Zelf de beste hypotheek kiezen De keuze van de hypotheeksoort Kosten- en inkomensgrens Vereniging eigen huis Lineaire hypotheek Levenhypotheek Annuïteitenhypotheek Groeihypotheek stemming van de vereniging^gen H*'vriendelijke toe gelegenheid daarvan kennis t»."^£ ^!"s stellen wij U in de dat het onderwerp „alles over hv™thLbvengens zij opgemerkt opgeleverd dan op deze na oiwo meer leesstof heeft dit onderwerp worden geïnfomf fedrukt-wut U volledig over pagina het adres van *1" vindt U elders °P deze informatie kan worden aangevr^df HUiS WaaF "adeFe Hypotheekbemiddeling is financieel gezien een zeer aantrekkelijke aangelegenheid Het legt de bemiddelaars (meestal makelaars of assurantietussenpersonen) geen windeieren. Van de banken en levensverzekeringsmaatschappijen ontvangen zij namelijk een provisie die naast de hoogte van het hypotheekbedrag ook nog afhankelijk is van de soort hypotheek. Daarom kan het geen kwaad zich te wapenen met voldoende informatie. Voor een lineaire of annuïteitenhypotheek bedraagt de provisie meestal een half procent van het hypotheekbedrag. Weet de bemiddelaar naast de hypotheek ook nog een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten, dan is de provisie hiervan doorgaans één procent van het verzekerde bedrag. Bij een hypotheek van 100.000 en een overlijdensrisicoverzekering voor hetzelfde bedrag ontvangt de bemiddelaar dan 500 hypotheekprovisie en 1.000 verzekeringsprovisie, in totaal flus 1.500. Sluit hij echter een levenhypotheek ad 100.000 af met een verzekerd kapitaal van 80.000, dan ontvangt de tussenpersoon aan provisie zo'n 2.000. Bij hogere hypotheekbedragen nemen de verschillen uiteraard ook toe. Het sluiten van levenhypotheken is financieel daarom veel interessanter dan van andere hypotheekvormen. In ieder geval interessanter voor de bemiddelaar; voor de consument meestal niet. U raadt het al wat er in de praktijk nog weieens gebeurt. Door dit provisiesysteem wordt het voor de bemiddelaar erg verleidelijk om de consument in de richting van een levenhypotheek te adviseren. Bij het „verkopen" van hypotheken wordt vaak gebruik gemaakt van zeer ingewikkelde berekeningen. Hieruit moet dan veelal blijken, dat het voor de koper van een woning voordeliger is om een levenhypotheek te nemen in plaats van een annuïteitenhypotheek. De rekentruc van vroeger heeft nu plaatsgemaakt voor indrukwekkende computervergelijkingen. De verschillende hypotheekvormen worden door de computer met elkaar vergeleken. Computers zijn natuurlijk prachtige apparaten maar wel volledig afhankelijk van de gegevens die erin worden gestopt. Daar zit 'em de kneep. Als men uitgaat van een aantal variabele gegevens en een vergelijking over een periode van 30 jaar opstelt, dan is het Hypotheken zijn in vier hoofdvormen te onderscheiden, namelijk een lineaire of rechtlijnige hypotheek, een annuïteitenhypotheek, een groeihypotheek en een levenhypotheek. Hieruit zal een keuze gemaakt moeten worden. Daarom geven wij in dit hoofdstuk eerst een uiteenzetting wat deze vier hypotheeksoorten precies inhouden. Dit verduidelijken wij met grafieken waarin het verloop en de opbouw van de jaarlasten gedurende de looptijd van de lening staan aangegeven. Tevens geven wij de voor- en nadelen van deze hypotheeksoortèn aan. rentedeel fiscaal aftrekbaar aflossingsdeel ©0 rntt jaarlijks te betalen bedrag rentedeel fiscaal aftrekbaar 30 jaar Bij een lineaire hypotheek - ook wel rechtlijnige hypotheek genoemd - betaalt u jaarlijks een vaste aflossing en daarnaast rente over het nog verschuldigde bedrag. Het jaarlijks te betalen bedrag aan rente en aflossing neemt dus in de loop der tijd af. Een lineaire hypotheek - ook wel rechtlijnige hypotheek genoemd - is over het algemeen niet aan te raden. Deze vorm is niet aantrekkelijk, omdat de hoogste lasten in de beginjaren moeten