00D
RIES
"„Rooie Sien" (Carry Tefsen)
i
i
Carry Tefsen
en Soest
5.25
1.39
,el 1.98
3.25
2.05
101 1.09
3.98
1.25
1.59
0.63
1.59
0.99
0.89
1.19
0.98
0.89
iedingen
ig van
ebruari
Ie pekel
auto!!
Vandaag, woensdag 31 januari vindt de eerste trekking plaats van
de loterij Soest 950. Leek het er aanvankelijk op dat de eerste te
vens de laatste trekking zou betekenen, dezer dagen is besloten dat
de voor Soester begrippen gigantische loterij, die plaats vindt in het
kader van het 950-jarig bestaan van Soest, zal worden voortgezet.
De bekende actrice CARRY TEFSEN, woonachtig in Soest, is deze
maand „beschermvrouwe" van de loterij Soest 950. Uw lot ligt van
daag in haar handen. Wanneer de prijswinnaars bekend zijn
vertrekt CARRY TEFSEN richting Amsterdam om er in theater
Carré als ROOIE SIEN triomfen te vieren. CARRY TEFSEN, als
artieste hoog genoteerd in de wereld van toneel - film - mu
sical - cabaret en televisie. In dit nummer van de SOESTER COU
RANT kunt u nader met haar kennis maken.
12
Soester Courant van woensdag 31 januari 1979
13
„Ik ben een hardstikke
gelukkig mens.
„Jansie" in De Jantjes
Plaats van handeling: een wat achteraf gelegen huis in de Va-
leriaanstraat. Meest op de voorgrond tredende bewoners: Car
ry Tefsen, haar man Gerry, de kinderen Maud, Kim en Leyn.
De kinderen werken of zijn naar school, Ger allerminst op pu
bliciteit gesteld is naar een verdieping hoger vertrokken,
Carry serveert thee en biscuits. Thuis in een bijna typisch
decor met planten zo groot als bomen lijkt ze in niets op „La
Tefsen", de theatervrouw. Gekleed in een goed sluitende spij
kerbroek beweegt ze zich blootsvoets bijna geruisloos in haar
Soester huis. Buiten heeft de winter voor het eerst goed toe
geslagen. Carry Tefsen, 40 jaar, op het eerste gezicht best een
jgelukkig mens.
Dit is haar verhaal.
A,Ik ben geboren in Nieuwendam, aan
fde overkant van 't IJ, dus zeg maar
Amsterdam. Mijn vader was leraar
laan een ambachtschool, moeder huis-
Vrouw en leidster van tal van Am
sterdamse kinder-operettes.
zijn vrije tijd was vader zondag-
fechilder en hij hield er verder tal
van andere kunstzinnige fratsen op na.
Ondanks de toch wel artistieke inslag
van mijn ouders stelden zij zich op het
Standpunt dat hun enig kind in het
latere leven een solide beroep moest
jiebben. Het zou het onderwijs moeten
gaan worden. Daaraan vooraf ging de
vrije school van Rudolf Steiner in
Amsterdam, jarenlang iedere ochtend
net het bootje 't IJ over naar school.
[Toch ben ik als kind al een heel klein
beetje met „het vak" in aanraking ge
komen. Officieel was ik geen lid van
pe kinderoperette, maar toch konden
ze in vele gevallen niet om mij heen.
Als ik thuis weer eens huilerig op mijn
noeder zat te wachten dan gebeurde
het wel eens dat ik'op de meest on
verwachte momenten naar het theater
werd gesleept. Ondanks mijn bronchi-
Ltus had ik een aardige stem, en wan
neer ik het geluk had dat- een ka-
pouter of elfje ziek was geworden dan
noest ik hals over kop de rol over-
hemen. Op de première stonden mijn
noeder en ik dan te trillen van de
feenuwen, maar heerlijk was 't wel.
Eigenlijk hebben du .nvalsterstoestan-
pen mij mijn hele leven achtervolgd.
