Raadslid Visser komt spelregels niet na Twee stemmingen over verhuren jachtrecht Soest wil aan het jagen verdienen Plan woonwagencentrum goedgekeurd va^RöeRhooqt's tuintips öoe-het-zelveRS Wethouders boos: Gemeenteraadsvergadering Oud - wethouder Van Zadelhoff herdacht VOOR Coniferen als bodembedekker, deel I Volksuniversiteit heeft eigen kantoor Vóórdat u uw keukenkeus maakt Soester Courant van woensdag 23 januari 1980 11 Het college van [burgemeester en] wethouders is boos op raadslid Jan Visser omdat hij spelregels ten aanzien van vergaderingen niet nakomt. Niet alleen klapt hij uit de school [brieven voor besloten vergaderingen], maar hij geeft ook verkeerde informatie door en maakt daar stemming door. De boosheid van het college betreft Visser's mededelingen in zijn (Pro gressief Soest's) openbaar fractiebe- raad over de winkelnota. Visser constateerde, volgens het colle ge bewust, geheel onterecht, dat in deze nota Soesterberg was overgesla gen. „Alsof dat niet bij Soest hoort en de mensen daar geen gemeentebelas ting betalen", zo stelde Visser. Opmerkelijk vindt het college het dat Visser's fractiegenoot, de heer Nuij- ten, in de vergadering van de commis sie Ruimtelijke Ordening, waar deze nota behandeld werd, geen enkele op merking daarover maakte. Alsof de fractie uit drie afzonderlijk werkende leden bestaat en overleg in het geheel niet bestaat. „De uitlatingen van Visser zijn vol strekt onjuist", stelt loco-burgemees- ter Plomp namens het gehele college. „De winkelnota is geschreven na het afwijzen van het centrumplan. Dit maakte het noodzakelijk de mogelijk heden met betrekking tot het winkel apparaat in Soest nogeens op een rijtje te zetten. Dit is uitdrukkelijk door de gemeenteraad, waarvan Visser lid is, besloten. Hij heeft met dit besluit ingestemd en zijn opmerking in (poli tiek café) Proest is derhalve in strijd met een mede door hem genomen raadsbesluit". In het kader van een goed voorlich tingsbeleid vindt het college het nood zakelijk Visser's opmerking in het openbaar te weerspreken. „De bevol king van Soesterberg heeft er recht op te weten hoe de vork werkelijk aan de steel zit. Misverstanden en onjuisthe den moeten de wereld uit", aldus het college dat er niets voor zegt te voelen zich onterechte verwijten in de schoe nen te laten schuiven. Uit de school Uit de school klapte Visser bij dezelfde gelegenheid met zijn opmerkingen over een besloten vergadering van de commissie Voorlichting en Inspraak, welke op j.1. maandagavond gehouden werd over de inspraaknota. Visser citeerde uit de uitnodigings brief: „Indien wordt besloten tot toe zending van de nota aan instellingen, verenigingen en de pers, is behande ling in het openbaar en publiciteit van de nota minder gewenst. Degenen die om een oordeel wordt gevraagd zullen de indruk krijgen dat- toch reeds een standpunt omtrent de nota is ingeno men". De bedoeling van deze zin was daar mee de „beslotenheid" te verklaren; „een", zoals wethouder Plomp achter af aan de pers verklaarde naar aanlei ding van Visser's uit de school klappen, „experimenteel stapje vooruit in dé behandeling van (deze) nota". Visser noemde dat echter „paternalis me en onderschatting van mondige burgers". De wethouder zegt echter dat er door de commissieleden „inhou delijk niet meer aan de nota gesleuteld mag en kan worden." Het gaat in eerste instantie op deze „besloten" vergadering om een oordeel van de commissieleden over volledigheid van de nota en in tweede instantie om de verzendlijst. Aan wie moet de nota toegezonden worden? Graag hadden de wethouder en het col lege vóóraf van Visser gehoord dat hij het met deze procedure (en besloten heid) niet