Zelf de beste hypotheek kiezen
De keuze van de hypotheeksoort
Kosten- en inkomensgrens
Vereniging
eigen huis
Lineaire hypotheek
Levenhypotheek
Annuïteitenhypotheek
Groeihypotheek
stemming van de vereniging^gen H*'vriendelijke toe
gelegenheid daarvan kennis t»."^£ ^!"s stellen wij U in de
dat het onderwerp „alles over hv™thLbvengens zij opgemerkt
opgeleverd dan op deze na oiwo meer leesstof heeft
dit onderwerp worden geïnfomf fedrukt-wut U volledig over
pagina het adres van *1" vindt U elders °P deze
informatie kan worden aangevr^df HUiS WaaF "adeFe
Hypotheekbemiddeling is financieel gezien
een zeer aantrekkelijke aangelegenheid
Het legt de bemiddelaars (meestal
makelaars of assurantietussenpersonen)
geen windeieren. Van de banken en
levensverzekeringsmaatschappijen
ontvangen zij namelijk een provisie die
naast de hoogte van het hypotheekbedrag
ook nog afhankelijk is van de soort
hypotheek. Daarom kan het geen kwaad
zich te wapenen met voldoende informatie.
Voor een lineaire of annuïteitenhypotheek
bedraagt de provisie meestal een half
procent van het hypotheekbedrag. Weet
de bemiddelaar naast de hypotheek ook
nog een overlijdensrisicoverzekering af
te sluiten, dan is de provisie hiervan
doorgaans één procent van het verzekerde
bedrag. Bij een hypotheek van 100.000
en een overlijdensrisicoverzekering voor
hetzelfde bedrag ontvangt de
bemiddelaar dan 500 hypotheekprovisie
en 1.000 verzekeringsprovisie, in totaal
flus 1.500. Sluit hij echter een
levenhypotheek ad 100.000 af met een
verzekerd kapitaal van 80.000, dan
ontvangt de tussenpersoon aan provisie
zo'n 2.000. Bij hogere
hypotheekbedragen nemen de verschillen
uiteraard ook toe.
Het sluiten van levenhypotheken is
financieel daarom veel interessanter dan
van andere hypotheekvormen. In ieder
geval interessanter voor de bemiddelaar;
voor de consument meestal niet.
U raadt het al wat er in de praktijk nog
weieens gebeurt. Door dit provisiesysteem
wordt het voor de bemiddelaar erg
verleidelijk om de consument in de
richting van een levenhypotheek te
adviseren.
Bij het „verkopen" van hypotheken wordt
vaak gebruik gemaakt van zeer
ingewikkelde berekeningen. Hieruit moet
dan veelal blijken, dat het voor de koper
van een woning voordeliger is om een
levenhypotheek te nemen in plaats van
een annuïteitenhypotheek.
De rekentruc van vroeger heeft nu
plaatsgemaakt voor indrukwekkende
computervergelijkingen. De
verschillende hypotheekvormen
worden door de computer met elkaar
vergeleken. Computers zijn natuurlijk
prachtige apparaten maar wel volledig
afhankelijk van de gegevens die erin
worden gestopt. Daar zit 'em de kneep.
Als men uitgaat van een aantal variabele
gegevens en een vergelijking over een
periode van 30 jaar opstelt, dan is het
Hypotheken zijn in vier hoofdvormen te
onderscheiden, namelijk een lineaire of
rechtlijnige hypotheek, een
annuïteitenhypotheek, een
groeihypotheek en een levenhypotheek.
Hieruit zal een keuze gemaakt moeten
worden. Daarom geven wij in dit
hoofdstuk eerst een uiteenzetting wat
deze vier hypotheeksoorten precies
inhouden. Dit verduidelijken wij met
grafieken waarin het verloop en de
opbouw van de jaarlasten gedurende de
looptijd van de lening staan aangegeven.
