Raadslid Visser
komt spelregels niet na
Twee stemmingen over
verhuren jachtrecht
Soest wil aan het jagen
verdienen
Plan woonwagencentrum
goedgekeurd
va^RöeRhooqt's tuintips
öoe-het-zelveRS
Wethouders boos:
Gemeenteraadsvergadering
Oud - wethouder
Van Zadelhoff herdacht
VOOR
Coniferen als bodembedekker, deel I
Volksuniversiteit
heeft eigen
kantoor
Vóórdat u uw
keukenkeus
maakt
Soester Courant van woensdag 23 januari 1980
11
Het college van [burgemeester en]
wethouders is boos op raadslid Jan
Visser omdat hij spelregels ten aanzien
van vergaderingen niet nakomt. Niet
alleen klapt hij uit de school [brieven
voor besloten vergaderingen], maar
hij geeft ook verkeerde informatie door
en maakt daar stemming door.
De boosheid van het college betreft
Visser's mededelingen in zijn (Pro
gressief Soest's) openbaar fractiebe-
raad over de winkelnota.
Visser constateerde, volgens het colle
ge bewust, geheel onterecht, dat in
deze nota Soesterberg was overgesla
gen. „Alsof dat niet bij Soest hoort en
de mensen daar geen gemeentebelas
ting betalen", zo stelde Visser.
Opmerkelijk vindt het college het dat
Visser's fractiegenoot, de heer Nuij-
ten, in de vergadering van de commis
sie Ruimtelijke Ordening, waar deze
nota behandeld werd, geen enkele op
merking daarover maakte. Alsof de
fractie uit drie afzonderlijk werkende
leden bestaat en overleg in het geheel
niet bestaat.
„De uitlatingen van Visser zijn vol
strekt onjuist", stelt loco-burgemees-
ter Plomp namens het gehele college.
„De winkelnota is geschreven na het
afwijzen van het centrumplan. Dit
maakte het noodzakelijk de mogelijk
heden met betrekking tot het winkel
apparaat in Soest nogeens op een rijtje
te zetten. Dit is uitdrukkelijk door de
gemeenteraad, waarvan Visser lid is,
besloten. Hij heeft met dit besluit
ingestemd en zijn opmerking in (poli
tiek café) Proest is derhalve in strijd
met een mede door hem genomen
raadsbesluit".
In het kader van een goed voorlich
tingsbeleid vindt het college het nood
zakelijk Visser's opmerking in het
openbaar te weerspreken. „De bevol
king van Soesterberg heeft er recht op
te weten hoe de vork werkelijk aan de
steel zit. Misverstanden en onjuisthe
den moeten de wereld uit", aldus het
college dat er niets voor zegt te voelen
zich onterechte verwijten in de schoe
nen te laten schuiven.
Uit de school
Uit de school klapte Visser bij dezelfde
gelegenheid met zijn opmerkingen
over een besloten vergadering van de
commissie Voorlichting en Inspraak,
welke op j.1. maandagavond gehouden
werd over de inspraaknota.
Visser citeerde uit de uitnodigings
brief: „Indien wordt besloten tot toe
zending van de nota aan instellingen,
verenigingen en de pers, is behande
ling in het openbaar en publiciteit van
de nota minder gewenst. Degenen die
om een oordeel wordt gevraagd zullen
de indruk krijgen dat- toch reeds een
standpunt omtrent de nota is ingeno
men".
De bedoeling van deze zin was daar
mee de „beslotenheid" te verklaren;
„een", zoals wethouder Plomp achter
af aan de pers verklaarde naar aanlei
ding van Visser's uit de school klappen,
„experimenteel stapje vooruit in dé
behandeling van (deze) nota".
Visser noemde dat echter „paternalis
me en onderschatting van mondige
burgers". De wethouder zegt echter
dat er door de commissieleden „inhou
delijk niet meer aan de nota gesleuteld
mag en kan worden." Het gaat in
eerste instantie op deze „besloten"
vergadering om een oordeel van de
commissieleden over volledigheid van
de nota en in tweede instantie om de
verzendlijst. Aan wie moet de nota
toegezonden worden?
