19 gegadigden voor vacante burgemeesters-plaats
Koninklijke onderscheiding
voor ds. R. Kok
6
H
10.85
1.98
3.25
14 BS
Krijgt Soest
opnieuw een
vrouwelijke
burgemeester?
CLEMEN
TINES
HEINEKEN
BIER KRAT
SCHOUDER
KARBONADE
PINDA'S
Honsbergen
Honsbergen
Honsbergen
Honsbergen
Honsbergen
Huisdierentuin
ziektekosten
verzekering
Woensdag 12 december 1979
58e jaargang no 16
SOESTER
COURANT
Bureau voor redactie en administratie:
Van Weedestraat 29, Soest Tel. 14152*
Postgiro 126156
Hoofdredacteur:
H. E.J.SMIT
Abonnement per half jaar f 10.—
Buiten Soest per half jaar f20.—
Verschijnt iedere woensdag
De kans dat Soest in ja
nuari '80 reeds over een
nieuwe burgemeester kan
beschikken lijkt zeer ge
ring. De belangstelling
voor deze post is bijzon
der groot.
Steeds hardnekkiger wor
den de geruchten dat me
vrouw A. J. Le Coulvre-
Foest, thans eerste burge
res in de gemeente Bla-
ricum, voor deze belang
rijke post in Soest in aan
merking zou komen.
Afwachten, want nog
steeds buigt de minister
van Binnenlandse Zaken
zich over de gedane voor
dracht.
Het CDA wil een CDA-burgmeester; de WD een WD-er en D'66, de PvdA en
progressief Soest voelen alles voor een D'66 eerste burger van Soest. Zo weinig
hemelschokkend was de conclusie van de vorige week gehouden extra
raadsvergadering, waar in het bijzijn van de commissaris der Koningin in de
provincie Utrecht, mr. P. J. Verdam, het gezamenlijke algemene profiel van de
nieuw te benoemen burgemeester, per fractie nader werd uitgewerkt.
Volgens de mededeling van de commissaris zal gekozen moeten worden uit 19
sollicitanten, te weten één dame en achttien heren. Politiek gezien zijn het twaalf
WD-ers, drie CDA-ers en ook drié van D'66 en één PvdA-er. Zeven van hen zijn
Nederlands-Hervormd, vijf Rooms Katholiek, twee Remonstrant en twee
Remonstrants-Gereformeerd. Drie sollicitanten vermeldden hun religie niet.
Dertien sollicitanten zijn reeds als burgemeester in functie, drie komen uit het
bedrijfsleven, één is een oud-wethouder, één is ambtenaar en één is afkomstig
uit de organisaties.
De benoeming zal nog wel enige weken op zich laten wachten. De commissaris
heeft per 1 februari 1980 eervol ontslag gekregen en dat betekent dat zijn advies
aan de minister van binnenlandse zaken vóór deze datum is uitgegaan.
Foto Herman van Dam
De commissaris was vergezeld van
mr. P. A. Blok, hoofd van het kabinet
en mr. P. A. M. van Soest, chef de
bureau. Na een welkomstwoord door
loco-burgemeester drs. G. Plomp, zet
te mr. Verdam de benoemingsproce
dure nader uiteen. De sollicitatie ter
mijn was gesloten, al moest men dat
niet al te ernstig nemen, in die zin dat
wat na sluiting binnenkomt daar geen
rekening meer mee gehouden wordt.
Dat nemen we in de regel vrij soepel",
aldus de heer Verdam.
CDA-aanspraak
De CDA-fractie voorzitter, mevrouw J.
Greef horst-Van O verdam, lichtte daar
na de CDA-aanspraak op een partij
genoot als burgemeester toe. Naast
bestuurlijke ervaring, moest de nieuw
te benoemen burgemeester zich ook
kunnen inleven in de wensen van de
inwoners en hun mentaliteit verstaan.
,,Een bevolking, die voor het leeuwen
deel behoort tot een kerkelijke gezind
te. Dit was niet alleen van oudsher zo.
Nog steeds is dit zo, blijkens de jongste
statistische cijfers", aldus mevrouw
Greefhorst.
