Groei in de eerstkomende
jaren er uit
Uur„U"nadert voor Soest
Financieel probleem
niet alleen een kwestie
van optellen en aftrekken
Financiële broekriem
aantrekken - geen ruimte
voor nieuwe zaken
Leuke dingen voor de mensen
voorlopig maar vergeten
Tering naar de nering zetten
„Financiële
verhoudingswet 1960"
Geen nieuwe belastingen:
Gemeenteraadsvergadering
Politieke keuze noodzakelijk:
Artikel 12:
Gemeente houdt
kampeerterrein
Grote stijging
werkloosheid
in Soest
Glaasje op
toch gereden
Voorkom dat Soest noodlijdende gemeente wordt:
9
Soester Courant van woensdaK 4 februari 1981
9
In haar algemene beschouwing bij de behandeling van de begroting voor het jaar
1981, heeft de CDA-fractievoorzitter, mevrouw J. Greefhorst-van Overdam,
duidelijk gemaakt dat naar de mening van haar fractie over een reeks van jaren
uitbreidingen van het voorzieningsniveau niet meer kan worden gefinancierd
met belastingverhogingen. Er moet ook bij het opmaken van de begroting voor
1982 uitgegaan worden van het feit dat de groei er de eerstkomende jaren uit is.
Het CDA dringt er daarom op aan de nul-groei aan te houden en stelt voor die te
bereiken door gelijkhouden of verminderen van de kwantitatieve groei van de
gemeentelijke personeelsbezetting; zoveel mogelijk werkzaamheden uit te
besteden; automatisme te voorkomen en de inkomsten en uitgaven in ieder
geval in evenwicht te brengen. Extra aandacht werd gevraagd voor de woning
bouw.
Zoals bij alle fracties speelt het verlies
van het grondbedrijf een grote rol in de
beoordeling van het toekomstige be
leid. Het CDA zegt echter dat het door
de raad afwijzen van de door het
college voorgestelde invoering van de
rioolretributie, eigenlijk pas de oor
zaak was van het late behandelen van
de begroting. Het college wilde door de
invoering van deze nieuwe belasting de
begroting sluitend krijgen en ook nog
eens ruimte creëren voor een nieuw
beleid.
De raad wees dat af; de consequentie
daarvan wordt door het CDA aan
vaard.
Juist in deze tijd van grote stagnatie
in onze economie en daardoor bezuini
gingen op allerlei gebied voor ieder
een, wilden wij de Soester bevolking
niet nog een extra financiële last opleg
gen. Zorgvuldige overwegingen ver
anderden ons standpunt niet en wij
aanvaarden dan ook de consequenties
van weinig ruimte in de begroting",
aldus mevrouw Greefhorst.
Zij stelde vast dat de in het voorjaar te
verwachten nota van het grondbedrijf
pas werkelijk inzicht zal geven in de
financiële situatie van de gemeente en
dat ook dan pas kan worden bekeken
hoe men verder moest. Dan pas ko
men nieuwe investeringen aan de
orde en in zijn totaal was de fractie
niet optimistisch.
Om de nul-groei te bereiken gaf de
fractie een aantal hulpmiddelen aan:
geen kwantitatieve groei van de perso
neelsbezetting; bij vakatures kritisch
kijken of de vervanging wel strikt
noodzakelijk is. Werkzaamheden uit
besteden en streven naar een zodanige
afstemming van de interne capaciteit,
dat een zo groot mogelijk aantal be
stemmingsplannen kan worden bege
leid en afgehandeld. Automatisme ver
mijden en bij het opnemen van nieuwe
aktiviteiten bekijken of daardoor oude
aktiviteiten gemist kunnen worden.
Het CDA onderschreef de 98%-operatie
van het college voor de nu lopende
begroting, maar wilde daar aan toe
gevoegd zien het onderscheid dat een
projekt met hoge prioriteit toch iets
méér krijgt en een andere sektor daar
tegenover iets minder.
Hoog op de verlanglijst van het CDA
staat de woningbouw en aan het college
werd. gevraagd zich daarvoor in te
zetten.
