donker naar licht
negatief naar positief
CHEMCO-alleriei
The
POWERS
big tli ree
van
van
In alle toonaarden wordt het ons dagelijks toegezon
gen. Het gaat niet zo best met de Nederlandse indus
trie. De concurrentiepositie is slecht en daarom ver
slapt onze greep op de markt. Kijken naar de wereld
handel is in één oogopslag constateren dat ons aandeel
daarin steeds kleiner wordt. Buitenlandse produkten
tegen aantrekkelijke prijzen overstromen de binnen
landse markt. Slechts één conclusie rest: we prijzen
ons de markt uit. Zeer dicht bij huis, bij de fotogra
fische industrie CHEMCO, wordt een heel ander geluid
beluisterd.
Het begin in 1919
Geslaagd huwelijk
Verstandig bedrijf
17
Soester Courant van woensdag 7 november 1979
17
De geschiedenis van de foto
grafische industrie is wat Soest
betreft in 1919 begonnen. Zestig
jaar geleden startte aan de De
Beaufortlaan de N.V. Photax.
Een bedrijfje dat zich bezig
hield met de vervaardiging van
lichtgevoelige glasplaten en
het aan de markt brengen van
rolfilms onder het merk AAR-
GUS. Twee jaar voor de 2e
wereldoorlog, in 1938, werden
de aktiviteiten van Photax
overgenomen door de N.F.I.,
Nederlandse Fotografische
Industrie, die als merknaam
DALCO voerde.
Tot 1970 vervaardigde DALCO
lichtgevoelige films en miljoe
nen filmrolletjes voor de op
rechte amateur. Lange tijd
heeft DALCO in zakelijk op
zicht na de oorlogsjaren stand
kunnen houden. De moeilijkhe
den kwamen toen de buiten
landse concurrentie, waar de
research tijdens de oorlogsja
ren niet had stilgestaan, de on
beschermde markt veroverde.
De DALCO-direktie probeerde
het onheil af te wenden door
aan het eind van de vijftiger
jaren over te schakelen naar
een nieuwe produktsektor.
Aanvankelijk met groot suk-
ses. In 1965 werd dank zij de
nieuwe koers de hoogste omzet
en de hoogste winst behaald.
Het bleek evenwel een niet
blijvend sukses te zijn. De con
currentie op het gebied van de
fotokopieersystemen sloeg
keihard terug en won.
Halverwege de zestiger jaren
werd duidelijk dat de Neder
landse Fotografische Industrie
de beste jaren van zijn leven
had gekend. Het waren niet
alleen de negatieve balans-
cijfers die deze conclusie recht
vaardigden. Verouderde pro
dukten en de vergrijzing van
vakbekwame mensen brachten
de onderneming op dood spoor.
De arbeidsmarkt van toen be
schikte niet over jonge specia
listen.
Men stond voor de keuze: li
quideren, of op zoek gaan naar
een kapitaalkrachtige en ge
specialiseerde partner. Ook
vandaag de dag nog erkent
men bij Chemco dat het in niet
geringe mate de verdienste
van de toenmalige Dalco-di-
rekteur dr. J. Baumal is ge
weest dat het Amerikaanse
familiebedrijf POWERS
CHEMCO het Nederlandse
aanzoek" positief beant
woordde.
In 1970 werd DALCO door de
grote Amerikaanse broers
overgenomen. Het onder
dwang van de omstandigheden
aangegane „huwelijk" had in
zakelijk opzicht een allerminst
gelukkige start. Weliswaar
was door de overname een
groot stuk werkgelegenheid be
waard gebleven, het duurde
evenwel tot 1974 voor men uit
de rode cijfers kwam. Drie
jaar na de overname, in 1973,
bedroeg het verlies in dat jaar
ruim 2% miljoen. Vanuit Ame
rika werden er in de magere
jaren vele miljoenen dollars in
gepompt teneinde het „huwe
lijk" levensvatbaarheid te ge
ven.
Aan de overzijde van de oce
aan werd dat gebaar niet ge
maakt omdat men de toenma
lige minister van Sociale Zaken
een handje wilde helpen. Fi
nanciële en technische specia
listen hadden reeds lang voor
de overname van DALCO ge
constateerd dat de toekomst
perspectieven moest bieden.
