Weet je nog wel
oudje
iRADE
ma
Soester nostalgie:
Het Soester openbaar
vervoer evalueerde
in 50 jaar!
rKSTER
iO TAPIJT BV
iboratorium
DES
VOORDIGER
IGERS-
69,75
39,75
99,-
49,75
:raat 51 Soest
12400
10
11
Soester Courant van woensdag 4 april 19TO
11
te Soest, onderdeel van
concern, fabrikant van
ide Tapijt, vraagt voor
ine een
ïlefonische sollicitaties
Weteringpad 7,
B Soest.
Gelderblom.
van desinfectansen
ontsmetting
ontvetting
boenwassen
zeep
poetsmiddelen
chemicaliën
in grootverpakking.
ditieverzendingen
ter opleiding
afd. Personeelszaken.
lat ziet u nu maar.
uur.
rond kraagje.
ceintuurtje,
:el fijn streepje
Zo rond de dertiger jaren was een retourtje Amersfoort met de
bus een hele onderneming. Als schooljongen van een jaar of 10
ondervond je dat als zodanig. Dat was nog in de tijd, dat je maar
langs de „grote weg" ging staan; kwam de bus eraan, dan stak
je je hand maar op en het toen al rode voertuig stopte op dit ge
baar. Een kaartje hoefde je niet meteen te kopen.
Van tijd tot tijd, als de chaffeur dat zo uitkwam, zette hij z'n
wagen aan de kant en ging rond met een grote platte koperen
doos, waarin allerlei gekleurde plaatsbewijzen bij bosjes veran
kerd waren.
Je werd dan voor zo'n 25 cent bezitter van een kaartje om heen
en weer naar Amersfoort te reizen - zonder overstappen, hoewel
de rit langer duurde dan tegenwoordig met bus verwisselen.
Overstappen
Bij de „Kouwe Hoek" (nu
kruispunt Ferd. Huycklaan)
kon je overstappen richting
Soesterberg. Dat was helemaal
een spannende onderneming
over die hoge berg, langs hei
de en bossen over een klinker
weg, die nauwelijks breder
was dan de bus zelf.
Soms kwam er van de andere
kant een auto of kar en dan
moesten beide voertuigen in de
mulle berm, waarbij dan enor
me stofwolken ontstonden.
In droge zomers reed daar dan
de sproeiwagen van de ge
meente. Een enorm gevaarte
voor die tijd, op massieve ban
den, achterwielen aangedre
ven door kettingen. Aan weers
zijden kwam er een prachtige
waaier water uit. Een veel be
oefende sport was voor ons, om
door dat „noodweer" te lopen
en zo drijfnat thuis te komen en
daarvoor de nodige repriman
des te krijgen.
Bandenpech
En dan waren er tijdens de
busrit de vaak voorkomende
lekke banden onderweg. Dat
was spannend! Iedereen de bus
uit en dan kon je zien welk een
technisch vernuft de chaufeur
demonstreerde met het op- of
omleggen van een band. Als de
restauratie erg uit de hand
liep, kwam er na verloop van
tijd een andere bus, maar dat
duurde nogal even. En dan zei
ie moeder „laten we maar vast
gaan lopen!", maar dat was
zonde!
Zag je niets van de reparatie!
Maar Amersfoort liepen twee
jgrote „zeswielers", die waren
mposant! Middenin waren
wee langsbanken boven de
ielen, zat je drie aan drie
egenover elkaar.
-laar daar zat ik niet zo graag,
je kon niet zo goed vooruit kij
ken, want onderweg moest je
toch alles zien
Conducteur Koppe
Op enkele drukke diensten was
er zelfs toen al een echte con
ducteur. Ik herrinner me nog
de oude Koppe. Hij was voor
dien nog koetsier op de paar-
detram naar Baarn.
Touringcar uit 1933, 34 personen
Dit was een illustere figuur,
die iedere passagier,
die iedere passagier kende. Hij
wist waar je heen moest, en
waar je wenste uit te stappen.
Dan hoefde je niet op een bel
letje te drukken, je kon er uit,
waar dat gewenst was.
Bij de garage aan de Birk-
straat werd meestal getankt.
Zo heet die handeling in deze
tijd, maar toen werd er aan een
pomp gezwengeld om de dorst
naar benzine te lessen. Soms
moest er ook water bijgevuld
worden en dat vond je prach
tig, het duurde zo lekker lang.
De slogan - tijd is geld - was
toen nog niet zo van toepassing.
Als de trein in Baarn te laat
was, werd er netjes gewacht.
Dat kon best met die ruime
rijtijden.
Deze service kan inderdaad in
deze tijden niet meer geboden
worden.
Groei Wagenpark
In de jaren '30-'40 groeide Ten-
sen uit naar zo'n twaalf bussen.
Tegenwoordig is men in ver
voersbedrijven uit op standaar
disatie van het wagenpark -
efficiënter onderhoud
Is nu de hele vloot van zo'n
kleine 40 wagens uitgerust met
Volvo-motoren, vroeger was er
een bonte verscheidenheid van
merken.