,,De plannen van Overhees 2/2 en
Overhees 3 en 4 moeten zo snel moge
lijk van de grond komen. W.ij weten dat
het moeilijk is momenteel, een goed
exploitabel plan te krijgen. Wij geven u
in overweging een bouwplan samen te
stellen, aangepast aan de huidige
markt b.v. soberder bouw, casco-
bouw, groeiwoningen enz. Wij praten
wel over welzijn, doch een eerste
vereiste voor het welzijn van de mens
is toch een goede huisvesting", aldus
mevrouw Greefhorst.
Aandacht vroeg zij verder voor de
verkeersproblematiek („een bron van
zorg, voor sommigen zelfs een bron
van ergernis"), waarbij de fractie,
mede in verband met de moeilijke
financiële positie van de gemeente,
aan deeloplossingen dacht; voor ver
wijdering en verwerking van afval
stoffen; de realisatie van het industrie
terrein „Nieuwe Gracht" in verband
met de toenemende werkloosheid en de
ontwikkeling van het wijkwinkelcen
trum Overhees („verloopt te traagt").
Zij drong aan op een beter samenspel
van de commissies ruimtelijke' orde
ning en financiën. „Wij zagen graag
dat de commissie R.O. de financiële
consequenties mede bij hun besluitvor
ming kan betrekken".
Wat het welzijn betrof stelde mevrouw
Greefhorst dat de plaatselijke overheid
zich diende te beperken tot een voor
waarde scheppend beleid, met vol
doende ruimte voor het particulier ini-
Mevr.J. Greefhorst-van Overdam
tiatief. „Niet alles behoeft van boven
opgelegd te worden".
Dankbaar was de fractie voor het werk
dat de commissie welzijnsplanning
verrichtte en de op vele terreinen
aktieve vrijwilligers.
„De raad", zo besloot mevrouw Greef
horst, „heeft de taak uit de lange
wensenlijst een keuze te doen om tot
prioriteitstelling te komen. Wij vragen
ons af of het geen tijd wordt de realiteit
onder ogen te zien; dat wil zeggen te
komen tot een óók financieel haalbaar
aantal aktiviteiten. Dat lijkt ons naar
iedere belanghebbende groepering of
vereniging duidelijker".
1. Indien blijkt, dat voor een gemeente, welke haarlnkomstenheffingen
uit eigen hoofde tot een redelijk peil heeft opgevoerd, de algemene
middelen aanmerkelijk te kort zullen schieten in de voorziening in de
noodzakelijke behoeften, kunnen Onze Ministers, op verzoek van de
gemeenteraad en na hieromtrent ingewonnen advies van Gedeputeerde
Staten en van de Raad voor de gemeentefinanciën, aan die gemeente
gedurende ten hoogste drie jaren een jaarlijks door hen vast te stellen
aanvullende bijdrage uit het fonds verlenen.
2. Onze Ministers kunnen aan de aanvullende bijdrage voorschriften
verbinden. De gemeente is verplicht deze voorschriften na te leven.
3. Indien een gemeente gedurende drie achtereenvolgende jaren een
aanvullende bijdrage heeft genoten, stellen Onze Ministers, Gedepu
teerde Staten en de Raad voor de gemeentefinanciën gehoord, zo nodig
voor die gemeente voor één of meer volgende jaren een bedrag vast tot
verhoging van de in artikel 7, tweede lid, bedoelde som, welk bedrag
voor elk dier jaren verschillend zijn.
4. Onze Ministers kunnen, de Raad voor de gemeentefinanciën gehoord,
bij aanmerkelijke verbetering van de budgettaire positie van een
gemeente als gevolg van toepassing van het tweede lid van artikel 10,
van overgang naar een andere groep, dan wel van verbetering of
invoering uit 's Rijks kas Tiet* in het öerde'lïd bedoelde bedróg vöör'QIë
gemeente verminderen.
Art. 7 betreft de jaarlijkse algemene uitkering aan elke gemeente en de
berekening daarvan.
Art. 10 betreft het bedrag per inwoner dat de gemeente jaarlijks van het
rijk ontvangt.