Zij vestigde er verder de aandacht op
dat in de vijf grootste gemeenten in de
provincie Utrecht, Soest neemt daar de
vierde plaats in, geen burgemeester
van CDA-kleur was. En ook op grond
daarvan meende de CDA-fractie dat
men in Soest aanspraak kon maken op
een CDA-burgemeester.
Liberaal
De WD-fractle ging er van uit, zo zei
fractievoorzitter de heer A. Onderde-
linden, dat de burgmeester van Soest
een liberaal „dus een WD-er" behoor
de te zijn.
De heer Onderdelinden rekende voor
Foto Herman van Dam
Ds. R. Kok neemt het Koninklijk Besluit van zijn benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau in ontvangst. Links
de burgemeester en tussen hen in mevrouw M. Kok-van der Spek
Tijdens een korte officiële plechtigheid in zijn woning aan de Nieuweweg is
ds. R. Kok onderscheiden met de Ridderorde van Oranje Nassau. De burge
meester mrJ. M. Corver-Van Haaf ten, speldde de bij deze hoge onderschei
ding behorende versierselen op.
In haar toespraak memoreerde me
vrouw Corver de vele belangrijke dien
sten die ds. Kok aan de maatschap
pij bewezen had. Geboren op 14 okto
ber 1880, was hij aanvankelijk bakker.
In 1910 werd hij toegelaten als student
tot de Theologische Hogeschool van de
Gereformeerde Gemeenten en vijf jaar
later, op 5 september, werd hij beves
tigd als predikant te Aagtekerke.
Daar bleef hij tien jaar. In 1925 nam
hij een op hem uitgebracht beroep in
Gouda aan, welke standplaats hij in
1930 verwisselde voor Veenendaal.
In deze Veenendaalse periode werd ds.
Kok betrokken in een landelijk bekend
geworden conflict over de leer van het
aanbod van Gods vrije genade in de
Gereformeerde Gemeenten. Dat leidde
er tenslotte toe dat de synode van de
Gereformeerde Gemeenten van 1951
besloot ds. Kok te schorsen.
In 1956 wendde hij zich met zijn kerke-
raad tot de Christelijk Gereformeerde
Kerken in Nederland met het verzoek
om in dit kerkverband te worden op
genomen.
Daaraan werd voldaan en vanaf 9 okto
ber 1956 was hij Christelijk Gerefor
meerd predikant.
In oktober 1958 nam hij afscheid van
Veenendaal en werd predikant te Ede.
Daarna volgden de standplaatsen Al
phen a/d Rijn en Ameide en sedert
18 juli 1968 is hij predikant te Nij-
kerk.
Zowel in Aagtekerke als in Veenen
daal stichtte ds. Kok een school en was
hij voorzitter van de schoolvereniging.
Bovendien was hij mede-oprichter en
vele Jaren secretaris van de Staat
kundig Gereformeerde Partij.
Tijdens de eerste Wereldoorlog zette
hij zich in voor de opvang van Bel
gische vluchtelingen en gedurende de
Tweede Wereldoorlog was hij werk
zaam in het verzet.
In het kerkgebouw waren goederen
verborgen om ze uit handen van de
Duitsers te houden, terwijl onder de
vloer varkens werden gemest om de
rantsoenen aan te vullen. Hij werkte
met zijn vrouw daadwerkelijk mee aan
de opvang van Engelse vliegers en op
Dolle Dinsdag voorkwam hij bloedver
gieten door wilde stakers weer aan
het werk te zetten. Bijzonder dankbaar
is Veenendaal hem nog steeds voor
zijn leiding tijdens de evacuatie in de
meidagen van 1940.
Meerdere malen was hij ook afgevaar
digde naar de Generale Synode van de
Gereformeerde Gemeenten en gerui
me tijd gaf hij les aan de Theolo
gische Hogeschool van deze kerken.
Daarnaast publiceerde hij regelmatig
en hij maakt ook nog steeds deel uit
van de redaktie van het blad „Bewaar
het Pand".
Vandaag, woensdag 12 december, gaat
hij met emeritaat.
17 september vierde hij zijn zestig
jarige bruiloft. Uit het huwelijk wer
den acht kinderen geboren.
De college-tafel tijdens de beraadslagingen over het profiel van de nieuwe burgemeester. Derde van links commissaris mr.
