00D KIES Uit ..De Schorre Kikker" en „De Getorste Gieter" werd „Apollo" geboren s 4.75 2.00 Ü27.95 ,,.™I50 "20% 1.89 1.49 2.58 1.69 0.89 1.49 1.19 1.89 1.59 Palmares van een dirigent Ode aan de leden van Apollo Knelis „krabbelende" visie op „APOLLO" 12 13 Soester Courant van woensdag 24 oktober 1979 13 Het Soester mannenkoor APOLLO, muzikaal pronkjuweel van de gemeente Soest, heeft zijn bestaan te danken aan kapper Wiersma. In zijn kapsalon aan de Torenstraat 8 heeft hij in 1922 het initiatief tot de oprichting genomen. Simpel, maar wel zeer doeltreffend. Wie bij Wiersma voor knip pen, scheren of bijpunten kwam, kon er op rekenen dat de mu zikale barbier bij het afscheid nemen steevast de vraag zou stel len: „Voelt u niets voor het oprichten van een mannenzang- vereniging?" De mannen die op deze vraag negatief reageer den moesten zich er mee verzoenen dat de oude Wiersma min der dan voorheen zich voor hen uitsloofde en de voorstemmers levenslang waren verzekerd van zijn zorg en toewijding. Kap per Wiersma had 35 keer het ja-woord nodig om te besluiten op 14 september 1922 DE GOUDEN PLOEG voor een oprich tingsvergadering te huren. Wat zich tijdens die vergadering afspeelde werd genoteerd door de eerste secretaris die Apollo gekend heeft, de heer D. Dijkstra. Uit het jaarverslag over 1922 citeren wij: Het eerste jaarverslag Op 14 september 1922 kwamen wij bij een om meningen van enkelen in daden om te zetten, 't Was een betrekkelijk groot aantal heren die zich in DE GOUDEN PLOEG verzamelde en naar uit de gehouden besprekingen bleek, vogels van diverse pluimage. Daar waren er, die werkelijk ernstige plan nen tot oprichting hadden, maar er waren er ook, die al bereids moord plannen koesterden: die de geboorte van het kind trachtten te verhinderen. Direct gaven, met uitzondering van en kelen, de aanwezigen zich als lid op, en de geboorte van de nieuwe vereni ging was een feit. Soest was wederom een mannenkoor rijker geworden. Toen kwamen alras de bezwaren. Op welken avond repetities houden? 't Werd een heel kunststuk om van de vijf avonden van de week die daarvoor in aanmerking kwamen, er eentje te vin den die allen, of althans het meeren- deel der vergaderen 't beste gelegen kwam. De Heer Stalenhoef had welwil lend zaal en piano beschikbaar gesteld voor de repetities. De Heer Zijdveldt, die dien avond expres de repetitie van zijn zangvereeniging er aan had gege ven, met het doel om het pasgeboren kind in de wieg alvast den nek om te draalen, vroeg en verkreeg het woord. De aanwezigen kregen een heel ver haal te hooren over het gevaar van re petities in een café of kroeg, zoals spreker het uitdrukte. Dit kon nooit goed gaan want er werd verte ring gemaakt en 't zou een dronken- mansboel worden. Jammer voor hem dat zijn pogingen tot afmaking van de nieuwe vereniging geen feiten zijn ge worden en zijn profetie niet is uitge komen. 't Pasgeboren wicht doorstond dien aanval op zijn leven, maar wie moest nu verder voor haar wél zorgen en trachten 't wee langs haar te laten gaan? Welken naam moest zij hebben? Uit de vergadering werden namen ge noemd als „DE SCHORRE KIKKER" en „DE GEBARSTEN GIETER", doch gezien den ernst van de zaak werd besloten haar den naam te geven van den GOD der Muziek, waaraan zij ook was gewijd, APOLLO. Gerard v.d. Schepop werd in 1927 geboren te Vaas- sen. Studeerde kerkmuziek te Utrecht en kende daar als docenten o.a. Albert de Klerk en Herman Strate- gier. Werd in 1948 dirigent-or ganist te Soestdijk. Be haalde in 1954 het staats- diploma