Meningen van Lezers „Wat is nog economisch verantwoord? Fietsers wees duidelijk Gemeentelijke voorlichting inzake Centrumplan wederom tendentieus Centrumplan of SoeSTERplan? Voorzitter Soester Ondernemer: Het Soester Centrumplan T. Middelkoop direkteur Nederlandse Export Combinatie NEC Soest krijgt bouwwinkel voor plannenmakers n ier. ef rkt? •eg? it! r Wie betaalt „een peperduur plan?" Inventaris theehuis ,,'t Soester Hoogt" vernield V olksve rlakkeri j Intrekken bestemmingsplan weg-over-de-Eng wacht op verkeerstelling Maatschappelijk werk Soester Courant van donderdag 27 april 1978 I r - it .om Een jaar geleden haalde de gemeente lijke voorlichting over het Centrum plan de voorpagina van de reclame vakpers en wel in negatieve zin (er werd o.m. gesproken van ,,een plan verkopen", manipulatie", ,,de bevol king beïnvloeden"). Men krijgt de indruk dat er sindsdien niet zo heel veel veranderd is want wederom heeft ons allen een propagandageschrift van de gemeente bereikt waarin de objectieve voorlichting ver te zoeken is: het laatste nummer van Op 't Hoogt. Terwille van de volledige geïnfor meerdheid van de Soester bevolking het volgende l. Er worden drie mogelijke oplossin gen van het winkelprobleem genoemd a) verspreide winkels in de nieuw bouwwijken (maar die wijken zijn daarvoor te klein, zo wordt gezegd), b) uitbreiding van bestaande centra (maar daar hebben de nieuwbouwwij ken niets aan), dus: c) het Centrum plan. De essentiële vierde mogelijk heid: uitbouw van bestaande centra en een nieuw [buurt-jcentrum van enige omvang in Overhees, wordt geheel verzwegen. Overhees is daarvoor na voltooiing groot genoeg want de grens voor een buurtwinkelcentrum ligt vol gens het Ontwikkelingsplan reeds bij 5000 inwoners. Zoals bekend voorziet het SoeSTERplan in deze vierde moge lijkheid en als de gemeente dat geheel verzwijgt bij de opsomming van moge lijke oplossingen, dan is die voorlich ting geen voorlichting maar misleiden de propaganda. 2. De gemeente noemt als belangrijk voordeel van koppeling dat er een sociaal-maatschappelijk centrum tot stand wordt gebracht dat een extra kwaliteit heeft door de verweving van wonen en centrumfuncties. De ge meente zegt er echter niet bij dat op deze wijze het winkelen en het werken worden onttrokken aan de woonwijken en dat dat buitengewoon nadelig is voor het leefmilieu daar (dat dit voor het woonwijk)e in het Centrum anders ligt, is van geen enkel belang in het totaal van Soest). Zei prof. Sterenberg niet zelf: ,,In het verleden zijn er te vaak essentiële functies als wonen, werken, onderwijs en winkelen ge scheiden. De ervaring heeft geleerd dat dit het functioneren van de samen leving nadelig beïnvloedt". En onlangs mevr. Fransen, directrice van de Con sumentenbond, die grote vraagtekens zet bij concentraties van winkels: „Niemand weet bijv. wat er hoe er door de huisvrouwen met allerlei arti kelen wordt gesjouwd. Dat moeten bij elkaar heel wat kilootjes zijn die lang niet altijd met de auto kunnen worden vervoerd, want dertig procent van de mensen heeft geen auto en buiten het weekeinde is de man met de auto weg". Bovendien: waren we niet al lang verlost van het waanidee dat Soest zonodig een nieuw hart moest hebben? 3. Een ander belangrijk voordeel van koppeling zou zijn dat parkeermoge- lijkheden meervoudig gebruikt kunnen worden. Voordeel ten opzichte waar van? Als men dat niet uitwerkt, is dit een loze uitspraak. Maar ook op zich zelf is dit reeds een onbegrijpelijk argument: als de winkels open zijn, zijn gemeentehuis, postkantoor e.d. ook open, behalve op zaterdag maar dan wordt het wel gevuld met de paar honderd auto's van hen die in het Centrum wonen. Het leidt alleen maar tot een groter parkeerterrein en het voordeel daarvan valt niet in te zien. 4. Tenslotte zouden volgens de gemeen te de winkeliers meer vestigingsanimo hebben bij koppeling dan bij ontkoppe ling. Hoe weet de gemeente dat? Het is de winkeliers immers nooit in een onderzoek gevraagd: de enige keus was steeds een gekoppeld centrum. En, zegt de gemeente, ,,de belangstel ling van de