P. J. Verdam; rechts naast hem loco-burgemeester drs. G. Plomp.
dat de niet-confessionele fracties
(WD, PvdA, D'66 en PS) samen 17
zetels bezetten en dat de VVD daar met
zeven zetels verreweg de grootste van is
Ook landelijk gezien kwam zijn partij
burgemeesters tekort.
Voor de fractie was het uiteraard ook
belangrijk dat er een burgemeester
benoemd „die over goede contactuele
eigenschappen beschikt, die sym
pathiek overkomt, geen harde, althans
geen al te harde onderhandelaar is en
veerkracht kan opbrengen zonder ten
slotte beslissingen uit de weg te gaan.
Iemand met talent voor modern bestu
ren, dus met de speciale gave om met
meedenken en inspreken van de bur
gers enerzijds en de besluitvorming
met inachtneming van het algemeen
belang anderzijds met elkaar in har
monie te brengen", aldus de heer
Onderdelinden.
Hij vond dat Soest „over een bepaald
dood punt" heen geholpen moest wor
den; er moesten nieuwe visies ontwik
keld worden, wilde men in Soest niet
verzeilen in een reeks ad-hoc besluiten,
die als los zand aan elkaar hingen en
structureel niets betekenden. De bur
gemeester kon een aanzet geven tot
nieuwe creativiteit, tot opheffing van
de impasse, waarin de raad verzeild
was geraakt.
Hij merkte verder op van de CDA-
raadsfractie verwacht te hebben dat
zij zelf besefte in den lande „zwaar, te
zwaar" in burgemeesters functies te
zitten. Zo kwam hij tenslotte tot zijn
boven aangehaald rekensommetje.
Gekozen burgemeester
De PvdA-er Goote liet, evenals later de
heer Jonker van D'66, blijken meer te
voelen voor de gekozen burgemeester.
Goote had verder zo zijn twijfels over
de „zin van het gebeuren van deze
avond". Er was immers nauwelijks
sprake van echte inspraak en het
woord inspraak was naar zijn mening
dan ook niet van toepassing.
De raad kwam slechts aan bod bij het
schetsen van het profiel en in alle
andere benoemingsfases niet meer.
Goote wilde weten in hoeverre met het
door de raad opgestelde profiel reke
ning gehouden werd.
Beter ware het geweest als men een
vertrouwenscommissie uit de raad had
ingesteld, waar sollicitanten om infor
matie hadden kunnen vragen. In ande
re provincies (groningen en Gelder
land) was dat mogelijk. De PvdA-frac-
tie gaf verder de voorkeur aan een
vrouwelijke burgemeester („positieve
discriminatie") bij gebleken gelijke
geschiktheid.
Goote stelde tenslotte, geheel in te
stemmen met de benoeming van een
D'66 burgemeester, ook al had men
eigenlijk het liefst een PvdA-man.
Paniekbestendig
Ook Progressief Soest gaf de voorkeur
aan een vrouwelijke burgemeester,
maar zij moest dan wel evenwichtig en
paniekbestendig zijn.
„De nieuwe burgemeester behoort een
signaalfunctie te hebben. Iemand die
moet kunnen luisteren naar de basis en
een voorstander is van de participatie
democratie. De burgemeester behoort
een antenne te hebben voor de gerecht
vaardigde verlangens van de Soester
bevolking en moet teamgeest kunnen
bevorderen en vooral boven de par
tijen staan", aldus de heer Visser.
Openbaarheid en openheid moesten op
zijn lijf geschreven staan en verdraag
zaamheid moest het kenmerk zijn van
een „vredesgerichte" eerste burger
van Soest.
Naar zijn mening paste een CDA-bur
gemeester niet in de profielschets. Ze
waren bovendien al over vertegen
woordigd „in deze geseculariseerde
maatschappij". Visser had niets tegen
gemoderniseerde CDA-ers, maar ze
mochten vooralsnog niet geplaatst
worden. Visser steunde tenslotte de
D'66-kandidatuur.
Onderbedeeld
De heer H. Jonker vanD'68benadrukte
de onderbedeling van zijn partij bij de
burgemeestersfunties. Ook hij had lie
ver een gekozen burgemeester en hij
betreurde het dat het D'66 initiatief om
voor deze sollicitatie te werken met
een vertrouwenscommissie niet was
overgenomen.