Mede gezien de huidige economische toestand in Nederland en de gehele wereld
en de begroting voor 1981 van de gemeente Soest, is het naar de mening van de
WD-raadsfractie meer dan ooit noodzakelijk de financiële broekriem aan te
trekken. De fractie wijst echter het op dit moment invoeren van nieuwe
belastingen van de hand en is voorstander van bezuinigen. „Wij realiseren ons
dat een en ander tó gevolg heeft dat er voor nieuwe zaken in 1981 in feite geen
ruimte is" aldus de VVD-fractievoorzitter A. Onderdelinden tijdens de maan
dagavond gehouden raadsvergadering. De VVD wil ook die eigendommen
afstoten, die in de toekomst in verband met bestemmingsplannen niet meer
nodig zijn. Daaronder valt volgens de fractie ook het gemeentelijk kampeerter
rein, dat beter aan een particulier in exploitatie gegeven kan worden.
aldus de VVD-fractievoorzitter.
Hij stelde daarbij dat er meer dan ooit
gewaakt zal moeten worden „de etala
ge van onze winkel aantrekkelijk te
maken door het uitstallen van allerlei
begerenswaardige zaken die toch
niet te koop zijn."
Ook de VVD ziet met grote belangstel
ling naar de voorjaarsnota uit en men
verwacht dat komende voorstellen via
een aanvullende begroting, steeds ver
gezeld gaan van een dekkingsplan. Ook
de begroting voor 1982 moet daarbij
betrokken zijn.
Sprekend over de vrijheid en de eigen
verantwoordelijkheid van de indivi
duele burger, merkte de heer Onderde
linden op: „De overheidsbevoogding,
die de zëifstandigheid van de maat
schappelijke groepen en van de indivi
duele mens heeft ondermijnd, moet
worden verminderd, zowel in econo
misch als in maatschappelijk opzicht.
De afkalving van de industriële werk
gelegenheid in de regio Eemland mag
niet ongehinderd voortschrijden, laat
staan bevorderd worden."
Het door Gedeputeerde Staten van
Utrecht gepresenteerde toetsingska
der bedrijfsvestigingen, verontrust de
fractie ernstig. Zij verwerpt de steeds
verfijnder maatregelen, die alleen
maar leiden tot meer bureaucratische
inmenging.
Wat de situatie van het grondbedrijf
betrof, zei de heer Onderdelinden, dat
de sanering zal moeten worden door
gezet. Men moest er voor waken niet
een artikel 12-gemeente te worden en
daarom mogen de algemene reserves
en de saldi reserves niet te zwaar
aangetast worden. De fractie is voor
stander van een zo geleidelijk moge
lijke afschrijving.
Wat de voortdurende woningnood be
trof vond de heer Onderdelinden dat
deze een gevolg was van het door de
overheid uitschakelen van de werking
van vraag en aanbod. „Men is er niet
A. Onderdelinden
De heer Onderdelinden wees in zijn
„algemene beschouwing" bij de begro
ting niet met een beschuldigende vin-
ger in de richting van het verleden. Het
beleid was immers, gelet op de doel
stellingen waarmee provincie en rijk
destijds instemden, goed. Wel vindt de
fractie dat het tekort niet onverwachts
gekomen is. „Steeds heeft de raad
kunnen weten wat er zou gebeuren, als
bestemmingsplannen niet zouden door
gaan", aldus de heer Onderdelingen.
Evenals het CDA, drong ook hij aan op
spoedige ontwikkeling van Overhees 3
en 4, Klein Engendaal en de Parklaan.
Dat moet naar de mening van de
WD-fractie voorrang krijgen, als in
het voorjaar de financiële positie van
de gemeente in haar totaliteit bekend
is.
„De raad kan zich dan een oordeel
vormen omtrent de financiële moge
lijkheden en onmogelijkheden van rea
lisering van het wensenpakket dat door
de raad is vastgesteld en op grond
hiervan, voorzover dat tenminste nog
kan, reële prioriteiten vaststellen",
in geslaagd een goed stelsel van verde
ling tot stand te brengen".
