Betaald educatief verlof - wat is dat? De mondhygiëniste tracht tandbederf te voorkomen Welzijnswerk Ouderen Modern brillen Komen oude appel en peresoorten terug? 1 Drukkerij Smit cWat iedereen moet weten over verlovingen, huwelijk en geboorte. Van Weedestraat 29 Telefoon 14152 I I I I I a i 27 Soester Courant van woensdag 21 maart 1979 27 Toen Henk en Teun 17 jaar waren, ging Henk werken. Z'n ouders vonden dat goed. „Kinderen die studeren krijgen kouwe drukte en vervreemden van hun familie", vonden zij, en ,,wij moesten vroeger ook werken". Teun studeerde verder. Henk betaalde belasting zoals alle werkende jongeren. De opleidin gen die Teun volgde werden mede uit die belastinggelden betaald. ,,Het onderwijs is vrij. Henk had ook kunnen gaan studeren. Waar een wil is is een weg. Henk heeft de gelegenheid voorbij laten gaan. Hij heeft zijn kans niet benut. Hij kan proberen door schriftelijk onderwijs of door avond onderwijs z'n achterstand in te halen. Hij werkt dan wel overdag en studeert 's avonds, maar wat wil je, een stude rende kent nu eenmaal geen 8-urige werkdag", aldus de bekende redene ring. Nu is Henk 30. Hij heeft al vele malen de vraag gehoord: „Welke diploma's hebt U? Het werk dat hij nu doet, doet hij spelenderwijs, maar hij heeft ge hoord dat er in het bedrijf veranderin gen komen. Hij begrijpt niet helemaal waarom het gaat, hij voelt zich onze ker. „Ik heb te weinig geleerd", heeft Henk al vaak tegen zichzelf gezegd. Henk is getrouwd met Marie, en Teun met Truus. Vóór haar huwelijk en in de tijd dat er geen kinderen waren, heeft Marie ge werkt. Nu is ze thuis. Voorlopig zal hierin wel geen verandering komen. De rol van Marie is grotendeels be paald. Truus werkt nu. Met haar opleiding en diploma's was het niet zo moeilijk een baan voor halve dagen te vinden. Teun heeft een goed salaris en van het geld dat zij samen verdienen kan best een oppas voor de kinderen of een hulp in de huishouding af. De lezer of lezeres zal wel denken: „Dit is een oud verhaal. De rijke die rijker wordt, de arme die achterblijft". Toch is er meer. Voorbeeld: Er staat een auto aan de kant van een lange stille weg. Een heer stapt uit, de auto doet het niet meer. Hij tilt de motorkap op en kijkt in een wereld die hem altijd vreemd aandoet. Wat moet hij? Hij weet hiervan niets. Hij voelt zich hulpeloos. Hij is er zeker van dat het weer om een kleinigheid gaat. Het prikt hem dat hij met zijn geleerdheid niet in staat is het mankement te verhelpen. „Het zal lang duren voor hier op deze weg een monteur is", zegt hij, en hoe zal die monteur naar mij kijken wan neer na enkele onbegrijpelijke hande lingen de motor weer draait". De heer neemt zich voor, omdat hij veel rijdt, een cursus „pech onderweg" te gaan volgen. Hij wil van dat minusgevoel: „Dat kan ik niet" af. Zij die een goede schoolopleiding heb ben genoten, kunnen zich moeilijk voorstellen hoe iemand die dat niet heeft gehad, zich voelt. In onze maat schappij is geringe kennis een handi cap. De onderneming waar Teun werkt heeft hem meegedeeld dat hij enige tijd naar Duitsland moet om een cur sus te volgen. De kennis die hij zal opdoen zal het bedrijf maar ook hem zelf ten goede komen. Natuurlijk gaat zijn salaris gewoon door en de extra kosten worden ver goed. Teun krijgt studieverlof dat de onderneming betaalt. „Wil een bedrijf bij blijven en wil je zelf bij blijven dan is voortdurende studie nodig", zegt niet alleen Teun maar ook Truus. Als zij de kans kreeg, deed ze het ook. Teun en Truus hebben geleerd te leren en ze brengen het over op hun kinde ren. Jammer voor Henk, jammer voor Marie en jammer voor de kinderen van Marie en Henk. De