00D
KIES
Uit ..De Schorre Kikker" en
„De Getorste Gieter" werd „Apollo" geboren
s 4.75
2.00
Ü27.95
,,.™I50
"20%
1.89
1.49
2.58
1.69
0.89
1.49
1.19
1.89
1.59
Palmares
van een
dirigent
Ode aan
de leden
van Apollo
Knelis „krabbelende" visie op „APOLLO"
12
13
Soester Courant van woensdag 24 oktober 1979
13
Het Soester mannenkoor APOLLO, muzikaal pronkjuweel van
de gemeente Soest, heeft zijn bestaan te danken aan kapper
Wiersma. In zijn kapsalon aan de Torenstraat 8 heeft hij in 1922
het initiatief tot de oprichting genomen.
Simpel, maar wel zeer doeltreffend. Wie bij Wiersma voor knip
pen, scheren of bijpunten kwam, kon er op rekenen dat de mu
zikale barbier bij het afscheid nemen steevast de vraag zou stel
len: „Voelt u niets voor het oprichten van een mannenzang-
vereniging?" De mannen die op deze vraag negatief reageer
den moesten zich er mee verzoenen dat de oude Wiersma min
der dan voorheen zich voor hen uitsloofde en de voorstemmers
levenslang waren verzekerd van zijn zorg en toewijding. Kap
per Wiersma had 35 keer het ja-woord nodig om te besluiten
op 14 september 1922 DE GOUDEN PLOEG voor een oprich
tingsvergadering te huren. Wat zich tijdens die vergadering
afspeelde werd genoteerd door de eerste secretaris die Apollo
gekend heeft, de heer D. Dijkstra.
Uit het jaarverslag over 1922 citeren wij:
Het eerste jaarverslag
Op 14 september 1922 kwamen wij bij
een om meningen van enkelen in daden
om te zetten, 't Was een betrekkelijk
groot aantal heren die zich in DE
GOUDEN PLOEG verzamelde en naar
uit de gehouden besprekingen bleek,
vogels van diverse pluimage. Daar
waren er, die werkelijk ernstige plan
nen tot oprichting hadden, maar er
waren er ook, die al bereids moord
plannen koesterden: die de geboorte
van het kind trachtten te verhinderen.
Direct gaven, met uitzondering van en
kelen, de aanwezigen zich als lid op,
en de geboorte van de nieuwe vereni
ging was een feit. Soest was wederom
een mannenkoor rijker geworden.
Toen kwamen alras de bezwaren. Op
welken avond repetities houden? 't
Werd een heel kunststuk om van de vijf
avonden van de week die daarvoor in
aanmerking kwamen, er eentje te vin
den die allen, of althans het meeren-
deel der vergaderen 't beste gelegen
kwam. De Heer Stalenhoef had welwil
lend zaal en piano beschikbaar gesteld
voor de repetities. De Heer Zijdveldt,
die dien avond expres de repetitie van
zijn zangvereeniging er aan had gege
ven, met het doel om het pasgeboren
kind in de wieg alvast den nek om te
draalen, vroeg en verkreeg het woord.
De aanwezigen kregen een heel ver
haal te hooren over het gevaar van re
petities in een café of kroeg, zoals
spreker het uitdrukte. Dit kon
nooit goed gaan want er werd verte
ring gemaakt en 't zou een dronken-
mansboel worden. Jammer voor hem
dat zijn pogingen tot afmaking van de
nieuwe vereniging geen feiten zijn ge
worden en zijn profetie niet is uitge
komen. 't Pasgeboren wicht doorstond
dien aanval op zijn leven, maar wie
moest nu verder voor haar wél zorgen
en trachten 't wee langs haar te laten
gaan? Welken naam moest zij hebben?
Uit de vergadering werden namen ge
noemd als „DE SCHORRE KIKKER"
en „DE GEBARSTEN GIETER",
doch gezien den ernst van de zaak werd
besloten haar den naam te geven van
den GOD der Muziek, waaraan zij ook
was gewijd, APOLLO.
Gerard v.d. Schepop werd
in 1927 geboren te Vaas-
sen.
Studeerde kerkmuziek te
Utrecht en kende daar als
docenten o.a. Albert de
Klerk en Herman Strate-
gier.