Van belang achtte hij de goede samen
werking van de nieuw te benoemen
burgemeester met de bevolking. „Wij
willen geen schaap met vijf of meer
poten. Die goede relatie met de bevol
king leggen en onderhouden, dat is een
uiterst belangrijk punt. Iedereen wil
dat, maar wij menen dat uit onze kring
de mensen komen die dat ook inder
daad waar kunnen maken; die mentaal
openstaan voor inspraak en niet alleen
omdat het tegenwoordig niet anders
kan".
Een voordeel vond Jonker het als de
nieuwe man goed de weg wist in
bestuurlijk Den Haag. Een godsdiens
tige overtuiging was vanuit de D'66-
gezichtshoek niet noodzakelijk.
De heer Jonker besloot met een uiteen
zetting te geven van de landelijke
onderbedeling van zijn partij en kwam
er zo toe Soest voor D'66 op te eisen.
Dankbaar was hij daarbij voor de
steun van de PvdA en Progressief
Soest.
19 Sollicitanten
In zijn antwoord zei de commissaris
dat hij voor deze vacature negentien
sollicitantiebrieven had ontvangen.
Hield hij rekening met de wens van de
raad de leeftijd te beperken van onge
veer 35 tot 50 jaar, dan bleven er van de
19 nog 9 over. Werd aan de eis „be
stuurlijke ervaring" voldaan, dan
bleef het aantal beperkt tot 5 en moest
die bestuurlijke ervaring bovendien
opgedaan zijn in een gemeente (inclu
sief de leeftijdseis) dan waren er nog
maar vier kandidaten over.
Met het oog daarop dachtde heer
Verdam dat een burgemeester van 32
jaar voor Soest wel eens „echt verfris
send" werken.
Van doorslaggevend belang bij een
sollicitatie kon ook zijn de aanwezig
heid van een ambtswoning. Om een
woning in deze provincie te kopen was
dikwijls een fors bedrag nodig. Niet
ieder beschikte daarover en dat zou de
keus weieens kunnen beperken.
Al met al was het voor hem moeilijk
voor de volle honderd procent met het
door de raad opgestelde profiel reke
ning te houden.
In de provincie Utrecht waren 42
burgemeesters in functie en in de vijf
grootste gemeenten was er geen CDA-
er. Daar stond tegenover dat van de
overblijvende 37 gemeenten, er 30 wel
een CDA-er als burgemeester hadden.
Begrijpelijk vond hij dat overigens
wel, gezien het feit dat het CDA
doorgaans de grootste fracties had.
Voor D'66 was het als jonge partij
altijd moeilijker om burgemeesters
met ervaring te leveren.
Politiek vond de commissaris een heel
belangrijk punt evenals de religieuze
gezindheid. „Ik vind politiek niet het
alles beheersende, maar er zijn facto
ren die dat sterk beïnvloeden. Wan
neer er iemand benoemd zou worden
die niet de politieke richting had die
men hoopte, dan is daarmee de waarde
loosheid van de profielschets weer ge
bleken", aldus relativeerde de heer
Verdam.
heel sterke mate. Het politiek aspect is
natuurlijk belangrijk, maar het is lang
niet zo belangrijk als men het in de hitte
van de strijd om de functie vaak stelt".
Hij wees er verder op dat ook de WD,
met de burgemeester van de stad
Utrecht in de provincie goed aan haar
trekken kwam en besloot met de op
merking dat hij graag wilde onder
strepen dat er nodig weer eens een
D'66-burgemeester in Utrecht moest
komen. „Of dat uitgerekend Soest
moet zijn is nog een tweede punt",
aldus de heer Verdam.
Uit nood geboren
Een aardige woordwisseling ontstond
er daarna nog tussen mevrouw Greef
horst (CDA) en de heer Visser (PS)
Mevrouw Greefhorst vond dat het CDA
een doelbewuste samenwerking was
(van KVP, AR, en CHU) in tegenstel
ling tot het uit nood samengaan van de
drie fracties in de Soester gemeente
raad (PvdA, D'66 en PS).