worden opgebracht. In de meeste gevallen is het inkomen dan het laagst. Als het inkomen stijgt, gaan de hypotheeklasten naar beneden. De lasten ontwikkelen zich dus in een andere richting dan het inkomen. In de praktijk betekent dit, dat de lineaire hypotheek moeilijk toepasbaar is. De annuïteitenhypotheek komt aan deze bezwaren tegemoet. De lineaire hypotheek is feitelijk uitsluitend geschikt voor mensen die op niet al te lange termijn een verlaging van hun inkoriien verwachten en hierop vooruitlopend de lening snel willen aflossen. Hier valt bijvoorbeeld te denken aan mensen die met pensioen gaan. jaarlijks te betalen bedrag afhankelijk van de leeftijd van de verzekerde en het verzekerd kapitaal. Tips Men moet hierbij op de volgende zaken letten: Het is verstandig om de premies en voorwaarden te vergelijken, want er komen zeer aanzienlijke verschillen voor. Indien men ongehuwd is en blijft, heeft een dergelijke verzekering in het algemeen geen zin. Men kan zich dus de premie besparen. Heeft men al een levensverzekering, dan dient men daar natuurlijk rekening mee te houden. Indien de echtgenote na het overlijden van haar man gezien haar (vorig) beroep en/of opleiding weer gemakkelijk een funktie zou kunnen gaan bekleden, dan kan men een „eigen risico" aanvaarden door bijvoorbeeld voor 70 a 80% van het leningsbedrag een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. De overlijdensrisicoverzekering kan later altijd nog worden verlaagd of verhoogd. Bij een hypotheek met levensverzekering is de overlijdensrisicoverzekering automatisch (via de bijgesloten verzekering) inbegrepen. rentedeel fiscaal aftrekbaar 30 jaar Bij een annuïteitenhypotheek zijn de rente en de aflossing zo berekend, dat u over de gehele looptijd maandelijks hetzelfde bedrag betaalt. Dit bedrag is dan zodanig opgebouwd, dat u in de eerste jaren veel rente en weinig aflossing betaalt en in de laatste jaren precies andersom. In verreweg de meeste gevallen gaat onze voorkeur uit naar een annuïteitenhypotheek. In de praktijk komt deze het beste tegemoet aan de eisen die aan een hypotheek gesteld mogen worden en is het voordeligst. Wij adviseren om naast de annuïteitenhypotheek een overlijdensrisicoverzekering af te sluiten. Dit is een verzekering die tot uitkering komt, indien de verzekerde komt te overlijden. De premie van een dergelijke verzekering is over het algemeen betrekkelijk gering. De premie is jaarlijks te betalen bedrag aflossingsdeel rentedeel fiscaal aftrekbaar 30 jaar De groeihypotheek is een variant op de annuïteitenhypotheek en wordt gekenmerkt door de lage beginlasten. Dit is mogelijk door de eerste jaren minder te betalen dan er feitelijk aan rente en aflossing zou moeten worden betaald. Wat men tekort betaalt, wordt bij de hoofdsom opgeteld. Het hypotheekbedrag wordt hierdoor dus groter. De lasten laat men gedurende een aantal jaren met het inkomen meegroeien, totdat het inkomen voldoende is om de hypotheek gedurende de resterende jaren af te lossen. De lasten blijven dan constant. Een groeihypotheek kan soms uitkomst bieden, als het inkomen net niet voldoende is om de hypotheeklast van een bepaald huis op te brengen. Groeiperiode Gedurende de groeiperiode wordt beslag gelegd op de stijging van het inkomen. In het verleden hebben wij diverse malen gewaarschuwd tegen de risico's van een groeihypotheek. Als de inkomensontwikkeling minder hard verloopt dan in eerste instantie werd voorzien, dan kan men daardoor in zeer grote financiële problemen komen. Men heeft zich namelijk vastgelegd op een stijgende woonlast. Daarnaast verstrekken sommige banken groeihypotheken met een vijf jaar vaste rentevoet. Een verhoging van de rentevoet na afloop van de eerste vijfjarige periode betekent een extra verhoging van de woonlasten. Deze verhoging kan naast de al overeengekomen