Werd in 1948 dirigent-or
ganist te Soestdijk. Be
haalde in 1954 het staats-
diploma piano. In dat zelf
de jaar volgde zijn benoe
ming tot dirigent van
Apollo. Eind 1959 kwam
hij in het bezit van het
conservatorium-diploma
Koordirectie. Een jaar la
ter slaagde hij aan het
conservatorium voor het
onderdeel schoolmuziek.
Verdween tussen 1960 en
1965 uit Soest, en werd in
Arnhem o.a. dirigent-or
ganist bij een plaatselijke
kerk. Keerde in 1965 te
rug, werkte verder met
Apollo, en is sinds dat
jaar dirigent-organist van
de Petrus en Pauluskerk.
Naast deze aktiviteiten
heeft hij diverse andere
koren onder zijn directie
en jgeeft muziekonder-
richt op enkele scholen.
Bij stemming bleek de heer Wiersma
de meeste stemmen op zich te hebben
vereenigd, zoodat hij met de vaderlijke
zorg werd bekleed. Vereerd met deze
onderscheiding liet hij dadelijk een
kistje sigaren aanrukken.
Als hulp bij de opvoeding werden door
stemming aangewezen de Heeren Dijk
stra - Klein - Stalenhoef en De Groot,
respectievelijk als voorzitter, secreta
ris, penningmeester en bibliothecaris.
Restte nog een zeer belangrijke zaak.
Wie zou les komen geven? Als candl-
daten hiervoor werden genoemd de
Heeren Breekveldt te Baarn en Hor
vers te Soest. Bij stemming bleek op
den Heer Breekveldt 20 en op den
Heer Horvers 8 stemmen te zijn uit
gebracht, zodat eerstgenoemde werd
gekozen. Hij werd telefonisch van deze
benoeming in kennis gesteld, terwijl
zijn antwoord werd afgewacht.
Thans kwam een zeer belangrijk punt
aan de orde. Er moest een reglement
worden vastgesteld. Ik zal hierover
niet verder uitweiden. Ieder lid heeft
zo'n leidraad gekregen, hoewel er en
kele leden zijn, die schijnbaar alleen
den buitenkant van dit boekje bekij
ken en nimmer binnenin. De Heer
Breekveldt was onder de reglement-
bespreking ter vergadering gekomen
en wordt met applaus ontvangen. Des
gevraagd verklaarde hij gaarne het
Directeurschap te aanvaarden, maar
dat hij dan ook moest kunnen rekenen
op volledige medewerking van Bestuur
en leden. Het daverend applaus na de
ze woorden mocht werkelijk de veron
derstelling wettigen, dat de woorden
van spreker de tolk waren van aller
gedachten, en dat alle aanwezigen hun
ne volle medewerking tot het opbou-
wen en instandhouden van Apollo zou
den verlenen.
De ondervinding heeft helaas in het
afgeloopen jaar geleerd, dat woorden
en daden zoo verschillend kunnen zijn.
Ons ledental is gestegen tot 42. Dit
is heel mooi vergeleken bij zusterver
enigingen ware het niet dat onder dit
getal een 5-tal is die nimmer de repe
tities bijwonen. De redenen worden
nimmer genoemd, 't Nieuwe vereni
gingsjaar ligt thans voor ons't nieuwe
jaar met nieuwe en mocht 't zijn
met vaste voornemens om Apollo om
hoog te voeren en het te maken tot
een zangvereeniging, die en in Soest
en daarbuiten ten voorbeeld gesteld
kan worden, wat betreft onderlinge
vriendschap en vertrouwen en het
doelbewust streven om onder alle om
standigheden haar naam hoog te hou
den".
Hoe het verder ging
Apollo, „de Zeusvestiging" in Soest,
is vandaag ruim 57 jaar oud. Wie de
notulen van de eerste jaarvergadering
heeft gelezen kan niet aan de indruk
ontkomen dat de „mannen-broeders"
uit die tijd op hun manier de verenigings
zaken met voortvarendheid aanpak
ten. Dat was zo, en het is gebleven.
Tussen toen en nu ligt een bewogen
verenigingsgeschiedenis.
Nauwelijks was Apollo opgericht of
men moest op zoek gaan naar een
nieuw repetitie-lokaal. Aanleiding tot
de verhuizing van DE GOUDEN
PLOEG naar het gebouw RELIGIE
en KUNST was het steeds luider wor
dende protest van echtgenotes die een
café als repetitie-lokaal niet zagen zit
ten.
