Ervaringen van een patiënt ziek Al een prik - pleister of wat van „Geen mens kan zonder 'n hobby" men lijdt over het algemeen het meest van het lijden Hoofdzui dr. Richard Buss 14 Soester Courant van woensdag 11 april 1979 14 15 Als ik een ongehuwde particulier zou zijn gebleven dan was dit verhaal u waar schijnlijk nimmer onder ogen gekomen. Dat ben ik echter niet, omdat mijn vrouw en ik dit jaar al weer voor de 20e keer, jawel, achterom hebben gekeken. Al vrij spoedig na de kerkelijke inzegening van ons huwelijk ontdekte mijn toen nog prille echtgenote een stukje van de miskoop. Van de voor en achterkant van mijn beide benen was moeiteloos „der schonen blauen Donau" af te lezen. Spataderen dus. „Daar moet je niet mee blijven lopen" luidde haar eerste re- aktie. Nou had ik mij de start van mijn huwelijk allerminst in een zie kenhuisbed voorgesteld en dus werd er tegengas gegeven. „Mijn blindedarm wacht nog op zijn bevrijding en mijn gebit is aan revisie toe" stelde ik met na druk vast. Een verweer dat tot mijn niet geringe verbazing bijna twintig jaar heeft stand gehouden. Weliswaar knaagde de tand des tijds in de loop der jaren aan het binnenwerk van mijn mond waardoor mijn tandarts tenslotte zijn las tige klant kwijtraakte, de blindedarm was en is er tot op de dag van vandaag zelfs niet uit te branden. „Daar kun je honderd mee worden" oordeelde op een zeer koude januari-morgen huisarts jonge Rupert. „Het wordt alleen de hoogste tijd dat je in Zonnegloren dr. Buss je spataderen er eens uit laat trekken. Stelt niks voor" voegde hij er opvallend geruststellend aan toe. Hoe wel artsenij en chirurgie allerminst tot mijn hobby's behoren kon zelfs ik vast stellen dat de Donau met zijn vele zichtbare vertakkingen buiten de oevers dreigden te geraken. Spataderen, ik heb ze niet van een vreemde. Een flink stuk levensvreugde van mijn vaders oude dag is er door verknoeid, mijn grootmoeder scheen er pa tent op te hebben aangevraagd. Een gezwachtelde toekomst leek mij allerminst aantrekkelijk en zo kwam het dat ik mij op een kleurloze woensdagmiddag voor opname in Zonnegloren meldde. Hoewel de vertaling van ziekenhuisver zekering II-B meestal goed is voor een 2-persoonskamer, kreeg ik een kamer al leen toegewezen. Op dat moment kennelijk geen hoogseizoen bij de afdeling chirurgie van Zonnegloren. Een alleraardigste receptioniste wijst mij de weg naar mijn onzekere toekomst. Met lood in mijn schoenen volg ik de weg die mij gewezen is. Nauwelijks binnen voel ik mij als een vreemdeling die ver dwaald is en er voorlopig niet in zal slagen zijn thuis weer te vinden. Drempel vrees voor een ziekenhuis. Ik was bang het te krijgen, ik weet na een paar minu ten dat het mij te pakken heeft. Het ontdooiingsproces begint bij een allervrien delijkste begroeting door de hoofdzuster van de afdeling chirurgie. Heel onop vallend observeert ze mij en geeft mij het gevoel geen uitzondering te zijn. Ze kent na bijna een mensenleeftijd ziekenzorg haar pappenheimers. Kamer ne gen wordt mijn tijdelijk verblijf in Zonnegloren. Mijn bandrecorder - schrijf machine - t.v.