periodieke stijgingen ver uitgaan boven de groei van het inkomen. Men kan hierdoor worden gedwongen relatief èen steeds groter gedeelte van het inkomen aan het wonen te besteden. Ook de Bemiddelende Organen (dit zijn instanties die gemeenten adviseren bij het verlenen van gemeentegaranties) hebben ingezien, dat de risico's van groeihypotheken groot zijn. Zij hebben bepaald, dat de jaarlijkse groei van de lasten niet meer dan vier procent mag bedragen. Vooral onder de huidige omstandigheden waarbij loonstijgingen beslist niet meer zo vanzelfsprekend zijn, is een groeihypotheek riskant. De stijging van de woonlasten kan dan wel eens te zwaar worden met alle nare gevolgen van dien. Bij een premiekoopwoning is een groeihypotheek onder meer af te raden, omdat er al een groei in de maandlasten wordt veroorzaakt door het jaarlijks minder worden van de subsidie. Het naast de afbouw van de subsidie toepassen van een groeihypotheek zou een dubbele stijging van de woonlasten betekenen. 30 jaar Aan een levenhypotheek is een levensverzekering gekoppeld. U krijgt een lening waarbij u niets hoeft af te lossen. U betaalt alleen de rente. Hierdoor blijft de fiscale aftrekpost iéder jaar gëlijk. U bent échter wel verplicht om een zogenaamde gemengde verzekering af te sluiten. Hiervoor moet men ieder jaar een gelijkblijvende premie betalen. Uit de afgesloten levensverzekering wordt de lening in één keer afgelost aan het einde van de looptijd van de lening of bij eerder overlijden van de verzekerde. Het totaal bedrag dat aan rente en aflossing aan de levensverzekeringsmaatschappij betaald moet worden, is aanzienlijk meer dan bij welke andere hypotheekvorm ook. Over een periode van dertig jaar gerekend kan door de constante fiscale aftrekpost en het hieruit voortvloeiende belastingvoordeel, een levenhypotheek in enkele gevallen voordelig zijn. Bij een levenhypotheek is er feitelijk sprake van twee overeenkomsten, namelijk één voor de hypotheek en één voor de gemengde verzekering. In de offerte voor de hypotheek wordt het tarief van de verplichte levensverzekering meestal met een code aangeduid. Het is verstandig met acceptatie van de hypotheekaanbieding en passering van de hypotheekakte te wachten, totdat men de voorwaarden van de gemengde verzekering zwart op wit in huis heeft. Doet men dit niet dan kan men na het passeren van de akte worden geconfronteerd met aanzienlijk hogere premies door niet voorziene verhoogde medische risico's of fouten in de voorlichting door tussenpersonen. Meestal trekt de verzekerde in zulke gevallen aan het kortste eind. De redenen hiervan: De maatschappij is niet gebonden aan een door de tussenpersoon opgegeven premie. Bij veel maatschappijen heeft de inspecteur geen offertebevoegdheid, zodat de maatschappij niet aan diens premie-opgave gebonden is. De verzekerde heeft het door de maatschappij in de hypotheekofferte vermelde codetarief geaccepteerd. De verstrekte offertes gelden onder voorbehoud van een medische keuring. Er is voor de verzekerde ook geen weg terug, als de hypotheekakte eenmaal tot stand is gekomen. Hij zal in de praktijk elke premieverhoging noodgedwongen moeten accepteren. De gemengde verzekering komt tot uitkering ofwel aan het einde van de contractuele periode, zodat met de uitkering in één keer de hele hypotheek afgelost kan worden, ofwel bij een eventueel voortijdig overlijden. Dood in de spaarpot De een zijn dood is de ander zijn brood. Dat geldt ook voor de levensverzekeringsmaatschappijen. De premie van een gemengde verzekering is namelijk opgebouwd uit verschillende elementen: 59,5% van de premie is volgens de verzekeraars bestemd voor de spaarpremie, waaruit een spaarpot gevormd wordt voor de uitkering aan het einde van de contractuele periode: Om een hypotheek te verkrijgen zult u aan bepaalde eisen moeten voldoen voor wat