piano. In dat zelf de jaar volgde zijn benoe ming tot dirigent van Apollo. Eind 1959 kwam hij in het bezit van het conservatorium-diploma Koordirectie. Een jaar la ter slaagde hij aan het conservatorium voor het onderdeel schoolmuziek. Verdween tussen 1960 en 1965 uit Soest, en werd in Arnhem o.a. dirigent-or ganist bij een plaatselijke kerk. Keerde in 1965 te rug, werkte verder met Apollo, en is sinds dat jaar dirigent-organist van de Petrus en Pauluskerk. Naast deze aktiviteiten heeft hij diverse andere koren onder zijn directie en jgeeft muziekonder- richt op enkele scholen. Bij stemming bleek de heer Wiersma de meeste stemmen op zich te hebben vereenigd, zoodat hij met de vaderlijke zorg werd bekleed. Vereerd met deze onderscheiding liet hij dadelijk een kistje sigaren aanrukken. Als hulp bij de opvoeding werden door stemming aangewezen de Heeren Dijk stra - Klein - Stalenhoef en De Groot, respectievelijk als voorzitter, secreta ris, penningmeester en bibliothecaris. Restte nog een zeer belangrijke zaak. Wie zou les komen geven? Als candl- daten hiervoor werden genoemd de Heeren Breekveldt te Baarn en Hor vers te Soest. Bij stemming bleek op den Heer Breekveldt 20 en op den Heer Horvers 8 stemmen te zijn uit gebracht, zodat eerstgenoemde werd gekozen. Hij werd telefonisch van deze benoeming in kennis gesteld, terwijl zijn antwoord werd afgewacht. Thans kwam een zeer belangrijk punt aan de orde. Er moest een reglement worden vastgesteld. Ik zal hierover niet verder uitweiden. Ieder lid heeft zo'n leidraad gekregen, hoewel er en kele leden zijn, die schijnbaar alleen den buitenkant van dit boekje bekij ken en nimmer binnenin. De Heer Breekveldt was onder de reglement- bespreking ter vergadering gekomen en wordt met applaus ontvangen. Des gevraagd verklaarde hij gaarne het Directeurschap te aanvaarden, maar dat hij dan ook moest kunnen rekenen op volledige medewerking van Bestuur en leden. Het daverend applaus na de ze woorden mocht werkelijk de veron derstelling wettigen, dat de woorden van spreker de tolk waren van aller gedachten, en dat alle aanwezigen hun ne volle medewerking tot het opbou- wen en instandhouden van Apollo zou den verlenen. De ondervinding heeft helaas in het afgeloopen jaar geleerd, dat woorden en daden zoo verschillend kunnen zijn. Ons ledental is gestegen tot 42. Dit is heel mooi vergeleken bij zusterver enigingen ware het niet dat onder dit getal een 5-tal is die nimmer de repe tities bijwonen. De redenen worden nimmer genoemd, 't Nieuwe vereni gingsjaar ligt thans voor ons't nieuwe jaar met nieuwe en mocht 't zijn met vaste voornemens om Apollo om hoog te voeren en het te maken tot een zangvereeniging, die en in Soest en daarbuiten ten voorbeeld gesteld kan worden, wat betreft onderlinge vriendschap en vertrouwen en het doelbewust streven om onder alle om standigheden haar naam hoog te hou den". Hoe het verder ging Apollo, „de Zeusvestiging" in Soest, is vandaag ruim 57 jaar oud. Wie de notulen van de eerste jaarvergadering heeft gelezen kan niet aan de indruk ontkomen dat de „mannen-broeders" uit die tijd op hun manier de verenigings zaken met voortvarendheid aanpak ten. Dat was zo, en het is gebleven. Tussen toen en nu ligt een bewogen verenigingsgeschiedenis. Nauwelijks was Apollo opgericht of men moest op zoek gaan naar een nieuw repetitie-lokaal. Aanleiding tot de verhuizing van DE GOUDEN PLOEG naar het gebouw RELIGIE en KUNST was het steeds luider wor dende protest van echtgenotes die een café als repetitie-lokaal niet zagen