Graag hadden de wethouder en het col
lege vóóraf van Visser gehoord dat hij
het met deze procedure (en besloten
heid) niet eens was. Men betreurt het
dat Visser dergelijke opmerkingen via
de pers spuit in plaats van zich, zoals
van ieder raadslid verwacht mag wor
den, even in verbinding te stellen met de
voorzitter van de commissie.
Nieuwe boosheid
Nieuwe boosheid; nu bij Visser. Hij is
het niet eens met het „experiment van
de besloten vergadering". „Daar is in
de commissie Algemene Bestuursza
ken nooit over gesproken", stelt Vis
ser.
Een wat de Winkelnota betreft en het
standpunt van zijn fractiegenoot
G. A. W. G. A. Plomp
Jan Visser
Nuijten, vindt Visser dat in de commis
sie Ruimtelijke Ordening slechts één
vraag gesteld werdKan deze nota zo
de inspraak in? Daarover werd toen
gediscussieerd.
Waarom nu een besloten zitting over de
Inspraaknota moest worden gehouden,
is Visser niet duidelijk.
Deze twee zaken werden openlijk tij
dens het openbaar fractieberaad van
Progressief Soest besproken en Visser
neemt het loco Plomp kwalijk dat hij
niet inging op Visser's kritiek op de
geld en tijd verslindende activiteiten
van de opstellers van de Winkelnota,
„de Wandelclub Stad en Landschap",
zoals Visser hen noemde. De Nota had
ook door enkele gemeente-ambtenaren
geschreven kunnen worden. „Bedoelt
de heer Plomp te zeggen", aldus
vraagt Visser zich af". Visser moet nu
maar eens zijn mond houden; hij mag
zich nergens mee bemoeien, geen com
mentaar meer leveren op genomen
raadsbesluiten, geen verwijten maken
we moesten het uit de krant lezen.
Volgens Visser vergeet de wethouder
dat raadsleden het halve gemeentebe
stuur uit de krant moeten halen omdat
het college weigert het wekelijks be-
sluitenlijstje van b. en w. aan de Raad
(het hoofd van de gemeente) toe te
sturen en verslagen van belangrijke,
ambtelijke werkgroepen zelfs niet voor
de raadsleden ter inzage legt.
„Politiek is de kunst om mensen te
verhinderen zich bezig te houden met
wat hen aangaat", zo besluit Visser
met een citaat van de dichter Paul
Valéry.
Liefst tweemaal moest er vorige week tijdens de kortdurende raadsvergadering
gestemd worden om het simpele voorstel het jachtrecht voor de tijd van zes jaar
te verhuren aan de Soester Jachtcombinaiie. De eerste stemming betrof het door
de heer J. van Poppelen CDA gelanceerde plannetje het voorstel aan te houden
het tweede het oorspronkelijke voorstel tot verhuring.
De storm in dit glas water werd
veroorzaakt door de heer Van Poppe
len die pleitte voor een openbare in
schrijving, waardoor ook andere ja
gers een kans krijgen en Soest er meer
geld aan overhoudt.
ken, maar nu kennelijk niet meer. De
huurprijs was toen te laag, maar nu
niet meer. Een openbare inschrijving
wees hij van de hand. Het was naar zijn
mening beter zich achter het voorstel
te scharen dan proberen de hoogste
prijs eruit te halen. De doelstelling
„het op peil houden van de wildstand",
zou anders weieens voorbijgeschoten
kunnen worden.
Voorzitter Plomp merkte, alvorens tot
stemming over te gaan, op dat de tele
foontjes in een wel erg laat stadium
losgekomen waren. Waarom hadden
die jagers in december, bij het eerste
voorstel, al niet gereageerd?
Er werd gestemd: eerst over het
aanhouden. Wethouder Menne was
daar vóór omdat hij alles tégen het
„jachtgenot" had en de heer Gerth was
voor „omdat het wild dan nog weer een
maandje langer kon leven"Voorzitter
Plomp hield hem voor dat dat niets
betekende, omdat het jachtseizoen ge
sloten was.
Met 16 tegen 9 besloot men van aan
houding af te zien. Daarna werd met 13
tegen 12 stemmen het jachtrecht ver
huurd aan de Soester Jachtcombinatie.
Tegenstemmers waren de drie leden
van Progressief Soest; de twee aanwe
zige leden van D'66 en zes CDA-ers te
weten Van Poppelen, Greefhorst,
Stam, Oldenboom, Storimans, Bolhuis
en wethouder Menne.