betreft uw bruto inkomen (inclusief risico bijzonder groot, dat er van de hele berekening niets meer klopt, zodra één van de ingevoerde gegevens is gewijzigd. De kans, dat er iets verandert is nogal groot. Wie garandeert immers, dat de rentevoet 30 jaar lang ongewijzigd blijft? Blijft het belastingtarief hetzelfde? Blijft degene die het geld wil lenen, 30 jaar in zijn huis wonen? Komen er geen andere fiscale aftrekposten bij? Blijft het inkomen steeds op hetzelfde niveau? Neemt de inflatie niet toe of af? Er is dus volop reden om niet al te grote waarde te hechten aan computervergelijkingen. Tabel 1 Maximale woonbedragen per maand (Norm B.O. mei 1979) Bruto inkomen maandlast 18.000 353 19.000 373 20.000 392 ƒ21.000 412 22.000 431 ƒ23.000 479 24.000 500 25.000 521 ƒ26.000 542 27.000 563 28.000 583 29.000 604 30.000 f 667 f31.000 689 ƒ32.000 711 33.000 733 34.000 756 ƒ35.000 778 ƒ36.000 800 ƒ37.000 822 ƒ38.000 845 ƒ39.000 867 40.000 889 ƒ41.000 976 42.000 1.000 43.000 1.024 44.000 1.048 ƒ45.000 1.071 46.000 1.095 47.000 ƒ1.119 ƒ48.000 1.143 49.000 1.167 50.000 1.190 51.000 1.214 52.000 1.238 ƒ53.000 1.262 54.000 1.286 ƒ55.000 1.310 56.000 1.333 57.000 ƒ1.357 58.000 1.381 ƒ59.000 1.405 60.000 1.429 ƒ61.000 1.564 62.000 1.590 63.000 1.615 64.000 1.641 65.000 1.667 66.000 1-692 67.000 1.718 vakantietoeslag, kinderbijslag, tantième enzovoort. Hiervoor zijn normen vastgesteld door de Bemiddelende Organen ten behoeve van de gemeente-garantie-aanvraag. Veiligheidshalve zullen de meeste financieringsinstellingen deze normen ook hanteren indien de koopsom van het huis buiten de garantieregeling valt en er dus geen garantie voor de lening kan worden aangevraagd. Bij nieuwbouwwoningen met subsidie is deze norm niet alleen van belang om te bepalen wat uw maximale maandtermijn mag zijn in het eerste jaar (als de subsidie het hoogst is!) maar ook voor het jaar waarin geen subsidie meer wordt uitgekeerd en u zelf de volledige maandtermijn moet betalen. Uw inkomen moet dan zodanig „gegroeid" zijn dat u ook op dat tijdstip eenzelfde evenredig deel van uw inkomen „verwoont", als bij de aanvang van de lening. Het groeipercentage is bij de vaststelling van de maximale woonlast gesteld op 4% per jaar. Maandlasten De maandlasten van een annuïteiten hypotheek kunt u zelf berekenen aan de hand van tabel II Voorbeeld: Bij een hypotheek van 120.000 bij een rente van 9,5% betaalt u per maand 120 x 8,74 1049,- Wat kunt u maximaal lenen? Voorbeeld: U hebt een inkomen van 35.000 Per maand mag u volgens tabel I een bedrag verwonen van 778. Met deze toegestane woonlast kunt u dus bijvoorbeeld bij een rentepercentage van 9 een bedrag lenen van: maxim. last p.m. kosten per 1.000 p.m. ƒ95.000 (afgerond naar beneden) Tabel II Voor elke 1.000 hypotheek betaalt u per maand: bij een rente een bedrag percentage van van 7 6.72 7,25% 6.89 7,5 7,06 7,75% 7,23 8 7,40 8,25% 7,58 8,5 7,75 8,75% 7.93 9 8,11 9,25% 8.29 9,5 8,47 9,75% 8,66 10 8,84 10,25% 9,03 10,5 9,21 10,75% 9,40 11 9,59 11,25% 9,77 11,5 9,96 11,75% 10,15 Hoe werken de normen bij een bepaalde koopsom of leningsbedrag? Ook dit is nu makkelijk uit te rekenen. Voorbeeld: Stel dat u een nieuwbouwhuis zou willen kopen dat totaal 135.000 kost, waarop u dan 2950 - rijkssubsidie krijgt als eerste jaarlijkse bijdrage. Stel verder dat de hypotheekrente 9% bedraagt. Per jaar kost de hypotheek u dan volgens tabel II: 135 x 8,11 x 12 13.138. Het eerste jaar verwoont u dan: 13.138 minus de subsidie zijnde ƒ2950,-10.188. Per maand is dit 849. Volgens tabel I moet uw inkomen dan 38.000 bedragen. Zonder subsidie (dus bij bestaande woningen) zou in dit geval uw inkomen aanmerkelijk hoger moeten zijn. Dit is alsvolgt te berekenen. Jaarlast 13.138. Dit komt overeen met 1.095 per maand. Volgens tabel I is het vereiste inkomen dan 46.000. De premie voor dekking door middel van een overlijdensrisicoverzekering moet u overigens nog bij de maandlasten optellen. Voor bijvoorbeeld een 35-jarige man bij een dekking van 108.000 zal de premie per jaar ongeveer 470 bedragen of wel 39,50 per maand. Bij de vraag of u gemeentegarantie krijgt, blijft de ORV-premie buiten beoordeling. 