Bij „DE MAN VAN LA MANCHA"
heb ik ongeveer precies hetzelfde mee-
-gemaakt. Op het laatste ogenblik een
ppengevallen plaats innemen en dan
naar zien wat je er in korte tijd van
naakt. Maar dat was allemaal later,
^lijn ouders vonden kunst best leuk en
aardig mits je er maar niet je beroep
Van maakte. Het werd dus het onder-
Vijs.
Na drie jaar had ik mijn A-akte, maar
1 'ik was tegelijkertijd helemaal hard-
Tstikke gek geworden.
Rik dacht: ik verdom het, ik ga niet
fvoor de klas staan, ik ga schilderen.
BNou dat heb ik geweten.
6 Bij een Amsterdamse firma aan de
lAmstel ben ik Iampekappen gaan
I schilderen. Dolle taferelen. Ik had er
i minder dan een half jaar voor nodig
om te ontdekken dat dat 't ook niet
was wat ik mij had voorgesteld.
Terug naar school en in twee jaar
tijd mijn B-akte gehaald. Toen in
VVeesp het onderwijs in. Ruim twee
jaar voor de klas gestaan en al mijn
vrije tijd besteed aan het nemen van
balletlessen. Ik was een betere leer
linge dan lerares, waarmee ik wil
zeggen dat het bloed toch kruipt waar
het niet gaan kan. Het absolute keer
punt in mijn leven vond plaats in Am
sterdam.
Op een avond ontmoette ik in een
snackbar op het Leidseplein een meisje
dat duidelijk zoveel met ballet te ma
ken had dat ik haar vroeg: „Dans
jij?" „Ja" luidde het antwoord en te
gelijkertijd vroeg ze mij of ik geen
werk had. Ik wat zielig doen met als
resultaat dat ze mij een baantje be-
_zorgde als balletgirl in de nachtclub
van RIEK JANSEN en KEES MAN-
DERS.
Mijn ervaring bestond uit balletuitvoe
ringen bij de stichting Jeugd en Mu
ziek. Het vak kwam ik binnen dansen
in een nachtclub op het Thorbecke-
plein. Van acht tot vier uur in de
nacht werd je geacht daar aanwezig
te zijn. Het was daar een revue-achti-
ge toestand waarin Riek Jansen de
grote vedette was. Ik kwam iedere
avond in vijftien dansen uit. Riek zong
de liedjes, de zes dansgirls waren de
versiering. Je liep met pluimen op je
hoofd en werd gestoken in zeer oude
costuums die Mandeis tegen een
zacht prijsje van het Parijse Lido
had overgenomèn. Het was een god
delijke ervaring.
Als ik de schmink maar rook. Wist
ik veel. Toch was ik toen al als 22-
jarig meisje een knap eigengereid per
soontje. Ik deed dingen die ik nu met
meer in mijn hersens zou halen. Het
beviel mij bijvoorbeeld niet dat we
toch moesten dansen als er zelfs geen
hond in de zaal zat. Ik stelde mij
op het standpunt dat dansen voor een
lege zaal een weinig zinvolle bezigheid
was.
Daar dachten MANDERS en RIKA
JANSEN anders over. Toch voet bij
stuk gehouden en toen we weer eens
voor een nagenoeg lege zaal moesten
optreden heb ik mij omgekleed en ben
vertrokken. Nou was dat op zichzelf
niet zo'n indrukwekkende daad want
als balletmeisje verdiende ik toen een
salaris van 55 gulden per week, zes
dagen werken van 8 tot 4. maar ja
ik moest zo rvodig.
Overigens wil ik daarmee mijn toen
malige werkgevers niet in een kwaad
daglicht stellen. Danseressen werden
en worden überhaupt zeer slecht be
taald. Ze werken ongeveer het hardst
in de show, moeten er meer voor laten
dan wie ook, maar worden het slechtst
betaald. Dat was zo, dat is zo en dat
zal wel zo blijven ook. Waar het in
zit weet niemand. Het is eigenlijk
een rotberoep. In de avonduren wer
ken, overdag trainen en de zekerheid
hebben dat je op een bepaalde leef
tijd als danseres hebt afgedaan.