De eerste vergadering van de raad onder
voorzitterschap van loco-burgemeester
Plomp had een zeer vlot verloop. Vijftien
agendapunten en nogeens veertien ingeko
men brieven werden in 1 uur en 37 minuten
afgehandeld. De veertien ingekomen stukken
passeerden in tien minuten; wat langer werd
stilgestaan bij de agendapunten woonwagen
centrum en het jachtrecht voor de Soester
Jachtcombinatie
Wat dat laatste betreft is de raad diep
gezonken. Vroeger, in de tijd van mevrouw
Oranje en de heer Levinga, konden er nog
mooie ideële standpunten ingenomen worden
over het jagen en konden vóór- en tegenstan
ders duidelijk maken waar het hen om ging.
Nu is dat nog wel zo, en in feite zijn er zelfs
méér tegenstanders van het „genot van het
jachtrecht gekomen" (wethouder Menne en
de fracties van D'66 en Progressief Soest),
maar een deel van de raad is nu aan de
andere kant doorgeslagen. En dat deel betrof
dit keer het CDA, op de heer Van Logtenstein
na. Zij willen verdienen aan het, zoals zij dat
toch óók zien, „noodzakelijk kwaad" van
weidelijk jagen.
En de grote meerderheid van de raad ziet het
écht als noodzakelijk. Alhoewel er toch ook
sprake is van „genot" als je als argument
vóór het geven van het jachtrecht aan één
bepaalde groep, hoort zeggen, dat de jagers
het opgejaagde dier steeds een kans geven
(da's dan de spanning van het jagen) maar
óók dat zij wild „uitzetten".
Waarom eigenlijk, als het er om gaat de
wildstand „op peil" te houden? Als je die
beesten nóu kon leren hoe ze met geweren
moéten omgaan om de levenskansen te ver-
hogen, dan zat er iets in. Dan kregen ze steeds
bétere kansen waarschijnlijk. Dan kwamen
er oorlogen tussen mens en dier in de
Eempolder en dan zouden de „havikken
onder ons" daar aan hun trekken kunnen
komen.
Dan zouden we ook met witte vlaggen kunnen
gaan zwaaien; wapenstilstanden in acht ne
men; vrede sluiten en afspreken dat er alleen
maar, wederzijds met katapulten geschoten
mocht worden.
Maar nu is het een eenzijdig, gedoe met
nauwelijks een kansje voor het dier. Er moet
echter gejaagd worden om de wildstand op
peil te houden en soms moeten zieke dieren
uit hun lijden geholpen worden.
Dat houdt dus in dat je jagers moet hebben
die alléén daarvoor op pad gaan. Geen grote
groepen mensen, van welke afkomst of wel
stand ook, die elkaar de loef af willen steken
door méér in paniek wegvluchtende dieren
neergeknald te hebben, dan een ander.
Een klein groepje kan dat in Soest best aan.
Als ze maar niet gaan uitzetten, maar wel
overwogen de wildpopulatie binnen de perken
houden, dan zou je ze met betaling van wat
administratie kosten hun gang moeten la
ten gaan.
Maar in december ontdekte de raad dat wij
vér onder de landelijke norm van de „admi
nistratiekosten" zaten en dus werd het voor
stel toen aangehouden. Nu, in januari wisten
we beter; in plaats van 1320 gulden per jaar
moeten de jagers 4420 gulden per jaar gaan
betalen. Ruim drie keer zoveel! Maar er
waren nu plotseling jagers die voor dat
jachtrecht wel 10.000 gulden neer wilden
tellen en dat sprak een deel van de raad,
gelukkig net het kleinste deel, wel aan. Halen
wat je halen kunt, was de redenatie.
Zou de slogan „niet bij brood alleen" ook
aangevuld kunnen worden met: „Natuurlijk
niet; daar hoort op zijn tijd ook wild bij!".
Niets op tegen hoor, maar politiek gezien een
wat hebberig standpunt. Er zijn partijen in
Nederland waar die hebberigheid als het
grootste goed wordt beschouwd, maar er zijn
ook partijen die te kennen geven dat geld niet
alles is, maar dat we samen verantwoordelijk
zijn voor het wel en wee van mens en dier.
