Ervaringen
van een
patiënt
ziek
Al een prik - pleister of wat van
„Geen mens kan zonder 'n hobby"
men lijdt over het algemeen het meest van het lijden
Hoofdzui
dr. Richard Buss
14
Soester Courant van woensdag 11 april 1979
14
15
Als ik een ongehuwde particulier zou zijn gebleven dan was dit verhaal u waar
schijnlijk nimmer onder ogen gekomen. Dat ben ik echter niet, omdat mijn
vrouw en ik dit jaar al weer voor de 20e keer, jawel, achterom hebben gekeken.
Al vrij spoedig na de kerkelijke inzegening van ons huwelijk ontdekte mijn toen
nog prille echtgenote een stukje van de miskoop. Van de voor en achterkant
van mijn beide benen was moeiteloos „der schonen blauen Donau" af te lezen.
Spataderen dus. „Daar moet je niet mee blijven lopen" luidde haar eerste re-
aktie. Nou had ik mij de start van mijn huwelijk allerminst in een zie
kenhuisbed voorgesteld en dus werd er tegengas gegeven. „Mijn blindedarm
wacht nog op zijn bevrijding en mijn gebit is aan revisie toe" stelde ik met na
druk vast. Een verweer dat tot mijn niet geringe verbazing bijna twintig jaar
heeft stand gehouden. Weliswaar knaagde de tand des tijds in de loop der jaren
aan het binnenwerk van mijn mond waardoor mijn tandarts tenslotte zijn las
tige klant kwijtraakte, de blindedarm was en is er tot op de dag van vandaag
zelfs niet uit te branden. „Daar kun je honderd mee worden" oordeelde
op een zeer koude januari-morgen huisarts jonge Rupert. „Het wordt alleen
de hoogste tijd dat je in Zonnegloren dr. Buss je spataderen er eens uit laat
trekken. Stelt niks voor" voegde hij er opvallend geruststellend aan toe. Hoe
wel artsenij en chirurgie allerminst tot mijn hobby's behoren kon zelfs ik vast
stellen dat de Donau met zijn vele zichtbare vertakkingen buiten de oevers
dreigden te geraken.
Spataderen, ik heb ze niet van een vreemde. Een flink stuk levensvreugde van
mijn vaders oude dag is er door verknoeid, mijn grootmoeder scheen er pa
tent op te hebben aangevraagd. Een gezwachtelde toekomst leek mij allerminst
aantrekkelijk en zo kwam het dat ik mij op een kleurloze woensdagmiddag
voor opname in Zonnegloren meldde. Hoewel de vertaling van ziekenhuisver
zekering II-B meestal goed is voor een 2-persoonskamer, kreeg ik een kamer al
leen toegewezen. Op dat moment kennelijk geen hoogseizoen bij de afdeling
chirurgie van Zonnegloren. Een alleraardigste receptioniste wijst mij de weg
naar mijn onzekere toekomst. Met lood in mijn schoenen volg ik de weg die
mij gewezen is. Nauwelijks binnen voel ik mij als een vreemdeling die ver
dwaald is en er voorlopig niet in zal slagen zijn thuis weer te vinden. Drempel
vrees voor een ziekenhuis. Ik was bang het te krijgen, ik weet na een paar minu
ten dat het mij te pakken heeft. Het ontdooiingsproces begint bij een allervrien
delijkste begroeting door de hoofdzuster van de afdeling chirurgie. Heel onop
vallend observeert ze mij en geeft mij het gevoel geen uitzondering te zijn. Ze
kent na bijna een mensenleeftijd ziekenzorg haar pappenheimers. Kamer ne
gen wordt mijn tijdelijk verblijf in Zonnegloren. Mijn bandrecorder - schrijf
machine - t.v.-ontvangst en andere zaken worden binnen handbereik opgesteld.
Even later verdwijnt het kleine lieve koppie van mijn vrouw om de hoek van
de deur. Ik ben alleen. Op de rand van mijn bed probeer ik de indrukken van
mijn nieuwe omgeving op mij te laten inwerken. Het vertrek laat geen ruimte
over voor enige fantasie.
De muren zijn kaal, hier en daar ontbreekt behang. Met grote mildheid ver
onderstel ik dat een en ander wel zijn oorzaken zal hebben. Het décor buiten
is uniek. In het gras voor het geopende raam van mijn kamer maak ik kennis
met een 3-tal konijntjes. Ze behoren duidelijk tot de inventaris van het bui-
tengebeuren van Zonnegloren.