Het was overigens niet zo heel moei
lijk met zo'n salaris elders aan de
slag te komen. Kort daarna ging ik
als danseres op tournee met de K.R.O.-
revue van BERRY KIEVITS en GE-
RARD WALDEN. In die tijd was ik
al in verwachting van Maud. dus lang
heeft die verbintenis niet bestaan.
Na de geboorte van mijn oudste doch
ter naar de mime-school van WIL
SPOOR gegaan en vandaar uit naar
het cabaret van JAAP VAN DER MER-
WE. Ik had het net over geld, maar
daar was het helemaal armoe troef.
Ik verdiende er dertig gulden per
avond, maar wat je er voor moest
doen!Iedere middag repeteren en dan
met de trein naar de plaats van be
stemming. Ik heb het in een Rotter
damse nachtclub meegemaakt, Jaap
was al naar huis, dat we tot vier uur
in de nacht werkten. Geen geld voor
een taxi en dan zat je 's ochtends half
zes rillend van de kou te wachten op
de eerste trein. Mijn eerste grote werk
kwam in de musical „OLIVIER"
waarin o.a. JOHNNY KRAAYKAMP
meespeelde. Ik had auditie gedaan
in het Amsterdamse De La Mar thea
ter en verdomd, de Engelse producers
de Nederlandse geldschieters Meer
burg en Hofmann zagen het in mij.
Gewoon het geluk gehad dat ik veel
op het Engelse meisje leek dat in de
Londense musical meespeelde. Ik heb
er veel plezier gehad, hard gewerkt
en het een en ander geleerd. Jammer
genoeg moest het mij uitgerekend
weer overkomen dat de musical in
commercieel opzicht allesbehalve een
sukses werd. Door het waanzinnige
sukses van „MY FAIR LADY" had
men er alles van verwacht. Het een
en het ander waren echter niet met
elkaar te vergelijken. MY FAIR LA
DY was een musical met schitterende
costuums en décors, fantastische ver
lichting, gewoon een show: OLIVIER
'"Was veel soberder. Donker belicht,
grauw, schimmig, nergens iets van
glittering of klatergoud. We waren
er te. vroeg mee. Ik ben er van over
tuigd dat als het nu zou spelen de
mensen er wel op zouden afkomen.
Mensen zijn nu gewend aan dit genre,
toen nog niet.
Na OLIVIER ben ik gedoken in het
cabaret. Kwam in Haarlem bij het
cabaret ADAM en EVA van FIET en
FRANS KOSTER terecht. Heeft ook
geen mensenleven geduurd en vervol
gens het cabaret van WIM en CORRY
VONK. Daar heb ik ontzettend veel
van het vak geleerd. Niet door na te
spelen wat anderen mij vertelden.
Stomweg door tijdens het solo-optre
den van WIM KAN na de pauze tussen
de coulissen te staan en er alleen
maar te kijken. Kijken naar Wim en
dan leer je wat timing is.' Dat is le
ren hoe en wanneer je een grap
plaatst en dingen zegt. Wim zei wel
eens tegen mij: „moet je opletten: als
ik kuch voor ik die grap plaats gaat
het mis. doe ik dat niet dan komt
het over". WIM KAN en CORRY
VONK. schatten van mensen, maar
erg apart. Ze zijn erg op zichzelf en
leiden een volkomen eigen leven. WIM
KAN bemoeit zich bijna helemaal niet
met de mensen die bij hem werken.
Logisch want de man is voor en tij
dens iedere voorstelling met zijn con
férence bezig. CORRY VONK is an
ders. Had zo'n beetje de leiding over
ons, moederde een beetje, kortom een
gezellig moppig vrouwtje. Altijd goed
voor klassieke verhalen uit het vak.
Ook daar was het in financieel op
zicht geen vetpot. Ze hadden een
beetje ouderwetse instelling. Je werd
slecht betaald, ik verdiende er toen
500,- per maand, ze overstelpten
je met cadeaus. Met Kerstmis mochten
alle medewerkers een verlanglijstje
indienen. Pianist RU VAN VEEN bij
voorbeeld vroeg en kreeg een kostbare
bandrecorder, zelf kreeg ik een schit
terende antieke spiegel, en weer een
ander ontving warme wollen dekens.