zit ten. Wat repetitieruimte betreft is bij Apol lo de verhuiswagen nogal eens voorge- weest. RELIGIE en KUNST moest noodgewdwongen worden geruild voor het repetitielokaal van P.V.O. en ook daar is men tenslotte uitgetrokken om neer te strijken in een van de lokalen van de Wlllem-Alexanderschool. Evenals bij vele andere verenigingen hebben de oorlogsjaren de ontwikke ling van Apollo in de weg gestaan. Tot mei 1940 had dit mannenkoor in Soest en omgeving een voortreffelijke naam en was het deelnemen aan con coursen, met diner na afloop a 1,75 p.p., een jaarlijks terugkerend hoogte punt. De oorlog deed het aantal leden dalen tot 12. Dit gezelschap moest met een contributie van één kwartje in de week de zaalhuur en het honorarium van de dirigent betalen. De twaalf mannen die overbleven zochten en vonden in de oorlogsjaren aansluiting bij het Baarns mannenkoor. Na de oorlog ging Apollo weer op ei gen kracht verder en kende een grote populariteit. Tot de vijftiger jaren tel de het koor een bezetting van meer dan zestig leden. Het „wonder" tele visie veranderde Apollo van majeur in mineur. Het is aan de vasthoudend heid van het toenmalige bestuur o.l.v. voorzitter (opnieuw een Soester coif feur) Van Rouwendaal te danken dat de mannenzangvereniging in leven Het mannenkoor „Apollo" in de jaren 30 met in hun midden burgemeester Deketh. bleef. Met veel sukses in artistiek opzicht werden na-oorlogse jubilea ge vierd. Zieken en bejaardenhuizen, kun nen altijd op de medewerking van Apollo rekenen. Muzikale klanken wor den met sukses verdeeld over gevan genissen en concoursen. Ongezegde dankbaarheid bij gedeti neerden, vele schitterende prijzen bij de wedstrijden. Soester burgemeesters werden beschermheer c.q. bescherm vrouwe, artiesten van naam zoals The Shepherds, Piet van Egmond, Gebr. Brouwer, Ger Muts, Caroline Kaart en Karin Ostar lieten zich tijdens uit voeringen zien en horen. Apollo, Soester zangvereniging, uitko mende in de „le divisie" van het Koninklijk Nederlands Zangersver bond leeft in vele opzichten naar het 60-jarig jubileum toe. Een mannen koor dat in zijn bestaan een oorlog weet te overwinnen, concurrent tele visie tenslotte toch de baas blijft, moet over eigenschappen beschikken waar van kapper Wiersma en de zijnen slechts hebben kunnen dromen. Over die eigenschappen en andere as pecten spraken wij met Apollo-secre- taris B. Hennephof, in het dagelijks leven kapt, bij de Luchtmachtstaf te Zeist. Geen baas die in zijn kinder jaren „goud" in de keel had. Zijn rap portcijfer 4 voor het onderdeel zingen wijst op het waarschijnlijke tegendeel. Geen liefhebber van zware muzikale kost, wel echter duidelijke voorkeur voor lichte muziek. „Emigreerde" in '63 van Harderwijk naar Soest, leunt tegen pensionering aan en koos als hobby en ontspanning zang Apollo. Dat Apollo zijn stem kreeg is min of meer te danken aan zijn echtgenote en kinderen, die na afloop van een Apolloconcert niets liever zagen dan dat Pa lid zou worden van de Soester „zangbrigade". „En zo is het geko men" concludeert Bé Hennephof tevre den. „Tot op de dag van vandaag heb ik er geen spijt van gehad. Vooral sinds ik secretaris ben is Apollo een stukje van mijn leven geworden". Al is zijn belangstelling voor muziek en zang in het bijzonder, dan niet door een natuurlijk talent te verklaren, de na tuur zelf zou er iets mee te maken kunnen hebben. Bé Hennephof's grootste passie is vogels in de natuur. Hij is lid van het Soester I.V.N. en de vogelwerkgroep 't Gooi. Voeg daar bij zijn lidmaatschap