Kleine vestiging van miljoenenbedrijf
ld B.V.
20
dealer
Soest
irweg 16-22
9.500,-
15.750,-
10.500,-
21.000,-
10.750,-
-deurs
26.500,-
14.500,-
12.750,-
17.500,-
19.750,-
12.500,-
5.900,-
combi
29.950,-
8.500,-
10.750,-
7.250,-
8.500,-
9.750,-
tlEUW
i garantie,
sring
De cacao-boom
Soester Courant van woensdag 25 februari 198121
Levendige
handel in
koloniale
waren..."
te bepalen, en of het dat spul
is waarvan zij zeggen dat het
er op gesmeerd is, is ook maar
een gok. Zonder de indruk te
willen wekken dat medicinale
planten de oplossing betekenen
kan ik alleen stellen dat de tra
ditionele genezer in die gebie
den van schors een zalfje
maakt, in de veronderstelling
levend dat het geneest. De
waarheid is dat het in vele ge
vallen ook gebeurt. Of zijn do
sering juist is geweest kan ik
niet beoordelen. De West-Euro-
pese industrie heeft er in ieder
geval bepaalde normen voor.
Dat heeft te maken met ver
schillen in milligrammen. Me
dicijnmannen redeneren an
ders, met het gevolg dat het
ook wel eens anders afloopt
dan beide partijen zich heb
ben voorgesteld. Niks ten na
dele overigens van die mensen.
Met de middelen die ze ter be-
scjükking,hadden hebben ze ve-
lên in leven gehouden
Jan de Jongh, het type zaken
man dat duidelijk niet van plan
is met zijn handel in medici
nale planten, cacao en koffie
op de koffie te komen. ACM
wil de vleugels verder uitslaan
en lonkt naar Ivoorkust en Kon
go. Hij beheerst een flexibel
„koffie-cacao en medicinaal
plantenhuis" en is in gezel
schap van collega's en mede
werkers die in zakelijk opzicht
weten waar ze 't over hebben.
Zolang er nog een Derde We
reld bestaat waar men minder
van wanten weet zit er in kof
fie - cacao en medicinale plan-
ten nog altijd een zakelijke toe
komst. Dertig miljoen omzet
in '80 was slechts het beschei
den begin van de ACM. Tussen
Max Ha velaars .Droogstop
pel" en Jan de Jongh ligt naast
een andere wereld ook een an
dere mentaliteit. Zwarte part
ners in Kameroen zijn daar
het levend bewijs van. Jan de
Jongh: ,,Je kunt de mensen in
de Derde Wereld niet wijzer
maken dan ze al zijn. Wat de
koffie en cacao betreft weet
men ook daar waar het om
gaat. De tijd om die mensen
iets wijs te maken is voorbij.
Ook daar is de telefoon en telex
al uitgevonden. Wij zijn in deze
branche, ook al zouden wij het
willen, niet in staat deze men
sen uit te buiten. Dat die men
sen daar lagere lonen verdie
nen en ook anders georgani
seerd zijn dan wij, heeft, als
ik een vergelijking mag ma
ken, te maken met de prijs
die een Soester moet betalen
voor een kilo bananen. Hij telt
daarvoor 1,69 neer. Daar zit
dan wel 1,29 vrachtkos
ten bij. Dan is het niet zo moei
lijk om uit te rekenen wat de
man vraagt die de bananen
geplukt heeft. Wij drinken
goedkoop koffie, eten goedkoop
bananen en eten goedkoop cho
colade, omdat er in de Derde
Wereld voor die produkten re
latief zeer lage lonen worden
betaald. Hoe je ook over deze
problemen denkt, als spoedig
oplosbaar zie ik ze niet".
Jan de Jongh, van een maand
salaris overgestapt naar het ei
gen baasje spelen.
Paars-merk van Douwe heeft
zijn voorkeur niet. De spot
en dan is er kof fie wel
Kwestie van smaak en gevoel
voor commercie.
Wij mogen dan, Curaqao en de Nederlandse Antillen buiten
beschouwing gelaten, met ons koloniale verleden ruime tijd
geleden hebben afgerekend, nog altijd zijn er mensen die
aan koloniale waren meer dan een dagtaak hebben. Daartoe
behoort de firma ACM, ACM COMMODITY MERCHANTS,
met vestigingen in Zwitserland - de Republiek Kameroen en
Nederland, Burgemeester Grothestraat 67 Soest. In een stijl
vol gerestaureerd pand bevindt zich de general-manager van
een klein koffie-cacao-concern tussen rinkelende telefoons
en ratelende telex die zelfs na kantooruren weinig rust kent.
Zijn naam: Jan de Jongh, handelaar in koffie-cacao en medi
cinale specerijen. Een zelfverzekerd baasje, goed in 't pak,
moeiteloos aan het woord. Geen moderne Max Havelaar,
eerder een zakenman die zijn kostje heeft gezocht en gevon
den.
Jan de Jongh, nauwelijks veer
tig jaar oud, Apeldoorner van
geboorte. Mulo en Handelsdag
school waren voor hem toerei
kend om zich bij een Amster
damse firma te bemoeien met
alles wat met import van kof
fie en cacao te maken had.
Van huis uit bestond er geen
enkele relatie met deze kolo
niale waren. Vader de Jongh
was rijksambtenaar, grootou
ders, ooms en tantes daarente
gen kenden het voormalige Ne-
derlands-Indië op hun duimpje.
