Verv
„Ik voel mij als een tandarts.
waar mensen lan
zig zijn werken
Als de mensen nc
Koning Klant ove
ze een beetje moe
met wat ze kopen
beetje moeten ve
niet op het eers
aanbod moeten i
kunnen ze dikwij
zelfde hoeveelhei<
meer doen.
Overigens heb ik
sie dat een meert
het kijkende publ:
iets leert. Dat hee
zaken. In de eerste
ten de mensen zeil
verstandiger wor
hoor ik zelf ook t
in de tweede plaats
in dit land eens
ving gaan krijgen d
ment meer dan to
bescherming neeml
Ik kom nog even
wat mensen moetei
hebben samen met
een campag ie gev
de niet bonafide 2e
handel. Dan zeggen
dat ze die uitzend
gezien, moesten la<
miskoop van de mi
dan blijkt dat ze z<
aan de hand hel
vraag ik mij op he
ment af hoe zoiets r
Ze hebben het van
kauwd gekregen en
den treure gewaan
kunnen dus weten
hands auto voor d
moet worden geke
zien dient te zijn vi
VAG-bewijs enz. enz
Dan blijkt dat ze d£
niet hebben gedaar
weet ik hoeveel
wingen worden ze
door het aanbod er
stinken ze er in.
Hoe gaat zoiets in
Neem nou eens aa
een bepaalde auto ii
Overal waar je g;
kost dat ding 7000 g
gisch want de verk
garantie, zonder keui
A.N. W.B.-keurings
Nou komt het. Piots<
de auto die je zoekt
koop staan voor 50'
Dan wordt de verlei
5 mille neer te legg
die zevenduizend
sommige gevallen bc
groting gaat. De kooj
sloten zonder goed
garantie, zonder k
begint de ellende. Pr
slimme verkopers v
van gezond verstani
moet voor de deur, O
Helder zal hem te
gen.
Wat we met onze vc
t.a.v. deze handel h
reikt is het feit da
nu kunnen weten we
goed en fout zitten".
„Hoe kom j
onderwerpen v
uitzer
..Er zijn drie bronn
eerste plaats ons gez
nalistieke verstand,
nalist zie en merk
Je vraagt je bijvoo
waarom er tegenwo<
wordt geadverteerd i
leningen. Je gaat ir
en dan blijkt dat vet
in de schuld zitten
dreigen te gaan. Da
het begin van een o
te pakken.
Een tweede bron zijn
mentenorganisaties.
ben allerlei thema's
mentengebied die ze
veel kennis onder de
brengen. In samenwe
die bonden brengen
werpen, onder meer
derzoekresultaten v
bonden op de buis tc b
De derde bron, miss
de meest belangrijl
post. Dagelijks ontv;
tussen de vijftig en
brieven. Zit natuurlij
hoop onzin bij. maa:
voldoende belangrijk
een groot publiek ond
dacht te brengen.
Er zijn schrijnende
bij, maar in negen vi
gevallen is het helaE
eigen domheid van d
te wijten. Met wissele
proberen wij de men
lijks te helpen. Som
soms ook niet.
Koning Klam
door sommigi
kritisch bel
..We zijn altijd heel
zichtig, en wel om d
Soester Courant van woensdag 17 januari 1978
Koning Klant Wim Bosboom
Jan Leijendekker U
„Je had toen een periode, het
was allemaal eenvoudiger dan
nu, waarin de zendtijd voort
durend toenam. Eerst twee da
gen per week, vervolgens drie
totdat televisie dagelijks te be
kijken viel. Met de uitbreiding
van zendtijd waren er uiter
aard ook meer mensen nodig.
De sport ging in de televisie
een belangrijke plaats inne
men. Ik heb ontzettend veel
sport gefilmd met de toenmali
ge Sport in Beeld-producer
Jean Smits en voor AVRO's
Sportpanorama.
Door die zendtijduitbreiding
had de VARA ook meer men
sen nodig. Ik kende er Arie
Kleijwegt - Gijs Stappershoef
en Milo Anstadt. Die hebben
aan mij gedacht op het mo
ment dat de VARA een regis
seur zocht voor een nieuw te
starten aktualiteiten-program-
ma.
Er kwam een sollicitatie-pro
cedure waarin ik meedraaide
met Berend Boudewijn - Emiel
van Moerkerken"
Het meest bekeken informatieve televisie-program-
ma van de Nederlandse televisie is, dat blijkt zonne
klaar uit de kijkcijfers, de veertiendaagse aflevering
van Vara's „Koning Klant". Een magazine met wel
en wee voor en over de consument.