Op technisch gebied was DAL
CO vermaard om haar kennis
van emulsies en van fotobaden,
terwijl het bedrijf een opmer
kelijke marktpositie in Neder
land had. Een nieuwe markt
benadering - nieuwe produc
ties - research en kwaliteits
beheersing waren de oorzaken
van de niet geringe verliezen
in de beginjaren.
Technisch toppersoneel uit
Amerika en andere landen
werd op uitleenbasis aange
trokken om in samenwerking
met Nederlandse collega's uit
de impasse te geraken.
In 1974 raakte men uit de rode
cijfers, in 1979 blijkt de omzet
verzevenvoudigd te zijn.
CHEMCO - Soestduinen, uitge
groeid tot het Amerikaanse
hoofdkantoor in Europa, biedt
in 1979 werkgelegenheid aan
bijna 400 medewerkers en
wordt door de concurrentie ge
zien als de grootste van de klei
nere ondernemingen op de in
ternationale markt.
Absolute topman van het be
drijf is William J. Streeter (40).
In 1970 „even" overgekomen
voor een reorganisatie, van
daag president-direkteur van
een suksesvolle onderneming.
Met hem, en een van zijn vele
„rechterhanden", goederen
verkeersleider Piet Manders,
spraken wij over een organisa
tie die zichzelf naar buiten als
„verstandig bedrijf" geëta
leerd wil zien.
Praten met William J. Streeter
wil zeggen luisteren naar een
enthousiaste Amerikaan die
het in vele opzichten in Ne
derland gemaakt heeft. Trouw
de een Nederlandse vrouw, ge
niet aanzien bij zijn medewer
kers en maakt, mede door de
groei van het bedrijf een zeer
zelfverzekerde indruk. De goed
ogende, voortreffelijk in het
costuum gestoken Amerikaanse
president-direkteur staat er op
dat het gesprek in het Neder
lands wordt gehouden en heeft
geen enkele moeite met onze
vaderlandse voertaal. Is duide
lijk bezeten van zijn indruk
wekkende job, en maakt tij
dens ons vraaggesprek een be
scheiden indruk. Geen rappe
prater die op alle vragen lijkt
te zijn voorbereid. Meer een
manager die zijn woorden
zorgvuldig kiest en voortreffe
lijk formuleert.
Wij informeren naar de zin van
zijn zeer uitvoerige en kostbare
public relations-reclame in
een groot aantal regio-bladen.
William J. Streeter: „Wij zit
ten in een Amersfoort-Utrecht-
Hilversum-regio waar een
maand geleden het werkeloos
heidspercentage het laagst in
het gehele land was. Wij leve
ren een voortdurende strijd om
medewerkers aan te trekken.
Het is voor ons moeilijk om
mensen te krijgen".
Terwijl de Chemco-woordvoer-
der zijn antwoord overweegt
vult Piet Manders aan: „De
meeste mensen die wij hier
hebben, komen uit de grote
plaatsen in de omgeving. De
verbindingen zijn slecht, ook al
omdat het aantal stoptreinen
bij de halte Soestduinen lang
zamerhand tot een minimum
is beperkt. Wij zijn daar wel
over in bespreking met de Ne
derlandse Spoorwegen. Eerder
dan juni '80 verwachten wij
echter geen positieve resulta
ten". Uit de reactie van Wil
liam Streeter blijkt dat er ook
nog andere factoren een rol
spelen.
„In de eerste plaats is het onze
vaste overtuiging dat er in deze
omgeving nauwelijks werklo
zen te vinden zijn. Om twee
mensen voor langere tijd
William J. Streeter, president-directeur
aan te trekken moeten tenmin
ste vijf medewerkers worden
aangesteld. Wat de nieuwelin
gen betreft hebben wij hier een
vrij groot verloop. Dat ligt niet
aan onze arbeidsvoorwaarden.
Die kunnen de vergelijking met
ieder ander bedrijf ruim
schoots doorstaan.