10,5% is bestemd voor de premie van de overlijdensrisicoverzekering; 1,5% is bestemd voor vrijstelling van premiebetaling bij invaliditeit; de resterende 28,5% gaat op aan administratiekosten, provisies en dergelijke., i Over het Rendement op de gevojmde spaarpot hullen de verzekeraars zich in 1 diep stilzwijgen. Maarwat gebeurt er* nu- als de verzekerde voor het einde van de contractuele periode overlijdt? Juist, de overlijdensrisicoverzekering komt tot uitkering en hieruit kan de hypotheek worden afgelost. De spaarpot van de verzekerde vervalt aan de verzekeringsmaatschappij. Winstuitkering Het verzekerd kapitaal kan meestal lager zijn dan het hypotheekbedrag, omdat de verzekeringsmaatschappijen naast het verzekerd kapitaal ook nog een winstuitkering aan hun klanten geven. Het verzekerd kapitaal en de winstuitkering moeten samen voldoende zijn om de hypotheek af te lossen. Als de winstuitkering erg hoog is, houdt u misschien nog iets over. Als de inflatie in het huidige tempo doorgaat, hoeft u daar niet al te optimistisch over te zijn. Voor de berekening van de winstuitkering worden twee methoden toegepast: De vereniging eigen huis is een onafhankelijke consumenten- en serviceorganisatie op het gebied van de eigen woning die zonder winstoogmerk de belangen van haar leden behartigt. De vereniging is in 1974 opgericht. De contributie bedraagt 20,50 per jaar. Wat doet de vereniging voor haar leden? De leden ontvangen het verenigingsmaandblad De Woonconsument met objectieve informatie. De vereniging verstrekt individuele adviezen: financiële, juridische en bouwkundige. Leden kunnen profiteren van de veel omvattende bouwtechnoservice: beoordeling van bestek en tekeningen, aankoopkeuring van bestaande woningen, offerte-beoordeling, technische bijstand bij de oplevering van de woning en technisch onderhoudsadvies. De vereniging biedt haar leden verzekeringen aan tegen scherpe tarieven en zeer gunstige consumentenvoorwaarden. Leden kunnen via de vereniging een ondërhoudsabonnement voor de centrale verwarming afsluiten. Op vertoon van de lidmaatschapskaart krijgen leden kortingen in een aantal landelijke zaken (onder andere op bouwmaterialen). Adres Het adres van de vereniging eigen huis: Kamp 42, 3811 AS Amersfoort, tel. (033) 750974. 1. Een winstuitkering die ieder jaar wordt bijgeschreven bij het verzekerd kapitaal en gekoppeld is aan de bedrijfsresultaten. Maakt de maatschappij geen winst, dan volgt er geen winstbijschrijving. Vooral over een langere periode is de totale fióogte van de winstbijschrijving uiteraard niet te voorspellen. Er is dan ook geen énkele maatschappij die hierover enige garantie kan geven. 2. De winstuitkering die gekoppeld is aan het jaarlijks rendement van beleggingen. De wijze van berekening van de winstbijschrijving is dusdanig ingewikkeld, dat het voor een leek onmogelijk is om een en ander te controleren. Hierdoor kunnen in de praktijk vreemde situaties ontstaan. Dezelfde premies De meeste levensverzekeringsmaatschappijen zijn verenigd in de Nederlandse Vereniging van Levensverzekeraars, de NVL. Dit machtige kartel zorgt ervoor, dat de bij haar aangesloten levensverzekeringsmaatschappijen dezelfde premies hanteren. Het maakt daarom weinig uit of men de levensverzekering bij de ene of de andere NVBL-maatschappij afsluit. Men betaalt vrijwel dezelfde premie. Hoewel men dezelfde premie betaalt en hiervoor ook hetzelfde zou mogen verwachten, blijken de winstbijschrijvingen van de verschillende maatschappijen nogal uiteen te