Misschien vreemd, maar toch wel ont
zettend leuk en aardig.
Na WIM en CQRRY is het allemaal
heel hard gegaan. Twee verrukkelijke
seizoenen met LEX GOUDSMIT in de
musical „ANATEVKA". daarna
weer met LEX GOUDSMIT en GUUS
HERMUS een fijne rol in de musical
„DE MAN VAN LA MANCHA".
Voor LEX GOUDSMIT liep die musi
cal op een teleurstelling uit. Hij
speelde er een volkomen andere rol
in dan bij ANATEVKA. Toen kreeg
hij het van publiek en pers op z'n
boterham. Zo in de geest van; nou
LEX GOUDSMIT is ook niet meer
wat hij geweest is. Zo zijn mensen.
Vandaag staan ze voor je te juichen,
morgen schrijven ze je het graf in.
Hoe verschrikkelijk ongelijk men had
heeft LEX later bewezen. In Londen
heeft hij als Nederlander met waan
zinnig veel sukses opnieuw de hoofd
rol in ANATEVKA gespeeld.
LEX in Londen, ik in Amsterdam.
Daar mijn eerste kennismaking met
het toneel. Speelde mijn eerste toneel
rol bij het Amsterdams Volks Toneel
van BEPPIE NOOY. Bijna tien jaar
geleden was ik er Jansie in DE JAN
TJES. Is twee seizoenen met groot
sukses gegaan. Vanaf die tijd zijn Ger-
rie en ik een eenheid gaan vormen.
Na „DE JANTJES" heb ik met BOB
DE LANGE gestaan in „GELD OP
DE BANK". Toen weer een seizoen
terug bij het AMSTERDAMS VOLKS
TONEEL in „HET KIND VAN DE
BUURVROUW". Dag tegen mijn
schoonmoeder gezegd en een jaar lang
op tournee met „INPAKKEN EN
WEGWEZEN", samen met JOHN
LANTING en MARJAN BERK. Terug
naar Amsterdam om op te treden in
„ALS JE LACHT DAN BEN JE RIJK"
en dit seizoen aan het werk als ROOIE
SIEN in het gelijknamige stuk, na
tuurlijk weer door het AMSTERDAMS
VOLKS TONEEL gebracht.
Tussendoor moest Leyn op de wereld
komen en zat er voor mij een verlo
ren seizoen in. Een half jaar lang
heb ik toen nog onder regie van An-
nemarie Prins experimenteel toneel
gespeeld. Iets heel anders, heerlijk om
mee bezig te zijn".
Het wordt tijd voor een wat hartiger
slok. Terwijl de bodempjes van de
glazen onzichtbaar worden verschiet
Carry Tefsen van kleur, en consta
teert: „Ik vergeet je nog te vertellen
dat ik ook bij ANDRÈ VAN DUIN
heb gewerkt. Een zalige jongen, en
o zo'n goeie. Daar ben ik heel erg
gek mee, dat vind ik nou werkelijk
een schat van een jongen. CORRY
VAN GORP heeft daar nu mijn werk
overgenomen.
Soms vind ik het nog wel eens jam
mer dat ik niet meer in de revue
sta. Ligt waarschijnlijk aan mijn ar
tistieke vooropleiding en ervaring. Had
vóór ANDRÈ VAN DUIN baliet, ca
baret, film en toneel gedaan; revue
was nieuw en iets heel anders voor
mij. Ik was er toen ik begon niet zo
op ingesteld. Daarin moet je een goed
eigen nummer hebben. Producer
Joop v.d. Ende heeft tekstschrijvers
opdracht gegeven eerunummer vo'ór
mij te schrijven. Daar is uiteindelijk
Volkstoneel of ander toneel; wie qua
artisticiteit zijn taak serieus opvat
zal het bij alle twee even moeilijk
hebben. Neem nou bijvoorbeeld mijn
rol in ROOIE SIEN. Daar gaat los
van repetities echt wel iets aan voor
af.