Ik zal ze tijdens mijn verblijf in kamer negen dagelijks te zien krijgen. Om snel
te acclimatiseren heb ik mij aan het patiëntentenue aangepast en lig horizon
taal te wachten op de dingen die komen gaan.
In volgorde van opkomst verschijnen de hoofdzuster en een verpleger.
Van de eerste ontvang ik een brochure die handelt over het „verschijnsel" (el
ders in de Soester Courant is de tekst van deze brochure afgedrukt, een mens
weet maar nooit, nietwaar?) verpleger Rob noteert een aantal persoonlijke
gegevens en nodigt mij uit de omgeving te bekijken.
Ik vraag mij af wat daaraan te zien is. Even later verkennen we het parcours
dat ik de volgende dag tussen de wielen zal afleggen. We passeren de opera
tie-kamer, lopen verder in een gang waaraan geen eind lijkt te komen en staan
stil bij het bordje „kapsalon". Mijn gids verduidelijkt: „als u dat nou morgen na
de operatie ziet dan niet schrikken. In de hemel wordt niet geknipt en gescho
ren, dat gebeurt alleen in Zonnegloren". Het grapje is aardig bedoeld en verzon
nen, maar meer dan een schaapachtig lachje breng ik niet op. Aan het eind van
de gang bekijken we de ruimte waar operatie-patiënten worden verondersteld
te ontwaken. Zonder de minste overtuiging wil ik het daar graag op hou
den. Terug op kamer negen worden mijn benen geschoren, de bloeddruk en
de niet aanwezige koorts opgenomen. Bij het afscheid nemen beloof ik Rob in
dit artikel nog eens nadrukkelijk te vermelden dat hetero's in de verpleging
geen uitzonderingen zijn. Rob vertrekt, chirurg Buss komt.
Hij „tatoeëert" met grote zorg onderdelen van mijn onderdanen en spreekt
over de dag van morgen. De man projecteert op mij een welkome rust en wekt
veel vertrouwen.
Nauwelijks is hij verdwenen of ik maak kennis met James Houtson, Ier van ge
boorte, werkzaam als anesthesist (narcotiseur). Woorden als trombose en nar
cose vormen voor mij een taalbarrière. Een vriendelijke begeleidende ver
pleegster zorgt voor de vertaling.
Hoe zorgzaam zijn benadering ook is, ik verbaas mij erover en erger mij er
aan dat uitgerekend deze hoofdrolspeler tijdens een operatie voor sommigen
niet helemaal of helemaal niet in het Nederlands aanspreekbaar is.
Later hoorde ik dat de aardige en kundige Ier aan een stoomcursus Nederlands
is begonnen. De broodmaaltijd van die avond heb ik gegeten zonder er iets van
te proeven. Moedgevende woorden van mijn vrouw - een slaappil en de absolute
zekerheid dat HIJ tenslotte zal doen wat goed voor mijn gezin en mij is maken de
nacht kort. Zes uur heit de klok in Zonnegloren wanneer de nachtzusters hun
laatste werkzaamheden verrichten en voor de patiënten een nieuwe dag begint.
Het is mij tijdens mijn verblijf nooit duidelijk gemaakt waarom de wekker
niet een uurtje later zou kunnen aflopen. Een rustgevende injectie wordt ge
volgd door de komst van dr. Buss. Weer Irappeert mij de rust die de man over
brengt. „Tot ziens" zegt hij lachend al zal ik u straks wat langer zien dan u
mij". Even later neem ik afscheid van de verpleegsters en rol de operatie
kamer binnen.
De narcotiseur doet zijn werk, mijn denk - fantasie- en waarnemingsvermogen
worden voor enkele uren toegedekt.
Ondanks het slangetje in mijn neus en de infuus boven mijn hoofd is het ontwa
ken uit een narcose in de rccovery-room („wachtkamer voor langslapers")
niets bijzonders. Gewoon terug van weggeweest. Op kamer negen wacht mij
een fris en helder bed, ontdek ik mijn in watten en verband verpakte benen.
Ik voel mij een Eskimo en val in slaap.