De eerste vergadering van het jaar begon,
zoals sinds vorig jaar gebruikelijk is, zonder
nieuwjaarswens, al wenste ..loco" Plomp
iedereen het beste toe. Ambtelijk gezien gaat
het gelukkig weer goed met Soest. Na een
achteruitgang vorig jaar van het bevolkings
aantal (met 200) gingen we nu weer vooruit
(met 233) en zijn we weer wat verder
verwijderd van de fatale 40.000-grens. Onder
die grens komen betekent een ramp voor de
ambtenaren: minder salaris, minder geld uit
de rijkspot, geen politiecommissaris enz. En
het ziet er naar uit dat we in de komende
jaren weer gestaag, zij het niet explosief,
zullen groeien.
Al. was het maar met een aantal bewoners
van het nieuwe woonwagencentrum. Want die
mensen gaan komen en worden bevrijd uit
onvoorstelbare woonellende in Amersfoort.
Ook daar staan teveel mensen niet bij stil,
lijkt het wel. De Soester gemeenteraadsleden
gelukkig wél, al wilde D'66 een klein politiek
muntje slaan uit de begrijpelijke onvrede die
er heerst in de omgeving van de Koninginne-
laan. „Hadden wij indertijd in de raad
gezeten, dan waren wij met de nu uitgezochte
locatie niet accoord gegaan", zei de fractie
woordvoerder. „Goeiekoop" hoor! Zou de
partij daarom zo nu en dan helemaal achter
de horizon verdwijnen, omdat ze alleen maar
achteraf een visie hebben?
Misschien lezen we dat over enkele maanden
op de „muurkrant". Er is een dikke kans op
dat daar in Soest mogelijkheden voor komen.
De PvdA-er Goote informeerde hoe het nu
toch was gegaan met het in 1978 aangekondig
de onderzoek de verkiezingsborden, u weet
wel die van de gemeente, te laten staan voor
dergelijke doeleinden.
Dat onderzoek was nog niet afgelopen, zei
wethouder Hoekstra en hij voegde daar heel
eerlijk aan toe, dat het waarschijnlijk niet
eens gehouden was. Maar het zou alsnog
gebeuren en met een beetje goede wil blijven
de borden dan na de verkiezingen van 1982
staan.
Zo werkt dat en als die borden dan In de
winkelcentra gezet worden is er voor de
mensen die een hekel hebben aan winkelen,
toch weer aanleiding om de straat op te gaan.
Er is vast altijd wel iemand in Soest die iets te
beweren heeft. En als er geen Soesters zijn
dan zijn er altijd wel bevriende clubs uit de
omgeving die ons vertellen willen hoe we het
in Soest allemaal doen moeten.
P. RESS.
Mevr. M. F. van Stiphout-C'roonenberg
J. R. van Poppelen CDA
De Soester Jachtcombinatie was niet
alleen zaligmakend voor de gemeente,
redeneerde de heer Van Poppelen, die
verklaarde door andere jagers opge
beld te zijn. Zij hadden te kennen
gegeven er nog wel meer geld voor
over te hebben.
Aanvankelijk was die huurprijs 1320
gulden per jaar, maar in de december-
vergadering van de raad had de CDA-
er Van Logtenstein aanhouding erdoor
gekregen met zijn opmerking dat de
jagers best wat meer konden betalen.
In de commissie financiën was er
daarna over gesproken en daar was
men akkoord gegaan met de huurpijs
van 4420 gulden. Van Poppelen meende
echter dat dat niet juist was en dat men
op een openbare inschrijving had aan
gedrongen. Waarom gebeurde dat niet
en waarom werd dat advies in de wind
geslagen? Waarom stond het advies
van de commissie niet eens op het
voorstelformulier vermeld? Er waren
ook andere, betrouwbare jagers en die
hadden ook rechten!
Voorzitter Plomp had al opgemerkt dat
de raad maar genoegen moest nemen
met een wat lagere prijs uit respect
voor de weidelijke jagers van de Soes
ter Jachtcombinatie. Van die club had
men nooit iets nadeligs gehoord. Niet
alleen jaagden zij correct, maar zij
zorgden voor bijvoeding; voor het on
derhoud van het terrein waarin zij ook
wild uitzetten. Het wild kreeg optimale
kansen.
