scepIèr
Relativerend boek over
science-fiction
77
Een Philips video-recorder zou u alleen
al moeten zien om het prachtige beeld. Het
voortreffelijke geluid krijgt u op de koop toe.
schellinker
Commissie Gezondheidszorg
accepteert rapport
Districts Gezondheidszorg
Meningen
van Lezers
Van Soester auteur:
Nederlandse industrie
wacht op Marshall-plan
voor Egypt^
Nationale
ski- kampioenschappen
te Soesterberg
Geen voorrang
Adoptie
alternatief
voor abortus
VIDEO-SPECIALIST
N.E.C.-voorzitter L. Fokkema:
Glaasje op -
toch gereden
Beeld en geluid van Philips zijn altijd van eerste kwaliteit.
Dat is ook zo bij de Philips video cassette-recorder N 1700.
Hierbij komt nog het bedieningsgemak en de zekerheid van
de unieke Philips VCR-service met de speciale blauwe
garantie-kaart. Philips video moet u zien en dat kan bij ons.
17
Soester Courant van woensdag 28 maart 1979
17
inclusief 3 jaar-
voll. garantie
Betamax
VCR 7/1200
gp
r V
Slapen is een aangename tijdsbesteding.
Daar heeft u 'n aparte kamer voor
Maar uw slaapkamer kan zoveel méér betekenen.
Richt deze kamer zo in dat u er in kunt "wonen".
Zo vergroot u uw huis. Alles op het gebied van
slaapkamerinrichtingen vindt u bij de Scepter.
Wakkere mensen zijn welkom eens 'n kijkje te
komen nemen.
Geuzenweg 45a, HILVERSUM, Ferdinand Hiiycklaan 48, BAARN
Op het fietspad van de Beukenlaan
kreeg de 16-jarige bromfietser Ronald
H. bij de kruising met de Beetzlaan,
geen voorrang van de automobilist P.
V. (44). Ronald werd met een pijnlijk
onderbeen naar het ziekenhuis Zonne
gloren gebracht. Daar werd ook bin
nengebracht de 76-jarige mevrouw J.
W. Zij viel door onbekende oorzaak op
het trottoir van de Groen van Prinste-
rerstraat en hield aan de val een
hoofdwond over.
Opname van brieven onder de rubriek
Meningen van Lezers houdt niet in,
dat de redactie het altijd met de in
houd eens is.
Graag wil ik ingaan op de brief van de
fam. van Leeuwen in de Soester Cou
rant van 7 maart, waarin deze voor
stelt adoptie te stimuleren als alterna
tief voor abortus. In hun brief wordt de
indruk gewekt, dat de regering de
adoptie van Nederlandse kinderen be
moeilijkt. Het zijn echter niet de adop
tie-regelingen die belemmerend wer
ken, maar het aantal Nederlandse
moeders, dat haar kind ter adoptie
afstaat is gewoon gering. Dit aantal is
de laatste jaren drastisch gedaald. Van
747 in 1970 tot 126 in 1978, terwijl het
aantal buitenechtelijke geboorten de
laatste jaren min of meer stabiel is
(ongeveer 4000). Dit betekent, dat
steeds meer ongehuwde moeders be
sluiten haar kind te houden. Dit is een
gevolg van een toleranter houding
tegenover de ongehuwde moeder die
haar kind houdt en van de verbeterde
mogelijkheden het kind zelf te verzor
gen (bijstand, kinderdagverblijven
e.d.). Afstand doen van een kind door
ongehuwde vrouwen komt bijna niet
voor. Dit alles betekent mijns inziens,
dat verreweg de meeste vrouwen die
besloten hebben een niet-bedoeld kind
toch te krijgen, het ook zelf willen
opvoeden. Nu de vrouwen dus vrijelijk
kunnen kiezen om een niet-bedoeld
kind wel of niet te krijgen, zijn er maar
weinigen die het geboren laten worden
om het daarna af te staan.
Naar mijn gevoel komt uit de brief de
tendentie naar voren, dat de regering
door het sterk bemoeilijken van abor
tus, het aantal afgestane kinderen
kunstmatig moet verhogen. En dat om
aan de vraag van ongewenst kinder
loze echtparen beter te voldoen. De
briefschrijvers en ook andere groepe
ringen in onze samenleving die er zo
over denken, moeten toch ook schrik
ken van het onethische van deze ge-
dachtengang. Ik denk absoluut niet
lichtvaardig over het verdriet van
ongewenst kinderloze echtparen, maar
hun probleem op deze manier oplossen
lijkt mij niet juist.