Zondagmorgen in Zonnegloren, drie dagen na een geslaagde operatie. Enige
dag in de week dat patiënten zes uur in de ochtend thee op bed krijgen.
Wie zei ook weer dat 't de kleine dingen zijn die het hem doen? Sinds ik uit mijn
narcose ben ontwaakt, voorzichtig aan de wandel ben geweest en sigaretten
heb gerookt is er een niet te beschrijven stemming van geluk over mij gekomen,
waarbij dankbaarheid 't meest om de hoek kijkt.
Het ontgaat de verpleegsters niet dat ik steeds meer praatjes krijg. Verpleeg
sters; oud, jong, gediplomeerd of nog in opleiding, het zijn de vriendelijkste
„mensen-artikelen" uit het Zonnegloren-assortiment. Ik zou in dit relaas ernstig
tekort schieten wanneer ik aan hun aandeel in ziek-zijn, beter worden voorbij
ging. Louter commercieel bezien schijnt het tegenwoordig een vak te zijn. Ver
geet 't maar om het zo absoluut te stellen. Wie zo open en toegankelijk is voor
medemensen moet meer dan A B-diploma's in de bagage meevoeren. Wie
vrijwillig of onvrijwillig op de afdeling chirurgie van Zonnegloren terecht komt
zal een vertrouwde omgeving missen, qua menselijke begeleiding komt men er
niets tekort. Om zoiets als verpleester zijn, dag in - nacht uit, te kunnen opbren
gen moet men van de beste menselijke eigenschappen voorzien zijn. Tien dagen
Zonnegloren, een momentopname voorzien van een subjectief oordeel. Het
laatste heeft ook betrekking op situaties die ik als minder aangenaam heb er
varen.
Zo is het in Zonnegloren nog steeds mogelijk bezoektijd „te kopen", omdat men
financieel in staat is in een duurdere verpleegkasse te worden behandeld. Een
mogelijkheid die liever vandaag dan morgen dient te worden afgeschaft. De
restauratie in de hal van het ziekenhuis. Overdag te beperkt geopend. Zondags,
een dag waar vele bezoekers van buiten Soest komen, geheel gesloten. Een
principiële zaak, of dient het gemak de eenling? Niet tot een protestants kerk
genootschap behorend werd ik door pater c.q. pastoor over het hoofd gezien, de
Zonnegloren-dominee daarentegen wist wel van mijn bestaan, terwijl mijn
kerkgenootschap RK toch niets aan duidelijkheid te wensen overlaat. Niet ker
kdijken zullen in Zonnegloren tevergeefs naar een geestelijk raadsman vra
gen.
De vele Islamitische Turken wordt terecht op hun verzoek onrein vlees onthou
den, maar daarmee is de zaak ook wel bekeken.
Zou het niet haalbaar zijn middels een eenvoudige beschrijving patiënten bij
aankomst wegwijs te maken in hun nieuwe omgeving?
De indruk dat ook binnen Zonnegloren de zon voor iedereen schijnt zal daardoor
aan kracht winnen.
Tenslotte nog dit. Ieder mens zou eens in zijn leven in een ziekenhuis moeten
verblijven. Zich zelf herontdekken en tot de conclusie komen hoeveel mense
lijke warmte er direct en op een afstand nog bestaat.
Door „patent" Jan Lcijendekker
Taak ve
Zr. Warnies: „Veel ouc
ideaalbeeld voor hun doi
roep van verpleegster. I
hoor, maar dan moeten
afgaan op wat ze er d<
boeken van aan de wt
zijn. Huilende zusters a;
ders van een dokter best
Buss is een aardige lievi
de zakdoek om mijn trar
moet ik nog steeds van
Knappe rimpelloze meisje
se blikken vormen in 1
stersvak een minderhei
moeten we te hard werke
geen tijd om mooi te zitt
se blikken uit te zenden"
nies. sinds vele jaren e
het Zonnegloren-gebeur»
makkelijk voor zichzeli
voor haar „kinderen".