Tevens geven wij de voor- en nadelen
van deze hypotheeksoortèn aan.
rentedeel
fiscaal aftrekbaar
aflossingsdeel
©0 rntt
jaarlijks te betalen bedrag
rentedeel fiscaal aftrekbaar
30 jaar
Bij een lineaire hypotheek - ook wel
rechtlijnige hypotheek genoemd - betaalt
u jaarlijks een vaste aflossing en
daarnaast rente over het nog
verschuldigde bedrag. Het jaarlijks te
betalen bedrag aan rente en aflossing
neemt dus in de loop der tijd af.
Een lineaire hypotheek - ook wel
rechtlijnige hypotheek genoemd - is over
het algemeen niet aan te raden.
Deze vorm is niet aantrekkelijk, omdat
de hoogste lasten in de beginjaren
moeten worden opgebracht. In de meeste
gevallen is het inkomen dan het laagst.
Als het inkomen stijgt, gaan de
hypotheeklasten naar beneden. De lasten
ontwikkelen zich dus in een andere
richting dan het inkomen.
In de praktijk betekent dit, dat de
lineaire hypotheek moeilijk toepasbaar is.
De annuïteitenhypotheek komt aan deze
bezwaren tegemoet. De lineaire
hypotheek is feitelijk uitsluitend geschikt
voor mensen die op niet al te lange
termijn een verlaging van hun inkoriien
verwachten en hierop vooruitlopend de
lening snel willen aflossen. Hier valt
bijvoorbeeld te denken aan mensen die
met pensioen gaan.
jaarlijks te betalen bedrag
afhankelijk van de leeftijd van de
verzekerde en het verzekerd kapitaal.
Tips
Men moet hierbij op de volgende zaken
letten:
Het is verstandig om de premies en
voorwaarden te vergelijken, want er
komen zeer aanzienlijke verschillen
voor.
Indien men ongehuwd is en blijft,
heeft een dergelijke verzekering in
het algemeen geen zin. Men kan zich
dus de premie besparen.
Heeft men al een levensverzekering,
dan dient men daar natuurlijk
rekening mee te houden.
Indien de echtgenote na het overlijden
van haar man gezien haar (vorig)
beroep en/of opleiding weer
gemakkelijk een funktie zou kunnen
gaan bekleden, dan kan men een
„eigen risico" aanvaarden door
bijvoorbeeld voor 70 a 80% van het
leningsbedrag een
overlijdensrisicoverzekering af te
sluiten.
De overlijdensrisicoverzekering kan
later altijd nog worden verlaagd of
verhoogd. Bij een hypotheek met
levensverzekering is de
overlijdensrisicoverzekering
automatisch (via de bijgesloten
verzekering) inbegrepen.
rentedeel
fiscaal aftrekbaar
30 jaar
Bij een annuïteitenhypotheek zijn de
rente en de aflossing zo berekend, dat u
over de gehele looptijd maandelijks
hetzelfde bedrag betaalt. Dit bedrag is
dan zodanig opgebouwd, dat u in de
eerste jaren veel rente en weinig
aflossing betaalt en in de laatste jaren
precies andersom.
In verreweg de meeste gevallen gaat
onze voorkeur uit naar een
annuïteitenhypotheek. In de praktijk
komt deze het beste tegemoet aan de
eisen die aan een hypotheek gesteld
mogen worden en is het voordeligst.
Wij adviseren om naast de
annuïteitenhypotheek een
overlijdensrisicoverzekering af te sluiten.
Dit is een verzekering die tot uitkering
komt, indien de verzekerde komt te
overlijden. De premie van een dergelijke
verzekering is over het algemeen
betrekkelijk gering. De premie is
jaarlijks te betalen bedrag
aflossingsdeel
rentedeel
fiscaal
aftrekbaar
30 jaar
De groeihypotheek is een variant op de
annuïteitenhypotheek en wordt
gekenmerkt door de lage beginlasten. Dit
is mogelijk door de eerste jaren minder
te betalen dan er feitelijk aan rente en
aflossing zou moeten worden betaald.