Per uitzending zijn er altijd wel zo'n slordige 3 tot 4
miljoen kijkers die zich voor een zeer realistisch stuk
je consumentenvoorlichting circa 30 minuten willen
vrijmaken. Koning Klant; als programma gehaat -
bewonderd - gevreesd.
Wim Bosboom is sinds vele jaren de captain van het
Koning Klant-team. Exclusief voor de Soester Cou
rant hadden wij deze week met hem een vraagge
sprek over zijn programma - zijn kijkers - zijn am
bities.
„Wie is
Wim Bosboom?"
,,Mijn wieg, zal ik maar zeg
gen, stond in Borculo. Op 9
november 1928 was het dan zo
ver. Ik heb geboft, want ik
werd net geboren na de legen
darische stormramp die er
kort tevoren had plaatsgevon
den. Mijn vader was er domi
nee, Nederlands-Hervormd
predikant. We verhuisden naar
Rotterdam. Daar deed ik HBS-
B, vervolgens voor mijn num
mer bij de Koninklijke Marine
als verbindings-officier bij Hr.
Ms. Onderzeedienst.
Na mijn diensttijd gaan wer
ken bij de exportafdeling van
Talens. Toen al driftig op stap
in tal van Europese landen
voor het bezoeken van allerlei
agenten. Ik h^d het er na ver
loop van tijd wel bekeken.
Het geheimzinnige medium te
levisie waarover toen veel
werd geschreven maar waar
van de meeste stervelingen nog
niets hadden gezien oefende
een grote aantrekkingskracht
op mij uit. Voor mij stond toen
al vast dat de filmwereld de
springplank naar Bussum
moest worden. Ik solliciteerde
bij het Haarlemse Multi-film,
een bedrijf in opkomst dat veel
contacten met televisie had.
Praten met baas Jan Derks,
oud hoofdredakteur van het
dagblad De Tijd. Na een lang
durig sollicitatie-gesprek
stuurde hij mij naar een res
taurant met de opdracht een
uitsmijter te gaan nuttigen. In
mijn lunchtijd zou hij telefo
nisch nadere inlichtingen over
mij gaan inwinnen. Een half
uur later, want wat is tenslotte
een uitsmijter, zat ik weer aan
zijn bureau en nam de mede
deling in ontvangst dat ik als
lampenpoetser aan het werk
kon gaan.
Twee uur later werd ik door
een ander directeur ontvangen,
de nu inmiddels overleden Mul
ti-film direkteur J. Verschu
ren. Aardige man en opmerke
lijk openhartig. Hij maakte mij
duidelijk dat carrière maken
in het filmvak een lange moei
zame weg zou worden waar
over er in het verleden meer
waren gestruikeld dan ge
slaagd. Hij schilderde alles
zeer negatief af. Rare werk
tijden, dag en nacht beschik
baar zijn, een magere honore
ring. Zijn slotopmerking luid
de: ,,Ja als u nu met alle ge
weld wil moet u het zelf weten,
maar persoonlijk zou ik u deze
baan niet adviseren". Toch
maar wel gedaan. Voor veertig
harde guldens in de week
mocht ik gaan beginnen. Niet
veel in vergelijking met de 600
gulden die ik in de maand bij
Talens verdiende. Maar ja een
mens wil wel eens wat anders.
Mijn vader, die inmiddels do
minee in Weesp was geworden,
twijfelde aan mijn verstand
toen ik hem van deze transfer
op de hoogte bracht. Na een
maand, ik ging toen al wat
meer verdienen, waren zijn
boosheid en vertwijfeling ver
dwenen. Ik paste mij aardig
aan bij het werk. Mijn groot
vader had mij altijd geleerd:
mond houden en in je werk
altijd doen wat ze willen. Toen
ging dat nog zo en dat heb ik
dan maar gedaan. Ik ben er
nooit slechter van geworden.
Tegenwoordig is dat allemaal
wat anders.
Via eerste lampenschoonma
ker werd ik assistent camera
man en intussen hield ik ogen
en oren wijd open. Tenslotte
kwam het zover dat ik zelf
standig met een camera er op
uit mocht trekken".
„Wat waren de
grote klussen?"