Zr. Warnies: „Verple
ma's zijn natuurlijk noo
het vak te kunnen beoefe
is veel meer voor nodig i
lijk een sukses van te ms
je aangetrokken voelen
zijn totaliteit, met alle 1
ten. Een bed opmaken,
geven, het zijn de ma
simpelste dingen. Het ji
vinden iets tegen een pat:
waar hij of zij iets aan
wat moeilijker. Ik heb he
van mijn hoofdzusters da
mijn opleiding iets te Ier
gloren probeer ik van w
heb iets op mijn kind<
brengei). Ik praat niet
breuk of de galblaas, ik
de mens die daar, met
ruimte zijn bed, bij ons
man of vrouw ligt in twi
is zijn hele bestaan. D
alles in doen. Moet je j'
Je komt van je vertroi
plotseling ben je afhanke:
een. Je moet bellen - je
Dat zijn grote en ingrijp»
ringen in ieder mensenle
is de patiënt van vanda
aan het worden. Dat v
nodig. Vroeger was dat
ter bepaalde wat er wel c
de, de patiënt had maa
Ook in ons beroep is d;
worden. Op papier ben il
maar ik draai in alles
met Yvonne - Mieke - Jo
Sjoertje en Hermien. Zo
ik niks en kan ik niets. G»
zuster is iets zonder haa
der haar leerlingen. Al;
heb je natuurlijk wel de
en te stimuleren teneinde
mogelijk te laten verlopei
Daarnaast behoort het t
jongeren iets van jezelf rr
Dat lukt niet altijd, n
blijven doorgaan. Bove:
ontzettend veel van p:
voorbeeld het terugneme:
eigenwaarde. Je moet je
punt stellen dat iedere p:
ste evenveel eigenwaard
zelf. Nooit denken: ik w
en zij hebben te doen er
ik zeg. Een wil oplegge:
standelijke argumenten
is in Zonnegloren volkom»
Zr. Warnies, de hoofdz
afdeling chirurgie Zonr
het niet als een bezwaj
pleegster ook gevoelsme
ken die naar haar opva
beroep niet van elkaar te
Zr. Warnies: „Natuurlijk
len, maar soms wel mt
mee lijden.
Ik bedoel mee lijden in
je op momenten dat me
tig zijn er bij blijft, f
dat geloof ik: blij zijn i
en droef zijn met de bedi
gemakkelijke dooddoen
bij mensen die het moi
Dat is het lafste en gt
wat je kunt doen. Niet r
wat is dan belt u maar.
zijn: als u behoefte heefl
pleegster moet u even
misschien wel op elkaar,
nodiging in de opmerkir
heel anders. Het zijn de
gen die het ook in een 5
het onze 't moeten dot
ook voor de onderlinge
ding tussen de zusters v
ling. Ook al oog ik misse
je streng, toch proberen -
werk vriendelijk en at
kaar te zijn. Het werk
moet leefbaar worden
gaande op de reacties
die na verloop van tijd n
re afdeling verdwijnen gt
soms best aardig lukt'
Het woord streng is in
sprek gevallen. Niet g
voorwaarden waaraan
pleegsters naar de norm
Warnies moeten voldoen,
Zonder twijfel is Richard Buss, chirurg met de meeste Zonne
gloren-dienstjaren, in veler ogen een schilderachtige figuur.
De 48-jarige, in Den Haag geboren chirurg, maakt allerminst
de indruk daaronder gebukt te gaan. Integendeel. Hij beweegt
zich als een wervelwind door het leven, is benader en aanspreek
baar voor iedere Soestenaar. In de wintermaanden is als skiër
geen afdaling hem te lang, in zijn zomervakantie gaat hij als
alpinist geen berg uit de weg. Wist op 6-jarige leeftijd reeds dat
hij chirurg wilde worden en bereikt na studies in Hoogvliet - Rot
terdam en Leiden, gegarneerd met een uitbundige studenten
tijd, zijn doel. Voor zijn eerste operaties roeide hij met de Njord-
acht twee maal naar een Nederlands kampioenschap en vero
verde een derde plaats bij de Europese kampioenschappen.
Ruilde na het behalen van zijn doctoraal Leiden voor Rotterdam
in en liet tussen 1956 en 1963 als assistent zijn dienstkleding wap
peren in het Rotterdamse Zuider-Ziekenhuis. Startte na ruim
zeven jaar studie met een bruto salaris van 300,- per maand...
Maakt er geen geheim van dat in de loop der jaren zijn honora
rium voor buitenstaanders zich zeer fors heeft ontwikkeld, maar
tekent er tegelijkertijd bij aan dat de premies voor sociale voor
zieningen, levensverzekering en belastingen zijn schijnbaar
vorstelijk inkomen kortwiekt tot circa 25% van het bruto-be-
drag. Zijn werkzaamheden als chirurg, zijn studie, zijn avond en
weekenddiensten doen de werkweken oplopen tot ongeveer 90
uur.