Wat men tekort betaalt, wordt bij de
hoofdsom opgeteld. Het
hypotheekbedrag wordt hierdoor dus
groter. De lasten laat men gedurende een
aantal jaren met het inkomen
meegroeien, totdat het inkomen
voldoende is om de hypotheek
gedurende de resterende jaren af te
lossen. De lasten blijven dan constant.
Een groeihypotheek kan soms uitkomst
bieden, als het inkomen net niet
voldoende is om de hypotheeklast van
een bepaald huis op te brengen.
Groeiperiode
Gedurende de groeiperiode wordt beslag
gelegd op de stijging van het inkomen. In
het verleden hebben wij diverse malen
gewaarschuwd tegen de risico's van een
groeihypotheek. Als de
inkomensontwikkeling minder hard
verloopt dan in eerste instantie werd
voorzien, dan kan men daardoor in zeer
grote financiële problemen komen. Men
heeft zich namelijk vastgelegd op een
stijgende woonlast.
Daarnaast verstrekken sommige banken
groeihypotheken met een vijf jaar vaste
rentevoet. Een verhoging van de
rentevoet na afloop van de eerste
vijfjarige periode betekent een extra
verhoging van de woonlasten. Deze
verhoging kan naast de al
overeengekomen periodieke stijgingen
ver uitgaan boven de groei van het
inkomen. Men kan hierdoor worden
gedwongen relatief èen steeds groter
gedeelte van het inkomen aan het wonen
te besteden. Ook de Bemiddelende
Organen (dit zijn instanties die
gemeenten adviseren bij het verlenen
van gemeentegaranties) hebben ingezien,
dat de risico's van groeihypotheken groot
zijn. Zij hebben bepaald, dat de jaarlijkse
groei van de lasten niet meer dan vier
procent mag bedragen.
Vooral onder de huidige omstandigheden
waarbij loonstijgingen beslist niet meer
zo vanzelfsprekend zijn, is een
groeihypotheek riskant. De stijging van
de woonlasten kan dan wel eens te
zwaar worden met alle nare gevolgen
van dien.
Bij een premiekoopwoning is een
groeihypotheek onder meer af te raden,
omdat er al een groei in de maandlasten
wordt veroorzaakt door het jaarlijks
minder worden van de subsidie. Het
naast de afbouw van de subsidie
toepassen van een groeihypotheek zou
een dubbele stijging van de woonlasten
betekenen.
30 jaar
Aan een levenhypotheek is een
levensverzekering gekoppeld. U krijgt
een lening waarbij u niets hoeft af te
lossen. U betaalt alleen de rente.
Hierdoor blijft de fiscale aftrekpost iéder
jaar gëlijk. U bent échter wel verplicht
om een zogenaamde gemengde
verzekering af te sluiten. Hiervoor moet
men ieder jaar een gelijkblijvende premie
betalen. Uit de afgesloten
levensverzekering wordt de lening in één
keer afgelost aan het einde van de
looptijd van de lening of bij eerder
overlijden van de verzekerde.
Het totaal bedrag dat aan rente en
aflossing aan de
levensverzekeringsmaatschappij betaald
moet worden, is aanzienlijk meer dan bij
welke andere hypotheekvorm ook. Over
een periode van dertig jaar gerekend kan
door de constante fiscale aftrekpost en
het hieruit voortvloeiende
belastingvoordeel, een levenhypotheek in
enkele gevallen voordelig zijn.
Bij een levenhypotheek is er feitelijk
sprake van twee overeenkomsten,
namelijk één voor de hypotheek en één
voor de gemengde verzekering.
In de offerte voor de hypotheek wordt
het tarief van de verplichte
levensverzekering meestal met een
code aangeduid. Het is verstandig met
acceptatie van de hypotheekaanbieding
en passering van de hypotheekakte te
wachten, totdat men de voorwaarden
van de gemengde verzekering zwart op
wit in huis heeft.
Doet men dit niet dan kan men na het
passeren van de akte worden
geconfronteerd met aanzienlijk hogere
premies door niet voorziene verhoogde
medische risico's of fouten in de
voorlichting door tussenpersonen.
