Wat weet u al van
voedingsleer?
Houdt ongedierte buiten uw deur
Kapsels voor de
Nederlandse
doe-het-zelfster
Met raad
en daad
Naast rechtswinkels nu ook
wetenschapswinkels
Paddestoelen fotograferen
Cariës minder bij ruw voedsel?
Wat iedereen moet weten over verlovingen,
huwelijken geboorte.
Drukkerij Smit
Van Weedestraat 29 Telefoon 14152
Raymond Sa/vini:
Toegang tot de wetenschap slecht verdeeld
Soester Courant van donderdag 1 december 1077
Als u kranten en tijdschriften opslaat of
de reclame op de televisie ziet, wemelt
het van begrippen zoals verzadigde en
onverzadigde vetzuren, ruwe vezel, vita
mines, mineralen
Weet u wat dat allemaal betekent of zegt
het u niets? Het is belangrijk dat u weet
wat u eet en waarom het goed is
bepaalde voedingsmiddelen te gebrui
ken. Inzicht in voedingsleer kan u daar
bij een handje helpen. Om kennis over
dit onderwerp op te doen of om hem weer
wat op te frissen, volgen hier de titels
van een aantal voedingsleerboeken. De
meeste behandelen o.a. de volgende
onderwerpen: doel van onze voeding,
voedingsstoffen (zoals eiwitten, vetten,
koolhydraten, vitamines, mineralen),
voedingsmiddelen, schijf van vijf, hy
giëne. voeding tijdens de verschillende
leeftijdsfasen (b.v. voeding voor kleu
ters), bijzondere voedingssystemen
(b.v. vegetarisme).
Veel van deze boeken worden ook op
scholen en opleidingen gebruikt. Heeft
de boekhandel een boek niet in voorraad,
dan kunt u dit altijd laten bestellen. De
vermelde prijzen zijn van oktober 1977.
De met een aangeduide boeken kunt u
in de bibliotheek van het Voorlichtings
bureau voor de Voeding inzien. U kunt
hier terecht van maandag t/m vrijdag
van 9.00-17.00 uur.
Titels van boeken die alleen over bij
zondere voedingssystemen óf dieetleer
gaan, zijn in dit bericht niet opgenomen.
Boeken om mee te beginnen als u nog
weinig of niets van voedingsleer weet en
als schoolopleiding LBO of MAVO heeft
gehad.
Zorg voor de keuken en de voeding, 56
blz., 2e druk. Jelta Hardonk. Uitg. Klu-
wer Schoolboeken - Culemborg (1974),
6,50. In het kort worden o.a. keukenin
richting en voedingsleer behandeld. Het
boekje past in een multo-ringband.
Het nieuwe ABC van de voeding, 124 blz.,
Ie druk C. J. Schenk. Uitg. Nijgh en Van
Ditmar - Den Haag/Rotterdam (1975),
14,25. De voedingsleer wordt wat uitge
breider behandeld. De meest voorko
mende diëten komen ook ter sprake (o.a.
calorieënbeperkt, diabetes, natriumbe-
perkt en eiwitbeperkt dieet).
De huishouding en onze gezondheid, 286
blz., 6e druk. A. C. Tonsbeek en A. H.
Barthel-van der Brugge. Uitg. Nijgh en
Van Ditmar - Den Haag/Rotterdam
(1976), 19,75. Naast voedingsleer en
warenkennis van voedingsmiddelen ko-
pjèn de huishoudelijke-vakken zoals was
sen en woninginrichting'aan" bod. Ook
aan gezondheidszorg wordt een apart
hoofdstuk gewijd. Goede en gezonde
voeding, 210 blz.3e druk. E. T. Bos en K.
M. Hindriks. Uitg. Nijgh en Van Ditmar -
Den Haag/Rotterdam (1976), 18,25.
Gecombineerd voedingsleer-, keukenin
richting- en levensmiddelenleerboek.
Gezonde voeding, gezonde mensen, 138
blz., 8e druk. Prof. dr. C. den Hartog.
Uitg. Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen
(prisma nr. 985), 3,90. De voedingsleer
wordt in grote lijnen uiteengezet.
Leerboek voor ziekenverzorgenden. De
voeding van gezonden en zieken, 152 blz.,
4e druk. Onder redactie van drs. A. J.