Ik heb mij echt wel in het verschijn
sel prostitutie van vroeger en nu ver
diept. De prostitutie in ROOIE SIEN
speelde zich af rond de eeuwwisseling.
Het genre vrouwen in die tijd was ver
slingerd aan een man waarvoor ze
alles, dus ook zich zelf. wilden op
brengen. Vrouwen waren niet zelfstan
dig, de mensen wisten niet hoe ze het
woord feminisme moesten schrijven
laat staan dat ze er ooit iets over
hadden gehoord. De prostitutie van
vandaag heeft in vele gevallen een vol
komen andere oorzaak. Wat ik vrese
lijk vind is dat jonge meisjes, omdat
ze verslaafd zijn aan hard-drugs, op
zo'n manier aan geld willen komen.
ROOIE SIEN als stuk moet je qua
tekst en entourage niet in deze tijd
plaatsen. Het is ondanks het gegeven
nostalgisch. Het blijkt uit de volle
zalen dat mensen behoefte hebben
aan iets dat schijnbaar kinderlijk
overkomt maar toch wel het altijd
kind-zijn raakt. Men stort zich bij ons
in een voorstelling. Huilt - lacht en
weinig zakdoeken zijn er na afloop
droog. Een stuk als ROOIE SIEN is
ook in 1979 nog in staat emoties los
te maken. Op de première van ROOIE
SIEN, waar de chique van Amsterdam
zat,-heb ik persoonlijk meegemaakt
dat er, nadat ik in het stuk werd
Carry Tefsen met Andre van Duin en Frans van Dusschoten
toch niet uitgekomen wat we er van
verwacht hadden. Later is er nog een
nummer voor mij geschreven, maar
toen had ik inmiddels al 100 voorstel
lingen met een min of meer ontevre
den gevoel gedraaid. Ik zou zo weer
terug willen, mits ik de zekerheid
heb dat er een kanjer van een tekst
voor mij klaar ligt waarmee ik uit
de voeten kan".
De ontbrekende aanvulling is ge
maakt, glazen worden opnieuw ge
vuld. CARRY TEFSEN verwelkomt
zoon Leyn met thee en koekjes. Wan
neer hij voorlopig uit het gezichtsveld
verdwenen is vervolgt ze haar CARRY
TEFSEN-story. Heeft even tijd nodig
om antwoord te vinden op mijn vraag
of de wereld van GUUS HERMUS,
BOB DE LANGE en LEX GOUDSMIT
niet een totaal andere is dan die van
het Amsterdams Volks Toneel. Conclu
deert dan voorzichtig: „Nee, ik durf
ze in alle oprechtheid met elkaar te
vergelijken. Toen en nu speel ik een
grote vrouwenrol. Je bent verantwoor
delijk voor die partij. Wie en wat ik
ook vergelijk, ik was en ben bezig
met een theaterstuk. Een gegeven met
een begin, eind en middenstuk. Denk
nou niet dat je met gerenommeer
de akteurs artistiek sterker staat dan
met in de ogen van de pers schijn
baar wat minder getalenteerden. Ik
heb in stukken gestaan waarbij ik
aan de grootste akteurs geen enkele
steun had. Ze werken uitsluitend voor
zichzelf, alleen met het doel per
soonlijke aandacht en applaus voor,
als het even kan 100 procent, binnen
te halen. GUUS HERMUS en ANDRE
VAN DUIN vormen op mijn uitspraak
uitzonderingen. Met die mensen wer
ken betekent dat er een soort elek
trische vonk op je over komt.
In ROOIE SIEN is het met mijn te
genspeler HANS BOSKAMP niet an
ders. We gaan repeteren en blijken
dezelfde opvattingen te hebben. Som
mige mensen gaan een repetitie-tijd
beginnen waarin ze alles maar dan
ook alles uitgelegd moeten hebben.