Wat repetitieruimte betreft is bij Apol
lo de verhuiswagen nogal eens voorge-
weest. RELIGIE en KUNST moest
noodgewdwongen worden geruild voor
het repetitielokaal van P.V.O. en ook
daar is men tenslotte uitgetrokken om
neer te strijken in een van de lokalen
van de Wlllem-Alexanderschool.
Evenals bij vele andere verenigingen
hebben de oorlogsjaren de ontwikke
ling van Apollo in de weg gestaan.
Tot mei 1940 had dit mannenkoor in
Soest en omgeving een voortreffelijke
naam en was het deelnemen aan con
coursen, met diner na afloop a 1,75
p.p., een jaarlijks terugkerend hoogte
punt.
De oorlog deed het aantal leden dalen
tot 12. Dit gezelschap moest met een
contributie van één kwartje in de week
de zaalhuur en het honorarium van de
dirigent betalen. De twaalf mannen die
overbleven zochten en vonden in de
oorlogsjaren aansluiting bij het Baarns
mannenkoor.
Na de oorlog ging Apollo weer op ei
gen kracht verder en kende een grote
populariteit. Tot de vijftiger jaren tel
de het koor een bezetting van meer
dan zestig leden. Het „wonder" tele
visie veranderde Apollo van majeur
in mineur. Het is aan de vasthoudend
heid van het toenmalige bestuur o.l.v.
voorzitter (opnieuw een Soester coif
feur) Van Rouwendaal te danken dat
de mannenzangvereniging in leven
Het mannenkoor „Apollo" in de jaren 30 met in hun midden burgemeester Deketh.
bleef. Met veel sukses in artistiek
opzicht werden na-oorlogse jubilea ge
vierd. Zieken en bejaardenhuizen, kun
nen altijd op de medewerking van
Apollo rekenen. Muzikale klanken wor
den met sukses verdeeld over gevan
genissen en concoursen.
Ongezegde dankbaarheid bij gedeti
neerden, vele schitterende prijzen bij
de wedstrijden. Soester burgemeesters
werden beschermheer c.q. bescherm
vrouwe, artiesten van naam zoals The
Shepherds, Piet van Egmond, Gebr.
Brouwer, Ger Muts, Caroline Kaart
en Karin Ostar lieten zich tijdens uit
voeringen zien en horen.
Apollo, Soester zangvereniging, uitko
mende in de „le divisie" van het
Koninklijk Nederlands Zangersver
bond leeft in vele opzichten naar het
60-jarig jubileum toe. Een mannen
koor dat in zijn bestaan een oorlog
weet te overwinnen, concurrent tele
visie tenslotte toch de baas blijft, moet
over eigenschappen beschikken waar
van kapper Wiersma en de zijnen
slechts hebben kunnen dromen.
Over die eigenschappen en andere as
pecten spraken wij met Apollo-secre-
taris B. Hennephof, in het dagelijks
leven kapt, bij de Luchtmachtstaf te
Zeist. Geen baas die in zijn kinder
jaren „goud" in de keel had. Zijn rap
portcijfer 4 voor het onderdeel zingen
wijst op het waarschijnlijke tegendeel.
Geen liefhebber van zware muzikale
kost, wel echter duidelijke voorkeur
voor lichte muziek. „Emigreerde"
in '63 van Harderwijk naar Soest, leunt
tegen pensionering aan en koos als
hobby en ontspanning zang Apollo.
Dat Apollo zijn stem kreeg is min of
meer te danken aan zijn echtgenote
en kinderen, die na afloop van een
Apolloconcert niets liever zagen dan dat
Pa lid zou worden van de Soester
„zangbrigade". „En zo is het geko
men" concludeert Bé Hennephof tevre
den.
„Tot op de dag van vandaag heb ik
er geen spijt van gehad. Vooral sinds
ik secretaris ben is Apollo een stukje
van mijn leven geworden". Al is zijn
belangstelling voor muziek en zang
in het bijzonder, dan niet door een
natuurlijk talent te verklaren, de na
tuur zelf zou er iets mee te maken
kunnen hebben. Bé Hennephof's
grootste passie is vogels in de natuur.