Visser (PS) wilde die kansen nog
optimaler maken, door het jagen maar
te verbieden. Ook H. Gerth (D'66)
dacht er zo over. Hij wilde alles maar
aan de natuur overlaten en aan de
officiële jachtopzieners.
De heer R. van Logtenstein (CDA)
constateerde met enig gevoel voor
humor dat hij de vorige keer de eer had
het fractie-standpunt kenbaar te ma-
Deze titel zal waarschijnlijk veel mensen vreemd in
de oren klinken.
Veelal wordt de conifeer enkel en alleen herkend
in de smalle zuilvormige of pyramidaalgroeiende
altijd groene struiken. Deze wordt dan meestal ook
nog zeer fantasieloos in lange rijen naast elkaar
geplant, waardoor we op een gegeven moment
zelf iets tegen coniferen gaan krijgen. Dat er echter
coniferen bestaan met een breedspreidende ofwel
bodembedekkende groeiwijze, is voor veel tuinbe-
zitters nieuws, terwijl deze al sinds lange tijd wor
den aangekweekt en verkocht. Toch is dit eigen
lijk een jammerlijke zaak omdat er tegenwoor
dig in de vaak kleine tuintjes zo ideaal gewerkt
kan worden met planten die geen geweldige af
metingen bereiken.
We zullen eens wat nader ingaan op het assor
timent om daardoor wat meer bekendheid te geven
aan de conifeer als bodembedekker.
Van het geslacht Juniperus ofwel Jeneverbes zijn
er talloze groeivormen en variëteiten, die allen
weer heel anders zijn. De minst onbekende hier
van is de Juniperus media „Pfitneriana" die vaak
ter verdoezeling van de lelijke watermeterput aan-
geplant wordt. Deze zeer winterharde plant, die in
halfschaduw ook gedijt, heeft een zeer sterke groei-
neiging waardoor deze vaak, ondanks snoeien, te
groot wordt.
Wat minder fel van groei en wat meer inge
steld op zonneschijn is de cultuurvariëteit „Aurea"
van bovengenoemde Juniperus, die vooral 's zomers
een felgele bladkleur vertoont en daardoor erg
vrolijk aandoet. Deze is door zijn tragere groei
geschikt voor kleinere tuinen. De groeipunten een
maal in de zomer wat inkorten houdt de plant wat
compacter en hoeft zijn natuurlijke groei niet te
schaden.
Het plan aan de Koninginnelaan, nabij de Akkerweg, het Soester woonwagen
centrum te realiseren is door de raad goedgekeurd. De ingediende bezwaar
schriften werden, zonder uitzondering, ongegrond verklaard. Er was vooral van
de kant van de toekomstige bewoners van het centrum, maar ook van de
omwonenden vrij veel belangstelling voor dit punt van de raadsagenda. De
discussie spitste zich toe op de sociale begeleiding van zowel omwonenden als de
woonwagenbewoners. Die sociale begeleiding had naar de mening van de
raadsleden te wensen overgelaten. Men had er echter vrede mee dat deze nu, na
vaststelling van het plan, op gang gebracht werd.
De fractievoorzitster van het CDA,
mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam,
citeerde uit het raadsvergadering van
maart 1978, waarin de wethouder me
vrouw Van Stiphout toezegde de
grootst mogelijke zorg te zullen be
steden aan de informatie en begelei
ding van zowel de woonwagenbewo
ners als van de omwonenden. Die
toezegging was niet nagekomen en het
was bij één hoogst ongelukkig verlopen
informatie-avond gebleven.
De fractie drong aan de voorlichting nu
ter hand te gaan nemen en voorgesteld
werd te gaan praten met kleinere
groepen.
Daar ging ook de gedachte van de heer
H. Jonker (D'66) naar uit. Hij plaatste
overigens als enige een kanttekening
bij de nu aangewezen locatie. Had zijn
fractie indertijd deel uitgemaakt van
de raad, dan was wat hun betreft,
goedkeuring daaraan onthouden.
Ook D'66 was ernstig teleurgesteld in
de begeleiding van het geheel. De
redenering van het college: „laten we
het maar even laten waaien" was zeer
zeker niet de zijne. Er moest nu alles
aan gedaan worden om de sfeer van
angst weg te werken.