Je kunt toch niet zo lichtvaardig voor
bijgaan aan de belangen en de gevoe
lens van de moeder en het kindNa een
kind negen maanden bij zich te hebben
gedragen en het in een dikwijls moei
lijke en pijnlijke bevalling op de wereld
te hebben gebracht, voelen deze vrou
wen zich genoodzaakt het kind af te
staan. Daarmee is echter noch voor
haar, noch voor het kind de kous af. De
vrouw zal heel haar leven bij zich
dragen dat er ergens een kind van haar
leeft, maar ze weet niet waar en noch
bij wie. In meer of minder sterke mate
zal de vraag blijven kwellen of ze er
wel goed aan heeft gedaan het kind af
te staan. Een kind is n.1. toch niet
hetzelfde als een jong poesje, dat je
zomaar kan weggeven.
Maar ook het kind zal, naarmate het
ouder wordt, zich gaan afvragen wie
zijn ouders waren en waarom het werd
afgestaan. Het antwoord zal dan moe
ten zijn, dat het onbedoeld en ongewild
verwekt was, en gedwongen werd ge
boren te worden. Van afstand uit
noodzaak tot lijfsbehoud was geen
sprake. Deze feiten kunnen een zware
belasting voor het kind gaan vormen.
Een belasting die ook de meest lief
hebbende adoptiefouders niet kunnen
voorkómen.
Bij de adoptie van kinderen uit andere
landen, voornamelijk uit de derde
wereld, ligt dit anders. In veel gevallen
redt de adoptie het leven van het kind,
dat uit pure armoede en ellende werd
afgestaan. In andere gevallen wordt
het kind op deze manier behoedt voor
een jarenlange verzorging in een over
vol en armetierig tehuis met veel te
weinig personeel. Waarbij bovendien
de kansen als volwassene, zonder de
steun van familie, gering zijn.
Niettemin wordt ook de adoptie van
deze kinderen als een noodoplossing
gezien, die noodzakelijk is zolang de
situatie voor veel kinderen in ontwik
kelingslanden nog zo slecht is. Allerlei
organisaties proberen echter via ge
richte projecthulp en financiële spon
soring van kinderen in tehuizen en van
gezinnen, te komen tot een betere
leefsituatie voor het kind. Ook de
Nederlandse organisaties van adop
tiefouders zetten zich hier zeer actief
voor in.
Overigens staat bij alle adopties het
belang van het kind voorop. Bepaalde
adspirant adoptiefouders kunnen het
nog zo graag willen, wanneer de Raad
voor de Kinderbescherming dit beter
vindt, wordt het kind bij anderen
geplaatst.
Je kunt je dan afvragen of het belang
van het kind voorop staat, wanneer het
gedwongen geboren wordt en vervol
gens afgestaan.
Het krijgen van een kind moet volgens
mij een zowel bewuste als positieve
keuze zijn. Een keuze die niet mag
afhangen van een „ongelukje" of van
een gaatje in een condoom, om het
maar cru te zeggen.
Te menen, dat onze Lieve Heer bij het
ontstaan van elke leven betrokken is,
ook als het bijvoorbeeld is ontstaan
doordat een fabrikant uit economische
overwegingen zijn producten niet 100%
betrouwbaar maakt, zou ik als gelovi
ge een godslasterlijke opvatting vin
den.
E. G. A. HOKSBERGEN-EVERS
Grundig - V.C.R. (4 uur) - Akai - V.H.S. - Sony
Thomas Leeflang (links), schrijver van het boekRobots naar studio driemet uitgever Jan van
Gelderen tijdens de perspresentatie in Krasnapolsky te Amsterdam.
Voor science fiction, kortweg SF, bestaat op dit moment meer belangstelling
dan ooit tevoren. Letterlijk betekent science-fiction wetenschappelijke fantasie.