Hij is lid van het Soester I.V.N. en
de vogelwerkgroep 't Gooi. Voeg daar
bij zijn lidmaatschap van de postzegel
vereniging Eemland en ook de niet zin
gende postduif is thuisgebracht.
Vogels zingen, vogels vliegen. Ex-pi
loot Bé Hennephof had 't slechter met
zijn hobby's kunnen treffen. Hij ver
telt er met warmte over. „Toen ik
bij Apollo kwam trof ik een koor aan
dat bestond uit bijna zestig leden, re
peterend in een ellendig zaaltje, het
oude repetitie-gebouw van P.V.O. On
danks dat was er toch een gezellige
sfeer. Niet repeteren onder een knoet,
maar vooral gezelligheid. Dat is te
danken aan van de Schepop. Hij is lang
zamerhand bij ons al 25 jaar dirigent.
Zijn directie is een aantal jaren onder
broken geweest. In die tijd werd hij ver
vangen door die uitmuntende pianist
Ger Muts".
Sfeer van gezelligheid. Wat is Apollo
in feite. Een gezelligheidsvereniging
of een zangvereniging?
Bé Hennephof: het heeft zowel
met het een als met het ander te
maken. Op de gezelligheid valt mis
schien wel de nadruk. Dat merk je
vooral in de koffie-pauze tijdens de
repetities. Echt een koffie-pauze, want
een slokkie is er niet bij. Heel vroe
ger, in DE GOUDEN PLOEG is het
misschien wel eens uit de hand gelo
pen, maar dat kennen wij niet meer.
Apollo is een koor van echte Soesters,
al is er tegenwoordig wat import bij,
waartoe ik ook behoor. Wat de import
betreft moet ik ook vermelden, dat
wij ook een aantal leden hebben die uit
Baarn afkomstig zijn".
Voor de hand ligt dan de vraag wat
zangers uit Baarn in Soest vinden
waarvoor ze in hun woonplaats niet
terecht kunnen.
Bé Hennephof: „Het zal te maken
hebben met het soort repertoire. Daar
in bestaan verschillen tussen Baarn
en Soest. Bovendien de sfeer. Wanneer
wij een dirigent zouden hebben die bij
zonder streng zou optreden, dan zou
den wij er niet meer zijn. Natuurlijk
wordt er tijdens het repeteren van par
tijen gekletst. Heb je nu een dirigent
die zoiets niet pikt dan loop je het
risico dat de animo van de koorleden
verdwijnt. Lid van Apollo zijn betekent
meer dan uitsluitend zingen. Het is
wekelijks ontmoeten van vrienden,
met elkaar praten en natuurlijk zin
gen. Uniek is verder dat Apollo wat
het karakter van de samenstelling be
treft, gebleven is zoals het vroeger
was. Iedereen, ongeacht zijn maat
schappelijke positie of geloofsover
tuiging Is bij ons welkom. Daarmee
voorkom je dan tevens dat je een
bepaald stempel krijgt opgedrukt.
Daardoor hebben wij ook de mogelijk
heid zo'n uitgebreid repertoire te
brengen.
Donderdag j.1. stond ons concert in het
teken van Wenen en de musical. Wat
de uitvoeringen betreft is het bij ons
echt elck wat wils.
De Soester Courant „oude stijl" ken
de vele jaren een wekelijkse bijdrage
van Knelis. Een veel gelezen rubriek
waarin de schrijver zijn visie in on
vervalst dialect op het leven - wonen
en werken in Soest gaf. Dat deed hij
enkele jaren geleden ook over het Soes
ter mannenkoor en zijn dirigent. Het
leek ons best aardig daar nog eens
kennis van te nemen.
Ajje ut ming vraogt dan mok zeige
dak bar genote heb van ut konsert dat
Apollo gistere hep egeve.
Viefenveertig jaore laang zinge ze al
in Soest en ver daorbuute as dat nodig
is. Noeng week wel da we deur de
tilleviesle en de radloo bar verwend
blnne mit een heule kwak soorte van
amusement, maor ik ken ming heul
goed veurstelle dattut zelluf doen veul
meer voldoening geeft.
Ajje veur de kiekkast gaot zitte en je
draoit ut knoppie om, dan kejje ok nog
heul vaok kieze, al is de keus nie groot.
Zinge en teneel, vanouds twee kunst-
uutinge en veur ming maokt ut niks
uut of da noeng mit un grote of mit
un kliene k wordt eschreve, die ok heul
goed deur ameteurs kenne worde ge-
brocht.