Bakker. N.V. Uitg. Maatschappij ,,De
Tijdstroom", Lochem (1977), 11,50.
Grondbeginselen van voedings- en dieet
leer worden uiteengezet.
Voedingsaspecten, 96 blz., 3e druk. E. J.
Mulder-Koenen en zr. Wendelina Kerk
hof. Uitg. Stam/Robijns, Culemborg
(1977), 8,70. Het boekje bevat o.a.
hoofdstukken over voedings- en dieet
leer. Hoewel dit boek in eerste opzet
geschreven was voor de opleiding tot
inrichtingsassistenten, is het later uitge
groeid tot een leerboek voor middelbare
beroepsopleidingen.
Bij de volgende boeken wordt al enige
kennis van voedingsleer verondersteld.
Als vooropleiding is HAVO of VWO
gewenst.
Voedingsleer, 95 blz., He druk. A. C. M.
Rijk-Marquering en W. van der Lei.
Uitg. Ten Brink. Meppel B.V. (1976),
9,75. De meest voorkomende diëten
komen ook ter sprake (o.a. het calo
rieënbeperkt, diabetes, natriumbeperkt
en eiwitbeperkt dieet).
Voedings- en dieetleer voor verpleeg
kundigen, 135 blz., 6e druk. Onder redac
tie van drs. K. Claij. Uitg. De Tijdstroom
B.V., Lochem (1976). 19,-. Het is niet
alleen een leerboek voor verpleegkundi
gen, maar ook geschikt om verouderde
kennis te vernieuwen of weggezonken
kennis weer op te halen.
De mens en zijn voeding, 364 blz., 2e
druk. M. Bokhorst-Kruijkemeijer e.a.
Uitg. Nijgh en Van Ditmar - Den Haag/
Rotterdam (1976), 38,75. De meest
voorkomende diëten komen ook ter
sprake (o.a. het calorieënbeperkt, diabe
tes, natriumbeperkt en eiwitbeperkt
dieet).
De volgende twee boeken vereisen naast
een goed inzicht in voedingsleer ook
kennis van biochemie.
Nieuwe voedingsleer, 405 blz., 7e druk.
Prof. dr. C. den Hartog, Prof. dr. J. G. A.
J. Hautvast en drs. A. P. den Hartog.
Uitg. Het Spectrum, Utrecht/Antwerpen
(Aula nr. 616) (1978), 15,-. Veel
aspecten van de voedingsleer komen aan
bod. Het boek geeft de groei aan van de
voedingswetenschap, met nadruk op de
huidige moderne inzichten. Het is be
stemd .voor o.a. artsen, medische stu
denten en diëtisten. Deze 7e druk is in
januari 1978 verkrijgbaar.
De voeding van elke dag, 251 blz. Dr. J.
F. de Wijn en W. A. van Staveren. De
Erven Bohn B.V., Haarlem (1973),
32,50. De stof is gericht op de voeding
voor de gezonde mens in alle leeftijds
fasen. Dit is een uitgebreid voedings
leerboek, bestemd voor o.a. artsen, me
dische studenten en docenten bij het
voorgezet onderwijs.
In het nu volop aangebroken herfstgetijde zijn de verschillende soorten paddestoe
len weer in hun volle pracht te zien. Zeker wanneer gedurende het weekeinde het
zonnetje schijnt, is het in de bossen een drukte van belang van mensen die al het
schoons komen aanschouwen.
In de verschillende bezoekerscentra van Staatsbosbeheer kan men zich uitvoerig
laten voorlichten over al hetgeen er in de natuur valt waar te nemen.
Deze centra zijn een ware belevenis voor
jong en oud, waar men op speelse wijze
met een groot aantal verschijnselen
vertrouwd wordt gemaakt.
Het fotograferen van paddestoelen is een
van de aardigste bezigheden waarmee
we ons in het herfstbos kunnen verma
ken. Trouwens, ze worden niet alleen in
bossen, maar ook in plantsoenen en
parken gevonden. Paddestoelen groeien
over het algemeen op wat donkere of
schaduwrijke plaatsen, omdat daar de
grond wat vochtiger is dan in het open
veld, waar de zon vrij kan doordringen,.