nuchtere Nederlander oppert: „Maar het huwelijk en het gezinsleven van Henk en Marie kunnen heel wat prettiger zijn dan die van Teun en Truus. Misschien zijn Henk en Marie wel wijze mensen en beslist geen armen van geest. Niet iedereen kan een hoogvlieger zijn, er is nu eenmaal verschil. In een tuin groeien verschil lende bloemen, maar alle bloemen vinden we mooi. De takken van een treurwilg staan nu eenmaal anders dan de takken van een populier. Ieder en alles z'n plaats". Laten we proberen Marie en Henk een wettelijk recht op onderwijs en vor ming (educatiete geven en niet alleen Marie en Henk maar in principe alle volwassenen, ook Truus en Teun, doch laten we beginnen bij hen die niet zoveel educatie hebben genoten, man nen zowel als vrouwen, jonge volwas senen en oude volwassenen, werkne mers en werkneemsters, Nederlandse zowel als buitenlandse, zelfstandigen en werklozen, alsmede zij die niet meer hoeven te werken of niet meer kunnen werken. Een recht dat hen in staat stelt voor een tijd naar dat vormingsinstituut of naar die school te gaan die zij zelf goed vinden. De lezer zal opmerken: „Dat recht heeft toch iedereen. Iedereen mag toch net zo veel leren als zij of hij wenst, overdag of 's avonds". Wel mogen, maar wat tijd en financiën betreft, niet altijd kunnen. Wanneer volwassenen leerrecht krijgen, dienen zij, wat tijd en financiën betreft, in staat gesteld te worden een vormingsinstituut naar keuze of een school naar keuze te bezoeken. Hoe zou dat betaald moeten worden? Wie zou daarvoor in aanmerking kunnen komen? Hoe moet zo iets geregeld worden. Ziedaar, vragen die de regering zich ook gesteld heeft. Het is niet bij vragen gebleven. Laat iedere gemeentelijke overheid nagaan en berichten welke educatieve voorzieningen voor volwassenen er reeds in haar gemeente zijn, waaraan behoefte bestaat, hoer er samenge werkt kan worden. Laat iedere ge meente plaatselijk een plan, een plaat selijk educatief plan maken. We weten dan wat we hebben, wat er gevraagd wordt, hoeveel het kost en of het betaald kan worden. Laten andere groepen deskundigen zich richten op het educatieve aanbod, op dat wat geboden kan worden, van school tot en met universiteit, onder wijs en vorming op elk niveau, voor beginners en gevorderden, een open school, een open universiteit. En laat een groep deskundigen zich bezig houden met een advies uit te brengen aan de regering over hoe volwassenen in staat gesteld kunnen worden van hun leerrecht gebruik te maken: de commissie betaald educa tief verlof. Een naam waarmee de commissie zelf niet zo gelukkig is en. die misschien beter zou kunnen luiden: commissie betaalde volwassenen educatie. De commissie heeft onlangs een voor lopig en niet meer dan een voorlopig rapport uitgebracht waarin zij stelt: Het einddoel van betaald edu catief verlof Het uiteindelijke doel van betaald edu catief verlof is iedereen de reële moge lijkheid te geven gebruik te maken van de educatieve voorzieningen in over eenstemming met zijn persoonlijke en maatschappelijke behoeften. Daar naast is de ontwikkeling van het leer recht en het betaald educatief verlof ook maatschappelijk van belang. De commissie wijst in de eerste plaats op de ontplooiingskansen van het indi vidu. Dit heeft niet alleen vergroting van het individueel welzijn tengevolge, maar ook verhoging van de maat schappelijke en politieke participatie. Op deze wijze draagt betaald educatief verlof ertoe bij dat mensen greep krijgen of houden op het maatschappe lijk gebeuren. Betaald educatief verlof speelt een belangrijke rol bij het beantwoorden aan de eisen van onze snel veranderende maatschappij. Op deze