„Al een pleister prik - of wat van ziekenhuis Zonnegloren gehad
Dr. Berkelbach heeft 't laatste woord
Geestelijke verzorging in Zonnegloren:
Samen op weg, maar nog steeds
10
Soester Courant van donderdag 19 april 1979
11
mers en ik gaan geregeld na de warme
maaltijden eens naar de afdelingen om
te kijken of en wat er van bepaalde
gerechten onaangeroerd is gebleven.
Is dat teveel dan gaan we verder op
onderzoek naar klachten uit, maar het
zijn gelukkig zeer zeldzaam voorko
mende gebeurtenissen. Kunnen we er
in overleg met de diëtiste iets aan ver
anderen dan doen we dat zeker. Mak
kelijkste consumenten zijn de „zout-
arme-patiënten", het moeilijkst naar
de zin maak je het de calorie-arme"
patiënt met zijn voorkeur voor room
boter en een randje vet aan het vlees.
Veel aandacht krijgt de temperatuur
van de maaltijden. Koud of lauw mag
het niet worden geserveerd. Mijn
twaalf keuken-medewerkers vormen
een groot team die er alles aan doen
er het beste van te maken.
Het beste er van maken houdt niet in
dat de klasse-patiënten in vergelijking
met „ziekenfondsklanten" het aller
beste krijgen voorgezet. Het zijn
vriendelijk gegarneerde „liflafjes" die
als premie op de maaltijd worden
verstrekt.
dr. Berkelbach: „Dat klasse-systeem
is in feite een noodzakelijk kwaad.
Het is enerzijds een overblijfsel uit
het verleden, anderzijds is het mede
een gevolg van de tariefsystemen bin
nen het ziekenhuiswezen. Op het ogen
blik is het nog steeds zo, dat uit de
verpleegprijs die door de opgenomen
patiënt wordt betaald, de ligprijs per
dag dus, een heleboel zaken moeten
worden bekostigd die vaak met de
patiënt als zodanig, ik denk aan de
polikliniek, niets te maken hebben.
We worden in financieel opzicht door
de overheid enorm geknepen. Als je
dus door dit tariefsysteem aan geld
kunt komen dan moet je dat benutten,
en dan valt er niet aan te ontkomen
dat er in sommige opzichten toch een
onderscheid gaat komen. Ergens moet
je, gezien de grote prijsverschillen,
toch aannemelijk kunnen maken dat
men er iets meer voor krijgt. Een
ideaalbeeld is het natuurlijk niet,
maar vooralsnog kan het niet anders.
Overigens zitten er meer haken en
ogen aan bezoektijden. Patiënten bij
voorbeeld die met meer mensen op een
kamer liggen moet je dikwijls bescher
men tegen hun bezoek. Er is een regel
dat er per patiënt niet meer dan twee
bezoekers mogen zijn, maar ik ken
geen regel die zo met voeten wordt
getreden. Een regel die door het ge
drag van het bezoek nauwelijks te
handhaven is, en waarover in het ver
leden maar ook vandaag nog door
vele patiënten terecht wordt geklaagd.
Het betekent dat je de bezoektijden
op een bepaalde manier toch in de hand
moet houden omdat het anders voor
sommige patiënten teveel wordt.
Als je met zes mensen op een zaal ligt,
omgeven door 20 grote- en kleine be
zoekers dan is dat op den duur on
houdbaar."
Het uitsluitend in de Engelse taal aan
spreekbaar zijn van Zonnegloren's
narcotiseur dr. James Houston is het
volgende gespreksonderwerp. Los van
zijn onmiskenbare kwaliteiten onder
gaan vele patiënten het als een merk
waardige zaak dat zij, uitgerekend
met een hoofdrolspeler tijdens iedere
operatie, vooraf niet in het Nederlands
kunnen converseren,
dr. Berkelbach: „Ik erken direct, en
ik kan mij het van sommige patiënten
best voorstellen, dat dit problemen
kan geven. Het specialisme van de
anesthesie is een specialisme dat blijk
baar niet boven aan de lijst van de
keuze mogelijkheden van de Neder
landse arts staat.