Uitbreiding van woningbouwprogram
ma en in het bijzonder van het eigen
woningbezit, óók voor minder draag-
krachtigén, is daarom nodig. „De
voorkeur van de woonconsument", ci
teerde de heer Onderdelinden de natio-
naie woningraad, „moet door de over
heid niet met subsidies gemanipuleerd,
maar in een zo groot mogelijke vrij
heid tot uitdrukking kunnen komen".
Volgens de VVD vergt dat van de
overheid een flexibel en ondogmatisch
beleid, waarbij voortdurend getoetst
moet worden of kopers en huurders nog
wel redelijk en evenwichtig worden
tegemoetgetreden. In dat verband
dringt de fractie aan op een gunstiger
subsidieregeling voor kopers van pre
mie-B-woningen. De problematiek
moet naar de mening van de WD
besproken worden met de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten.
Tenslotte zei de heer Onderdelinden
dat zijn fractie de begroting voor 1981
zullen goedkeuren als het college
toezegde alle geraamde uitgaven
uiterst kritisch te zullen blijven bezien.
„De netelige situatie vraagt van het bij
de diensten en bedrijven werkzame
personeel die mentaliteit, dat plichts
besef en die zelfdiscipline die nodig zijn
om te bereiken dat slechts strikt nood
zakelijke uitgaven worden gedaan.Elk-
een dient zich bij de begrotingsbe
waking betrokken te voelen, neen meer
nog, elkeen moet trachten zich in te
denken, en uiteraard er naar handelen,
dat het niet zo is, dat begrote uitgaven
persé in hun geheel besteed moeten
worden. Iaat staan overschreden. Dat
vraagt om betrokkenheid bij het wel en
wee van onze gemeente, zeker en
vooral als het de gemeente helemaal
niet goed gaat".
De heer Onderdelinden besloot met:
„Samen aan het werk, niet alleen door
te proberen in allerlei zaken geld te
steken, maar vooral ook door samen
meer verantwoordelijkheden te aan
vaarden en ze ook te dragen. En hierbij
dienen wij ons in de eerste plaats de
vraag te stellen of onze welzij nsin-
stellingen beantwoorden aan de in de
skmenleving bestaande behoeften.
Doen zij dit wel op de juiste wijze;
worden de financiële middelen wel
goed en vooral verantwoord be
steed?", aldus de fractie-voorzitter
van de WD.
De algemene beschouwingen bij de begroting
voor het inmiddels al lopende jaar, zijn maan
dagavond gehouden. Nieuws was er, na alles
wat er de laatste maanden over de financië
le positie van de gemeente bekend is gewor
den, natuurlijk niet. We zitten in het slop en
dat zullen we volgens de burgemeester alle
maal gaan merken. Hoe blijft nog wel even
een vraagteken hoe, maar dat het gebeuren
gaat, staat vast.
Scholten was goed in vorm, want nog nooit
heeft iemand zo duidelijk gemaakt hoe ver het
met Soest wel gekomen is. Zelfs goed werken
de voorzieningen lopen de kans afgeschaft te
worden. Het natuurbad kan dat niet zijn, want
dat loopt niet goed dankzij de slechte zomers,
maar het zou wél een bezuiniging van je
welste opleveren.
Maar wat het dan wordt horen we in het
„voorjaar". In de tijd van burgemeester me
vrouw Corver hebben we ooit eens ondervon
den dat het voorjaar in ambtelijke kringen heel
exact tot 20 juni duurt. Het wordt daarom
een tijd van afwachten en vooral zuinig zijn.
Alle fractievoorzitters roerden uiteraard de fi-
nariciële problemen aan en verder hadden ze
het allemaal over de woningbouw, het mi
lieu, de werkloosheid en de noodzaak van een
nieuw industrieterrein.
Mevrouw Greefhorst van het CDA had zeven
minuten nodig om haar verhaal voor te le
zen; de heer Onderdelinden van de VVD nam
veertien minuten; mevrouw Van Gelder van
de PvdA sprak dertien minuten; de heer Jon
ker van D'66 weer zeven minuten en de heer
Visser van progressief Soest negen minuten.