Een ruimere omschrijving van deze aan het eind van de jaren twintig in
Amerika bedachte uitdrukking is gefantasteerd wetenschappelijk handelen. Het
genre SF heeft sinds 1930 in de media film en strip, maar vooral in de literatuur
een nogal merkwaardige plaats ingenomen. Niet alleen vlogen voor- en
tegenstanders van science-fiction elkaar in het verleden om de haverklap in de
haren, ook Sf-auteurs konden [kunnen] het onderling nauwelijks eens worden
over wat nu precies verstaan dient te worden onder een goed SF-verhaal. De
Soester publicist Thomas Leeflang schreef over het fenomeen science-fiction het
boek „Robots naar studio drie" dat op 29 maart aanstaande, bij de start van de
boekenweek, verschijnt.
Science-fiction is geen gemakkelijk
onderwerp. Toch is „Robots naar stu
dio drie" het derde boek van Thomas
Leeflang dat binnen twee jaar het licht
ziet. Kampt hij niet met tijdgebrek?
Thomas Leeflang: „Integendeel. Maar
ik zit nu eenmaal liever in m'n werk
kamer achter m'n schrijfmachine dan
aan de Costa del Sol achter een 'glas
sangria. Bovendien zijn die boeken van
mij geen meesterwerken in literaire
zin. Eerder zijn het een soort documen
taires waarvoor een degelijk archief,
een portie opmerkingsgave, een be
trouwbaar geheugen en een lichte tik
van de malle molen belangrijker zijn
dan oceanen van tijd. Mijn oeuvre
bestaat derhalve uit met plezier en
toewijding geschreven populaire boe
ken die, zoals mij gebleken is uit
verkoopcijfers en reacties, door veel
mensen op prijs gesteld worden. Wat
„Robots naar studio drie" betreft: al
vóór verschijning werd mij duidelijk
dat het een bijna controversieel boek
geworden is. Nederland telt namelijk
legio science-fictionkenners die al bij
de geringste kritiek op SF als zodanig
in de (boze) pen klimmen. Uit die hoek
verwacht ik de nodige nijdige post op
het boek. Voor „Robots naar studio
drie" heb ik voor de verandering eens
een zeer nuchter lintje in m'n schrijf
machine gedaan, en kaf van koren in
de science-fiction gescheiden. Althans,
ik hoop daarin geslaagd te zijn."
,,SF-acteurs van naam, schrijvers die
echt prachtig werk hebben afgeleverd,
zijn bijvoorbeeld Isaac Asimov, Robert
A. Heinlein, Jack Vance, H. G. Welles
niet te vergeten („War of the Worlds",
door Bert bakker opnieuw uitgegeven
onder de titel „Planetenoorlog"),
Arthur C. Clarke, A. E. van Vogt, Ron
L. Hubbard en H. P. Lovecraft.
Toch staan er in het SF-vak bij de
boekhandelaar ook minder geslaagde
boeken met de hoofdletters SF op de
omslag. Dikwijls zijn dat rare toe
komstvertellingen waaruit één ding
helder naar voren komt: de betreffen
de schrijvers missen het vermogen
zich de toekomst voor te stellen. In die
matige science-fictionboeken snellen
de hoofdfiguren door de verleden, he
den en verre toekomst van de ene
planeet naar de andere in tijdcapsules
en ruimtesondés. Miljoenen lichtjaren
worden afgelegd alsof het niets is. In
dat soort flauwe SF-boeken wordt druk
gecommuniceerd met wezens van bui
ten onze dampkring via gebarentaal
en/of fluittonen. Zoals gezegd: het
betere SF-werk van schrijvers die ik
net noemde steekt met kop en schou
ders boven dergelijke kitsch uit. Zulke
extreme kwaliteitsverschillen zijn in
andere literaire genres haast niet vind
baar".
Thomas Leeflang besteedt in zijn boek
aandacht aan vrijwel alle facetten van
de science-fiction: SF in het Ameri
kaanse pulp-magazine, in de cinema
tografie, in het stripverhaal, in de
mode en de speelgoedindustrie en in de
televisie. De recente SF-speelfilms
„Star Wars" en „Close Encounters of
the Third Kind" trokken na twee jaar
al meer publiek dan welke film dan
ook. Hoog op de internationale hitpara
des steeg de langspeelplaat „War of
the Worlds"' naar Het gelijknamige
SF-rampenboek van H. G. Welles.