winkeliers is ronduit goed". Die winkeliers zijn evenwel in een hoek gemanoevreerd door het gemeentelijk centrumbeleid dat een kunstmatig ver- plaatsingsanimo kweekt door het cen trum als een onafwendbaar gegeven te beschouwen en andere mogelijkheden niet eens ter discussie te stellen, laat staan ze aan de winkeliers voor te leggen. Maar wat de winkeliers wérke lijk willen, is voldoende bekend uit het onderzoek dat daarnaar is ingesteld (niet door de gemeente): 11 vóór het Centrumplan, 9 neutraal, 134 tégen (13 onbekend). En is er ook niet een bestuur van de Soester Ondernemer om gevallen? Om onder dergelijke omstandigheden te spreken van vesti gingsanimo, is minder dan een halve waarheid. 5. Over de situering van het Centrum plan zegt de gemeente dat het gunstig gelegen is voor de nieuwe wijken wat vooral voor de winkels belangrijk is. Voor welke nieuwe wijken? Toch zeker niét gunstig voor Overhees waar straks het zwaartepunt van de bevolking komt te liggen (maar Overhees krijgt, als dit Centrumplan doorgaat, alleen maar één supermarkt). En van de bestuurlijke voorzieningen wordt ge zegd dat zij „vrij centraal gelegen zijn. Wij citeren in dit verband de Prov. Planologische Commissie: „Binnen een straal van 1500 m. (van de Dalweg af) of een loopafstand van ongeveer een kwartier, bevindt zich naar schat ting ongeveer 75% van de bevolking. Met de ligging van het ontworpen centrum (aan de Parklaan) wordt naar schatting slechts een percentage van 40 bereikt". Over „vrij centraal" ge sproken. 6. De gemeente zegt dat binnen de PPC enkelen" voor koppeling waren en dat 'anderen" koppeling „minder ge wenst" achtten. In werkelijkheid was de situatie zo dat (citaat PPC) „enige leden van onze commissie" („een min derheid") die „uitdrukkelijk spraken vanuit het (winkel-)bedrijfseconomi- sche aspect sec" vóór koppeling wa ren. Dat kunnen er, gezien hun achter- grond, maximaal 4 geweest zijn uit een commissie van 22. De brief van de PPC gebruikt herhaaldelijk uitdrukkingen als: „Wij geven u ernstig in overwe- ging..., wij geven u daarom dringend in overweging..., raden u aan... in ernsti ge overweging te nemen..." (om het bestuurlijk centrum aan de Dalweg te situeren). Dat is zeer ongebruikelijk in ambtelijke stukken. Dit betitelen als „minder gewenst" betekent gewoon een verkeerde voorstelling van zaken geven. 7. Dan doet de gemeente het voorko men dat aantasting van de Eng de enige belangrijke overweging van de PPC zou zijn geweest. Niets is minder waar. Van even groot belang zijn de PPC-bezwaren tegen het ontstaan van een „hoofdcentrum": „Er wordt dan (n.1. bij koppeling) echter te weinig nota genomen van het feit dat er dan niet meer sprake is van een wijkwin kelcentrum, hetgeen de bedoeling is, doch van een stadscentrum met excen trische ligging. Bij herhaling is door u (de gemeente) echter gesteld dat deze gedachte is verlaten... Gezien het niet (groot-) stedelijke karakter van Soest is een ontwikkeling met een tweepolig wijkwinkelcentrum en aan aparte - uiterst gunstig gelegen- plaats (n.1. de Dalweg) voor de central voorzieningen naar onze mening een betere oplossing dan de voorliggende (n.1. het gemeen telijke plan)..., het woord „hoofdcen trum"... is gebruikt om het gevaar te onderstrepen van de concurrentiepo sitie t.o.v. de winkelvoorzieningen aan de Van Weedestraat als het wijkwin- kelcentrum en het voorzieningencen trum zouden worden gecombineerd". Aldus in werkelijkheid de PPC. Maar niet in de weergave van de gemeente. 8. De gemeente zegt dat uit de bevol king duidelijk wensen naar voren kwa men de Eng onaangetast te laten. Zij vergeet echter om erbij te zeggen dat uit de bevolking ook heel duidelijk de wens tot ontkoppeling naar voren even als trouwens de organisaties die zich achter het SoeSTERplan geschaard hebben. 