Betaald
educatief verlof -
wat is dat?
De mondhygiëniste tracht
tandbederf te voorkomen
Welzijnswerk
Ouderen
Modern brillen
Komen oude appel
en peresoorten terug?
1
Drukkerij Smit
cWat iedereen moet weten over verlovingen,
huwelijk en geboorte.
Van Weedestraat 29 Telefoon 14152
I
I
I
I
I
a
i
27
Soester Courant van woensdag 21 maart 1979
27
Toen Henk en Teun 17 jaar waren, ging
Henk werken. Z'n ouders vonden dat
goed. „Kinderen die studeren krijgen
kouwe drukte en vervreemden van hun
familie", vonden zij, en ,,wij moesten
vroeger ook werken". Teun studeerde
verder. Henk betaalde belasting zoals
alle werkende jongeren. De opleidin
gen die Teun volgde werden mede uit
die belastinggelden betaald.
,,Het onderwijs is vrij. Henk had ook
kunnen gaan studeren. Waar een wil is
is een weg. Henk heeft de gelegenheid
voorbij laten gaan. Hij heeft zijn kans
niet benut. Hij kan proberen door
schriftelijk onderwijs of door avond
onderwijs z'n achterstand in te halen.
Hij werkt dan wel overdag en studeert
's avonds, maar wat wil je, een stude
rende kent nu eenmaal geen 8-urige
werkdag", aldus de bekende redene
ring.
Nu is Henk 30. Hij heeft al vele malen
de vraag gehoord: „Welke diploma's
hebt U? Het werk dat hij nu doet, doet
hij spelenderwijs, maar hij heeft ge
hoord dat er in het bedrijf veranderin
gen komen. Hij begrijpt niet helemaal
waarom het gaat, hij voelt zich onze
ker.
„Ik heb te weinig geleerd", heeft Henk
al vaak tegen zichzelf gezegd. Henk is
getrouwd met Marie, en Teun met
Truus.
Vóór haar huwelijk en in de tijd dat er
geen kinderen waren, heeft Marie ge
werkt. Nu is ze thuis. Voorlopig zal
hierin wel geen verandering komen.
De rol van Marie is grotendeels be
paald.
Truus werkt nu. Met haar opleiding en
diploma's was het niet zo moeilijk een
baan voor halve dagen te vinden. Teun
heeft een goed salaris en van het geld
dat zij samen verdienen kan best een
oppas voor de kinderen of een hulp in
de huishouding af.
De lezer of lezeres zal wel denken:
„Dit is een oud verhaal. De rijke die
rijker wordt, de arme die achterblijft".
Toch is er meer. Voorbeeld: Er staat
een auto aan de kant van een lange
stille weg. Een heer stapt uit, de auto
doet het niet meer. Hij tilt de motorkap
op en kijkt in een wereld die hem altijd
vreemd aandoet. Wat moet hij? Hij
weet hiervan niets. Hij voelt zich
hulpeloos. Hij is er zeker van dat het
weer om een kleinigheid gaat. Het prikt
hem dat hij met zijn geleerdheid niet in
staat is het mankement te verhelpen.
„Het zal lang duren voor hier op deze
weg een monteur is", zegt hij, en hoe
zal die monteur naar mij kijken wan
neer na enkele onbegrijpelijke hande
lingen de motor weer draait". De heer
neemt zich voor, omdat hij veel rijdt,
een cursus „pech onderweg" te gaan
volgen. Hij wil van dat minusgevoel:
„Dat kan ik niet" af.
Zij die een goede schoolopleiding heb
ben genoten, kunnen zich moeilijk
voorstellen hoe iemand die dat niet
heeft gehad, zich voelt. In onze maat
schappij is geringe kennis een handi
cap.
De onderneming waar Teun werkt
heeft hem meegedeeld dat hij enige
tijd naar Duitsland moet om een cur
sus te volgen. De kennis die hij zal
opdoen zal het bedrijf maar ook hem
zelf ten goede komen.
Natuurlijk gaat zijn salaris gewoon
door en de extra kosten worden ver
goed. Teun krijgt studieverlof dat de
onderneming betaalt. „Wil een bedrijf
bij blijven en wil je zelf bij blijven dan
is voortdurende studie nodig", zegt
niet alleen Teun maar ook Truus. Als
zij de kans kreeg, deed ze het ook.
Teun en Truus hebben geleerd te leren
en ze brengen het over op hun kinde
ren.