„We zaten toen al in de tele-
visie-journaal-molen. Het NTS-
journaal was nog een soort
filmjournaal op de televisie,
terwijl het nu een nieuwsdienst
is. De nieuwsberichten worden
voorgelezen, met af en toe een
foto of filmillustratie. Er was
in die tijd erg veel Nederlands
en weinig buitenlands nieuws.
Wat het werk betreft waren er
voor mij geen dingen die er uit
schoten en die ik als herinne
ring tot aan mijn dood zal be
waren.
Het kwam neer op lange reek
sen films over Koninklijke be
zoeken in binnen en buitenland,
openingen en tentoonstellin
gen, vliegtuigrampen, noodlan
dingen en gestrande schepen,
beroerde dingen.
zoals die misschien nu wel
eens, ten onrechte overigens,
op de mensen overkomt, maar
de VARA was en is nog steeds
een keurige sociaal-democrati
sche omroep. Met de Partij van
de Arbeid links van het mid
den.
Tekenend was bijvoorbeeld
dat mijn vader als dominee er
geen enkel bezwaar tegen had.
Ik heb toen gesolliciteerd en
in gesprekken met Gijs Stap
pershoef en Piet te Nuyl werd
ik onder meer getest op mijn
politieke inzichten. Een van de
vragen luidde wat ik van de
kwestie Nieuw Guinea vond
,,Nou wat mij betreft doen ze
het weg", was mijn reactie.
Het bleek het enig goede ant
woord te zijn, want als ik zou
hebben geopperd een expedi-
tionele macht te sturen dan zou
ik waarschijnlijk niet zijn aan
genomen.
Maar nou komt het aardige.
Na verloop van tijd krijg ik een
brief met de mededeling dat
de keus niet op mij gevallen
was. Daar was ik meer dan
razend over, want tegelijker
tijd liep er nog een andere sol
licitatie en wel bij het NTS-
journaal. Bouke Poelstra had
mij bij Carel Enkelaar voor
gedragen als aankomend re-
dakteur-verslaggever. Daar
had ik stemtesten afgelegd en
het zat er in dat Carel mij wel
wilde hebben, alleen de datum
van indiensttreding was wat
vaag. Het kwam nog allemaal
goed toen bleek dat een typiste
van de postkamer in de fout
was gegaan. Bij televisie-se
cretaris Willem Rengelink
moest ik tenslotte het ja-woord
komen brengen. Ik moest kie
zen tussen de VARA-nu of
de NTS straks. Het werd, ook
al omdat Rengelink mij geen
bedenktijd liet, het eerste.
„Hoe en wanneer is ko-
ning klant ontstaan?"
„Ik was al bij de VARA toen
het programma bestond. Er
was toen een bijzonder goede
documentaire afdeling o.l.v.
een journalist van Het Parool
Gerrit Schilder. Hij nam als
zeer bekwaam journalist dat
programma-onderdeel voor
zijn rekening, deed dat in sa
menwerking met presentato
ren als Netty Rosenfeldt en
Gerrit Eerenberg. In die tijd
werkte ik als redakteur-ver-
slaggever bij Achter het
Nieuws, samen met Koos Pos-
tema, Wil v.d. Smagt, Bas
Roodnat en Herman Wigbold.
Jarenlang werkten wij in deze
formatie door. Dan komt er een
dag dat de mensen op eikaars
zenuwen gaan werken. Het
ging niet goed meer met die
ploeg. Met mij niet, met de an
deren niet. Er was altijd ruzie
en gedoe en dan besluit je
elders in het bedrijf eens te
gaan neuzen.
Dat lukte in eerste instantie
niet en het had weinig gescheeld
of ik was via VPRO's-direk-
teur Arie Kleywegt bij de
VPRO terecht gekomen. Ik
was er practisch aangenomen
totdat Otto Montagne, toen ad-
junct-direkteur VAR A-tele
visie, mij vroeg om de vertrek
kende Wil v.d. Smagt als Ko
ning Klant-opperhoofd op te
volgen. Daar heb ik niet lang
over hoeven na te denken. Ik
had en heb veel belangstelling
voor consumentenzaken en
milieu-problematiek en zag
die zaken meer zitten dan het
maken van documentaires voor
de VPRO.
„Wat is er na jouw
komst bij koning klant
veranderd?"
