Zeeman Zakenman Hotelier - Wiskundeleraar - Kunstenaar Dedrijf v. service ervice )RGING gmerk ÏHT flNES ING ooi OB UIN - Tel. 17332 id van uw: sinstallaties sn mastiek- ervice e deling nerikaanse len alle maten t everbaar iparatuur zen I6747 n BUSSUM: e Heemburgh" Vichmanlaan28 i 02159 - 1 79 88 102155 - 1 70 03 DE 5CHOOL SOEST e cursus een die het Prot. /il dienen en nale school- brengen om i in overleg, ilderdijklaan 5621. 5 royale 3-10038 7 - Soest PD 58 15 Soes ter Courant van woensdag 28 mei 1980 15 Cor Rademaker: Hoewel hij de pubUciteit schuwt kostte het mij weinig moeite hem voor een vraaggesprek te strikken. Cor Rademaker's echtgenote is wat bedrevener in het voe ren van pubUc-relations. Op haar uitnodiging zaten wij op een zomerse maandagavond rond de tafel aan de Nassaulaan 16. Met koffie praten over vroeger en nu. Kijken in dat wonderlijke en veelbewogen nu al 76 jaar durende leven van Cor Rademaker. Alleen aan zijn soms wat trillende handen en een hoofd waarop shampoo op de middenberm geen uitkomst meer biedt is zijn gevorderde leeftijd af te lezen. Voor de rest één brok vitaliteit. Cor Rademaker, een man met ingewortelde ouderwetse opvattingen, ook een mens die als wiskundeleraar op 75-jarige leeftijd met de jeugd van vandaag niet de minste moeite heeft gehad. Oordeelt u zelf. 30 april j.1. in Amsterdam de rotzooi maakten. Zoiets was het. Jongere mensen die voor zich zelf weinig in de toekomst zien en dan met alle geweld daarin verandering willen brengen, en daarbij dan onre delijke eisen stellen. Er was overigens al een streven om aan de inboorlingen in Java meer medezeggenschap te ge ven. Eigenlijk ongeveer zoiets als nu in Zuid-Afrika. Daar krijgen de negers ook steeds meer te vertellen, maar het gaat te langzaam naar hun zin. Ze willen alles in eens. Wat hun werd voorgespiegeld; de Javanen in de huizen van de Europeanen en de Europeanen als bedienden van de Javanen dat kon natuurlijk helemaal niet. Er zouden te weinig be dienden en te weinig huizen zijn geweest. Het is jammer dat ze hier in Nederland heel weinig beseft hebben wat er inderdaad daar aan de hand was. Tot 1947 zijn wij er nog gebleven, anders was ik zonder een rooie halve cent in Neder land aangekomen. Ik werkte bij.de distributie-dienst en be gon er een stuk, handel. Ik ex porteerde vanille en importeer de naalden, knopen en naai machines. Met wat ik daaraan verdiende nam ik in '47 de laatste veilige trein naar de ha ven en zo zijn wij met ons ge zin naar Nederland vertrok ken. De Indrapoera bracht ons thuis". Het is duidelijk dat wat de ge schiedenis van Nederlands- Indië betreft de tijd na het uit breken van de 2e wereldoorlog voor Cor Rademaker is blijven stilstaan. Cor Rademaker, op dit punt even onbegrijpelijk als ondoorgrondelijk. Evenals zo- velen van zijn generatie niet in staat afstand te nemen en te doen van een bezit dat hen in feite nooit heeft toebehoord. Ze zullen er mee blijven leven. En toch is het levensverhaal van dezelfde man om tal van andere redenen het lezen waard. Terug in Nederland trok hij met zijn vrouw Nel en de kinderen bij zijn schoon ouders in. Hij begon in Neder land waar hij was geëindigd: Amsterdam. Via een huurhuis werd een koophuis in Soest tenslotte zijn vaste stekkie. Na zijn terugkeer ontpopt de „toe an" van vroeger zich als een man die hard terugvecht om bestaanszekerheid voor zijn gezin en zichzelf terug te win nen. Het Nederlands-Indië van de oorlogsjaren zal hem daarbij helpen. Zijn gevangenschap in het door Japanners bewaakte kamp blijkt achteraf niet doel loos te zijn geweest. Met slechts djatti-hout - een mesje en een spiegeltje maakte hij zijn zelfportret in hout. „Vrije- ten. Winterlandschapjes, min of meer het oproepen van her inneringen