Het is namelijk een zeer technisch vak,
het is bovendien een vak waarin je
slechts een uitermate vluchtig contact
hebt met de patiënt, een heel apart
stukje geneeskunde dat je moet lig
gen. Er is geen specialisme waarin
zoveel buitenlanders in Nederland
werken dan juist in dit vak. Het zijn
bijna hoofdzakelijk buitenlanders
die dit vak in Nederlandse ziekenhui
zen beoefenen. Ik zie dit nadeel natuur
lijk zelf ook wel, en met mij de heer
Houston, want hij is hard bezig
Nederlands te leren. Overigens ben ik
van mening dat een deskundige
anesthesist, en' dat is Houston zonder
enige twijfel, die het tot zijn vak vindt
behoren, en dat vinden ze lang niet
allemaal, voor de operatie naar zijn
patiënt toe te gaan en met hem of haar
te spreken in dit opzicht zeer positief
overkomt. Hij straalt rust en vertrou
wen uit en dat is soms meer waard
dan de Nederlandse anesthesist die je
als patiënt niet of nauwelijks voor
een operatie te zien krijgt. Desondanks
blijf ik het door U gesignaleerde be-
zwaar echt wel zien".
Wij brengen de service van Zonne
gloren t.o.v. de op-lopende patiënten
ter sprake, waarbij wij hebben gecon
stateerd dat sommige zaken verbete
ring behoeven.
dr. Berkelbach: „Daar ben ik het in
principe wel mee eens, maar dan loop
je toch weer tegen het kostenaspect
aan. Het ziekenhuiswezen zit in een
knijppers. Alleen al wat betreft de ver
pleegkundigen zitten wij hier met een
enorme normoverschrijding, geld
verslindend. Ik zie echt wel waar
verbeteringen zouden moeten worden
aangebracht, maar wat het zwaarst
is moet het zwaarst wegen, en dat is
uiteindelijk toch de medische zorg in
ieder opzicht voor de patiënten."
Onbesproken zijn in dit verhaal nog
gebleven de huidige funktie van Zonne
gloren en de toekomst die het zieken
huis te wachten staat,
dr. Berkelbach: „Onze huidige funktie
is het bieden van de normale basis
voorzieningen, basisspecialisme een
enkel superspecialisme dat er in ver
tegenwoordigd kan zijn. Wat de toe
komst betreft: ik ben geen profeet
of helderziende. Ik weet alleen dat cr
een onderzoek gaande is naar de zie
kenhuissituatie in Amersfoort en
omstreken. Dat onderzoek is begonnen
begin *78 en ik hoop dat de uitslag
van het onderzoekrapport eind van dit
jaar bekend wordt. Daar volgt dan een
advies op van het college aan de staats
secretaris betreffende o.a. de aan
vraag van Soest en Baarn om geza
menlijk een ziekenhuis te bouwen.
Ook voor dominees is bij de Konijklijke
Marine de leeftijd van 55 jaar het
absolute eindpunt. Curacao - Nieuw
Guinea - Hr. Ms. „Karei Doorman" - de
Marine Luchtvaartdienst vormden zijn
„zendingsterrein". Te land - ter zee en
in de lucht, waar ook ter wereld. Zijn
voorkeur voor het beroep van vloot-
predikant verklaart hij als volgt: „Het
heeft ongetwijfeld te maken met mijn
opvoeding in een absoluut katholiek
Brabant (Ginneken). Ik ben, Neder
lands Hervormd, maar ik ben eigenlijk
veel meer algemeen Christelijk. Ik
schaam mij niet voor mijn lidmaat
schap van de Nederlands Hervormde
kerk. Intussen is mij wel duidelijk
geworden dat de overeenkomsten tus
sen christelijke kerken veel groter zijn
dan verschillen.
Een opvatting die ik bij mijn collega's
bij de Koninklijke Marine ook dikwijls
heb teruggevonden. Goede vrienden en
fijn om mee samen te werken. Ik wilde
nooit gebonden zijn aan een grote of
kleine gemeente. Je was er in je
mogelijkheden te beperkt. Zeker vlak
na de oorlog zou je er al geen leven
hebben wanneer je naar gereformeer
de of katholieke mensen keek, laat
staan dat je het in je hoofd moest halen
er mee te spreken. Dat paste niet in die
tijd en daarom heeft het klein burger
lijke in geestelijke zin mij altijd afge
stoten. Je gaat zoeken naar iets anders
en het werd tenslotte de Koninklijke
Marine. Indonesië was net achter de
rug, Korea en Nieuw Guinea speelden
nog. De noodzaak om met mensen mee
te gaan in noodsituaties heeft mij altijd
erg aangetrokken. In een allegaartje
van gelovigen en onder moeilijke om
standigheden vallen de scheidslijnen
van het geloof weg".
