VAARDERHOOGT - TUINCENTRUM Toon v.d. Breemer: „Ik smul van iedere dag. 10 k' Soester Courant van woensdag 12 maart 1980 N ederlands snelst groeiende Toon v.d. Breemer, ook in '80 een doe 't zeiver Foto: Goos van der Wilt Vaarderhoogt, Soester land waar nog geen halve eeuw geleden dié merkwaardige Jan Muis alleen heerser was. Slachtte katten en honden, kookte hun vet en speelde daarmee in zijn plaggenhut voor „won derdokter". Het scheen er, volgens verhalen uit de overlevering, te spoken. Het Vaarderhoogt was bij de meeste Soester kinderen niet erg in trek. Vandaag is het er allemaal anders. Jan Muis is al jarenlang dood, hij bestaat alleen nog in de verhalen die groot ouders over hem aan hun kleinkinderen vertellen. Meer dan ooit vroeger het geval was is het Vaarder hoogt voor duizenden een paar uurtjes of misschien wel een dagje uit. Enig reisdoel: het gigantische tuin centrum van de 35-jarige Toon v.d. Breemer, al leenheerser over maar liefst dertigduizend vierkante meter grond. Over deze markante figuur, zijn mede werkers en hun werk handelt deze Soester Courant pagina. Toon v.d. Breemer, zoon vari, zoals hij z'n overleden vader- noemt, Bernardus Cornelis v.d. Breemer, tijdens zijn leven zaadhandelaar in een pand aan de Beukenlaan. Moeder v.d. Breemer, dochter van een boerenfamilie die een bedrijf in de Laanstraat had. v.d. Breemers, generaties lang Soesters in hart en nieren, grootgebracht in het Rijke Roomse Leven. Toon's ouders hebben voor en met hun kin deren een belegde boterham op tafel kunnen brengen. Vader was de vakman, moeder de zakenvrouw. Zowel van de een als van de ander heeft zoon Toon iets geërfd. Zijn wieg stond aan de Beukenlaan waar op 5 mei '45 (bevrijdingsdag), vader en moeder v.d. Breemer zich over zijn wieg bogen. Ook wat het tijdstip van geboorte betreft een bijzonder kind die Toon v.d. Breemer. Zijn toekomst werd mede be paald door onderwijs aan de Lagere School, U.L.O., Mid delbare Landbouwschool Utrecht, stage gelopen in de graszaadteelt te Vlijmen en Arnhem. Bepaald geen jongen die met weinig kennis tevreden was. De ziekte van vader v.d. Breemer was er de oorzaak van dat Toon reeds op vrij jeugdige leeftijd kostwinner werd en tengevolge daarvan geen militaire diensttijd heeft gekend. In zakelijk opzicht zat Toon v.d. Breemer thuis tussen twee vuren: vader behoudend en te vreden met wat hij had bereikt, moeder vooruitstrevend met als principe dat een mens pas op aarde is uitgekeken als hij er onder ligt. Een principe dat Toon v.d. Breemer als een maatcóstuum past. De kost winner wilde meer van de zaak van zijn ouders maken. Zag zijn koren bloeien nadat de bouw van Euro-woningen was gerealiseerd en Soest werd ver rijkt met inwoners die wat ruimer in de peculanten zaten. Mensen die bovendien belang stelling toonden voor flora en fauna en er in financieel opzicht iets voor over hadden. Tuin- toko van Drie, volgens de waarneming van Toon v.d. Breemer in die tijd de beste van Nederland, slokte vele klanten op en bracht hem op het idee dat ook Soest lang zamerhand rijp moest worden gemaakt voor een vergelijk baar tuincentrum. Alvorens daaraan gestalte te geven trok hij, met zijn Landbouwoplei- ding, naar de Hoveniersvak school in Naarden. Naast zijn werk thuis en de studie in Naar den vond Toon v.d. Breemer tijd voor zijn eerste handeltjes in eigen beheer. Kweken - ver koop aan huis - een kunst- en dierenhandel waren de eerste zakelijke objecten die voor zichtig werden afgetast. Buiten de zaak van zijn vader om was hij regelmatig te vinden tus sen apen - vogels - konijnen en hoenders. Huurde kleine stukjes land, kocht als 't er aan zat, een vaars of een pink en bouwde zich een eigentijd se Ark van Noach. In een wat later stadium kwam daar de verkoop van planten aan huis bij, waardoor er een zaak in een zaak ging ontstaan. De hoofdrolspeler in dit verhaal vroeg en kreeg op 24-jarige leeftijd van zijn ouders de ruimte en begon als zelfstan