-ontvangst en andere zaken worden binnen handbereik opgesteld. Even later verdwijnt het kleine lieve koppie van mijn vrouw om de hoek van de deur. Ik ben alleen. Op de rand van mijn bed probeer ik de indrukken van mijn nieuwe omgeving op mij te laten inwerken. Het vertrek laat geen ruimte over voor enige fantasie. De muren zijn kaal, hier en daar ontbreekt behang. Met grote mildheid ver onderstel ik dat een en ander wel zijn oorzaken zal hebben. Het décor buiten is uniek. In het gras voor het geopende raam van mijn kamer maak ik kennis met een 3-tal konijntjes. Ze behoren duidelijk tot de inventaris van het bui- tengebeuren van Zonnegloren. Ik zal ze tijdens mijn verblijf in kamer negen dagelijks te zien krijgen. Om snel te acclimatiseren heb ik mij aan het patiëntentenue aangepast en lig horizon taal te wachten op de dingen die komen gaan. In volgorde van opkomst verschijnen de hoofdzuster en een verpleger. Van de eerste ontvang ik een brochure die handelt over het „verschijnsel" (el ders in de Soester Courant is de tekst van deze brochure afgedrukt, een mens weet maar nooit, nietwaar?) verpleger Rob noteert een aantal persoonlijke gegevens en nodigt mij uit de omgeving te bekijken. Ik vraag mij af wat daaraan te zien is. Even later verkennen we het parcours dat ik de volgende dag tussen de wielen zal afleggen. We passeren de opera tie-kamer, lopen verder in een gang waaraan geen eind lijkt te komen en staan stil bij het bordje „kapsalon". Mijn gids verduidelijkt: „als u dat nou morgen na de operatie ziet dan niet schrikken. In de hemel wordt niet geknipt en gescho ren, dat gebeurt alleen in Zonnegloren". Het grapje is aardig bedoeld en verzon nen, maar meer dan een schaapachtig lachje breng ik niet op. Aan het eind van de gang bekijken we de ruimte waar operatie-patiënten worden verondersteld te ontwaken. Zonder de minste overtuiging wil ik het daar graag op hou den. Terug op kamer negen worden mijn benen geschoren, de bloeddruk en de niet aanwezige koorts opgenomen. Bij het afscheid nemen beloof ik Rob in dit artikel nog eens nadrukkelijk te vermelden dat hetero's in de verpleging geen uitzonderingen zijn. Rob vertrekt, chirurg Buss komt. Hij „tatoeëert" met grote zorg onderdelen van mijn onderdanen en spreekt over de dag van morgen. De man projecteert op mij een welkome rust en wekt veel vertrouwen. Nauwelijks is hij verdwenen of ik maak kennis met James Houtson, Ier van ge boorte, werkzaam als anesthesist (narcotiseur). Woorden als trombose en nar cose vormen voor mij een taalbarrière. Een vriendelijke begeleidende ver pleegster zorgt voor de vertaling. Hoe zorgzaam zijn benadering ook is, ik verbaas mij erover en erger mij er aan dat uitgerekend deze hoofdrolspeler tijdens een operatie voor sommigen niet helemaal of helemaal niet in het Nederlands aanspreekbaar is. Later hoorde ik dat de aardige en kundige Ier aan een stoomcursus Nederlands is begonnen. De broodmaaltijd van die avond heb ik gegeten zonder er iets van te proeven. Moedgevende woorden van mijn vrouw - een slaappil en de absolute zekerheid dat HIJ tenslotte zal doen wat goed voor mijn gezin en mij is maken de nacht kort. Zes uur heit de klok in Zonnegloren wanneer de nachtzusters hun laatste werkzaamheden verrichten en voor de patiënten een nieuwe dag begint. Het is mij tijdens mijn verblijf nooit duidelijk gemaakt waarom de wekker niet een uurtje later zou kunnen aflopen. Een rustgevende injectie wordt ge volgd door de komst van dr. Buss. Weer Irappeert mij de rust die de man over brengt. „Tot ziens" zegt hij lachend al zal ik u straks wat langer zien dan u mij". Even later neem ik afscheid van de verpleegsters en rol de operatie kamer binnen. De narcotiseur doet zijn werk, mijn denk - fantasie- en waarnemingsvermogen worden voor enkele uren toegedekt. Ondanks het slangetje in mijn neus en de infuus boven mijn hoofd is het ontwa ken uit een narcose in de rccovery-room („wachtkamer voor langslapers") niets bijzonders. Gewoon terug van weggeweest. Op kamer negen wacht mij een fris en helder bed, ontdek ik mijn in watten en verband verpakte benen. Ik voel mij een