruijkemeijer e.a. Uitg. Nijgh en Van Ditmar - Den Haag/ Rotterdam (1976), 38,75. De meest voorkomende diëten komen ook ter sprake (o.a. het calorieënbeperkt, diabe tes, natriumbeperkt en eiwitbeperkt dieet). De volgende twee boeken vereisen naast een goed inzicht in voedingsleer ook kennis van biochemie. Nieuwe voedingsleer, 405 blz., 7e druk. Prof. dr. C. den Hartog, Prof. dr. J. G. A. J. Hautvast en drs. A. P. den Hartog. Uitg. Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen (Aula nr. 616) (1978), 15,-. Veel aspecten van de voedingsleer komen aan bod. Het boek geeft de groei aan van de voedingswetenschap, met nadruk op de huidige moderne inzichten. Het is be stemd .voor o.a. artsen, medische stu denten en diëtisten. Deze 7e druk is in januari 1978 verkrijgbaar. De voeding van elke dag, 251 blz. Dr. J. F. de Wijn en W. A. van Staveren. De Erven Bohn B.V., Haarlem (1973), 32,50. De stof is gericht op de voeding voor de gezonde mens in alle leeftijds fasen. Dit is een uitgebreid voedings leerboek, bestemd voor o.a. artsen, me dische studenten en docenten bij het voorgezet onderwijs. In het nu volop aangebroken herfstgetijde zijn de verschillende soorten paddestoe len weer in hun volle pracht te zien. Zeker wanneer gedurende het weekeinde het zonnetje schijnt, is het in de bossen een drukte van belang van mensen die al het schoons komen aanschouwen. In de verschillende bezoekerscentra van Staatsbosbeheer kan men zich uitvoerig laten voorlichten over al hetgeen er in de natuur valt waar te nemen. Deze centra zijn een ware belevenis voor jong en oud, waar men op speelse wijze met een groot aantal verschijnselen vertrouwd wordt gemaakt. Het fotograferen van paddestoelen is een van de aardigste bezigheden waarmee we ons in het herfstbos kunnen verma ken. Trouwens, ze worden niet alleen in bossen, maar ook in plantsoenen en parken gevonden. Paddestoelen groeien over het algemeen op wat donkere of schaduwrijke plaatsen, omdat daar de grond wat vochtiger is dan in het open veld, waar de zon vrij kan doordringen,. Dit feit, geteld bij het gegeven dat de lichtomstandigheden in het najaar wel-» - eens somber kunnen zijn, kornt de foto graaf al snel voor lange belichtingstijden te staan. Hij kan natuurlijk uitwijken naar het gebruik van gevoeliger films. In dat verband kunnen de nieuwe Kodaco- lor 400 film voor kleurenfoto's, en de eveneens nieuwe Kodak Ektachrome 200 diafilm bijzonder nuttig zijn. Bij het zoeken naar paddestoelen moet men zeer voorzichtig te werk gaan. Men dient zoveel mogelijk op de paden en wegen te blijven, opdat men niets be schadigt of vertrapt, zoals het een na tuurvriend betaamt. Nog een paar opname tips: - Paddestoelen zijn klein en kunnen het beste van een zo laag mogelijk standpunt gefotografeerd worden. Hierdoor komt hun vorm het beste uit. - Flitslicht zal meestentijds harde scha duwen veroorzaken, daarom verdient het werken bij bestaand licht voorkeur. - Om een redelijke scherptediepte te krijgen, moet met een vrij kleine dia- fragmaöpéning gewerkt wordeh. Maar deze opening moet ook niet te klein gemaakt worden, omdat dan de achter grond misschien storend scherp wordt afgebeeld. Om bewegingsonscherpte te voorko men, is het verstandig vanaf een statief te werken. Voor het laag-bij-de-grond - sewerk zijn de zng. tafelstatiefjes het meest bruikbaar. Onze vaak centraal verwarmde huizen kunnen door hun constante temperatuur en ook wel bepaalde bouwtechnieken aan allerlei lastig ongedierte een fijne woonplaats bieden. Deze beestjes kunnen voedingsmiddelen aantasten en ziektekiemen verspreiden. Voor de bestrijding ervan zijn tegenwoordig allerlei bestrijdingsmid delen verkrijgbaar. Gebruik deze liever niet wanneer het niet strikt noodzakelijk is. Bovendien geeft het gebruik van bestrijdingsmiddelen alléén slechts een tijdelijk resultaat, als er geen maatregelen worden getroffen om ongedierte verder weg te