van de postzegel vereniging Eemland en ook de niet zin gende postduif is thuisgebracht. Vogels zingen, vogels vliegen. Ex-pi loot Bé Hennephof had 't slechter met zijn hobby's kunnen treffen. Hij ver telt er met warmte over. „Toen ik bij Apollo kwam trof ik een koor aan dat bestond uit bijna zestig leden, re peterend in een ellendig zaaltje, het oude repetitie-gebouw van P.V.O. On danks dat was er toch een gezellige sfeer. Niet repeteren onder een knoet, maar vooral gezelligheid. Dat is te danken aan van de Schepop. Hij is lang zamerhand bij ons al 25 jaar dirigent. Zijn directie is een aantal jaren onder broken geweest. In die tijd werd hij ver vangen door die uitmuntende pianist Ger Muts". Sfeer van gezelligheid. Wat is Apollo in feite. Een gezelligheidsvereniging of een zangvereniging? Bé Hennephof: het heeft zowel met het een als met het ander te maken. Op de gezelligheid valt mis schien wel de nadruk. Dat merk je vooral in de koffie-pauze tijdens de repetities. Echt een koffie-pauze, want een slokkie is er niet bij. Heel vroe ger, in DE GOUDEN PLOEG is het misschien wel eens uit de hand gelo pen, maar dat kennen wij niet meer. Apollo is een koor van echte Soesters, al is er tegenwoordig wat import bij, waartoe ik ook behoor. Wat de import betreft moet ik ook vermelden, dat wij ook een aantal leden hebben die uit Baarn afkomstig zijn". Voor de hand ligt dan de vraag wat zangers uit Baarn in Soest vinden waarvoor ze in hun woonplaats niet terecht kunnen. Bé Hennephof: „Het zal te maken hebben met het soort repertoire. Daar in bestaan verschillen tussen Baarn en Soest. Bovendien de sfeer. Wanneer wij een dirigent zouden hebben die bij zonder streng zou optreden, dan zou den wij er niet meer zijn. Natuurlijk wordt er tijdens het repeteren van par tijen gekletst. Heb je nu een dirigent die zoiets niet pikt dan loop je het risico dat de animo van de koorleden verdwijnt. Lid van Apollo zijn betekent meer dan uitsluitend zingen. Het is wekelijks ontmoeten van vrienden, met elkaar praten en natuurlijk zin gen. Uniek is verder dat Apollo wat het karakter van de samenstelling be treft, gebleven is zoals het vroeger was. Iedereen, ongeacht zijn maat schappelijke positie of geloofsover tuiging Is bij ons welkom. Daarmee voorkom je dan tevens dat je een bepaald stempel krijgt opgedrukt. Daardoor hebben wij ook de mogelijk heid zo'n uitgebreid repertoire te brengen. Donderdag j.1. stond ons concert in het teken van Wenen en de musical. Wat de uitvoeringen betreft is het bij ons echt elck wat wils. De Soester Courant „oude stijl" ken de vele jaren een wekelijkse bijdrage van Knelis. Een veel gelezen rubriek waarin de schrijver zijn visie in on vervalst dialect op het leven - wonen en werken in Soest gaf. Dat deed hij enkele jaren geleden ook over het Soes ter mannenkoor en zijn dirigent. Het leek ons best aardig daar nog eens kennis van te nemen. Ajje ut ming vraogt dan mok zeige dak bar genote heb van ut konsert dat Apollo gistere hep egeve. Viefenveertig jaore laang zinge ze al in Soest en ver daorbuute as dat nodig is. Noeng week wel da we deur de tilleviesle en de radloo bar verwend blnne mit een heule kwak soorte van amusement, maor ik ken ming heul goed veurstelle dattut zelluf doen veul meer voldoening geeft. Ajje veur de kiekkast gaot zitte en je draoit ut knoppie om, dan kejje ok nog heul vaok kieze, al is de keus nie groot. Zinge en teneel, vanouds twee kunst- uutinge en veur ming maokt ut niks uut of da noeng mit un grote of mit un kliene k wordt