Autobanden en veiligheid
èn uw caravan
voor als 't nodig is
Zeker weten: minder eten!
KOSTSIAAP
„Black Arrow" strak sluitstuk van de Skoda-lijn
in Nederland
Rij-instructeurs zijn
vakbekwame mensen
I L
Sl
WÊÊimm
.SS»saasss«fsS35
1rtrtZwwb
IfEwem
ER
20
BOFFEU W'JEVEUtZHr F/E
BFEOE BSWEU HEB8EU.'
De vereiste documenten moeten mee
gaan op reis, maar ook de verzeke
ringspapieren en hulpbrieven voor
onderweg. Een set deugdelijk gereed
schap kan nooit kwaad en wie voor
de auto bijvoorbeeld een reserve-venti-
latorriem meeneemt denkt bij de ca
ravan wel aan een reservewiel. Op lan
ge vakantieritten kunnen mankemen
ten optreden aan banden of velgen,
maar ook aan assen, wiellagers en
remmen. Op de camping zijn het de
dakluiken die nogal eens problemen
opleveren. Zorg er daarom voor gege
vens van uw caravan mee te nemen:
adressen van uw dealer of de impor
teur, het instructieboekje, als het kan
type-aanduiding, serienummers en
maten van de caravan en van voor
name onderdelen.
't Is niet te hopen, maar u kunt het
nodig hebben en de bestaande hulp
diensten zijn dan nog beter in staat
ueventueel te helpen!
Problemen tijdens de vakantie kunt
u voorkomen door tevoren gebruiks
voorschriften goed te lezen en thuis
te oefenen met het aan- en afkoppe
len en waterpas zetten van de cara
van. Sturen met een aanhanger komt
er zeker bij...! De caravan een con
trolebeurt geven en deskundige in
stanties om raad vragen kan ook nooit
kwaad. Het kan letterlijk stukken sche
len!
Met kinderen op reis
Reizen met jonge kinderen in auto
of auto-caravancombinatie levert met
de huidige kampeerterreinen en
transportvoorzieningen geen bijzon
dere moeilijkheden op. Er is wel re
den om enkele punten in acht te nemen.
Raadpleeg de kinderarts, ook met
betrekking tot het klimaat van de va
kantiebestemming. Vraag hem wat in
de reisapotheek niet mag ontbreken.
Ga nooit met een lege maag op reis
maar gebruik altijd tijdig voor het
vertrek een lichte maaltijd. Een even
tueel middel tegen wagenziekte een
half tot één uur voor het vertrek in
nemen.
Informeer op de vakantiebestem
ming even waar de dichtstbijzijnde
kinderarts woont.
Neem ziekenfonds- en andere ver
zekeringspapieren mee.
Onderbreek de reis elke twee uur.
Geef de wat grotere kinderen ruim
schoots de gelegenheid tot spelen en
ravotten. Ook voor volwassenen geldt
dat langer dan zes uur rijden op een
dag ongezond is.
Zachte speelgoeddieren creëren
de vertrouwde sfeer van thuis.
Laat moeder, oma of tante op de
achterbank plaatsnemen naast de
baby of kleuter.
Houdt grotere kinderen bezig met
spelletjes waarbij niet altijd zijwaarts,
maar ook vooruit moet worden ge
keken.
Geef de kinderen vertrouwd voed
sel, bij voorkeur iets dat niet gewarmd
behoefd te worden. Omdat kinderen
in het algemeen veel drinken is het
meenemen van een thermosfles met
niet-koolzuur-houdende dranken aan
te bevelen.
Langs de grote autowegen is bij
tankstations en wegrestaurants dik
wijls een speciale ruimte waar een
schone luier kan worden aangedaan.
In West-Duitsland zijn er bijvoorbeeld
langs de Autobahnen reeds meer dan
175 „Wickelstuben".
Dat er in Nederland veel auto's rijden
weten we allemaal. Dat er veel onge
lukken met de auto gebeuren weten we
ook. Het veiligheidsaspekt krijgt dan
ook grote aandacht bij de ontwikkeling
van nieuwe automodellen [veiligheids
riemen, hoofdsteunen, kreukelzone
e.d.] Het is daarom uiterst merkwaar
dig dat de rol die de banden hierbij
spelen zo wordt onderschat.
