HEET SOEST KNOLLENDAM Carnaval van toen tot nu Prins Carnaval „Jan de Eerste" heeft 't voor 't zeggen. 7 Knollenkrant van woensdag 14 februari 1979 7 Carnaval was en is een typisch collectief feest, d.w.z. een ge beuren dat wordt gevierd door grote groeperingen. Het be staat al meer dan 2600 jaren en bezit in de loop van de ge schiedenis wisselende waarden en normen. De eerste Carna valsverschijnselen duiken op in de sagen en mythen van de Grieken. Zij kennen de zoge noemde Dionysusfeesten, die hoofdzakelijk door vrouwen ge vierd werden. Zij stonden in het teken van de vruchtbaar heid van de vrouw. De bedoeling van de vrouwen was om bij het begin van de lente door bossen en velden te dwalen en elke man die ze er tegenkwamen te dwingen tot gemeenschap. Een onvrucht bare vrouw werd namelijk door de Grieken in die tijd als een uitgestotene behandeld. Dionysius voor de Grieken, Bacchus voor de Romeinen. Door hun veroveringen in Klein- Azië namen de Romeinen de tradities van de Griekse fees ten over. De feesten werden omgedoopt in Bacchanaliën. Gedurende drie dagen mocht door iedereen met alles de spot worden gedreven. In Athene werden de sociale rollen omgekeerd. De slaven werden meesters, de meesters werden slaven. De feesten ver-" loren op den duur hun religieuze karakter en werden orgieën. Bijna 200 jaar voor de Christe lijke jaartelling werden in één jaar 7000 Carnavalvierders ter dood gebracht, omdat ze de in middels verboden feesten toch hadden gevierd. Dingen die verboden worden werken echter vaak onderhuids door, zo ook deze feesten. Som mige Romeinse veldheren bij voorbeeld hadden de gewoonte om hun soldaten voor de aan vang van de strijd veel drank te laten drinken. Een der sol daten werd dan gedurende enige tijd tot een gelegenheidskoning gekozen. Men zette hem op een troon en gedurende het feest werden al zijn wensen ingewil ligd. Liep het feest ten einde, dan werd hem zijn konings mantel ontnomen, en werd hij met het zwaard onthoofd. Hij werd geofferd aan de Goden met de bedoeling een gunstige afloop van de strijd, die in aan tocht was, af te dwingen. Dit soort gebruiken en rituelen leidden in de loop der eeuwen tot andere, nieuwe feesten. Bekend is o.a. het Saturnus- feest, de Romeinse God van de landbouw. Oorspronkelijk is dit feest waarschijnlijk ontsproten uit boerenfeesten na het einde van de landarbeid. Op dit feest gaf men elkaar geschenken in de vorm van poppen en kaar sen. De slaven gedroegen zich alsof zij de gelijken waren van hun meesters. Reinigings- en vruchtbaarheidsfeesten wer den in die tijd gehouden ter ere van de Romeinse God Pan, de God van de jagers en herders. Jongemannen, gekleed in gei- tenvellen, maakten daarbij een rondgang rond de oudste kern van Rome en verrichtten daar bij allerlei symbolische hande lingen. Langzaam maar zeker heeft het Christendom de Romeinse feesten overgenomen. Rome werd veroverd, er kwamen kerken, er werden feesten ge vierd ter ere van martelaren en heiligen. Ze zijn de geschie denis ingegaan als de Virgi- liën. Maar ook deze feesten liepen uit de hand en reeds tijdens het bewind van keizer Augustinus kwamen er felle protesten, hetgeen resulteerde in het besluit van de R.K. kerk dat de Virgilliën verboden werden. Het verbod had weinig sukses. Vindingrijke Romeinen ont deden de feesten van religieuze aspecten en zo ontstonden de spotfeesten - zotten- en ezels feesten. Ze duurden dertien dagen; van Kerstmis tot Drie koningen. De feesten werden in de kerk gevierd. Belangrijkste thema van de feesten; de ver wisseling van de rollen. Uit de lagere regionen van de geeste lijkheid werd voor