9. Het plan voorziet in nieuwbouwper- celen „voornamelijk ten noorden van de Parklaan". Men moet dan wel weten dat het hier gewoon gaat om woningbouw óp de zuidelijke helling van de Eng: de enige onaangetaste Enghelling die nog over is. 10. De gemeente zegt dat de grond- en infrastructuurkosten niet tenlaste van de burger komen. Die moeten betaald worden door de winkeliers (dus indi rect wél door de burgers, en boven dien: winkeliers zijn ook burgers), de gemeente (dus wel degelijk door de burgers) en het rijk (idem). Maar men zal toch wel niet willen beweren dat bijv. de geldverslindende Centrumweg (die ten nauwste met het Centrumplan samenhangt) betaald wordt door hen die zich in het Centrum vestigen? Volledigheidshalve citeren wij Op 't Hoogt van october 1976 (het ging toen over verhoging van de gemeentelijk belastingen met gemiddeld bijna ll%): „Soest komt in de nabije toe komst voor grote investeringen te staan. Men denke aan de bouw van een gemeentehuis en een politiebureau. De raadscommissie vreesde dat de dan noodzakelijke verhoging der inkom sten een te groot schokeffect zou ver oorzaken en zag de geleidelijke verho ging als een betere methode". Geleide lijk dus, beginnen met bijna 11%, dan komt straks (bij de volgende verho ging) de klap niet zo hard aan en bovendien wacht ook de onroerend goed belasting nog. Het komt in dat licht gezien bijzonder vreemd over als men dan verneemt dat bestemmings plannen (zoals Centrumplan en Cen trumweg) de burger geen geld zouden kosten. Samenvattend: het ware te wensen dat het gemeentelijk apparaat (dat de burger eveneens veel geld kost) op een meer objectieve wijze voorlichting zou geven, de verschillende pro's en con tra's en de verschillende alternatieven op een eerlijke wijze aan de inwoners zou voorleggen (zoals ook in andere gemeenten gebruikelijk is) en zich niet zou gedragen als een politieke belan gengroep. De gemeente heeft een an dere functie, ook in Soest. WERKGROEP LEEFMILIEU SOEST Het opnieuw herziene Centrumplan, dat het gemeentebestuur nu ter inzage heeft gelegd, is in één opzicht een verbetering vergeleken met het vori ge: de Eng blijft dan uiteindelijk tóch gespaard (totdat de Centrumweg er komt.Daarmee zullen niet alleen de provinciale instanties blij zijn! Welke lot de fraaie houtopstanden tussen Bosstraat en Eigendomweg zul len ondergaan moeten we overigens maar afwachten... Het gemeentebe stuur vergist zich echter deerlijk als het denkt nu de strijd in zijn voordeel te hebben beslist, want de meest funda mentele bezwaren van de tegenstan ders van het Centrumplan én van de provincie blijven bestaan: - de noodzaak van een kompleet nieuw winkelapparaat is nimmer aange toond; - de plaatsbepaling is volstrekt wille keurig, waardoor de daarbij geprojek- teerde openbare voorzieningen (ge meentehuis, politieburo, postkantoor) allesbehalve centraal in Soest komen te liggen. Wat het eerste bezwaar betreft: als de gemeente stelt, dat het hier niet gaat om een stadscentrum (wat de provin cie vreest), maar om een wijkwinkel centrum, voor welke wijk(en) is het dan bestemd? Niet voor Soest-Zuid: voorzover de voorzieningen daar uitbreiding behoe ven ligt een meer centrale situering in die wijk voor de hand, bijvoorbeeld ter plaatse van het huidige autobusstation, eventueel bovendien op het „Rand stad"-terrein. Ook niet voor het Smitsveen, laat staan voor Overhees: daarvoor is een ligging van het centrum bij station Soest-Zuid veel te excentries. Het is onaanvaard baar dat zeker de bewoners van Over hees - en de nog te realiseren gedeelten daarvan liggen zelfs nog verder weg - voor hun dagelijkse inkopen een derge lijke afstand zouden moeten afleggen. Over andere delen van Soest behoeven we niet te spreken: ze liggen alle nog verder van het Centrumplan-gebied vandaan en beschikken over eigen winkelcentra. Kortom, wat het gemeentebestuur ook moge beweren, het gaat hier niet om een wijkwinkelcentrum, maar om een stadscentrum, wat eens te meer blijkt uit de voorgestelde - doch met slechte argumenten onderbouwde - koppeling van winkels en openbare voorzienin gen. Des te interessanter bij dit alles is, dat uit steekproeven onder Soester winke liers is gebleken, dat zij geen enkele behoefte hebben aan de nieuwe winkels waarin het Centrumplan voorziet en dat zij er allen dan heen zouden gaan, als ze daarmee ongewenste