Zo waren er Minerva's (Bel
gisch) - Diamond - en enige
Engelse „Guys" met hun impo
sante radiatoren met daarop
als waterdop een Indianenkop.
Ook waren er toen enkele
Ford's met een V8 benzinemo
tor.
Schuifdak en muziek
Benzine was toen wel iets min
der kostbaar dan nu. Wat zal
één zo'n 8 cylinder wel opge
slobberd hebben in één retour
tje Baarn-Amersfoort?
In de jaren '36-'39 kreeg men de
beschikking over wat moderne
re carosserieën, waarbij het
schuifdak z'n intrede deed. Dat
was 't helemaal. Bij mooi weer
schoof de chauffeur het dak
bijna over de hele buslengte
open en zag je boven je hoofd
de prachtige bladerenkoepel
van de reeksen beuken- en ei
kenbomen, die toen langs de
hoofdweg stonden.
Deze imposante exemplaren
zijn in de loop der jaren prac-
tisch allemaal gesneuveld,
deels door ouderdom en ande
ren door gebrek aan zuurstof
in de grond door het aaneenge
sloten wegdek van asfalt.
Een enkele keer reed er op de
dienst een toeringcar als er
gebrek aan dienstwagens was
wegens reparatie's.
Zo pendelde er eens zo'n „lu
xe" wagen met - ook toen al -
radio aan boord!
Er stapte een dame in, die
haar beklag deed over een ver
hoogde ritprijs, die net was in
gegaan, (dat gebeurde toen
sporadisch, misschien een ver
schil van 5 cent), waarop de
chauffeur heel adrem ant
woordde: „Ja mevrouw, met
muziek is 't vijf cent duurder!
Tourritten en dagtochten
In die jaren waren de bussen
altijd redelijk tot goed bezet en
het bedrijf floreerde uitste
kend, wat ook te danken was
aan de toen opkomende tour-
ritten. Zo kon men al dagtoch
ten maken naar b.v. Valken
burg, Montferland en de markt
in Middelburg. En niet te ver
geten - de bollenvelden. Zo'n
drie wagens vol per rit was
toen heel gewoon! Wie had
er een eigen auto? Alleen de
upper-ten!
Schoolreisjes kwamen door de
bus ook steeds meer in trek.
Steevast naar de Bedriegertjes
in Arnhem, of de speeltuin
Westerbouwing en Ouwehands
dierenpark. Tegenwoordig is
drie dagen Londen toch wel
't minst wat je met een Havo
of Mavoklas kunt doen.
Maar zo'n bustocht was de sen
satie van 't jaar.
Je sprak er weken vóór en na
over. Terug op school moest er
dan een opstel over gemaakt
worden, maar daar had je dan
niet zoveel zin meer in. Het
beste onthield je de onbetaal
bare lol van de jongen, die de
pet van de chauffeur op mocht.
En dan was er ook altijd het
slachtoffertje van de wagen
raadhuis precies op station
Soestdijk.
Hard reed de bus nooit, daar
voor stond hij te vaak stil. Als
je uit school kwam reed je
op de fiets midden op de weg
vlak achter het rode gevaarte,
dan werd je lekker meegezo
gen en was je gauw thuis.
Nog mooier was: je op de fiets
aan de bus vasthouden. Le
vensgevaarlijk, maar 't was
een veel beoefende „sport",
die altijd, wonder boven won
der, goed afliep, behalve als
er plotseling weer gestopt
werd.
Ik heb met een voorwiel wel
eens klem onder de bus geze
ten, wat alleen maar een lekke
band opleverde.
Service
En nu nog eens terug naar de
service van toen.
Aan de Birkstraat was vroeger
een café, „Du Passage" gehe
ten. Als daar een klant voor de
Touringcar uit 1952,40 personen.
ziekte wiens hele dag verpest
was. Toen waren er nog geen
pilletjes, die je vantevoren
in kon nemen.
Met elkaar zat je dan te raden
„wat ie wel gegeten zou heb
ben", gezien de productie die
het betreffende passagiertje in
de bus deponeerde. Als je er
lang over praatte kreeg je 't
zelf ook.
Langdurig oponthoud
Is nu het drukke verkeer oor
zaak van moeilijk tijdrijden,
vroeger waren dat de boeren
wagens en zomers vooral de
hooiwagens. En niet te verge
ten de spoorbomen, 't Begon
meteen al in Baarn en dan de
Van Weedestraat en de Vlas
akkers. In Soest gingen de
bomen al dicht als „Bello" uit
Baarn vertrok. Als het te lang
duurde, deed de „chef" nog wel
eens de bomen even open voor
de bus, maar van dit privilege
maakten direct ook fietsers en
wandelaars gebruik, wat dan
weer ontaardde in moeilijkhe
den met de politie, want de
politiepost keek vanuit het
bus was, werd er een vlag aan
't fietsenrek bevestigd.
Zo woonde er aan de Burg.