veranderingen moet iedereen een antwoord kunnen geven. De eerste onderwijsfase vormt hiervoor een onvoldoende basis. Dit geldt niet alleen voor de ouderen, die in hun jeugd in het algemeen minder onderwijs hebben genoten dan de hui dige generaties, maar ook voor ieder een die met een nieuwe levensfase of een duidelijk gewijzigde maatschappe lijke situatie geconfronteerd wordt. In de huidige maatschappij is het niet meer mogelijk de mensen in hun jeugd en vaststaand pakket kennis en vaar digheden mee te geven dat toereikend is voor het gehele leven. Daarbij komt nog dat men op latere leeftijd dikwijls veel beter ziet wat men met zichzelf en zijn maatschappelijke situatie aan wil. Veel educatie heeft pas zijn optimaal effect wanneer die plaats vindt op basis van opgedane levens- en werk ervaring. Aldus kan men betaald edu catief verlof zien als onderdeel van een strategie van wederkerend leren. Betaald educatief verlof kan een rol spelen bij de verbetering van de inko mens- en arbeidsmarktpositie van mensen door hun de gelegenheid te bieden gebruik te maken van educatie ve voorzieningen, en de daarmee ver kregen vaardigheden en opgedane er varingen tot gelding te brengen in de samenleving. Daarmee hangt ook sa men de mogelijkheid tot beïnvloeding van zeggenschapsverhoudingen en ar beidsomstandigheden. Waar het gaat om groepen die tevoren geen plaats hadden in de wereld van de betaalde arbeid, kan betaald educatief verlof een rol spelen bij de maatschappelijk wenselijk geachte herallocatie op nieuw toewijzen) van arbeid. De com missie denkt hier bijvoorbeeld aan be paalde groepen uitkeringsgerechtig den en aan vrouwen die al dan niet opnieuw tot de arbeidsmarkt willen toetreden. Betaald educatief verlof kan vervol gens een functie vervullen bij het bevorderen van een flexibele arbeids marktpolitiek. Het kan een instument zijn waardoor sneller en soepeler inge speeld wordt op veranderingen in de arbeidsmarkt. De commissie is tenslotte van mening dat betaald educatief verlof eveneens van betekenis kan zijn voor de werkge- legenheidsproblematiek. In een tijd waarin de werkloosheid zich aftekent als een structureel probleem kan be taald educatief verlof een bepaald percentage van de beroepsbevolking onttrekken aan het arbeidsproces en anderen in staat stellen tot herintrede in het arbeidsproces. Bovendien kan door invoering van betaald educatief verlof de dreiging van een toenemende werkloosheid onder onderwijzend per soneel worden beperkt door deze ar beidskrachten op educatieve doel einden in het kader van betaald educa tief verlof te richten. Einde citaat. Volgens de commissie betaald educa tief verlof zouden als eersten in aan merking dienen te komen de volwasse nen met de laagste opleiding. Daarbij wordt ook gedacht aan langdurig werk lozen, arbeidsongeschiken, vrouwen en als laatsten in deze rij degenen die bedreigd worden met werkloosheid. Natuurlijk speelt het inkomen ook een rol. Opvallend is dat de commissie in haar opsomming niet rept over de grote groep volwassenen die al een vor mingsinstituut bezoeken of volwasse nen-onderwijs volgen. Velen van hen zouden bijzonder gebaat zijn bij be taald educatief verlof of zelfs met een beperkt betaald educatief verlof. Mis schien zouden scholen voor volwasse nen aangewezen kunnen worden om onder controle van de inspectie op beperkte schaal proeven te nemen. De groep van uitkeringsgerechtigden geeft wat het betaald educatief verlof betreft weinig financiële moeilijkhe den. (zie boven) Crèches voor halve dagen behoeven niet duur te zijn en het loon voor een kinderoppas is nog wel te betalen. Volgens het advies van de commissie aan de