konkurren- tie van buiten Soest buiten de deur kunnen houden. Waar zij wél behoefte aan hebben is de mogelijkheid hun bestaande bedrijven uit te breiden. Maar juist dat wordt door het gemeen tebestuur verhinderd om de „door stroming" naar het nieuwe centrum veilig te stellen..., praktijken, die in een demokratische rechtsstaat ontoe laatbaar zijn. Afgezien daarvan bete kent die „doorstroming", dat (wat in dit blad al eerder uitvoering is aange toond) de minder sterke bedrijven moeten achterblijven of zelfs verdwij nen, met name de buurtwinkels „om de hoek". Resultaat: nóg meer mensen moeten op grotere afstand hun bood schappen doen. Voorwaar, een vreem de en bovendien totaal achterhaalde manier om de winkelstand „gezond te maken..." Over de financiële haalbaarheid van het plan kan men eveneens grote twijfels hebben: in de praktijk blijkt steeds opnieuw, hoezeer de kosten van dergelijke projekten tegenvallen, en niet alleen Hoog-Catharijne! Ervan afgezien, dat eens te meer alleen de meest draagkrachtige bedrijven van binnen of buiten Soest kunnen „door stromen" naar het nieuwe centrum, zullen de gemeentelijke belastingen dan fors omhoog moeten. Een keiharde kosten/baten-analyse is hier dan ook beslist op zijn plaats, want het ziet er wel naar uit, dat door de oppervlakkige rekenwerk van de gemeentelijke plan nenmakers de eenvoudige burger straks weer eens het schip in gaat! Wat het tweede bezwaar betreft: nu de doorgetrokken Dalweg binnenkort een feit is, is een situering van gemeente huis, politieburo en postkantoor daar pas werkelijk centraal te noemen. Dat door het gemeentehuis bij het station Soest-Zuid te situeren het straks voor een veel groter deel van de inwoners van Soest gunstiger gelegen is dan thans het geval is, zoals het gemeente bestuur stelt, is dan ook zonder meer een staaltje van tendentieuze voorlich ting. Al deze bezwaren tegen het Centrum plan kleven niet aan het SoeSTERplan, dat uitgaat van geleidelijke groei en verandering en daarmee mogelijkhe den biedt tot het bijstellen en sturen van ontwikkelingen, en dat niemand iets bij voorbaat wil opdringen, in tegenstelling tot het plan van de ge meente. Het SoeSTERplan ontziet ge groeide situaties. De essentie van dat plan is als volgt samen te vatten: - een wérkelijk centrale situering yan openbare voorzieningen zoals gemeen tehuis, politieburo en postkantoor, die gefasserd zouden kunnen worden uit gevoerd in een tempo, dat op prioritei ten en financiële mogelijkheden is afgestemd; - geen koppeling van openbare voor zieningen aan winkelvoorzieningen zo- langde noodzaak daarvan niet overtui gend kan worden aangetoond; - creëren en uitbreiden van winkel voorzieningen daar, waar dat gewenst is: bestaande winkelconcentraties „oppeppen" en nieuwe realiseren waar ze het dringendst nodig zijn, met name in Overhees. De conclusie van dit alles is overduide lijk het gemeentelijke Centrumplan is op drijfzand gebouwd en verdient een onomwonden „nee!" in de vorm van een lawine van bezwaarschriften. Daarentegen zou het alternatieve Soe STERplan als basis voor de verdere ontwikkeling van Soest gekozen moe ten worden. P.S.: Zolang de drie grote politieke partijen in Soest de tegenstanders van het Centrumplan in eigen kring botweg negeren en het gemeentebestuur kri tiekloos steunen in plaats van zijn heilloze, geldverslindende plannen makerij en machthebberij om te bui gen in een nuchter, procesmatig volgen van de situatie, zoals die wérkelijk is in Soest, doen ook hün aanhangers er goed aan, bij de komende raadsverkie zingen die partijen te steunen, die tenminste de politieke moed bezitten om slecht te noemen wat slecht is en goed, wat goed is. Geen vuile-handen- politiek in Soest! IR. J. G. NUIJTEN B.I., ARCHITEKTBNA. Onder de titel De Gemeente Soest vraagt Uw aandacht voor: Een peper duur plan? wordt enige voorlichting gegeven over de financiering van het Centrumplan. „De inwoners betalen niet mee aan de kosten van aankoop, en in de kosten van aanleg van de wegen, de riolering e.d.", aldus de gemeente. Dit is een onjuiste voorstelling