Eskimo en val in slaap. Zondagmorgen in Zonnegloren, drie dagen na een geslaagde operatie. Enige dag in de week dat patiënten zes uur in de ochtend thee op bed krijgen. Wie zei ook weer dat 't de kleine dingen zijn die het hem doen? Sinds ik uit mijn narcose ben ontwaakt, voorzichtig aan de wandel ben geweest en sigaretten heb gerookt is er een niet te beschrijven stemming van geluk over mij gekomen, waarbij dankbaarheid 't meest om de hoek kijkt. Het ontgaat de verpleegsters niet dat ik steeds meer praatjes krijg. Verpleeg sters; oud, jong, gediplomeerd of nog in opleiding, het zijn de vriendelijkste „mensen-artikelen" uit het Zonnegloren-assortiment. Ik zou in dit relaas ernstig tekort schieten wanneer ik aan hun aandeel in ziek-zijn, beter worden voorbij ging. Louter commercieel bezien schijnt het tegenwoordig een vak te zijn. Ver geet 't maar om het zo absoluut te stellen. Wie zo open en toegankelijk is voor medemensen moet meer dan A B-diploma's in de bagage meevoeren. Wie vrijwillig of onvrijwillig op de afdeling chirurgie van Zonnegloren terecht komt zal een vertrouwde omgeving missen, qua menselijke begeleiding komt men er niets tekort. Om zoiets als verpleester zijn, dag in - nacht uit, te kunnen opbren gen moet men van de beste menselijke eigenschappen voorzien zijn. Tien dagen Zonnegloren, een momentopname voorzien van een subjectief oordeel. Het laatste heeft ook betrekking op situaties die ik als minder aangenaam heb er varen. Zo is het in Zonnegloren nog steeds mogelijk bezoektijd „te kopen", omdat men financieel in staat is in een duurdere verpleegkasse te worden behandeld. Een mogelijkheid die liever vandaag dan morgen dient te worden afgeschaft. De restauratie in de hal van het ziekenhuis. Overdag te beperkt geopend. Zondags, een dag waar vele bezoekers van buiten Soest komen, geheel gesloten. Een principiële zaak, of dient het gemak de eenling? Niet tot een protestants kerk genootschap behorend werd ik door pater c.q. pastoor over het hoofd gezien, de Zonnegloren-dominee daarentegen wist wel van mijn bestaan, terwijl mijn kerkgenootschap RK toch niets aan duidelijkheid te wensen overlaat. Niet ker kdijken zullen in Zonnegloren tevergeefs naar een geestelijk raadsman vra gen. De vele Islamitische Turken wordt terecht op hun verzoek onrein vlees onthou den, maar daarmee is de zaak ook wel bekeken. Zou het niet haalbaar zijn middels een eenvoudige beschrijving patiënten bij aankomst wegwijs te maken in hun nieuwe omgeving? De indruk dat ook binnen Zonnegloren de zon voor iedereen schijnt zal daardoor aan kracht winnen. Tenslotte nog dit. Ieder mens zou eens in zijn leven in een ziekenhuis moeten verblijven. Zich zelf herontdekken en tot de conclusie komen hoeveel mense lijke warmte er direct en op een afstand nog bestaat. Door „patent" Jan Lcijendekker Taak ve Zr. Warnies: „Veel ouc ideaalbeeld voor hun doi roep van verpleegster. I hoor, maar dan moeten afgaan op wat ze er d< boeken van aan de wt zijn. Huilende zusters a; ders van een dokter best Buss is een aardige lievi de zakdoek om mijn trar moet ik nog steeds van Knappe rimpelloze meisje se blikken vormen in 1 stersvak een minderhei moeten we te hard werke geen tijd om mooi te zitt se blikken uit te zenden" nies. sinds vele jaren e het Zonnegloren-gebeur» makkelijk voor zichzeli voor haar „kinderen". Zr. Warnies: „Verple ma's zijn natuurlijk noo het vak te kunnen beoefe is veel meer voor nodig i lijk een sukses van te ms je aangetrokken voelen zijn totaliteit, met alle 1 ten. Een bed opmaken, geven, het zijn de ma simpelste dingen. Het ji vinden iets tegen een pat: waar hij of zij iets aan wat moeilijker. Ik heb he van mijn hoofdzusters da mijn opleiding iets te Ier gloren probeer ik van w heb iets op mijn kind< brengei). Ik praat niet breuk of de galblaas, ik de mens die daar, met ruimte zijn bed, bij ons man of vrouw ligt in twi is zijn hele bestaan. D alles in doen. Moet je j' Je komt van je vertroi plotseling ben je afhanke: een. Je moet bellen - je Dat zijn grote en ingrijp» ringen in ieder mensenle is de patiënt van vanda aan het worden. Dat v nodig. Vroeger was dat ter bepaalde wat er wel c de, de patiënt had maa Ook in ons beroep is d; worden. Op papier ben il maar ik draai in alles met Yvonne - Mieke - Jo Sjoertje en Hermien. Zo ik niks en kan ik niets. G» zuster is iets zonder haa der haar leerlingen. Al; heb je natuurlijk wel de en te stimuleren teneinde mogelijk te laten verlopei Daarnaast behoort het t jongeren iets van jezelf rr Dat lukt niet altijd, n blijven doorgaan. Bove: ontzettend veel van p: voorbeeld het terugneme: eigenwaarde. Je moet je punt stellen dat iedere p: ste evenveel eigenwaard zelf. Nooit denken: ik w en zij hebben te doen er ik zeg. Een wil oplegge: standelijke argumenten is in Zonnegloren volkom» Zr. Warnies, de hoofdz afdeling chirurgie Zonr het niet als een bezwaj pleegster ook gevoelsme ken die naar haar opva beroep niet van elkaar te Zr. Warnies: „Natuurlijk len, maar soms wel mt mee lijden. Ik bedoel mee lijden in je op momenten dat me tig zijn er bij blijft, f dat geloof ik: blij zijn i en droef zijn met de bedi gemakkelijke dooddoen bij mensen die het moi Dat is het lafste en gt wat je kunt doen. Niet r wat is dan belt u maar. zijn: als u behoefte heefl pleegster moet u even misschien wel op elkaar, nodiging in de opmerkir heel anders. Het zijn de gen die het ook in een 5 het onze 't moeten dot ook voor de onderlinge ding tussen de zusters v ling. Ook al oog ik misse je streng, toch proberen - werk vriendelijk en at kaar te zijn. Het werk moet leefbaar worden gaande op de reacties die na verloop van tijd n re afdeling verdwijnen gt soms best aardig lukt' Het woord streng is in sprek gevallen. Niet g voorwaarden waaraan pleegsters naar de norm Warnies moeten voldoen, Zonder twijfel is Richard Buss, chirurg met de meeste Zonne gloren-dienstjaren, in veler ogen een schilderachtige figuur. De 48-jarige, in Den Haag geboren chirurg, maakt allerminst de indruk daaronder gebukt te gaan. Integendeel. Hij beweegt zich als een wervelwind door het leven, is benader en aanspreek baar voor iedere Soestenaar. In de wintermaanden is als skiër geen afdaling hem te lang, in zijn zomervakantie gaat hij als alpinist geen berg uit de weg. Wist op 6-jarige leeftijd reeds dat hij chirurg wilde worden en bereikt na studies in Hoogvliet - Rot terdam en Leiden, gegarneerd met een uitbundige studenten tijd, zijn doel. Voor zijn eerste operaties roeide hij met de Njord- acht twee maal naar een Nederlands kampioenschap en vero verde een derde plaats bij de Europese kampioenschappen. Ruilde na het behalen van zijn doctoraal Leiden voor Rotterdam in en liet tussen 1956 en 1963 als assistent zijn dienstkleding wap peren in het Rotterdamse Zuider-Ziekenhuis. Startte na ruim zeven jaar studie met een bruto salaris van 300,- per maand... Maakt er geen geheim van dat in de loop der jaren zijn honora rium voor buitenstaanders zich zeer fors heeft ontwikkeld, maar tekent er tegelijkertijd bij aan dat de premies voor sociale voor zieningen, levensverzekering en belastingen zijn schijnbaar vorstelijk inkomen kortwiekt tot circa 25% van het bruto-be- drag. Zijn werkzaamheden als chirurg, zijn