dertien dagen een abt of paus gekozen. Onder andere het masker stel de kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders in de gelegenheid gedurende der tien dagen zich bepaald niet van hun beste zijde te laten gelden en kennen. Het was dan ook logisch dat tijdens het con cilie van Toledo in 633 als eer ste de zottenfeesten werden verboden. Ruim 800 jaar later, tijdens het concilie van Basel, werd be paald dat alle, van dit soort niet kerkelijke feesten, buiten het kerkgebouw dienden plaats te vinden. Toch zijn deze zot tenfeesten de eerste aanzetten van het hedendaagse Carna- valsgebeuren geweest. Ondui delijk is intussen nog steeds de juiste betekenis van het woord Carnaval. Men ontleent het aan ,,canus novalis" (blauwe schuit). Dit schip op wielen werd met Carnaval in optoch ten rondgevoerd. De betekenis van de kleur blauw wasschijn - parodie - lichtvaardigheid. Een andere, de meest geaccep teerde, afleiding van het woord Carnaval is die van ,,carna vale" of ,,carne levare", het geen wil zeggen: vleesverwij dering of vlees-vaarwel. Hoe dan ook, Carnaval is groot geworden in Italië en kwam in de zestiende eeuw ook in Frankrijk terecht. In Dyon werd in 1552 onder de naam „Infanterie de la mêre folie" de eerste Carnavalsvereniging opgericht. De bedoeling was de normen van zo'n gemeenschap naar buiten uit te dragen en een zekere controle over deze normen te waarborgen. Pas veel later zijn Carnavals verenigingen standsorganisa ties geworden. Stand - beroep en geld bepaalden welke ver eniging toegankelijk was. Pas in de late Middeleeuwen werd het Carnaval in Duitsland po- puiair. Optochten en verkleed partijen stonden en staan bij de oosterburen duidelijk centraal. In Leipzig heeft men in die tijd vele jaren de zg. hoeren- processen gekend. Overspelige vrouwen werden uit hun huizen gehaald en moesten een ploeg trekken die een rondgang door de stad maakte. In Duitsland heeft zich een ver menging voorgedaan van de Romeinse feesten en de Joel feesten. Joelfeesten zijn oude Germaanse winterfeesten die later in Christelijke Kerstfees ten overgingen. Ze zijn bekend als vruchtbaarheids- en doden feesten. In Nederland heeft de Refor matie de popularisering van het Carnavalsfeest lange tijd in de weg gestaan. Sinds ca. 1850 kreeg de jaarlijkse pret vaste grond onder de voeten. Lim burg had het West-Duitse Rijn land als voorbeeld, Noord- Brabant mocht het van de Bel gische buren leren. Na de oorlog is Carnaval de Moerdijk over komen waaien. Ook „in de rest van Nederland" is het thans een feest geworden voor alle rangen en standen. Iedereen is in die dagen „een andere ik", de Prins en zijn Narren hebben 't geheel voor het zeggen, daarom, zet hem maar weer op in Knollendam 1979. Alaaf... Prins Jan I bij zijn Stereo Juke Box op de praatzolder boven zijn koel-fruit-magazijn. In werkelijkheid is het gehele bestuur met de Raad van Elf natuurlijk verantwoordelijk, op de avonden zelf kijken de mensen de Prins er op aan". Twee deelnemers aan het Kinderkarnaval van Prins Jan I, misschien de nieuwe Prins vorig jaar. Rechts staat de zoon r over 15 a 20 jaar. Ondanks het feit dat Jan's charmante echtgenote Ria met Carnaval niet als Prinses door het leven gaat (waarom eigen lijk niet) heeft zij dezer dagen ook een groot aandeel in de voorbereidingen en het slagen van het feest. Neemt tele foontjes en uitnodigingen aan, schrijft brieven, maakt afspra ken en is gastvrouwe voor oververmoeide Raads- en Be stuursleden. Intussen is „ge maal" Jan de Eerste op stap naar carnavalsverenigingen in Vlijmen - Dronten - Huizen - Moergestel en Zeist, of deelt tijdens het „kielenbal" honder den geschenken uit. Prins Jan de Eerste, tegenover ons de vriendelijkheid zelve, ergert zich alle kleuren van de re genboog dat Soest wat Carna val betreft in sommige opzich ten nog zo'n bekrompen ge meenschap is. Verklarende toelichting: „Het is toch al te gek dat kinderen van bepaalde scholen van Carnaval versto ken blijven. Neem bijvoorbeeld de scholen gemeenschap aan de Willaert- straat. Die scholengemeen schap telt een R.K. school. Daar mogen Prins en Raad van Elf wel komen en er met de kinderen van de andere scholen mogen er geen deel aan hebben. Kinderachtiger kan het bijna niet. Dat zijn dan leerkrachten die kinderen moeten leren vooral niet te dis crimineren. Droevig is het. Op de Willem -Alexanderschool mogen we tenminste nog fol ders uitdelen, de rest van het openbare onderwijs blijft voor ons gesloten. Moet je je voor stellen dat je aan kinderen te keningen loopt uit te delen die ze moeten inkleuren. Als Prins Carnaval en als Raadslid ga je dan maar gok ken of een kind zo'n tekening wel of niet van een onderwij zer in ontvangst mag nemen. In negatieve zin het meest zot te dat ik ooit heb meegemaakt. Laten wij het over leukere din gen hebben". Prinsen Carnaval moeten min of meer Jantjes Beton zijn om gedurende vele dagen en nach ten zaken doen met hun hobby te kunnen combineren. Prins Jan de Eerste: „Je moet natuurlijk er voor zorgen dat je van iedere avond geen nachtwerk maakt. Wat mijn zaken betreft: ik heb gelukkig familie die in de ab solute toptijd voor mij wil in springen en voor de rest pro beren wij een beetje in het voren te slapen". Slok en pint zijn tijdens dit vraaggesprek nog niet aan de orde geweest. Prins Jan de Eerste brengt niet zonder reden het onderwerp zelf ter sprake: „Prins en Raadsleden dragen met de Carnavalsdagen een speciale verantwoording. Wij moeten leiding geven aan het geheel. Raadsleden noch Prins kunnen zich aan een drankje te bui ten gaan. Dat is natuurlijk wel eens moeilijk, maar ik heb het in onze laatste vergade ring nog eens heel nadrukkelijk als eis gesteld. Verkijk je niet op alle drankjes die wij schijn baar drinken. Van ieder pilsje of borreltje verdwijnt tenminste de helft in een plantenbak of onder tafel, anders zou je inderdaad de le ver van een olifant moeten heb ben". Onbeantwoord is tot nu toe de vraag gebleven welke konse- kwenties in financieel opzicht het Prins-zijn met zich mee brengt. Prins Jan de Eerste wil er niet al te veel over kwijt. „Het kost natuurlijk geld" stelt hij, „maar de fantasti sche bedragen die hier en daar worden genoemd slaan ner gens op". Een Prins die geen geld kost maar het meebrengt. Jan de Eerste komt over ruim veer tien dagen aan het bewind. Zo als het er nu uitziet had Soest het in 1979 slechterkunnen treffen. Alaaf dus maar! Prins Jan I werkzaam op de Soester markt aan de Weegbree straat in Soest. Deze foto dateert van enkele dagen geleden toen de strenge winter zeer spaarzaam een zonnetje toeliet Het zal wel louter toeval zijn, maar kleine en grote midden standers schijnt de rol van Prins Carnaval op het lijf ge schreven te zijn. Butzelaar, Kerkhof, v.d. Linden en Bos man, ze bliezen of blazen alle maal hun grote en kleine par tijen in de Soester Middenstand mee. Dit jaar gaat bij De Narre Knollen Prins Jan de Eerste in première, pseudoniem voor Jan Hilhorst, van beroep fruit handelaar, wekelijks te beluis teren en „consulteren" op de markten van Soest en Amers foort. Niet toevallig dus dat hij „de appeltjes van Oranje" in zijn wapenschild voert en tevens tot Soester Carnavaks-hymne heeft verheven. Jan Hilhorst, in 1942 geboren in Laren