van zaken. Het was beter geweest om te stellen dat de inwoners niet via belas tingheffing mee betalen aan het cen trum. Niet vergeten mag worden dat als onze middenstanders 16 miljoen moeten neertellen - zoals wordt gesteld dit bedrag plus rente moet worden terugverdiend. Dit uiteraard als we faillissementen buiten beschouwing la ten. Dit plus het geld benodigd voor de noodzakelijke winkelpanden moet op tafel komen via verhoogde omzetten en verhoogde marges. Het verhogen van de omzetten kan alleen ten koste van andere middenstanders die niet in het centrum zitten (zie Winkel Onderzoek Eemland). Verhoogde marges bete kent verhoogde prijzen. Er is geen ontkomen aan, de bewoners van Soest zullen 16 miljoen plus rente plus de te bouwen panden plus de buiten het centrum nodige verkeers- voorzieningen, plus tegenvallers moe- ten opbrengen. Ja, ook extra ver- keersvoorzieningen, want centralisatie van winkels veroorzaakt concentratie van verkeer. Dat een deel van de 15 miljoen voor de Centrumweg in feite dient ter ontsluiting van het centrum, is duidelijk. Vergeet niet, we praten over globaal 1.600 plus, plus, plus per Soester gezin, dat komt niet zomaar uit de lucht vallen, iemand in Soest zal het moeten betalen. O ja, plus 13 miljoen voor het raadhuis, plus een groot deel van de 7 miljoen voor het politiebu reau. Hierop zijn vele miljoenen te besparen wanneer een en ander wordt gerealiseerd in de onmiddellijke om geving van het bestaande raadhuis. Dan hoeven niet alle bestaande gebou wen te worden afgedankt en ontstaat er geen onoverkomelijke scheiding met het grote gebouw gemeentewerken. Voor het situeren van de nodige uit breiding in die hoek in plaats van in een nieuw centrum of aan de Dalweg is meer fantasie nodig, dat wel. Ook de „kathedralenbouwers" komen niet aan hun trek, want die hebben weidse ruimten nodig. Met wat fantasie kun nen we ons wel enkele tientallen mil joenen besparen, dat is enkele duizen den guldens per gezin. Onze eerste belastingverhogingen zijn al goedge keurd, ter gewenning..." ERNST J. HOLTROP „In het winkelgebeuren zien we toch een concentratie van winkels tot stand komen, omdat diverse verspreide winkeliers door leeftijd of teruggang van de omzet afhaken of zich In één van de bestaande centra vestigen. De Van Weedestraat zit momenteel qua belangstelling als vestigingsplaats behoorlijk in de lift. Anderzijds zijn de prijzen om daar een plaats in te kunnen nemen angstwekkend. Onwillekeurig vraagt men zich af of dit economisch nog verantwoord is". Dit zei voorzitter van de Soester Ondernemer, de heer K. Kok in zijn jaarrede tijdens de jaarvergadering van deze belangengroepering. De ontwikkeling leidt volgens hem tot het raadplegen van deskundigen bij het doen van verschillende stappen. „De gegadigden voor het nieuwe centrum zullen - als dit verwezenlijkt wordt ook terdege met ter zake kundige personen de zaken door moeten spre ken. Ook de bonden, waar wij via de Soester Ondernemer bij aangesloten zijn, kunnen hierin een belangrijke bijdrage leveren. „De enorme bedragen van pand, in richting en goederen noodzaken welis waar verantwoordelijkheid te durven nemen, maar het mag niet een sprong in het duister zijn". Tot slot besteedde de heer Kok enkele woorden aan „de moraal". Laten we eens letten op de neergaande morali teit. De wijze waarop men tegen elkaar van leer trekt en zelfs een mensenleven tegenwoordig niet meer telt, doet ons met zorg de toekomst tegemoet gaan. Velen menen hun recht te moeten verdedigen of te halen op een wijze, die iedere samenspreking onmogelijk maakt. In onze eigen woonplaats zien we hoe droevig er gereageerd wordt op een plan van de gemeente. We kunnen en mogen er tegen zijn, maar laten we dat dan op correcte wijze doen. Met krachttermen of zware beledigingen zal men nooit resultaat boeken en haalt men zichzelf omlaag. Een rustige dis cussie met een noodzakelijke kennis van zaken zal veel meer overwicht, vertrouwen en gehoor geven". Tijdens de jaarvergadering werd voorts de heer C. Z. Schipper van de Centra in het bestuur afgevaardigd namens de