Het zo jong bereiken van een pensioen
gerechtigde leeftijd was voor de toen
malige vlootpredikant ter Haar Rome-
ny geen aanleiding op zijn lauweren te
gaan rusten. Hij zocht en vond zijn
nieuw werkkring op een merkwaardige
manier. Had zich ruim tevoren iets van
de pastorale ziekenzorg eigen gemaakt
door tijdens zijn loopbaan bij de Ko
ninklijke Marine bij de Vrije Univer
siteit in Amsterdam een cursus te
volgen voor predikanten die in zieken
huizen gaan werken. Opnieuw dus,
zelfs na een pastorale ervaring van 25
jaar, geen voorkeur voor een kleine
gemeente.
ds. Ter Haar: „In de tijd van mijn
werkzaamheden bij de Koninklijke
Marine leer je je kwaliteiten kennen en
streep je ook de dingen weg die geen
voldoende halen. Langzamerhand
kreeg ik in de gaten dat het persoon
lijke contact met mensen, het pastora
le contact dus, mij het meest lag.
Contacten met grote groepen ligt mij
minder. Daar is een man als ds. Hans
Smit, een ex-collega die ook in Soest
woont, veel meer op zijn plaats. Het
Zondagochtend kerkdienst in de kapel van Zonnegloren
Foto Herman van Dam
zijn wezenlijk andere zaken. Hij is
daar geweldig in, ik kan het niet of
nauwelijks. Mijn voorganger in Zonne
gloren, ds. J. Drost, attenteerde mij
tijdens een dispuutdag op de funktie
die in Zonnegloren vacant zou komen.
Hij ging er vertrekken, een opvolger
was nog niet gevonden. Mei '77 stapte
ik Soest en Zonnegloren binnen en tot
op de dag van vandaag heb er nog
steeds geen spijt van."
Tussen wal en schip
Vlootpredikant bij de Koninklijke Ma
rine en pastoraal werker bij een zie
kenhuis, de tegenstellingen lijken
groot, misschien zelfs wel onoverbrug
baar. „Geen sprake van" meent de
57-jarige Zonnegloren-dominee. Als
vlootpredikant had ik in het Marine-
hospitaal Overveen al enige ervaring
opgedaan, mijn VU-cursus wat bij
gespijkerd, en bovendien vallen in een
ziekenhuis de typische scheidslijnen
van het geloof ook dikwijls weg.
In mijn vorige werkkring heb ik ook
met zaken als leven en dood te maken
gehad. Vliegtuigen die verongelukten,
slachtoffers - nabestaanden. Leven en
dood, ik heb er veel mee te maken
gehad, dat zal zo blijven. Het komt hier
geregeld op je af".
Zelf ouder worden, angst en verdriet in
de ogen van andere lezen, het zou
benauwend en verstikkend kunnen
werken.
ds. Ter Haar: „Dat is ten dele waar,
maar het heeft een andere oorzaak.
Vorig jaar heb ik een hartinfarct
gehad. Nu merk ik dat het veel meer
energie kost om met mensen die je
nodig hebben bezig te zijn. Zelf heb ik
dat hartinfarct als weldadig en geluk
kig ervaren. Ik had namelijk nooit in
een ziekenhuis gelegen, en achteraf
bezien had ik het hard nodig om,
zittend aan de rand van een bed te
kunnen begrijpen wat ziek-zijn eigen
lijk is. Het leert je bijvoorbeeld men
sen niet op ongelegen ogenblikken met
een bezoek lastig te vallen. Het leert je
ook je mond te houden en vooral naar
mensen te luisteren. Ze verwachten
soms dat je met een bijbel in je hand
naar hun toe komt. Die bijbel heb ik
niet bij me, hij zit in mijn hoofd. Wat ze
vinden er uit nodig te hebben horen ze
toch wel. Geduld en het vinden van de
juiste woorden op het juiste tijdstip is
in mijn ambt een eerste vereiste.