Dit feit, geteld bij het gegeven dat de
lichtomstandigheden in het najaar wel-» -
eens somber kunnen zijn, kornt de foto
graaf al snel voor lange belichtingstijden
te staan. Hij kan natuurlijk uitwijken
naar het gebruik van gevoeliger films. In
dat verband kunnen de nieuwe Kodaco-
lor 400 film voor kleurenfoto's, en de
eveneens nieuwe Kodak Ektachrome 200
diafilm bijzonder nuttig zijn.
Bij het zoeken naar paddestoelen moet
men zeer voorzichtig te werk gaan. Men
dient zoveel mogelijk op de paden en
wegen te blijven, opdat men niets be
schadigt of vertrapt, zoals het een na
tuurvriend betaamt.
Nog een paar opname tips:
- Paddestoelen zijn klein en kunnen het
beste van een zo laag mogelijk standpunt
gefotografeerd worden. Hierdoor komt
hun vorm het beste uit.
- Flitslicht zal meestentijds harde scha
duwen veroorzaken, daarom verdient
het werken bij bestaand licht voorkeur.
- Om een redelijke scherptediepte te
krijgen, moet met een vrij kleine dia-
fragmaöpéning gewerkt wordeh. Maar
deze opening moet ook niet te klein
gemaakt worden, omdat dan de achter
grond misschien storend scherp wordt
afgebeeld.
Om bewegingsonscherpte te voorko
men, is het verstandig vanaf een statief
te werken. Voor het laag-bij-de-grond -
sewerk zijn de zng. tafelstatiefjes het
meest bruikbaar.
Onze vaak centraal verwarmde huizen kunnen door hun constante temperatuur en
ook wel bepaalde bouwtechnieken aan allerlei lastig ongedierte een fijne woonplaats
bieden. Deze beestjes kunnen voedingsmiddelen aantasten en ziektekiemen
verspreiden. Voor de bestrijding ervan zijn tegenwoordig allerlei bestrijdingsmid
delen verkrijgbaar. Gebruik deze liever niet wanneer het niet strikt noodzakelijk is.
Bovendien geeft het gebruik van bestrijdingsmiddelen alléén slechts een tijdelijk
resultaat, als er geen maatregelen worden getroffen om ongedierte verder weg te
houden.
Probeer liever te voorkomen dat insekten en ander ongedierte zich in uw huls
kunnen nestelen, door regelmatig huis en huisraad goed schoon te maken. In
onderstaand overzicht staan enkele soorten ongedierte die u eventueel tegen kunt
komen.
Insekten in graanprodukten
De klander is een bruinzwart kevertje
dat in een graankorrel b.v. rijst of gort
een gaatje boort en daarin een eitje legt.
De larve die uit het eitje komt, holt de
korrel van binnen uit en verpopt zich
erin.
De larven van de meelmot zijn lichtge
kleurde kleine rupsen van 1 a 1% cm. Ze
zijn ter herkennen aan een kleverige
draad die ze spinnen, waarmee ze
klontjes vormen van o.a. bloem, haver
mout en griesmeel. De fijne draadjes
zijn vooral zichtbaar aan de binnenkant
van de verpakking of als een scherp
voorwerp b.v. een mes, omhoog door het
produkt wordt gehaald.
MeeSmijten zijn spinachtige diertjes.
Ofschoon ze met het blote oog bijna niet
te zien zijn, kunt u hun aanwezigheid wel
opmerken. Ze geven produkten waar ze
in voorkomen een weezoete, honingach
tige lucht. Bloem met mijt krijgt een
wollig oppervlak. Strijkt u de bloem
glad, dan wordt ze vlug weer oneffen.
Voorkom dat insekten zich in graanpro
dukten nestelen door aan de volgende
regels te denken: bewaar deze produk
ten koel en droog en niet te lang a
jaar), In goed sluitende voorraaddozen.
Controleer ze regelmatig op insekten:
schud ze zo nu en dan om.
Doe nooit verse produkten bij oude.
Andere insekten
Mieren zijn er in vele soorten en maten.
In Nederland hebben wij het meeste last
van de zwarte (tuin)mier en de farao-
mier.