Niekon winkeliers. Hier naast werden vijf oud-bestuursleden bedankt voor de bewezen diensten. Zij werden voor de bestuurstafel geroepen en kregen als blijk en erkentelijkheid enig schrijfgerei aangeboden. Een bij zonder woord van dank had voorzitter Kok voor de heer B. van Hees, die de Soester Ondernemer 25 jaar gediend had. Rabouwen hebben bar en boos huis gehouden in het theehuis 't Soester Hoogt aan de Van Weerden Poelman- weg. Niet alleen werd er voor 1200 gulden aan rookwaar, voor 700 gulden aan drank, voor 90 gulden aan biefstuk alsmede een versterker, cassettedeck en een draaitafel ter waarde van 3000 gulden meegenomen; ook de inventa ris werd vernield. Glaswerk werd stuk gesmeten, het meubilair kapot getrapt en dat alles besproeid met bier. De totale schade is zeker 8500 gulden. Volgens het desbetreffende commen taar op de voorpagina van de Soester Courant van 13 april j.1. en van het aprilnummer op „Op 't Hoogt", zou het Centrumplan mede berusten op het argument, dat de Soester consument in de thans in Soest voorhanden winkelcentra niet zo goed zou worden bediend als van de 30 winkels in het nieuwe plan mag worden verwacht. Dit argument lijkt ons uit de lucht gegrepen. Komende uit Den Haag en Wassenaar wonen we nu bijna 20 jaar in Soest-Zuid, waar onze ervaring is geweest, dat de winkels in Soest-Zuid, Midden-Soest en Soestdijk in geen en kel opzicht onderdoen voor wat Den Haag en Wassenaar hebben te bieden. In Den Haag, Rotterdam en Brussel schijnt men er ook zo over te denken. Als kennissen of familie ons komen opzoeken, plegen zij dikwijls van de gelegenheid gebruik te maken om in Soest inkopen te doen. Zij vinden, dat Soester winkels meermalen waar van betere kwaliteit en goedkoper hebben te bieden dan in hun steden, terwijl men in Soest altijd bijzonder vriendelijk pleegt te worden te woord gestaan. Niet zo lang geleden kwam ook een Nederlander uit Parijs voor familiebezoek naar Soest-Zuid, waar hij tot zijn blijde verrassing in één der kleinere winkels dat ultramoderne dameshorloge vond, waarnaar hij in Parijs vergeefs had uitgekeken, maar waarmee hij nu zijn vrouw op haar jaardag alsnog zou kunnen verrassen. En nog een ander staaltje. In het vroege voorjaar van 1977 was het in In deze courant heeft zeer onlangs een berichtje gestaan waarvan de inhoud kort samengevat hierop neer komt, dat de voorzitter van de WD-fractie me vrouw Korthuis en de VVD-wethouder de heer Ebbers met hun portefeuilles zouden hebben gerammeld teneinde te voorkomen dat een tegenstander van het Centrumplan in de gemeente raad zou komen. Tijdens het open huis dat de WD woensdagavond 19 april hield heeft mevrouw Korthuis dit ontkend met de toevoeging, dat zij „nooit zou willen meewerken aan een dergelijke han- handelwijze; het zou heel onliberaal en ondemocratisch zijn". Deze mededeling heeft mij met enor me verbazing vervuld. In de niet zo lange p.eriode dat ik bestuurslid ben geweest van de VVD afd. Soest-Soes- terberg heb ik tenminste twee maal meegemaakt dat mevrouw Korthuis uit naam van de gehele WD-fractie met de portefeuille rammelde teneinde te voorkomen, dat het afdelingsbestuur het gehannes van de fractie ten aan zien van Centrumplan en Centrumweg openlijk aan de kaak zou stellen, wat tenslotte uitliep op een massaal aftre den van bestuursleden. Als het nodig is, kan ik dat rammelen nog bewijzen ook! En nu ineens zou zo'n handelwijze onliberaal en ondemocratisch zijn? Mevrouw Korthuis, vertelt u de kiezers nu eens duidelijk: wat verstaat u eigenlijk onder het zo graag door u gebruikte woord „volksverlakkerij?" MR. H. H. HOUTMAN Soest, Parklaan 47. België de beurt van de echtgenotes van de Nederlandse officieren in het NAVO hoofdkwartier om de andere officiers- dames een lunch aan te bieden. Dank zij de aangebrachte zaal- en tafelver siering is dit een der mooiste festijnen geworden, die er ooit waren beleefd. Die versiering bestond uit rode, witte en blauwe hyacinthen, die de week tevoren in Soest waren gekocht onder garantie, dat ze ten tijde van het feestmaal op hun mooist zouden zijn. De