dige. Ruimte die ook in ander opzicht noodzakelijk was. Hoewel de gemeente Soest de zon best in het water kon zien schijnen rees de belangstelling van junior's aktiviteiten de fi guurlijke pan uit. Er was in De Beukenlaan tijdens topda gen geen doorkomen aan. Een niet onbelangrijk deel van de straat werd door Toon's han del in beslag geiiomen. Het wa ren in zakelijk opzicht vette ja ren. Toon v.d. Breemer: „Wat wil je? Vrijgezel bij ouders thuis met goedlopende handeltjes. Ik verdiende een paar leuke centen. De maandagmorgen toen was anders dan nu. Toen de centen die je in het week end had verdiend, nu de zorg wat er in het komende week end zal worden verdiend. On vergelijkbare tijden. Terecht ging de gemeente met mij aan de praat, want er dreigde door de belangstelling voor ons en de buren een onhoudbare toe stand te ontstaan. In samen werking met de gemeente Soest kreeg ik de kans mij op het Vaarderhoogt te vestigen. Thuis werd een belangrijk deel van mijn werk door mijn zus overgenomen, mijn ouders na men wat gas terug". Decem ber 1980 is het tien jaar ge leden dat Toon v.d. Breemer aan zijn Vaarderhoogt-avon tuur begon. Drie maanden wa ren er nodig om zijn nieuwe bedrijf in zakelijk opzicht bouwrijp te maken. Op 17 maart '71 ging tuincentrum Toon v.d. Breemer in premiè re, Voor in die tijd geldende begrippen was het begin een grandioos sukses. Toon, geas sisteerd door twee noodhulpen, telde aan het eind van een lange dag een omzet van der tien honderd gulden. De vroe gere rimboe bleek levensvat baarheid te hebben. Toch werd er in die begintijd niet in de eerste plaats gegokt op het tuincentrum. De eerste jaren vormden de hovenierswerk zaamheden de belangrijkste poot van het bedrijf. Binnen de kortst mogelijke tijd wer den medewerkers gezocht en gevonden, waardoor de ver dere uitbouw van het pas be gonnen bedrijf een kans kreeg. Met als gevolg dat het in za: kelijk opzicht hinken werd op twee gedachten. Als hovenier kwam Toon v.d. Breemer han den en tijd tekort, de ontwik keling van het tuincentrum dreigde er door in het gedrang te komen. Aan inzet van zijn medewerkers geen gebrek, het Vaarderhoogt miste „slechts" het oog en oor van de meester die elders op karwei was. Een dagje Vaarderhoogt Foto: Goos van der Wilt Aanleiding voor de jonge on dernemer om zes jaar geleden zijn persoonlijk hovenierswerk er aan te geven en alles af te stemmen op het sukses van zijn tuincentrum. Hard er tegenaan, waardoor er twee jaar later opnieuw zo'n 8000 vierkante meter grond moest worden bijge- kocht. Het was ook de tijd waarin zich belangrijke ver anderingen op het personele vlak voordeden. Toon v.d. Breemer: „Ik werd gedwongen om te schakelen. Alles, zoals vroeger, practisch alleen doen was onmogelijk. Er werden chefs en andere medewerkers aangetrokken, ik moest leren delegeren, zaken uit handen geven aan mensen in wie ik vertrouwen had. Ik koos voor cje jeugd, al pas ik wel een harde selectie toe. Het gaat tenslotte om vakmensen waar aan ik hoge eisen stel en die ook elkaar onderling moeten aanvoelen. „Medewerkers, ze bewegen zich met baas Toon dagelijks over zo'n 11.000 vier kante meter verkoopruimte, 7000 vierkante meter opslag ruimte, 10.000 vierkante meter kweek- en 2000 vierkante meter parkeerruimte. In 1980 is Tuin centrum Vaarderhoogt uitge groeid tot aan zaak met vele poten. Het tuincentrum waar de verkoop plaats vindt van dode en levende materialen, (de winkel van Sinkel op tuin- gebied), de plantenkas met planten en snijbloemen een waanzinnig assortiment potjes en pannetjes vervaardigd uit o.m. koper, tin en rietwerk en waar tuingereedschap, bemes ting en bestrijdingsmiddelen uit voorraad leverbaar zijn. Recht overeind is tenslotte toch het hovenierswerk gebleven. Het accent ligt voornamelijk op aanleg, aanleg in nauwe sa menwerking met aannemers, stratenmakersbedrijven, lood gieters. De meeste tuinen worden in eigen beheer ont worpen. Buiten het Vaarder hoogt speelt de