eschreve, die ok heul goed deur ameteurs kenne worde ge- brocht. Toeng viefenveertig jaore eleje in un kaapperswinkel de oprichters bie me- kaor waore, om, terwijl ze ongder ut mes zate, un zangklup op te richte, hadde zie nie kenne denke dat die ver eniging in 1967 nog springlevend zou weeze. Noeng het die vereniging net as alle aandere verenigingen maogere en vet te jaore ekend. Der was zellufs een tied datter maor twaolf leeje waore. Daor teugenover staot un bloeitied waorin der meer as hongderd aktieve leeje waore. Noeng mot ming van ut haart da we bar weinig hore van die zangvureni- ging. Bie heul speciaole elegeheje as karsemus dan ken ut nog wellus beure da ze naor buute uuttreeje. Maor veer- der hore we bar wlenig. Ik begriep heul goed dat zo'n optreeje veul cente kost. Maor in deuze tied van sneller, vlugger en opschiete is zo'n kesert un ruspunt bie uutstek. De vurenigingsbestuurders van teu- geswoordug zeige zo gauw dajje in deuze tied zo bar wienig ken organi- zeere, omda toch niemand komp kieke of luustere. De minse zitte allegaor an de kiek kast gekluusterd. Maor as zie un goed pregrammao in mekaor zette, zogezeit veur elck wa wils, dan komme de minse wel. Me- schien bie ut eerste optreeje geen vol le zaol, maor bie de vollegende keere is de zaol tot de leste plaots bezet schat ik. En dan kenne zie durop rekene da de neije leeje vanzellef komme. Terwijl ok de donneteurs bie bossies binne strome. En da is meraokels belaangriek, waant die minse bringe geld in ut laatje. En as de penningmeester wat meer cente het, dan komme dur vaast en zeker ok wel meer uutvoeringe. Der is ok nog een ofdeling voor de jongeluu waor zullie best nog een bietje verstarking kenne gebruuke. Je hoef ok nie meteen as een liester te kenne zinge, waant de diregent, me neer Schepop, gooit er gewoon een scheppie op en maokt van een schor re kikker binne korte tied un naach- tegaol. Ik hep vreuger ok wellus eprebeerd om lid te worre, maor as ze ming zage zeje ze dak over un paor jaor maor is terug mos komme as de baord uut ming keel was. Maor da was klaore dwarsbomen van de luu, waant ze had- de veur ming alleenig maor un baad an hoeve te schaffee waant vollegens ming Kneliao zongk in baad as Ceruso. Ik het ut zellefs epresteerd om un glaas kepot te zinge, maor da stoote ik mit ming elleboog van taofel. En noeng hoef ik nie meer te gaon, ming stem liek noeng nie meer op un schorre kikker, maor meer op un ge- barste klok. Maor je ken ming geleuve of nie, as ut nog maor effe zou gaon om nog een paor toontjes mee te zinge dan deejk ut. Terwijl ik de leste jaore un paor toon tjes laoger bin gaon zinge, en mit Kne liao naast ming, altied de tweede stem mot zinge. Ten aanzien van de keuze van het repertoire leggen wij ons zelf bewust twee beperkingen op. Zware klassieke koorzang oefent op ons geen aantrek kingskracht uit, het moderne koorre pertoire evenmin. Wat het laatste be treft zijn wij in artistiek opzicht geen „voorhoede-zangers". Zingen moet een plezierige bezigheid blijven. Dat plezier kunnen wij in het super moder ne repertoire niet ontdekken. Door de ze beperkingen die wij ons hebben opgelegd trekken wij een groot ge middeld publiek. Mensen voor wie een uitvoering een stuk recreatie moet zijn. Ons repertoire is populair, wordt herkend en is juist daarom toegan kelijk voor iedereen. Het is heel aar dig om in muzikaal opzicht te expe rimenteren, maar dan heb je wel de zekerheid dat je je aanhang verliest en na verloop van tijd voor een prac- tisch lege zaal of kerk staat te