houden. Probeer liever te voorkomen dat insekten en ander ongedierte zich in uw huls kunnen nestelen, door regelmatig huis en huisraad goed schoon te maken. In onderstaand overzicht staan enkele soorten ongedierte die u eventueel tegen kunt komen. Insekten in graanprodukten De klander is een bruinzwart kevertje dat in een graankorrel b.v. rijst of gort een gaatje boort en daarin een eitje legt. De larve die uit het eitje komt, holt de korrel van binnen uit en verpopt zich erin. De larven van de meelmot zijn lichtge kleurde kleine rupsen van 1 a 1% cm. Ze zijn ter herkennen aan een kleverige draad die ze spinnen, waarmee ze klontjes vormen van o.a. bloem, haver mout en griesmeel. De fijne draadjes zijn vooral zichtbaar aan de binnenkant van de verpakking of als een scherp voorwerp b.v. een mes, omhoog door het produkt wordt gehaald. MeeSmijten zijn spinachtige diertjes. Ofschoon ze met het blote oog bijna niet te zien zijn, kunt u hun aanwezigheid wel opmerken. Ze geven produkten waar ze in voorkomen een weezoete, honingach tige lucht. Bloem met mijt krijgt een wollig oppervlak. Strijkt u de bloem glad, dan wordt ze vlug weer oneffen. Voorkom dat insekten zich in graanpro dukten nestelen door aan de volgende regels te denken: bewaar deze produk ten koel en droog en niet te lang a jaar), In goed sluitende voorraaddozen. Controleer ze regelmatig op insekten: schud ze zo nu en dan om. Doe nooit verse produkten bij oude. Andere insekten Mieren zijn er in vele soorten en maten. In Nederland hebben wij het meeste last van de zwarte (tuin)mier en de farao- mier. Vooral de faraomieren zijn de laatste jaren nogal eens in het nieuws gekomen, omdat ze in grote aantallen voor kunnen komen en veel hinder kunnen geven. Het zijn kleine bruingele insekten, afkomstig uit de tropen en alleen te vinden in verwarmde gebouwen. Het zijn alles- eters, maar ze geven vaak de voorkeur aan vlees en vleeswaren. Tuinmieren treft u, zoals de naam al zegt, in de eerste plaats buiten aan. Ze kunnen echter binnen komen op zoek naar voedsel. Vooral door suikerhou dende voedingsmiddelen worden ze aan getrokken. U trekt mieren aan door etenswaren onafgedekt te laten staan. Ruim gemor ste voedingsmiddelen dus meteen op. Komen ze in grote aantallen uw huis in, sprenkel dan petroleum op de plaatsen waar ze binnenkomen, of vraag bij de drogist naar een insektenpoeder. Ook de orde van vliegen kent vele soorten. Bij ons komt de kamervlieg het meeste voor. Omdat vliegen vaak niet reageren op vele soorten bestrijdings middelen, is het ln de eerste plaats nodig te voorkomen dat ze binnenkomen. Wespen kunnen in principe als nuttige insekten worden beschouwd. 25e helpen o.a. bij de verdelging van vliegen, mug gen en rupsen. Als ze geen overlast bezorgen, is het beter ze ongemoeid te laten. Voorkom dat vliegen en wespen binnen komen door de volgende maatregelen te treffen: Laat geen etenswaren onafgedekt staan en zeker geen zoete dingen. Ruim gemorste voedingsmiddelen meteen op. Zorg ervoor dat huis- en tuinafval wordt opgeruimd. Dit zijn broedplaatsen voor vliegen. Breng horren aan voor de ramen. Bui tendeuren moeten bij voorkeur niet open blijven staan. Soms is het aanbrengen van klapdeuren of hordeuren aan te bevelen. Kakkerlakken hebben een voorkeur voor warme en vochtige plaatsen. Kakker lakken voeden zich met allerlei mate riaal. Hygiëne (afval verwijderen, rommel opruimen, op tijd schoonmaken) en het weghouden (kieren sluiten en ruimten rond bulzen afdichten e.d.) zijn van groot belang. Knaagdieren Ratten en muizen komen over de gehele wereld in grote aantallen voor. Ze kun nen een belangrijke rol spelen bij het overbrengen van ziekten op mens en dier en enorme schade toebrengen aan ge bouwen. gewassen op het land en voed selvoorraden. Vaak scheppen mensen ideale omstan digheden voor ratten en muizen: voed sel, nestelgelegenheid en dekking. Zijn deze omstandigheden er niet, dan