lopen. Hierdoor kunnen grote verschillen tussen de maatschappijen onderling ontstaan. Afkoopwaarde Indien een verzekerde een afgesloten levensverzekering wil beëindigen, kan de verzekering worden afgekocht. Dit wil zeggen dat de verzekering wordt stopgezet en de verzekeringsmaatschappij de inhoud van de „spaarpot" aan de verzekerde uitkeert. Over de berekening van de inhoud - de afkoopwaarde - komen veel vragen en klachten voor. Zij hebben alle dezelfde achtergrond, namelijk dat men teleurgesteld is over het gespaarde bedrag dat wordt uitgekeerd. Dit bedrag staat in geen verhouding tot de betaalde premies. Deze materie is vrijwel ondoorgrondelijk. De verzekeringsmaatschappijen zijn vrij in het kiezen van de grondslag waarop de afkoopwaarde wordt berekend. Over het rendement op het spaargedeelte is dus weinig te zeggen. Argumenten In verreweg de meeste gevallen is een hypotheek met'levensverzekering onvoordeliger dan een annuïteitenhypotheek. Wij baseren deze conclusie op de volgende argumenten: A. De woonlast per jaar is bij de levenhypotheek zeker de eerste 10 jaren veel hoger dan bij een annuïteitenhypotheek, b. Bij de levenhypotheken wordt vaak als argument naar voren gebracht dat uw belastingvoordeel veel groter zou zijn dan bij een annuïteitenhypotheek. Dit argument gaat echter uitsluitend op als: - u een inkomen hebt van ca. 70.000,- per jaar of meer; - u gedurende de looptijd van de hypotheek (meestal 30 jaar) geen atjdere zaken gaat financieren (bijvoorbeeld een auto of boot, of een tweede hypotheek neemt); - u gedurende dertig jaren geen andere aanmerkelijke inkomens aftrekken zou hebben (bijvoorbeeld studerende kinderen); - het belastingsysteem in de toekomst niet gaat veranderen. Indien aan deze voorwaarden niet wordt voldaan (wat waarschijnlijk het geval is) kunt u het grotere belastingvoordeel van de levenhypotheek rustig vergeten. Gedurende de eerste 10 jaren is het belastingvoordeel van de levenhypotheek en de annuïteitenhypotheek overigens vrijwel gelijk. Denkt u er wel aan, dat als u een levenhypotheek hebt en u wilt na bijvoorbeeld 10 jaar de eerste hypotheek verhogen, u ook de levensverzekering tot circa 80% van het nieuwe leningsbedrag zult moeten verhogen. U bent inmiddels wel 10 jaar ouder en de premie voor het op te trekken levensverzekeringsbedrag zal aanmerkelijk duurder zijn. Er zijn echter omstandigheden waarbij een levenhypotheek voordeliger of soms zelfs de enige mogelijkheid is om een hypotheek af te sluiten. Dat is wanneer u een bestaand huis wilt kopen, waarbij geen gemeentegarantie wordt verstrekt en u niet de beschikking hebt over een behoorlijk bedrag aan eigen geld (globaal 30 a 40% van de koopsom). Tophypotheek of levenhypotheek U hebt in dat geval nog maar twee mogelijkheden, te weten een „tophypotheek" voor het meerdere boven 60 a 70% van de koopsom, of een levenhypotheek. Een levenhypotheek is in die gevallen dan vaak voordeliger. ■»>NG E*0 Vaak hoeft u bij een levenhypotheek niet voor het volle leningsbedrag een verzekering af te sluiten. U kunt dan bijvoorbeeld 100.000,- lenen en u hoeft maar voor 75.000,- een levensverzekering af te sluiten. Aangezien u dan uiteraard ook minder premie betaalt, raden wij u aan dit altijd te doen. Bepaalde maatschappijen verstrekken deze faciliteit niet. Voor u dus zoveel te meer reden om verschillende offertes te vragen en die te vergelijken! Ook bij een levensverzekering voor 75% van het leningsbedrag zal aan het eind van de dertig jaar toch uw volledige, schuld afgelost kunnen worden, omdat u naast het verzekerde bedrag ook nog een winstuitkering krijgt. Hoe hoog die uitkering is valt niet te zeggen, maar veiligheidshalve kan een winstuitkering gelijk aan de ontbrekende 25% in ieder geval wel aangenomen worden.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1980 | | pagina 21