afdeling inkoop dagelijks een belangrijke rol. Geen dag gaat voorbij of de naam van v.d. Breemer wordt genoteerd voor aankopen bij alle Nederlandse planten- en bloemenveilingen. Dagelijks rijdt de v.d. Breemer-expresse van vroeg tot laat de ronde van midden en west-Neder land. Dagelijks wordt verse aanvoer afgeleverd op het Vaarderhoogt. De elf van der Breemer-medewerkers en de boekhouder zijn er druk mee. Het Vaarderhoogt staat na 10 jaar ontwikkeling genoteerd als het snelst groeiende Ne derlandse tuincentrum en be hoort tot de vijf grootste be drijven in dit genre van ons land. Verklaring voor het suk ses. Toon v.d. Breemer: „Tien jaar geleden was in dit vak geen droog brood te verdienen. De mensen hebben hoe langer hoe meer behoefte aan iets dat met de natuur te maken heeft. Er bestaat voor de ar tikelen, zowel dood als levend materiaal, een enorme vraag. Daar komt bij dat mijn prin cipe, kwaliteit staat op de eers te plaats, steeds meer aan spreekt. Ik werk hier met be trouwbare, zelfstandige men sen die zelf ook de kwaliteiten bezitten om initiatieven te nemen. Bovendien zijn mijn medewerkers niet alleen vak mensen maar ook een beetje ondernemers. Voorwaarde om te slagen. Vroeger ging het alleen en uit sluitend om vakbekwaamheid. Tegenwoordig is dat niet meer voldoende. Een verkoper is bij Vaarderhoogt, voor elk wat wils ons niet meer een half uur met een klant bezig. Negentig procent is afgestemd op zelfbediening, het etaleren van onze artikelen speelt hier een belangrijke rol, net als de benadering van de klant. Al mijn medewerkers in vaste dienst hebben in '79 met goed gevolg een cursus vertegen woordiger gevolgd bij het insti tuut Retoric. Mensen zaten met grote ogen te kijken toen wij ons bekend maakten. Vruchten heeft het in ieder ge val wel afgeworpen. Denk niet dat mijn mensen het gemak kelijk hebben. Voor een buiten staander lijken ze misschien hardstikke gek. Nooit op een uurtje kijken, ook in de winter maanden buitenwerk. Deze winter slechts drie onwerkba re dagen. Je moet echt liefde voor dit beroep hebben, anders doe je er beter aan er niet aan te beginnen. Dat komt voort uit liefde voor de natuur. Dat is 't helemaal. Het is leven met de natuur. Het zien van dingen die jammer genoeg veel men sen niet zien. Geen van ons heeft er behoefte aan zijn va kantie op Majorca of een ander zonnig eiland door te brengen. Het zijn mensen die bijvoor beeld een land als Noorwegen als vakantie-bestemming kie zen. Met de plunje-zak iedere dag er op uit trekken. Eén zijn met de natuur, en terugkomen met een stuk ervaring en nieuw ontdekte planten en noem maar op. Het is een type men sen dat dag en nacht, soms ook op zondag, bezig is met een hobby. Met die mensen ga ik vanaf volgende week zes dagen per week werken. Iedere och tend om zeven uur beginnen en wij zien wel hoe laat het wordt. Noodzakelijk, want in de ko mende vier maanden moeten wij met z'n allen de helft van de jaaromzet halen. Wij pre senteren een hernieuwd assor timent met de meest grote klantenservice zoals model tuintjes etikettering, voorlich ting en noem maar op. Het hoort bij de verdere ontwikke ling van dit tuincentrum, het hoort bij de kwaliteiten van mijn medewerkers. Alles wat wij op het gebied van novitei ten wisten te vergaren is hier in de komende tijd te zien. Aan het bij-blijven besteden wij veel aandacht. Wij zijn dit jaar naar binnen- en buiten landse shows geweest. Binnen kort ga ik zelf naar Amerika om daar weer nieuwe ideeën op te doen. Wij kunnen 't wel voorstellen of alles van onze persoonlijke inventiviteit afkom stig is, maar dat is natuurlijk onzin. Binnen en buiten onze grenzen staan een groot aantal zaken die voor deze branche belangrijk zijn voor ons model. Persoonlijk ben ik vrij fanta sierijk, maar dat alleen is niet voldoende om een zaak alle im pulsen te geven". Het Vaarderhoogt is allang niet meer een tuincentrum waar alleen inwoners van Soest en directe omgeving hun inko