Meestal trekt de verzekerde in zulke
gevallen aan het kortste eind.
De redenen hiervan:
De maatschappij is niet gebonden aan
een door de tussenpersoon opgegeven
premie.
Bij veel maatschappijen heeft de
inspecteur geen offertebevoegdheid,
zodat de maatschappij niet aan diens
premie-opgave gebonden is.
De verzekerde heeft het door de
maatschappij in de hypotheekofferte
vermelde codetarief geaccepteerd.
De verstrekte offertes gelden onder
voorbehoud van een medische
keuring.
Er is voor de verzekerde ook geen weg
terug, als de hypotheekakte eenmaal tot
stand is gekomen. Hij zal in de praktijk
elke premieverhoging noodgedwongen
moeten accepteren.
De gemengde verzekering komt tot
uitkering ofwel aan het einde van de
contractuele periode, zodat met de
uitkering in één keer de hele hypotheek
afgelost kan worden, ofwel bij een
eventueel voortijdig overlijden.
Dood in de spaarpot
De een zijn dood is de ander zijn brood.
Dat geldt ook voor de
levensverzekeringsmaatschappijen. De
premie van een gemengde verzekering is
namelijk opgebouwd uit verschillende
elementen: 59,5% van de premie is
volgens de verzekeraars bestemd voor de
spaarpremie, waaruit een spaarpot
gevormd wordt voor de uitkering aan het
einde van de contractuele periode:
Om een hypotheek te verkrijgen zult u
aan bepaalde eisen moeten voldoen voor
wat betreft uw bruto inkomen (inclusief
risico bijzonder groot, dat er van de hele
berekening niets meer klopt, zodra één van
de ingevoerde gegevens is gewijzigd.
De kans, dat er iets verandert is nogal
groot. Wie garandeert immers, dat de
rentevoet 30 jaar lang ongewijzigd blijft?
Blijft het belastingtarief hetzelfde? Blijft
degene die het geld wil lenen, 30 jaar in zijn
huis wonen? Komen er geen andere fiscale
aftrekposten bij? Blijft het inkomen steeds
op hetzelfde niveau? Neemt de inflatie niet
toe of af? Er is dus volop reden om niet
al te grote waarde te hechten aan
computervergelijkingen.
Tabel 1
Maximale woonbedragen per maand
(Norm B.O. mei 1979)
Bruto
inkomen
maandlast
18.000
353
19.000
373
20.000
392
ƒ21.000
412
22.000
431
ƒ23.000
479
24.000
500
25.000
521
ƒ26.000
542
27.000
563
28.000
583
29.000
604
30.000
f 667
f31.000
689
ƒ32.000
711
33.000
733
34.000
756
ƒ35.000
778
ƒ36.000
800
ƒ37.000
822
ƒ38.000
845
ƒ39.000
867
40.000
889
ƒ41.000
976
42.000
1.000
43.000
1.024
44.000
1.048
ƒ45.000
1.071
46.000
1.095
47.000
ƒ1.119
ƒ48.000
1.143
49.000
1.167
50.000
1.190
51.000
1.214
52.000
1.238
ƒ53.000
1.262
54.000
1.286
ƒ55.000
1.310
56.000
1.333
57.000
ƒ1.357
58.000
1.381
ƒ59.000
1.405
60.000
1.429
ƒ61.000
1.564
62.000
1.590
63.000
1.615
64.000
1.641
65.000
1.667
66.000
1-692
67.000
1.718
vakantietoeslag, kinderbijslag, tantième
enzovoort. Hiervoor zijn normen
vastgesteld door de Bemiddelende
Organen ten behoeve van de
gemeente-garantie-aanvraag.
Veiligheidshalve zullen de meeste
financieringsinstellingen deze normen
ook hanteren indien de koopsom van het
huis buiten de garantieregeling valt en er
dus geen garantie voor de lening kan
worden aangevraagd.
