Meningen van Lezers
„Wat is nog economisch
verantwoord?
Fietsers wees
duidelijk
Gemeentelijke voorlichting
inzake Centrumplan wederom
tendentieus
Centrumplan of
SoeSTERplan?
Voorzitter Soester Ondernemer:
Het Soester Centrumplan
T. Middelkoop direkteur
Nederlandse Export
Combinatie NEC
Soest krijgt bouwwinkel
voor plannenmakers
n
ier.
ef
rkt?
•eg?
it!
r
Wie betaalt
„een peperduur
plan?"
Inventaris theehuis
,,'t Soester Hoogt"
vernield
V olksve rlakkeri j
Intrekken bestemmingsplan
weg-over-de-Eng wacht op
verkeerstelling
Maatschappelijk
werk
Soester Courant van donderdag 27 april 1978
I
r
- it .om
Een jaar geleden haalde de gemeente
lijke voorlichting over het Centrum
plan de voorpagina van de reclame
vakpers en wel in negatieve zin (er
werd o.m. gesproken van ,,een plan
verkopen", manipulatie", ,,de bevol
king beïnvloeden"). Men krijgt de
indruk dat er sindsdien niet zo heel veel
veranderd is want wederom heeft ons
allen een propagandageschrift van de
gemeente bereikt waarin de objectieve
voorlichting ver te zoeken is: het
laatste nummer van Op 't Hoogt.
Terwille van de volledige geïnfor
meerdheid van de Soester bevolking
het volgende
l. Er worden drie mogelijke oplossin
gen van het winkelprobleem genoemd
a) verspreide winkels in de nieuw
bouwwijken (maar die wijken zijn
daarvoor te klein, zo wordt gezegd), b)
uitbreiding van bestaande centra
(maar daar hebben de nieuwbouwwij
ken niets aan), dus: c) het Centrum
plan. De essentiële vierde mogelijk
heid: uitbouw van bestaande centra en
een nieuw [buurt-jcentrum van enige
omvang in Overhees, wordt geheel
verzwegen. Overhees is daarvoor na
voltooiing groot genoeg want de grens
voor een buurtwinkelcentrum ligt vol
gens het Ontwikkelingsplan reeds bij
5000 inwoners. Zoals bekend voorziet
het SoeSTERplan in deze vierde moge
lijkheid en als de gemeente dat geheel
verzwijgt bij de opsomming van moge
lijke oplossingen, dan is die voorlich
ting geen voorlichting maar misleiden
de propaganda.
2. De gemeente noemt als belangrijk
voordeel van koppeling dat er een
sociaal-maatschappelijk centrum tot
stand wordt gebracht dat een extra
kwaliteit heeft door de verweving van
wonen en centrumfuncties. De ge
meente zegt er echter niet bij dat op
deze wijze het winkelen en het werken
worden onttrokken aan de woonwijken
en dat dat buitengewoon nadelig is
voor het leefmilieu daar (dat dit voor
het woonwijk)e in het Centrum anders
ligt, is van geen enkel belang in het
totaal van Soest). Zei prof. Sterenberg
niet zelf: ,,In het verleden zijn er te
vaak essentiële functies als wonen,
werken, onderwijs en winkelen ge
scheiden. De ervaring heeft geleerd
dat dit het functioneren van de samen
leving nadelig beïnvloedt". En onlangs
mevr. Fransen, directrice van de Con
sumentenbond, die grote vraagtekens
zet bij concentraties van winkels:
„Niemand weet bijv. wat er hoe er
door de huisvrouwen met allerlei arti
kelen wordt gesjouwd. Dat moeten bij
elkaar heel wat kilootjes zijn die lang
niet altijd met de auto kunnen worden
vervoerd, want dertig procent van de
mensen heeft geen auto en buiten het
weekeinde is de man met de auto
weg". Bovendien: waren we niet al
lang verlost van het waanidee dat
Soest zonodig een nieuw hart moest
hebben?
3. Een ander belangrijk voordeel van
koppeling zou zijn dat parkeermoge-
lijkheden meervoudig gebruikt kunnen
worden. Voordeel ten opzichte waar
van? Als men dat niet uitwerkt, is dit
een loze uitspraak. Maar ook op zich
zelf is dit reeds een onbegrijpelijk
argument: als de winkels open zijn,
zijn gemeentehuis, postkantoor e.d.
ook open, behalve op zaterdag maar
dan wordt het wel gevuld met de paar
honderd auto's van hen die in het
Centrum wonen. Het leidt alleen maar
tot een groter parkeerterrein en het
voordeel daarvan valt niet in te zien.
4. Tenslotte zouden volgens de gemeen
te de winkeliers meer vestigingsanimo
hebben bij koppeling dan bij ontkoppe
ling. Hoe weet de gemeente dat? Het is
de winkeliers immers nooit in een
onderzoek gevraagd: de enige keus
was steeds een gekoppeld centrum.