Robots schuivelen door het beeldveld
in tv-popprogramma's als „Top Pop"
en „Rock Planet". In veel boekwinkels
is het assortiment SF-boeken verreweg
het grootst terwijl het aantal SF-strip-
verhalen bijna niet bij te houden is. Er
kan haast gesproken worden van een
science-fictionrage.
Thomas Leefland: „Inderdaad. De
Fransman Jules Verne heeft in de
vorige eeuw wat aangehaald met zijn
overigens mooie gotisch aandoende
SF-verhalen. Science-fiction-verhalen
en science-fictionfilms zijn de sprook
jes van de volwassenen van tegenwoor
dig. Toch heeft de échte wetenschap
het nooit zonder de bizarre science-f ic-
tion-fantasieën kunnen stellen. Klima
tologische oorlogvoering, beeldtele
foons, onderzeeboten, orgaantrans
plantaties, reageerbuiskinderen,: het
stond allemaal al decennia voordat het
werkelijkheid werd in SF-verhalen.
Grappig is echter dat juist op het door
SF-schrijvers zo gewilde terrein van de
ruimtevaart men het dikwijls hele
maal bij het verkeerde eind had. Toen
op 21 juli 1969 Neil Armstrong en
Edwin Aldrin als eerste aardbewoners
voet op de maan zetten, zaten miljoe
nen mensen wat teleurgesteld voor hun
tv-ontvanger. Het regelmatig lezen
van SF-verhalen had z'n uitwerking
niet gemist. Menigeen had een volko
men vertekend (SF-)beeld van ruim
tevaart en zéker van het maanland
schap opgebouwd. Science-fictlon-
schrijvers hadden het publiek zonder
het zelf te weten aardig bij de neus
gehad. Iedereen kon destijds constate
ren dat de maan troosteloos kaal is, en
zeker niet zoals in veel oudere SF-ge-
schiedenissen bevolkt door intrigeren
de wezens met een hogere intelligentie
dan die van ons".
Het nieuwste boek van Thomas Leef
lang is opgedragen aan Jan van Gelde
ren, die hij in zijn opdracht „een
lankmoedig uitgever" noemt. „Zo is
het precies", zegt hij. „Dat Jan van
Gelderen mijn toch wat tegendraadse
proza publiceert, getuigt van moed
naar mijn idee. Hij heeft mij helemaal
mijn gang laten gaan, zowel in de tekst
als in de keuze van de illustraties en de
vormgeving. Ik heb dat wel eens an
ders meegemaakt".
„Robots naar studio drie", uitgeverij
Het Spectrum, 136 pagina's, is vanaf 29
maart verkrijgbaar in de Nederlandse
en Belgische boekhandels. Wat Soest
betreft: de boeken van Thomas Leef
lang staan bij boekhandel Van de Ven
op de eerste verdieping in het filmvak
bij het raam.
De Districts Gezondheidszorg heeft de bedoeling de gezondheidszorg zo dicht
mogelijk bij de cliënten te brengen. Dit voor de hand liggende doel werd vorige
week tijdens de vergadering van de commissie maatschappelijke dienstver
lening en gezondheidszorg nog eens onder de aandacht gebracht door dr. P.
Zwanenburg, directeur van de Amersfoortse GG en GD. Dat was, naar later
bleek, wel nodig, want de Soester commissieleden bleken, op zijn zachtst ge
zegd, huiverig voor deze nieuwe opzet. Men werkt er overigens al sinds 1974 aan
en de opmerking werd dan ook snel geplaatst „dat de tien jaar wel volgemaakt
zullen worden".
„We willen voorkomen dat de zorg
voor de cliënt verder weg gaat zitten",
zette dr. Zwanenburg uiteen. Per 1 ju
li a.s. gaat Amersfoort als centrale
post fungeren voor het ambulance ver
voer in de hele regio.
De bedoeling van de Districts Gezond
heids Dienst fs het aangaan van een
gemeenschappelijke regeling tussen
Amersfoort, Baarn en Soest. Naast
de ambulancedienst moet daarin opge
nomen worden de schoolartsendienst
en zo mogelijk in een later stadium
de jeugdgezondheidszorg, de gezond
heidsvoorlichting en- opvoeding, de
jeugdpsychiatrie en de bedrijfsgenees
kunde.