Piet Manders: „Wij maken er
geen geheim van dat er na
tuurlijk wat haken en ogen aan
dit bedrijf zitten. De fabricage
van lichtgevoelig materiaal
speelt zich nu eenmaal in het
donker af. Dat schrikt mensen
nóg wel eens af. Lang niet
iedereen kan daar tegen. Aan
de andere kant is het zo dat
mensen die zich na een aantal
maanden over dit bezwaar heb
ben heen gezet hier een stuk
arbeidsvreugde vinden. Het is
in vele gevallen een kwestie
van aanpassing en instelling'
De vraag ligt dan ook voor de
hand of een extra honorering
geen oplossing zou kunnen bie
den voor het tekort aan per
soneel.
William J. Streeter: „Natuur
lijk is het honorarium afge
stemd op het karakter van het
werk. Ik durf te stellen dat wij
met onze salarissen boven het
regio-gemiddelde liggen. Ook
al wordt een tekort aan per
soneel wel eens duidelijk ge
voeld, dan nog gaan we niet
over tot werving waarin extra
betalingen in het vooruitzicht
worden gesteld. Het zou onjuist
zijn ten opzichte van de mede
werkers die bij ons in dienst
zijn, het zou de arbeidsrust
verstoren, het zou bovendien
bedrtjfs-economisch in geen
enkel opzicht verantwoord zijn.
Met meer salaris-uitzicht de
werving verbeteren zou ten
koste gaan van een momenteel
kerngezond bedrijf. Dat mag
en kan niet, daarvoor heeft ie
dereen zich in de afgelopen ja
ren teveel uitgesloofd. Wij mik
ken hier voor onze mensen
niet alleen op een goed salaris
voor iedereen, maar ook de se
cundaire arbeidsvoorwaarden
spelen een grote rol. Dat heeft
dan weer te maken met het
feit dat de mens, de werkne
mer, bij ons centraal staat".
Vervolgt Piet Manders: „Dat
laatste proberen wij geruime
tijd heel nadrukkelijk waar te
maken. Daarvoor zijn werk
groepen in het leven geroepen
die met voorstellen komen. Wij
hebben een voortreffelijk funk-
tionerende ondernemingsraad
die, in vergelijking met andere
bedrijven, bij ons heel wat te
zeggen en te bieden heeft. Zij
en wij doen er alles aan om de
mensen van hoog tot laag op
een gelijkwaardige basis met
elkaar te laten omgaan. Dat is
natuurlijk niet iets dat van de
ene dag op de ander lukt. Maar
schot zit er zeker in. Zo hebben
wij onlangs voor rekening van
Chemco voor alle medewer
kers een levensverzekering la
ten afsluiten. We kennen een
voortreffelijke pensioenverze
kering, inspraak en medezeg
genschap zijn bij ons een abso
lute realiteit. Gaat het om het
aantrekken van belangrijke
nieuwe medewerkers dan
heeft bijvoorbeeld een instituut
als de ondernemingsraad een
belangrijke stem in de te ne
men beslissing. Kijk ik nog
eens verder naar de secundai
re arbeidsvoorwaarden dan
kan worden genoteerd dat ie
dereen een zogenaamde 13e
maand kent, het bedrijf vrij
willig is aangesloten bij de be
drijfsgeneeskundige dienst, er
een progressief promotie-be-
leid wordt gevoerd, personeel-
feesten geen zeldzaamheid
zijn".
Over milieu-vriendelijk gesproken. Het koelwater van
Chemco wordt geloosd in vijvers.
Het ijzer bezinkt in de eerste vijverin de tweede
vijver zorgen planten voor zuurstof-produktie. Kon-
trole vindt plaats in de derde vijver. Kanjers van vis
sen vormen het levende bewijs dat het Chemco-wa-
ter schoon is.
De bibliotheek van Chemco bevat ongeveer 1500 boe
ken. Het merendeel van deze lectuur is gewijd aan
fotografische en foto-chemische onderwerpen, terwijl
ook over onderwerpen als milieu en veiligheid veel
wetenswaardigs te lezen is. Wie geïnteresseerd is in
de boeken uit de Chemco-bïbliotheek is van harte wel
kom. Lectuur en het bijbehorende kopje koffie zijn
gratis.
Zeventig procent van de Nederlandse dagbladbedrij
ven is klant bij Chemco. Los van de produktie in ei
gen land doet ook een groot deel van de West-Euro-
pese krantenmarkt een beroep op de medewerking
van Chemco. Onlangs waren vertegenwoordigers van
de Pravda in Soestduinen op bezoek. De krant schijnt
in dit opzicht geen Oost-West-obstakels te kennen.