Vooral de faraomieren zijn de laatste
jaren nogal eens in het nieuws gekomen,
omdat ze in grote aantallen voor kunnen
komen en veel hinder kunnen geven. Het
zijn kleine bruingele insekten, afkomstig
uit de tropen en alleen te vinden in
verwarmde gebouwen. Het zijn alles-
eters, maar ze geven vaak de voorkeur
aan vlees en vleeswaren.
Tuinmieren treft u, zoals de naam al
zegt, in de eerste plaats buiten aan. Ze
kunnen echter binnen komen op zoek
naar voedsel. Vooral door suikerhou
dende voedingsmiddelen worden ze aan
getrokken.
U trekt mieren aan door etenswaren
onafgedekt te laten staan. Ruim gemor
ste voedingsmiddelen dus meteen op.
Komen ze in grote aantallen uw huis in,
sprenkel dan petroleum op de plaatsen
waar ze binnenkomen, of vraag bij de
drogist naar een insektenpoeder.
Ook de orde van vliegen kent vele
soorten. Bij ons komt de kamervlieg het
meeste voor. Omdat vliegen vaak niet
reageren op vele soorten bestrijdings
middelen, is het ln de eerste plaats nodig
te voorkomen dat ze binnenkomen.
Wespen kunnen in principe als nuttige
insekten worden beschouwd. 25e helpen
o.a. bij de verdelging van vliegen, mug
gen en rupsen. Als ze geen overlast
bezorgen, is het beter ze ongemoeid te
laten.
Voorkom dat vliegen en wespen binnen
komen door de volgende maatregelen te
treffen:
Laat geen etenswaren onafgedekt staan
en zeker geen zoete dingen.
Ruim gemorste voedingsmiddelen
meteen op.
Zorg ervoor dat huis- en tuinafval wordt
opgeruimd. Dit zijn broedplaatsen voor
vliegen.
Breng horren aan voor de ramen. Bui
tendeuren moeten bij voorkeur niet open
blijven staan.
Soms is het aanbrengen van klapdeuren
of hordeuren aan te bevelen.
Kakkerlakken hebben een voorkeur voor
warme en vochtige plaatsen. Kakker
lakken voeden zich met allerlei mate
riaal.
Hygiëne (afval verwijderen, rommel
opruimen, op tijd schoonmaken) en het
weghouden (kieren sluiten en ruimten
rond bulzen afdichten e.d.) zijn van
groot belang.
Knaagdieren
Ratten en muizen komen over de gehele
wereld in grote aantallen voor. Ze kun
nen een belangrijke rol spelen bij het
overbrengen van ziekten op mens en dier
en enorme schade toebrengen aan ge
bouwen. gewassen op het land en voed
selvoorraden.
Vaak scheppen mensen ideale omstan
digheden voor ratten en muizen: voed
sel, nestelgelegenheid en dekking. Zijn
deze omstandigheden er niet, dan ves
tigen ze zich daar niet.
Geef deze dieren geen kans:
Laat geen afval en voedselresten slin
geren, sluit vullisemmers en afvalem
mers goed af en leeg ze op tijd.
Als u vogels wilt voeren, doe dit dan op
tijdstippen waarop de vogels het voedsel
nog op kunnen eten en strooi niet te veel.
Maak eventueel gebruik van vogelhuis
jes. Ruim ln volières eventuele voedsel
resten en afval vóór de avond op. Hang
voederbakken op of zet ze op poten van
40 cm.
Controleer uw kelder of voorraad kast
regelmatig.
Geef ratten en muizen geen nestelgele
genheid of dekking. Ruim houtstapels
van boomstammen, oude planken, tak
kenbossen of stapels brandhout zo snel
mogelijk op of verwerkt ze.
Houd klimplanten minimaal 60 cm. ver
wijderd van ramen en balcon, om te
voorkomen dat muizen en ratten hier
langs naar binnen kunnen klimmen.
Maak muizenroosters op ventilatie
openingen in buitenmuren.
Wanneer u veel hinder van ongedierte
ondervindt, kunt u zich het beste laten
adviseren door deskundigen. Allereerst
moet worden bekeken om welk ongedier
te het gaat. Om dit vast te stellen kunt u
in een aantal gemeenten een beroep doen
op de gemeentelijke dienst, die onder
meer belast is met de bestrijding van
ratten en ander ongedierte. Lukt dit niet,
dan kunt u een monster onbeschadigde
insekten in een stevig doosje opsturen
naar de Afdeling Bestrijding van Onge
dierte van de Hoofdinspectie voor de
Hygiëne van het Milieu, Postbus 350 te
Wageningen. U ontvangt dan advies over
de te nemen weringsmaatregelen en hoe
u zonodig de verdelging kunt (laten)
uitvoeren.