De heer A. Onderdelinden (VVD) had
geen moeite met de plaatsbepaling en
vond dat nu de tijd rijp was om te
streven naar optimale integratie. Wel
wilde hij weten welke maatregelen het
plaatselijk bestuur kon nemen om
ongewenste slooptoestanden te voor-
komen. Hij dacht in dat verband aan
het weren van woonwagenbewoners,
die sloper van beroep waren. Onderde
linden stelde voor de plannen voor de
sociale begeleiding binnen twee maan
den aan de orde te stellen in een
gemeenschappelijke vergadering van
de commissies maatschappelijke
dienstverlening en voorlichting en in
spraak. Hij hoopte dat daardoor een
situatie zou ontstaan, waardoor het
Soester woonwagencentrum een voor
beeld werd voor geheel Eemland.
De heer H. Goote (pVdA) vond het
begrijpelijk dat er vóór het definitief
vaststellen van het plan, weinig aan de
sociale begeleiding gedaan was. Het
Een derde vorm in dezelfde familie is de varië
teit „Hetzii", die een blauwige loofkleur heeft,
ook weer zeer winterhard is en wel weer een
vrij krachtige groei tentoon spreidt.
Een zeer platte vertegenwoordiger uit de Jenever
bes-familie is de Juniperus horizontalis „Wiltonii"
die in tegenstelling tot de bovengenoemde soorten,
die wel 50 tot 100 cm. hoog kunnen worden na ver
loop van jaren, in geen geval hoger wordt dan 15-
20 cm. Zijn takken kruipen draadvormig over de
grond en zijn blauwig van kleur. Hij wordt zelfs
wel eens aangeplant in plaats van een gazon en
blijkt dan ook lopen goed te verdragen
Een eveneens zeer platte groeier is de Juniperus
„communis Hornibrookii" die duidelijk, zicht- en
voelbaar, voorzien is van kleine grijs-groen naaldjes
en na het aanslaan op de meest droge grond nog
groeit. De takken zijn wat grillig van vorm en
schijnen hier en daar door het loof heen, wat de
plant een fraai voorkomen geeft.
Ook de taxus familie kunnen we niet onaangeroerd
laten, als we ons in de bodembedekkers verdiepen,
omdat deze hierin nogal wat te bieden heeft.
De meest algemene hiervan is de Taxus baccata
„Repandens", die donkergroen van kleur is en een
vrij trage groei vertoont. De plant verdraagt goed
schaduw en is zeer winterhard. Planten die al
geruime tijd staan, doen aan een uitgezakte pud
ding denken, die van onderen uitloopt. Een erg
fraaie plant.
Volgende week haken we nog eventjes verder in
op deze interessante planten die vaak een welkome
aanwinst voor onze tuin kunnen zijn.
Al is het momenteel dan nog niet mogelijk te plan
ten, we kunnen toch wel vast weer gaan tuinieren
in gedachten, waarbij wat uitgebreider kennis
van de bestaande tuinplanten altijd meegenomen
is.
zou niet zinvol geweest zijn en ook
weinig uitgehaald hebben.
Nu lag dat anders en moest er wel mee
begonnen worden.
De heer Visser (PS) stond géheei
achter het raadsvoorstel. Hij hield D'66
voor dat hij in de jaren dat hij ook die
partij in de raad vertegenwoordigde,
nooit gehoord had dat zij bezwaren
hadden. Ook Visser gaf hoogste priori
teit aan de sociale begeleiding; die was
van het allergrootste belang voor alle
betrokkenen. Niet eens was hij het met
het WD-voorstel de beroepsslopers uit
het centrum te weren. Er mocht niet zo
maar een groep uitgesloten worden.
Dat was ook de mening van wethouder
mevrouw M. van Stiphout-Croonen-
berg. Het slopen in het centrum en de
opslag daar moest via bepalingen
voorkomen worden. Wat dat betreft
meende zij dat de toekomstige bewo
ners zich niet alleen bewust dienden te
zijn van hun rechten, maar óók van
hun plichten.
Terecht had men overigens naar haar
mening, indertijd afgesproken de di
recte begeleiding van de betrokkenen
stop te zetten. Er was via gespreks
groepen, een thema-ochtend en het
gemeentelijk voorlichtingblad tóch wel
het een en ander gebeurd en fel protes
teerde zijn tegen Jonker's uitlating.
