Nieuw paleis(ie)
in Soest-Zuid
Piero Erbacci regerend vorst
van lederwaren imperium
PE Florence
exclusief
Soester Courant van woensdag 10 oktober 1979
9
Dit alle windstreken zijn Nederlandse en buitenlandse inkopers van lederwarenartikelen in de
afgelopen weken naar Soest gekomen. Reisdoel: de gloednieuwe vestiging van Piero Erbacci,
importeur van lederen damestassen - natuurprodukttassen - reisartikelen in leder en canvascom-
binaties - attachékoffers in leder en vitbox - lederen en suède kleding etc. etc. De duizend en één
lederenwarennoviteiten zijn sinds 24 september j.1. ondergebracht in een fantastisch ogend wit
paleisje, neergezet aan de Kerkstraat 60. Vanuit de oogverblindende showrooms wordt met vak
manschap en een ongekende gastvrijheid aan klantenbinding gedaan. Regerend vorst is Piero
Erbacci, een naam die U tevergeefs in de registers van de Soester Burgerlijke Stand zult zoeken.
Piero Erbacci is het pseudoniem voor Peet Elberse, geboren Soester, die na een leven van zake
lijk vallen en opstaan zich in zijn branche een niet meer weg te denken plaats heeft veroverd. Van
daag is Piero Erbacci tenminste één van de regerende vorsten in de lederwarenhandel. Vanuit
zijn werkelijk „vorstelijke" Soester nederzetting spreken wij met hem over toen - nu en straks.
Een openhartig gesprek met een man die weinig of niets in zijn leven kado heeft gekregen, werd
geteisterd door tegenslagen, maar het geloof in zichzelf en de zijnen niet verloor. Eind 1979 conclu
deren zijn cliënten en de ook op dit terrein in ons land overal aanwezige concurrentie: Piero Er
bacci is een vondst, Peet Elberse een begrip geworden.
Het „witte paleisje" van Elberse International b. v., geflankeerd door een „hofauto
Houden wij het in dit geval
gemakshalve dan maar op
Peet Elberse, dan is de eerste
conclusie dat de thans 54-jari-
ge zakenman van jongs af aan
voor iedere gram sukses,
iedere centimeter geluk heeft
moeten knokken. Een scha
mel Mulo-diploma en een ver
blijf als militair in de 7 decem-
ber-divisie waren in zijn jonge
jaren de voornaamste wapen
feiten. In 1951 zwaaide hij met
een paar losse centen op zak
als militair af, op zoek naar
een baantje. Vandaag, oktober
'79 voorziet hij met een staf
medewerker (sters) zijn tien
tallen klanten van inkoop
adviezen, laat in „zijn paleis"
aan de lopende band lunches
serveren en doet zaken, zelfs
voor een leek waarneembaar
voortreffelijke zaken. Terug
naar het begin van de vijftiger
jaren.
Muisklein in zaken begonnen
Peet Elberse had de zekerheid
dat er in de typisch ambach
telijke beroepen voor hem geen
droog stuk brood te verdienen
zou zijn. Zelfs het in de muur
slaan van een spijker leverde
problemen op. Een man met
een linkse-handen complex
die heel duidelijk wat huisvlijt
betrof niet als doe 't zeiver
door het leven zou gaan. Hij
zocht en vond zijn eerste baan
tje in de handel. Vertegen
woordiger bij een Amster
damse kofferfabriek. Eerste
kennismaking met de leder
waren. Een baan die hem na
zijn terugkeer uit Indonesië be
paald niet als geschenk werd
gepresenteerd. Peet Elberse:
„Ik ging er op af na een ad
vertentie in de krant. Toen ik
er kwam leek 't of ik nog in
dienst was. Opstellen in rijen
van tien. Er waren maar liefst
120 sollicitanten, het meren
deel afzwaaiers, net als ik,
die maar moeilijk aan de slag
konden komen.
Vier keer reisde ik voor solli-
citatie-gesprekken van Soest
naar Amsterdam. Na ieder
gesprek werd mij duidelijker
dat ik te maken had met een
directeur die heel erg op de
centen was. Het begon mij te
vervelen en daarom deed ik de
man een aanbod waardoor ieder
een vandaag de dag mij voor
gek zou verklaren. Ik stelde
hem voor drie maanden lang
uitsluitend tegen onkosten
vergoeding aan de slag te
gaan. Zou hij mij na drie maan
den in dienst willen blijven
houden dan claimde ik het
recht op salaris en nabetaling
van 13 werkweken. Over dat
onzakelijke voorstel met alle
risico's voor slechts een partij
werd niet lang nagedacht. De
auto van de zaak volgestouwd
met grote en kleine koffers.