Profaan gezegd „verkoop" ik uit mijn
geestelijke bagage het liefst de hoop.
Geloof is in sommige gevallen erg
moeilijk over te brengen, het begrip
liefde is natuurlijk erg belangrijk,
maar is in de meeste gevallen teveel
gericht op iemand. Als je de liefde van
God naar de mens toe bedoelt dan stel
ik het bijna op een lijn met de hoop die
die liefde geeft. Hoop is immers het
laatste uitzicht dat ieder mens heeft".
Taak in Zonnegloren
Dominee in een streekziekenhuis. Naar
welke mensen gaat zijn belangstelling
uit. Wie maken als patiënten deel uit
van zijn „klantenkring"?
dr. Ter Haar: „Formeel ligt het zo. In
mijn aanstelling is omschreven dat ik
word geacht patiënten te bezoeken die
niet of weinig bezoek krijgen en achter
hun kerkgenootschap „geen" hebben
ingevuld. De anderen sla ik in principe
natuurlijk niet over, maar de meesten
worden door hun eigen dominees be
zocht."
Ongevraagd bezoek krijgen en dan nog
wel van een dominee. Hoe reageren
mensen, die niet bij een kerkgenoot
schap zijn aangesloten, daarop?
ds. Ter Haar: „In de meeste gevallen,
ik kan geen percentage noemen, vindt
men het fijn iemand van het zieken
huis, ook als hij zich voorstelt als de
dominee van Zonnegloren, op bezoek te
krijgen. Het gebeurt zeer sporadisch
dat men van een gesprek afziet. Ko
men we toch aan de praat dan zijn het
de bekende klachten over de kerk die
het eerst naar voren komen. Bekende
geluiden die ik ook bij de Koninklijke
Marine heb beluisterd. Over het alge
meen is men echter blij te kunnen
praten. Dat komt bijvoorbeeld tot uit
drukking wanneer patiënten gezond en
wel het ziekenhuis verlaten hebben. De
behoefte aan pastorale zorg is duidelijk
gebleven en niet zelden wordt er een
persoonlijke vriendschap aan over ge
houden. Moeilijke zaken om uit elkaar
te houden omdat het twee volkomen
verschillende dingen zijn."
Zonnegloren-dominee. In veler ogen
verkoper van toegangskaarten voor
het hiernamaals, wat men daar dan
ook onder verstaat, of begeleidende
gids op de weg daar naar toe. Heeft hij
ooit ervaren dat zijn geestelijke hulp
nadrukkelijk werd afgewezen?
ds. Ter Haar: „Als ik het begrip God
uitsluit'dan zijn er maar zeer weinig
mensen die niet geloven in iets anders
dan zich zelf. Ik heb ze wel ontmoet,
maar het zijn zeer schaarse uitzonde
ringen. Meestal gelooft men altijd wel
in iets, wat dat dan ook moge zijn."
Het is het oprechte ideaalbeeld van ds.
Ter Haar dat zeker in een ziekenhuis
de scheidslijnen van het geloof kunnen
vervagen of verdwijnen. Vooralsnog
een utopie. De kapel van Zonnegloren
draait één op vier als het om niet
protestantse kerkdiensten gaat, R.K.
patiënten krijgen pastorale zorg als ze
bij binnenkomst voorkeur voor een
R.K. pastor schriftelijk kenbaar ma
ken, de absoluut niet-kerkelijken mis
sen steun en bijstand van een geeste
lijk leidsman, de niet geringe hoeveel
heid Islamitische Turken zijn uitslui
tend op geestelijke zelfwerkzaamheid
aangewezen. Hoe goed ds. Ter Haar
Romeny zijn bedoelingen ook in prak
tijk vertaalt, en dat doet hij voortreffe
lijk, er blijft voor hem en zijn collega's
nog veel werk aan de winkel als het om
het omver halen van geestelijke
scheidslijnen gaat. Als men ergens
samen naar toe onderweg is dan is het
toch zeker wel in een ziekenhuis.
Hij zetelt in een grote zonnige kamer, meestal halve dagen.
Heeft, wanneer wij ons in de diensturen melden, voor koffie en
toebehoren gezorgd en is in ieder opzicht de grand old man van
Zonnegloren. Jan Willem Deodaat Berkelbach v.d. Sprenkel,
medisch-direkteur van de ziekenhuizen Zonnegloren en Baarn.
