Een leven met
kwasten en
penselen
BERTUS VAN DER KOOY
til
ito-
adel
igen!
ito-
iten?
asse
rp
inZal
oppen
japier
gen enz.
kerij
lit
24
gooi
rEL. 12500
ein 1
55-18850
L0
-13792
2
133-14841
a
{5-44255
19064
18633
laklaagje
ral terecht...
)r vakwerk
>ij ons zijn,
ve FOCWA-
jf voor!
jhstraat 11
//Soest
55-11018
:ht-
VLISTEN
litnwib:
oinerii
ikwerii
lestraat 29
Foto: Goos van der Wilt
Foto: Goos van der Wilt
Bertus v.d. Kooy, thuis
Mensen, haat en afgunst
van het woord. Ik ben meer
een zelfdoener en vooral een
perfectionist. Als je acht man
personeel hebt dan zijn er al
tijd bij die het met het begrip
verantwoording niet zo nauw
nemen. Daar kon ik niet tegen.
Lange tijd heb ik daarna met
vier mensen gewerkt en nu be
perkt het zich tot één mede
werker. Een man van het eers
te uur: Henk van Ooyen heeft,
met een korte onderbreking,
vanaf de eerste dag bij mij
gewerkt. En zo is het goed.
Een vakman van de oude gar
de waarmee het goed werken
is".
Het 2-mans bedrijf van Bertus
van der Kooy heeft alles te ma
ken met gas terug nemen.
Alhoewel de produktie hoog ligt
gaan de jaren toch tellen. Ach
terliggende jaren van keihard
werken en nauwelijks of geen
tijd voor zijn grote passie: te
kenen en schilderen. Eerst, zo
als het thuis geleerd was, or
de op zaken stellen. Het bij
zijn huwelijk gekochte huis hy
potheek-vrij maken, een ook de
vrije avonden investeren in
het bedrijf. Daarnaast met Alie
de kinderen rijp maken voor
een plaats in de maatschappij.
Toen de eindpunten zich aan
kondigden kwam ook de vrije
tijd. Het tweede, voor Bertus
misschien wel het mooiste am
bacht, kon weer worden opge
vat. In zijn garage getuigen
materie schilderijen van zijn
werkkracht. Uit die begintijd
veel neo-modern werk. Voor
niet ingewijden moeilijk te
proeven.
Duidelijker en door een veel
groter publiek werden zijn
kwaliteiten gewaardeerd en
geroemd nadat hij kennis had
gemaakt met een stukje van de
wereld der ikonen.
Bertus van der Kooy: ,,Pas een
jaar of tien geleden kwamen
de ikonen in Nederland in
een grote belangstelling te
staan. Misschien was er wel
eerder sprake van, maar ik
ontdekte ze toen. Liep tentoon
stellingen af en kwam bij Ar-
tishock terecht. Zag daar iets
hangen en veronderstelde ook
zoiets te kunnen maken. De
directie van Artishock advi
seerde mij 't maar eens te pro
beren. De handschoen opgeno
men en er tegenaan gegaan"
Er tegenaan gegaan. Daarvan
getuigen schitterende in oude
stijl geschilderde ikonen, maar
ook ikonen anno 1980 in de vi
sie van Bertus van der Kooy.
Niet alleen een bewogen, maar
vooral ook een schilder met
een diep religieus gevoel.
Het zingt als het ware in al
zijn werken.
Bertus van der Kooy: „Daar
kan wel iets van waar zijn.
Ik probeer tenminste als chris
ten te leven. Zondags naar de
kerk gaan, dat wel, maar 't
heeft er natuurlijk niet alles
mee te maken. Goed en fat
soenlijk zijn voor je naasten.
Geen afgunst en jalouzie, daar
gaat 'torn".
De „amateur" Bertus van der
Kooy scharrelt het benodigde
hout voor zijn ikonen bij aan
nemers en trappenmakers bij
elkaar. Bij de fa. Maaswinkel
werd regelmatig het hout pas
en schilderklaar gemaakt.
Daarna gronden plamuren en
slijpen totdat de te schilderen
oppervlakte voor 't oog en de
schildershand spiegelglad is.