eens was. Men betreurt het dat Visser dergelijke opmerkingen via de pers spuit in plaats van zich, zoals van ieder raadslid verwacht mag wor den, even in verbinding te stellen met de voorzitter van de commissie. Nieuwe boosheid Nieuwe boosheid; nu bij Visser. Hij is het niet eens met het „experiment van de besloten vergadering". „Daar is in de commissie Algemene Bestuursza ken nooit over gesproken", stelt Vis ser. Een wat de Winkelnota betreft en het standpunt van zijn fractiegenoot G. A. W. G. A. Plomp Jan Visser Nuijten, vindt Visser dat in de commis sie Ruimtelijke Ordening slechts één vraag gesteld werdKan deze nota zo de inspraak in? Daarover werd toen gediscussieerd. Waarom nu een besloten zitting over de Inspraaknota moest worden gehouden, is Visser niet duidelijk. Deze twee zaken werden openlijk tij dens het openbaar fractieberaad van Progressief Soest besproken en Visser neemt het loco Plomp kwalijk dat hij niet inging op Visser's kritiek op de geld en tijd verslindende activiteiten van de opstellers van de Winkelnota, „de Wandelclub Stad en Landschap", zoals Visser hen noemde. De Nota had ook door enkele gemeente-ambtenaren geschreven kunnen worden. „Bedoelt de heer Plomp te zeggen", aldus vraagt Visser zich af". Visser moet nu maar eens zijn mond houden; hij mag zich nergens mee bemoeien, geen com mentaar meer leveren op genomen raadsbesluiten, geen verwijten maken we moesten het uit de krant lezen. Volgens Visser vergeet de wethouder dat raadsleden het halve gemeentebe stuur uit de krant moeten halen omdat het college weigert het wekelijks be- sluitenlijstje van b. en w. aan de Raad (het hoofd van de gemeente) toe te sturen en verslagen van belangrijke, ambtelijke werkgroepen zelfs niet voor de raadsleden ter inzage legt. „Politiek is de kunst om mensen te verhinderen zich bezig te houden met wat hen aangaat", zo besluit Visser met een citaat van de dichter Paul Valéry. Liefst tweemaal moest er vorige week tijdens de kortdurende raadsvergadering gestemd worden om het simpele voorstel het jachtrecht voor de tijd van zes jaar te verhuren aan de Soester Jachtcombinaiie. De eerste stemming betrof het door de heer J. van Poppelen CDA gelanceerde plannetje het voorstel aan te houden het tweede het oorspronkelijke voorstel tot verhuring. De storm in dit glas water werd veroorzaakt door de heer Van Poppe len die pleitte voor een openbare in schrijving, waardoor ook andere ja gers een kans krijgen en Soest er meer geld aan overhoudt. ken, maar nu kennelijk niet meer. De huurprijs was toen te laag, maar nu niet meer. Een openbare inschrijving wees hij van de hand. Het was naar zijn mening beter zich achter het voorstel te scharen dan proberen de hoogste prijs eruit te halen. De doelstelling „het op peil houden van de wildstand", zou anders weieens voorbijgeschoten kunnen worden. Voorzitter Plomp merkte, alvorens tot stemming over te gaan, op dat de tele foontjes in een wel erg laat stadium losgekomen waren. Waarom hadden die jagers in december, bij het eerste voorstel, al niet gereageerd? Er werd gestemd: eerst over het aanhouden. Wethouder Menne was daar vóór omdat hij alles tégen het „jachtgenot" had en de heer Gerth was voor „omdat het wild dan nog weer een maandje langer kon leven"Voorzitter Plomp hield hem voor dat dat niets betekende, omdat het jachtseizoen ge sloten was. Met 16 tegen 9 besloot men van aan houding af te zien. Daarna werd met 13 tegen 12 stemmen het jachtrecht ver huurd aan de Soester Jachtcombinatie. Tegenstemmers waren de drie leden van Progressief Soest; de twee aanwe zige leden van D'66 en zes CDA-ers te weten Van Poppelen, Greefhorst, Stam, Oldenboom, Storimans, Bolhuis