en sentimenten. Te rug in eigen land heeft hij zo'n acht jaar geleden deze hobby weer opgepakt. Het werden Kerst- en Nieuwjaarskaarten voor vrienden en kenissen. El ders op deze pagina zijn een aantal van zijn tekenwerkjes afgedrukt. Wie zijn werk aan dachtig bekijkt kan tot de con clusie komen dat Cor Radema ker wel eens over de schouder van Anton Pieck zou kunnen hebben meegekeken. Cor Ra demaker: ,,Ik ben groot be wonderaar van hem. Er zit iets van hem in. Maar hij is het niet alleen die in mijn teke ningen is terug te vinden. Ook een beetje Rien Poortvliet kun je er in zien en ook wat van de helaas overleden Hilver- sumse kunstenaar Clement van Vlaardingen. Ik heb ze al lemaal bewonderd en dan is er toch sprake van een zekere beïnvloeding. Natuurlijk zal ik mij nooit met die mensen ver gelijken. Ik vind het tekenen van portretten bijvoorbeeld bijzonder moeilijk. Het meeste van mijn werk is gemaakt in de wintermaanden— Die spre ken mij qua natuur het meest aan. Met sneeuw - ijs en ijle lucht kun je veel doen. Heel wat van mijn tekeningen zijn als drukwerk in de handel ge bracht al heb ik officieel nooit in opdracht gewerkt. Geïnte resseerden kwamen altijd naar mij toe. Ik ben niet zo'n man die aan de weg timmert. Even min zul je mij met stoeltje en palet aan de weg of aan het water zien zitten. Ik ga naar het object toe dat mijn belang stelling heeft, probeer de in drukken te onthouden en te be waren en dan thuis aan het werk. Soms drie maanden ach tereen totdat ik er ineens geen zin meer in heb. In Soest zijn de Oude Kerk en de omgeving van De Eem voor mij mooie plekjes". Cor Rademaker, een man met veel gezichten. Zijn levensfi losofie luidt dat de mensen elkaar vrij moeten laten om een beetje gelukkig te worden. Wat de Nederlander volgens Cor Rademaker mankeert is dat hij teveel kritiek op een ander heeft. Cor Rademaker: „Ik ben zelf van huisuit katholiek opge voed, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Ze zeggen dan wel eens dat je levenslang hebt. Dat is juist. Je komt er nooit helemaal vrij van. Het is mij wel eens ge beurd dat ik, zonder dat ik er erg in had, in het buitenland in een kerk terecht kwam. In Genua is mij dat overkomen. In Nederland niet, hier zijn de meeste kerken op slot. Per soonlijk ben ik een zeer gelovig mens, maar niet aan een be paalde godsdienst gekoppeld. Ik heb nooit geloofd dat ik via een kerk mijn eindbestem ming zou krijgen. Daartoe ben ik niet afgezakt. Het is toch onlogisch. Stel je voor dat de Schepper, die voor ons allemaal zorgt, uitgaat van de gedachte dat alleen een be paald groepje mensen welkom is. De rest zou dan voor de vuilnisbelt zijn. Ik weet dat er miljoenen zijn die er anders over denken. Ik niet. Ais je er goed over nadenkt is het toch het naar beneden halen van een God. Ze maken er een raar iemand van". Cor Rademaker, in dit ver haal een merkwaardig maar vooral een interessant men senkind. Van lastige knaap uitgegroeid tot stuurman - hotelier - zaken man - wiskundeleraar en kun stenaar. Onverzettelijk. Mis schien soms wel tegen beter weten in! Jan Leijendekker. De naam Rademaker doet ver moeden dat dit verhaal op nieuw over een Soester inge zetene zal gaan. Dat dan maar even vergeten, want de wieg van de hoofdpersoon in dit ver haal stond in Amsterdam. Adres onbekend, maar de hoofdstad was 't. Weet van zichzelf nog steeds niet waar om hij in zijn jeugd als een bij zonder lastige knaap bekend stond. Herinnert zich wel di verse keren van de H.B.S. te zijn gestuurd, maar ondanks zijn misdragingen toch het „papiertje" te hebben behaald. Schepen en zee maken van een jongen een kerel moeten zijn ouders hebben gedacht. Daar uit is te verklaren dat het „broekie" na zijn woelige schooljaren op de Zeevaart