Verfsoorten van Talens men
gen en een nieuwe compositie
kan beginnen. Alhoewel hij gro
te waardering voor bepaalde
werken van Willink heeft
staat noch het werk van deze
kunstenaar noch de werken en
stijlen van andere grootmees
ters bij Bertus van de Kooy
model.
Bertus van der Kooy: „De
mensen verwarren soms twee
zaken. Iets wat goed is hoeft
nog niet mooi te zijn, en dat
is andersom ook het geval.
Kijk maar eens naar wat Pi-
Oasso heeft gemaakt'
Onbesproken bleef tot nu toe
waar Bertus van der Kooy, los
van zijn gevoel voor religie,
inspiratie vergaart. Bertus
van der Kooy: „Zeker niet
wanneer ik een huis aan het
schilderen of een kamer aan
het behangen ben. Vakanties
leveren veel inspiratie op,
maar mijn voornaamste bron
is toch de bijbel.
Daarin vind ik tekeningen en
teksten die mij aanspreken.
Neem die zin over de leliën
des veldes. Dat pakt mij, dat
doet mij iets. De meeste iko
nen, oude en nieuwe stijl, zijn
op bijbel en een stuk kerstge
schiedenis gebaseerd.
Soms ook muziek. Laatst het
liedje „I have seen an angel"
gehoord. Wat heb je dan nog
meer nodig?"
Bertus van der Kooy, geen zon
dagsschilder, meer dan een
veelbelovend talent.
Een kunstenaar? Bertus van
der Kooy: „Helemaal niet,
geen sprake van. Een kunste
naar is voor mij iemand die
een nieuwe richting creëert.
Picasso is er een, Karei Ap
pel kan ik minder op prijs stel
len. Ik weet niet of ik zelf kunst
beoefen. Laten wij het simpel
maar een hobby blijven noe
men die ik leuk vind om te be
oefenen".
Jammer dat het werk van de
ze hobbyist tot nu toe slechts
te zien is geweest bij Artishock
en in de kerk van de H. Fa
milie in Soest.
Blijft over de pur sang ama
teur. Steeds meer relaties en
instellingen doen een beroep op
hem. Een enkele keer, zo
als tekeningen voor het kerk
blad Kruispunt, voldoet hij aan
zo'n verzoek. Voor de rest moet
't wat hem betreft maar blij
ven zoals het nu is. Liever een
blij gezicht wanneer hij een
van zijn schilderijen cadeau
doet dan een cheque of een
handvol geld.
Bertus van der Kooy, mis
schien geen zakenman, in ieder
geval een kunstenaar.
Dat wel.
JAN LEIJENDEKKER.
Foto: Goos van der Wilt
Boom van goed en kwaad
De mens draagt zijn kruis, op weg naar een hemels huis
Later heb ik duizenden plastie
ken beschilderd. Ik weet niet
hoeveel Bach en Brahms-kop-
jes ik in mijn handen heb ge
had. Daar heb ik het geluk
gehad in verloren uurtjes wel
eens les te krijgen van de schil
der Wim Wijnman. Misschien
was het wel meer een snel-
cursus, maar ik vatte het vlug.
Aan dat alles kwam een eind
toen ik verplicht in Duitsland
tewerk werd gesteld. Na de
oorlog terug in Holland. In '45
genoeg werk, geen materiaal
en dus was er nog niks te schil
deren. Mijn tijd toen hoofd
zakelijk volgemaakt in de
kunstnijverheid. Potten bak
ken - theeblaadjes beschilde
ren.
Je werd per stuk betaald, en
al zeg ik 't zelf: ik was er erg
handig en snel in.
Schilderde mijn buurman
schilder 100 bonbonschaaltjes,
dan deed ik er 300 of 400.
Ze wantrouwden die produktie.
Het is zelfs zo geweest dat ik
dagenlang chefs achter mij
kreeg staan die mijn produktie
controleerden. Tenslotte zagen
ze dat 't waar was en werd
besloten dat ik een stapje ho
ger zou gaan klimmen. Op het
moment dat ik ontwerper zou
gaan worden ging de zaak fail
liet, en toen leerde ik mijn
vrouw kennen".