En, zegt de gemeente, ,,de belangstel
ling van de winkeliers is ronduit goed".
Die winkeliers zijn evenwel in een hoek
gemanoevreerd door het gemeentelijk
centrumbeleid dat een kunstmatig ver-
plaatsingsanimo kweekt door het cen
trum als een onafwendbaar gegeven te
beschouwen en andere mogelijkheden
niet eens ter discussie te stellen, laat
staan ze aan de winkeliers voor te
leggen. Maar wat de winkeliers wérke
lijk willen, is voldoende bekend uit het
onderzoek dat daarnaar is ingesteld
(niet door de gemeente): 11 vóór het
Centrumplan, 9 neutraal, 134 tégen (13
onbekend). En is er ook niet een
bestuur van de Soester Ondernemer
om gevallen? Om onder dergelijke
omstandigheden te spreken van vesti
gingsanimo, is minder dan een halve
waarheid.
5. Over de situering van het Centrum
plan zegt de gemeente dat het gunstig
gelegen is voor de nieuwe wijken wat
vooral voor de winkels belangrijk is.
Voor welke nieuwe wijken? Toch zeker
niét gunstig voor Overhees waar straks
het zwaartepunt van de bevolking
komt te liggen (maar Overhees krijgt,
als dit Centrumplan doorgaat, alleen
maar één supermarkt). En van de
bestuurlijke voorzieningen wordt ge
zegd dat zij „vrij centraal gelegen zijn.
Wij citeren in dit verband de Prov.
Planologische Commissie: „Binnen
een straal van 1500 m. (van de Dalweg
af) of een loopafstand van ongeveer
een kwartier, bevindt zich naar schat
ting ongeveer 75% van de bevolking.
Met de ligging van het ontworpen
centrum (aan de Parklaan) wordt naar
schatting slechts een percentage van
40 bereikt". Over „vrij centraal" ge
sproken.
6. De gemeente zegt dat binnen de PPC
enkelen" voor koppeling waren en dat
'anderen" koppeling „minder ge
wenst" achtten. In werkelijkheid was
de situatie zo dat (citaat PPC) „enige
leden van onze commissie" („een min
derheid") die „uitdrukkelijk spraken
vanuit het (winkel-)bedrijfseconomi-
sche aspect sec" vóór koppeling wa
ren. Dat kunnen er, gezien hun achter-
grond, maximaal 4 geweest zijn uit een
commissie van 22. De brief van de PPC
gebruikt herhaaldelijk uitdrukkingen
als: „Wij geven u ernstig in overwe-
ging..., wij geven u daarom dringend in
overweging..., raden u aan... in ernsti
ge overweging te nemen..." (om het
bestuurlijk centrum aan de Dalweg te
situeren). Dat is zeer ongebruikelijk in
ambtelijke stukken. Dit betitelen als
„minder gewenst" betekent gewoon
een verkeerde voorstelling van zaken
geven.
7. Dan doet de gemeente het voorko
men dat aantasting van de Eng de
enige belangrijke overweging van de
PPC zou zijn geweest. Niets is minder
waar. Van even groot belang zijn de
PPC-bezwaren tegen het ontstaan van
een „hoofdcentrum": „Er wordt dan
(n.1. bij koppeling) echter te weinig
nota genomen van het feit dat er dan
niet meer sprake is van een wijkwin
kelcentrum, hetgeen de bedoeling is,
doch van een stadscentrum met excen
trische ligging. Bij herhaling is door u
(de gemeente) echter gesteld dat deze
gedachte is verlaten... Gezien het niet
(groot-) stedelijke karakter van Soest
is een ontwikkeling met een tweepolig
wijkwinkelcentrum en aan aparte -
uiterst gunstig gelegen- plaats (n.1. de
Dalweg) voor de central voorzieningen
naar onze mening een betere oplossing
dan de voorliggende (n.1. het gemeen
telijke plan)..., het woord „hoofdcen
trum"... is gebruikt om het gevaar te
onderstrepen van de concurrentiepo
sitie t.o.v. de winkelvoorzieningen aan
de Van Weedestraat als het wijkwin-
kelcentrum en het voorzieningencen
trum zouden worden gecombineerd".
Aldus in werkelijkheid de PPC. Maar
niet in de weergave van de gemeente.
8. De gemeente zegt dat uit de bevol
king duidelijk wensen naar voren kwa
men de Eng onaangetast te laten. Zij
vergeet echter om erbij te zeggen dat
uit de bevolking ook heel duidelijk de
wens tot ontkoppeling naar voren even
als trouwens de organisaties die zich
achter het SoeSTERplan geschaard
hebben.
9. Het plan voorziet in nieuwbouwper-
celen „voornamelijk ten noorden van
de Parklaan". Men moet dan wel
weten dat het hier gewoon gaat om
woningbouw óp de zuidelijke helling
van de Eng: de enige onaangetaste
Enghelling die nog over is.
