d. l'e n i! 18 y ie... w uit de brand. Joop Groart, 40 jaar vrijwillige brandweer Soest Op de kleuterschool is het al begonnen. Hij keek zijn ogen uit en drukte zijn mop- neus plat tegen de schoolruit wanneer op de meest onverwachte momenten vader Groart een aantal gehelmde heren met een indrukwekkend voertuig langsre den. Jopie's droomwereld op wielen, de Soester brandweer. Hij kwam er, zoals zovelen,terecht als vrijwilliger. Groeide daarin, evenals Gro art sr., uit tot brandweercommandant .Vandaag staat hij aan de vooravond van een opmerkelijk jubileum; veertig jaar bij de Soester Vrijwillige Brandweer. Soest was en is met de Groarts uit de brand. Deze pagina vertelt u er over. Eerst een stukje geschiedenis. Voor de oprichting van de ver eniging Vrijwillige Brandweer Soest (1923) was brandbestrij ding in Soest geen eenvoudige zaak. De rode haan kon ongestoord feest vieren in een gebied waar rieten daken - boerderijen en hooibergen een groot deel van het décor van de gemeente be paalden. Brandbare bossen, heide en droog buntgras wa ren eveneens gewillige projec ten voor de alles verterende vlammen. Jarenlang kende men het systeem van de brand weerplicht, waarbij Soester in gezetenen op een bepaalde leef tijd werden verplicht dienst te doen bij de brandweer. Een nogal falend systeem. Ook vroeger was het blussen van branden geen plezierige bezigheid, al trachtte men het er wel van te maken. De je never vloeide bij het blussen van brand soms even rijkelijk als het water. Het is voorgeko men dat er meer vocht in de fles dan in de spuit zat. De legende wil verder dat men in de crisisjaren nog wel eens pro beerde het ,,in de brand-uit de brand" spelletje te spelen, ten einde via de uitkering van de verzekeringsmaatschappij uit de financiële zorgen te komen. Oude rotten van de vrijwillige Soester brandweer weten zich te herinneren dat men na het sein „brand meester" afscheid nam met een „tot straks" aan gezien de schade minder was dan men had begroot toen de brand in eigen bezittingen was gestoken. In een tijd dat de te lefoon in Soest practisch nog onbekend was kende men een uiterst gebrekkig alarmerings systeem. Voeg daaraan toe het feit dat men eerst een paard in de wei moest vangen die de ou de plunjerpomp op houten wie len moest trekken en het be trekkelijk sukses van de toen malige brandbestrijding en de noodzaak te komen tot de op richting van de Vrijwillige Brandweer zijn verklaard. Op 1 juli 1923 was het dan zover. Waar anders dan in De Gouden Ploeg kwamen de oprichters bijeen. Commandanten als Heynings-, Sillevis en v.d. Flier brachten de eerste verbeterin gen aan. Een gammele trekker verving het paard, maar primitief bleef het in de beginjaren van de ver eniging. Waren er geen brand- kranen in de omgeving van de brand dan zocht men noodge dwongen zijn toevlucht tot zand en de inhoud van goed gevulde gierputten. Ondanks vele han dicaps kwam er in de loop der jaren een betere brandbestrij ding. Het materiaal verbeter de, het enthousiasme van de vrijwilligers werd steeds uit bundiger. De Soesters werden door de feiten bevrijd van het angstwekkende idee dat bij brand alles tot de grond toe zou worden vernield. Vijf jaar na de oprichting van de vrijwil lige brandweer werd Groart sr. benoemd tot commandant. Onder zijn leiding zijn tijdens de oorlogsjaren veel verzets mensen deportatie naar Duits land ontlopen. Ze werden ge helmd en wel door de Duitse controles geloodst of deden dienst op verschillende posten in de gemeente. Op Groart sr werd nooit tevergeefs een be roep gedaan. Groart een in Soest en omgeving bekende en vertrouwde naam. Groart sr. had in de Van Weedestraat een rijwiel en galanterie-winkel waarin de dagelijkse boterham werd verdiend. In zijn bedrijf vestigde hij het kantoor en de kantine