ves tigen ze zich daar niet. Geef deze dieren geen kans: Laat geen afval en voedselresten slin geren, sluit vullisemmers en afvalem mers goed af en leeg ze op tijd. Als u vogels wilt voeren, doe dit dan op tijdstippen waarop de vogels het voedsel nog op kunnen eten en strooi niet te veel. Maak eventueel gebruik van vogelhuis jes. Ruim ln volières eventuele voedsel resten en afval vóór de avond op. Hang voederbakken op of zet ze op poten van 40 cm. Controleer uw kelder of voorraad kast regelmatig. Geef ratten en muizen geen nestelgele genheid of dekking. Ruim houtstapels van boomstammen, oude planken, tak kenbossen of stapels brandhout zo snel mogelijk op of verwerkt ze. Houd klimplanten minimaal 60 cm. ver wijderd van ramen en balcon, om te voorkomen dat muizen en ratten hier langs naar binnen kunnen klimmen. Maak muizenroosters op ventilatie openingen in buitenmuren. Wanneer u veel hinder van ongedierte ondervindt, kunt u zich het beste laten adviseren door deskundigen. Allereerst moet worden bekeken om welk ongedier te het gaat. Om dit vast te stellen kunt u in een aantal gemeenten een beroep doen op de gemeentelijke dienst, die onder meer belast is met de bestrijding van ratten en ander ongedierte. Lukt dit niet, dan kunt u een monster onbeschadigde insekten in een stevig doosje opsturen naar de Afdeling Bestrijding van Onge dierte van de Hoofdinspectie voor de Hygiëne van het Milieu, Postbus 350 te Wageningen. U ontvangt dan advies over de te nemen weringsmaatregelen en hoe u zonodig de verdelging kunt (laten) uitvoeren. Doe vooral geen dingen waar u later spijt van zou kunnen kriigen Kom tijdig bij ons aan de zaakenlaatu vrijblijvend voorlichten op het gebied van verlovings- huwelijks- en dankbetuigingskaarten en geboortekaarten Kortom; laat ons u de even smaakvolle als uitgebreide KennemerKaarten Kollektie voorleggen! Als u daar uw persoonlijke keuze uit heeft gemaakt, dan kan er werkelijk niets meer misgaan' Tot ziens bij: Uit de resultaten van onderzoeken in verscheidene delen van de wereld wordt de conclusie getrokken, dat bij de resistentie tegen cariës ook stoffen een rol spelen, die door het kauwen in het tandglazuur terechtkomen. Deze niet nader omschreven stoffen worden gevonden in niet-veredelde koolhydraten evenals in andere natuurlijke voedingsmiddelen. Indien zij door grondig kauwen met het tandopper- vlak in kontakt komen, dan verminderen zij de oplosbaarheid van het glazuur en worden cariogene aantastingen teruggedrongen. Vaste en vezelige voedingsmidde len bevorderen zo het natuurlijke beschermingsmechanisme tegen cariës. Een recente studie in Noorwegen (door Birkeland en Jörkjend) bracht aan het licht, dat het kauwen van hele, onge schilde appels voedselresten van tanden verwijdert, maar niet de plak. Uit een onderzoek bleek, dat gist die kunstmatig in de mond was aangebracht, verdween als kinderen op stukken harde appel kauwden, maar hetzelfde resultaat werd bereikt door een halfuur lang op sinaas appels of paraffinewas te kauwen, en een ,,candy-bar" had in slechts iets mindere mate hetzelfde effekt. Wat scheelt er aan de cariëspreventie? In een hoofdartikel gaat de auteur in op die stemmen, die zich tegen drinkwater- fluoridering uitspreken. Iedere weten schappelijk gevormde en wetenschappe lijk denkende arts weet, dat de steeds weer uitgeroepen waarschuwingen en beschuldigingen op bijgeloof berusten. Als beslissend argument voor drinkwa- terfluoridering wordt een kostenverge- lijking aangehaald tussen fluoridetoe voeging (0,50 D-Mark per hoofd per jaar) en tandheelkundige behandeling (in 1975 in Duitsland ongeveer 6 miljard D-Mark). Bij de preventie door middel van tablet ten tekent de schrijver aan, dat deze de fluoridering van het drinkwater niet kan vervangen (drinkwaterfluoridering geeft de breedst mogelijke en meest gelijkmatige verspreiding). Vaccinatie tegen cariës De hoop groeit, dat wetenschappers