10. De gemeente zegt dat de grond- en
infrastructuurkosten niet tenlaste van
de burger komen. Die moeten betaald
worden door de winkeliers (dus indi
rect wél door de burgers, en boven
dien: winkeliers zijn ook burgers), de
gemeente (dus wel degelijk door de
burgers) en het rijk (idem). Maar men
zal toch wel niet willen beweren dat
bijv. de geldverslindende Centrumweg
(die ten nauwste met het Centrumplan
samenhangt) betaald wordt door hen
die zich in het Centrum vestigen?
Volledigheidshalve citeren wij Op 't
Hoogt van october 1976 (het ging toen
over verhoging van de gemeentelijk
belastingen met gemiddeld bijna
ll%): „Soest komt in de nabije toe
komst voor grote investeringen te
staan. Men denke aan de bouw van een
gemeentehuis en een politiebureau.
De raadscommissie vreesde dat de dan
noodzakelijke verhoging der inkom
sten een te groot schokeffect zou ver
oorzaken en zag de geleidelijke verho
ging als een betere methode". Geleide
lijk dus, beginnen met bijna 11%, dan
komt straks (bij de volgende verho
ging) de klap niet zo hard aan en
bovendien wacht ook de onroerend
goed belasting nog. Het komt in dat
licht gezien bijzonder vreemd over als
men dan verneemt dat bestemmings
plannen (zoals Centrumplan en Cen
trumweg) de burger geen geld zouden
kosten.
Samenvattend: het ware te wensen dat
het gemeentelijk apparaat (dat de
burger eveneens veel geld kost) op een
meer objectieve wijze voorlichting zou
geven, de verschillende pro's en con
tra's en de verschillende alternatieven
op een eerlijke wijze aan de inwoners
zou voorleggen (zoals ook in andere
gemeenten gebruikelijk is) en zich niet
zou gedragen als een politieke belan
gengroep. De gemeente heeft een an
dere functie, ook in Soest.
WERKGROEP LEEFMILIEU SOEST
Het opnieuw herziene Centrumplan,
dat het gemeentebestuur nu ter inzage
heeft gelegd, is in één opzicht een
verbetering vergeleken met het vori
ge: de Eng blijft dan uiteindelijk tóch
gespaard (totdat de Centrumweg er
komt.Daarmee zullen niet alleen de
provinciale instanties blij zijn!
Welke lot de fraaie houtopstanden
tussen Bosstraat en Eigendomweg zul
len ondergaan moeten we overigens
maar afwachten... Het gemeentebe
stuur vergist zich echter deerlijk als
het denkt nu de strijd in zijn voordeel te
hebben beslist, want de meest funda
mentele bezwaren van de tegenstan
ders van het Centrumplan én van de
provincie blijven bestaan:
- de noodzaak van een kompleet nieuw
winkelapparaat is nimmer aange
toond;
- de plaatsbepaling is volstrekt wille
keurig, waardoor de daarbij geprojek-
teerde openbare voorzieningen (ge
meentehuis, politieburo, postkantoor)
allesbehalve centraal in Soest komen
te liggen.
Wat het eerste bezwaar betreft: als de
gemeente stelt, dat het hier niet gaat
om een stadscentrum (wat de provin
cie vreest), maar om een wijkwinkel
centrum, voor welke wijk(en) is het
dan bestemd?
Niet voor Soest-Zuid: voorzover de
voorzieningen daar uitbreiding behoe
ven ligt een meer centrale situering in
die wijk voor de hand, bijvoorbeeld ter
plaatse van het huidige autobusstation,
eventueel bovendien op het „Rand
stad"-terrein.
Ook niet voor het Smitsveen, laat staan
voor Overhees: daarvoor is een ligging
van het centrum bij station Soest-Zuid
veel te excentries. Het is onaanvaard
baar dat zeker de bewoners van Over
hees - en de nog te realiseren gedeelten
daarvan liggen zelfs nog verder weg -
voor hun dagelijkse inkopen een derge
lijke afstand zouden moeten afleggen.
Over andere delen van Soest behoeven
we niet te spreken: ze liggen alle nog
verder van het Centrumplan-gebied
vandaan en beschikken over eigen
winkelcentra.
Kortom, wat het gemeentebestuur ook
moge beweren, het gaat hier niet om
een wijkwinkelcentrum, maar om een
stadscentrum, wat eens te meer blijkt
uit de voorgestelde - doch met slechte
argumenten onderbouwde - koppeling
van winkels en openbare voorzienin
gen.
Des te interessanter bij dit alles is, dat
uit steekproeven onder Soester winke
liers is gebleken, dat zij geen enkele
behoefte hebben aan de nieuwe winkels
waarin het Centrumplan voorziet en
dat zij er allen dan heen zouden gaan,
als ze daarmee ongewenste konkurren-
tie van buiten Soest buiten de deur
kunnen houden. Waar zij wél behoefte
aan hebben is de mogelijkheid hun
bestaande bedrijven uit te breiden.