Doe vooral geen dingen waar u later spijt van zou kunnen
kriigen Kom tijdig bij ons aan de zaakenlaatu
vrijblijvend voorlichten op het gebied van verlovings-
huwelijks- en dankbetuigingskaarten en
geboortekaarten Kortom; laat ons u de even smaakvolle
als uitgebreide KennemerKaarten Kollektie
voorleggen!
Als u daar uw persoonlijke keuze uit heeft gemaakt,
dan kan er werkelijk niets meer misgaan' Tot ziens bij:
Uit de resultaten van onderzoeken in verscheidene delen van de wereld wordt de
conclusie getrokken, dat bij de resistentie tegen cariës ook stoffen een rol spelen, die
door het kauwen in het tandglazuur terechtkomen. Deze niet nader omschreven
stoffen worden gevonden in niet-veredelde koolhydraten evenals in andere
natuurlijke voedingsmiddelen. Indien zij door grondig kauwen met het tandopper-
vlak in kontakt komen, dan verminderen zij de oplosbaarheid van het glazuur en
worden cariogene aantastingen teruggedrongen. Vaste en vezelige voedingsmidde
len bevorderen zo het natuurlijke beschermingsmechanisme tegen cariës.
Een recente studie in Noorwegen (door
Birkeland en Jörkjend) bracht aan het
licht, dat het kauwen van hele, onge
schilde appels voedselresten van tanden
verwijdert, maar niet de plak. Uit een
onderzoek bleek, dat gist die kunstmatig
in de mond was aangebracht, verdween
als kinderen op stukken harde appel
kauwden, maar hetzelfde resultaat werd
bereikt door een halfuur lang op sinaas
appels of paraffinewas te kauwen, en een
,,candy-bar" had in slechts iets mindere
mate hetzelfde effekt.
Wat scheelt er aan de cariëspreventie?
In een hoofdartikel gaat de auteur in op
die stemmen, die zich tegen drinkwater-
fluoridering uitspreken. Iedere weten
schappelijk gevormde en wetenschappe
lijk denkende arts weet, dat de steeds
weer uitgeroepen waarschuwingen en
beschuldigingen op bijgeloof berusten.
Als beslissend argument voor drinkwa-
terfluoridering wordt een kostenverge-
lijking aangehaald tussen fluoridetoe
voeging (0,50 D-Mark per hoofd per
jaar) en tandheelkundige behandeling
(in 1975 in Duitsland ongeveer 6 miljard
D-Mark).
Bij de preventie door middel van tablet
ten tekent de schrijver aan, dat deze de
fluoridering van het drinkwater niet kan
vervangen (drinkwaterfluoridering
geeft de breedst mogelijke en meest
gelijkmatige verspreiding).
Vaccinatie tegen cariës
De hoop groeit, dat wetenschappers een
vaccin zullen kunnen maken dat cariës
voorkomt. Gedurende de afgelopen ze
ven jaar zijn onderzoekers van het Royal
College of Surgeons bezig geweest met
klinische proeven met apen. De eerste
pogingen om een vaccin te maken tegen
cariës bij apen waren zeer bemoedigend.
De dieren bij het eerste experiment
bleken zeven jaar na de start van het
experiment immuun te zijn voor cariës.
Met een groep dieren uit een volgend
experiment, die immuun werden ge-
Amsterdam, 26 oktober, 1977 Raymond Salvini, de sterkapper uit Hollywood, die na
zijn huwelijk is neergestreken temidden van de Amsterdamse trendsetters, heeft
nauwelijks een goed woord over voor de manier, waarop de gemiddelde
Nederlandse vróuw met haar kapsel omspringt. Als hoofdschuldige wijst hij daarbij
zijn collega's aan. „De Nederlandse vrouw gaat weinig naar de kapper. 25e werkt het
haar liever thuis bij met een föhn of met een krultang. Als je om je heen kijkt houden
weinig kappers daar rekening mee. 25e schijnen een voorliefde te hebben voor
kapsels die erg ingewikkeld en extravagant zijn. In ieder geval maken ze geen
kapsels die voor doe-het-zelf stars redelijk in tact te houden zijn. Vandaar al die
ramphoofden".