Uitdagingen hebben Richard Buss altijd aangetrokken en het
was daarom dat hij in 1963 solliciteerde naar de funktie van chi
rurg in een nieuw op te richten ziekenhuis in het midden van het
land: Soest Zonnegloren.
Foto Herman van Dam
Zonneglorenmeer dan een parkeerplaats voor patiënten
Sinds het gezin Buss in Soest is neerge
streken heeft de chirurg Buss er altijd
naar gestreefd een optimale mense
lijke verhouding tussen arts en patiënt
tot stand te brengen. Die verfrissende
opvatting werd hem niet door iedereen
in dank afgenomen, sterker nog, soms
werkte het als een koude douche bij
degenen die de afstand tussen arts en
patiënt intact wilden houden. Na bijna
zestien jaar Soest kan worden vastge
steld dat zowel de mens als de chirurg
Buss bij populariteitsverkiezingen zeer
hoog zouden eindigen. Zelf zegt hij er
van: „Kan best waar zijn, maar dat
ligt meer aan de opvoeding die ik van
mijn vader heb gehad dan aan mijzelf.
Vader was in mijn jeugd direkteur van
de Shell. Een ouderwetse. Reed nog
met zijn fiets in het bedrijf. Wanneer
zijn kinderen hem vergezelden en het
lef hadden zijn medewerkers niet te
groeten dan kon je er donder op zeggen
dat je de eerste maand thuis mocht
blijven. Zijn respect voor mensen, van
hoog tot laag, en ook zijn menselijke
benadering zijn ons tijdens de opvoe
ding met de paplepel ingegeven. Ik heb
het geluk gehad dat tijdens mijn studie
mijn hoogleraren eenzelfde instelling
hadden. Privé of zakelijk, ik kon altijd
bij ze terecht. Daaruit is bij mij
voortgekomen dat ik er bewust voor
gekozen heb rechtstreeks met mensen
op te trekken en mij niet uitsluitend te
verliezen in de pure wetenschap. Soms
heb ik over deze beslissing wel eens
mijn twijfels gehad. „IJdelheid uw<
naam is mens" dat geldt ook voor mij.
Als streekchirurg timmer je niet aan
de weg, mijn naam zal men in puur
wetenschappelijke tijdschriften tever
geefs zoeken, maar toch geloof ik dat
mijn keuze een goede is geweest. Het is
mijn karakter niet om te werken in
„machine-fabrieken" waar de patiënt
als mens wel eens verloren dreigt te
gaan. Als men mij privé zou vragen of
die vertechnisering allemaal zo nodig
moet, dan geloof ik daar niets van. De
computer die O.L.Heer gebouwd heeft
is gelukkig nog altijd onvervangbaar.
Een zekere perfectionering kan mis
schien wel eens een noodzaak zijn,
maar het wordt in veel gevallen over
dreven en veel te absoluut gesteld. Ik
vind dat een griezelige ontwikkeling.
Soms kijk je er tegenaan, maar wan
neer je dan thuis bent en constateert
dat mensen bij ons van een beetje grote
operatie ook geheel herstellen, dan
weet je dat het ook zonder „een fa
briek" kan.
Een tijdje terug heb ik de statistieken
van onze longoperaties nog eens nage
keken. Ons sterfte-cijfer is dan laag
vergeleken bij al die grote jokers. Dat
geeft je toch het gevoel 't allemaal niet
zo slecht te doen. Uit die cijfers blijkt
dan tevens dat je als klein ziekenhuis
ook in 1979 nog steeds zeer verant
woord kunt werken, mits je je beper
kingen en mogelijkheden weet en zorgt
dat je de ontwikkelingen in je vak bij
houdt. Nooit willen roeien met de
riemen die je niet hebt. Ik geloof dus dat,
als je daarin je beperkingen weet en
daarin het persoonlijk element weet te
leggen, ook iets van die populariteit
is verklaard. Je bent bereid je werk
met inzet te doen en zoveel visie te
ontwikkelen dat men vertrouwen in je
heeft."