Maar juist dat wordt door het gemeen
tebestuur verhinderd om de „door
stroming" naar het nieuwe centrum
veilig te stellen..., praktijken, die in
een demokratische rechtsstaat ontoe
laatbaar zijn. Afgezien daarvan bete
kent die „doorstroming", dat (wat in
dit blad al eerder uitvoering is aange
toond) de minder sterke bedrijven
moeten achterblijven of zelfs verdwij
nen, met name de buurtwinkels „om de
hoek". Resultaat: nóg meer mensen
moeten op grotere afstand hun bood
schappen doen. Voorwaar, een vreem
de en bovendien totaal achterhaalde
manier om de winkelstand „gezond te
maken..."
Over de financiële haalbaarheid van
het plan kan men eveneens grote
twijfels hebben: in de praktijk blijkt
steeds opnieuw, hoezeer de kosten van
dergelijke projekten tegenvallen, en
niet alleen Hoog-Catharijne! Ervan
afgezien, dat eens te meer alleen de
meest draagkrachtige bedrijven van
binnen of buiten Soest kunnen „door
stromen" naar het nieuwe centrum,
zullen de gemeentelijke belastingen
dan fors omhoog moeten. Een keiharde
kosten/baten-analyse is hier dan ook
beslist op zijn plaats, want het ziet er
wel naar uit, dat door de oppervlakkige
rekenwerk van de gemeentelijke plan
nenmakers de eenvoudige burger
straks weer eens het schip in gaat!
Wat het tweede bezwaar betreft: nu de
doorgetrokken Dalweg binnenkort een
feit is, is een situering van gemeente
huis, politieburo en postkantoor daar
pas werkelijk centraal te noemen. Dat
door het gemeentehuis bij het station
Soest-Zuid te situeren het straks voor
een veel groter deel van de inwoners
van Soest gunstiger gelegen is dan
thans het geval is, zoals het gemeente
bestuur stelt, is dan ook zonder meer
een staaltje van tendentieuze voorlich
ting.
Al deze bezwaren tegen het Centrum
plan kleven niet aan het SoeSTERplan,
dat uitgaat van geleidelijke groei en
verandering en daarmee mogelijkhe
den biedt tot het bijstellen en sturen
van ontwikkelingen, en dat niemand
iets bij voorbaat wil opdringen, in
tegenstelling tot het plan van de ge
meente. Het SoeSTERplan ontziet ge
groeide situaties. De essentie van dat
plan is als volgt samen te vatten:
- een wérkelijk centrale situering yan
openbare voorzieningen zoals gemeen
tehuis, politieburo en postkantoor, die
gefasserd zouden kunnen worden uit
gevoerd in een tempo, dat op prioritei
ten en financiële mogelijkheden is
afgestemd;
- geen koppeling van openbare voor
zieningen aan winkelvoorzieningen zo-
langde noodzaak daarvan niet overtui
gend kan worden aangetoond;
- creëren en uitbreiden van winkel
voorzieningen daar, waar dat gewenst
is: bestaande winkelconcentraties
„oppeppen" en nieuwe realiseren waar
ze het dringendst nodig zijn, met name
in Overhees.
De conclusie van dit alles is overduide
lijk het gemeentelijke Centrumplan is
op drijfzand gebouwd en verdient een
onomwonden „nee!" in de vorm van
een lawine van bezwaarschriften.
Daarentegen zou het alternatieve Soe
STERplan als basis voor de verdere
ontwikkeling van Soest gekozen moe
ten worden.
P.S.: Zolang de drie grote politieke
partijen in Soest de tegenstanders van
het Centrumplan in eigen kring botweg
negeren en het gemeentebestuur kri
tiekloos steunen in plaats van zijn
heilloze, geldverslindende plannen
makerij en machthebberij om te bui
gen in een nuchter, procesmatig volgen
van de situatie, zoals die wérkelijk is in
Soest, doen ook hün aanhangers er
goed aan, bij de komende raadsverkie
zingen die partijen te steunen, die
tenminste de politieke moed bezitten
om slecht te noemen wat slecht is en
goed, wat goed is. Geen vuile-handen-
politiek in Soest!
IR. J. G. NUIJTEN B.I.,
ARCHITEKTBNA.
Onder de titel De Gemeente Soest
vraagt Uw aandacht voor: Een peper
duur plan? wordt enige voorlichting
gegeven over de financiering van het
Centrumplan. „De inwoners betalen
niet mee aan de kosten van aankoop,
en in de kosten van aanleg van de
wegen, de riolering e.d.", aldus de
gemeente.
