„De Eng: één groot veld vanaf
de spoorlijn tot Nieuwerhoek'
si® gemeente
soest vraagt uw
aandacht voor:
gemeente soest
Politie toezicht op
parkeren bij scholen
PEUGEOT SERVICE!
OMDAT WE
WETEN WAT EEN
PEUGEOT-RIJDER
TOEKOMT.
Ledenvergadering
woningbouwvereniging
St. Joseph
SOESTDIJK
Nu nog goedkope reispapierên
Openbare
commissievergadering
Verlenging
voorverkoop zwemabonnementen
V
(S
Automobielbedrijf A.H.C. Vlug B.V.
Banketbakkerij
DEMEY
Moorkoppen
Zandpralines
KLEURENFILM VOL? Beeldschoon
VAN OOSTEN
FOTOGRAFIE
Kolibri
kleurenfoto's
BRUILOFTEN
PARTIJEN
RECEPTIES
5
Soester Courant van woensdag 14 maart 1979
5
Tot eind maart kan bij de afdeling bevolking, Van Weedestraat 11 (geopend
iedere werkdag van half 9 tot 12 uur) de reispapieren verkrijgen tegen het
zogenaamde ..wintertarief". Het aanvragen en verlengen van een paspoort
kost dan nog 52,30; na die datum zijn de kosten 65,30. De toeristen-
kaart kost tot en met 31 maart 32,30, na die datum 45,30.
Woensdag 21 maart - 19.30 uur - gebouw afdeling welzijn, Lange Brink-
weg 79:
Commissie Maatschappelijke Dienstverlening.
Op de agenda staat o.m. het Rapport over de District Gezondheidsdienst.
Tot 1 april heeft men nog de gelegenheid om in de voorverkoop een goed
koper zwemabonnement te bestellen. Hiervoor kan men terecht bij de
sportstichting, Steenhoffstraat 6, waar aanvraagformulieren verkrijgbaar
zijn. Na deze datum wordt een toeslag van tien gulden in rekening ge
bracht.
Leestraat 8 Baarn Tel. 0215413486
Kerkstraat 62 Soest Tel 0215513898
Openingstijden; ma t/m vr 8.00-18.00 za 9.00-13.00
In de komende weken zal de politie extra aandacht gaan besteden op het
parkeren bij de scholen. Er is sommige gevallen een grote chaos veroorzaakt
door wegbrengende- en/of afhalende ouders.
Er wordt dubbel geparkeerd alsof dat
de gewoonste zaak van de wereld is;
kinderen worden door in de auto zit
tende ouders aan de kant van de rijweg
de auto uit gestuurd met alle gevaar
lijke gevolgen van dien.
Een controle op de Weegbreestraat bij
de school De Regentuuter, leverde
ondermeer dit beeld op. Attenderen
van een ouder op zijn gevaarlijk ge
drag, leverde de politieman ook nog
een grote mond op.
Men gaat daarom in eerste instantie
waarschuwend optreden en als dat niet
helpt, verbaliseren. De politie hoopt
dat het niet zover hoeft te komen en
roept daarvoor de hulp in van de
oudercommissies. Men veronderstelt
dat wanneer in het schoolblad enige
aandacht aan deze zaak besteed wordt,
het euvel spoedig tot het verleden
behoren zal.
Er zijn voorbeelden (o.a. Mariaschool)
dat men onderling afspreekt de straat,
waaraan de school staat, langs één
kant in te rijden om dan vervolgens in
dezelfde rijrichting weer verder te
gaan. Achteraan aansluiten is dan
natuurlijk de bedoeling. De politie
hoopt dat de ouders elkaar op deze
manier weten te vinden.
Dinsdag 3 april, aanvang 20.00 uur, wordt in gebouw De Open Hof de jaarlijkse
algemene ledenvergadering gehouden van de woningbouwvereniging St. Joseph.
De agenda vermeldt de jaarverslagen van de sekretaris, de penningmeester en
de raad van commissarissen; mededelingen in verband met het zelfstandig
doorgaan van de vereniging [het afwijzen van de fusie met andere plaatselijke
bouwvereniging]; voorgenomen beleidszaken en verkiezingen.
Aftredend, maar herkiesbaar Is com
missaris L. W. A. Lisman; zijn tegen
kandidaat is de heer A. H. Rikhof.
Aftredende bestuursleden zijn voorzit
ter H. Snel en de heer T. van Leuveren.