Een zaak van vertrouwen
Het woord vertrouwen is gevallen. Hoe
breng je dat vertrouwen bij patiënten
over wanneer ze in de stellige overtui
ging leven dat van de aan Zonnegloren
gekoppelde artsen niemand in de nach
telijke uren in het ziekenhuis aanwezig
is? dr. Buss: „Ik kan mij best voorstel
len dat patiënten daar in eerste instan
tie wat vreemd tegenaan kijken, maar
het is slechts een halve waarheid. Ik
geloof dat het belangrijk is dat er
binnen korte tijd mogelijkheid is tot
hulp - tot medische hulpverlening. Er
moet 24 uur iemand bereikbaar zijn. Ik
plaats een vraagteken of die bereik
baarheid in het ziekenhuis moet zijn.
Wat is in het ziekenhuis? Ik zelf woon
zeer dicht bij het ziekenhuis, bovendien
gaat het zelden of nooit om minuten.
Waar het om gaat is dat hier het
verschil tussen het kleine en grote
ziekenhuis gezien wordt. In grote zie-
rium is aan verplegingsklassen gekop
peld. Voor mij hoeft dat helemaal niet.
Ik vind alleen dat ik na mijn opleiding
en met mijn inzet recht heb op een
redelijk honorarium. Ben geen nivel-
leerder, omdat het iedere prikkel tot
prestatie weghaalt. Toegegeven, be
paalde niveau-verschillen zijn groot,
weer anderen lijken het, maar zijn het
niet.
Mijn privé besteedbaar inkomen is
20% van mijn bruto-salaris. Moet daar
dan drukte over worden gemaakt?"
Toekomst Zonnegloren
Richard Buss, Zonnegloren-chirurg
van het eerste uur, is ondanks zijn
zestien dienstjaren in Soest allerminst
bedrijfsblind. Als hij 't alleen voor het
zeggen had zou er zeker kunnen wor
den overwogen bepaalde veranderin
gen binnen het Soester streekzieken
huis in te voeren.
dr. Buss,In grote lijnen dacht ik dat
wij nog voldoende persoonlijkheid bin
nen het bedrijf er in zouden kunnen
brengen. Verder zie ik in de toekomst
wat meer gemeenschapsruimte als een
noodzaak. Vergroting van de gezellig
heid. Ik zou wat meer aandacht willen
besteden aan de dagverblijven van de
afdelingen die ik bepaald te sfeerloos
vind, met de mogelijkheid voor de
op-lopende patiënt om bijvoorbeeld
daar ook zijn maaltijd te nuttigen.
Gezellig aan tafel eten is toch iets
anders dan dat in of aan bed te doen.
Verder een grotere centrale recreatie
ruimte. Waar nu de koffie-apparaten
staan opgesteld heb ik destijds gepro
beerd een cafetaria er in te krijgen. De
bezoekuren dienen gehandhaafd te
blijven anders bots je ieder uur van de
dag tegen bezoekers op, maar wat zou
er tegen zijn als op-lopende patiënten
rond vier uur hun kennissen en zaken
relaties in een gezellige ontvangst
ruimte kunnen ontvangen? Met koffie -
limonade - desnoods bier gezellig klet
sen. Ik heb geijverd voor een kapsalon.
Die is er gekomen, maar ligt in een
uithoek waardoor het niet funktioneert.
Het ziekenhuis mag in de recreatieve
sektor best meer een hotelfunktie heb
ben. Het geeft kleur, sfeer en gezellig
heid. Neem nu eens ons winkeltje. Te
weinig openingsuren, een avondkrant
kun je er niet krijgen, het gehele
assortiment is te beperkt. De man die
er in staat is dat niet kwalijk te nemen.
Het is voor hem ook maar een bijbaan
tje, maar het moet en het kan anders.
Als we ooit nog eens gaan spijkeren
dan zullen we daaraan aandacht
schenken."
Richard Buss, in en buiten zijn vak een
bewogen mens die fel stelling neemt
tegen de huidige medische voorlich
ting. Een probleem dat hoog boven
Zonnegloren uitreikt maar desondanks
levensgroot aanwezig is.
„Er zijn", zo stelt hij „in de voorlich
ting een paar mensen die voorop lopen
met conclusies - veronderstellingen en
beweringen die geen tegengas krijgen.