Dit is een onjuiste voorstelling van
zaken. Het was beter geweest om te
stellen dat de inwoners niet via belas
tingheffing mee betalen aan het cen
trum. Niet vergeten mag worden dat
als onze middenstanders 16 miljoen
moeten neertellen - zoals wordt gesteld
dit bedrag plus rente moet worden
terugverdiend. Dit uiteraard als we
faillissementen buiten beschouwing la
ten. Dit plus het geld benodigd voor de
noodzakelijke winkelpanden moet op
tafel komen via verhoogde omzetten en
verhoogde marges. Het verhogen van
de omzetten kan alleen ten koste van
andere middenstanders die niet in het
centrum zitten (zie Winkel Onderzoek
Eemland). Verhoogde marges bete
kent verhoogde prijzen.
Er is geen ontkomen aan, de bewoners
van Soest zullen 16 miljoen plus rente
plus de te bouwen panden plus de
buiten het centrum nodige verkeers-
voorzieningen, plus tegenvallers moe-
ten opbrengen. Ja, ook extra ver-
keersvoorzieningen, want centralisatie
van winkels veroorzaakt concentratie
van verkeer. Dat een deel van de 15
miljoen voor de Centrumweg in feite
dient ter ontsluiting van het centrum,
is duidelijk.
Vergeet niet, we praten over globaal
1.600 plus, plus, plus per Soester
gezin, dat komt niet zomaar uit de
lucht vallen, iemand in Soest zal het
moeten betalen. O ja, plus 13 miljoen
voor het raadhuis, plus een groot deel
van de 7 miljoen voor het politiebu
reau. Hierop zijn vele miljoenen te
besparen wanneer een en ander wordt
gerealiseerd in de onmiddellijke om
geving van het bestaande raadhuis.
Dan hoeven niet alle bestaande gebou
wen te worden afgedankt en ontstaat er
geen onoverkomelijke scheiding met
het grote gebouw gemeentewerken.
Voor het situeren van de nodige uit
breiding in die hoek in plaats van in een
nieuw centrum of aan de Dalweg is
meer fantasie nodig, dat wel. Ook de
„kathedralenbouwers" komen niet aan
hun trek, want die hebben weidse
ruimten nodig. Met wat fantasie kun
nen we ons wel enkele tientallen mil
joenen besparen, dat is enkele duizen
den guldens per gezin. Onze eerste
belastingverhogingen zijn al goedge
keurd, ter gewenning..."
ERNST J. HOLTROP
„In het winkelgebeuren zien we toch een concentratie van winkels tot stand
komen, omdat diverse verspreide winkeliers door leeftijd of teruggang van de
omzet afhaken of zich In één van de bestaande centra vestigen. De Van
Weedestraat zit momenteel qua belangstelling als vestigingsplaats behoorlijk in
de lift. Anderzijds zijn de prijzen om daar een plaats in te kunnen nemen
angstwekkend. Onwillekeurig vraagt men zich af of dit economisch nog
verantwoord is". Dit zei voorzitter van de Soester Ondernemer, de heer K. Kok
in zijn jaarrede tijdens de jaarvergadering van deze belangengroepering.
De ontwikkeling leidt volgens hem tot
het raadplegen van deskundigen bij het
doen van verschillende stappen. „De
gegadigden voor het nieuwe centrum
zullen - als dit verwezenlijkt wordt
ook terdege met ter zake kundige
personen de zaken door moeten spre
ken. Ook de bonden, waar wij via de
Soester Ondernemer bij aangesloten
zijn, kunnen hierin een belangrijke
bijdrage leveren.
„De enorme bedragen van pand, in
richting en goederen noodzaken welis
waar verantwoordelijkheid te durven
nemen, maar het mag niet een sprong
in het duister zijn".
Tot slot besteedde de heer Kok enkele
woorden aan „de moraal". Laten we
eens letten op de neergaande morali
teit. De wijze waarop men tegen elkaar
van leer trekt en zelfs een mensenleven
tegenwoordig niet meer telt, doet ons
met zorg de toekomst tegemoet gaan.
Velen menen hun recht te moeten
verdedigen of te halen op een wijze, die
iedere samenspreking onmogelijk
maakt. In onze eigen woonplaats zien
we hoe droevig er gereageerd wordt op
een plan van de gemeente. We kunnen
en mogen er tegen zijn, maar laten we
dat dan op correcte wijze doen. Met
krachttermen of zware beledigingen
zal men nooit resultaat boeken en haalt
men zichzelf omlaag. Een rustige dis
cussie met een noodzakelijke kennis
van zaken zal veel meer overwicht,
vertrouwen en gehoor geven".
Tijdens de jaarvergadering werd
voorts de heer C. Z. Schipper van de
Centra in het bestuur afgevaardigd
namens de Niekon winkeliers. Hier
naast werden vijf oud-bestuursleden
bedankt voor de bewezen diensten. Zij
werden voor de bestuurstafel geroepen
en kregen als blijk en erkentelijkheid
enig schrijfgerei aangeboden. Een bij
zonder woord van dank had voorzitter
Kok voor de heer B. van Hees, die de
Soester Ondernemer 25 jaar gediend
had.