Mevrouw Van Gelder had de interessantste be
schouwing en de heer Visser de minst ge
slaagde. Visser probeerde, zoals de burge
meester dat opmerkte, „een oude koe uit het
niet zo frisse water van de Wieksloot te ha
len". Visser wilde vooral vastgelegd zien dat
het beleid voorheen fout geweest was. Dat hij
daar zelf bijvoorbeeld aan meegewerkt had,
want ook hij vond het indertijd best dat er
aan de Parklaan een centrum kwam, deed niet
terzake.
Maar Visser kreeg geen poot aan de grond,
zoals dat heet. Ook niet met zijn motie tegen
kernwapens. De meerderheid van de raad, op
de drie progressief Soest leden, Frans King-
ma van de PvdA en een onbekend lid van
D'66 na, is van mening dat die discussie
in de Tweede Kamer gevoerd moet worden.
Nee dan mevrouw Van Gelder. Zij hield de
raad voor dat men zó structureel bezig was
al jaren, dat het eigenlijk allemaal niet leuk
meer is. Er is een beleidsplan, er zijn prio
riteiten gesteld; nou wat moet je dan verder
nog.
De verschillen tussen de politieke partijen,
de politieke visies, behoren in Soest tot het
verleden. Ze zijn er natuurlijk wel, maar men
heeft zich vastgepind op dat beleid en die prio
riteiten en het is, zoals mevrouw Van Gel
der zegt, in Soest een technisch/procedureel
geschuif geworden.
Dat de burgers er niets meer van begrijpen,
zoals zij veronderstelt, is nog maar de vraag.
Iedereen heeft wel door dat alles in elkaar
grijpt, dat Soest bijvoorbeeld niet een weg
kan aanleggen, die geen aansluiting vindt
in Amersfoort of Baarn. En juist daarom zal
de mening post vatten dat het overleg in veel
groter verband moet plaatsvinden.
Neem nou maar de kostprijs van de nieuw
bouwhuizen. Soest kan geen kant op als Den
Haag niet beter over de brug komt. Meer ge
meenten zullen er zo voor staan. En als Den
Haag dan over de brug komt, dan moeten die
bedragen toch ook weer door de burgers op
gehoest worden.
Waar het allemaal vandaan moet komen, we
ten we niet; waar we heengaan in Soest zo
langzamerhand wél. Harder werken, zeggen
alle raadsleden. Oók de ambtenaren, zegt de
burgemeester; efficiënter vooral en misschien
dat wij burgers dat gaan merken.
Nu kunnen de Soester ambtenaren dat weer
niet alleen doen, want ook de ambtenaren
van de provincie moeten dan meedoen en de
ambtenaren in Den Haag.
Want dat was ook voor de tweede wereld
oorlog al zo; ging een gemeente er door de
vele volontairs die men toen had. eens flink
tegenaan, dan kwamen er noodkreten uit de
provinciale hoofdsteden in de trant van: „zijn
jullie helemaal...!"
En zo is de zaak weer rond; de burgers be
grijpen dat wel. Mevrouw Van Gelder kan ge
rust zijn. Zij vinden de democratische besluit
vorming niet direct een lachertje; hooguit tè
ingewikkeld, maar het voorkomt wél een soort
dictatuur.
Als alle ambtenarij eens ophoudt, komen we
verder. Alle ambtenaren zullen daar vast
graag aan meewerken, want ambtenaren en
ambtenarij zijn twee heel verschillende zaken.
Deze drie en een half uur durende raadsver
gadering werd niet bijgewoond door de CDA-er
Storimans (misschien wel vergeten) en de
WD-ers mevrouw Blommers en de heer Eb-
bers. De heer Ebbers is ziek. Hij weet dat
hij niets gemist heeft, want hij gaat zo al
heel wat jaren mee. Toch zal hij er graag
bij geweest zijn al was het maar omdat hij
dan beter is. Van ons kan hij echter aanne
men dat hij niets gemist heeft en dat de voor
jaarsnota het belangrijkste wordt. Ver
woestend misschien wel en dan moet hij
zien aanwezig te zijn.