een vaccin zullen kunnen maken dat cariës voorkomt. Gedurende de afgelopen ze ven jaar zijn onderzoekers van het Royal College of Surgeons bezig geweest met klinische proeven met apen. De eerste pogingen om een vaccin te maken tegen cariës bij apen waren zeer bemoedigend. De dieren bij het eerste experiment bleken zeven jaar na de start van het experiment immuun te zijn voor cariës. Met een groep dieren uit een volgend experiment, die immuun werden ge- Amsterdam, 26 oktober, 1977 Raymond Salvini, de sterkapper uit Hollywood, die na zijn huwelijk is neergestreken temidden van de Amsterdamse trendsetters, heeft nauwelijks een goed woord over voor de manier, waarop de gemiddelde Nederlandse vróuw met haar kapsel omspringt. Als hoofdschuldige wijst hij daarbij zijn collega's aan. „De Nederlandse vrouw gaat weinig naar de kapper. 25e werkt het haar liever thuis bij met een föhn of met een krultang. Als je om je heen kijkt houden weinig kappers daar rekening mee. 25e schijnen een voorliefde te hebben voor kapsels die erg ingewikkeld en extravagant zijn. In ieder geval maken ze geen kapsels die voor doe-het-zelf stars redelijk in tact te houden zijn. Vandaar al die ramphoofden". Salvini, die tot voor kort regelmatig schoonheden als Elizabeth Taylor, Raquel Welch en Soraya van een nieuwe coupe voorzag, wil de Nederlandse vrouw de helpende hand toereiken. Hij ontwikkelde speciale coupes, die met name door een beetje handige doe-het- zelfsters een paar maanden lang uitste kend in model gehouden kunnen worden. Salvini bekeek eerst de apparaten die vandaag de dag door de consument zelf worden gebruikt en koos daaruit het apparaat dat steeds meer in zwang komt: de stoomkrultang. Hij liet uitein delijk zijn oog vallen op de stoomkrul tang met regelbare temperatuur. De enige firma die zijn krultang van een dergelijk snufje voorziet is de firma Braun. Salvini: „Je moet voorzichtig zijn met warmte op het l)aar. Dik haar verdraagt een hogere temperatuur dan dun haar. Zo'n krultang wordt in een gezin vaak door moeder en dochters gebruikt. Met zo'n regelbare tempera tuur kunnen ze allemaal rekening hou den met hun eigen haartype". Donker en stevig haar in gradaties laten knippen, dus licht opgeknipt- Het haar krijgt daardoor meer volume. Met de stoomkrultang van achteren naar voren werken. haar licht is opgeknipt. Daardoor heeft het extra volume gekregen. Aan de achterkant heb ik het vrij lang gelaten. Het blonde haar, dat dunner is, heb ik aan de achterkant eveneens vrij lang gelaten. Ik heb het bot geknipt, waar door het voller valt. Om al direct een wat speels effect aan het haar te geven, wordt het kapsel op de natuurlijke ma nier gedroogd, dus zonder föhn en bor stel. Gewoon met de handen droogwoe- len, dan komt er al wat beweging in. Met de stoomkrultang worden daarna van achteren naar voren de definitieve krul len in de kapsels aangebracht. Voor het opgeknipte haar een weelderige bos met krullen, voor het dunnere haar alleen krullen aan de onderkant. Die krullen kunnen, al naar men wenst, naar binnen of naar buiten vallen". Een slotadvies van Salvini aan de Neder landse vrouw „Vraag aan je kapper om een coupe in je haar te knippen, die je thuis gemakkelijk zelf ln model kunt houden. Laat je niet ompraten tot iets extravagants. Neder landse vrouwen zijn toch zo praktisch? Laat ze dan ook praktisch blijven die ene keer dat ze naar de kapper gaan". Een slotadvies van Salvini aan zijn collega's: „De Nederlandse vrouw gaat minder naar de kapper dan bijvoorbeeld in Italië het geval is. Accepteer dat. Een tevre den klant is een vrouw, die na een maand merkt dat ze jou kapsel nog steeds zelf in model kan houden. Als je haar op die manier tevreden maakt, komt ze vast en zeker bij je terug". Bond dun haar bot laten knippen, waar door het voller valt. Van voren kort en van achter langer. Vooral bij dun haar letten op de temperatuur van de krul