Bij nieuwbouwwoningen met subsidie is
deze norm niet alleen van belang om te
bepalen wat uw maximale maandtermijn
mag zijn in het eerste jaar (als de
subsidie het hoogst is!) maar ook voor
het jaar waarin geen subsidie meer wordt
uitgekeerd en u zelf de volledige
maandtermijn moet betalen.
Uw inkomen moet dan zodanig
„gegroeid" zijn dat u ook op dat tijdstip
eenzelfde evenredig deel van uw
inkomen „verwoont", als bij de aanvang
van de lening. Het groeipercentage is bij
de vaststelling van de maximale woonlast
gesteld op 4% per jaar.
Maandlasten
De maandlasten van een annuïteiten
hypotheek kunt u zelf berekenen aan
de hand van tabel II
Voorbeeld:
Bij een hypotheek van 120.000 bij een
rente van 9,5% betaalt u per maand 120
x 8,74 1049,-
Wat kunt u maximaal lenen?
Voorbeeld:
U hebt een inkomen van 35.000 Per
maand mag u volgens tabel I een bedrag
verwonen van 778. Met deze
toegestane woonlast kunt u dus
bijvoorbeeld bij een rentepercentage van
9 een bedrag lenen van:
maxim. last p.m.
kosten per 1.000 p.m.
ƒ95.000
(afgerond
naar
beneden)
Tabel II
Voor elke 1.000 hypotheek betaalt
u per maand:
bij een
rente
een bedrag
percentage
van
van
7
6.72
7,25%
6.89
7,5
7,06
7,75%
7,23
8
7,40
8,25%
7,58
8,5
7,75
8,75%
7.93
9
8,11
9,25%
8.29
9,5
8,47
9,75%
8,66
10
8,84
10,25%
9,03
10,5
9,21
10,75%
9,40
11
9,59
11,25%
9,77
11,5
9,96
11,75%
10,15
Hoe werken de normen bij een
bepaalde koopsom of
leningsbedrag?
Ook dit is nu makkelijk uit te rekenen.
Voorbeeld:
Stel dat u een nieuwbouwhuis zou willen
kopen dat totaal 135.000 kost, waarop
u dan 2950 - rijkssubsidie krijgt als
eerste jaarlijkse bijdrage. Stel verder dat
de hypotheekrente 9% bedraagt. Per jaar
kost de hypotheek u dan volgens tabel II:
135 x 8,11 x 12 13.138. Het eerste
jaar verwoont u dan:
13.138 minus de subsidie zijnde
ƒ2950,-10.188.
Per maand is dit 849. Volgens tabel I
moet uw inkomen dan 38.000
bedragen.
Zonder subsidie (dus bij bestaande
woningen) zou in dit geval uw inkomen
aanmerkelijk hoger moeten zijn. Dit is
alsvolgt te berekenen.
Jaarlast 13.138. Dit komt overeen
met 1.095 per maand. Volgens tabel I
is het vereiste inkomen dan 46.000.
De premie voor dekking door middel van
een overlijdensrisicoverzekering moet u
overigens nog bij de maandlasten
optellen. Voor bijvoorbeeld een 35-jarige
man bij een dekking van 108.000 zal
de premie per jaar ongeveer 470
bedragen of wel 39,50 per maand.
Bij de vraag of u gemeentegarantie
krijgt, blijft de ORV-premie buiten
beoordeling.
10,5% is bestemd voor de premie van de
overlijdensrisicoverzekering;
1,5% is bestemd voor vrijstelling van
premiebetaling bij invaliditeit;
de resterende 28,5% gaat op aan
administratiekosten, provisies en
dergelijke.,
i Over het Rendement op de gevojmde
spaarpot hullen de verzekeraars zich in
1 diep stilzwijgen. Maarwat gebeurt er* nu-
als de verzekerde voor het einde van de
contractuele periode overlijdt? Juist, de
overlijdensrisicoverzekering komt tot
uitkering en hieruit kan de hypotheek
worden afgelost. De spaarpot van de
verzekerde vervalt aan de
verzekeringsmaatschappij.