Jammer voor Henk, jammer voor
Marie en jammer voor de kinderen van
Marie en Henk.
De nuchtere Nederlander oppert:
„Maar het huwelijk en het gezinsleven
van Henk en Marie kunnen heel wat
prettiger zijn dan die van Teun en
Truus. Misschien zijn Henk en Marie
wel wijze mensen en beslist geen
armen van geest. Niet iedereen kan
een hoogvlieger zijn, er is nu eenmaal
verschil. In een tuin groeien verschil
lende bloemen, maar alle bloemen
vinden we mooi. De takken van een
treurwilg staan nu eenmaal anders dan
de takken van een populier. Ieder en
alles z'n plaats".
Laten we proberen Marie en Henk een
wettelijk recht op onderwijs en vor
ming (educatiete geven en niet alleen
Marie en Henk maar in principe alle
volwassenen, ook Truus en Teun, doch
laten we beginnen bij hen die niet
zoveel educatie hebben genoten, man
nen zowel als vrouwen, jonge volwas
senen en oude volwassenen, werkne
mers en werkneemsters, Nederlandse
zowel als buitenlandse, zelfstandigen
en werklozen, alsmede zij die niet
meer hoeven te werken of niet meer
kunnen werken. Een recht dat hen in
staat stelt voor een tijd naar dat
vormingsinstituut of naar die school te
gaan die zij zelf goed vinden.
De lezer zal opmerken: „Dat recht
heeft toch iedereen. Iedereen mag toch
net zo veel leren als zij of hij wenst,
overdag of 's avonds". Wel mogen,
maar wat tijd en financiën betreft, niet
altijd kunnen. Wanneer volwassenen
leerrecht krijgen, dienen zij, wat tijd
en financiën betreft, in staat gesteld te
worden een vormingsinstituut naar
keuze of een school naar keuze te
bezoeken.
Hoe zou dat betaald moeten worden?
Wie zou daarvoor in aanmerking
kunnen komen?
Hoe moet zo iets geregeld worden.
Ziedaar, vragen die de regering zich
ook gesteld heeft. Het is niet bij vragen
gebleven.
Laat iedere gemeentelijke overheid
nagaan en berichten welke educatieve
voorzieningen voor volwassenen er
reeds in haar gemeente zijn, waaraan
behoefte bestaat, hoer er samenge
werkt kan worden. Laat iedere ge
meente plaatselijk een plan, een plaat
selijk educatief plan maken. We weten
dan wat we hebben, wat er gevraagd
wordt, hoeveel het kost en of het
betaald kan worden.
Laten andere groepen deskundigen
zich richten op het educatieve aanbod,
op dat wat geboden kan worden, van
school tot en met universiteit, onder
wijs en vorming op elk niveau, voor
beginners en gevorderden, een open
school, een open universiteit.
En laat een groep deskundigen zich
bezig houden met een advies uit te
brengen aan de regering over hoe
volwassenen in staat gesteld kunnen
worden van hun leerrecht gebruik te
maken: de commissie betaald educa
tief verlof. Een naam waarmee de
commissie zelf niet zo gelukkig is en.
die misschien beter zou kunnen luiden:
commissie betaalde volwassenen
educatie.
De commissie heeft onlangs een voor
lopig en niet meer dan een voorlopig
rapport uitgebracht waarin zij stelt:
Het einddoel van betaald edu
catief verlof
Het uiteindelijke doel van betaald edu
catief verlof is iedereen de reële moge
lijkheid te geven gebruik te maken van
de educatieve voorzieningen in over
eenstemming met zijn persoonlijke en
maatschappelijke behoeften. Daar
naast is de ontwikkeling van het leer
recht en het betaald educatief verlof
ook maatschappelijk van belang.
De commissie wijst in de eerste plaats
op de ontplooiingskansen van het indi
vidu. Dit heeft niet alleen vergroting
van het individueel welzijn tengevolge,
maar ook verhoging van de maat
schappelijke en politieke participatie.
Op deze wijze draagt betaald educatief
verlof ertoe bij dat mensen greep
krijgen of houden op het maatschappe
lijk gebeuren.