Keukenhof zou het niet beter heb ben gekund. Soest mag trots zijn op zijn winkels en behoeft zich van enkele kooplekken hier en daar niets aan te trekken. Maar dat neemt niet weg, dat Soest na de snelle toename van het inwonertal der laatste jaren dringend behoefte heeft aan nieuwbouw van woningen voor minder draagkrachtigen en aan nieuw bouw van de daarbij behorende win kels. Dit winkelcentrum kan in dezelf de trant worden gebouwd - daargelaten enkele ondergeschikte verbeteringen - als eertijds de huidige winkelcentra in de diverse wijken van Soest. Maar het zal dan moeten komen - ten gerieve van de cliëntèle zo dicht mogelijk nabij het centrum van de nieuwbouw, d.w.z. het centrum van het thans reeds voor een deel afgebouwde Overhees. Het moet dus niet komen langs de Bosstraat. Daar is Overhees niet mee gediend, terwijl het voor Soest-Zuid wel eens te veel van het goede zou kunnen zijn. De geëigende plaats voor het nieuwe winkelcentrum ligt dus op circa 1% km. van de Bosstraat, ten zuiden van, althans nabij de Konings weg en niet ver van de plaats, waar de Dalweg op de Koningsweg uitkomt. DE HEER EN MEVR. GIEBEL- FERRÉE De heer T. Middelkoop (36). adjunkt- direkteur van de Nederlandse Export Combinatie NEC, is benoemd tot direk teur van deze stichting, die een bunde ling vormt van 460 vnl. middelgrote ondernemingen uit alle geledingen van ons bedrijfsleven. In zijn nieuwe funk- tie is de heer Middelkoop de opvolger van oprichter-direkeur L. Fokkema, die onlangs tot voorzitter werd be noemd. De benoeming is met terugwerkende kracht ingegaan per 1 april j.1. De heer Middelkoop is een typische praktijkman uit de wereld van de ex portbevordering. In een wisselende loopbaan bij de NEC leerde hij alle problemen kennen waar mee ondernemingen uit de diverse vertakkingen van het bedrijfsleven bij hun benadering van de wereldmarkt worden geconfronteerd. Vier jaar gele den verwisselde hij zijn funktie als export-manager voor die van adjunkt- direkteur van het in Soest gevestigde bureau van de NEC. Soest krijgt binnenkort een „bouwwin kel"; een instelling waar men terecht kan met bouwplannetjes, die bij wij ze van spreken nog slechts In gedachte ontwikkeld zijn. In de bouwwinkel treft men dan de directeur van gemeentewerken en een lid van de welstandscommissie, die de aspirant-bouwer/plannenmaker enigszins wegwijs zullen maken in de administratieve rompslomp die hem te wachten kan staan. Geadviseerd zal dan ook worden of het plan al dan niet uitvoerbaar is en/of wat er eventueel aan veranderd zou moeten worden. Eenmaal per maand, op een nog nader bekend te maken vrijdag, zal de „win kel" geopend zijn van 11 tot 12 uur 's morgens. Mocht deze tijd niet vol doen, dan zal bekeken worden of het openingsuur verschoven kan worden. Daarmee is de gemeente tegemoetge komen aan CDA-wens, die al enkele jaren geleden bij het college van bur gemeester en wethouders werd gede poneerd. Veilig Verkeer Nederland is woensdag 5 april, de landelijke voorlichtingscam pagne „Laat zien wat je wilt" begonnen. Doel van deze actie, die tot en met 31 mei duurt, is fietsers - en dan vooral de oudere - tot meer duidelijkheid in het verkeer te brengen. VVN doet echter ook een beroep op automobilisten er rekening mee te houden dat fietsers het in het drukke verkeer vaak moeilijk hebben. Van de 2.432 doden die in 1976 op de weg vielen, reden er 500 op de fiets. Oorza ken van de ongevallen met fietsers waren onder meer het niet of niet tijdig richting aangeven en het niet goed voorsorteren. Ruim een kwart (176) van de slachtoffers onder de wielrij ders was 65 jaar en ouder. Kwetsbaar Dat bejaarden in het verkeer een bijzonder kwetsbare groep vormen, komt ook tot uiting in de cijfers die betrekking hebben op ongevallen met voetgangers. Van de 403 voetgangers die in 1976 het leven verloren, waren er 153 (ofwel ruim een kwart) 65 jaar en ouder. Uit deze gegevens blijkt dus, dat de meeste slachtoffers onder de oudere weggebruikers niet behoren tot de categorie voetgangers, naar men wel licht zou veronderstellen, maar tot de fietsers. Wandkranten