regering zou betaald educatief verlof bij voorkeur gefinancierd moe ten worden uit de algemene middelen en zou het betaald educatief verlof moeten stoelen op een allesomvatten de wettelijke grondslag. Zal er een beperkt betaald educatief verlof komen? Tijdens de behandeling van Bestek '81 en de algemene be schouwingen in de Tweede Kamer heeft de minister-president de Kamer toegezegd dat de regering in een brief aan de Tweede Kamer de uitgangspun ten van de aangekondigde nota over de volwassenen-educatie en de in de nota te behandelen onderwerpen bekend zal maken. Daarna is het woord aan de Kamer en de politieke partijen. De brief is inmiddels verschenen. Afwachten, luisteren wat er gezegd wordt en zien wat er gedaan wordt, is het parool. Doe vooral geen dingen waar u later spijt van zou kunnen krijgen Kom tijdig bij ons aan de zaak en laat u vrijblijvend voorlichten op hetgebied van verlovings-, huwelijks- en dankbetuigingskaarten en geboortekaarten. Kortom; laat ons u de even smaakvolle als uitgebreide Kennemer Kaarten Kollektie voorleggen! Als u daar uw persoonlijke keuze uit heeft gemaakt, dan kan er werkelijk niets meer misgaan! Totziensbij: Iedereen kent de tandarts en zijn assistente. Beiden hebben hun taak in het tand heelkundige team. De laatste jaren is dit team uitgebreid met de mondhygiënis te. Meestal is het een vrouw, maar er zijn ook mannen die dit nieuwe beroep uitoefenen. Binnen dit team neemt zij een geheel eigen positie in. Sommigen menen dat zij een veredelde tandartsassistente is. Maar dat denkbeeld is ab soluut onjuist. Mondhygiëniste is een beschermd beroep op het gebied van pre ventie. Het voorkomen van ziekten (preventie) Voorlichting over verzorging van tan den, kiezen en tandvlees vormt de hoofdzaak van haar werk. De tandarts heeft er meestal te weinig tijd voor. Daar komt bij dat pas de laatste ja ren het vak voorlichting deel uit maakt van de opleiding van de tandarts. De mondhygiëniste is juist op het terrein van de voorlichting goed thuis. Zij kan u helpen met nuttige informatie. Veel ziekten zijn te voorkomen; dat geldt zeker voor cariës (tandbederf: gaatjes in tanden en kiezen). En helemaal voor tandvleesontstekin gen! Mondhygiëne is de oplossing: belangrijkste is zelfwerkzaamheid De enige manier om cariës en tand vleesontstekingen goed en blijvend te lijf te gaan, bestaat uit zelfwerkzaam heid van de mensen. Iedereen kan zelf het beste de eigen tanden en kiezen controleren en schoonhouden door een reeks eenvou dige handelingen. De mondhygiëniste kan het iedereen leren. Waar werkt de mondhygiëniste? Er zijn op dit moment zo'n 400 mond hygiënistes in Nederland. Te weinig, maar het aantal groeit gestaag. We komen haar op verschil lende plaatsen tegen: - in particuliere, gemengde en groeps- praktijken - bij de school tand verzorging (voor lichting aan kinderen - bij de gehandicaptenzorg (mensen die hun eigen gebit niet kunnen reinigen) - in leger, luchtmacht en marine - bij specialistische praktijken - in ziekenhuizen (afdeling mondheel- kunde) - bij de opleiding mondhygiënistes - bij afdelingen van tandheelkundige subfaculteiten Het werk van de mondhygiëniste Een mondhygiëniste houdt zich o.a. met de volgende werkzaamheden be zig: - het geven van poetsinstructies - mondonderzoek, het bepalen van de toestand van het gebit, het tandvlees, etc. - het maken van afdrukken van het gebit. Met deze afdrukken kan de tand arts of tandtechnieker verder werken - het maken van röntgenfoto's waarop men kan zien hoe het gebit er in de kaak uitziet - het met speciale instrumenten ver wijderen van allerlei aanslag: tand steen, aanslag van roken, wijn, thee, etc. - het