Oogt jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd die in aantocht
is doet vermoeden. Een druk bezet man die desondanks een
zeer ontspannen indruk maakt. Luistert aandachtig, weegt zijn
woorden en formuleert zorgvuldig. Haarlemmer van geboorte,
60 jaar, studeerde in Rotterdam-Amsterdam en Utrecht. Eerste
kennismaking met het toenmalige sanatorium Zonnegloren was
in 1947 waar zijn carrière als longarts een aanvang nam.
Twintig jaar later werd hij officieel tot geneesheer-direkteur
benoemd, en volgde daarmee dr. J. Berghauser Pont op. Tot op
de dag van vandaag geeft hij leiding aan een christelijke ver
eniging tot stichting en beheer van ziekeninrichtingen. Sinds
augustus '78 is de exploitatie overgedragen aan de stichting
Maarschalksbos - Zonnegloren. Een exploitatie die overigens
nog steeds voor rekening van de vereniging plaats vindt. Zonne
gloren, beheerd door een vereniging, streekziekenhuis op con
fessionele grondslag.
Zonnegloren's eerste man is duidelijk
een duizendpoot, verdeelt zijn aan
dacht en inzet over Soest en Baarn.
Geen gemakkelijke taak, maar ge
dwongen door de omstandigheden de
meest voor de hand liggende oplossing.
Sinds 1975 „dient hij twee heren", met
als gevolg dat de samenwerking tussen
beide ziekeninrichtingen intensiever is
geworden en gedachten rond fusie
steeds meer gestalte krijgen.
In de serie „al een pleister - prik of
wat van ziekenhuis Zonnegloren ge
had?" was vooraf met dr. Berkelbach
overeen gekomen dat hij, met name
ten aanzien van de geleverde kritiek,
het laatste woord zou krijgen. Wij con
fronteren hem met onze persoonlijke
visie op de geestelijke verzorging bin
nen Zonnegloren.
dr. Berkelbach: „In de eerste plaats
acht ik de geestelijke verzorging in
ieder ziekenhuis, en dus ook Zonne
gloren, van zeer groot belang. Wij heb
ben hier een eigen geestelijk verzor
ger die de opdracht heeft om iedereen
die niet tot een kerkgenootschap be
hoort of geen eigen pastor heeft van
dienst te zijn. Hij doet dat naar mijn
opvatting op een voortreffelijke ma
nier. Hij presenteert zich niet opdrin
gerig, is eerder terughoudend. Het is
natuurlijk altijd mogelijk dat mensen
aan zijn aandacht ontsnappen, maar
wie nadrukkelijk prijs op zijn bezoek
stelt kan dat altijd via een hoofdzuster
kenbaar maken.
Dat geldt niet alleen voor de dominee,
maar het heeft ook betrekking op
pastores van andere geestelijke stro
mingen of humanstische raadslieden."
Praten met Rob ter Haar Romeny. Sinds enkele jaren werk
zaam in Soest als Zonneglorendominee. Allerminst het type van
een geestelijke kwakzalver die uitsluitend bijbel en psalm
teksten als enig medicijn bij zijn patiënten achterlaat. Weet wat
ziek-zijn is. Heeft zelf ook tussen hemel en aarde gezweefd en
ondervindt daarvan nog steeds de gevolgen. Zijn wieg stond in
het katholieke zuiden. Thuis was de bijbel een bestseller, vader
was dominee en vele generaties Ter Haar hebben het ambt be
kleed. Zijn opvoeding in een niet reformatorische omgeving is er
volgens zijn zeggen de oorzaak van geweest dat hij een grote
belangstelling heeft voor aktiviteiten van katholieken en niet
kerkdijken. Voltooide in Utrecht zijn studies en werd met
medewerking van de toenmalige hoofdvloot-predikant ds. J.
Sillevis Smit bij de Koninklijke Marine aangesteld als vloot
predikant. „Een huwelijk" dat maar liefst 25 jaar heeft stand
gehouden en eerst werd verbroken op de dag dat hij 55 jaar
werd.