studie, zijn avond en weekenddiensten doen de werkweken oplopen tot ongeveer 90 uur. Uitdagingen hebben Richard Buss altijd aangetrokken en het was daarom dat hij in 1963 solliciteerde naar de funktie van chi rurg in een nieuw op te richten ziekenhuis in het midden van het land: Soest Zonnegloren. Foto Herman van Dam Zonneglorenmeer dan een parkeerplaats voor patiënten Sinds het gezin Buss in Soest is neerge streken heeft de chirurg Buss er altijd naar gestreefd een optimale mense lijke verhouding tussen arts en patiënt tot stand te brengen. Die verfrissende opvatting werd hem niet door iedereen in dank afgenomen, sterker nog, soms werkte het als een koude douche bij degenen die de afstand tussen arts en patiënt intact wilden houden. Na bijna zestien jaar Soest kan worden vastge steld dat zowel de mens als de chirurg Buss bij populariteitsverkiezingen zeer hoog zouden eindigen. Zelf zegt hij er van: „Kan best waar zijn, maar dat ligt meer aan de opvoeding die ik van mijn vader heb gehad dan aan mijzelf. Vader was in mijn jeugd direkteur van de Shell. Een ouderwetse. Reed nog met zijn fiets in het bedrijf. Wanneer zijn kinderen hem vergezelden en het lef hadden zijn medewerkers niet te groeten dan kon je er donder op zeggen dat je de eerste maand thuis mocht blijven. Zijn respect voor mensen, van hoog tot laag, en ook zijn menselijke benadering zijn ons tijdens de opvoe ding met de paplepel ingegeven. Ik heb het geluk gehad dat tijdens mijn studie mijn hoogleraren eenzelfde instelling hadden. Privé of zakelijk, ik kon altijd bij ze terecht. Daaruit is bij mij voortgekomen dat ik er bewust voor gekozen heb rechtstreeks met mensen op te trekken en mij niet uitsluitend te verliezen in de pure wetenschap. Soms heb ik over deze beslissing wel eens mijn twijfels gehad. „IJdelheid uw< naam is mens" dat geldt ook voor mij. Als streekchirurg timmer je niet aan de weg, mijn naam zal men in puur wetenschappelijke tijdschriften tever geefs zoeken, maar toch geloof ik dat mijn keuze een goede is geweest. Het is mijn karakter niet om te werken in „machine-fabrieken" waar de patiënt als mens wel eens verloren dreigt te gaan. Als men mij privé zou vragen of die vertechnisering allemaal zo nodig moet, dan geloof ik daar niets van. De computer die O.L.Heer gebouwd heeft is gelukkig nog altijd onvervangbaar. Een zekere perfectionering kan mis schien wel eens een noodzaak zijn, maar het wordt in veel gevallen over dreven en veel te absoluut gesteld. Ik vind dat een griezelige ontwikkeling. Soms kijk je er tegenaan, maar wan neer je dan thuis bent en constateert dat mensen bij ons van een beetje grote operatie ook geheel herstellen, dan weet je dat het ook zonder „een fa briek" kan. Een tijdje terug heb ik de statistieken van onze longoperaties nog eens nage keken. Ons sterfte-cijfer is dan laag vergeleken bij al die grote jokers. Dat geeft je toch het gevoel 't allemaal niet zo slecht te doen. Uit die cijfers blijkt dan tevens dat je als klein ziekenhuis ook in 1979 nog steeds zeer verant woord kunt werken, mits je je beper kingen en mogelijkheden weet en zorgt dat je de ontwikkelingen in je vak bij houdt. Nooit willen roeien met de riemen die je niet hebt. Ik geloof dus dat, als je daarin je beperkingen weet en daarin het persoonlijk element weet te leggen, ook iets van die populariteit is verklaard. Je bent bereid je werk met inzet te doen en zoveel visie te ontwikkelen dat men vertrouwen in je heeft." Een zaak van vertrouwen Het woord vertrouwen is gevallen. Hoe breng je dat vertrouwen bij patiënten over wanneer ze in de stellige overtui ging leven