polijsten van tanden, zodat ze er mooi uitzien en glad worden. Hierdoor komt er minder gemakkelijk plak op. Verder het polijsten van vul lingen, zodat ze beter „aansluiten". - het aanbrengen van middelen die tandbederf afremmen, zoals fluoride- gelée en vloeistof met speciale lepels. In veel gevallen worden nieuwe patiën ten door de tandarts eerst naar de mondhygiëniste verwezen. Bijvoor beeld voor instructie over tanden poet sen en voor het verwijderen van tand steen en aanslag. In andere gevallen rondt zij het werk van de tandarts af polijsten van vullingen Soms stuurt de tandarts de patiënt tussendoor een of meer malen naar de mondhygiëniste. Kortomde mond hygiëniste is een belangrijke partner in het tandheelkundige team, met een geheel eigen functie. De behandeling De mondhygiëniste maakt zelf afspra ken met de patiënt. Een behandeling duurt tussen de twintig minuten en één uur. De mondhygiëniste doet geen pijn lijke ingrepen, al maakt zij gebruik van dezelfde stoel als de tandarts. De behandeling is voor ziekenfondspatiën ten kosteloos. Iemand die zijn gebit goed verzorgt, kan volstaan met twee bezoekjes per jaar aan de mondhygië niste. Iemand die waarde hecht aan een erg mooi gebit kan ook vaker gaan. Het werk van de mondhygië niste heeft naast een medische ook een cosmetische kant! De mondhygië niste zorgt voor een mooi en gezond gebit. Voor veel mensen is een kunst gebit een schrikbeeld. Deze mondhy giëniste kan helpen om dat te voorko men. Poetsles Een onderdeel van de mondhygiëne is het tandenpoetsen. Het is zoiets als het dichtmaken van veters, een handigheidje dat men echt even moet leren. Ook volwassenen krijgen poets- les. Het is even wennen om als een kind instructies te krijgen. Maar het resultaat van de les is wel de moeite waard. Goed poetsen is heel belang rijk om tandbederf en tandvleesont stekingen te voorkomen. De opleiding van de mondhygiëniste Mondhygiëniste hebben een zware op leiding achter de rug. Twee volle ja ren dagopleiding maken jonge mensen, Vnl. vrouwen, geschikt voor dit ver antwoordelijke, paramedische beroep. Een overvol lesprogramma, waar naast theorie veel aandacht wordt be steed aan praktijkoefening. De mondhygiëniste krijgt de volgende vakken: anatomie, histologie, fysiolo gie, fysiologische chemie, bacteriolo gie, farmacologie, pathologie, voe dingsleer, algemene tandheelkunde, preventieve tandheelkunde, parodon tologie, röntgenologie, sociale tand heelkunde, tandheelkundige voorlich ting en opvoeding (psychologie, socio logie) en mondhygiëne. Er zijn vier opleidingen in Nederland: Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam, Rijksuni versiteit Utrecht en Katholieke Uni versiteit Nijmegen. Totaal studeren er per jaar ongeveer 80 nieuwe mondhygiënistes af in Ne derland. Eigenlijk zijn dat er te wei nig, want de behoefte is groot. Groot onderzoek naar effect van mondhygiëne Kort geleden werden de resultaten gepubliceerd van het tot nog toe grootste onderzoek naar het effect van mondhygiëne. Maar liefst 1.100 school kinderen in leeftijd variërend tussen 7 en 16 jaar werden gedurende 3 jaar onderworpen aan een mondhygiëne programma. In tegenstelling tot eer- Het aantal appel- en peresoorten dat in de winkels te koop is is niet zo groot meer als vroeger. Soms zijn er niet meer dan twee of drie te vinden. In de kisten met appels zal in ieder geval altijd ook de Golden Delicious liggen. Maar waar is de Sterappel gebleven, of de Notarisappel, of de Kruldenierspeer? Waarom is het assortiment tegenwoordig kleiner dan vroeger? Bij de afdeling Fruitteelt van de landbouwhogeschool in YVageningen is het antwoord op deze vragen te