De voorlichting op dit moment over eet
- drink en leefgewoonten is zo indrin
gend dat het de mensen niet tot inzicht
en bezinning brengt, maar alleen angst
aanjaagt. Voorlichting die de onderlin
ge verhouding tussen de zieke en niet
zieke mens verstoort. De niet zieke
verwijt de zieke allerlei dingen die hij
gedaan heeft. Dat kan in huwelijken en
werkgemeenschappen tot allerlei on
aangename verhoudingen aanleiding
geven en neemt daardoor zeer veel
levensvreugd bij de mensen weg. Voor
lichting moet er natuurlijk zijn. De
mensen die het brengen moeten zich
echter wel realiseren hoe ze het doen.
anders schiet je het doel volledig
voorbij."
Hamvraag Soester Courant aan dr.
Buss: „Als U tachtig zou kunnen wor
den door de gepropageerde voorlich
ting rond eet - drink- en leefgewoontes
zeer stipt na te leven, of zeventig jaar
door ook aandacht te schenken aan de
plezierige kanten van de tegenwoor
dige eet - drink en leefgewoontes,
waarvoor kiest U dan?" „Geef mij dan
maar die zeventig genietbare jaren",
luidt zijn reactie. Een man naar ons
kenhuizen waar de assistenten intern
wonen zijn de afstanden waar ze slapen
en de plaats waar ze opgeroepen wor
den zeker niet kleiner dat de afstand
van mijn huis naar Zonnegloren. Daar
bij komt, en daar wijs ik met grote
nadruk op, dat wat er in een groot
ziekenhuis slaapt totaal niet in staat is
in die situaties, die enkele situatie
waar het dan om minuten gaat, wezen
lijk handelend op te treden.
Indien de oproepbaarheid van de spe
cialisten voldoende garanties inhoudt
dat ze binnen een redelijke termijn in
het ziekenhuis kunnen zijn dan is er
niets aan de hand. Zonnegloren kent
die garanties, jongste bediendes ne
men bij ons geen verstrekkende be
slissingen. Wanneer mijn bijvoorbeeld
mijn bereikbaarheid vergelijkt met die
van een assistent in een groot zieken-
ken voorkeur voor een chirurg heeft
moet dat kunnen laten blijken. Als het
even kan zullen wij daar rekening mee
houden. Daarover bestond met mijn
collega's Looyen en Colthof geen enkel
misverstand. Ik kan mij best begrijpen
dat iemand mijn nogal opgewekt ka
rakter niet pruimt. Die is bij een wat
rustig werkende en minder zeggende
Colthof beter uit. Dat mensen soms de
pest aan je hebben is alleen maar erg
gezond".
Het tegenovergestelde is ook niet
altijd alles. dr. Buss over een ervaring
tijdens zijn Rotterdamse chirurgie:
„Katendrecht ressorteerde onder het
Zuiderziekenhuis. Een van katen-
drechts" coryfeeën" een struise Eva
luisterend naar de naam Metha, man-
Belangstelling van en belangstelling
voor mensen. Wat zijn vak betreft is er
ook sprake van een gerichte belang
stelling. dr. Buss: „Mijnbelangstelling
gaat uit naar de ongevals-chirurgie.
Dat heeft ook te maken met de tech
nische kant; het goed voorbereiden,
het plannen. Het is dikwijls snel en
direct handelen".
Chirurg Buss, als hobby in zijn vrije
tijd o.m. voorzitter van de vrijwillige
Soester Brandweer. Groter tegenstel
ling lijkt niet denkbaar, dr. Buss:
„Ieder mens die ook maar even druk is
moet een hobby hebben. Aandacht voor
andere zaken haalt je uit een sleur en
vergroot je weerstand. Wie hard werkt
en geen hobby heeft gaat er op de duur
aan kapot, dat kan niet anders. Je
moet er iets naast doen. De Soester
Brandweer ben ik min of meer inge-
Eèn van de Zonnegloren operatie-teams in aktie.
Rechts de Ierse narcotiseur J. Houston, naast hem chirurg R. Buss
Foto Herman van Dam
huis dan is men in Soest beter af,
omdat ik misschien twee minuten later
kom, maar veel minder tijd nodig heb
om een beslissing te nemen".