Rabouwen hebben bar en boos huis
gehouden in het theehuis 't Soester
Hoogt aan de Van Weerden Poelman-
weg. Niet alleen werd er voor 1200
gulden aan rookwaar, voor 700 gulden
aan drank, voor 90 gulden aan biefstuk
alsmede een versterker, cassettedeck
en een draaitafel ter waarde van 3000
gulden meegenomen; ook de inventa
ris werd vernield. Glaswerk werd stuk
gesmeten, het meubilair kapot getrapt
en dat alles besproeid met bier. De
totale schade is zeker 8500 gulden.
Volgens het desbetreffende commen
taar op de voorpagina van de Soester
Courant van 13 april j.1. en van het
aprilnummer op „Op 't Hoogt", zou
het Centrumplan mede berusten op het
argument, dat de Soester consument
in de thans in Soest voorhanden
winkelcentra niet zo goed zou worden
bediend als van de 30 winkels in het
nieuwe plan mag worden verwacht.
Dit argument lijkt ons uit de lucht
gegrepen. Komende uit Den Haag en
Wassenaar wonen we nu bijna 20 jaar
in Soest-Zuid, waar onze ervaring is
geweest, dat de winkels in Soest-Zuid,
Midden-Soest en Soestdijk in geen en
kel opzicht onderdoen voor wat Den
Haag en Wassenaar hebben te bieden.
In Den Haag, Rotterdam en Brussel
schijnt men er ook zo over te denken.
Als kennissen of familie ons komen
opzoeken, plegen zij dikwijls van de
gelegenheid gebruik te maken om in
Soest inkopen te doen. Zij vinden,
dat Soester winkels meermalen waar
van betere kwaliteit en goedkoper
hebben te bieden dan in hun steden,
terwijl men in Soest altijd bijzonder
vriendelijk pleegt te worden te woord
gestaan. Niet zo lang geleden kwam
ook een Nederlander uit Parijs voor
familiebezoek naar Soest-Zuid, waar
hij tot zijn blijde verrassing in één der
kleinere winkels dat ultramoderne
dameshorloge vond, waarnaar hij in
Parijs vergeefs had uitgekeken, maar
waarmee hij nu zijn vrouw op haar
jaardag alsnog zou kunnen verrassen.
En nog een ander staaltje. In het
vroege voorjaar van 1977 was het in
In deze courant heeft zeer onlangs een
berichtje gestaan waarvan de inhoud
kort samengevat hierop neer komt, dat
de voorzitter van de WD-fractie me
vrouw Korthuis en de VVD-wethouder
de heer Ebbers met hun portefeuilles
zouden hebben gerammeld teneinde te
voorkomen dat een tegenstander van
het Centrumplan in de gemeente
raad zou komen.
Tijdens het open huis dat de WD
woensdagavond 19 april hield heeft
mevrouw Korthuis dit ontkend met de
toevoeging, dat zij „nooit zou willen
meewerken aan een dergelijke han-
handelwijze; het zou heel onliberaal en
ondemocratisch zijn".
Deze mededeling heeft mij met enor
me verbazing vervuld. In de niet zo
lange p.eriode dat ik bestuurslid ben
geweest van de VVD afd. Soest-Soes-
terberg heb ik tenminste twee maal
meegemaakt dat mevrouw Korthuis
uit naam van de gehele WD-fractie
met de portefeuille rammelde teneinde
te voorkomen, dat het afdelingsbestuur
het gehannes van de fractie ten aan
zien van Centrumplan en Centrumweg
openlijk aan de kaak zou stellen, wat
tenslotte uitliep op een massaal aftre
den van bestuursleden. Als het nodig
is, kan ik dat rammelen nog bewijzen
ook!
En nu ineens zou zo'n handelwijze
onliberaal en ondemocratisch zijn?
Mevrouw Korthuis, vertelt u de kiezers
nu eens duidelijk: wat verstaat u
eigenlijk onder het zo graag door u
gebruikte woord „volksverlakkerij?"
MR. H. H. HOUTMAN
Soest, Parklaan 47.
België de beurt van de echtgenotes van
de Nederlandse officieren in het NAVO
hoofdkwartier om de andere officiers-
dames een lunch aan te bieden. Dank
zij de aangebrachte zaal- en tafelver
siering is dit een der mooiste festijnen
geworden, die er ooit waren beleefd.
Die versiering bestond uit rode, witte
en blauwe hyacinthen, die de week
tevoren in Soest waren gekocht onder
garantie, dat ze ten tijde van het
feestmaal op hun mooist zouden zijn.
De Keukenhof zou het niet beter heb
ben gekund.