Betaald educatief verlof speelt een
belangrijke rol bij het beantwoorden aan
de eisen van onze snel veranderende
maatschappij. Op deze veranderingen
moet iedereen een antwoord kunnen
geven. De eerste onderwijsfase vormt
hiervoor een onvoldoende basis. Dit
geldt niet alleen voor de ouderen, die in
hun jeugd in het algemeen minder
onderwijs hebben genoten dan de hui
dige generaties, maar ook voor ieder
een die met een nieuwe levensfase of
een duidelijk gewijzigde maatschappe
lijke situatie geconfronteerd wordt. In
de huidige maatschappij is het niet
meer mogelijk de mensen in hun jeugd
en vaststaand pakket kennis en vaar
digheden mee te geven dat toereikend
is voor het gehele leven. Daarbij komt
nog dat men op latere leeftijd dikwijls
veel beter ziet wat men met zichzelf en
zijn maatschappelijke situatie aan wil.
Veel educatie heeft pas zijn optimaal
effect wanneer die plaats vindt op
basis van opgedane levens- en werk
ervaring. Aldus kan men betaald edu
catief verlof zien als onderdeel van een
strategie van wederkerend leren.
Betaald educatief verlof kan een rol
spelen bij de verbetering van de inko
mens- en arbeidsmarktpositie van
mensen door hun de gelegenheid te
bieden gebruik te maken van educatie
ve voorzieningen, en de daarmee ver
kregen vaardigheden en opgedane er
varingen tot gelding te brengen in de
samenleving. Daarmee hangt ook sa
men de mogelijkheid tot beïnvloeding
van zeggenschapsverhoudingen en ar
beidsomstandigheden. Waar het gaat
om groepen die tevoren geen plaats
hadden in de wereld van de betaalde
arbeid, kan betaald educatief verlof
een rol spelen bij de maatschappelijk
wenselijk geachte herallocatie op
nieuw toewijzen) van arbeid. De com
missie denkt hier bijvoorbeeld aan be
paalde groepen uitkeringsgerechtig
den en aan vrouwen die al dan niet
opnieuw tot de arbeidsmarkt willen
toetreden.
Betaald educatief verlof kan vervol
gens een functie vervullen bij het
bevorderen van een flexibele arbeids
marktpolitiek. Het kan een instument
zijn waardoor sneller en soepeler inge
speeld wordt op veranderingen in de
arbeidsmarkt.
De commissie is tenslotte van mening
dat betaald educatief verlof eveneens
van betekenis kan zijn voor de werkge-
legenheidsproblematiek. In een tijd
waarin de werkloosheid zich aftekent
als een structureel probleem kan be
taald educatief verlof een bepaald
percentage van de beroepsbevolking
onttrekken aan het arbeidsproces en
anderen in staat stellen tot herintrede
in het arbeidsproces. Bovendien kan
door invoering van betaald educatief
verlof de dreiging van een toenemende
werkloosheid onder onderwijzend per
soneel worden beperkt door deze ar
beidskrachten op educatieve doel
einden in het kader van betaald educa
tief verlof te richten. Einde citaat.
Volgens de commissie betaald educa
tief verlof zouden als eersten in aan
merking dienen te komen de volwasse
nen met de laagste opleiding. Daarbij
wordt ook gedacht aan langdurig werk
lozen, arbeidsongeschiken, vrouwen en
als laatsten in deze rij degenen die
bedreigd worden met werkloosheid.
Natuurlijk speelt het inkomen ook een
rol.
Opvallend is dat de commissie in haar
opsomming niet rept over de grote
groep volwassenen die al een vor
mingsinstituut bezoeken of volwasse
nen-onderwijs volgen. Velen van hen
zouden bijzonder gebaat zijn bij be
taald educatief verlof of zelfs met een
beperkt betaald educatief verlof. Mis
schien zouden scholen voor volwasse
nen aangewezen kunnen worden om
onder controle van de inspectie op
beperkte schaal proeven te nemen. De
groep van uitkeringsgerechtigden
geeft wat het betaald educatief verlof
betreft weinig financiële moeilijkhe
den. (zie boven) Crèches voor halve
dagen behoeven niet duur te zijn en het
loon voor een kinderoppas is nog wel te
betalen.
Volgens het advies van de commissie
aan de regering zou betaald educatief
verlof bij voorkeur gefinancierd moe
ten worden uit de algemene middelen
en zou het betaald educatief verlof
moeten stoelen op een allesomvatten
de wettelijke grondslag.