en wethouder Menne. De eerste vergadering van de raad onder voorzitterschap van loco-burgemeester Plomp had een zeer vlot verloop. Vijftien agendapunten en nogeens veertien ingeko men brieven werden in 1 uur en 37 minuten afgehandeld. De veertien ingekomen stukken passeerden in tien minuten; wat langer werd stilgestaan bij de agendapunten woonwagen centrum en het jachtrecht voor de Soester Jachtcombinatie Wat dat laatste betreft is de raad diep gezonken. Vroeger, in de tijd van mevrouw Oranje en de heer Levinga, konden er nog mooie ideële standpunten ingenomen worden over het jagen en konden vóór- en tegenstan ders duidelijk maken waar het hen om ging. Nu is dat nog wel zo, en in feite zijn er zelfs méér tegenstanders van het „genot van het jachtrecht gekomen" (wethouder Menne en de fracties van D'66 en Progressief Soest), maar een deel van de raad is nu aan de andere kant doorgeslagen. En dat deel betrof dit keer het CDA, op de heer Van Logtenstein na. Zij willen verdienen aan het, zoals zij dat toch óók zien, „noodzakelijk kwaad" van weidelijk jagen. En de grote meerderheid van de raad ziet het écht als noodzakelijk. Alhoewel er toch ook sprake is van „genot" als je als argument vóór het geven van het jachtrecht aan één bepaalde groep, hoort zeggen, dat de jagers het opgejaagde dier steeds een kans geven (da's dan de spanning van het jagen) maar óók dat zij wild „uitzetten". Waarom eigenlijk, als het er om gaat de wildstand „op peil" te houden? Als je die beesten nóu kon leren hoe ze met geweren moéten omgaan om de levenskansen te ver- hogen, dan zat er iets in. Dan kregen ze steeds bétere kansen waarschijnlijk. Dan kwamen er oorlogen tussen mens en dier in de Eempolder en dan zouden de „havikken onder ons" daar aan hun trekken kunnen komen. Dan zouden we ook met witte vlaggen kunnen gaan zwaaien; wapenstilstanden in acht ne men; vrede sluiten en afspreken dat er alleen maar, wederzijds met katapulten geschoten mocht worden. Maar nu is het een eenzijdig, gedoe met nauwelijks een kansje voor het dier. Er moet echter gejaagd worden om de wildstand op peil te houden en soms moeten zieke dieren uit hun lijden geholpen worden. Dat houdt dus in dat je jagers moet hebben die alléén daarvoor op pad gaan. Geen grote groepen mensen, van welke afkomst of wel stand ook, die elkaar de loef af willen steken door méér in paniek wegvluchtende dieren neergeknald te hebben, dan een ander. Een klein groepje kan dat in Soest best aan. Als ze maar niet gaan uitzetten, maar wel overwogen de wildpopulatie binnen de perken houden, dan zou je ze met betaling van wat administratie kosten hun gang moeten la ten gaan. Maar in december ontdekte de raad dat wij vér onder de landelijke norm van de „admi nistratiekosten" zaten en dus werd het voor stel toen aangehouden. Nu, in januari wisten we beter; in plaats van 1320 gulden per jaar moeten de jagers 4420 gulden per jaar gaan betalen. Ruim drie keer zoveel! Maar er waren nu plotseling jagers die voor dat jachtrecht wel 10.000 gulden neer wilden tellen en dat sprak een deel van de raad, gelukkig net het kleinste deel, wel aan. Halen wat je halen kunt, was de redenatie. Zou de slogan „niet bij brood alleen" ook aangevuld kunnen worden met: „Natuurlijk niet; daar hoort op zijn tijd ook wild bij!". Niets op tegen hoor, maar politiek gezien een wat hebberig standpunt. Er zijn partijen in Nederland waar die hebberigheid als het grootste goed wordt beschouwd, maar er zijn ook partijen die te kennen geven dat geld niet alles is, maar dat we samen verantwoordelijk zijn voor het wel en wee van mens en dier. De eerste vergadering van het jaar begon, zoals sinds vorig jaar