Als men zich realiseert dat het enige
contact tussen de auto en de weg
bestaat uit 4 stukjes rubber, dan blijkt
de kwaliteit van de banden werkelijk
van levensbelang te zijn. Uit onderzoe
ken is gebleken dat de bekendheid van
het merk en de prijs de belangrijkste
factoren zijn bij de aanschaf van
nieuwe banden. De kwaliteit is blijk
baar niet de voornaamste afweging.
Zodra de nieuwe banden gemonteerd
zijn, kijkt de doorsnee automobilist er
niet meer naar om. Niet alleen het
profiel van de band is belangrijk maar
ook de bandenspanning is een essen
tiële voorwaarde voor een goed func
tioneren van de band. Ruim 70% van de
Nederlandse automobilisten rijdt met
een foutieve bandenspanning, waar
door de kans op ongelukken aanzien
lijk wordt vergroot. Voor dergelijke
bestuurders is het maar goed dat er
hoofdsteunen, kreukelzones en veilig
heidsriemen bestaan! Het is verstan
dig om bij de aanschaf van nieuwe
banden niet op een paar tientjes meer
of minder te letten. De nieuw ontwik
kelde brede banden blijken het veilig
ste te zijn. Bovendien rijden zij zuini
ger. Een belangrijk aspekt in deze tijd
van energiebesparing.
„De mensen zijn zich de laatste jaren steeds meer bewust geworden van het
belang van een gezond gewicht. Daar is door de media op ingehaakt en ik geloof,
dat de interesse voor het gewicht zal blijven. Langzamerhand wint de mening
veld, dat de gezondheidszorg niet alleen aandacht dient te hebben voor de
vooruitgang van de techniek. Het gedrag van het Individu, dat is van enorm
belang."
De GVO, letters die staan voor gezond
heidsvoorlichting en -opvoeding, ls een
onderdeel van de gezondheidszorg dat
zich (specifiek) bezighoudt met het
verband tussen het gedrag van de
mens en gezondheid. Mevrouw West
maas noemt dit facet in de gezond
heidszorg van groot belang, vooral ook
voor de toekomst. Zij zegt: „Het ma
ken van wettelijke voorschriften en
(ziekenhuis)-voorzieningen heeft niet
tot gevolg, dat de mens er gezonder op
wordt. De leeftijdsverwachting is de
laatste jaren zelfs gedaald. Een goede
voorlichting en opvoeding zal mee
kunnen werken aan het verbeteren van
het eigen gedrag van de mensen ten
aanzien van hun gezondheid".
Heeft mevrouw Westmaas een idee hoe
deze gedachte uitgewerkt zou kunnen
worden? Zij„Je moet in het onderwijs
beginnen. Eigenlijk al eerder, name
lijk op het zuigelingen- en kleuterbu
reau. Op deze bureau's wordt overi
gens al vrij veel aan voorlichting
gedaan, maar er zou nog veel meer
kunnen gebeuren. Er wordt bijvoor
beeld gezegd dat men voorzichtig moet
zijn met het gebruik van zout en men
probeert het idee te bestrijden, dat een
gezonde baby een dikke baby zou zijn.
Die gedachte was vrij algemeen, hoor.
Er zijn nu zelfs nog mensen die het
zeggen".
Overgewicht komt veel voor, ook bij
kinderen. „Je wordt vrijwel altijd dik
door je eet- en leefpatroon", zegt
mevrouw Westmaas. „Als je opgroeit
in een omgeving waarin stevig wordt
gegeten, dan neem je die gewoonten
waarschijnlijk mee. Vaak is het duide
lijk een gezinsproblematiek. Zeker is
wel dat we het een welvaartsziekte
kunnen noemen. We zijn meer gaan
eten. We nemen wat vaker iets tussen
door. Vooral het gebruik van suikers
(enkelvoudige koolhydraten) is sterk
toegenomen. Koek, banket en snoep
bijvoorbeeld. Die geven een minder
sterk verzadigingsgevoel dan bijvoor
beeld brood, aardappelen of peulvruch
ten (meervoudige koolhydraten). En
dat is nu juist het vervelende: die en
kelvoudige vullen niet, maar geven wel
calorieën - of zoals we tegenwoordig
zeggen Joules. Neem je een maaltijd
met peulvruchten, dan heb je lang niet
zo snel weer trek. Meer mogelijkhe
den, meer geld en een veel grotér
assortiment, die factoren hebben ons
eetpatroon sterk veranderd".