De campagne „Laat zien wat je wilt" van Veilig Verkeer Nederland is opge zet in samenwerking met de Centrale Politie Verkeerscommissie (CPVC) en de Verkeerscommissie Openbaar Mi nisterie (VCOM). In het hele land zijn affiches en wand- kranten opgehangen. Daarop wordt de fietsers duidelijk gemaakt dat het no- dig is altijd en overal te laten zien wat ze rijdend op de weg van plan zijn te gaan doen. Via televisie en radio worden op de WN-campagne afgestemde spots uit gezonden. Binnenkort kan een voorstel tegemoet gezien worden het al enige jaren oude bestemmingsplan „Weg over de Eng" in te trekken. Het plan werd reeds gedeeltelijk door Gedeputeerde Staten goedgekeurd, maar ligt sindsdien bij de Kroon. Vier jaar geleden werd de intrekking van het plan opgenomen in de zeven punten waarop toen het college gevormd werd. Twee jaar geleden besloot de raad de plannen voor de Wilhelminalaan, een deel van het tracé van de Weg over de Eng, onaangetast te laten, omdat de laan mogelijk opgenomen zou worden in een verkeersplan ter ontlasting van de woonbuurt 't Hart. Het voorstel het bestemmingsplan nu toch maar in te trekken (ook het gedeelte Wilhelminalaan) werd be sproken in de vergadering van de commissie Ruimtelijk Ordening. Juist met het oog op de toekomst van de Wilhelminalaan. vroegen de CDA-le- den van de commissie zich af, waarom er nu plotseling zo'n haast gemaakt moest worden. Wat waren de conse quenties van de intrekking; kon dat niet in gedeelten, zodat de Wilhelmina laan er buiten bleef. De CDA-ers noemde het voorstel onvol ledig om dat alle verdere informatie over onder andere verkoopverpiichtin- gen, ontbrak. Men wilde dat eerst allemaal op tafel hebben. Goote van de PvdA en Lange van de WD dachten er anders over. Zij waren tegenstanders van het plan de Wilhel minalaan in de toekomst een functie te geven ln de verkeersafwikkeling naar het Industrieterrein (via de Lazarus- berg naar de Vrijheidsweg). Voor hen gold het psychologische belang dat nu aan de inwoners van Soest duidelijk gemaakt werd, dat het plan Weg over de Eng nu volledig van de baan was. Men kwam de CD A-leden in zo verre tegemoet dat men de lopende verkeer stellingen wilde afwachten; maar daar moest dan wel haast mee gemaakt worden. De WD-er Lange wilde vooral de aanwonenden, die intertijd min of meer gedwongen hun huizen aan de gemeente verkochten, niet langer in het onzekere laten. Er moest snel duidelijkheid komen. Voor die duidelijkheid gaat het college zorgen; alle gegevens over eigendoms verhoudingen en contractuele afspra ken zullen op, tafel komen, alsook het resultaat van de verkeerstelling. Stichting Maatschappelijk Dienstver lening Soest. Burg. Grothestraat 51, Soest, tel. 02165- 19004. Spreekuur: Afdeling gezinsverzorging en bejaardenhulp ln Soest: iedere werkdag van 9.00 uur tot 10.00 uur in Soesterberg: in het Dorpshuis, Dorpsplein 17, tel. 03463-2606; Iedere donderdag van 9.00 uur tot 10.00 uur. Afdeling maatschappelijk werk in Soest: iedere werkdag van 9.00 uur tot 10.00 uur en van 14.00 uur tot 17.00 uur, in Soesterberg: eveneens in het Dorps huis; iedere donderdag van 10.30 uur tot 11.30 uur. Maatschappelijk werk Protestants Sociaal Centrum Maatschappelijk werk, gezinsverzor ging en bejaardenhulp voor Amers foort en omgeving. Telefoon 033-10441. Kantoor Braam weg 34, tel. 18140. Spreekuur mej. J. Poortman; iedere donderdagmiddag van 14.00 tot 14.30 uur. ADRESSEN TE SOEST Afdeling maatschappelijk werk: Kantoor Braamweg 34, tel. 02155-18140. Spreekuur van mevr. E. Kamper: dinsdag t/m vrijdag van 9-10 uur en volgens afspraak. Afdeling Gezinsverzorging en bejaardenhulp: Kantoor: Braamweg 34, tel. 02155- 18140. Spreekuur van mej. A. Braggaar: Iedere dinsdagmiddag van 14.00-14.30 uur. Gemeentelijke Sociale Dienst afdeling maatschappelijk werk: Kantoor: Lange Brink weg 79, tel. 16744, toestel 322. Spreekuur maat schappelijk werkenden, maandag t/m vrijdag 8.30 tot 10.00 uur. Soesterberg: dinsdag 14.00-ilT.00 uur hulpsecretarie Dorpsplein.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1978 | | pagina 59