Plet Manders, goederen verkeersleider
Opnieuw is het William J.
Streeter die voor aanvullende
gegevens zorgt.
„We hebben hier zeer recent
een nogal stevige brand gehad.
De solidariteit die het perso
neel toen betrachtte heeft op
mij diepe indruk gemaakt. Dan
pas merk je met wat voor soort
mensen je aan de slag bent.
Ik herinner mij een medewer
ker die, omdat hij zestig jaar
was geworden, recht had om
uit de 2-ploegendienst te stap
pen. Na de brand vroeg hij mij
in de 2-ploegendienst te mogen
blijven werken. Nu het zo lek
ker ging met het bedrijf zou
het jammer zijn wanneer wij
achterop gingen raken. Waar
zijn die karakters nog te vin
den? Zou het iets te maken
hebben met de sfeer en het
karakter van het bedrijf?
Laten we het antwoord op deze
vraag buiten beschouwing dan
resteert de zekerheid dat van
het eens kreupele Dalco in
Chemco niets is terug te vin
den. Een groots opgezette
nieuwbouwvoorziening is in het
laatste stadium van voorberei
ding. Jaarlijks zal het perso-
neelbestand tussen de 15 en 20
procent worden uitgebreid.
Een forsere aanpak zou mo
gelijk zijn. Bij Chemco huldigt
men het principe „step by
step", 't Zou best eens met
een opmerkelijk zakelijk suk
ses te maken kunnen hebben.
JAN LEIJENDEKKER.
Chemco fotografische industrie
Powers Chemco werd in 1899
opgezet door de drie broers
Powers in New York, als een
fotografische winkel die cli
chés maakte voor kranten die
daar nog geen eigen installatie
voor hadden. De fotografische
emulsie werd daarbij op glas
plaat gegoten. Een van de
broers ontwikkelde voor de op
name een automatische rol-
filmcamera die werkte met een
op papier gegoten film. De gro
te ondernemingen bleken toen
niet geïnteresseerd en dus gin
gen zij zelf deze camera in pro
duktie nemen. Voor de film
werd een Oostenrijker aange
trokken, destijds een wereld
expert op het gebied van foto
grafische emulsies. Al de ont
wikkelingen die later zo ken
merkend zijn voor de situatie in
het bedrijf blijken reeds in
het allereerste begin ook aan
wezig te zijn geweest. De kran
ten wilden vervolgens hun re-
prografische afdeling in eigen
beheer hebben en kochten een
camera met film.
Tot op heden vormen beide pro
dukten een zeer belangrijk ge
bied voor de onderneming. An
dere ondernemingen zijn later
ook met de ontwikkeling van
een dergelijke automatische
camera begonnen, maar Po
wers Chemco heeft nog steeds
de belangrijkste patenten in
handen.
Ook in 1979 wordt het bedrijf,
zowel in Amerika als Europa
geleid door de familie Powers.
Waarschijnlijk reden waarom
geen jaarverslag en omzetcij
fers bekend zijn. Deze situatie
betekent dat de huidige genera
tie Powers moet manoeuvre
ren in een smalle marge en een
voorkeur toont voor interne fi
nanciering en leningen. Het ka-
pitaalbeslag binnen de onder
neming is hoog, technische pro-
duktie-eisen verouderen snel,
kortom de ontwikkeling bijhou
den vraagt veel kapitaal.
Deze financiële politiek heeft
o.a. tot gevolg dat Chemco pu
blicitair tot nu toe weinig aan
de weg timmert. Men stelt zich
bp het standpunt dat de groei
van binnenuit moet komen.
Waar Dalco vroeger en Chem
co vandaag een sterke positie
in heeft is de vervaardiging
van direkt positief pasfotopa
pier.
De bekende strip van 4 pas
fotootjes die na enkele minu
ten uit het toestel komen.
Dit wereldbekende produkt
werd overigens in Soest ont
wikkeld. Chemco heeft in 1979
nog steeds tweederde van de
wereldmarkt voor dit produkt
in handen. De gebroeders Po
wers kunnen ook wat dat be
treft tevreden over Soest zijn.