Élk pondje komt door het mondje, zo
heette het vroeger. Daar is men wat
voorzichtiger mee geworden, zegt me
vrouw Westmaas. „Er zijn enorme
verschillen onderling. Als twee mensen
precies hetzelfde eten dan kan het zijn
dat de één er wel van groeit en de
ander niet. Tegen te dikke mensen zul
je wel moeten blijven zeggen dat
minder eten geboden is. Minder eten en
meer bewegen. Het is verder zo, dat
trimmen alleen effect heeft als je het
elke dag doet. Zo nu en dan wat
lichaamsbeweging heeft geen zin, als
je wat van je gewicht af wilt halen."
„Vroeger waren dit soort dingen voor
mensen geen probleem. Alleen bij
feestdagen kreeg je toen een glaasje
limonade. Frisdrank is nu normaal
geworden. Dat geldt ook voor gebak.
Vooral voor kinderen is het uitgangs
punt dus veel moeilijker geworden.
Suiker, om maar een voorbeeld te
noemen, went snel. Voor je het weet ga
je voor de bijl. Je wilt een blokje
chocolade nemen, maar even later kun
je de verleiding niet meer weerstaan
en neem je een tweede. Vaak gaat de
hele reep dan op. Gelukkig is het wel
zo, dat je terug kunt. Je kunt eetge
woonten veranderen (en bijvoorbeeld
het gebruik van suiker terugbrengen).
Maar waarom zou je het je kinderen zo
moeilijk maken? Wen ze niet teveel
aan snoep, dan hoeven ze later ook niet
te ontwennen".
Een gelukkig aspect bij overgewicht
noemt mevrouw Westmaas de aanwe
zigheid van positieve tegenkrachten.
Het positieve van slank-zijn krijgt veel
nadruk in de maatschappij. „Ten op
zichte van roken is het uitgangspunt
niet ongunstig", aldus mevrouw West
maas. „Roken is stoer, zo zegt de
reclame. Dik zijn is geen zaak om
reclame voor te maken. Dus pakken ze
het op andere manieren aan. Als je een
week lang de televisiereclame bij-
houdt, dan zie je pas hoeveel reclame
er wordt gemaakt voor producten die
je eigenlijk helemaal niet nodig hebt.
Snoep bijvoorbeeld heb je niet nodig.
Je wordt niet ziek, als je geen snoep
krijgt."
Weegschaal
De voorcdurende druk van overgewicht
heeft bij sommige mensen een angst
voor de weegschaal ontwikkeld. Dr.
Herman Tarnower uit het Amerikaan
se Scarsdale benadrukt in zijn boek
„The Complete Scarsdale Medical
Diet" (in het Nederlands uitgegeven
door Bosch en Keuning in Baarn) het
belang om elke dag op de weegschaal
te gaan staan, om op die manier tijdig
het sein op rood te kunnen zetten als
het gewicht opeens sterk is gestegen.
Mevrouw Westmaas: „Het feit dat je
elke dag met je gewicht geconfron
teerd wordt is van belang. Over het
algemeen blijkt individueel vermage
ren een hele zware opgave. Veel men
sen belanden na een poosje weer in hun
oude eetpatronen. Gaan dan weer op
dieet, verslappen weer wat en moeten
opnieuw beginnen. Een vicieuze cirkel,
die erg moeilijk te doorbreken is. Voor
sommige mensen is het dan ook beter
om in een groep te gaan. Samen
vermageren".