Winstuitkering
Het verzekerd kapitaal kan meestal lager
zijn dan het hypotheekbedrag, omdat de
verzekeringsmaatschappijen naast het
verzekerd kapitaal ook nog een
winstuitkering aan hun klanten geven.
Het verzekerd kapitaal en de
winstuitkering moeten samen voldoende
zijn om de hypotheek af te lossen. Als de
winstuitkering erg hoog is, houdt u
misschien nog iets over. Als de inflatie in
het huidige tempo doorgaat, hoeft u daar
niet al te optimistisch over te zijn.
Voor de berekening van de
winstuitkering worden twee methoden
toegepast:
De vereniging eigen huis is een
onafhankelijke consumenten- en
serviceorganisatie op het gebied van de
eigen woning die zonder winstoogmerk
de belangen van haar leden behartigt. De
vereniging is in 1974 opgericht. De
contributie bedraagt 20,50 per jaar.
Wat doet de vereniging voor haar leden?
De leden ontvangen het
verenigingsmaandblad De
Woonconsument met objectieve
informatie.
De vereniging verstrekt individuele
adviezen: financiële, juridische en
bouwkundige.
Leden kunnen profiteren van de veel
omvattende bouwtechnoservice:
beoordeling van bestek en
tekeningen, aankoopkeuring van
bestaande woningen,
offerte-beoordeling, technische
bijstand bij de oplevering van de
woning en technisch
onderhoudsadvies.
De vereniging biedt haar leden
verzekeringen aan tegen scherpe
tarieven en zeer gunstige
consumentenvoorwaarden.
Leden kunnen via de vereniging een
ondërhoudsabonnement voor de
centrale verwarming afsluiten.
Op vertoon van de lidmaatschapskaart
krijgen leden kortingen in een aantal
landelijke zaken (onder andere op
bouwmaterialen).
Adres
Het adres van de vereniging eigen huis:
Kamp 42, 3811 AS Amersfoort, tel.
(033) 750974.
1. Een winstuitkering die ieder jaar
wordt bijgeschreven bij het verzekerd
kapitaal en gekoppeld is aan de
bedrijfsresultaten. Maakt de
maatschappij geen winst, dan volgt er
geen winstbijschrijving. Vooral over
een langere periode is de totale
fióogte van de winstbijschrijving
uiteraard niet te voorspellen. Er is
dan ook geen énkele maatschappij die
hierover enige garantie kan geven.
2. De winstuitkering die gekoppeld is
aan het jaarlijks rendement van
beleggingen.
De wijze van berekening van de
winstbijschrijving is dusdanig
ingewikkeld, dat het voor een leek
onmogelijk is om een en ander te
controleren. Hierdoor kunnen in de
praktijk vreemde situaties ontstaan.
Dezelfde premies
De meeste
levensverzekeringsmaatschappijen zijn
verenigd in de Nederlandse Vereniging
van Levensverzekeraars, de NVL. Dit
machtige kartel zorgt ervoor, dat de bij
haar aangesloten
levensverzekeringsmaatschappijen
dezelfde premies hanteren. Het maakt
daarom weinig uit of men de
levensverzekering bij de ene of de
andere NVBL-maatschappij afsluit. Men
betaalt vrijwel dezelfde premie. Hoewel
men dezelfde premie betaalt en hiervoor
ook hetzelfde zou mogen verwachten,
blijken de winstbijschrijvingen van de
verschillende maatschappijen nogal
uiteen te lopen. Hierdoor kunnen grote
verschillen tussen de maatschappijen
onderling ontstaan.
Afkoopwaarde
Indien een verzekerde een afgesloten
levensverzekering wil beëindigen, kan de
verzekering worden afgekocht. Dit wil
zeggen dat de verzekering wordt
stopgezet en de
verzekeringsmaatschappij de inhoud van
de „spaarpot" aan de verzekerde
uitkeert. Over de berekening van de
inhoud - de afkoopwaarde - komen veel
vragen en klachten voor. Zij hebben alle
dezelfde achtergrond, namelijk dat men
teleurgesteld is over het gespaarde
bedrag dat wordt uitgekeerd. Dit bedrag
staat in geen verhouding tot de betaalde
premies. Deze materie is vrijwel
ondoorgrondelijk. De
verzekeringsmaatschappijen zijn vrij in
het kiezen van de grondslag waarop de
afkoopwaarde wordt berekend. Over het
rendement op het spaargedeelte is dus
weinig te zeggen.