Wij hebben iets van proberen, en als
je er dan niet uitkomt is er altijd
nog tijd om te bepraten.
vermoord, door een bezoeker vanaf
het balkon werd geschreeuwd: MOOR
DENAAR.
Niemand lachte om deze reaktie. Zo
iets geeft je als actrice toch wel een
heerlijke kick.
Tegelijkertijd denk je: Leve Soest,
maar ik ben toch weer in Amsterdam.
Neem het eind van het stuk dat een
nogal dramatische afloop heeft. De
mensen zitten oprecht in hun zakdoe
ken te snikken. Wij schijnen ROOIE
SIEN zo te spelen dat het voor, en
heus niet alleen eenvoudige zielen,
menselijke herkenningspunten heeft".
Nog is het doek over dit vraagge
sprek niet gevallen. CARRY TEFSEN
over andere aspecten die aan een voor
stelling voorafgaan. Mijn schoonmoe
der BEPPIE NOOY is een jaar aan
een voorstelling bezig. Vandaag draait
„ROOIE SIEN". maar zij is nu al
bezig met voorbereidingen te treffen
voor een nieuw stuk. Zal waarschijn
lijk „POTASCH EN PERLEMOER"
gaan worden waarin ik met LEX
GOUDSMIT en HANS BOSKAMP
zal optreden. Ruim zes weken voor
iedere premiere gaan wij als ensem
ble Intensief aan het werk. Beppie re
gisseert en haar wil is wet. Er is wel
eens over haar geschreven dat haar
regie-opvattingen onbarmhartig zou
den zijn. Nou het is maar hoe je het
ziet. Bij haar moet er waarachtig
en van binnenuit worden geacteerd.
Ze heeft een bepaalde kracht bij ons
iets over te brengen wat ik elders
in het vak nog niet heb ervaren. Qua
regie is ze werkelijk bezeten van haar
vak. Geen stuk zal bij het AMSTER
DAM VOLKS TONEEL kans krijgen te
verstarren. Na verloop van een aantal
voorstellingen komen we weer bij el
kaar om détailpunten tebespreken.
Fouten die wij maken heeft ze nooit
zelf geconstateerd. Iedere voorstelling
is ze ergens in het theater, een voor
stelling zelf zien is er niet bij. Hoog
uit beluistert ze de teksten via een
intercom.
Ze word geadviseerd door haar zoon
Dick die wel bij iedere voorstelling
aanwezig is, kent als geen ander de
Het nog betrekkelijke jonge /eren van Carry Tefsen is, om in sei
zoentermen te blijven, bepaald niet over glad ijs gegaan. Twee hu
welijken liepen op de klippen. Ondanks een nu al jarenlange intense
vriendschap met Gerrie Hinrichs, zoon van Amsterdams Volks-
toneeldirektrice Beppie Nooy, zal de ambtenaar van de Burgerlijke
Stand in Soest haar voorlopig niet tot zijn cliënten kunnen rekenen
Toen de geboorte van zoon Leyn zich aankondigde constateerde
Carry en Gerrie dat hun huis in Amsterdam te klein werd. Op zoek
dus naar iets groters dat vooral oud en knus moest zijn. In Amster
dam volop aanwezig, maar niet uit voorraad leverbaar. Makelaar
PETERS „zegt Carry" bracht ons hier. We maakten hem duide
lijk dat we helemaal geen nieuwbouw wilden kopen. Tenslotte zijn
we toch gaan kijken en nu willen we voor geen prijs meer weg.