Toeng viefenveertig jaore eleje in un
kaapperswinkel de oprichters bie me-
kaor waore, om, terwijl ze ongder ut
mes zate, un zangklup op te richte,
hadde zie nie kenne denke dat die ver
eniging in 1967 nog springlevend zou
weeze.
Noeng het die vereniging net as alle
aandere verenigingen maogere en vet
te jaore ekend. Der was zellufs een tied
datter maor twaolf leeje waore. Daor
teugenover staot un bloeitied waorin
der meer as hongderd aktieve leeje
waore.
Noeng mot ming van ut haart da we
bar weinig hore van die zangvureni-
ging. Bie heul speciaole elegeheje as
karsemus dan ken ut nog wellus beure
da ze naor buute uuttreeje. Maor veer-
der hore we bar wlenig.
Ik begriep heul goed dat zo'n optreeje
veul cente kost. Maor in deuze tied van
sneller, vlugger en opschiete is zo'n
kesert un ruspunt bie uutstek.
De vurenigingsbestuurders van teu-
geswoordug zeige zo gauw dajje in
deuze tied zo bar wienig ken organi-
zeere, omda toch niemand komp kieke
of luustere.
De minse zitte allegaor an de kiek
kast gekluusterd.
Maor as zie un goed pregrammao in
mekaor zette, zogezeit veur elck wa
wils, dan komme de minse wel. Me-
schien bie ut eerste optreeje geen vol
le zaol, maor bie de vollegende keere
is de zaol tot de leste plaots bezet
schat ik.
En dan kenne zie durop rekene da de
neije leeje vanzellef komme. Terwijl
ok de donneteurs bie bossies binne
strome.
En da is meraokels belaangriek, waant
die minse bringe geld in ut laatje. En
as de penningmeester wat meer cente
het, dan komme dur vaast en zeker ok
wel meer uutvoeringe.
Der is ok nog een ofdeling voor de
jongeluu waor zullie best nog een
bietje verstarking kenne gebruuke.
Je hoef ok nie meteen as een liester te
kenne zinge, waant de diregent, me
neer Schepop, gooit er gewoon een
scheppie op en maokt van een schor
re kikker binne korte tied un naach-
tegaol.
Ik hep vreuger ok wellus eprebeerd
om lid te worre, maor as ze ming zage
zeje ze dak over un paor jaor maor is
terug mos komme as de baord uut
ming keel was. Maor da was klaore
dwarsbomen van de luu, waant ze had-
de veur ming alleenig maor un baad
an hoeve te schaffee waant vollegens
ming Kneliao zongk in baad as Ceruso.
Ik het ut zellefs epresteerd om un glaas
kepot te zinge, maor da stoote ik mit
ming elleboog van taofel.
En noeng hoef ik nie meer te gaon,
ming stem liek noeng nie meer op un
schorre kikker, maor meer op un ge-
barste klok.
Maor je ken ming geleuve of nie, as
ut nog maor effe zou gaon om nog een
paor toontjes mee te zinge dan deejk
ut.
Terwijl ik de leste jaore un paor toon
tjes laoger bin gaon zinge, en mit Kne
liao naast ming, altied de tweede stem
mot zinge.
Ten aanzien van de keuze van het
repertoire leggen wij ons zelf bewust
twee beperkingen op. Zware klassieke
koorzang oefent op ons geen aantrek
kingskracht uit, het moderne koorre
pertoire evenmin. Wat het laatste be
treft zijn wij in artistiek opzicht geen
„voorhoede-zangers". Zingen moet
een plezierige bezigheid blijven. Dat
plezier kunnen wij in het super moder
ne repertoire niet ontdekken. Door de
ze beperkingen die wij ons hebben
opgelegd trekken wij een groot ge
middeld publiek. Mensen voor wie een
uitvoering een stuk recreatie moet
zijn. Ons repertoire is populair, wordt
herkend en is juist daarom toegan
kelijk voor iedereen. Het is heel aar
dig om in muzikaal opzicht te expe
rimenteren, maar dan heb je wel de
zekerheid dat je je aanhang verliest
en na verloop van tijd voor een prac-
tisch lege zaal of kerk staat te zingen.