Verder was het eigenlijk de bekende jaarlijk
se toneelavond: de minste verrassingen voor
het college, dat niet alleen dagen tevoren over
de beschouwingen van de fracties beschikte,
maar ook haar eigen antwoord kende. Dat mo
gen we tenminste wel aannemen.
De raadsfracties kenden zo te zien eikaars
standpunten ook, maar het antwoord van de
burgemeester niet. Hoewel... zo opzienba
rend was dat ook weer niet.
Wél heel duidelijk. Burgemeester mevrouw
Corver heeft deze avond jaren geleden voor
speld. „Dat wordt me het vergaderingetje
wel", zei ze zo ongeveer.
Het eerste bedrijf is achter de rug; het twee
de volgt vóór 21 juni.
Oh, ja; de begroting wordt vandaag ongewij
zigd goedgekeurd. Dat staat vast.
Visser zei dat maandagavond al namens zijn
fractie. Zou dat nou de „visie" zijn waar hij
het altijd over heeft?
P. RESS
„Het wordt tijd", zei mevrouw J. van Gelder-Cornelissen, fractievoorzitter
van de PvdA,, „dat we ons realiseren dat een. financieel probleem niet alleen
"een technisch probleem is; een zaak van optellen en aftrekken. Het yaat er
om dat we komen tot politieke keuzes. Kiezen bij een groei-economie kun
nen we allemaal; dat is een kwestie van doen. Pas als we moeten schrappen
zullen we duidelijk moeten zijn naar onze burgers, waar we voor staan; wie
wc ontzien, voor wie en wat we kiezen".
De fractie dringt aan op een verantwoord bezuinigingsplan, met daarbij de
visie wat men hier onder een verantwoord minimaal verzorgingsniveau ver
staat.
Mevrouw Van Gelder had het duidelijk
moeilijk met haar algemene beschou
wing bij de begroting voor het nu lo
pende jaar. Moeilijk omdat, zoals zij
zei, „wij ons hele functioneren inmid
dels zó hebben gestructureerd,, dat de
structuur bijna overheerst op de in
houd".
Zij doelde daarmee op de jaarlijkse
prioriteitstelling; het kiezen van ak
tiviteiten en middelen. De fractie blijft
daar wel achter staan, maar zij vraagt
zich toch af waar de politieke verschil
len liggen.
„Of is het toch mogelijk om de ver
schillende politieke partijen te vereni
gen op een welgekozen verzameling
van beleidspunten? Of begraven wij de
politieke strijdbijl als het om hoofdlij
nen gaat en vechten wij onze politieke
meningsverschillen uit op de jaarlijkse
invulling van de doelstellingen en prio
riteitstelling?", zo vroeg mevrouw Van
Gelder.
De conclusie kon ook zijn dat besturen
nog steeds „vooruitschuiven" blijkt te
zijn, stelde zij. Met deze depolitiseren
de aanpak heeft de fractie het moei
lijk.
Sprekend over de begroting merkte zij
op dat de belangrijkste beslissing die
nu genomen werd, was, dat beslissin
gen pas in het voorjaar, bij het uit
komen van de toegezegde nota, geno
men zullen worden.
In tegenstelling tot vroeger, toen men
zonder beleidsplanning werkte, en bij
de algemene beschouwingen de uit
gangspunten van het beleid aan de or
de gesteld konden worden, voelde men
zich nu geremd.
„Geremd om in te gaan op de doel
stellingen, de prioriteiten en hetgeen
wij vanuit onze visie op de gang van
zaken in Soest belangrijk vinden", al
dus mevrouw Van Gelder.
Moeilijk was het óók nu te praten over
de wijze waarop de schaarse financiële
middelen gebruikt moeten worden.
Zij meende te mogen vaststellen dat
ook het college daar problemen mee
had.
Samenvattend zei zij dat de fractie zich
wel kon vinden in de procedure van de
beleidsplanning, doch dat deze dreig
de te ontaarden in een technisch pro
cedureel geschuif met op zich belang
rijke doelstellingen en aktiviteiten
„waar de burgers allang niets meer
van begrijpen en dientengevolge een
lacher dreigt te maken van de bedoel
de democratische besluitvorming".