school terecht kwam. Voor een jongen uit een gezin van vijf kinderen, waarvan vader als vertegenwoordiger in thee net als ieder ander veel moeite had de eindjes aan elkaar te kno pen, een vrij unieke opleiding. „Dat komt" vertelt Cor Rade maker „omdat het vader later beter is gegaan. Hij won de hoofdprijs in de staatsloterij, het was een twintigje hoor,- maar toch voldoende om een grossierderij in thee over té nemen". Zeven jaar lang was hij terug te vinden aan boord van schepen behorende tot de Java-China-Japan-lijn. Aan vaardde het zeemansleven zo als het met lusten en lasten op hem af kwam. Wat het eers te betreft; gages van 800,- per maand waren geen zeld zaamheid voor een stuurman die tevens als telegrafist dienst deed. Het lastenpakket bestond uit een veelvuldig en langdurig „nou tabé dan". Na zeven jaar varen nam Cor Rademaker in 1931 ontslag en zwaaide af. De meest voor de hand liggen de verklaring voor dit ontslag was ook tevens de meest voor de hand liggende oorzaak: lief de op het eerste gezicht. Tus sen het varen door had hij in het voormalig Batavia zijn te genwoordige vrouw leren ken nen. „Hoe dingen soms kunnen lopen" peinst hij hardop. „Moet je weten dat mijn vrouw in Amsterdam nog geen 200 meter van mijn huis woonde. Daar is ze mij nooit opgeval len. Met haar ouders vertrekt ze naar Nederlands-Indië en daar ontdek ik iemand die met enige fantasie in Amsterdam mijn buurmeisje had kunnen zijn". Echtgenote Nel over de kennismaking: „Het was wel echt liefde op het eerste gezicht hoor. Hij had zo'n prachtig wit uniform aan en dat maakte in druk". Nederlands-Indië in de dertiger jaren, je moet er zijn geweest om te kunnen beoor delen of het in de omgeving van de koperen ploert voor iedereen een goeie oude tijd was. Cor Rademaker: „Ik heb merkwaardige Indische jaren gehad. Mijn ontslag als stuur man had te maken met mijn opvatting dat een man bij zijn vrouw en kinderen hoort te zijn. Onze vooroorlogse kinde ren zijn Tim en Jim. Na mijn huwelijk geprobeerd in Neder land vaste grond onder de voe ten te krijgen. Alles aangepakt. Een sigarenwinkel gehad en een groothandel in sigaren en sigaretten. In '38 zagen wij de bui van de 2e Wereldoorlog al hangen. Opnieuw hebben wij de spullen gepakt, de verhuis wagen besteld en met vrouw en kinderen terug naar Neder- lands-Indië. Daar heb ik tot het uitbreken van de oorlog een hotel be heerd. Toen kwamen de Jap pen en was alles afgelopen. Mijn vrouw kwam terecht in een kamp in Bandoeng en la ter in het beruchte Tjidenge- kamp in Batavia. Zelf eerst in Bogor bij Buitenzorg geze ten en later in de omgeving van Bandoeng in een kamp van 10.000 mensen. Mijn kinderen waren in een ander kamp. In drie jaar tijd hebben wij drie briefkaarten gekregen die vol gens een voorgeschreven tekst moesten worden geschreven. Angst - honger en ellende, daar deed je het mee in die jaren. In het kamp heb ik in die om standigheden gezworen dat ik, als ik mijn vrouw en kinderen levend en gezond zou terugkrij gen, nooit meer in mijn leven zou kankeren. Ik heb het ook niet meer gedaan ook' Hoe kijkt Cor Rademaker te rug op en denkt hij in 1980 over het koloniale tijdperk? Cor Rademaker: „Er zijn gro te misverstanden bij mensen in Nederland die Nederlands-In dië helemaal niet gekend heb ben over de posities van de Nederlanders in dat deel van de wereld. Van uitbuiterij was geen sprake. Ik zweer u dat de oudere Javanen liever ons te rug zouden hebben gekregen dan dat ze zelfstandig werden. Het klinkt natuurlijk idioot dat iemand die voor een hap rijst en een paar rotcenten werkt gelukkig is. Onze mandoer bij voorbeeld verdiende een halve gulden per dag, maar wat je in die tijd, voor je levenson derhoud nodig had was ook be lachelijk weinig. Ik