Salvini, die tot voor kort regelmatig
schoonheden als Elizabeth Taylor,
Raquel Welch en Soraya van een nieuwe
coupe voorzag, wil de Nederlandse
vrouw de helpende hand toereiken. Hij
ontwikkelde speciale coupes, die met
name door een beetje handige doe-het-
zelfsters een paar maanden lang uitste
kend in model gehouden kunnen worden.
Salvini bekeek eerst de apparaten die
vandaag de dag door de consument zelf
worden gebruikt en koos daaruit het
apparaat dat steeds meer in zwang
komt: de stoomkrultang. Hij liet uitein
delijk zijn oog vallen op de stoomkrul
tang met regelbare temperatuur. De
enige firma die zijn krultang van een
dergelijk snufje voorziet is de firma
Braun. Salvini: „Je moet voorzichtig
zijn met warmte op het l)aar. Dik haar
verdraagt een hogere temperatuur dan
dun haar. Zo'n krultang wordt in een
gezin vaak door moeder en dochters
gebruikt. Met zo'n regelbare tempera
tuur kunnen ze allemaal rekening hou
den met hun eigen haartype".
Donker en stevig haar in gradaties laten
knippen, dus licht opgeknipt- Het haar
krijgt daardoor meer volume. Met de
stoomkrultang van achteren naar voren
werken.
haar licht is opgeknipt. Daardoor heeft
het extra volume gekregen. Aan de
achterkant heb ik het vrij lang gelaten.
Het blonde haar, dat dunner is, heb ik
aan de achterkant eveneens vrij lang
gelaten. Ik heb het bot geknipt, waar
door het voller valt. Om al direct een wat
speels effect aan het haar te geven,
wordt het kapsel op de natuurlijke ma
nier gedroogd, dus zonder föhn en bor
stel. Gewoon met de handen droogwoe-
len, dan komt er al wat beweging in. Met
de stoomkrultang worden daarna van
achteren naar voren de definitieve krul
len in de kapsels aangebracht. Voor het
opgeknipte haar een weelderige bos met
krullen, voor het dunnere haar alleen
krullen aan de onderkant. Die krullen
kunnen, al naar men wenst, naar binnen
of naar buiten vallen".
Een slotadvies van Salvini aan de Neder
landse vrouw
„Vraag aan je kapper om een coupe in je
haar te knippen, die je thuis gemakkelijk
zelf ln model kunt houden. Laat je niet
ompraten tot iets extravagants. Neder
landse vrouwen zijn toch zo praktisch?
Laat ze dan ook praktisch blijven die ene
keer dat ze naar de kapper gaan".
Een slotadvies van Salvini aan zijn
collega's:
„De Nederlandse vrouw gaat minder
naar de kapper dan bijvoorbeeld in Italië
het geval is. Accepteer dat. Een tevre
den klant is een vrouw, die na een maand
merkt dat ze jou kapsel nog steeds zelf
in model kan houden. Als je haar op die
manier tevreden maakt, komt ze vast en
zeker bij je terug".
Bond dun haar bot laten knippen, waar
door het voller valt. Van voren kort en
van achter langer. Vooral bij dun haar
letten op de temperatuur van de krul
tang.
Modellen
Salvini heeft voor de doe-het-zelfster niet
alleen op de technische kant gelet. Bij de
ontwikkeling van zijn kapsels heeft hij
ook de mode-trend in de gaten gehouden.
En die trend gaat op dit moment duide
lijk in de richting van halflang haar met
krullen.
Belangrijk is op de eerste plaats dat het
haar goed in model geknipt wordt. Sal
vini: „Het donkere kapsel heb ik in
gradaties geknipt, dat wil zeggen dat het
maakt met een verbeterd vaccin, werd
al na het vierde jaar een volledige
bescherming tegen cariës bereikt.
De voordelen van drinkwaterfluoride
ring
Uit een studie die betrekking had op 527
vijfjarigè kinderen in York bleek, dat
11,6% cariës had in tenminste ëén kies.