Een betere pleitbezorger voor Zonne
gloren is nauwelijks denkbaar. Toch is
het verdere voortbestaan van Zonne
gloren hoogst onzeker. Baarn, Soest, of
nieuwbouw, daar zal het in de toekomst
tussen gaan. dr. Buss: „Ik geloof, en
dat zeg ik niet omdat ik in Zonnegloren
werk, dat men straks rationeel moet
kiezen, d.w.z. het grootste gebouw met
het meeste terrein er om heen. Dat is
Zonnegloren, als alternatief. Dit ter
rein biedt de gelegenheid uit te breiden
en de gezondheidszorg voor Soest en
omgeving blijvend in te vullen. Baarn
mag in vergelijking met Zonnegloren
misschien rationeler zijn gebouwd, het
heeft in ieder geval minder expansie
mogelijkheden. „Het liefst nieuwbouw,
anders is Zonnegloren het alternatief".
Soester als patiënt
Voorlopig bestaat de bevolking van
Zonnegloren nog uit al of niet „ras
echte Soesters" Mensen met een ge
bruiksaanwijzing?
dr. Buss: „De echter Soester geeft
evenmin als de import veel problemen.
Kijk, de patiënt waarmee je moeilijk
heden hebt is: of de patiënt die ik niet
lust, of de patiënt die mij niet lust. Dat
moet men durven erkenen. Iemand die
op een gegeven moment een uitgespro-
keerde altijd iets wanneer uitgerekend
ik dienst had. Je moest in die Rotter
damse polikliniek tempo draaien. De
wachtenden zaten op twee banken,
opgesteld in de polikliniek, en het was
een kwestie van schuiven om een keer
aan de beurt te komen. Metha was
doorgaans uitsluitend gekleed in een
bontjas, die bij welke behandeling dan
ook prompt open viel. Grote hilariteit
altijd bij de wachtenden. Op een och
tend rij ik met mijn wagen het par
keerterrein van het ziekenhuis op en
ontvang een grijns van de portier.
Opvallend, want de man had ik nog
nooit zien lachen. In de assistentenflat
even later iedereen bij mijn komst aan
het giechelen en gniffelen. Weer verder
op de afdeling eenzelfde merkwaar
dige stemming. Ik begreep er geen
barst van en vroeg mij af of ik
misschien geschift was. Nou dat was ik
niet, maar voelde wel dat er iets aan de
hand was. Bij de zusters van de
operatie-kamer kon ik niets wijzer
worden, die waren aan het werk. Op
naar de polikliniek en ook daar dolle
pret. Ik werd er helemaal ziek van.
Eindelijk kwam het verhaal er uit.
Metha had zich die nacht onbescha
digd, maar zeer onder invloed van
alcoholische versnaperingen bij de
portier gemel met de krijsende mede
deling: „ik wil mijn man spreken". Op
de vraag van de portier wie dat dan wel
was luidde het antwoord: „dokter
Buss". Nou dat heb ik geweten".
rold. Ik heb èen enorme bewondering
voor wat de leden van die club voor hun
werk over hebben. De tijd dat de
Soester Brandweer een louter drinkend
en feestvierend gezelschap was is echt
wel voorbij. Er wordt door die jongens
veel gestudeerd en hard gewerkt om
technisch een bepaald niveau te halen.
Het gebeurt allemaal in hun vrije tijd,
terwijl velen overdag tijdens hun dage
lijks werk echt geen duimen zitten te
draaien. De bereidheid van deze men
sen zich zo voor een ander in te zetten
boeit mij. Vandaar".
Chirurg Buss, het liefst mens onder de
mensen. Hoe kijkt hij tegen het insti
tuut „klasse" aan in de gezondheids
zorg? dr. Buss: „Ik dacht dat bij de
goeden de klasse waarin ze behandelen
geen enkel verschil maakt. Op het
moment dat je bezig bent realiseer je
je niet wat het financieel gaat opleve
ren, waarbij ik niet ontken dat er in ons
vak ook wel mensen zijn die zich
misschien toch wel eens een keer bij
bepaalde handelingen of frekwentie
van polikliniekbezoek door financiële
motieven laten leiden. Ik geloof dat in
elk vak deze menselijke factor mee
speelt. De een is nu eenmaal meer
aangetrokken tot de gouden dukaten
door de aantrekkingskracht, de ander
door gemis aan financieringsinzicht
waardoor die ze nodig heeft. In Neder
land kun je zeggen dat het verschil
minimaal is en dat het geen algemeen
geldend verschijnsel is. Ons honora-