Ds. ter Haar Romeny,
van Hr. Ms. Karei Doorman naar Zonne gloren
Het antwoord lijkt in eerste instantie
afdoende doch sluit niet aan bij de op
vatting dat van pastores wordt ver
wacht dat ze zelf initiatieven onderne
men.
dr. Berkelbach: „Wat ds. ter Haar
Romeny betreft blijf ik Volhouden dat
zijn funktioneren binnen Zonnegloren
plaats vindt op een wijze zoals hem en
ons dat voor ogen staat. Wat bijvoor
beeld de R.K. pastores betreft kan ik
Hoe de bal zal rollen is op dit moment
niet te voorspellen.
Persoonlijk zie ik drie mogelijkheden.
Gezien de overbebedding zou Baarn
in de regio Het Gooi kunnen funktione
ren - Soest naar Amersfoort. Practisch
en groot bezwaar is echter dat de
bereikbaarheid van ziekenhuizen
voor mensen steeds moeilijker wordt.
Zoals wij nu werken is de afstand tot
de ziekenhuizen in Soest en Baarn
voor de meeste mensen uitstekend. Dat
houdt tevens in dat mogelijkheden tot
zeer regelmatig overleg met huis
artsen en verzorgingshuizen zeer goed
worden benut. Wanneer ziekehuizen in
Baarn en Soest zouden verdwijnen dan
zie ik die overlegsituatie als een on
mogelijkheid. Filosoferende over de
energie-crisis lijken transportmoge
lijkheden voor bezoekers mogelijk in
gevaar te komen. Het zou zeer triest
zijn wanneer bijvoorbeeld bejaarde
mensen daarvan het slachtoffer zou
den worden.
Derde en laatste mogelijkheid: een
nieuw ziekenhuis, maar ik vrees dat
niet meer te zullen meemaken. Begin
'82 is voor mij de laatste halte, wat
betreft mijn funkties in Baarn en
Soest, in zicht".
Jan Lcijcndckker
Het lijkt mij niet onwaarschijnlijk
dit in de toekomst nog eens te zullen
doen. Geluiden dat op hun terrein
sommige zaken te wensen overlaten
mogen niet voorkomen."
Wij stellen aan de orde de bezoektij
den, die wat de tijdsduur betreft anno
1979 volgens een klasse-systeem zijn
ingesteld. Hoe hoger de verpleegklas-
se, op des te meer bezoektijd kan de
patiënt rekenen.
Hamvraag op een zonnige zaterdag
morgen aan Zonnegloren's eerste
man: „Wat is uw indruk over de, arti
kelenserie in de Soester Courant over
Zonnegloren?"
dr. Berkelbach: Goede voorlichting -
veel terechte kritiek, waarbij het mij
is opgevallen dat die kritiek met
respect werd gegeven." Volgt langdu
rig stilzwijgen. Verbreekt de stilte en
merkt dan lachend op: „Ik ken collega
Buss zo'n zestien jaar, maar door zijn
intervieuw met de Soester Courant heb
ik bepaalde facetten van zijn persoon
lijkheid leren kennen die nieuw voor
mij waren."
zeggen enkele jaren geleden dit onder
werp aan de orde te hebben gesteld.
haemoqlobinevrii
chuim
tesoep
Foto Herman van Dam
vermicellisoep
"gehakt"
snijbonen
van.vla/schuim
Als je over de kwaliteiten van koks wilt
oordelen dan moet je hun maaltijden
proeven om er een verantwoord oor
deel over te geven. Wat mij betreft wa
ren Zonnegloren's bami - nasi - stamppot
en jachtschotels de grote favorieten.
Opvallend was verder de grote ver
scheidenheid in menu's. Elders op deze
pagina staan de week-menu's afge
drukt. En als U twijfelt aan het oordeel
/an deze gastronoom, dan moet U zelf
naar eens in Zonnegloren gaan liggen.
tls het zo uitkomt. Wat mij betreft
;en keuken om „U" tegen te zeggen.
tomaten groentesoep
roerei
bloemkool
abrikozenvla
held.verm.soep
kaasschr.itzel
sperciebonen
lange vingerrudding
van.vla schuim
flensjes room
yoghurt
vruchtengries
panaché rozet
abrikozenvla
bitterkoekjespudding
geb.groentesoep
omelette
postelein
rijstevla
kippesoep
kaassoufflé
andijvie
yoghurt
heldgroentesoep
gestoofde vis
gem.sla
panaché/rozet
koninginnesoep
bami-garni
g^-ies vruchtjes