Deze hele maand maart:
van 1,25 per stuk «f nn
voor 1,UU
gevuld met roomcaramel en
Walnoot, van 0,90 -
per stuk voor U./3
SOESTERBERGSESTR. 41
TELEFOON 12927
Ruime parkeergelegenheid.
De heer Snel stelt zich herkiesbaar.
Opvolgers moeten ook nog gekozen
worden voor de tussentijds aftredende
bestuurders H. Balk en de dames C. W.
J. van Tooren-Brasem en W. M. Mul-
der-Nauta.
Kandidaten voor deze plaatsen zijn de
Soesterbergers B. v.d. Berg, H. A. A.
van Opstal en P. A. Schouten; mej. A.
Noordzij en de heren N. Mons en A. F.
Witteman uit Soest.
Het jaarverslag, het financiële verslag
en de notulen van de ledenvergaderin
gen van vorig jaar liggen ter inzage op
20 en 21 maart van 19.30 tot 21.00 uur te
Soesterberg op het adres Dijkhuis
straat 20 en te Soest op het adres Albert
Cuyplaan 100a. Ze zijn overigens ook in
het bezit van de bewonerscommissie
en ze kunnen bij het bestuur worden
aangevraagd. Voorde zeer uitgebreide
notulen van de vergadering van 14
november '78 moet evenwel 2.50
betaald worden.
De leden die de vergadering bezoeken
moeten wel de lidmaatschapskaart
meebrengen.
Harry Roos: in augustus 84 jaar geleden geboren in Soest. Daar
naar school gegaan en nooit weg geweest. Tuinman, eigen tuin
derij, bloemenhandel aap de Smitsweg en daar „slachtoffer"
van de gemeente-expansie. Nou ja, slachtoffer: woont nu riant
en geheel naar wens op de Bosstraat. Een beetje achteraf; net
geen last van het verkeer en even ver verwijderd van het spoor
lijntje naar Baarn.
Rustig genietend van zijn kippen en bijen want Harry was een
groot imker, die vijftig jaar geleden al in het nieuws kwam met
zijn liefhebberij.
Met Chris Uiterwijk, ook zo'n ras-imker, raakt hij in gesprek
over de prijs van plantjes en hij komt tot de conclusie dat er
vroeger van een dubbeltje meer overbleef dan nu van een gul
den. Vroeger kostten die plantjes overigens door elkaar maar
enkele centen, maar desondanks kon er aan verdiend worden.
Dan moest je wel aan een partikulier kunnen leveren, want aan
de veiling bracht het allemaal niet veel op. Fooien waren toen
ook al de krenten in de pap.
Roos kent de Eng nog van het
begin van deze eeuw. ,,Nu een
heilige koei geworden", zegt
Chris en Roos is h$t daarmee
eens. Het was altijd een pracht
stuk land.
„Ik heb hem gekend toen het
kerkhof er nog niet was en dat
nu al vol is, heb ik gehoord. Ik
was een schooljongen toen ze
met de aanleg van dat kerkhof
begonnen zijn. Zeventig a vijf
enzeventig jaar geleden. Toen
woonden er ook niet zoveel
mensen in Soest en dus konden
er ook niet zoveel dood gaan.
Hoe dat nou moet weet ik niet;
als het zo doorgaat als nou,
dan is over vijftig jaar de hele
Eng een kerkhof", zegt Roos.
Hij veronderstelt daarom dat
ze er wat anders mee aan zul
len moeten; meer laten creme
ren. „Als ze dan de as over de
Eng strooien, over een schraal
veldje, dan groeit het daar mis
schien weer een beetje"
Roos meent te weten dat men
op dat verbranden toch niet
zo gesteld is. Men denkt soms
.nog zöais dat wijfje vroeger,
die een heel kort hempje aan
wilde in d'r kist: „dan was ze
er gauw bij, bij de opstanding;
dan liep ze geen gevaar te
struikelen".
De Eng liep vanaf de spoor
lijn in de Kerkebuurt tot aan
Nieuwerhoek. Er waren drie
schapehokken „waarvan twee
in gebruik bij mijn weten". De
een was van „ouwe Troffe
laar". Vanaf de spoorlijn rich
ting molen (de Winhond op de
hoek van de tegenwoordige Mo
lenstraat) stond maar één huis
en daar woonde de tramkoet
sier Dooieweerd. Er was een
zandgat voor en verder was het
tot Nieuwerhoek een vlakte
met bij de Lazarusberg een
paar villa's.