Of dat ook de muzikale intentie van
onze dirigent Gerard van de Schepop is
kan ik niet beoordelen. Hij weet en kent
in ieder geval onze smaak en opvatting
en daarmee is kennelijk voor hem te
werken".
Het is duidelijk dat Apollo mikt op
behoudend en commercieel repertoire.
Het heeft niet alleen met klantenbin
ding te maken. De gemiddelde leeftijd
van de koorleden ligt net iets boven
de 50 jaar, met als absolute oudst
aanwezigen de gebroeders Joop en Jan
de Bruin, die sinds de oprichting in
1922, reeds 57 jaar lid zijn en tot de
vergevorderde zeventigers mogen
worden gerekend. Hun trouw en die
van de overige leden aan het onver-
slijtbare mannenkoor Apollo krijgt ie
dere donderdagavond gestalte wan
neer er in de Willem-Alexanderschool
tussen 20.00 en 22.00 uur wordt gere
peteerd.
Nog niet beantwoord is de vraag hoe
een koor met een pure amateursta-
tus er in slaagt in financieel opzicht
orde op zaken te houden.
Bé Hennephof: „Wij hebben een grote
klantenkring. Een trouwe aanhang die
ons niet in de steek laat. Neem een
uitvoering zoals donderdag j.1. Voordat
er één kaart is verkocht kijk je al
aan tegen een begroting van rond
vijf mille. Honoraria van solisten en
orkest, huur kerk, drukken van pro
gramma's, bloemen en zo kan ik wel
even doorgaan. Iedere keer opnieuw
verbaas ik mij er over dat wij niet
in de rode cijfers komen. Dat gebeurt
niet omdat wij zo'n fantastische aan
hang hebben".
Fantastisch, zo niet hoogst merkwaar
dig, is ook het feit dat Apollo zich zel
den in het ontmoetingscentrum DE
BORG zal laten horen.
Bé van Hennephof: „Dat is wat ons
betreft geen onwil. DE BORG is voor
Apollo totaal ongeschikt. Milly van
Stiphout had gelijk toen ze pleitte voor
een grote zaal met meer toeschouwers-
capaciteit. Die kwam er jammer ge
noeg niet.
DE BORG biedt mogelijkheden voor
verenigingen die op een gering aantal
bezoekers mikken. Misschien geven
wij er wel eens een uitvoering voor
donateurs, de fijnproevers. Voor uit
voeringen die ons voor ogen staan,
en dan verwijs ik weer naar de be
langstelling van donderdag j.1., moeten
wij een ruimte hebben die te exploi
teren is".
Apollo, een gezelschap vriendelijke
mensen, vogels van diverse pluimage,
toch de moeite waard om er eens, zon
der welke verplichting dan ook, een
oortje aan te lenen.
JAN leijendekker.
T.g.v. het 40-jarig bestaan in
'62, geschreven door oud Apollo-
dirigent H. J. v. Maurik.
Als je bij een koor gaat
zingenweest 'n ander
niet tot plaag.
D'één wil steeds de toon
ophouden,
En gij... drukt ze steeds
omlaag.
Leer de adem goed ge
bruiken,
Zooals dat bij het zingen
moet;
Stotterend wilt ge öök niet
spreken,
Doe 't dan meteen maar
goed.
Naast een zanger flink
staan schreeuwen,
De man... vreet zijn bloed
haast op
Maar ja, hij durft niets te
zeggen,
Dirigent noemt het een
strop.
Doe voortaan maar iets
zachter aan,
Dan kan er niets gebeuren,
De eerste loodjes wegen
zwaar,
Daar moet je niet om
treuren.
Om wat zangles te gaan
nemen,
Lijkt mij in 't geheel geen
kwaad,
Zijn er twee..., dan maar
beginnen,
Rest die volgt wel vroeg
of laat.
Misschien zult ge nog
eens worden"
Zanger van 'n groot for
maat,
Volle zalen zult gij trekken
En dat is toch lang niet
kwaad.
D'oud'ren moeten niet
gaan zeggen,
't Is mijn tijd... 'k be
dank ervoor,
Want gij zijt juist de sti
mulans,
Voor de jeugd... die volgt
uw spoor.
Dan... zal steeds Apollo
groeien
In kracht en saamhorig
heid:
Waar U optreedt zal men
hunk'ren
Naar uw zang.die 't hart
verblijdt.