Soest mag trots zijn op zijn winkels en
behoeft zich van enkele kooplekken
hier en daar niets aan te trekken. Maar
dat neemt niet weg, dat Soest na de
snelle toename van het inwonertal der
laatste jaren dringend behoefte heeft
aan nieuwbouw van woningen voor
minder draagkrachtigen en aan nieuw
bouw van de daarbij behorende win
kels. Dit winkelcentrum kan in dezelf
de trant worden gebouwd - daargelaten
enkele ondergeschikte verbeteringen -
als eertijds de huidige winkelcentra in
de diverse wijken van Soest. Maar het
zal dan moeten komen - ten gerieve
van de cliëntèle zo dicht mogelijk
nabij het centrum van de nieuwbouw,
d.w.z. het centrum van het thans reeds
voor een deel afgebouwde Overhees.
Het moet dus niet komen langs de
Bosstraat. Daar is Overhees niet mee
gediend, terwijl het voor Soest-Zuid
wel eens te veel van het goede zou
kunnen zijn. De geëigende plaats voor
het nieuwe winkelcentrum ligt dus op
circa 1% km. van de Bosstraat, ten
zuiden van, althans nabij de Konings
weg en niet ver van de plaats, waar de
Dalweg op de Koningsweg uitkomt.
DE HEER EN MEVR. GIEBEL-
FERRÉE
De heer T. Middelkoop (36). adjunkt-
direkteur van de Nederlandse Export
Combinatie NEC, is benoemd tot direk
teur van deze stichting, die een bunde
ling vormt van 460 vnl. middelgrote
ondernemingen uit alle geledingen van
ons bedrijfsleven. In zijn nieuwe funk-
tie is de heer Middelkoop de opvolger
van oprichter-direkeur L. Fokkema,
die onlangs tot voorzitter werd be
noemd.
De benoeming is met terugwerkende
kracht ingegaan per 1 april j.1.
De heer Middelkoop is een typische
praktijkman uit de wereld van de ex
portbevordering.
In een wisselende loopbaan bij de NEC
leerde hij alle problemen kennen waar
mee ondernemingen uit de diverse
vertakkingen van het bedrijfsleven bij
hun benadering van de wereldmarkt
worden geconfronteerd. Vier jaar gele
den verwisselde hij zijn funktie als
export-manager voor die van adjunkt-
direkteur van het in Soest gevestigde
bureau van de NEC.
Soest krijgt binnenkort een „bouwwin
kel"; een instelling waar men terecht
kan met bouwplannetjes, die bij wij
ze van spreken nog slechts In gedachte
ontwikkeld zijn.
In de bouwwinkel treft men dan de
directeur van gemeentewerken en een
lid van de welstandscommissie, die
de aspirant-bouwer/plannenmaker
enigszins wegwijs zullen maken in de
administratieve rompslomp die hem te
wachten kan staan. Geadviseerd zal
dan ook worden of het plan al dan niet
uitvoerbaar is en/of wat er eventueel
aan veranderd zou moeten worden.
Eenmaal per maand, op een nog nader
bekend te maken vrijdag, zal de „win
kel" geopend zijn van 11 tot 12 uur
's morgens. Mocht deze tijd niet vol
doen, dan zal bekeken worden of het
openingsuur verschoven kan worden.
Daarmee is de gemeente tegemoetge
komen aan CDA-wens, die al enkele
jaren geleden bij het college van bur
gemeester en wethouders werd gede
poneerd.
Veilig Verkeer Nederland is woensdag 5 april, de landelijke voorlichtingscam
pagne „Laat zien wat je wilt" begonnen. Doel van deze actie, die tot en met
31 mei duurt, is fietsers - en dan vooral de oudere - tot meer duidelijkheid in
het verkeer te brengen. VVN doet echter ook een beroep op automobilisten er
rekening mee te houden dat fietsers het in het drukke verkeer vaak moeilijk
hebben.
Van de 2.432 doden die in 1976 op de weg
vielen, reden er 500 op de fiets. Oorza
ken van de ongevallen met fietsers
waren onder meer het niet of niet tijdig
richting aangeven en het niet goed
voorsorteren. Ruim een kwart (176)
van de slachtoffers onder de wielrij
ders was 65 jaar en ouder.
Kwetsbaar
Dat bejaarden in het verkeer een
bijzonder kwetsbare groep vormen,
komt ook tot uiting in de cijfers die
betrekking hebben op ongevallen met
voetgangers. Van de 403 voetgangers
die in 1976 het leven verloren, waren er
153 (ofwel ruim een kwart) 65 jaar en
ouder.
Uit deze gegevens blijkt dus, dat de
meeste slachtoffers onder de oudere
weggebruikers niet behoren tot de
categorie voetgangers, naar men wel
licht zou veronderstellen, maar tot de
fietsers.
Wandkranten
De campagne „Laat zien wat je wilt"
van Veilig Verkeer Nederland is opge
zet in samenwerking met de Centrale
Politie Verkeerscommissie (CPVC) en
de Verkeerscommissie Openbaar Mi
nisterie (VCOM).