Zal er een beperkt betaald educatief
verlof komen? Tijdens de behandeling
van Bestek '81 en de algemene be
schouwingen in de Tweede Kamer
heeft de minister-president de Kamer
toegezegd dat de regering in een brief
aan de Tweede Kamer de uitgangspun
ten van de aangekondigde nota over de
volwassenen-educatie en de in de nota
te behandelen onderwerpen bekend zal
maken. Daarna is het woord aan de
Kamer en de politieke partijen. De
brief is inmiddels verschenen.
Afwachten, luisteren wat er gezegd
wordt en zien wat er gedaan wordt, is
het parool.
Doe vooral geen dingen waar u later spijt van zou kunnen
krijgen Kom tijdig bij ons aan de zaak en laat u
vrijblijvend voorlichten op hetgebied van verlovings-,
huwelijks- en dankbetuigingskaarten en
geboortekaarten. Kortom; laat ons u de even smaakvolle
als uitgebreide Kennemer Kaarten Kollektie
voorleggen!
Als u daar uw persoonlijke keuze uit heeft gemaakt,
dan kan er werkelijk niets meer misgaan! Totziensbij:
Iedereen kent de tandarts en zijn assistente. Beiden hebben hun taak in het tand
heelkundige team. De laatste jaren is dit team uitgebreid met de mondhygiënis
te. Meestal is het een vrouw, maar er zijn ook mannen die dit nieuwe beroep
uitoefenen. Binnen dit team neemt zij een geheel eigen positie in. Sommigen
menen dat zij een veredelde tandartsassistente is. Maar dat denkbeeld is ab
soluut onjuist. Mondhygiëniste is een beschermd beroep op het gebied van pre
ventie.
Het voorkomen van ziekten (preventie)
Voorlichting over verzorging van tan
den, kiezen en tandvlees vormt de
hoofdzaak van haar werk. De tandarts
heeft er meestal te weinig tijd voor.
Daar komt bij dat pas de laatste ja
ren het vak voorlichting deel uit maakt
van de opleiding van de tandarts. De
mondhygiëniste is juist op het terrein
van de voorlichting goed thuis. Zij kan
u helpen met nuttige informatie. Veel
ziekten zijn te voorkomen; dat geldt
zeker voor cariës (tandbederf: gaatjes
in tanden en kiezen).
En helemaal voor tandvleesontstekin
gen!
Mondhygiëne is de oplossing:
belangrijkste is zelfwerkzaamheid
De enige manier om cariës en tand
vleesontstekingen goed en blijvend te
lijf te gaan, bestaat uit zelfwerkzaam
heid van de mensen.
Iedereen kan zelf het beste de eigen
tanden en kiezen controleren en
schoonhouden door een reeks eenvou
dige handelingen. De mondhygiëniste
kan het iedereen leren.
Waar werkt de mondhygiëniste?
Er zijn op dit moment zo'n 400 mond
hygiënistes in Nederland.
Te weinig, maar het aantal groeit
gestaag. We komen haar op verschil
lende plaatsen tegen:
- in particuliere, gemengde en groeps-
praktijken
- bij de school tand verzorging (voor
lichting aan kinderen
- bij de gehandicaptenzorg (mensen die
hun eigen gebit niet kunnen reinigen)
- in leger, luchtmacht en marine
- bij specialistische praktijken
- in ziekenhuizen (afdeling mondheel-
kunde)
- bij de opleiding mondhygiënistes
- bij afdelingen van tandheelkundige
subfaculteiten
Het werk van de mondhygiëniste
Een mondhygiëniste houdt zich o.a.
met de volgende werkzaamheden be
zig:
- het geven van poetsinstructies
- mondonderzoek, het bepalen van de
toestand van het gebit, het tandvlees,
etc.
- het maken van afdrukken van het
gebit. Met deze afdrukken kan de tand
arts of tandtechnieker verder werken
- het maken van röntgenfoto's waarop
men kan zien hoe het gebit er in de
kaak uitziet
- het met speciale instrumenten ver
wijderen van allerlei aanslag: tand
steen, aanslag van roken, wijn, thee,
etc.
- het polijsten van tanden, zodat ze
er mooi uitzien en glad worden.
Hierdoor komt er minder gemakkelijk
plak op. Verder het polijsten van vul
lingen, zodat ze beter „aansluiten".
- het aanbrengen van middelen die
tandbederf afremmen, zoals fluoride-
gelée en vloeistof met speciale lepels.