tang. Modellen Salvini heeft voor de doe-het-zelfster niet alleen op de technische kant gelet. Bij de ontwikkeling van zijn kapsels heeft hij ook de mode-trend in de gaten gehouden. En die trend gaat op dit moment duide lijk in de richting van halflang haar met krullen. Belangrijk is op de eerste plaats dat het haar goed in model geknipt wordt. Sal vini: „Het donkere kapsel heb ik in gradaties geknipt, dat wil zeggen dat het maakt met een verbeterd vaccin, werd al na het vierde jaar een volledige bescherming tegen cariës bereikt. De voordelen van drinkwaterfluoride ring Uit een studie die betrekking had op 527 vijfjarigè kinderen in York bleek, dat 11,6% cariës had in tenminste ëén kies. In Hartlepool was de verspreiding van cariës onder 500 vijfjarigen 4,6%. Het gemiddelde DMF percentage in York van kinderen met heersende cariës was 9,85. Bij de overige kinderen was het DMF percentage 3,34. In tegenstelling hiermee bedroeg het gemiddelde percentage in Hartlepool met heersende cariës 4,78 en bij de overige kinderen 1,33. Hieruit wordt geconcludeerd, dat fluori de in het drinkwater van Hartlepool het voorkomen van overheersend cariës met 60% reduceert. Lezen, schrijven en plak bestrijden In Bristol lezen de kinderen van twee basisscholen als onderdeel van het leer plan hoe ze hun tanden moeten verzor gen. Het Health and Education Fund sponsort dit „tandbewakingsproject". De kinderen hebben speciale tandenbor stels. die „plakbestrijders" worden ge noemd. Deze zijn voorzien van een in het handvat ingebouwd klosje tandzijde. De onderwijzers maken gebruik van films over tandverzorging, posters en model len en ze zien iedere morgen toe op het tandenpoetsen. Alle aspecten van een goede tandverzorging maken deel uit van het dagelijkse leerprogramma. Veiligheidsgrens van fluoride Er bestaat weinig gevaar dat mensen die fluoridetabletten innemen zichzelf scha de zullen berokkenen. Voor een kind van 1 jaar is de schadelijke hoeveelheid 77 tabletten, voor een volwassene is die dosis 1000 tabletten. Het zou normaal gesproken al moeilijk zijn om zulke grote hoeveelheden in één keer in te nemen en zelfs als een kind erin zou slagen jaren achtereen 20 tabletten per dag te eten, dan zou het nog vele jaren duren voordat veranderingen in het ske let wegens chronische fluoridevergifti ging zichtbaar werden. Snoeprantsoenering en tandheelkunde De heer D. Jackson van de Leeds University Dental School and Hospital bestrijdt de algemeen gehoorde opvat ting, dat de tanden van de Britse kinde ren slechter zijn geworden sinds de beëindiging van de suiker- en snoeprant soenering, in de Tweede Wereldoorlog. Puttende uit gepubliceerde en onge publiceerde gegevens zegt Jackson: „Bij 5-jarige kinderen bij wie de tanden door kwamen tijdens de strenge suikerrant soenering werd gevonden, dat ze in de zelfde mate door cariës waren aangetast als de tanden van kinderen die doorkwamen tijdens de periode van onbeperkte sui ker- en snoepconsumptie." Er lijkt zich na 1958 een toename in tandziekten te hebben voorgedaan bij 12-jarigen, Jackson meent dat deze toe name geen cariëstoename is, maar ge deeltelijk mag worden geweten aan pre ventieve vullingen,(preventieve vullin gen: vullingen die gelegd worden, zon der dat cariës zichtbaar aanwezig isom te voorkomen dat - als cariës eenmaal toeslaat - er veel grotere schade aange richt wordt en dus een yeel grotere diepere vulling gemaakt moet worden). („Cariës Experiertce in Ehglisch Chil- dren and Young Adults 1947-1972" door D. Jackson, British Dental Journal, sep tember 1974.). HUISKREKEL - Wij hebben last van een huiskrekel. Hoe komen we van dat ge- sjirp af? Antwoord: Een krekel die toevallig in uw huis terecht is gekomen, is en blijft onschadelijk, dus u behoeft niet naar een spuitbus of ander insektenverdelgings- middel te grijpen. Het moeilijke punt is, dat deze dieren zich schuilhouden als u op zoek gaat. Als u weet in welk