In Hartlepool was de verspreiding van
cariës onder 500 vijfjarigen 4,6%.
Het gemiddelde DMF percentage in
York van kinderen met heersende cariës
was 9,85. Bij de overige kinderen was het
DMF percentage 3,34.
In tegenstelling hiermee bedroeg het
gemiddelde percentage in Hartlepool
met heersende cariës 4,78 en bij de
overige kinderen 1,33.
Hieruit wordt geconcludeerd, dat fluori
de in het drinkwater van Hartlepool het
voorkomen van overheersend cariës met
60% reduceert.
Lezen, schrijven en plak bestrijden
In Bristol lezen de kinderen van twee
basisscholen als onderdeel van het leer
plan hoe ze hun tanden moeten verzor
gen. Het Health and Education Fund
sponsort dit „tandbewakingsproject".
De kinderen hebben speciale tandenbor
stels. die „plakbestrijders" worden ge
noemd. Deze zijn voorzien van een in het
handvat ingebouwd klosje tandzijde. De
onderwijzers maken gebruik van films
over tandverzorging, posters en model
len en ze zien iedere morgen toe op het
tandenpoetsen. Alle aspecten van een
goede tandverzorging maken deel uit
van het dagelijkse leerprogramma.
Veiligheidsgrens van fluoride
Er bestaat weinig gevaar dat mensen die
fluoridetabletten innemen zichzelf scha
de zullen berokkenen. Voor een kind van
1 jaar is de schadelijke hoeveelheid 77
tabletten, voor een volwassene is die
dosis 1000 tabletten. Het zou normaal
gesproken al moeilijk zijn om zulke
grote hoeveelheden in één keer in te
nemen en zelfs als een kind erin zou
slagen jaren achtereen 20 tabletten per
dag te eten, dan zou het nog vele jaren
duren voordat veranderingen in het ske
let wegens chronische fluoridevergifti
ging zichtbaar werden.
Snoeprantsoenering en tandheelkunde
De heer D. Jackson van de Leeds
University Dental School and Hospital
bestrijdt de algemeen gehoorde opvat
ting, dat de tanden van de Britse kinde
ren slechter zijn geworden sinds de
beëindiging van de suiker- en snoeprant
soenering, in de Tweede Wereldoorlog.
Puttende uit gepubliceerde en onge
publiceerde gegevens zegt Jackson: „Bij
5-jarige kinderen bij wie de tanden door
kwamen tijdens de strenge suikerrant
soenering werd gevonden, dat ze in de
zelfde mate door cariës waren aangetast
als de tanden van kinderen die doorkwamen
tijdens de periode van onbeperkte sui
ker- en snoepconsumptie."
Er lijkt zich na 1958 een toename in
tandziekten te hebben voorgedaan bij
12-jarigen, Jackson meent dat deze toe
name geen cariëstoename is, maar ge
deeltelijk mag worden geweten aan pre
ventieve vullingen,(preventieve vullin
gen: vullingen die gelegd worden, zon
der dat cariës zichtbaar aanwezig isom
te voorkomen dat - als cariës eenmaal
toeslaat - er veel grotere schade aange
richt wordt en dus een yeel grotere
diepere vulling gemaakt moet worden).
(„Cariës Experiertce in Ehglisch Chil-
dren and Young Adults 1947-1972" door
D. Jackson, British Dental Journal, sep
tember 1974.).
HUISKREKEL - Wij hebben last van een
huiskrekel. Hoe komen we van dat ge-
sjirp af?
Antwoord: Een krekel die toevallig in
uw huis terecht is gekomen, is en blijft
onschadelijk, dus u behoeft niet naar een
spuitbus of ander insektenverdelgings-
middel te grijpen. Het moeilijke punt is,
dat deze dieren zich schuilhouden als u
op zoek gaat. Als u weet in welk vertrek
het diertje zit, zet er dan 's avonds
één plant neer. Ze hebben groen nodig,
dus daar komt een krekel op af. Bij
donker in de nacht neemt u een keer die
plant op en zet die buiten, met de krekel
erin.
Bij daglicht kunt u uw plantje weer bin
nenhalen.
EI-PIJN - Kan een ei pijn voelen?