In veel gevallen worden nieuwe patiën
ten door de tandarts eerst naar de
mondhygiëniste verwezen. Bijvoor
beeld voor instructie over tanden poet
sen en voor het verwijderen van tand
steen en aanslag. In andere gevallen
rondt zij het werk van de tandarts
af polijsten van vullingen
Soms stuurt de tandarts de patiënt
tussendoor een of meer malen naar
de mondhygiëniste. Kortomde mond
hygiëniste is een belangrijke partner
in het tandheelkundige team, met een
geheel eigen functie.
De behandeling
De mondhygiëniste maakt zelf afspra
ken met de patiënt. Een behandeling
duurt tussen de twintig minuten en
één uur.
De mondhygiëniste doet geen pijn
lijke ingrepen, al maakt zij gebruik
van dezelfde stoel als de tandarts. De
behandeling is voor ziekenfondspatiën
ten kosteloos. Iemand die zijn gebit
goed verzorgt, kan volstaan met twee
bezoekjes per jaar aan de mondhygië
niste. Iemand die waarde hecht aan
een erg mooi gebit kan ook vaker
gaan. Het werk van de mondhygië
niste heeft naast een medische ook
een cosmetische kant! De mondhygië
niste zorgt voor een mooi en gezond
gebit. Voor veel mensen is een kunst
gebit een schrikbeeld. Deze mondhy
giëniste kan helpen om dat te voorko
men.
Poetsles
Een onderdeel van de mondhygiëne
is het tandenpoetsen. Het is zoiets
als het dichtmaken van veters, een
handigheidje dat men echt even moet
leren. Ook volwassenen krijgen poets-
les. Het is even wennen om als een
kind instructies te krijgen. Maar het
resultaat van de les is wel de moeite
waard. Goed poetsen is heel belang
rijk om tandbederf en tandvleesont
stekingen te voorkomen.
De opleiding van de mondhygiëniste
Mondhygiëniste hebben een zware op
leiding achter de rug. Twee volle ja
ren dagopleiding maken jonge mensen,
Vnl. vrouwen, geschikt voor dit ver
antwoordelijke, paramedische beroep.
Een overvol lesprogramma, waar
naast theorie veel aandacht wordt be
steed aan praktijkoefening.
De mondhygiëniste krijgt de volgende
vakken: anatomie, histologie, fysiolo
gie, fysiologische chemie, bacteriolo
gie, farmacologie, pathologie, voe
dingsleer, algemene tandheelkunde,
preventieve tandheelkunde, parodon
tologie, röntgenologie, sociale tand
heelkunde, tandheelkundige voorlich
ting en opvoeding (psychologie, socio
logie) en mondhygiëne.
Er zijn vier opleidingen in Nederland:
Universiteit van Amsterdam, Vrije
Universiteit Amsterdam, Rijksuni
versiteit Utrecht en Katholieke Uni
versiteit Nijmegen.
Totaal studeren er per jaar ongeveer
80 nieuwe mondhygiënistes af in Ne
derland. Eigenlijk zijn dat er te wei
nig, want de behoefte is groot.
Groot onderzoek naar effect van
mondhygiëne
Kort geleden werden de resultaten
gepubliceerd van het tot nog toe
grootste onderzoek naar het effect van
mondhygiëne. Maar liefst 1.100 school
kinderen in leeftijd variërend tussen
7 en 16 jaar werden gedurende 3 jaar
onderworpen aan een mondhygiëne
programma. In tegenstelling tot eer-
Het aantal appel- en peresoorten dat in de winkels te koop is is niet zo groot meer
als vroeger. Soms zijn er niet meer dan twee of drie te vinden. In de kisten met
appels zal in ieder geval altijd ook de Golden Delicious liggen. Maar waar is de
Sterappel gebleven, of de Notarisappel, of de Kruldenierspeer? Waarom is het
assortiment tegenwoordig kleiner dan vroeger? Bij de afdeling Fruitteelt van de
landbouwhogeschool in YVageningen is het antwoord op deze vragen te vinden.
En op de vraag Kunnen die ouderwet
se rassen niet terugkomen? luidt het
antwoord: Als de proeven lukken,
maakt een aantal van die oude appel
en pererassen weer een kans.
Waarom zijn ze eigenlijk verdwenen?
Omdat ze beurtjaren kenden. Dat be
tekent dat ze het ene jaar wel vruchten
droegen, maar het volgende jaar niet.