gebruikelijk is, zonder nieuwjaarswens, al wenste ..loco" Plomp iedereen het beste toe. Ambtelijk gezien gaat het gelukkig weer goed met Soest. Na een achteruitgang vorig jaar van het bevolkings aantal (met 200) gingen we nu weer vooruit (met 233) en zijn we weer wat verder verwijderd van de fatale 40.000-grens. Onder die grens komen betekent een ramp voor de ambtenaren: minder salaris, minder geld uit de rijkspot, geen politiecommissaris enz. En het ziet er naar uit dat we in de komende jaren weer gestaag, zij het niet explosief, zullen groeien. Al. was het maar met een aantal bewoners van het nieuwe woonwagencentrum. Want die mensen gaan komen en worden bevrijd uit onvoorstelbare woonellende in Amersfoort. Ook daar staan teveel mensen niet bij stil, lijkt het wel. De Soester gemeenteraadsleden gelukkig wél, al wilde D'66 een klein politiek muntje slaan uit de begrijpelijke onvrede die er heerst in de omgeving van de Koninginne- laan. „Hadden wij indertijd in de raad gezeten, dan waren wij met de nu uitgezochte locatie niet accoord gegaan", zei de fractie woordvoerder. „Goeiekoop" hoor! Zou de partij daarom zo nu en dan helemaal achter de horizon verdwijnen, omdat ze alleen maar achteraf een visie hebben? Misschien lezen we dat over enkele maanden op de „muurkrant". Er is een dikke kans op dat daar in Soest mogelijkheden voor komen. De PvdA-er Goote informeerde hoe het nu toch was gegaan met het in 1978 aangekondig de onderzoek de verkiezingsborden, u weet wel die van de gemeente, te laten staan voor dergelijke doeleinden. Dat onderzoek was nog niet afgelopen, zei wethouder Hoekstra en hij voegde daar heel eerlijk aan toe, dat het waarschijnlijk niet eens gehouden was. Maar het zou alsnog gebeuren en met een beetje goede wil blijven de borden dan na de verkiezingen van 1982 staan. Zo werkt dat en als die borden dan In de winkelcentra gezet worden is er voor de mensen die een hekel hebben aan winkelen, toch weer aanleiding om de straat op te gaan. Er is vast altijd wel iemand in Soest die iets te beweren heeft. En als er geen Soesters zijn dan zijn er altijd wel bevriende clubs uit de omgeving die ons vertellen willen hoe we het in Soest allemaal doen moeten. P. RESS. Mevr. M. F. van Stiphout-C'roonenberg J. R. van Poppelen CDA De Soester Jachtcombinatie was niet alleen zaligmakend voor de gemeente, redeneerde de heer Van Poppelen, die verklaarde door andere jagers opge beld te zijn. Zij hadden te kennen gegeven er nog wel meer geld voor over te hebben. Aanvankelijk was die huurprijs 1320 gulden per jaar, maar in de december- vergadering van de raad had de CDA- er Van Logtenstein aanhouding erdoor gekregen met zijn opmerking dat de jagers best wat meer konden betalen. In de commissie financiën was er daarna over gesproken en daar was men akkoord gegaan met de huurpijs van 4420 gulden. Van Poppelen meende echter dat dat niet juist was en dat men op een openbare inschrijving had aan gedrongen. Waarom gebeurde dat niet en waarom werd dat advies in de wind geslagen? Waarom stond het advies van de commissie niet eens op het voorstelformulier vermeld? Er waren ook andere, betrouwbare jagers en die hadden ook rechten! Voorzitter Plomp had al opgemerkt dat de raad maar genoegen moest nemen met een wat lagere prijs uit respect voor de weidelijke jagers van de Soes ter Jachtcombinatie. Van die club had men nooit iets nadeligs gehoord. Niet alleen jaagden zij correct, maar zij zorgden voor bijvoeding; voor het on derhoud van het terrein waarin zij ook wild uitzetten. Het wild kreeg optimale kansen. Visser (PS) wilde die kansen nog optimaler maken, door het jagen maar te verbieden. Ook H. Gerth (D'66) dacht er zo over. Hij wilde alles maar aan de natuur overlaten en aan de officiële jachtopzieners. De heer R. van Logtenstein (CDA) constateerde met enig gevoel voor humor dat hij de vorige keer de eer had het fractie-standpunt kenbaar te ma- Deze titel zal waarschijnlijk veel mensen vreemd in de oren klinken. Veelal wordt de conifeer enkel en alleen herkend in de smalle zuilvormige of pyramidaalgroeiende altijd groene struiken. Deze wordt dan meestal ook nog zeer fantasieloos in lange rijen naast elkaar geplant, waardoor we op een gegeven moment zelf iets tegen coniferen gaan krijgen. Dat er echter coniferen bestaan met een breedspreidende ofwel bodembedekkende groeiwijze, is voor veel tuinbe- zitters nieuws, terwijl deze al sinds lange tijd wor den aangekweekt en verkocht. Toch is dit eigen lijk een jammerlijke zaak omdat er tegenwoor dig in de vaak kleine tuintjes zo ideaal gewerkt kan worden met planten die geen geweldige af metingen bereiken. We zullen eens wat nader ingaan op het assor timent om daardoor wat meer bekendheid te geven aan de conifeer als bodembedekker. Van het geslacht Juniperus ofwel Jeneverbes zijn er talloze groeivormen en variëteiten, die allen weer heel anders zijn. De minst onbekende hier van is de Juniperus media „Pfitneriana" die vaak ter verdoezeling van de lelijke watermeterput aan- geplant wordt. Deze zeer winterharde plant, die in halfschaduw ook gedijt, heeft een zeer sterke groei- neiging waardoor deze vaak, ondanks snoeien, te groot wordt. Wat minder fel van groei en wat meer inge steld op zonneschijn is de cultuurvariëteit „Aurea" van bovengenoemde Juniperus, die vooral 's zomers een felgele bladkleur vertoont en daardoor erg vrolijk aandoet. Deze is door zijn tragere groei geschikt voor kleinere tuinen. De groeipunten een maal in de zomer wat inkorten houdt de plant wat compacter en hoeft zijn natuurlijke groei niet te schaden. Het plan aan de Koninginnelaan, nabij de Akkerweg, het Soester woonwagen centrum te realiseren is door de raad goedgekeurd. De ingediende bezwaar schriften werden, zonder uitzondering, ongegrond verklaard. Er was vooral van de kant van de toekomstige bewoners van het centrum, maar ook van de omwonenden vrij veel belangstelling voor dit punt van de raadsagenda. De discussie spitste zich toe op de sociale begeleiding van zowel omwonenden als de woonwagenbewoners. Die sociale begeleiding had naar de mening van de raadsleden te wensen overgelaten. Men had er echter vrede mee dat deze nu, na vaststelling van het plan, op gang gebracht werd. De fractievoorzitster van het CDA, mevrouw J. Greefhorst-Van Overdam, citeerde uit het raadsvergadering van maart 1978, waarin de wethouder me vrouw Van Stiphout toezegde de grootst mogelijke zorg te zullen be steden aan de informatie en begelei ding van zowel de woonwagenbewo ners als van de omwonenden. Die toezegging was niet nagekomen en het was bij één hoogst ongelukkig verlopen informatie-avond gebleven. De fractie drong aan de voorlichting nu ter hand te gaan nemen en voorgesteld werd te gaan praten met kleinere groepen. Daar ging ook de gedachte van de heer H. Jonker (D'66) naar uit. Hij plaatste overigens als enige een kanttekening bij de nu aangewezen locatie. Had zijn fractie indertijd deel uitgemaakt van de raad, dan was wat hun betreft, goedkeuring daaraan onthouden. Ook D'66 was ernstig teleurgesteld in de begeleiding van het geheel. De redenering van het college: „laten we het maar even laten waaien" was zeer zeker niet de zijne. Er moest nu alles aan gedaan worden om de sfeer van angst weg te werken. De heer A. Onderdelinden (VVD) had geen moeite met de plaatsbepaling en vond dat nu