dat van de aan Zonnegloren gekoppelde artsen niemand in de nach telijke uren in het ziekenhuis aanwezig is? dr. Buss: „Ik kan mij best voorstel len dat patiënten daar in eerste instan tie wat vreemd tegenaan kijken, maar het is slechts een halve waarheid. Ik geloof dat het belangrijk is dat er binnen korte tijd mogelijkheid is tot hulp - tot medische hulpverlening. Er moet 24 uur iemand bereikbaar zijn. Ik plaats een vraagteken of die bereik baarheid in het ziekenhuis moet zijn. Wat is in het ziekenhuis? Ik zelf woon zeer dicht bij het ziekenhuis, bovendien gaat het zelden of nooit om minuten. Waar het om gaat is dat hier het verschil tussen het kleine en grote ziekenhuis gezien wordt. In grote zie- rium is aan verplegingsklassen gekop peld. Voor mij hoeft dat helemaal niet. Ik vind alleen dat ik na mijn opleiding en met mijn inzet recht heb op een redelijk honorarium. Ben geen nivel- leerder, omdat het iedere prikkel tot prestatie weghaalt. Toegegeven, be paalde niveau-verschillen zijn groot, weer anderen lijken het, maar zijn het niet. Mijn privé besteedbaar inkomen is 20% van mijn bruto-salaris. Moet daar dan drukte over worden gemaakt?" Toekomst Zonnegloren Richard Buss, Zonnegloren-chirurg van het eerste uur, is ondanks zijn zestien dienstjaren in Soest allerminst bedrijfsblind. Als hij 't alleen voor het zeggen had zou er zeker kunnen wor den overwogen bepaalde veranderin gen binnen het Soester streekzieken huis in te voeren. dr. Buss,In grote lijnen dacht ik dat wij nog voldoende persoonlijkheid bin nen het bedrijf er in zouden kunnen brengen. Verder zie ik in de toekomst wat meer gemeenschapsruimte als een noodzaak. Vergroting van de gezellig heid. Ik zou wat meer aandacht willen besteden aan de dagverblijven van de afdelingen die ik bepaald te sfeerloos vind, met de mogelijkheid voor de op-lopende patiënt om bijvoorbeeld daar ook zijn maaltijd te nuttigen. Gezellig aan tafel eten is toch iets anders dan dat in of aan bed te doen. Verder een grotere centrale recreatie ruimte. Waar nu de koffie-apparaten staan opgesteld heb ik destijds gepro beerd een cafetaria er in te krijgen. De bezoekuren dienen gehandhaafd te blijven anders bots je ieder uur van de dag tegen bezoekers op, maar wat zou er tegen zijn als op-lopende patiënten rond vier uur hun kennissen en zaken relaties in een gezellige ontvangst ruimte kunnen ontvangen? Met koffie - limonade - desnoods bier gezellig klet sen. Ik heb geijverd voor een kapsalon. Die is er gekomen, maar ligt in een uithoek waardoor het niet funktioneert. Het ziekenhuis mag in de recreatieve sektor best meer een hotelfunktie heb ben. Het geeft kleur, sfeer en gezellig heid. Neem nu eens ons winkeltje. Te weinig openingsuren, een avondkrant kun je er niet krijgen, het gehele assortiment is te beperkt. De man die er in staat is dat niet kwalijk te nemen. Het is voor hem ook maar een bijbaan tje, maar het moet en het kan anders. Als we ooit nog eens gaan spijkeren dan zullen we daaraan aandacht schenken." Richard Buss, in en buiten zijn vak een bewogen mens die fel stelling neemt tegen de huidige medische voorlich ting. Een probleem dat hoog boven Zonnegloren uitreikt maar desondanks levensgroot aanwezig is. „Er zijn", zo stelt hij „in de voorlich ting een paar mensen die voorop lopen met conclusies - veronderstellingen en beweringen die geen tegengas krijgen. De voorlichting op dit moment over eet - drink en leefgewoonten is zo indrin gend dat het de mensen niet tot inzicht en bezinning brengt, maar alleen angst aanjaagt. Voorlichting die de onderlin ge verhouding tussen de zieke en niet zieke