Peet Elberse tussen de wielen
op pad. Ik ben blij dat ik die
eenzijdige kans heb aange
grepen, anders zat ik hier nu
waarschijnlijk niet. Trouwens
je had in die tijd niet veel
mogelijkheden iets aardigs te
veroveren. Jongens zoals ik,
net terug uit Indonesië, ont
vingen als ze werkeloos waren
wel een uitkering, maar dat
was een tijdelijke zaak. Het
arbeidsbureau schoof je baan
tjes onder je neus als werk
nemer bij Albert Heyn en dat
soort zaken. Je kon die aan
biedingen een of twee keer afwij
zen, het ja-woord moest er
echter toch een keer komen,
anders werd de uitkering stop
gezet. Tegenwoordig is dat
jammer genoeg allemaal een
beetje anders. Niet gehinderd
door enige vakkennis heb ik
met luisteren - kijken en kei
hard werken de eerste kleine
stap op weg naar sukses ge
zet. Ik was er overigens nog
maar nauwelijks in dienst
of de baas kreeg het medisch
advies zich uit de zaak terug
te trekken en op zoek naar
kopers te gaan. Dat laatste
lukte. Een fietsenzadelfabriek
in Dieren nam de handel in
koffers over en werd mijn
nieuwe werkgever. Dat is ove
rigens ook niet zonder slag of
stoot gegaan. Er bestonden
grote verschillen van inzicht
ten aanzien van de verkoop
tactiek. Mijn nieuwe werk
gever stelde zich op het stand
punt dat met name de verkoop
van koffers gericht moest zijn
op grote warenhuizen, voor
de kleine detailhandel had
men geen oog. Mijn visie was
en is nog steeds anders. Door
je aan warenhuizen te koppe
len is je verkoopbasis te smal
en ben je in zakelijk opzicht
aan handen en voeten gebon
den. Een standpunt waar ik
in die tijd geen hand voor op
elkaar kreeg. Jammer genoeg
kreeg ik na vier jaar toch ge
lijk. De détailhandel was gron
dig verwaarloosd, de grote
huizen zagen het fabriekje
in Dieren niet meer staan, de
verliezen waren tot vele ton
nen opgelopen. Gelukkig had
ik in Dieren niet op een zaak
gegokt. In mijn vrije tijd pro
beerde ik mijn relaties met de
détailhandel te onderhouden.
Was agent voor een Duitse
firma van kleinlederwaren-
artikelen en kwam in stad
en land. Na mijn vertrek uit
Dieren kreeg ik contacten
met de fa. Lempers uit Hen
gelo! reistassen) en daar groei
de ook een relatie uit met een
klein tassenfabriekje in Doe-
tinchem. Geen werknemer
meer dus, maar mijn eerste
stappen op de lange weg naar
zelfstandig ondernemer. Dan
wil je best stevig aan de slag
gaan, ook al omdat ik in die
tijd verloofd was en mij na
tuurlijk waar wilde maken.
Het ging met tassen en tas
jes niet slecht, met als gevolg
dat ik ook de agentuur kreeg
aangeboden van hutkoffers
en bureaugarnituren. Tassen
van struisvogelpoten die in
Doetinchem werden gemaakt
waren er de oorzaak van dat
ik in aanraking kwam met de
destijds beroemde schoenen
fabriek Blok van Heijst. Doe
tinchem maakte voor Blok van
Heijst in loonopdracht tassen,
totdat de Waalwijkse afne
mers vonden dat ze zoiets best
zelf zouden kunnen produ
ceren. In mij zagen ze de man
die een dergelijke struisvogel
zaak wel op poten kon zetten.
Wanneer wij met collega's
van Peet Elberse over dit
schijnbaar aangewaaide suk
ses spreken is eensgezind het
oordeel: die man is niets aan
gewaaid in zijn leven. Hij stond
en staat dag en nacht voor
zijn klanten klaar. Bovendien
is het een vent die zelfs in zijn
vakantie nog met zijn klanten
bezig is. De persoonlijke con
tacten die hij er met zijn af
nemers op na houdt zijn vol
strekt uniek.