Het is heerlijk wonen in Soest, en wat Amsterdam betreft: twee
keer vallen en drie keer opstaan en je bent cr. Wat ons vooral trekt
in Soest is de ruimte en het groen. Hier zie je als je naar buiten
kijkt nog een paar kilometer lucht. Kom daar eens om in Amster
dam. Jammer alleen dat wc bij een bepaalde windrichting erg
veel last hebben van een fabrieksstank. Als we daar nog eens van
afkomen dan is het hier helemaal volmaakt. Fantastisch zijr,
hier ook de winkels. In onze schaarse weinige tijd maken we het
thuis zo gezellig mogelijk. Ik heb ontdekt dat je voor lekkere din
gen echt niet alleen in Amsterdam hoeft tc zijn. Zaken als VAN
ASCH en METS leveren ons de lekkerste dingen. Verder vind ik
het een groot voordeel dat je hier een beetje anoniem kunt le
ven. Soms herkennen de mensen je wel eens, maar hinderlijk
vervelend zijnze. nooiL^Ze.ziin gqip.QQn aardig. Vergelijk ik Soest
met Amsterdam dan-is 'Soësi ccir stukje- aards paradijs. Ik heb
in alle delen van Amslerdayi. gcivoond, maar "nergens zuig jc-
de-zuivere lucht naar binnen die ivij in Soest kennen. Wat mij
hier ook opvalt is het feit dat de mussen er zo schoon uit zien. In
Amsterdam zijn ze roetzwart. Soest, wat ons betreft, een verrukking
om tc wonen.
hobbels die ieder stuk heeft en komt
op basis daarvan tot correcties en
veranderingen. Bij de repetities en
tijdens het bijschaven is deze vrouw
een werkelijk genie.
Door de eisen die ze aan ons stelt ge
loof ik absoluut in het bestaansrecht
van het volkstoneel.
Bovendien is het allemaal wat minder
omslachtig geworden dan vroeger, en
zijn er meer mogelijkheden. Vroeger
deed Bep letterlijk alles zelf. Ze
speelde ROOIE SIEN, reed het Volks
wagenbusje, zat na iedere voorstelling
met een tasje, gevuld met duizendjes,
de artiesten uit te betalen. Toen ken
den wij nog geen subsidie. Soms had
den we geen geld om goede rekwisie
ten aan te schaffen en werden gedu
rende het seizoen de tafels en stoelen
uit ons huis gehaald. Per slot van re
kening gaat de voorstelling voor. Nou,
het komt eerlijk gezegd nog wel eens
voor dat er uit mijn huis iets verdwijnt
waar ik niets van weet. Meestal hoef
ik dan maar naar Gerrie te kijken
om te weten dat het weer eens waar
is. Hij speelt een hoofdrol bij de tech
nische dienst van het Amsterdam
Volks Toneel en zorgt o.m. voor de
rekwisieten. Laatst hadden wij voor
een bepaald stuk antieke weegschalen
nodig. Nergens in Nederland te vin
den, alleen groentehandelaar... in
Soest heeft ons er aan geholpen.
Dankzij een kleine subsidie zijn wij
nu een zaak aan het worden. Vijl en
dertig mensen staan op de loonlijst".
CARRY TEFSEN heeft op nog meer
teleloonlijsten gestaan. Draaide mee
in Vara televisie-serie „IEDER ZIJN
DEEL" en had niet onbelangrijke
rollen in Nederlandse speelfilms als
„WAT ZIEN IK" - „ZWAARMOEDI
GE VERHALEN" en het geruchtma
kende „BLUE MOVIE". Hoe kijkt
CARRY TEFSEN vandaag tegen
haar aandeel in „BLUE MOVIE" aan?
„Tot op de dag van vandaag heb ik
er geen spijt van gehad. Ze hebben
toen ze mij voor die film vroegen
open kaart gespeeld. Ik wist dat het
een pikante film zou worden en dat
ik er naakt in zou verschijnen. Ik
had bovendien toen nog niet die re
latie met Ger die ik nu heb, dus had
ik met hem minder rekening te hou
den. Bij de bewuste naaktscènes had
ik een regisseur waarop ik absoluut
vertrouwen kon. Kun je van zo'n man
niet op aan dan loop je het risico
dat je in figuurlijke zin nog minder
dan in je hemd kom te staan. Ik had
dus een groot vertrouwen in regisseur
Wim Verstappen. We hebben het alle
maal verschrikkelijk serieus gedaan.
Iedereen die ook maar even op de
vloer kon worden gemist werd tijdens
de opnamen weggestuurd. Van de
camera-jongens heb je helemaal geen
last.