vind nog steeds dat wij het in het toen malige Nederlands-Indië goed hebben gedaan". Zo'n uitspraak vraagt niet al leen, maar dwingt, gezien en gehoord de feiten over de „ze geningen" in het koloniale tijd perk om nadere toelichting. Cor Rademaker: „De opstand na de bevrijding was er een hoofdzakelijk van „ploppers", voorlopers. Je kunt ze verge lijken met de mensen die op tijdsbesteding" van een heel bijzondere soort. In Nederland inspireerde dit begin hem tot de vervaardiging van houten beeldjes. Veel van zijn creatie ve scheppingen werden aan de man gebracht teneinde in een stuk levensonderhoud te voorzien. Veel is ook terug te vinden in zijn huiskamer. Fraai gestyleerd en anato misch juist werk, schepping van een perfectionist. Daarbij bleef het niet. Voor zijn medegevangenen had hij lezingen gehouden over sterrekunde waarover hij zich een uitgebreide kennis had ei gen gemaakt. In Nederland nam hij ook wat deze hobby be trof de draad weer op. „Maan eh strand, ijs en land" - „De luister van het Heelal" - „Ge heimen tussen Hemel en Aar de" - „Wij willen Weten" zijn de titels van de door hem ge schreven werken met sterre kunde als centraal gegeven. Populair-wetenschappelijke werken die zich vooral weten te onderscheiden omdat de au teur er in slaagt grote proble men rond de sterrekunde tot eenvoudige proporties terug te brengen. En daarmee is dan ook verklaard waarom Cor Ra demaker bij de diverse afde lingen van de Volksuniversi teiten een graag beluisterde spreker werd. Aktiviteiten die zich afspeelden in een periode dat Cor Rademaker zijn oude beroep als hotelier weer had opgenomen. Met financiële steun van de Nederlandse re gering kocht hij hotel De Kam pioen in Nieuwersluis. Het nieuwe avontuur duurde vier jaar. De aanleg van de nieuwe rijksweg Amsterdam - Utrecht betekende het definitieve af scheid van de Horeca. En opnieuw bleek deze tegen slag hem tot zeer opmerkelijke daden te inspireren. Met zijn wiskunde-kennis uit zijn stuurmanstijd meldde hij zich bij docenten. Waar ande ren vier tot vijf jaar voor no dig hebben behaalde hij binnen 2% jaar: akte N.I. Wiskunde. Tot aan zijn 75e jaar is hij leraar geweest aan de vroege re UTS thans MTS in Hilver sum. Een A.O.W.-er tussen de jeugd? Vergeet het maar. Cor Houtsnijden is in dit verhaal belicht, het tekentalent van Cor Rademaker nog niet. En weer moeten wij daarvoor terug naar het Nederlands-In dië van toen. Als hotelier ont wierp Cor Rademaker geteken de Kerstmenu's voor zijn gas- J-v* Rademaker: „Ik heb als leraar nooit last met de jeugd gehad, maar ik gaf wel op een ouder wetse manier les. Ze konden als het mij niet beviel een draai om hun oren krijgen of een schop voor hun gat. Ze accep teerden het. Ik deed het niet om dat ik kwaad werd, maar ge woon omdat het nodig was. Nooit ouders bij mij gehad die kwamen protesteren. De jeugd van tegenwoordig is niet veel anders dan vroeger. Ze hebben alleen minder ver trouwen in de toekomst. Jonge lui in een troep bij elkaar, bal dadigheid en herrieschoppend zijn zichzelf niet. Je moet er doorheen weten te krijgen. Kle ding - haar - armbandjes en oorbelletjes, het is allemaal camouflage. Ik schijn het daar niet slecht te hebben gedaan. Op mijn 65e vertrok ik er of ficieel. Receptie - toestanden, kortom een daverende dag. Tien jaar heb ik er nog aan vastgeknoopt totdat de minis ter het mij verbood. Had voor mij niet gehoeven, want ik was er graag nog mee doorgegaan. Vorig jaar was het einde defi nitief. Op mijn 75e. Bij het af scheid kwam mijn vroegere leermeester, de bekene wis kundige P. Wijdenes, mij de hand drukken. Dat heeft mij veel gedaan. Een man van 93 die je nog even komt opzoe ken".

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1980 | | pagina 15