van de vrijwillige brandweer. Alles nagenoeg voor eigen rekening. Zowel voor, tijdens als na de oorlog heeft Groart sr. voor de brand bestrijding in Soest met zijn vrijwilligers pionierswerk ver richt. Zoon Joop, heeft de taak van zijn vader op 1 juli 1964 over genomen, nadat tien jaar eer der Groart sr. de zaak aan zijn zoon had overgedaan. Een be- Groart sr. verrichte pioniers werk langrijk jaar in het leven van de jubilaris omdat hij in dat jaar aan zijn tegenwoordige echtgenote zijn ja-woord gaf. Groart jr. heeft de vele on vervulde wensen van zijn va der in vervulling zien gaan. Eerst in 1968 kregen de vrij willigers waarop ze reeds vele jaren recht hadden: een brand weerkazerne, nieuw materiaal. Na bijna 50 jaar was de Vrij willige Soester Brandweer ein delijk volwassen geworden. Een volwassenheid die o.l.v. Joop Groart is uitgegroeid in landelijke bekendheid. Joop Groart, een commandant die het in zijn leven niet cadeau heeft gekregen. Oorlogsjaren waren er de oorzaak van dat hij zonder ULO-diploma bleef zitten, en na de oorlog opnieuw kon beginnen. Avondscholen werden door hem met sukses bezocht, de benodigde vakdiploma's om als zelfstandig ondernemer te kunnen opereren werden be haald. Het zou tenslotte toch hinken op twee gedachten wor den. Bij zijn benoeming tot commandant verdween een stukje van zijn vrijwilligers werk. De gemeente nam hem in dienst als ambtenaar voor halve dagen. Beloning 176,- per maand, de inkomsten uit zijn rijwielzaak moesten voor de aanvulling zorgen. Een on mogelijke combinatie van werkzaamheden. Joop Groart daarover: „Ik heb ontzettend veel aan mijn vrouw te danken. Ook wanneer ik niet door mijn werkzaamheden bij de brand weer in de zaak kon zijn mar cheerde het thuis goed. Wat zij heeft gedaan is fantastisch ge weest". De tijd dat de gemeen te Soest voor een dubbeltje op de eerste rij zat heeft enkele jaren geduurd. Langzamer hand kwam men tot de conclu sie dat er in deze situatie ver andering moest komen. Burgemeester Bentinck heeft er stad en land voor afgereisd teneinde gedaan te krijgen dat Joop Groart een volledig gesa larieerde funktie zou krijgen. In 1967 werd Joop Groart „fuil- prof". Zoals vader Groart het gewild zou hebben. Met de heer Timmer geeft hij leiding aan een groot aantal vrijwilligers en ambtenaren. De sfeer moet er goed zijn. Nog steeds be staat er een wachtlijst om tot de vereniging van vrijwilligers te kunnen worden toegelaten. Vrijwillige brandweer in een plaats met 40.000 inwoners. Het lijkt uit de tijd. Joop Groart denkt daar anders over. „Men moet niet in de eerste plaats naar het inwonersaantal kij ken. Wat is het brandrisico in een gemeente als Soest? Niet te vergelijken met plaat sen waar belangrijke en soms ook gevaarlijke industrieën zijn gevestigd. Bovendien heb ben wij hier in Soest een kleine beroepskern. Acht mensen zijn vast aangenomen in dienst van de brandweer. Ambtenaren dus. Alleen is bij hun niet van toepassing dat ze zijn onderge bracht in rangen die men el ders bij de brandweer wel kent. De gemeente heeft dat altijd tegengehouden. Men wilde niet teveel beroeps mensen. Zal wel te maken heb ben met het feit dat men zich te groot voor tafellaken en te klein voor het servet voelt. Ook E.H.B. O. -werk gaat de vrijwillige Soester brandweer niet uit de weg Toch blijf ik het een onre delijke situatie vinden. De mensen worden niet betaald voor hetgeen ze te verrichten hebben. Vandaar dat je ziet gebeuren dat prima mensen naar elders verdwijnen omdat ze daar voor hetzelfde werk het geld kunnen verdienen waarop ze in Soest recht had den maar het niet kregen. Een van mijn wensen bij het aan staand jubileum is dat aan deze ongezonde toestand eens Uit de oude „kiekjesdoos". Links Jopie Groart vol ontzag voor vader Groart (r.) en de