Ook de positie van de gemeente-arts
wordt nader bekeken, „omdat" zoals
dr. Zwanenburg opmerkte, „het in de
ze tijd onmogelijk is het ambt van
Uit een verklaring van de Nederlandse
Export Combinatie (NEC) te Soest
blijkt dat het Nederlandse bedrijfsle-
A.s. zondag, 1 april, worden op de
kunstskibaan van Skischool Otto Zoe
telief te Soesterberg, gestreden om de
nationale titels. De wedstrijden begin
nen om 11.00 uur en zijn circa 15.00 uur
voorbij. Daarna vindt de prijsuitrei
kingplaats.
Het toernooi wordt georganiseerd door
de Federatie van Skibanen en Skiclubs.
Er vonden voorselectie-wedstrijden
plaats in Brunssum en in Ubbergen.
De winnaars daarvan komen naar
Soesterberg voor de nationale titels.
Het totaal aantal deelnemers is 139
en er wordt gestreden in acht verschil
lende leeftijds-categorieën.
De toegang is gratis.
ven met belangstelling wacht om in
te haken op het door President Car
ter voorgestelde Marshall-plan voor
Egypte.
Het Nederlandse bedrijfsleven onder
houdt veel goede zakelijke relaties
met Egypte, maar door de zwakke
financiële positie van dit land bleef de
omvang van de Egyptische import
noodgedwongen beperkt.
Als de vrede Is getekend zullen de
defensielasten aanmerkelijk geringer
worden en bovendien mag het land re
kenen op belangrijke financiële steun
van de Verenigde Staten.
Een zeer sterke importgroei zal daar
van het gevolg zijn.
In 1978 werd vanuhJNederland voor
352 miljoen gulden geëxporteerd.
Volgens NEC-voorzitter L. Fokkema
kunnen veel Nederlandse bedrijven in
Egypte wellicht een brok compensa
tie vinden voo de weggevallen Iraan-
se markt.
gemeentearts „even" naast een nor
male praktijk te doen".
Het kwam naar zijn mening door het
grote aantal mensen dat arbeidsonge
schikt wordt. Om daarin begeleiding te
geven, was veel meer vereist dan een
gewone medische opleiding. Gedacht
wordt in dit verband aan een sociaal
team, waarin verschillende disciplines
zitting hebbensociale- en maatschap
pelijk werkers, artsen, wijkverpleeg
kundigen enz.
In de commissievergadering had met
name mevrouw N. Blommers-Biezenzo
(WD) het moeilijk met de aanstel
ling van een medisch adjunct-direc
teur; wilde de heer G. Stam (CDA)
weten of de mogelijkheid bestond ach
teraf alsnog uit de dienst te stappen en
informeerde hij ook naar de financië
le consequenties van de gemeenschap
pelijke regeling.
Gevraagd werd ook naar de mogelijk
heid de schooltandartsendienst in het
geheel te integreren. Dat zou mogelijk
in de toekomst wel het geval zijn,
al was het nu wat voorbarig om daar
over te gaan praten. De tijd was nog
niet rijp „om deze hobbel te nemen",
oordeelde dr. Zwanenburg.
De commissie nam wel het rapport
over de dienst, dat opgesteld werk door
een ambtelijke werkgroep, aan. Er
komt één aanbeveling bij: mevrouw
Van Gelder (PvdA) stelde voor in
Soest in de toekomst een struktuur te
vinden, die gelijk is aan die van de
commissie gezondheidszorg. Daar was
men het mee eens.
De ambtelijke werkgroep wordt nu om
gezet in een voorbereidingswerkgroep;
het rapport gaat naar het Samenwer
kingsorgaan Eemlahd, waar bekeken
wordt wat men met de reacties uit
de diverse gemeenten kan doen. Wan
neer de dienst definitief van start gaat.
is niet bekend. Vast staat wel dat de
gemeenten die meedien, het gehéle
voorzieningenpakket van de dienst zul
len moeten accepteren.
Op de Stadhouderslaan werd de 28-
jarige autobestuurder W. T. uit Amers
foort aangehouden. Hij was niet alco
holvrij zoals de beide blaasproeven
uitwezen. De bloedproef werd geno
men en T. kreeg een rijverbod.
SOEST: SOESTERBERG:
Van Weedestraat- Tel. 02155-10344 Rademakerstraat 27 - Tel. 03463-1587