vertrek het diertje zit, zet er dan 's avonds één plant neer. Ze hebben groen nodig, dus daar komt een krekel op af. Bij donker in de nacht neemt u een keer die plant op en zet die buiten, met de krekel erin. Bij daglicht kunt u uw plantje weer bin nenhalen. EI-PIJN - Kan een ei pijn voelen? Antwoord: Neen, want zelfs het embryo in een bevrucht ei (dat wil zeggen een broedei) heeft een zo geringe ontwik keling, dat men er met de meeste fan tasie nog geen gevoelsleven aan kan toe schrijven. Een eetei kan helemaal geen emoties ondergaan, omdat het een niet bevrucht ei is en daardoor geen leven bevat. NATUUR EN TECHNIEK - Wat is het adres van het maandblad Natuur en Techniek? Antwoord: Centrale Uitgeverij en Ad viesbureau, Op de Thermen, postbus 415, Maastricht. Waar kunnen actiegroepen, bejaardenorganisaties, vakbonden, wijkcomité's e.d. terecht als zij de wetenschap willen inschakelen om hun problemen te laten uitzoeken? Vrijwel nergens, vinden de Bond van Wetenschappelijke Arbeiders (BWA) en het Verbond van Wetenschappelijke Onderzoekers (VWO). Op een congres dat onlangs door de BWA georganiseerd werd, gaf ook demissionair minister Trip (Wetenschapsbeleid) toe dat „sommigen aanzienlijk gemakkelijker toegang tot wetenschappelijk onderzoek hebben dan anderen." Op het congres werd de oprichting van Instituten voor Maatschappelijk Gericht Onderzoek (IMGO's) besproken. Groeperingen zonder geld of macht zouden vooral ook van deze IMGO's moeten profiteren. BWA en VWO gaat dergelijk onderzoek Minister Trip herinnerde daarbij aan vraagstukken als de afsluiting van de Oosterschelde en mogelijke alternatie ven voor kernenergie. Het Centrum Mi lieubeheer Zuid-Holland denkt als toe komstige klant aan het onderzoeken van vergiften op vuilstortplaatsen met mo gelijke risico's voor de omgeving. Ook een blad als Konsumenten Kontakt heeft een lijst met onderzoeksvoorstellen klaar liggen. De naam IMGO doet vermoeden dat bestaande wetenschappelijke instel- wel vaak over de hoofden van de direct betrokkenen heen. Daarom zullen bij de IMGo's vooral de vragen van de „klant" moeten bepalen wat de IMGo's gaan doen. IMGO-medewerkers zullen daar bij helpen om gewone, alledaagse pro blemen zo te vertalen, dat de weten schap een bijdrage kan leveren tot een goede en snelle oplossing ervan. In deze zin bestaan er in universiteits- en hoge schoolsteden al enkele „wetenschaps winkels'' lingen geen maatschappelijk gericht Naar aanleiding van kritische geluiden onderzoek zouden doen. Dit willen VWO zijn de voorstanders van de IMGO's van en BWA niet suggereren: veel onder- mening dat de IMGO's niet zelf onder zoek. bijv. in de geneeskunde, is natuur. zoek dienen te verrichten, maar slechts lijk maatschappelijk gericht. Volgens als bemiddelaar zouden moeten optre- den tussen „klanf'-groeperingen en be staande onderzoeksinstellingen (TNO- lnstltuten, universiteiten). Verder zou den de IMGO's vooral diensten moeten verlenen aan mensen, die zich op een of andere wijze in groepen georganiseerd hebben. Vertegenwoordigers van vakbonden steunen een dergelijk initiatief van harte Zij vinden dat onderzoekers vaak niet echt betrokken zijn bij maatschappelijke problemen die ze bestuderen. Zij hopen dat met de oprichting van IMGO's (ofwel wetenschapswinkels) het animo van de onderzoeker en student ook zal voort duren als „het proefschrift klaar of het examen behaald is". Voor het onderzoek ten bate van de „gewone klant" hopen de oprichters van IMGO's op een jaarlijkse subsidie van l miljoen. Een bedrag dat wegvalt tegen de 5,4 miljard die in Nederland jaar lijks aan wetenschappelijk onderzoek wordt besteed. De Universiteit van Amsterdam heeft al blijk van (financieel) begrip gegeven: op haar begroting reserveerde zij al 50.000,- plus de werktijd van twee medewerkers voor een dergelijke we tenschapswinkel.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1977 | | pagina 25