Soester vrijwilligers een eind komt. Los daarvan blijf ik evenwel groot voorstan der van de vrijwillige brand weer zoals wij die nu kennen. Het is een stel prachtkerels waarmee ik werk die bijzonder veel voor de gemeenschap over hebben. Zonder hun mede werking zouden de gesalarieer- den niets kunnen beginnen. Zij hebben ons de naam bezorgd die wij nu hebben. Dag en nacht staan ze klaar en dat moet in dit verhaal maar eens worden benadrukt: Joop Gro art is zonder zijn 47 vrijwilli gers in dit werk helemaal niets. Bovendien kent de vereniging in de persoon van de heer Buss een voortreffelijk voorzitter. Wat kan ik mij als comman dant van het corps dan nog meer wensen. Vader en ik heb ben hem voor deze funktie ge strikt". Wie Joop Groart en de zijnen wil strikken om als vrijwilliger in het korps te worden opgeno men moet er rekening mee houden met spelregels te ma ken te krijgen die misschien niet zo hedendaags lijken. Joop Groart: ,,Wij lopen hier niet in de houding voor elkaar te springen, maar discipline moet er toch wel zijn. Als wij ons echter, waar dan ook, moeten presenteren dan sta ik er wel op dat het met ge voel voor stijl gebeurt. Kerels die er bij lopen als zoutzakken wil ik niet tegenkomen" Joop Groart, donderdag 9 mei a.s. 40 jaar bij de Vrijwillige Brandweer Soest. Het zal een feest gaan wor den. Van de gemeente Soest krijgt hij op die dag tussen 16.00 en 18.00 uur een re ceptie in de brandweerkazerne aangeboden, gevolgd door een feestelijke bijeenkomst die hem door zijn vereniging wordt gepresenteerd. Geschenken, toespraken, bloemen en huldi gingen, er is geen ontkomen aan. Joop Groart is niet de man die met een gekunstelde beschei denheid tegen deze dag opziet. Het tegendeel lijkt eerder waar. Maar toch wil hij op zijn feest ook aandacht voor andere zaken. Joop Groart: „Vooropgesteld dat wij prachtig materiaal heb ben wil ik toch wel voor iets nieuws pleiten. Dankzij mede werking van de gemeente en de fantastische burgemeesters die Soest heeft gehad is bij de vrijwillige brandweer Soest een goed stuk werk tot stand gekomen. Toch knappen wij weer uit ons jasje. Straks komt er nieuw materieel waarvoor stalling, nodig is. De ladderwagen, aan geschaft in 1960, is aan ver vanging toe. De bestaande ladder kan bij hoogbouw als bijvoorbeeld in de Veenbesstraat nooit hori zontaal worden uitgeschoven. Met een nieuwe ladderwagen zijn er veel meer en betere mogelijkheden. De onderdelen van de bestaande ladderwagen moeten uit Amerika komen en daar kun je toevallig niet op wachten wanneer je de ladder wagen moet inzetten. Met spoed dus een nieuwe ladder wagen". Klein moeilijkheidjede kos ten voor de aanschaf van een nieuwe ladderwagen bedragen iets meer dan een half miljoen. „Wat is veel geld" vraagt Joop Groart zich af. „Het gaat om mensen. Ik herinner mij een uitslaande brand bij Frank op de Koninginnelaan. Ik had nog net de tijd om er in een kort sportbroekje naar toe te gaan. Het vroor hard. Ik heb met ontbloot bovenlijf op de ladder gestaan. De spuit er op. Toen alles voorbij was kon ik niet meer naar beneden. Wat was het geval? Al het water dat op de ladder terecht kwam was vast gaan zitten en ijs ge worden. Ze hebben mij als het ware van de ladder moeten hakken. Binnengekomen mocht ik nog niet eens bij de kachel gaan zitten. Het ont dooien van mijn voeten en be nen moest geleidelijk aan plaats vinden. Achteraf ben ik natuurlijk gek geweest om zo te gaan spuiten. Maar wat doet een mens?" Joop Groart, veertig jaar lang zijn brandende schoorstenen en hooibergen zijn bijna na tuurlijke vijanden geweest. Een warme, noem het uitslaan de huldiging, is op zijn jubile umdag daarom wel verdiend. JAN LEIJENDEKKER. J oop Groart Soest met

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1980 | | pagina 19