En omdat een fruitteler élk jaar een
redelijk inkomen dient te hebben,
moesten deze bomen plaats maken
voor rassen die elk jaar vruchten
dragen, zoals Cox's Orange Pippin,
Golden Delicious, James Grieve,
Schone van Boskoop (beter bekend als
Goudreinet) en Jonathan. In feite zijn
dit ook al tamelijk oude appelsoorten,
maar pas de laatste tientallen jaren is
men ze op grote schaal gaan telen.
Die zogenaamde beurtjaren worden
veroorzaak door de hormonenhuishou
ding van de fruitboom. De Wageningse
onderzoekers hebben dat precies uit-
dere onderzoeken werden slechts om
de 3 weken mondhygiëne instructies,
professionele reiniging en fluoride
applicaties gegeven. De controlegroep
bestond eveneens uit 1.100 kinderen,
die om de 2 weken met een fluoride
oplossing spoelden. Op deze manier
kon bij vergelijking tussen de twee
groepen duidelijk het effect van de
mondhygiëne naar voren komen. Uit
de uitkomsten van het onderzoek
blijkt duidelijk, dat.het cariës-preven-
tieve effect van fluoriden aanzienlijk
kan worden verhoogd wanneer daar
naast ervoor wordt gezorgd, dat de
mondhygiëne verbetert.
Vooral bleek, dat veel minder cariës
optrad bij de contactvlakken tussen
tanden en kiezen. Een goede mondhy
giëne, waaronder gebruik van tand-
zijde en tandenstokers, bleek de ca
riës zeer sterk terug te dringen.
Aan het eind van het onderzoek was
de gemiddelde cariës-reductie bij de
testgroep maar liefst 5i% en kwamen
tandvleesontstekingen zelfs 73% min
der voor. Een programma, waarbij
de mondhygiëniste de kinderen slechts
éénmaal per 3 weken zag, had al zo'n
sterke verbetering van de gebitstoe
stand tot gevolg!
Uitgaande van de Stichting Federatieve Raad voor het Bejaar-
denwerk Soest.
Bureau: Middelwijkstraat36, tel. 02155-19289.
Projektleidster: J. I. Hukema.
Spreekuur: dinsdag t.m. vrijdag van 9-10 uur.
Dienstencentrum, „De Drie Eiken", Dorpsplein 18, Soesterberg,
tel. 034-1402.
Leidster: A. H. Frankena.
Spreekuur: maandag t.m. vrijdag van 9-10.30 uur.
Dienstencentrum „Honsbergen", Wiardi Beckmanstraat 475,
Soest, tel. 02155-10607.
Leiders: A. F. van de Genugten en J. C. van Bochove.
Spreekuur: maandag t/m vrijdag van 9-10.30 uur.
Op bovengenoemde adressen kunt U alle inlichtingen krijgen
betreffende de dienstverlening aan ouderen.
Enkele voorbeelden:
Warme-maaltijdvoorziening
Ontspanningsmogelijkheden
Cursussen
Bejaardenwacht/bezoekdienst
Pedicuredienst enz. enz.
Voor een warme maaltijd kunt U zich ook rechtstreeks wenden
tot de volgende adressen:
Soestdijk Mw. G. Mirck-Luypen, Nassaulaan 4, tel.:
15592.
Soest-Midden Mw. M. A. Jansen-Moesenbroek, Kerkpad
NZ57, tel.: 15588.
Soest-Zuid Mw. S. Steendijk-Geerlings, Bartolottilaan 16,
tel.16389.
Soesterveen Mw. T. E delenbosch-Dijkstra, Veenbesstraat
532,tel.16540.
Honsbergen Hr. A. F. van de Genugten (leider diensten
centrum) Wiardi Beckmanstraat 475,
tel. 10607.
Soesterberg Mw. N. van Dijk-de Waal, Moerbessenweg 7,
tel.:03463-2322.
Centrale admini-: Mw. A. M. Mulders-de Klerk, Kerkpad NZ 54,
stratie warme- tel.13662.
maaltijden (indien geen gehoor bij wijkadressen)
Wijkhoofden bejaardenwacht:
Soestdijk Mw. H. de Beer-Kerkhof (waarnemend).
Kerkpad ZZ 57, tel.14448.
Soest-Midden Mw. J. W. M. Gemen-Kalkman,
Kerkpad ZZ 84, tel.12947.
Soest-Zuid Mw. E. H. Out, Jac. Catslaan 13, tel.14512.