Mevrouw Van Gelder vroeg zich af of
aan de hoogste prioriteit, de woning
bouw, wel voldoende aandacht besteed
werd. „Als wij in het huidige tempo
blijven doorwerken, vrezen wij dat
deze raad in zijn zittingsperiode wei
nig meer tot stand brengt. Niets wijst
er op dat het college dit voldoende
onderkent en daadkrachtig er aan
werkt daarin verandering te bren
gen".
Bijzonder ongelukkig noemde me
vrouw Van Gelder in dat verband de
opvatting van de wethouder van Ruim
telijke Ordening, dat het verstrekken
van gegevens waaruit zou kunnen
blijken of uitbreiding van de woning
bouwcapaciteit noodzakelijk is, niet
urgent was, „omdat het niet meege
nomen was in de beleidsplanning". De
fractie rekent er op dat die gegevens
alsnog in de voorjaarsnota staan.
Bijzondere aandacht vroeg zij verder
voor de plaatselijke werkgelegen
heid en zij vroeg het college wat daar
aan gedaan kon worden. Mevrouw Van
Gelder zei het verstandig te vinden
de werving van werkgelegenheid te
combineren met een minder zware
portefeuille, dan die van de wethouder
van volkshuisvesting, ruimtelijke or
dening en ekonomische aangelegen
heden.
Wat de welzijnsplanning betreft is
de fractie verheugd dat burgers bereid
zijn veel vrije tijd op te offeren, maar
het plan heeft niet aan de verwachtin
gen voldaan.
Ook de inspraak verliep niet naar vol
doening, vooral omdat de belangstel
ling en deelname van de individuele
burger te wensen overlaat. Omdat er
veel geld mee gemoeid is, vindt de
PvdA dat er een kosten/baten afwe
ging zal moeten plaatsvinden.
Wat de verliezen van het grondbedrijf
betrof vond mevrouw Van Gelder dat
er in de hele discussie nog steeds te-
Mevr. J. van Gelder-Cornelissen
veel van wordt uitgegaan dat de be
stemming van de gronden vaststaat.
„Waarom", zo vroeg zij het college,
„bent u niet ingegaan op de suggestie
van de directeur van het verificatie
bureau, de te saneren complexen ge
deeltelijk te bebouwen?".
Zij vroeg verder in de voorjaarsnota
aan te geven op welke voorzieningen
meer of minder kan worden ingeteerd
én welke investeringen in ieder geval
noodzakelijk zijn en welke niet.
Tenslotte merkte zij op dat de rijks
overheid de lasten van het beleid tè
sterk doorschoof naar de gemeen
ten.
Zolang de nieuwe kampeerwet nog
niet van kracht is, zal de gemeente
het kampeerterrein te Soestduinen in
exploitatie blijven houden. Van ver
koop aan een particulier, zoals door
de heer A. Onderdelinden van de
WD-raadsfractie in zijn algemene be
schouwing bij de begroting werd voor
gesteld, is voorlopig geen sprake.
Wethouder Plomp merkte op dat de
bos- en recreatiecommissie dit be
sluit, in haar laatst gehouden verga-
1 dering genomen had.
In december 1979 kregen 797 inwoners
een uitkering via de gemeentelijke
sociale dienst. Vorig jaar november
was dat aantal tot 1114 opgelopen en
daar zijn in januari van dit jaar in
één maand tijd, nog eens 113 man
bijgekomen.
Mede in verband daarmee noemde
wethouder mevrouw Van Stiphout het
voorstel van de VVD—fractie niet
reëel om meer subsidie te vragen voor
premie-koopwoningen.
Van de zesentwintighonderd inge
schreven woningzoekenden, ver
dient 85% minder dan modaal. Zij
komen niet eens in aanmerking voor
een koopwoning, omdat zij de lasten
niet kunnen dragen.