,,In het algemeen helpt een groep voor
die aspecten van eetgewoonten die
sociaal bepaald zijn. Hoe zie je eruit,
welke jurk past niet meer en dat soort
zaken. De vraag is of je ook op langere
termijn het effect van zo'n vermage-
ringsgroep kunt constateren."
Vooral weekbladen blijken telkens
weer met nieuwe diëten op de proppen
te kunnen komen, die meestal snel
gewichtsverlies beloven. Mevrouw
Westmaas: „Ik moet er altijd een
beetje om lachen. Je slaat zo'n blad
open en ziet de meest geweldige recep
ten. Vier bladzijden verderop staan
dan de vermageringsdiëten. Elk jaar
weer komen er nieuwe methoden bij.
Daaruit alleen zou je kunnen conclude
ren, dat ze niet of weinig helpen".
Ieder voor zich zal eerst het belang van
een gezond gewicht moeten onderken
nen en dan zijn gedrag daaraan moe
ten aanpassen. Het voorlichtings- en
opvoedingsbeleid zal op een juiste ont
wikkeling van een goed eetgedrag
gericht moeten zijn. Pas dan, zo meent
mevrouw Westmaas, is sprake van een
fundamentele aanpak van het pro
bleem dat overgewicht heet.
In aanvulling op de Skoda-lijn 1980 brengt importeur H. Englebert N.V. te
Voorschoten, in eigen regie, van de typen 105 S en 120 LS een speciale versie uit
onder de naam „Black Arrow". Omdat men een sportieve uitvoering voor ogen
had, liet het bedrijf zich hierbij adviseren door Jan Lammere, F1 coureur en
directeur van Rob Slotemaker's anti-slipscholen in Zandvoort.
Behalve een zwart koetswerk uitge
monsterd met rode banen, waarin ook
de type-naam is opgenomen, zijn bij de
„Black Arrow" aan de standaarduit
voering van beide typen een groot. L
aantal -spórtiéve elementen toege
voegd. Het rëaültaat is een verrassend
strak 'èn snelogende auto naar West-
europese snit, als luxe sluitstuk van de
Skoda-lijn in Nederland.
De toegevoegde elementen in de
„Black Arrow" zijn een reeks onderde
len in zwarte uitvoering zoalszwarte
ruitewissers, zijspiegel, achtergrill,
achterspoiler, voorkap- voor- en ach
terbumper van zwarte kunststof.
Het sportieve karakter wordt geaccen
tueerd door aluminium velgen, een
sportstuur en een sportief pookje.
De Black Arrow's zijn voorzien van
twee mistachterlampen, achterruit
verwarming (ook op de 105 S) en
rolgordels.
In het interieur is een stereo-radio met
in de voorportieren ingebouwde boxen.
Tenslotte is de „Black Arrow" aan de
buitenzijde duidelijk als zodanig
geïdentificeerd door speciaal ont
worpen naamplaatjes.
Op de pHjslijSt wórdt yóor de uitvoe
ring AlSt- ïïBlack Arrow" voor - alle
extra's een meerprijs van 3.500',-
vermeld.
Reeks van modificaties in
Skoda's 1980 modellen
De modellen van Skoda zijn op een
groot aantal punten gemodificeerd.
Twee van de aangebrachte modifica
ties houden verband met de vering en
een sterkere (16 mm) uitvoering van
de vooras-stabilisator. Deze verbete
ringen zijn thans door de fabriek als
standaarduitvoering overgenomen
voor de gehele produktie.
Eerder werden zij voor een aantal
Westeuropese landen, waaronder Ne
derland, in samenwerking met de im
porteurs) alleen in de export versie
aangebracht.
De overige modificaties bij de Skoda
typen 105 S, 105 L, 120 L en 120 LS
betreffen:
een gewijzigde afstelling van de carbu
rateur; een bob ine die extra voeding
levert tijdens het starten en een verbe
terd luchtfilter.
- een verbeterde geluidsisolatie onder
de achterbank en toepassing van distri
butietandwielen met ketting zodat on
der het rijden het geluidsniveau t.o.v.
de vroegere modellen is verminderd.