„Allemaal akkers van ver
schillende Soester boeren; boe
ren die langs de Brink woon
den. Frans Kuipers, Schade
wijk, de „Turken", waarmee de
Logtensteinen bedoeld worden,
de Van Roomen's, Van Wouw's
Cornelis (ook een Van Logten-
stein") De Eng was voor meer
dan een derde begroeid met
boekweit. Boekweit groeide op
schrale grond „en de vaag
van eileven" (een oud Soester
gezegde voor grond waar „niks
inzat"). Boekweit groeide
makkelijk en was voor de bij
enhouders een ideaal oord.
„Een prachtig gezicht en nog
lekker ruiken ook", weet Roos
zich te herinneren.
De kunstmest was toen nog niet
bekend; „hoofdonderwijzer
Veenstra had ook een akte
landbouw en die probeerde dat
wel in te voeren, maar ja,
een boer is altijd zuinig. Wat
't goedkoopste was, dat koch
ten ze, maar dat was niet al
tijd goed. Als planten patent
kali moesten hebben, dan koch
ten ze kalizout.
En als ze dat dan in het na
jaar strooiden, dan gingen de
verkeerde bestanddelen er nog
wel uit; dan ging dat wel".
Kunstmest ging dus niet zo
hard in het begin, 's Winters
kwamen de schapen en die
zorgden voor de bemesting.
„Er waren hier twee schaap
herders. Die kwam niet uit
Soest. Ze zeiden „daar heb
je de herders van de klei" en
die mensen trokken van de
Eng af, over de schapendrift
(die hebben we nog) de hei op".
Iedere kudde zo'n honderd
schapen groot.
Ze deden daar goed werk. Er
stond geen vliegdennetje, geen
Canadees vogelkersje.
Alleen de jeneverbes', daar ble
ven die schapen van af, die
prikte ze in de neus. Maar ver
der weidden ze iedere winter
de heide mooi kort en dan
kreeg je in het voorjaar dat
mooie jonge goed".
Er was veel meer hei dan te
genwoordig. Ze begon al bij
het „mollenkerkhof" (kruis
punt Kastanjelaan-Ossendam-
weg) en liep dan aan weers
zijde van de spoorlijn door tot
Den Dolder". Waar nu het na
tuurbad is, was toen ook heide
tot aan de Leusderhei toe.
Soesterbergsestraat 57 t/o busstation
Soest-Zuid Tel. 13109
Het „mollenkerkhof" was een
ommuurd stukje grond waar
mensen begraven werden, vol
gens de overlevering dan, die
zelf een eind aan hun leven
gemaakt hadden.
Grote bijenhouders waren vol
gens Roos „de Panboer", oude
Dirk Brand en op Soestdijk de
gebroeders Klein. Van heinde
en ver kwam men met bijen
volken naar Soest. Ook de
plaatselijke boeren hadden wat
bijen; meer uit traditie.
De gebroeders Klein hadden
wel 200 volken.
„Zij zaten voor die tijd al goed
bij kas. Bijenkorven op een
boerenwagen laden was een se-
kuur werk. Wij mochten ze als
jongens wel aangeven, maar
niet laden. Dat deed ouwe Dirk
zelf".
Roos heeft daar het laden wel
geleerd; zelf deed hij er toen
nog niet veel aan.
„Zo kwam ik op een morgen
bij Arie Van Breukelen. We
waren niet zulke barre brave
jongens in die tijd en deden
nogwel eens wat in de polder
wat nou eigenlijk wettelijk niet
toegestaan was. Ik zei tegen
Sien: „waar is Arie? Oh, die
is hartstikke gek", zei Sien.
Waarom? Hij hét wel twintig
keer de tuin in'elopen. Wat
hét ie daor te zien? Hij hét
een korf bieen 'ekocht en kiekt
nou links en rechts rond".
De school
Roos ging naar de enige school
die Soest toen rijk was: de
school in de Kerkebuurt van
„Meester van Eindthoven", een
openbare school met katholie
ke meesters en protestante
meesters.
„De katholieken hebben toen
zelf een school gebouwd en
toen gingen de hoofdonderwij
zer en de katholieke onderwij
zer mee daar naar toe. Mees
ter Van Eindthoven is altijd
op de openbare school geble
ven en naderhand heb ik pas
goed begrepen hoe een fijne
kerel hij was. Hij leerde ons
spelenderwijs allerlei dingen.