Soesterveen Mw. J. Dansen van Rossum (waarnemend)
Veenbesstraat524, tel.: 10849.
Honsbergen Hr. J. C. van Bochove, Dienstencentrum
„Honsbergen", Wiardi Beckmanstraat 475,
tel.: 10607.
Soesterberg Mw. A. H. Frankena, Dienstencentrum
„De Drie Eiken", Dorpsplein 18, tel.
03463-1402.
gezocht en kijken nu of het mogelijk is
die beurtjaarbomen te dwingen elk
jaar in bloei te komen en vrucht te
dragen. Als dat zou lukken, zouden
enkele oude rassen weer een kans
maken.
De onderzoekers van de Landbouw
hogeschool behandelen de beurtjaar
bomen beurtelings met stimulerende
en remmende hormonen. In het jaar
dat weinig bloei wordt verwacht, wor
den de bomen met het stimulerende
hormoon bespoten en het jaar daarop,
wanneer veel bloemaanleg wordt ver
wacht, spuit men het remmende hor
moon. Zo probeert men het vruchtdra-
gen der bomen door de jaren heen in
evenwicht te brengen. Als de proeven
slagen en de fruittelers er in de prak
tijk mee uit de voeten kunnen, zal het
assortiment appels en peren in de
winkels uiteindelijk kunnen worden
verbreed. Een plezierig bericht voor
verstandige snoepers.
In modekringen wordt
beweerd dat 1979 het jaar
van de bril wordt. Dat
houdt natuurlijk in dat de
nieuwe brillenmode al deze
herfst wordt gelanceerd.
Nog niet zo lang geleden
werden brillen alleen maar
gedragen uit noodzaak, om
het gezichtvermogen te
korrigeren. Maar zoals
iedereen nu wel weet, zijn de
brillen (tevens) gaan
behoren tot de modieuze
accessoires. We hebben het
verhaal al eens verteld,
maar hier volgt in a nutshel
nog eens de ontwikkeling
van de brillenmode. Zoals
bekend bestond er tot het
midden van de 14e eeuw
geen mode. Eerst toen
ontdekten de mensen dat
kleding niet alleen dienst
kon doen als bedekking en
op temperatuur houden van
het lichaam, maar ook als
middel om de andere sekse
te boeien. Eeuwenlang werd
het Westerse modebeeld
beheerst door strenge
religieuze voorschriften.
In één enkele generatie
kwam daar echter veran
dering in. De kleren werden
strak van snit om aantrek
kelijke lichaamsvormen
beter te laten uitkomen.
De halslijn werd zó laag,
dat vaak een groot deel van
de borst te zien was. De
ingetogen haardracht
maakte plaats voor luchtige,
frivole kapsels. Juwelen en
andere sieraden werden
overvloedig gedragen.
De mode was geboren. Toen
Marco Polo van zijn lange,
legendarische reis naar de
Oriënt terug kwam, bracht
hij niet alleen een schat aan
exotische goederen mee,
maar ook de primitieve bril,
die in China reeds bekend
was. Maar in Europa werd
dit „instrument" veroor
deeld als vreemd en zelfs
gevaarlijk. Maar evenals dit
met de mode het geval was
geweest, kon geen macht
ter wereld de ontwikkeling
van de bril (en de zonnebril)
tegenhouden. In de tijd van
onze grootmoeders werd nog
het zg. ziekenfondsbrilletje
gedragen, stukjes geslepen
glas in een smakeloos
ijzeren montuurtje gevat.
Intussen heeft de bril zich
ontwikkeld tot een onmis
baar accessoire, dat elk jaar
met de mode meegaat.
De foto's geven u een kleine
impressie van de brillen
mode van vandaag (en
morgen).
Dit charmante drietal vindt het geenszins een belasting een bril te moeten
dragen. Met hulp van de opticien hebben zich een montuur „laten aan
meten", een passend montuur, waardoor hun charme wordt verhoogd.
(Foto: Lautenbacher)
Ook deze kindcrbril is geraffineerd afgestemd op het guitige gezichtje.
Oeen enkel kind zal protesteren tegen het dragen van zo'n modieus acces
soire, dat bovendien nog noodzakelijk gedragen móét worden om de ogen
in betere konditie te brengen of te houden. (Foto: Reiter Zürich)
(Alle modellen behoren tot de kollektie van MENRAD/Gmünd, Wesf*
Duitsland)