De Blok; van Heijst-periode
Peet Elberse,Blok van Heijst
had al snel in de gaten dat
ik in mijn jeugdig enthousias
me dikwijls voorbij ging aan
mijn financiële en persoon
lijke belangen. Klinkt mis
schien gek, maar ik wilde wer
ken, aan een toekomst bou
wen. De rest zou allemaal
wel later komen. Dat was in
die tijd zo'n beetje mijn levens
filosofie. In die opvatting werd
ik ook gestimuleerd door de
levenswijze van sommige
fabrikanten. Ze maakten meer
op dan ze verdienden, met alle
gevolgen van dien. Met een
medewerker van de Doetin-
chemse fabriek ben ik in Waal
wijk voor Blok van Heijst een
tassenfabriek begonnen. Wijs
geworden door ervaring heb
ik echter ook in Waalwijk be
dongen een zekere vrijheid te
willen behouden. Die eis werd
gehonoreerd en dat is later
mijn geluk geworden. De tas
senfabriek in Waalwijk kwam
er. Blok van Heijst verkocht
tassen aan grote gevestigde
zaken, met andere modellen
ging ik op stap naar de klein
handel. Het ging allemaal als
een trein en schijnbaar liepen
wij elkaar niet voor de voeten.
In mijn Waalwijkse periode
kreeg ik nog tal van andere
aanbiedingen.
Er was echter te weinig in
mijn achterzak om met goed
fatsoen een zaak te kunnen
overnemen. Omdat ik niet
kapitaalkrachtig genoeg was
raakte ik agenturen kwijt en
werd hoe langer hoe meer een
typische Blok van Heijst-heer.
Desondanks vond ik toch tijd
privé naar Italië te reizen en
er in de tassenindustrie te
neuzen. Daar heb ik gen spijt
van gehad, want na verloop
van een aantal jaren ging het
met de verkoop van schoenen
bij Blok van Heijst steeds slech
ter. Oorzaak: de opkomst van
de Italiaanse schoenenindus
trie. De modellen waren mo
dieuzer, de prijzen lager. Het
antwoord van Blok van Heijst
was een toenemende produktie
die evenwel een duidelijk kwa
liteitsverlies tot gevolg had.
Wat in Waalwijk aan tassen
werd verdiend ging aan de
industrie van schoenen ver
loren. Het begin van de ont
knoping speelde zich af op een
avond in kasteel De Hoge Vuur-
se. Ik hield daar een tassen-
expositie. Tijdens de pauze
komt de staf van Blok van
Heijst, met accountants en
commissarissen op mij af.
Er moest direct gesproken
worden. Het kwam er op neer
dat Blok van Heijst in financieel
opzicht op de rand van de af
grond zweefde. Het verbaas
de mij niet. In de verkoop van
schoenen was de firma niet
met de tijd meegegaan en
verkooptechnisch was er een
mentaliteit die je soms deed
vermoeden dat het een voor
recht was wanneer je met Blok
van Heijst schoenen door het
leven ging. Die politiek is on
genadig afgestraft. De afne
mers ontdekten dat er meer
in de schoenenwereld bestond
dan Blok van Heijst en dan
nog tegen heel wat aantrekke
lijker prijzen. Het is de fout
van het conservatief geleide
Blok van Heijst-bedrijf geweest
dat men in zakelijk opzicht
in een ivoren toren bleef zit
ten. Je kunt niet zeggen dat
jij 't weet als de verkoopcijfers
De nieuwe vestiging van
Piero Erbacci telt in ons
land ruim 200 afnemers.
Er wordt zoveel mogelijk
naar gestreefd de afne
mers van de PE FLO
RENCE artikelen een
zekere exclusiviteit te
geven. In Soest zijn de
PE FLORENCE - leder
waren uitsluitend ver
krijgbaar bij fa. Van Hall
in de Van Weedestraat.
aantonen dat anderen het heel
wat beter weten. In mij meen
den de Waalwijkers de moge
lijke redder van het bedrijf te
zien. Alvorens die Dorus Rij-
kersrol op mij te nemen heb
ik gesteld eerst nog tijd voor
overleg met relaties te willen
hebben. Die tijd werd mij niet
of nauwelijks gegund aange
zien „De Blokken" goed ge
salarieerde medewerkers
op korte termijn wensten te
ontslaan. Van die mentaliteit
ben ik mij rot geschrokken.
Het gemak waarmee mensen
na jarenlange trouwe dienst
terzijde worden geschoven.