vinden. En op de vraag Kunnen die ouderwet se rassen niet terugkomen? luidt het antwoord: Als de proeven lukken, maakt een aantal van die oude appel en pererassen weer een kans. Waarom zijn ze eigenlijk verdwenen? Omdat ze beurtjaren kenden. Dat be tekent dat ze het ene jaar wel vruchten droegen, maar het volgende jaar niet. En omdat een fruitteler élk jaar een redelijk inkomen dient te hebben, moesten deze bomen plaats maken voor rassen die elk jaar vruchten dragen, zoals Cox's Orange Pippin, Golden Delicious, James Grieve, Schone van Boskoop (beter bekend als Goudreinet) en Jonathan. In feite zijn dit ook al tamelijk oude appelsoorten, maar pas de laatste tientallen jaren is men ze op grote schaal gaan telen. Die zogenaamde beurtjaren worden veroorzaak door de hormonenhuishou ding van de fruitboom. De Wageningse onderzoekers hebben dat precies uit- dere onderzoeken werden slechts om de 3 weken mondhygiëne instructies, professionele reiniging en fluoride applicaties gegeven. De controlegroep bestond eveneens uit 1.100 kinderen, die om de 2 weken met een fluoride oplossing spoelden. Op deze manier kon bij vergelijking tussen de twee groepen duidelijk het effect van de mondhygiëne naar voren komen. Uit de uitkomsten van het onderzoek blijkt duidelijk, dat.het cariës-preven- tieve effect van fluoriden aanzienlijk kan worden verhoogd wanneer daar naast ervoor wordt gezorgd, dat de mondhygiëne verbetert. Vooral bleek, dat veel minder cariës optrad bij de contactvlakken tussen tanden en kiezen. Een goede mondhy giëne, waaronder gebruik van tand- zijde en tandenstokers, bleek de ca riës zeer sterk terug te dringen. Aan het eind van het onderzoek was de gemiddelde cariës-reductie bij de testgroep maar liefst 5i% en kwamen tandvleesontstekingen zelfs 73% min der voor. Een programma, waarbij de mondhygiëniste de kinderen slechts éénmaal per 3 weken zag, had al zo'n sterke verbetering van de gebitstoe stand tot gevolg! Uitgaande van de Stichting Federatieve Raad voor het Bejaar- denwerk Soest. Bureau: Middelwijkstraat36, tel. 02155-19289. Projektleidster: J. I. Hukema. Spreekuur: dinsdag t.m. vrijdag van 9-10 uur. Dienstencentrum, „De Drie Eiken", Dorpsplein 18, Soesterberg, tel. 034-1402. Leidster: A. H. Frankena. Spreekuur: maandag t.m. vrijdag van 9-10.30 uur. Dienstencentrum „Honsbergen", Wiardi Beckmanstraat 475, Soest, tel. 02155-10607. Leiders: A. F. van de Genugten en J. C. van Bochove. Spreekuur: maandag t/m vrijdag van 9-10.30 uur. Op bovengenoemde adressen kunt U alle inlichtingen krijgen betreffende de dienstverlening aan ouderen. Enkele voorbeelden: Warme-maaltijdvoorziening Ontspanningsmogelijkheden Cursussen Bejaardenwacht/bezoekdienst Pedicuredienst enz. enz. Voor een warme maaltijd kunt U zich ook rechtstreeks wenden tot de volgende adressen: Soestdijk Mw. G. Mirck-Luypen, Nassaulaan 4, tel.: 15592. Soest-Midden Mw. M. A. Jansen-Moesenbroek, Kerkpad NZ57, tel.: 15588. Soest-Zuid Mw. S. Steendijk-Geerlings, Bartolottilaan 16, tel.16389. Soesterveen Mw. T. E delenbosch-Dijkstra, Veenbesstraat 532,tel.16540. Honsbergen Hr. A. F. van de Genugten (leider diensten centrum) Wiardi Beckmanstraat 475, tel. 10607. Soesterberg Mw. N. van Dijk-de Waal, Moerbessenweg 7, tel.:03463-2322. Centrale admini-: Mw. A. M. Mulders-de Klerk, Kerkpad NZ 54, stratie warme- tel.13662. maaltijden (indien geen gehoor bij wijkadressen) Wijkhoofden bejaardenwacht: Soestdijk Mw. H. de Beer-Kerkhof (waarnemend). Kerkpad ZZ 57, tel.14448. Soest-Midden Mw. J. W. M. Gemen-Kalkman, Kerkpad ZZ 84, tel.12947. Soest-Zuid Mw. E. H. Out, Jac. Catslaan 13, tel.14512. Soesterveen Mw. J. Dansen van Rossum (waarnemend) Veenbesstraat524, tel.: 10849. Honsbergen Hr. J. C. van Bochove, Dienstencentrum „Honsbergen", Wiardi Beckmanstraat 475, tel.: 10607. Soesterberg Mw. A. H. Frankena, Dienstencentrum „De Drie Eiken", Dorpsplein 18, tel. 03463-1402. gezocht en kijken nu of het mogelijk is die beurtjaarbomen te dwingen elk jaar in bloei te komen en vrucht te dragen. Als dat zou lukken, zouden enkele oude rassen weer een kans maken. De onderzoekers van de Landbouw hogeschool behandelen de beurtjaar bomen beurtelings met stimulerende en remmende hormonen. In het jaar dat weinig bloei wordt verwacht, wor den de bomen met het stimulerende hormoon bespoten en het jaar daarop, wanneer veel bloemaanleg wordt ver wacht, spuit men het remmende hor moon. Zo probeert men het vruchtdra- gen der bomen door de jaren heen in evenwicht te brengen. Als de proeven slagen en de fruittelers er in de prak tijk mee uit de voeten kunnen, zal het assortiment appels en peren in de winkels uiteindelijk kunnen worden verbreed. Een plezierig bericht voor verstandige snoepers. In modekringen wordt beweerd dat 1979 het jaar van de bril wordt. Dat houdt natuurlijk in dat de nieuwe brillenmode al deze herfst wordt gelanceerd. Nog niet zo lang geleden werden brillen alleen maar gedragen uit noodzaak, om het gezichtvermogen te korrigeren. Maar zoals iedereen nu wel weet, zijn de brillen (tevens) gaan behoren tot de modieuze accessoires. We hebben het verhaal al eens verteld, maar hier volgt in a nutshel nog eens de ontwikkeling van de brillenmode. Zoals bekend bestond er tot het midden van de 14e eeuw geen mode. Eerst toen ontdekten de mensen dat kleding niet alleen dienst kon doen als bedekking en op temperatuur houden van het lichaam, maar ook als middel om de andere sekse te boeien. Eeuwenlang werd het Westerse modebeeld beheerst door strenge religieuze voorschriften. In één enkele generatie kwam daar echter veran dering in. De kleren werden strak van snit om aantrek kelijke lichaamsvormen beter te laten uitkomen. De halslijn werd zó laag, dat vaak een groot deel van de borst te zien was. De ingetogen haardracht maakte plaats voor luchtige, frivole kapsels. Juwelen en andere sieraden werden overvloedig gedragen. De mode was geboren. Toen Marco Polo van zijn lange, legendarische reis naar de Oriënt terug kwam, bracht hij niet alleen een schat aan exotische goederen mee, maar ook de primitieve bril, die in China reeds bekend was. Maar in Europa werd dit „instrument" veroor deeld als vreemd en zelfs gevaarlijk. Maar evenals dit met de mode het geval was geweest, kon geen macht ter wereld de ontwikkeling van de bril (en de zonnebril) tegenhouden. In de tijd van onze grootmoeders werd nog het zg. ziekenfondsbrilletje gedragen, stukjes geslepen glas in een smakeloos ijzeren montuurtje gevat. Intussen heeft de bril zich ontwikkeld tot een onmis baar accessoire, dat elk jaar met de mode meegaat. De foto's geven u een kleine impressie van de brillen mode van vandaag (en morgen). Dit charmante drietal vindt het geenszins een belasting een bril te moeten dragen. Met hulp van de opticien hebben zich een montuur „laten aan meten", een passend montuur, waardoor hun charme wordt verhoogd. (Foto: Lautenbacher) Ook deze kindcrbril is geraffineerd afgestemd op het guitige gezichtje. Oeen enkel kind zal protesteren tegen het dragen van zo'n modieus acces soire, dat bovendien nog noodzakelijk gedragen móét worden om de ogen in betere konditie te brengen of te houden. (Foto: Reiter Zürich) (Alle modellen behoren tot de kollektie van MENRAD/Gmünd, Wesf* Duitsland)

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1979 | | pagina 27