de tijd rijp was om te streven naar optimale integratie. Wel wilde hij weten welke maatregelen het plaatselijk bestuur kon nemen om ongewenste slooptoestanden te voor- komen. Hij dacht in dat verband aan het weren van woonwagenbewoners, die sloper van beroep waren. Onderde linden stelde voor de plannen voor de sociale begeleiding binnen twee maan den aan de orde te stellen in een gemeenschappelijke vergadering van de commissies maatschappelijke dienstverlening en voorlichting en in spraak. Hij hoopte dat daardoor een situatie zou ontstaan, waardoor het Soester woonwagencentrum een voor beeld werd voor geheel Eemland. De heer H. Goote (pVdA) vond het begrijpelijk dat er vóór het definitief vaststellen van het plan, weinig aan de sociale begeleiding gedaan was. Het Een derde vorm in dezelfde familie is de varië teit „Hetzii", die een blauwige loofkleur heeft, ook weer zeer winterhard is en wel weer een vrij krachtige groei tentoon spreidt. Een zeer platte vertegenwoordiger uit de Jenever bes-familie is de Juniperus horizontalis „Wiltonii" die in tegenstelling tot de bovengenoemde soorten, die wel 50 tot 100 cm. hoog kunnen worden na ver loop van jaren, in geen geval hoger wordt dan 15- 20 cm. Zijn takken kruipen draadvormig over de grond en zijn blauwig van kleur. Hij wordt zelfs wel eens aangeplant in plaats van een gazon en blijkt dan ook lopen goed te verdragen Een eveneens zeer platte groeier is de Juniperus „communis Hornibrookii" die duidelijk, zicht- en voelbaar, voorzien is van kleine grijs-groen naaldjes en na het aanslaan op de meest droge grond nog groeit. De takken zijn wat grillig van vorm en schijnen hier en daar door het loof heen, wat de plant een fraai voorkomen geeft. Ook de taxus familie kunnen we niet onaangeroerd laten, als we ons in de bodembedekkers verdiepen, omdat deze hierin nogal wat te bieden heeft. De meest algemene hiervan is de Taxus baccata „Repandens", die donkergroen van kleur is en een vrij trage groei vertoont. De plant verdraagt goed schaduw en is zeer winterhard. Planten die al geruime tijd staan, doen aan een uitgezakte pud ding denken, die van onderen uitloopt. Een erg fraaie plant. Volgende week haken we nog eventjes verder in op deze interessante planten die vaak een welkome aanwinst voor onze tuin kunnen zijn. Al is het momenteel dan nog niet mogelijk te plan ten, we kunnen toch wel vast weer gaan tuinieren in gedachten, waarbij wat uitgebreider kennis van de bestaande tuinplanten altijd meegenomen is. zou niet zinvol geweest zijn en ook weinig uitgehaald hebben. Nu lag dat anders en moest er wel mee begonnen worden. De heer Visser (PS) stond géheei achter het raadsvoorstel. Hij hield D'66 voor dat hij in de jaren dat hij ook die partij in de raad vertegenwoordigde, nooit gehoord had dat zij bezwaren hadden. Ook Visser gaf hoogste priori teit aan de sociale begeleiding; die was van het allergrootste belang voor alle betrokkenen. Niet eens was hij het met het WD-voorstel de beroepsslopers uit het centrum te weren. Er mocht niet zo maar een groep uitgesloten worden. Dat was ook de mening van wethouder mevrouw M. van Stiphout-Croonen- berg. Het slopen in het centrum en de opslag daar moest via bepalingen voorkomen worden. Wat dat betreft meende zij dat de toekomstige bewo ners zich niet alleen bewust dienden te zijn van hun rechten, maar óók van hun plichten. Terecht had men overigens naar haar mening, indertijd afgesproken de di recte begeleiding van de betrokkenen stop te zetten. Er was via gespreks groepen, een thema-ochtend en het gemeentelijk voorlichtingblad tóch wel het een en ander gebeurd en fel protes teerde zijn tegen Jonker's uitlating. Die