mens verstoort. De niet zieke verwijt de zieke allerlei dingen die hij gedaan heeft. Dat kan in huwelijken en werkgemeenschappen tot allerlei on aangename verhoudingen aanleiding geven en neemt daardoor zeer veel levensvreugd bij de mensen weg. Voor lichting moet er natuurlijk zijn. De mensen die het brengen moeten zich echter wel realiseren hoe ze het doen. anders schiet je het doel volledig voorbij." Hamvraag Soester Courant aan dr. Buss: „Als U tachtig zou kunnen wor den door de gepropageerde voorlich ting rond eet - drink- en leefgewoontes zeer stipt na te leven, of zeventig jaar door ook aandacht te schenken aan de plezierige kanten van de tegenwoor dige eet - drink en leefgewoontes, waarvoor kiest U dan?" „Geef mij dan maar die zeventig genietbare jaren", luidt zijn reactie. Een man naar ons kenhuizen waar de assistenten intern wonen zijn de afstanden waar ze slapen en de plaats waar ze opgeroepen wor den zeker niet kleiner dat de afstand van mijn huis naar Zonnegloren. Daar bij komt, en daar wijs ik met grote nadruk op, dat wat er in een groot ziekenhuis slaapt totaal niet in staat is in die situaties, die enkele situatie waar het dan om minuten gaat, wezen lijk handelend op te treden. Indien de oproepbaarheid van de spe cialisten voldoende garanties inhoudt dat ze binnen een redelijke termijn in het ziekenhuis kunnen zijn dan is er niets aan de hand. Zonnegloren kent die garanties, jongste bediendes ne men bij ons geen verstrekkende be slissingen. Wanneer mijn bijvoorbeeld mijn bereikbaarheid vergelijkt met die van een assistent in een groot zieken- ken voorkeur voor een chirurg heeft moet dat kunnen laten blijken. Als het even kan zullen wij daar rekening mee houden. Daarover bestond met mijn collega's Looyen en Colthof geen enkel misverstand. Ik kan mij best begrijpen dat iemand mijn nogal opgewekt ka rakter niet pruimt. Die is bij een wat rustig werkende en minder zeggende Colthof beter uit. Dat mensen soms de pest aan je hebben is alleen maar erg gezond". Het tegenovergestelde is ook niet altijd alles. dr. Buss over een ervaring tijdens zijn Rotterdamse chirurgie: „Katendrecht ressorteerde onder het Zuiderziekenhuis. Een van katen- drechts" coryfeeën" een struise Eva luisterend naar de naam Metha, man- Belangstelling van en belangstelling voor mensen. Wat zijn vak betreft is er ook sprake van een gerichte belang stelling. dr. Buss: „Mijnbelangstelling gaat uit naar de ongevals-chirurgie. Dat heeft ook te maken met de tech nische kant; het goed voorbereiden, het plannen. Het is dikwijls snel en direct handelen". Chirurg Buss, als hobby in zijn vrije tijd o.m. voorzitter van de vrijwillige Soester Brandweer. Groter tegenstel ling lijkt niet denkbaar, dr. Buss: „Ieder mens die ook maar even druk is moet een hobby hebben. Aandacht voor andere zaken haalt je uit een sleur en vergroot je weerstand. Wie hard werkt en geen hobby heeft gaat er op de duur aan kapot, dat kan niet anders. Je moet er iets naast doen. De Soester Brandweer ben ik min of meer inge- Eèn van de Zonnegloren operatie-teams in aktie. Rechts de Ierse narcotiseur J. Houston, naast hem chirurg R. Buss Foto Herman van Dam huis dan is men in Soest beter af, omdat ik misschien twee minuten later kom, maar veel minder tijd nodig heb om een beslissing te nemen". Een betere pleitbezorger voor Zonne gloren is nauwelijks denkbaar. Toch is het verdere voortbestaan van Zonne gloren hoogst onzeker. Baarn, Soest, of nieuwbouw, daar zal het in de toekomst tussen gaan. dr. Buss: „Ik geloof, en dat zeg ik niet omdat ik in Zonnegloren werk, dat men straks rationeel moet