Antwoord: Neen, want zelfs het embryo
in een bevrucht ei (dat wil zeggen een
broedei) heeft een zo geringe ontwik
keling, dat men er met de meeste fan
tasie nog geen gevoelsleven aan kan toe
schrijven.
Een eetei kan helemaal geen emoties
ondergaan, omdat het een niet bevrucht
ei is en daardoor geen leven bevat.
NATUUR EN TECHNIEK - Wat is het
adres van het maandblad Natuur en
Techniek?
Antwoord: Centrale Uitgeverij en Ad
viesbureau, Op de Thermen, postbus 415,
Maastricht.
Waar kunnen actiegroepen, bejaardenorganisaties, vakbonden, wijkcomité's e.d.
terecht als zij de wetenschap willen inschakelen om hun problemen te laten
uitzoeken? Vrijwel nergens, vinden de Bond van Wetenschappelijke Arbeiders
(BWA) en het Verbond van Wetenschappelijke Onderzoekers (VWO). Op een
congres dat onlangs door de BWA georganiseerd werd, gaf ook demissionair
minister Trip (Wetenschapsbeleid) toe dat „sommigen aanzienlijk gemakkelijker
toegang tot wetenschappelijk onderzoek hebben dan anderen." Op het congres werd
de oprichting van Instituten voor Maatschappelijk Gericht Onderzoek (IMGO's)
besproken. Groeperingen zonder geld of macht zouden vooral ook van deze IMGO's
moeten profiteren.
BWA en VWO gaat dergelijk onderzoek
Minister Trip herinnerde daarbij aan
vraagstukken als de afsluiting van de
Oosterschelde en mogelijke alternatie
ven voor kernenergie. Het Centrum Mi
lieubeheer Zuid-Holland denkt als toe
komstige klant aan het onderzoeken van
vergiften op vuilstortplaatsen met mo
gelijke risico's voor de omgeving. Ook
een blad als Konsumenten Kontakt heeft
een lijst met onderzoeksvoorstellen
klaar liggen.
De naam IMGO doet vermoeden dat
bestaande wetenschappelijke instel-
wel vaak over de hoofden van de direct
betrokkenen heen. Daarom zullen bij de
IMGo's vooral de vragen van de „klant"
moeten bepalen wat de IMGo's gaan
doen. IMGO-medewerkers zullen daar
bij helpen om gewone, alledaagse pro
blemen zo te vertalen, dat de weten
schap een bijdrage kan leveren tot een
goede en snelle oplossing ervan. In deze
zin bestaan er in universiteits- en hoge
schoolsteden al enkele „wetenschaps
winkels''
lingen geen maatschappelijk gericht Naar aanleiding van kritische geluiden
onderzoek zouden doen. Dit willen VWO zijn de voorstanders van de IMGO's van
en BWA niet suggereren: veel onder- mening dat de IMGO's niet zelf onder
zoek. bijv. in de geneeskunde, is natuur. zoek dienen te verrichten, maar slechts
lijk maatschappelijk gericht. Volgens als bemiddelaar zouden moeten optre-
den tussen „klanf'-groeperingen en be
staande onderzoeksinstellingen (TNO-
lnstltuten, universiteiten). Verder zou
den de IMGO's vooral diensten moeten
verlenen aan mensen, die zich op een of
andere wijze in groepen georganiseerd
hebben.
Vertegenwoordigers van vakbonden
steunen een dergelijk initiatief van harte
Zij vinden dat onderzoekers vaak niet
echt betrokken zijn bij maatschappelijke
problemen die ze bestuderen. Zij hopen
dat met de oprichting van IMGO's (ofwel
wetenschapswinkels) het animo van de
onderzoeker en student ook zal voort
duren als „het proefschrift klaar of het
examen behaald is".
Voor het onderzoek ten bate van de
„gewone klant" hopen de oprichters van
IMGO's op een jaarlijkse subsidie van l
miljoen. Een bedrag dat wegvalt tegen
de 5,4 miljard die in Nederland jaar
lijks aan wetenschappelijk onderzoek
wordt besteed.
De Universiteit van Amsterdam heeft al
blijk van (financieel) begrip gegeven:
op haar begroting reserveerde zij al
50.000,- plus de werktijd van twee
medewerkers voor een dergelijke we
tenschapswinkel.