Hij ging in het speelkwartier
om elf uur een wandelingetje
maken met het horloge erbij.
Hij liep voorop en wij moesten
in diezelfde pas zo'n bietje
meelopen. En dan leerde hij
ons hoeveel tijd er nodig was
om een kilometer af te leggen.
Dan kun je uitrekenen hoeveel
tijd je nodig hebt als je ergens
naar toe gaat'
De bewondering voor Meester
van Eindthoven is nog groot.
Er waren toen „bar veul are
mensen" op Soest en ook wat
rijken. Die hadden dan brood
jes met kaas. Meester van
Eindthoven zei dan: „Als jullie
dat brood niet opeten, dan moet
je dat niet wegdoen; moet je
voor het raam leggen en niet
vuil maken.
Want dan lusten mijn konijnen
het niet meer. Hij had geen
konijnen, maar dan had hij al
bekeken welke jongen er met
de meeste graagte naar keek.
Dan benoemde hij die jongen
of dat meisje om dat brood mee
te nemen voor zijn konijnen.
Dat was een hele fijne kerel;
hij was ook de oprichter van de
Soester fanfare". De school
jongens werden lid.
Voor die fanfare had Van
Eindthoven allerlei instrumen
ten bij elkaar gescharreld. „Ik
weet niet hoe ie eraan geko
men is, maar we kregen alle
maal een instrument mee naar
huis om te oefenen. Nou ja,
wij oefenen boven op den Eng
al; allerlei marsen getoeterd.
Dat mocht niet; de instrumen
ten mochten niet meer mee
naar huis".
Toen de scheiding van de twee
scholen kwam, deed ook de ru
zie zijn intrede.
Het liep zo erg uit de hand
dat de meesters onderling de
schooluren regelden met ver
schillende begintijden. „De ene
dag haasje over met mekaar
en de andere dag sloegen we
de klompjes op elkaar stuk.
Valkenet, de smid, heeft heel
wat ijzeren bandjes om die
kapotte klompjes aangebracht.
Driekus deed dat gratis".
Onder aan de Eng woonde
Troffelaar met z'n dochter. Hij
had een schapehok waar rom
mel in bewaard werd en een
ezel gestald. Roos kan zich
nog herinneren dat de school
jongens het beest eerst voer
den en er dan opklommen om
mee te rijden. Ouwe Troffelaar
stond dan vanuit de verte te
zwaaien met zijn stok, maar
wij dachten je kan toch niet
bij ons komen! Die ezel was
trouwens niet zo dom. Hij stond
aan een touw aan een boom ge
bonden en als de jongens dan
op zijn rug zaten dan liep het
dier net zo lang rond de boom,
tot de johgens met hun been
langs de boom schuurden en
dan wilden ze er wel af.
Roos weet nog dat hij in de
aardbeientijd, 's morgens om
vijf uur aan het plukken gezet
werd. Het duurde dan heel lang
Een daglonershuisje op de Bunt
voor hij de „toer van Plei-
nes" hoorde. Dat was dan zes
uur. Pleines was een wasserij
op Den Dolder; de eerste indu
strie in de buurt waar de men
sen te voet naar toe gingen.
Te voet gingen ook mensen
uit Soest naar Bussum om in
een zandgat te werken,
's Avonds liep men dan weer
terug; tweemaal drie uur lopen
per dag en de hele dag zand
kruien.
De weg naar school werd afge
legd via de melkpaadjes over
de Eng; kleine paadjes die au
tomatisch ontstonden door veel
gebruik. Ze werden door de
boeren ontzien en nooit omge
ploegd.
's Zomers was het een hele
toestand. Als het geregend had,
hing het koren over de paadjes.
De schoolkinderen liepen dan
met jutezakken over hun hoofd
en er werd geloot wie voorop
moest gaan. „Die was dan
dwarsdeu nat", weet Roos
nog.
Gies van Albert
Gies van Albert was een tim
merman die woonde onder aan
de Molenstraat, waar nu de ge
meente kwekerij is. De Molen
straat was nog helemaal onbe
bouwd.
Gies van Albert reed met zijn
hit de Eng over om bij de boe
ren timmerwerk te doen. Hij
was het eerste gemeenteraads
lid in Soest die niet tot de grote
boeren behoorde. Gies van Al
bert was een Hilhorst.