kiezen, d.w.z. het grootste gebouw met het meeste terrein er om heen. Dat is Zonnegloren, als alternatief. Dit ter rein biedt de gelegenheid uit te breiden en de gezondheidszorg voor Soest en omgeving blijvend in te vullen. Baarn mag in vergelijking met Zonnegloren misschien rationeler zijn gebouwd, het heeft in ieder geval minder expansie mogelijkheden. „Het liefst nieuwbouw, anders is Zonnegloren het alternatief". Soester als patiënt Voorlopig bestaat de bevolking van Zonnegloren nog uit al of niet „ras echte Soesters" Mensen met een ge bruiksaanwijzing? dr. Buss: „De echter Soester geeft evenmin als de import veel problemen. Kijk, de patiënt waarmee je moeilijk heden hebt is: of de patiënt die ik niet lust, of de patiënt die mij niet lust. Dat moet men durven erkenen. Iemand die op een gegeven moment een uitgespro- keerde altijd iets wanneer uitgerekend ik dienst had. Je moest in die Rotter damse polikliniek tempo draaien. De wachtenden zaten op twee banken, opgesteld in de polikliniek, en het was een kwestie van schuiven om een keer aan de beurt te komen. Metha was doorgaans uitsluitend gekleed in een bontjas, die bij welke behandeling dan ook prompt open viel. Grote hilariteit altijd bij de wachtenden. Op een och tend rij ik met mijn wagen het par keerterrein van het ziekenhuis op en ontvang een grijns van de portier. Opvallend, want de man had ik nog nooit zien lachen. In de assistentenflat even later iedereen bij mijn komst aan het giechelen en gniffelen. Weer verder op de afdeling eenzelfde merkwaar dige stemming. Ik begreep er geen barst van en vroeg mij af of ik misschien geschift was. Nou dat was ik niet, maar voelde wel dat er iets aan de hand was. Bij de zusters van de operatie-kamer kon ik niets wijzer worden, die waren aan het werk. Op naar de polikliniek en ook daar dolle pret. Ik werd er helemaal ziek van. Eindelijk kwam het verhaal er uit. Metha had zich die nacht onbescha digd, maar zeer onder invloed van alcoholische versnaperingen bij de portier gemel met de krijsende mede deling: „ik wil mijn man spreken". Op de vraag van de portier wie dat dan wel was luidde het antwoord: „dokter Buss". Nou dat heb ik geweten". rold. Ik heb èen enorme bewondering voor wat de leden van die club voor hun werk over hebben. De tijd dat de Soester Brandweer een louter drinkend en feestvierend gezelschap was is echt wel voorbij. Er wordt door die jongens veel gestudeerd en hard gewerkt om technisch een bepaald niveau te halen. Het gebeurt allemaal in hun vrije tijd, terwijl velen overdag tijdens hun dage lijks werk echt geen duimen zitten te draaien. De bereidheid van deze men sen zich zo voor een ander in te zetten boeit mij. Vandaar". Chirurg Buss, het liefst mens onder de mensen. Hoe kijkt hij tegen het insti tuut „klasse" aan in de gezondheids zorg? dr. Buss: „Ik dacht dat bij de goeden de klasse waarin ze behandelen geen enkel verschil maakt. Op het moment dat je bezig bent realiseer je je niet wat het financieel gaat opleve ren, waarbij ik niet ontken dat er in ons vak ook wel mensen zijn die zich misschien toch wel eens een keer bij bepaalde handelingen of frekwentie van polikliniekbezoek door financiële motieven laten leiden. Ik geloof dat in elk vak deze menselijke factor mee speelt. De een is nu eenmaal meer aangetrokken tot de gouden dukaten door de aantrekkingskracht, de ander door gemis aan financieringsinzicht waardoor die ze nodig heeft. In Neder land kun je zeggen dat het verschil minimaal is en dat het geen algemeen geldend verschijnsel is. Ons honora-

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1979 | | pagina 14