- een spoiler op de motorklep "(achter)
die o.m. door de wijze waarop lucht-
openingen zijn vrijgelaten, het motor
compartiment schoner houdt.
- een lichtere werking van het rem- en
koppelingspe daal
- kunststof wieldoppen en wieldeksels.
- een verbeterde bedrading.
- een beter doseerbaar gaspedaal.
- een verbeterde kachelradiator.
- zwarte ruitewisserarmaturen.
- een zwart instrumentenpaneel.
- uitsluitend op het type LSachterruit
verwarming.
De 1980 modellen van Skoda worden in
Nederland voorts uitgebracht in drie
nieuwe kleuren: Okerbruin, Tabaks-
rood en Oranje.
Van een medewerker
„Het ls verboden ryonderricht te geven zonder in het
bezit te zijn van een instructeursbewy» voor de cate
gorieën motorrijtuigen, waarop het riJonderricht be
trekking heeft."
Art. 2 WRM
Het rijbewijs is nog steeds een van de meest begeerde „pa
piertjes" die bepaald niet cadeau worden gegeven. Jaarlijks
melden zich in ons land ongeveer driekwart miljoen gegadigden
voor het rijexamen, waarvan de verhouding tussen mannen en
vrouwen ongeveer halfom halfis. Van de kandidaten die aan
het zogenaamde onderzoek voor het rijvaardigheidsbewijs"
deelnemen slaagt ongeveer de helft voor de eerste keer. Van de
andere helft is het aantal keren dat zij her-examen doen voor ze
slagen zeer variabel.
De waarschijnlijk ongeëve
naarde winnende aanhouder voor
het verkrijgen van het rijbewijs
was een 39-jarige man, die voor
het rijbewijs slaagde na 37 rijexa
mens. Hij had 7 jaar rijles en zakte
38 keer. Rond 64 procent van de
mannen en 40 procent van de vrou
wen beschikt momenteel reeds over
het rijbewijs.
Volgens bekende cijfers slagen
de eerste maal in de leeftijdsgroep
van 18-20 jaar ongeveer 45 pro
cent, van de 20-40 jarigen onge
veer 35 procent en van de
4O-0O-jarigen ongeveer 20 procent.
Het percentage niet-geslaagden
bewijst wel dat door velen aan de
rijproef wordt deelgenomen zonder
daarop voldoende voorbereid te
zijn, behoudens werkelijke pech-
hebbers. De laatste jaren vertoont
het percentage geslaagden echter
een stijgende lijn, kennelijk dankzij
betere rijopleidingen als resultaat
van de op 1 juli 1977 volledig van
kracht geworden Wet Rijonderricht
Motorrijtuigen.
Als oorzaak dat zoveel kandida
ten worden afgewezen kan onder
meer worden genoemd het feit dat
niet elke rij-instructeur voldoende
op zijn taak berekend is. Vooral in
het verleden mankeerde daar veel
aan omdat zij vaak deze niet ge
makkelijke taak slechts deden als
bijbaan, of nog onvoldoende erva
ring hadden. Het bordje „erkende
rijschool" gaf nauwelijks enige ga
rantie, omdat de instructeur vaak
een ander was dan de „erkende"
rijschoolhouder. Niet zelden was
degene die rijles gaf zomaar ie
mand, die geen enkele opleiding tot
rij-instructeur had genoten. Om de
zogenaamde beunhazerij op dit ge
bied uit te bannen bannen hebben
de bona fide rijschoolhouders, om
streeks de tijd dat rijscholen als
paddestoelen uit de grond schoten,
zelf om maatregelen ten aanzien
van de rijopleiding verzocht en
heeft de overheid, die van de
noodzaak daarvan reeds lang
overtuigd was, de bevoegdheid tot
het geven van rijonderricht gere
geld. Overigens hebben diverse van
de vele toen beginnende rij-in-
structeurs zich tot vakbekwame
rijschoolhouders ontwikkeld. Door
de nieuwe bepalingen zijn degenen
die niet aan de gestelde eisen vol
deden automatisch afgevallen.