De köm^t van Alie in Bertus'
leven gaf een totaal andere
wending aan zijn leven. Op
haar advies ging hij zich als
zelfstandig huisschilder in
Soest vestigen. Opnieuw de
schoolbanken. Alle diploma's,
inclusief middenstandsdiplo
ma's, die er voor nodig waren
werden met avondstudie be
haald. Bertus mocht rekenen
op tenminste vier jaar avond
studie. Hij had echter zo zijn
eigen studie-methoden en op
vattingen over wat studeren is.
Binnen een jaar vroeg hij zijn
leermeester, de Amersfoortse
schilder Snoeyenbos, zijn schil
dersexamen te mogen doen.
Misschien wel tot ontzetting,
in ieder geval verbazing van
zijn leermeester luidde de uit
slag: geslaagd. Bertus kon van
start gaan.
Hij presenteerde zich tijdens
de eerst gehouden Soester win-
kelbeurs. Wij schrijven 11
maart 1950. „De firma van der
Kooy" huurde een stand, zorg
de voor een bijzonder aantrek
kelijke inrichting en wachtte
af. Soest ging er niet onopmerk
zaam aan voorbij.
Het werk kwam en binnen de
kortst mogelijke tijd kon hij
arbeidskrachten in dienst ne
men. De zaak groeide en er
was een tijd dat er zelfs met
acht vaste medewerkers werd
gewerkt. Bertus van der Kooy
is er uiteindelijk niet rijk van
geworden.
Bertus van der Kooy: „Ik ge
loof niet dat ik een zakenman
ben in de werkelijke betekenis
Alhoewel Bertus van der Kooy allerminst als kunstenaar door
het leven gaat zou je hem onrecht doen door hem als zondags-
schi der te kwalificeren. De laatste is immers een amateur-
schilder, op zondag met palet en penseel in de weer. Zijn artis-
heke resultaten openbaren meestal een heerlijk stuk naieve
creativiteit. Toegegeven, de hoofdpersoon in dit verhaal is ama-
teurschilder. Ook in zijn werken is soms een bijna kinderlijke
opvatting terug te vinden. Zijn schilderkunst is echter meer dan
een wekelijkse eendaagse hobby. Wanneer de huisschilder Ber
tus van der Kooy zijn werk heeft verricht wacht in de van Len-
neplaan de warme maaltijd, waarna hij iedere avond tenminste
drie uur achter zijn schildersezel is te vinden. Een leefpatroon
van een bijzonder mens die de moeite waard is nader te leren
kennen.
Bijna 30 jaar zijn ze samen,
Bertus en zijn vrouw Alie. Hun
kinderen, dochter Ineke en
zoon Bert zijn uitgevlogen. Al
leen jongste dochter Lydia is,
in gezelschap van draaitafel en
platen, hoorbaar aanwezig.
Het huis aan de van Lennep-
laan ademt rust - sfeer en
maakt qua interieur aan een
buitenstaander veel duidelijk.
Bertus en Alie, twee mensen
van de oude stempel. Kerks,
gelovig, maar dan wel met een
eigen interpretatie. De aanwe
zigheid van een beeldje, voor
stellende een madonna, doet
aan lang vervlogen tijden den
ken.
„Het gouden kalf", de t.v.-
kleurenontvanger, is niet zicht
baar aanwezig.
Bertus huiskamer is zijn ate
lier, zijn op aarde gevonden ze
vende hemel. Zijn echtgenote,
kinderen - familie en goede
vrienden z'n critische publiek.
Een ambachtsman die begrip
en waardering voor zijn werk
dankbaar en gelukkig beleeft.
Bertus van der Kooy, Soester
in hart en nieren. Bijna 60
jaar geleden geboren in de Mo
lenstraat. Zoon van eenvoudige
ouders, waarvan vader van der
Kooy het geluk had in de cri
sisjaren als kantonnier bij ge
meentewerken een vaste be
trekking te hebben. Kantonnier,
verzilverde benaming voor het
beroep wegwerker. Hard wer
ken, zuinig leven en sparen om
een van hun weinige levens
idealen in vervulling te zien
gaan: een eigen huisje. Het
kwam te staan op de van Len-
nelaan 55. Jaren geleden was
dat. Vorig jaar werd wat eens
een droom voor twee mensen
betekende afgebroken teneinde
ruimte te scheppen voor een
stuk nieuwbouw. Zo gaat dat.