Daaronder was de toenmalige
verkoopdirecteur van de schoe
nen die geen oplossing kon
aandragen om uit de impasse
te komen. Het ging om kerels
van in de vijftig die als oud
vuil werden behandeld. En
dan te weten dat de heren Blok
zelf nou geen voorbeelden
waren van inventiviteit en
arbeidslust. Na een paar dagen
heb ik met Waalwijk gebeld
en mijn voorwaarden gesteld:
geen ontslagen, met z'n allen
er tegen aan en binnen een
termijn van drie tot vijf jaar
kan het bedrijf dan weer ge
zond zijn. Ongelukkigerwijs
wilde de Blok van Heijst ver
koopdirecteur geen kapitein
naast zich. Mijn denkbeelden en
inzichten waren anders dan de
zijne en dat heeft er toch toe
geleid dat hij is verdwenen.
Dat heeft veel pijn bij mij ge
daan, maar het was nu een
maal niet anders. Zeven jaar
lang heb ik mij bij Blok van
Heijst uit de naad gewerkt.
Andere modellen, andere lees
ten, andere aanpak in tal van
opzichten. In het begin van
de zeventiger jaren kondigde
het definitieve einde zich aan.
De produktie-kosten voor
schoenen in ons land waren
enorm gestegen. Beneden een
prijs van honderd gulden kon
je geen Blok van Heijst schoe
nen meer kopen, de concurren
tie uit het buitenland! goed
kope arbeidskrachten) was
ongenadig en onafwendbaar.
Ik deed in Waalwijk het voor
stel een Italiaans schoenen
fabriekje te kopen teneinde
mee te kunnen concurreren.
Hun reactie op mijn voorstel:
Geen denken aan. We hebben
hier van vader op zoon ge
werkt. Wij zijn hier geboren,
wij zullen hier sterven, al lo
pen wij met ons kop tegen de
muur. „Tegen zo'n opvatting
valt natuurlijk niet te redeneren,
hoewel ik er wel respect
voor heb opgebracht. Mijn
voorspellingen dat het fout zou
lopen is helaas uitgekomen.
De banken gingen moeilijk
doen, op een gegeven moment
was er zelfs geen vakantiegeld
meer, het einde was onafwend
baar. Tot de laatste dag met
de vakbonden gesproken ten
einde te redden wat er te red
den viel. En dat was niets.
Het doek viel over Blok van
Heijst in augustus '74, Peet El
berse ging de WW in.
De toekomst krijgt gestalte
Het is typerend voor het ka
rakter en de persoonlijkheid
van Peet Elberse dat de WW
aan hem een slechte klant
had. Ondanks de teleurstel
lingen in zijn Blok van Heijst-
periode heeft hij er alles aan
gedaan op korte termijn weer
vaste zakelijke grond onder
de voeten te krijgen. Opnieuw
bleek dat de contacten die
hij met fabrikanten en afne
mers in de loop der jaren min
of meer had gekoesterd vruch
ten zouden afwerpen. Peet
Elberse: „Met de WW-centen
ben ik naar Italië gegaan.
Eigen kapitaal had ik niet.
Iedereen had zich voor de af
gang van Blok van Heijst finan
cieel ingedekt, alleen ik niet.
Officieel had ik nog recht op
een bedrag van ruim 30 mille,
maar waar niet is Stom
misschien, maar zo zit ik nu
eenmaal in elkaar. Geld is
voor mij altijd een belang
rijke bijzaak geweest, hoofd
zaak was en is mijn naam in
ere houden. Ondanks alle te
leurstellende ervaringen wordt
mijn naam door „De Blok
ken" ook nu nog met respect
uitgesproken. In mijn WW-
tijd ben ik dus begonnen er
weer iets van te maken. Mijn
gezin deed ik bewust tekort
om weer aan de slag te komen.
En dan ontdek je hoe mensen
kunnen zijn. Met de sociale
dienst kwam ik in conflict
omdat ik tijdens mij WW-
periode al weer zaken zou
doen. Er heeft zelfs een proces
gedreigd dat ik WW-uitke-
ringen zou moeten terugbe
talen. Zover is het gelukkig
niet gekomen. Met keihard
werken en de steun van mijn
goede relaties ben ik er weer
bovenop gekomen. Voorzich
tig inkopen, zeker weten dat
je de spullen kwijtraakte en
iedere cent met de grootste
voorzichtigheid omdraaien
alvorens hem uit te geven.
In die tijd is mijn vrouw Amy
ook bij de zaken betrokken
geraakt. Ze heeft de fantas
tische boekhoudkundige fee-
ling en veel belangstelling voor
de administratieve kant van
de zaak. Vijf jaar lang is de
basis gelegd voor hetgeen
wij nu dan hebben bereikt.