pen doen en adviezen krijgen. Enquêtes hebben uitgewezen dat bijvoorbeeld 20 procent van de stad Almere het Vaarder hoogt weet te vinden. Daar in de polder vindt men kennelijk niet dat wat Toon v.d. Bree mer en de zijnen wel te bie den hebben. Laren - Blaricum en Huizen, ze zijn op het Vaar derhoogt wekelijks in ruime mate vertegenwoordigd. De bewoners van die plaatsen ma ken deel uit van het weekend gezelschap (dagen van 6000 klanten zijn geen zeldzaam heid) dat aan tuin en kamer verrijking doet. Ter voorko ming van misverstand: het Vaarderhoogt waar Toon v.d. Breemer de scepter zwaait heeft niet het karakter van een „alles-moet-weg-bedrijf". De bos bloemen of de plant die u er koopt kan en zal waar schijnlijk duurder zijn dan el ders. Maar mag 't als u er dan ook veel langer en dus meer, plezier van heeft? Advie zen voor de komende tijd. Toon v.d. Breemer: „In principe is ook van de meest schrale tuin grond iets goeds te maken, mits men er iets aan doet. Ik verbaas en erger mij soms wanneer ik in het begin van het voorjaar mensen met een paar honderd gulden tuinplan ten zie vertrekken. Dezelfde mensen vinden het niet de moeite waard of zondegeld wanneer er een redelijk be drag voor bemesting moet worden uitgetrokken. Kijk dat noem ik nou het paard achter de wagen spannen. Tuinturf, gedroogde koemest en compost zijn ingrediënten die iedere tuin jaarlijks nodig heeft. An ders loopt het voorjaar thuis in de voor- en achtertuin op een teleurstelling uit, en daar kan zelfs de beste kwaliteit zaden en planten niets aan verande ren. Belangrijk is ook te weten dat in dit jaargetijde alles nog kan. Zelfs nu kan de tuin nog omge spit worden. Alles kan in de maand maart nog worden ge- ruu». «iius viui uci nut poot en geplant. April, de schrale maand, leent zich daar minder goed voor. Dan moet wat opgepot en ge plant is al een warm jasje in de grond hebben" Als het aan Toon v.d. Breemer en zijn mensen ligt krijgen zijn duizenden bloemen en planten-klanten weer een best jaar. Hoe het verder met het Vaarderhoogt in de tachtiger jaren zal gaan is onvoorspel baar al heeft de baas zelf daar wel een theorie over. „Als ik een zoon zou hebben dan zou ik hem over 20 jaar nooit ad viseren dit bedrijf over te ne men en voort te zetten. Wij leven niet alleen hier maar ook elders in Nederland in stormachtige ontwikkelingen. V. en D. koopt tuincentra op en stort zich op deze markt. Een bedrijf als Piet Bakker in Hillegom, met maar liefst 500 werknemers in dienst, waait uit over Nederland en Europa. Tegen zulke omstandigheden valt na verloop van tijd niet meer te concurreren. Vroeger had een generatie een zakelij ke levensduur van dertig tot veertig jaar. Ik vrees dat het tegenwoordig met tien jaar een bekeken zaak is. Ons beleid is er op gericht te houden wat wij hebben, te verbeteren en uit te breiden daar waar het nood zakelijk en verantwoord is". Toon v.d. Breemer, een crea tieve misschien wel vakbeze ten ondernemer, heeft samen met zijn echtgenote Karin, de laatste qua aktiviteit tenminste net zo besmet, zelfs nog tijd voor hobby's. De boerderij en de landbouw mogen dan aan zijn neus voor bij zijn gegaan, verloochend heeft 't zich niet. Het fokken van varkens en dressuurpaar- den maken deel uit van zijn vrije tijd. Ook op dit terrein is zijn klasse onbetwistbaar en doorgedrongen tot gerenom meerde veehouderijen en stal len. Van de v.d. Breemers kan op z'n minst worden gezegd dat ze het werk niet schuwen en bovendien over een portie on dernemerschap beschikken waarmee het eclatante sukses te verklaren is. Dat het bovendien nog aardi ge mensen zijn die iedere vorm van wat op kapsones lijkt ha ten is hun misschien zelf ont gaan. Hun vrienden van 't eers te uur en het leger klanten in ieder geval niet. Wedden dat de kwaliteiten van de van der Breemers daarom alleen al langer dan een generatie te be wonderen zullen zijn?

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1980 | | pagina 11