Die zijn zoveel gewend, ze zien het
niet eens. Of ze nou een plant filmen
of mij in mijn body. het maakt ze
niets uit. Hoogstens kunnen ze den
ken of vinden: het is mooi of niet
mooi, maar daar blijft het dan ook
bij. Je bent gewoon met een stuk of
vijf. zes mensen keihard aan het werk.
Overigens valt dat werk niet mee. Ga
jij maar eens denken voor je aan zo'n
scène begint wat je doet als je met
iemand naar bed gaat. Het zijn je
meest onbewuste ogenblikken die je je
in zo'n situatie bewust moet maken.
Dat is verschrikkelijk moeilijk en eer
lijk gezegd ben ik er een beetje be
roerd van geweest. Je hebt immers
geen enkele emotionele relatie met je
tegenspeler en toch wordt er van je
verwacht dat je je wel emotioneel
weet op te laden.
Iri je gevoelsleven wordt op die mo
menten de boel volkomen scheef ge
trokken. Toen de scènes op film ston
den en alles voorbij was kon ik wel
janken. Dan voti je je geestelijk vol
komen naakt.
Regisseur WIM VERSTAPPEN vroeg
mij direct na de opnamen voor een
soortgelijke rol in OH CALCUTTA.
Dat heb ik direct resoluut geweigerd.
Ik kon het niet meer opbrengen. Ben
in een hoekje alleen gaan zitten. Ge
voelsmatig was ik volkomen in de war.
Zouden ze mij nu, jaren later, weer
voor een dergelijke rol vragen dan zou
ik opnieuw weigeren. Daar heeft na
tuurlijk mijn fijne relatie met Ger ook
mee te maken, maar los daarvan, ge
voelsmatig kan ik het niet meer".
Blijft over de vraag of het überhaupt
voor een vrouw, die een zeer sterke
binding met man - kinderen - familie
en huis heeft, is vol te houden da
gelijks drie totaal verschillende rol
len te spelen: echtgenote - moeder -
actrice. CARRY TEFSEN: „Heel eer
lijk gezegd, ik zit er wel eens mee
in de knoop. Ik zou er soms best
mee willen ophouden. Er zijn van
die ogenblikken dat je denkt: stik met
de hele zooi. Vergeet niet dat ik prak
tisch iedere avond de deur uit moet.
De kinderen zijn nog erg jong en dus
aanhankelijk. Die wil je net als iedere
andere moeder ook wel eens naar bed
brengen en toedekken. Ze hebben je
zo nodig. Als ik nou alleen maar in
Amsterdam zou moeten spelen dan is
het allemaal niet zo erg. Het grootste
deel van de dag ben je dan thuis en
kun je iets voor de kinderen bete
kenen, maar er zijn dagen dat ik ze
helemaal niet zie. Overdag opnamen
voor televisie en daarna direct door
naar het theater
Wanneer je dan thuis komt denk je:
ik stop er na vandaag echt mee. Wat
later ontwaak je uit die roes en rea
liseer je je dat er toevallig ook nog
een alternatief moet zijn. Dat is er
op dit ogenblik niet. Als mijn kinde
ren, door ziekte bijvoorbeeld, mij lang
durig nodig zouden hebben dan ziet nie
mand mij meer in het theater staan.
Ook dan weet ik aan huisvrouw
moeder en echtgenote te zijn niet vol
doende te hebben. Iets van een cur
sus poppen ontwerpen of schilderen
zou er bij moeten, anders zou ik thuis
compleet stapelgek worden
Grote blauwe ogen kijken mij aan
en lijken te vragen: wat denk je er
eigenlijk zelf van?
Even later: „ach wat zit ik te zeuren.
Eigenlijk ben ik toch hardstikke geluk
kig. Vandaag heb ik de pest erin,
mo.gen ben ik weer blij. Uiteindelijk
heb ik ontz-'ttend leuk werk. fantas
tische kind' ren, een man met wie
ik goed kan opschieten, een moeder
die nog leeft, een heerlijk huis.
Wat wil een mens als ik dan nog
meer...?
JAN LEIJENDEKKER.