Op de Molenstraat stond „de
Windhond". De boeren gingen
niet naar de molen, maar naar
de „mulder". Roos heeft er
dikwijls uren moeten wachten,
want „grote" boeren gingen
voor. Hij heeft de molen van
binnen goed gezien en herin
nert zich nog dat het een „won
der van een molen was". Jam
mer dat ie afgebroken is; nie
mand vandaag de dag kan nog
zoiets maken. Een pracht van
een raderwerk.
Een weerszijden van de molen
waren eikenwallen. „Wij
noemden ze „soepiesbosje".
„Soepje was een slager op
Soest; v.d. Berg!
De eikenwallen werden eens
in de tien jaar gekapt en Soes-
ters verdienden wat bij, met
afkloppen van de bast. De
schors ging naar de leerlooie
rijen. Met goeie wind was het
werk te doen; dan liet de
schors makkelijk los. Liep de
wind om, dan was het moeilij
ker en met het „kloppen" nau
welijks iets te verdienen.
Roos hoopt nog te beleven dat
„de Windhond" terugkomt.
„Er zijn een heleboel mensen
in Soest die daar gevoel voor
hebben. Ze hebben de Eng al
zo'n beetje gered. Diezelfde
mensen zouden misschien ook
wat op touw kunnen zetten dat
Hans van Doorne de mogelijk
heid krijgt om dat voor elkaar
te krijgen, 't Zou een mooi ca
deau zijn voor het 950-jarig
bestaan van Soest".
Het zou voor dc Eng een aan
winst zijn en de Eng zou meer
op vroeger lijken dan nu. „Ik
hoop de wieken nog eens te zien
draaien". Hij zou ook de oude
paardetram in de allegorische
optocht willen zien. Lodder,
Dooieweerd, Stempvoort en
chef Koudijs zijn namen die
met de paardetram zijn ver
bonden. Ook Peter Koppe was
een koetsier.
De kerk
De Bosstraat, genoemd naar
dominee Bos, heette voorheen
de „dooie weg". Daarlangs
werden de overledenen uit de
richting Wieksloot naar het
kerkhof gebracht.
Voor de lijkwagen liepen zo
mogelijk twee zwarte paarden
en op de kist zaten soms de
vrouwen. De buurt zorgde voor
het vervoer en het dragen en
dat de boerenwagen goed
schoon was.
Onder aan de Eng woonde Van
Auke? en die liet bij zijn vil
la een boom maken zodat men
er met de lijkwagen niet door
kon. Het was zijn weg; hij ver
hardde hem met sintels, die
voor niks te krijgen waren.
Roos heeft dominee Bos niet
gekend. „Koster in de Her
vormde kerk was Herrewaard.
In de kerk zaten de armen op
de eerste bank voor de preek
stoel. Dat vond ik als jongen al
een rotstreek. Kijk, die moes
ten blijven zitten ook als de
dominee „amen" gezegd had.
Dan werden ze te kijk gesteld'
Soest was een arm plaatsje
met rijke boeren op de Birkt,
Lange End en Kort End.
Op De Bunt bijvoorbeeld,
woonde de armoe. Kleine huis
jes. In één ervan, mooi opge
knapt, woont Roos nu. „Maar
ik had de gemeente in de knel.
Ik moest de Smitsweg af, maar
had een kontrakt dat ik mocht
blijven tot oktober.
Ze konden me er eerder af
krijgen tegen betaling van dui
zend gulden per dag of een
goed huisje aanbieden.
Catechesatie had Roos onder
andere van dominee Brans.
Roos herinnert zich een voor
val met Bal de Bree. Hij werd
Maas-Bal genoemd. Maas kon
goed gekke bekken trekken,
maar deed dat niet in het bij
zijn van de dominee.
Toen de dominee hem een keer
goedendag zei en hem Bal de
Bree noemde zei Maas-Bal;
„gadverdoemese vromerik,
je moet me niet uitschelden'
Ook over de imkerij weet hij
veel te vertellen maar dat wil
hij bewaren voor de leden van
de vereniging. Hij heeft nog
meer verhalen, maar daar
moeten we nog maar eens voor
terugkomen. Anderhalf uur
praten achter elkaar valt op
die leeftijd niet mee.
CAFÉ-RESTAURAIMT
BART KOOY
Vredehofstraat 6
Telefoon 12525
Voor uw