Mijn kinderen hebben daar
ook de handen voor uit de mou
wen gestoken. „Peet Elberse,
een geslaagd zakenman die
geld slechts als een belang
rijke bijzaak ziet. Hoe valt het
een met het ander te rijmen?
„Peet Elberse: „Geloof het
of niet, ik weet van geldzaken
heel weinig af. Mijn vrouw
en de economisch adviseur de
heer Perk behartigen deze
zaken. Het zijn financiële ad
viseurs die ik niet zou kunnen
missen. Met die mensen in
mijn omgeving heb ik ook de
stap naar de Kerkstraat dur
ven wagen. Dat was overigens
hoog nodig. Met goed fatsoen
durfde ik mijn klanten niet in
Soest te ontvangen. In de Vos-
seveldlaan barstte ik uit het
huis, mijn voorraden stonden
in pakhuizen opgeslagen. Met
shows en exposities bracht
ik de spullen onder de aan
dacht van het kopende publiek,
totdat mijn adviseur mij voor
rekende dat deze wijze van
exploitatie erg onverdelig
was en adviseerde een eigen
show- en verkoopruimte te
kopen. Dat is toen ook gebeurd
en zo zijn wij na maanden
lange onderhandelingen in
de Kerkstraat terecht geko
men. Het heeft er eerst op ge
leken dat wij elders in het land
zouden neerstrijken, maar
Amy en de kinderen waren
falikant tegen. En met hun
mening heb je ook rekening
te houden. Vandaar dat het
tenslotte toch Soest is geble
ven, en dat heeft natuurlijk
ook te maken met het feit dat
ik een Soester van huis uit
ben". In meer dan een op
zicht heeft Italië model ge
staan voor de opmerkelijke
aanpak van Peet Elberse. Dat
verraadt het ex- en interieur
van zijn „witte paleisje" en
zijn naam. Piero Erbacci.
Peet Elberse: „Die naam is
een verhaal apart. Ik verkoop
een grote hoeveelheid Italiaan
se artikelen in de lederwaren-
sektor. Anders collega's doen
dat ook, maar namen als Jan
sen - Pietersen en Smit ben
ik als merknamen nog nooit
tegengekomen. De naam El
berse doet evenmin vermoeden
dat mijn wieg in Italië heeft
gestaan. De naam heeft te
maken met het imago van het
artikel. In Italië heb ik het
woordenboek en de telefoon
gids gepakt en ben op zoek
gegaan naar een merknaam
voor al de artikelen die ik
importeer en vertegenwoor
dig. Piero werd de voornaam,
Erbacci de achternaam.
Florence ligt qua klank lekker
in 't gehoor en dus is de woon-
en verblijfplaats van mijn
artikelen Florence geworden.
PE -FLORENCE. In dames
bladen als Margriet en Ele-
gance wordt middels adver
tenties het PE- FLORENCE-
begrip onder de aandacht ge
bracht. Het heeft enorm ge
werkt. De aanschaf van ex
clusieve lederwaren is van
daag de dag een vrij kostbare
zaak. Bij mij is dat niet het
geval. Wij werken met exclu
sieve artikelen die het wat de
prijs betreft van hoge omzet-
snelheid moeten hebben. Ze
ventien Italiaanse fabrikanten
verlenen daaraan hun mede
werking. Wat Italië betreft
blijf ik mij zakelijk gezien
niet alleen op dat land blind
staren. Met mijn familie heb
ik dit jaar een zakenreis ge
maakt naar het Verre Oosten.
De artikelen die ik van daar
uit importeer zullen de ko
mende maanden in bijna 200
Nederlandse etalages te zien
zijn. Betaalbaar voor iedereen,
en vooral exclusief."
In de Kerkstraat 60 mikt Peet
Elberse met zijn „witte pa
leisje" duidelijk op Italië. Wij
moeten ons er straks maar
niet over verbazen wanneer er
straks in Soest een pand ver
rijst dat qua exterieur in Hong
kong zou thuishoren.
In alle windstreken ligt het
sukses voor een ondernemende
Soester zakenman te wachten.
Piero Erbacci Florence, Sha-
kespeare zei eens: what's in
a name? Peet Elberse is hem
in 1979 het antwoord komen
brengen.
Jan Leijendekker.
Voorraadmagazijnen waarin Italië te zien en te ruiken is.
Smaak en schoonheid zijn verenigd in de showroom
van Piero Erbacci.