zingen. Of dat ook de muzikale intentie van onze dirigent Gerard van de Schepop is kan ik niet beoordelen. Hij weet en kent in ieder geval onze smaak en opvatting en daarmee is kennelijk voor hem te werken". Het is duidelijk dat Apollo mikt op behoudend en commercieel repertoire. Het heeft niet alleen met klantenbin ding te maken. De gemiddelde leeftijd van de koorleden ligt net iets boven de 50 jaar, met als absolute oudst aanwezigen de gebroeders Joop en Jan de Bruin, die sinds de oprichting in 1922, reeds 57 jaar lid zijn en tot de vergevorderde zeventigers mogen worden gerekend. Hun trouw en die van de overige leden aan het onver- slijtbare mannenkoor Apollo krijgt ie dere donderdagavond gestalte wan neer er in de Willem-Alexanderschool tussen 20.00 en 22.00 uur wordt gere peteerd. Nog niet beantwoord is de vraag hoe een koor met een pure amateursta- tus er in slaagt in financieel opzicht orde op zaken te houden. Bé Hennephof: „Wij hebben een grote klantenkring. Een trouwe aanhang die ons niet in de steek laat. Neem een uitvoering zoals donderdag j.1. Voordat er één kaart is verkocht kijk je al aan tegen een begroting van rond vijf mille. Honoraria van solisten en orkest, huur kerk, drukken van pro gramma's, bloemen en zo kan ik wel even doorgaan. Iedere keer opnieuw verbaas ik mij er over dat wij niet in de rode cijfers komen. Dat gebeurt niet omdat wij zo'n fantastische aan hang hebben". Fantastisch, zo niet hoogst merkwaar dig, is ook het feit dat Apollo zich zel den in het ontmoetingscentrum DE BORG zal laten horen. Bé van Hennephof: „Dat is wat ons betreft geen onwil. DE BORG is voor Apollo totaal ongeschikt. Milly van Stiphout had gelijk toen ze pleitte voor een grote zaal met meer toeschouwers- capaciteit. Die kwam er jammer ge noeg niet. DE BORG biedt mogelijkheden voor verenigingen die op een gering aantal bezoekers mikken. Misschien geven wij er wel eens een uitvoering voor donateurs, de fijnproevers. Voor uit voeringen die ons voor ogen staan, en dan verwijs ik weer naar de be langstelling van donderdag j.1., moeten wij een ruimte hebben die te exploi teren is". Apollo, een gezelschap vriendelijke mensen, vogels van diverse pluimage, toch de moeite waard om er eens, zon der welke verplichting dan ook, een oortje aan te lenen. JAN leijendekker. T.g.v. het 40-jarig bestaan in '62, geschreven door oud Apollo- dirigent H. J. v. Maurik. Als je bij een koor gaat zingenweest 'n ander niet tot plaag. D'één wil steeds de toon ophouden, En gij... drukt ze steeds omlaag. Leer de adem goed ge bruiken, Zooals dat bij het zingen moet; Stotterend wilt ge öök niet spreken, Doe 't dan meteen maar goed. Naast een zanger flink staan schreeuwen, De man... vreet zijn bloed haast op Maar ja, hij durft niets te zeggen, Dirigent noemt het een strop. Doe voortaan maar iets zachter aan, Dan kan er niets gebeuren, De eerste loodjes wegen zwaar, Daar moet je niet om treuren. Om wat zangles te gaan nemen, Lijkt mij in 't geheel geen kwaad, Zijn er twee..., dan maar beginnen, Rest die volgt wel vroeg of laat. Misschien zult ge nog eens worden" Zanger van 'n groot for maat, Volle zalen zult gij trekken En dat is toch lang niet kwaad. D'oud'ren moeten niet gaan zeggen, 't Is mijn tijd... 'k be dank ervoor, Want gij zijt juist de sti mulans, Voor de jeugd... die volgt uw spoor. Dan... zal steeds Apollo groeien In kracht en saamhorig heid: Waar U optreedt zal men hunk'ren Naar uw zang.die 't hart verblijdt.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1979 | | pagina 13