Visser daarentegen vond dat het CDA
(landelijkuit nood geboren was en dat
de drie zich progressief noemde fractie
in Soest, doelbewust samenwerkten om
de juiste burgemeester te krijgen.
De heer Onderdelinden (VVD) mengde
zich in deze discussie door op te
merken dat de VVD in Soest de
grootste éénpartij fractie had, gezien
het feit dat zowel het CDA als de
.progressieven uit drie partijen beston
den.
Het laatste woord in deze discussie had
de commissaris met zijn opmerking:
In 1967 was er sprake van een progres
sieve concentratie. Daar zouden drie of
vier partijen samenkomen èn er was
sprake van een CDA dat tot stand zou
komen. Ik ben één van de groep van
achttien geweest, die de eerste aanzet
gegeven heeft tot het CDA en dat is
tenslotte uit nood geboren. De progres
sieve concentratie is zonder nood ten
slotte niet geboren.
ALLEEN DONDERDAG
DEZE WEEK
ALLEEN DONDERDAG
ALLEEN DONDERDAG
Afhaalprijs
Zie onze advertentie
Zie onze advertentie
GEKARD PAUL
Ons eerste huisdier was een
konijn.
Robbie, zo heette het stomme
dier, had een nachthok en een
ren in de tuin. Na jaren van
graven en knagen heeft hij
het gaas, dat stevig in de grond
verankerd was, kapot gekregen
en verkoos hij de vrijheid.
Hij is niet ver gekomen, want
een paar huizen verder hadden
ze een hele grote hond.
In één van de konijneholen
had zich de kavia verschanst,
die hem een poosje gezelschap
hield, maar een hekel aan kou
had. Een lollig beestje met een
witte plek vanachteren, waar
door het leek alsof hij altijd in
zijn onderbroek wegdraafde
omdat hij zich geneerde. Het
hol stortte in en de kavia was
weg. Met een schop heb ik toen
de ren omgespit, waarbij het
risico griezelig groot was dat
ik hem doormidden zou klie
ven. Hij had geluk; het kostte
alleen maar een stukje van zijn
oor...
De witte muizen hebben we
nooit namen gegeven. Daar
waren we niet vlug genoeg
voor. Zo'n ontwikkeling was
natuurlijk wel te voorzien en
daarom hadden we de jongens
ook opdracht gegeven er voor
te zorgen dat de twee muizen
hetzelfde piemeltje zouden
hebben. Daar hebben ze zich
ook wel aan gehouden, maar
één van de beide dames was
al hoogzwanger.
Het waren barre tijden voor
Eucalypta, de poes. Trillend
over al haar leden zat ze avond
aan avond in gebedshouding te
wachten tot St. Juttemis; de
muizen keken wel uit. Toch
heb ik ze wel eens triomfante
lijk met zo'n piepbeest dwars
in haar bek, de kamer uit zien
stappen.
Juist in die tijd had ze zelf
ook een nest met jongen, die
nog niet wisten dat Jantje, de
edélzanger, ook in het bezit van
een geldige verblijfsvergun
ning was, waardoor het zo ge
compliceerd werd dat de bij
ons logerende oma zich oud
begon te voelen.
Toen Kareltje, de parkiet, in de
duinen was gevangen en de ge
lederen in de huisdierentuin
kwam versterken, heeft het
even geduurd voordat Euca
lypta daar af kon blijven. Het
is ook niet eenvoudig om alles
uit elkaar te houden. Ze lachen
als je in de tuin wespen pro
beert te vangen, maar o wee
als je aan de vissen of aan de
vogeltjes komt. Zelfs een vlieg
schijn je niet altijd kwaad te
mogen doen, want op een keer
hing zo'n grote glimmende
brommer vlak boven het aqua
rium met kikkervisjes.
De stank die vrij kwam toen
drie emmers slootwater de
vloerbedekking tot een moeras
omvormde, riep wekenlang
jeugdherinneringen bij me op
aan een nat pak, ooit behaald
als onvoldoende bij het slootje
springen.
UIT HET
ZIEKENFONDS?
vraag vrijblijvende informatie
over de
„5 minuten voor
straks".
Laat u vrijblijvend
informeren.
Demmers en
de Wolff b.v.
Torenstraat 17 - Soest
Tel. 02155-15451