In het hele land zijn affiches en wand-
kranten opgehangen. Daarop wordt de
fietsers duidelijk gemaakt dat het no-
dig is altijd en overal te laten zien wat
ze rijdend op de weg van plan zijn te
gaan doen.
Via televisie en radio worden op de
WN-campagne afgestemde spots uit
gezonden.
Binnenkort kan een voorstel tegemoet gezien worden het al enige jaren oude
bestemmingsplan „Weg over de Eng" in te trekken. Het plan werd reeds
gedeeltelijk door Gedeputeerde Staten goedgekeurd, maar ligt sindsdien bij de
Kroon. Vier jaar geleden werd de intrekking van het plan opgenomen in de zeven
punten waarop toen het college gevormd werd. Twee jaar geleden besloot de
raad de plannen voor de Wilhelminalaan, een deel van het tracé van de Weg over
de Eng, onaangetast te laten, omdat de laan mogelijk opgenomen zou worden in
een verkeersplan ter ontlasting van de woonbuurt 't Hart.
Het voorstel het bestemmingsplan nu
toch maar in te trekken (ook het
gedeelte Wilhelminalaan) werd be
sproken in de vergadering van de
commissie Ruimtelijk Ordening. Juist
met het oog op de toekomst van de
Wilhelminalaan. vroegen de CDA-le-
den van de commissie zich af, waarom
er nu plotseling zo'n haast gemaakt
moest worden. Wat waren de conse
quenties van de intrekking; kon dat
niet in gedeelten, zodat de Wilhelmina
laan er buiten bleef.
De CDA-ers noemde het voorstel onvol
ledig om dat alle verdere informatie
over onder andere verkoopverpiichtin-
gen, ontbrak. Men wilde dat eerst
allemaal op tafel hebben.
Goote van de PvdA en Lange van de
WD dachten er anders over. Zij waren
tegenstanders van het plan de Wilhel
minalaan in de toekomst een functie te
geven ln de verkeersafwikkeling naar
het Industrieterrein (via de Lazarus-
berg naar de Vrijheidsweg). Voor hen
gold het psychologische belang dat nu
aan de inwoners van Soest duidelijk
gemaakt werd, dat het plan Weg over
de Eng nu volledig van de baan was.
Men kwam de CD A-leden in zo verre
tegemoet dat men de lopende verkeer
stellingen wilde afwachten; maar daar
moest dan wel haast mee gemaakt
worden. De WD-er Lange wilde vooral
de aanwonenden, die intertijd min of
meer gedwongen hun huizen aan de
gemeente verkochten, niet langer in
het onzekere laten. Er moest snel
duidelijkheid komen.
Voor die duidelijkheid gaat het college
zorgen; alle gegevens over eigendoms
verhoudingen en contractuele afspra
ken zullen op, tafel komen, alsook het
resultaat van de verkeerstelling.
Stichting Maatschappelijk Dienstver
lening Soest.
Burg. Grothestraat 51, Soest, tel. 02165-
19004.
Spreekuur: Afdeling gezinsverzorging
en bejaardenhulp
ln Soest: iedere werkdag van 9.00 uur
tot 10.00 uur
in Soesterberg: in het Dorpshuis,
Dorpsplein 17, tel. 03463-2606;
Iedere donderdag van 9.00 uur tot 10.00
uur.
Afdeling maatschappelijk werk
in Soest: iedere werkdag van 9.00 uur
tot 10.00 uur en van 14.00 uur tot 17.00
uur,
in Soesterberg: eveneens in het Dorps
huis; iedere donderdag van 10.30 uur
tot 11.30 uur.
Maatschappelijk werk
Protestants Sociaal Centrum
Maatschappelijk werk, gezinsverzor
ging en bejaardenhulp voor Amers
foort en omgeving. Telefoon 033-10441.
Kantoor Braam weg 34, tel. 18140.
Spreekuur mej. J. Poortman; iedere
donderdagmiddag van 14.00 tot 14.30
uur.
ADRESSEN TE SOEST
Afdeling maatschappelijk werk:
Kantoor Braamweg 34, tel. 02155-18140.
Spreekuur van mevr. E. Kamper:
dinsdag t/m vrijdag van 9-10 uur en
volgens afspraak.
Afdeling Gezinsverzorging en
bejaardenhulp:
Kantoor: Braamweg 34, tel. 02155-
18140.
Spreekuur van mej. A. Braggaar:
Iedere dinsdagmiddag van 14.00-14.30
uur.
Gemeentelijke Sociale Dienst afdeling
maatschappelijk werk:
Kantoor: Lange Brink weg 79, tel.
16744, toestel 322. Spreekuur maat
schappelijk werkenden, maandag t/m
vrijdag 8.30 tot 10.00 uur.
Soesterberg: dinsdag 14.00-ilT.00 uur
hulpsecretarie Dorpsplein.