Vorige week werd een 27-jarige man
uit Amsterdam door de politie op de
Van Weedestraat aangehouden wegens
zijn opvallend rijgedrag. Een blaas-
proef viel negatief voor hem uit. Na de
bloedproef werd een rijverbod opge
legd.
Voor de gemeenteraadsfractie van D'66 staat het vast dat de bouw van het
nieuwe gemeentehuis en een aantal andere „leuke dingen voor de mensen"
voorlopig wel vergeten kan worden. De fractie komt wel met een interim-oplos
sing voor het ruimtegebrek van de secretarie. Voorgesteld wordt het huidige
politiebureau, waarvoor een nieuw in de plaats komt aan de DalWeg, als
dependance te gaan gebruiken. D'66 heeft nooit moeite gehad met de lokatie van
het huidige gemeentehuis en daarin past de interim-oplossing. De fractie wijst
verder het opleggen van de hoogste tarieven, heffingen en belastingen aan de
Soester burgerij om uit de financiële problemen te komen, af.
In zijn betoog ging fractie-voorzitter
Jonker uit van twee stellingen: 1. Het
grondbedrijf met zijn verliespost van
tenminste 26 miljoen gulden, dient ten
spoedigste gesaneerd te worden en 2.
voorkomen moet worden dat Soest een
noodlijdende of een zogenaamde „arti
kel 12-gemeente" wordt. Daaraan ver-
bindt de fractie de conclusie dat leuke
dingen, waaronder ook de bouw van
een nieuw gemeentehuis voorlopig wel
vergeten kan worden.
De begroting voor 1981 wordt door D'66
geflatteerd genoemd, als bedacht wordt
dat de sanering van het grondbedrijf
een jaarlijkse aanslag op de reserves
van de gewone dienst van 1,3 miljoen
betekent.
D'66 wil daarom alleen dan met deze
begroting akkoord gaan als na de voor
jaarsnota, de sanering van het grond
bedrijf verwerkt wordt in een meer
jarenbegroting, waarvan 1981 het
eerste jaar is.
De heer Jonker verwees naar het
recente verleden, waarin zijn fractie
genote mevrouw Allard „als een soort
roepende in de woestijn" steeds gewe
zen had op de vertekende situatie bij
het grondbedrijf en aangedrongen op
verkoop van de woningen aan de Wil-
helminalaan en terughoudendheid bij
het beschikbaar stellen van kredieten
voor het nieuwe gemeentehuis. Slechts
van de CDA-er Bolhuis had zij steun
ontvangen, die net als zij, vroegtijdig
de ernst van de situatie onderkend had.
De fractievoorzitter 2ei het eens te zijn
met de pogingen die door het gemeen
tebestuur ondernomen werden om in
Den Haag en Utrecht steun te krijgen
voor het oplossen van de Soester pro
blemen.
Jonker zei dat men daarom uit moest
gaan van de „zero base budgeting" en
geen enkele uitgave meer als vanzelf
sprekend te beschouwen ook al was
deze in het verleden gebruikelijk.
„In iedere gemeente die in financiële
moeilijkheden dreigt te geraken, komt
de gedachte aan extra overheidssteun
ter verlichting van de jaarlijkse begro
tingsperikelen om de hoek kijken.
Daar bestaat, zoals bekend, een rege
ling voor, gebaseerd op artikel 12 van
de Financiële-Verhoudingswet 1960.
H. M. Jonker
Vele tientallen gemeenten vallen reeds
onder dit regime; recentelijk kwa
men er o.a. Enschede, Zwartsluis,
Houten en Delfzijl bij", aldus de heer
Jonker. Zijn fractie gelooft echter niet
dat Soest na de sanering van het
grondbedrijf „tot de bedelstaf" ge
bracht zal zijn.
„Maah, mijnheer de voorzitter, als u de
raad toch zou voorstellen een nieuw
gemeentehuis te realiseren, dan zullen
de nog resterende reserves niet toerei
kend zijn en zal daarmee de gevaren
zone binnen bereik komen", aldus de
heer Jonker. In een dergelijke situatie
kan het college niet op de medewerking
van D'66 rekenen.