Instructeursbewys
Door erkenning van eerder be
haalde diploma's, het behalen van
het nieuw ingestelde „instruc-
teursbewijs", of een mogelijke ont
heffing op basis van voldoende
vakbekwaamheid in verband met
een bepaalde leeftijdsgrens, bestaat
het korps rijschoolhouders en rij-
instructeurs momenteel uit zeer
vakbekwame mensen, waarvan de
gunstige resultaten meer en meer
zichtbaar zullen worden.
Het particulier onder toezicht
doen besturen is than9 niet meer
mogelijk omdat iemand die onder
zijn toezicht een ander een motor
rijtuig laat besturen, geacht wordt
rijonderricht te geven. En dat mag
alleen met een instructeursbewijs,
terwijl behalve dat, ook het voer
tuig Van een zogenaamde dubbele
bediening, een extra binnen, en
buitenspiegel en van een L-bord
moet zijn voorzien.
De eisen van bekwaamheid tot
het geven van rijonderricht geven
een behoorlijke garantie voor goed
onderricht op dit gebied. De vakken
voor het Instructeursbewijs om
vatten: voertuigkennis, voertuigbe-
heersing, verkeersdeelneming, ver-
keerswetgeving en onderwijskunde.
Leerling
Toch ligt het zwaartepunt van
de rijopleiding en het slagen voor
het begeerde rijbewijs voornamelijk
bij de leerling. Men heeft feeling
voor autorijden of men heeft het
slechts matig of helemaal niet. Als
men het heeft mag men hopen na
een behoorlijke rijopleiding met
één of enkele rijproeven te slagen.
Als men het niet heeft kan het een
lange en moeilijke weg worden met
Rij-instructeurs zijn tegenwoor
dig vakbekwame mensen.
veel teleurstellingen, waaraan ook
de instructeur - hoe goed ook -
maar weinig kan doen. Alleen de
aanhouder wint dan soms. Het is
dan weieens de vraag of een slageh
na veel afwijzingen in het belang is
van de verkeersveiligheid. Zeker
als men daarna ook nog maar ma
tig gaat rijden omdat men nauwe
lijks durft, of niet zelf een auto
heeft
Afgewezen
Enkele van de vele oorzaken
voor het afgewezen worden zijn het
niet in dq achteruitkijkspiegel en
over de schouder kijken bij het ver
laten van de auto. Ook letten veel
kandidaten nauwelijks op het ver
keer om zich heen. ZIJ kijken teveel
op de wog on te weinig in hun spie-
gel(s). Ook geeft het volgens de rij-
regels inhalen vaak moeilijkheden
wegens te weinig oefening. Zij snij
den of blijven te lang links rijden.
Bij het invoegen op de „grote"
wegen kijkt men te vaak over de
schouder in plaats van in de spie
gel, waarbij men dan automatisch
te vroeg het stuur naar links
draait.
Als u nog niet foutloos rijdt, ver
wijt dan uw instructeur niet dat hij
u aan het lijntje houdt. Vooral bo
ven de 60 jaar geldt: beter een
paar lessen meer dan een illusie
minder.
Tips
Ter informatie tenslotte nog en
kele tips van de ANWB: Het aantal
erkende rijscholen is nog vrij be
perkt. In de toekomst zal dit aantal
zeker toenemen. Wanner u op het
ogenblik een rijschool zoekt, infor
meer dan bij kennissen of zij erva
ring hebben met een rijschool. Hoe
was de verstandhouding met de
instructeur; kwam hij altijd op
tijd?. Vraag de instructeur u zijn
instructeursbewijs of zijn blijvende
ontheffing te tonen. Wees op uw
hoede bij rijscholen die een over
eenkomst willen sluiten voor een
complete opleiding. Houdt altijd de
mogelijkheid open van rijschool te
veranderen. Vraag ook naar een
theoriecursus, waar die wordt ge
geven en hoeveel lesuren. Vijf of
zes avonden heeft u wel nodig.
Neem gerust een of meer proefles
sen zodat u zich een oordeel kunt
vormen over de rijschool.
Tenslotte willen wij u na hopelijk
slagen nog waarschuwen voor te
veel optimisme, want wie geslaagd
is begint pas...