Bertus van der Kooy heeft 't
allemaal mogen meemaken.
Terugblikken in zijn leven is
voor hem omzien zonder wrok.
Zijn cijfers die hij op de Boni-
faciusschool behaalde waren
meer dan veelbelovend.
Logisch dat er een vervolg aan
moest worden gekoppeld. De
R.K. ULO heeft Bertus van der
Kooy niet langer dan twee
schooljaren van binnen gezien.
Vaders betrekking bij de ge
meente bood weliswaar zeker
heid, de inhoud van die zeker
heid was echter ook maar zeer
betrekkelijk. Nog geen vijftien
jaar oud kreeg Bertus te ver
staan dat er centjes verdiend
moesten worden. Dag jongens,
dag meester, dag ULO.
Alsof het een iets met het ander
te maken zou kunnen hebben:
Bertus ouders oordeelden dat
hun jongen die thuis en op
school zo voortreffelijk teken
de zeker aanleg zou moeten
hebben voor het vak van huis
schilder. Zijn tien voor tekenen
op het schoolrapport leek een
zekere waarborg voor de toe
komst.
In 1936 stapte Bertus van der
Kooy bij baas Gerrit van Es
binnen. Zijn eerste werkge
ver en leermeester. Salaris: de
somma van 1,50 per week.
Zoals reeds opgemerkt, er
moesten centjes verdiend wor
den. Honderd en vijftig in de
week. Extra inspanningen wer
den in die tijd gehonoreerd
met een toeslag van een dub
beltje waarvoor als bestem
ming een pakje sigaretten
werd gevonden. Bertus van der
Kooy over die tijd: „Over zak
geld werd niet gesproken. Als
er wat nodig was dan zorg
den mijn ouders er voor. Het
was in maatschappelijk op
zicht natuurlijk een slechte
tijd. Toch waren wij als kin
deren tenminste even gelukkig
als de jeugd van tegenwoordig.
Het was alleen allemaal an
ders. Vroeger was je blij met
een snoepje, vandaag maak je
een kind met een rol of een zak
snoep blij. In mijn tijd kon ik
heerlijk op mijn klompen en
in door moeder gebreide sok
ken voetballend naar school toe
gaan. Dat deed je op de paad
jes langs de korenvelden van
de veelbesproken Eng.
Dwars door de natuur van de
Molenstraat naar de Bonifa-
ciitsschool. Toen al kreeg je als
kind de gelegenheid van de
natuur te genieten. Je genoot
van de prachtige korenbloe
men en de klaprozen. Dat mist
de jeugd van vandaag. Voet
ballen op straat is er nauwe
lijks meer bij. De Eng is ver
dwenen, het verkeer heeft ge
wonnen".
In de vooroorlogse crisisjaren
heeft de hoofdpersoon in dit
verhaal vele bazen versleten.
Wat bleef was zijn liefde voor
tekenen en schilderen. Er is
practisch geen familielid of
goede vriend die in de loop der
tijden niet een werkstukje van
Bertus van der Kooy mocht
ontvangen. Tot in Amerika en
West-Duitsland zijn stukjes
van zijn werk terug te vinden.
Een produktie die pas goed op
gang kwam, nadat het sukses
van Bertus van der Kooy als
zelfstandig huisschilder merk
baar werd. Daarover straks
meer.
De oorlogsjaren zijn voorwat
de artistieke toekomst van hem
betreft van beslissende beteke
nis geweest. Bertus van der
Kooy ging aan het werk bij
Wim Wijnman
Bertus van der Kooy: „Het was
een echt oorlogsbedrijfje. Van
oude spullen iets nieuws ma
ken. Mijn aandeel in dat werk
bestond uit het schilderen en
decoreren van dat materiaal.