wenste zij niet te accepteren. „Als je zo bezig bent als de heer Jonker, waarin hij zegt „het college dat een houding aanneemt van laat maar waaien" dan voel ik me direct per soonlijk aangesproken. Niemand in deze raadsvergadering kan ook maar een schijntje van bewijs leveren, dat hef ooilege van b. en w. niet se rieus -met die gedachte bezig is ge weest en een grote hoeveelheid werk daarin gestoken heeft", aldus me vrouw Van Stiphout. Maandelijks had het onderwerp van gesprek uitgemaakt. Dat terug geko men was van het oorspronkelijke plan ten aanzien van de begeleiding was niet gelegen in een fout uitgangspunt, maar in de moed een beslissing te veranderen als blijkt dat iets niet haalbaar is. En het was onmogelijk op dat moment twee zo haaks op elkaar staande groepen bij elkaar te brengen. Slopers zouden niet geweerd worden, maar wel slopen in het nieuwe centrum niet toegestaan worden. Sprake was er bovendien van een om en bijscholingsproject voor de woon wagenbewoners om langdurige werk loosheid onder hen te voorkomen. De gezamenlijke vergadering van de commissies zegde zij toe. H. M. Jonker D'6 De heer Jonker verzachtte tenslotte zijn opmerking door op te merken ervan overtuigd te zijn dat het college in de voorbije maanden hard gewerkt had. Hij bleef er evenwel bij dat er fouten gemaakt waren en niet alleen tijdens de informatie-avond, maar ook tijdens de hoorzittingen, waar discus sie onmogelijk onmogelijk was. In de vorige week gehouden raadsver gadering is de op 31 december 1.1. overleden oud-wethouder W. G. van Zadelhoff herdacht. Loco-burgemees ter G. Plomp noemde de heer Van Zadelhoff „een bestuurder met grote bekwaamheid en een zeer persoonlijke inzet". Gedurende zijn raadlidmaatschap van 1946 tot begin 1966, heeft hij veel voor Soest betekend. Hij was een zeer aktief man. die voortdurend in touw was voor de publieke zaak. Om in de na-oorlogse woningnood te voorzien werden meerdere bouwplan nen gerealiseerd: Vosseveld, Plasweg. Schoutenkampweg, Colenso en Noor- derweg. De aanzet werd gegeven voor het industrieterrein, waarbij de bedoe ling de werkgelegenheid voor Soesters minder kwetsbaar te maken, voor stond. Nauw was de heer Van Zadel hoff betrokken bij het stichten van het Kompostbedrijf Baarn/Soest. „Wethouder Van Zadelhoff vroeg veel van zijn medewerkers, maar stimu leerde hen ook en was hun tot steun. Hij toonde steeds belangstelling voor hun persoonlijk wel en wee. Bij hen die het voorrecht hadden met hem samen te werken en die hem van meer nabij hebben gekend, leeft hij in dankbare herinnering voort", aldus de heer Plomp. Staande werd de overledene daarna enige ogenblikken in stilte herdacht. De Volksuniversiteit Soest/Soester- berg beschikt per 1 februari 1980 over een kantoorruimte. Door medewerking van de kunstenaarsvereniging „Arti- shock" krijgt de V.U., zij het voorlopig, de beschikking over de studio gelegen direkt rechts achter de hoofdingang van het Artishockgebouw, Steenhoff- straat 46, Soest. De V.U. is van plan daar ingaande 0 februari a.s. elke woensdag van 9 tot 12 uur zitting te houden en gedurende de inschrijfperiode van half augustus tot half september elke werkdag aanwezig te zijn. Het telefoonnummer blijft 22195. De V.U. hoopt nu haar kursisten beter van dienst te kunnen zijn en ook tot een nog betere samenwerking met Artishock te komen. Kom keukens kijken, zowel in kunststof als in massief hout en profiteer van onze premie voor gratis inbouwapparatuur. 5 topmerken 50 modellen 500 mz showroom bij de-makkelijk bereikbare keukenspeciahst van midden-Nederland del^eukenbeurs ^^budenberg

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1980 | | pagina 11