,,Je kan niet zeggen dat er iets
van de ene dag op de ander is
veranderd. Gerrit Schilder die
met het programma is begon
nen had zo zijn eigen manier
van werken. Die heeft er een
zwaar stempel op gedrukt. Zijn
opvolger Wil v.d. Smagt had
weer een andere kijk op de
zaak, en ook ik heb natuurlijk
bepaalde opvattingen en uit
gangspunten. Mijn manier is
geweest dat ik het in principe
onjuist vind achter anderen
aan te hollen. Als een ander
wat publiceert dan is voor mij
de room er af. Je kunt er na
tuurlijk niet altijd omheen. Er
zijn veel geldvragende onder
zoeken die door Consumenten
bonden worden verricht en het
zou onzin zijn daaraan
als Koning Klant voorbij te
gaan. In principe moet onze
rubriek zelfstandige consu-
mentenjournalistiek brengen.
Gerrit Schilder deed hetzelfde.
Wat ik wel heb gedaan in Ko
ning Klant is de milieu-proble
matiek aan de orde stellen,
energie-verbruik, vervuiling
door middel van wasmidde
len."
„Wat beoog je nog
meer met Koning
Klant?"
,,Een ding staat vast. Je moet
nooit het effect van televisie
programma's overschatten.
Die hebben niet de invloed die
men ze wel eens ten onrechte
toekent. De geschreven dingen
„Koning Klant"-team: v.l.n.r. Hans de Graaf Bierbraucr, Wim Bosboom en Jan Verstccgh
Wim Bosboom
Leny h08,t-rn'a"> Presentatrice vat, Klan,..
Hoe werd je
filmjournalist?"
,,Je kan zeggen dat ik mijn
opleiding van Carel Enkelaar
heb gehad. Die was toender-
tijd een zeer knappe hoofdre
dakteur van het NTS-journaal.
Met cameralieden als Piet
Kaart, Fred Romijn en Frans
Verhey zijn wij vanaf de eerste
dag bij de vervaardiging van
het NTS-journaal betrokken
geweest. Samen met de redac
tionele staf bestaande uit Carel
Enkelaar, zijn secretaresse
Rennie Parera, Coen van Hoe-
wijck, Roel Rensen, Jan Ger
ritsen en Bouke Poelstra
maakten wij de dagelijkse uit
zending.
Wat ik daar leerde was journa
listiek, maar dan met de came
ra. Dat was dus een heel ande
re manier om in de journalis
tiek te komen dan vandaag
de dag. Ik was een van de
eerste televisie-journalisten.
Dat heb ik mij zelf in de eerste
plaats moeten leren, maar ik
geef toe dat mensen als Enke
laar, Van Hoewijck en Poel
stra mij daarbij wel geholpen
hebben. Stuk voor stuk mannen
die met hun vakkennis aan
mijn vorming hebben bijgedra
gen.
Naast mijn werkzaamheden
voor het journaal moest ik op
draven voor het werk van de
omroepen. Ik maakte buiten
opnamen voor toneelstukken,
werkte mee aan filmopnamen
voor de Tom Manders-shows,
kortom je kunt het zo gek niet
bedenken of ik heb er in die
begintijd wel mee te maken ge
had. In die tijd zijn wat inten
sievere contacten ontstaan met
mijn huidige werkgever, de
VARA".
„Waarom ontrouw
aan de camera?"
„Eem mens zijn lust is een
mens zijn leven. Als mensen
tot aan hun pensioen willen
blijven filmen dan moeten ze
dat zeker doen. Het is een
wonderschoon beroep.
Aan de andere kant, als je ou
der wordt, is het niet meer zo
leuk bij nacht en ontij op daken
en brandladders te klimmen.
De mensen die dit beroep kie
zen vergeten wel eens dat het
een ontzettend zwaar vak is.
Nooit vaste werktijden, het
werk is pas af als het klaar
is - dagelijks dag in dag uit.
Beslissend voor mijn besluit is
een ander facet in dit boeien
de vak geweest. Als camera
man moet je uiteindelijk toch
doen wat een ander je op
draagt. Dan gebeurt het dat
je ook te maken krijgt met
minder goede regisseurs en je
dan gaat afvragen of je de op
dracht naar eigen inzicht niet
veel beter had kunnen maken.
Die gedachten gaan wortel
schieten en dan komt er een
dag dat je besluit eens te gaan
veranderen. Wat film en gewo
ne journalistiek betreft: ik hou
zowel van de moeder als van
de dochter".
„Wanneer kwam
de VARA in zicht?"
„Zoon van een
dominee, de Konin
klijke Marine, hoe is
dat te rijmen met de
VARA?"
Lachende Wim Bosboom: ,,Je
moet niet kijken naar de VARA