Grothestraat een gezin, waar
van drie zonen vaak voor za
ken naar Amsterdam reisden.
Dan stopte men voor de deur
en werd er even „getoeterd"
Dan kwamen de heren haas
tig naar buiten. Op een dag
kwam moeder 's morgens-
vroeg vragen: „wacht nog
even, ze moeten nog maar één
boterham!"
Geerestein
Enkele gegevens voor dit arti
kel dank ik aan Cees Geere
stein, die een jaar of vijf gele
den bij Tensen is gepensio
neerd. Hij heeft samen met
z'n collega Van Riemsdijk nog
een onderscheiding gekregen
voor 40 jaar dienst. Deze man
heeft nooit rij-examen gedaan.
Dat was niet nodig destijds.
Je ging naar 't gemeentehuis
toen zulke papieren vereist
werden en dan werd er één of
ander „bewijs" verschaft.
Wilde bussen
Geerestein heeft nog meege
maakt dat er een tweede onder
nemer opdoemde, waardoor
een complete concurrentieslag
ontstond. Men probeerde dan
elkaar vóór te zijn en met
vijf minuten eerder vertrek
ken, de beste klanten af te
snoepen.
Zo vertelt Geerestein, dat in
't begin van de twintiger jaren
de rails van de paardetram nog
langs 't paleis lager en dat
hij maar over de tramrails
reed, want dat weggedeelte
was beter begaanbaar dan de
eigenlijke rijbaan. Dit lever
de hem menigmaal een bekeu
ring op want van Baarn af
moest hij dan links rijden.
Ook niet zo'n ramp, zo'n over
treding kostte maar vijftig
cent, en misschien was de baas
toen al zo wijs om dat maar
op de post onkosten te boeken -
wie weet!
Naar Duitsland
„Cees" weet nog te vertellen,
ook eens een rit met een reis-
vereniging naar Düsseldorf ge
maakt te hebben. Dan reed hij
samen met z'n broer, die oor
spronkelijk het bedrijf in Soest
begon. Ze deden om beurten
stuur en noteerden de record
tijd van zo'n negen uur, met
alle pechduivels meegerekend.
Ter plaatse eindelijk gearri
veerd, was er nog tijd, voor
een etentje en moest men di
rect weer terug. Waarna bij
aankomst in Hilversum deze
reisvereniging maar meteen
ontbonden werd.
Deel van 't huidige wagenpark
Dienstbusje uit 1930, 20 personen.
Bus rijdt auto klem
Z'n collega Van Riemsdijk was
eens met een gezelschap poli
tieagenten (in uniform) naar
een schietconcours in Den
Haag. Diep in de nacht terug
komend op de moeilijke weg
tussen Utrecht en Hilversum,
reed voor de bus een auto'tje,
dat nogal „slingerend" de stal
rook. De bestuurder was ken
nelijk toen nog niet bang voor
blaaspijpjes, zo die er al ge
weest zouden zijn. Eén van de
hermandads vroeg of de chauf
feur deze artiest niet klem kon
rijden. Even vóór Hilversum
lukte „Arie" dat en alle agen
ten stroomden uit de bus,
waarop de aangeschoten auto
bezitter beleefd informeerde:
„of t'ie nou zó dronken was,
dat ie zoveel agenten tegelijk
zag!"
Moeilijke oorlogstijd
Maar nu nog even terug naar
de „dienst".
In de laatste oorlog moest de
ze wegens brandstofgebrek
worden ingekrompen. Kreeg
men aanvankelijk nog wel wat
benzine toegewezen, later
voorzag men twee bussen van
gashouders. Eén was er, die
een soort aanhang-verhuiswa-
gen achter zich aanzeulde,
waarin een enorme gasballon
was geïnstalleerd. Deze werd
in Amersfoort bij de gasfabriek
gevuld en was dan net capa
bel voor één retour Baarn. Een
andere wagen had een soort
kist over de hele daklengte met
ook zo'n gasbel erin. Dit was
zo'n hoog geval, dat de blade
ren van de bomen werden ge
reden. Is het laatste oorlogs
jaar werd de dienst geheel ge
staakt en kwamen de fiets en be
nenwagen in bedrijf.
Hoe lang lijkt dat niet geleden,
het is toch maar een nostalgie
van een vijfendertig jaar te
rug.
Wij vinden het heel gewoon,
dat we gaan waar we willen en
dat de bus op tijd is, hoewel
dat lang geen vanzelfsprekend
heid is, gezien het drukke ver
keer langs onze hoofdweg. En
wanneer deze situatie verder
escaleert, zullen we meer terug
moeten naar 't openbaar ver
voer.
Wij rijden nu in bussen, die
aan alle eisen voldoen - met
een strenge periodieke techni
sche keuring - waardoor ons
veilig vervoer is gewaarborgd.
Tenslotte nog een woord van
waardering voor de prestatie's
van Tensen's stuurmannen iri
de afgelopen winter met al z'n
sneeuw en gladde wegen.
Soest, april, 79.
HANS KRAAL.