N.H., maar getogen in Soest waaruit hij sinds 1944 niet meer is weg te denken. Ook hij, hoe kan het anders, werd op de elfde van de elfde (1978) in het hoge ambt „ge ïnstalleerd". De nu regerende Prins won het van twee mede kandidaten met de kleinst mo gelijke meerderheid. Ook hij heeft de Soester Instuif als Carnavalsborstvoeding" meegekregen. Leerde voor en tijdens Carnavalsfeesten zijn handen te laten wapperen en heeft het nu dan tot Prins Jan de Eerste gebracht. Onbespro ken gedrag - inzet en gevoel voor humor zijn de hedendaag se eisen die aan Prinsen wor den gesteld. Jan Hilhorst is, dat staat nu al vast, cum lau- de geslaagd. Om het allemaal waar te ma ken komen er echter ook nog andere zaken om de hoek kij ken. De kersverse nieuwe Prins Jan de Eerste: „Heel erg belangrijk is dat je vrouw er ook achter staat. Ik heb Raadsleden meege maakt die Carnaval echt wel als een feest beleefden, maar niet op de steun van hun vrou wen konden rekenen. Vergeet het dan maar, want dan wordt het uitsluitend ellende. Als moeder het er niet mee eens is of tegenwerkt dan is het beter er niet aan te beginnen. Je moet natuurlijk niet verge ten dat er een massa tijd in gaat zitten. Vele week-ends ben je van huis en dat is voor het thuisfront natuurlijk niet altijd even leuk. Eigenlijk moeten de kinderen het ook nog prettig vinden. Neem mijn zoon, die wil van iedere vergadering tenminste een mondeling verslag heb ben. Hij houdt alles bij en is er op zo'n manier bij betrok ken". Naast zoon Kees is ook doch ter Sandra belanghebbende bij het Carnaval. Ze maakt deel uit van de dansmariekes. Haar wereld is in deze dagen uitsluitend Carnaval. Vader Jan verkeert sinds zijn benoeming in een vergelijkba re situatie. Weliswaar ambi eert hij het ambt niet langer dan twee „dienstjaren", maar dat moeten dan ook onverge telijke worden. Naast organisatorische werk zaamheden (ook de Prins krijgt in de voorbereidingstijd geen rust) vragen zaken als aan schaf kleding, ontwerpen en bestellen van onderscheidin gen, het samenstellen van draaiboeken en het opstellen van speeches veel tijd. Daar naast vraagt het inleven van de nieuwe rol eveneens aan passing. Jan Hilhorst, pardon Prins Jan de Eerste: „Van dat laatste ben ik zelf een beetje geschrokken. Je ontdekt op een gegeven moment dat jij de persoon bent om wie alles in feite draait. Steeds meer besef je dat jij de persoon bent die min of meer verantwoorde lijk is voor eem geslaagd Car navalsfeest. De mensen kijken er een jaar lang naar uit en zoiets legt toch wel een bepaal de druk op je. Met een Jantje van Leiden kun je je er in ie der geval niet van afmaken. Magere vangst Woedende vader tot dochter: ,,Je moeder stond zich niet zo op te tutten om een man te krijgen". Dochter: ,,Je moet ook zien wat het' lieve mens gekregen heeft". Kroegpraat Waarom gaan jullie scheiden?" ..Mijn vrouw kwam teveel in het café" „Was ze alcoholiste ..Nee, ze zocht mij overal" Dieet... Riet: ,,Ik ben op een kaas- en sherry - dieet. Mies: „Helpt het 1" Riet: „Ja. ik ben in drie weken 360,- lichter geworden. Tobber... Agent: „Bentugetrouwd?" Kees: „Nee, maar ik zie er zo uit, om dat ze net mijn auto gestolen hebben". Rekenles... Juffrouw: „Je vadei verdient 400,- per week en geeft je moeder de helft. Wat krijgt ze dan? Jantje: Een zenuwtoeval" Vraag... Juffrouw: „Hoe noemt men de kinde ren van Laplandse ouders?" Pietje: „Vodden". Antwerpen Belgen klimmen op vrijdag door het raam, omdat het weekend voor de deur staat. Belgen nemen hamers mee in hun au to's om zijstraten te kunnen inslaan.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1979 | | pagina 7