Argumenten
In verreweg de meeste gevallen is een
hypotheek met'levensverzekering
onvoordeliger dan een
annuïteitenhypotheek. Wij baseren deze
conclusie op de volgende argumenten:
A. De woonlast per jaar is bij de
levenhypotheek zeker de eerste 10
jaren veel hoger dan bij een
annuïteitenhypotheek,
b. Bij de levenhypotheken wordt vaak
als argument naar voren gebracht dat
uw belastingvoordeel veel groter zou
zijn dan bij een annuïteitenhypotheek.
Dit argument gaat echter uitsluitend
op als:
- u een inkomen hebt van ca.
70.000,- per jaar of meer;
- u gedurende de looptijd van de
hypotheek (meestal 30 jaar) geen
atjdere zaken gaat financieren
(bijvoorbeeld een auto of boot, of
een tweede hypotheek neemt);
- u gedurende dertig jaren geen
andere aanmerkelijke inkomens
aftrekken zou hebben (bijvoorbeeld
studerende kinderen);
- het belastingsysteem in de toekomst
niet gaat veranderen. Indien aan
deze voorwaarden niet wordt
voldaan (wat waarschijnlijk het
geval is) kunt u het grotere
belastingvoordeel van de
levenhypotheek rustig vergeten.
Gedurende de eerste 10 jaren is het
belastingvoordeel van de
levenhypotheek en de
annuïteitenhypotheek overigens
vrijwel gelijk.
Denkt u er wel aan, dat als u een
levenhypotheek hebt en u wilt na
bijvoorbeeld 10 jaar de eerste hypotheek
verhogen, u ook de levensverzekering tot
circa 80% van het nieuwe leningsbedrag
zult moeten verhogen. U bent inmiddels
wel 10 jaar ouder en de premie voor het
op te trekken levensverzekeringsbedrag
zal aanmerkelijk duurder zijn.
Er zijn echter omstandigheden waarbij
een levenhypotheek voordeliger of soms
zelfs de enige mogelijkheid is om een
hypotheek af te sluiten. Dat is wanneer u
een bestaand huis wilt kopen, waarbij
geen gemeentegarantie wordt verstrekt
en u niet de beschikking hebt over een
behoorlijk bedrag aan eigen geld (globaal
30 a 40% van de koopsom).
Tophypotheek of
levenhypotheek
U hebt in dat geval nog maar twee
mogelijkheden, te weten een
„tophypotheek" voor het meerdere
boven 60 a 70% van de
koopsom, of een levenhypotheek.
Een levenhypotheek is in die gevallen
dan vaak voordeliger.
■»>NG E*0
Vaak hoeft u bij een levenhypotheek niet
voor het volle leningsbedrag een
verzekering af te sluiten. U kunt dan
bijvoorbeeld 100.000,- lenen en u
hoeft maar voor 75.000,- een
levensverzekering af te sluiten.
Aangezien u dan uiteraard ook minder
premie betaalt, raden wij u aan dit altijd
te doen.
Bepaalde maatschappijen verstrekken
deze faciliteit niet. Voor u dus zoveel te
meer reden om verschillende offertes te
vragen en die te vergelijken!
Ook bij een levensverzekering voor 75%
van het leningsbedrag zal aan het eind
van de dertig jaar toch uw volledige,
schuld afgelost kunnen worden, omdat u
naast het verzekerde bedrag ook nog een
winstuitkering krijgt.
Hoe hoog die uitkering is valt niet te
zeggen, maar veiligheidshalve kan een
winstuitkering gelijk aan de ontbrekende
25% in ieder geval wel aangenomen
worden.