Die wenste zij niet te accepteren. „Als
je zo bezig bent als de heer Jonker,
waarin hij zegt „het college dat een
houding aanneemt van laat maar
waaien" dan voel ik me direct per
soonlijk aangesproken. Niemand in
deze raadsvergadering kan ook maar
een schijntje van bewijs leveren, dat
hef ooilege van b. en w. niet se
rieus -met die gedachte bezig is ge
weest en een grote hoeveelheid werk
daarin gestoken heeft", aldus me
vrouw Van Stiphout.
Maandelijks had het onderwerp van
gesprek uitgemaakt. Dat terug geko
men was van het oorspronkelijke plan
ten aanzien van de begeleiding was
niet gelegen in een fout uitgangspunt,
maar in de moed een beslissing te
veranderen als blijkt dat iets niet
haalbaar is. En het was onmogelijk op
dat moment twee zo haaks op elkaar
staande groepen bij elkaar te brengen.
Slopers zouden niet geweerd worden,
maar wel slopen in het nieuwe centrum
niet toegestaan worden.
Sprake was er bovendien van een om
en bijscholingsproject voor de woon
wagenbewoners om langdurige werk
loosheid onder hen te voorkomen.
De gezamenlijke vergadering van de
commissies zegde zij toe.
H. M. Jonker D'6
De heer Jonker verzachtte tenslotte
zijn opmerking door op te merken
ervan overtuigd te zijn dat het college
in de voorbije maanden hard gewerkt
had. Hij bleef er evenwel bij dat er
fouten gemaakt waren en niet alleen
tijdens de informatie-avond, maar ook
tijdens de hoorzittingen, waar discus
sie onmogelijk onmogelijk was.
In de vorige week gehouden raadsver
gadering is de op 31 december 1.1.
overleden oud-wethouder W. G. van
Zadelhoff herdacht. Loco-burgemees
ter G. Plomp noemde de heer Van
Zadelhoff „een bestuurder met grote
bekwaamheid en een zeer persoonlijke
inzet".
Gedurende zijn raadlidmaatschap van
1946 tot begin 1966, heeft hij veel voor
Soest betekend. Hij was een zeer aktief
man. die voortdurend in touw was voor
de publieke zaak.
Om in de na-oorlogse woningnood te
voorzien werden meerdere bouwplan
nen gerealiseerd: Vosseveld, Plasweg.
Schoutenkampweg, Colenso en Noor-
derweg. De aanzet werd gegeven voor
het industrieterrein, waarbij de bedoe
ling de werkgelegenheid voor Soesters
minder kwetsbaar te maken, voor
stond. Nauw was de heer Van Zadel
hoff betrokken bij het stichten van het
Kompostbedrijf Baarn/Soest.
„Wethouder Van Zadelhoff vroeg veel
van zijn medewerkers, maar stimu
leerde hen ook en was hun tot steun. Hij
toonde steeds belangstelling voor hun
persoonlijk wel en wee. Bij hen die het
voorrecht hadden met hem samen te
werken en die hem van meer nabij
hebben gekend, leeft hij in dankbare
herinnering voort", aldus de heer
Plomp.
Staande werd de overledene daarna
enige ogenblikken in stilte herdacht.
De Volksuniversiteit Soest/Soester-
berg beschikt per 1 februari 1980 over
een kantoorruimte. Door medewerking
van de kunstenaarsvereniging „Arti-
shock" krijgt de V.U., zij het voorlopig,
de beschikking over de studio gelegen
direkt rechts achter de hoofdingang
van het Artishockgebouw, Steenhoff-
straat 46, Soest.
De V.U. is van plan daar ingaande 0
februari a.s. elke woensdag van 9 tot 12
uur zitting te houden en gedurende de
inschrijfperiode van half augustus tot
half september elke werkdag aanwezig
te zijn. Het telefoonnummer blijft
22195. De V.U. hoopt nu haar kursisten
beter van dienst te kunnen zijn en ook
tot een nog betere samenwerking met
Artishock te komen.
Kom keukens kijken, zowel
in kunststof als in massief
hout en profiteer van onze
premie voor gratis
inbouwapparatuur.
5 topmerken
50 modellen
500 mz showroom
bij de-makkelijk bereikbare
keukenspeciahst van
midden-Nederland
del^eukenbeurs
^^budenberg