Dus toch. Vanuit Amsterdam
vertrok Jan de Jongh in op
dracht van zijn Amsterdamse
werkgever op 23-jarige leeftijd
naar Afrika, na eerst geduren
de 1% jaar bij Shell stage te
hebben gelopen.
Niet ruiken aan olie, slechts
snuiven aan commercie. Ga
bon, in Westelijk Afrika, werd
zijn eerste standplaats. Dé op
dracht was tweeerleiverkoop
van allerhande goederen, in
koop van koffie en cacao. Als
of de tijden van vroeger waren
teruggekeerd. Ruilhandel, goe
deren waaraan gebrek was rui
len tegen de producten van het
land. Schoenen, sardines, kort
om alles kwam in de zestiger
jaren in aanmerking om tegen
koffie en cacao te worden ge
ruild. Moeilijke begintijden
voor Jan de Jongh, toen nauwe
lijks gespecialiseerd in de kof
fie en cacao-markt.
De praktijk is in West-Afrika
zijn belangrijkste leermeester
geweest. Bezocht grote en klei
ne West-Afrikaanse dorpen en
beoordeelde de kwaliteit van
de oogsten. Vijftien jaar lang
heeft hij de tijd gehad zich in
deze branche te specialiseren.
Toen eindigde voor Jan de
Jongh, zijn echtgenote en 3 kin
deren voorlopig het overzeese
avontuur. De oorzaak?
Jan de Jongh: „Het was een
moeilijke beslissing. Ik ben
van Gabon naar Kameroen ge
gaan, waar ik acht jaar heb ge
werkt. Dan komt er een tijd
stip waarop je een keuze moet
maken. Moet ik mijn vrouw en
mijn kinderen laten „verfran
sen" of stel je wat de kinderen
betreft"prijs op ëen Nederland
se opvoeding? Zou ik ze laten
„verfransen", dan hield dat
automatisch in dat wij tot mijn
65ste in politiek wispelturige
landen moesten blijven. Dat
heb ik heel eerlijk gezegd niet
zien zitten, ook al omdat Afri
kaanse en Europese vrienden
die ik er in de loop der ja
ren had leren kennen, mij het
voorstel deden zelf een zaak te
gaan beginnen. Wij waren van
dezelfde leeftijd, hebben spaar
centjes bij elkaar gelegd en
zijn met veel energie en moed
aan een nieuw avontuur begon
nen. Er zijn momenteel drie
zaken: in Zwitserland, Kame
roen en Nederland, er bestaan
plannen om ons met twee kan
toren binnen afzienbare tijd
nog in een ander land te ves
tigen. Alle kantoren zijn vrij
zelfstandig, het organisato-
risch-administratieve deel van
de zaak speelt zich hoofdzake
lijk in Soest af". Terug naar
af wanneer je er ruim 15 Afri
kaanse dienstjaren op hebt zit
ten lijkt een grote gok. Een ver
onderstelling die door Jan de
Jongh wordt beaamd. „Het is",
zegt hij „inderdaad een grote
gok. Vroeger had je de zeker
heid dat aan het eind van ie
dere maand je salaris werd uit
betaald. Als zelfstandige heb je
Jan de Jongh
maar af te wachten of de za
ken zich ontwikkelen zoals je je
dat hebt voorgesteld. De gok is
daarom ook zo groot, omdat
het vak waarin wij zitten een
stuk financieel engagement
vraagt. Het is niet ontbloot
van financiële risico's, het
vraagt gespecialiseerde kennis
en groot inzicht in de mentali
teit van de mensen waarmee je
zaken doet. Desondanks zijn wij
van mening dat wij er in zake
lijk opzicht toch iets goeds van
moeten kunnen maken".
Ongelukkigerwijs had ACM
een slow, zo niet miserabele
start. De koffieprijzen waren
in de begintijd net zo wissel
vallig als het Hollandse voor
jaar en zelfs de meest vakbe-
kwamen in de internationale
koffie-handel hebben er gerui
me tijd in zakelijk opzicht geen
touw aan kunnen vastknopen.
Jan de Jongh over die start:
„Wij als groep 1 januari '80 in
een hoogst ongelukkige tijd van
start gegaan. De schommelen
de prijzen op de koffie-wereld-
markt heeft in zekere zin geen
invloed op ons zaken doen. Is
de koffieprijs laag dan trach
ten wij laag in te kopen en met
winst te verkopen. Je moet je
aanpassen aan de wereld
markt, alhoewel het winst ma
ken op de produkten die soms
in overvloed te krijgen zijn
een moeilijke zaak blijft.
Om boven water te blijven
moet je je, wat wij dus
doen, in bepaalde kwaliteiten
koffie en cacao gaan speciali
seren. Juist in een markt waar
bij het aanbod groter dan de
vraag is, is dat niet eenvou
dig".
Jan de Jongh, handelaar in
koffie. Geen monster in zijn
kantoor te bekennen, geen boon
op de grond te ontdekken.
Slechts een koffie-automaat
produceert een donkerbruin
drankje zoals u en wij het thuis
drinken. Handel in koffie, wat
is dat eigenlijk? Jan de Jongh:
„Wij van deze zaak reizen con
stant door de wereld om de
partijen die wij kopen te gaan
bekijken. Ik ga volgende week
weer weg. Wanneer ik terug
kom vertrekt mijn collega naar
Indonesië. Maleisië - Indone
sië en West Afrika zijn momen
teel de landen waarmee wij
zaken doen. Natuurlijk zijn er
in de wereld meer gebieden
die om de kwaliteit van hun
koffie bekend staan, je hoeft
maar aan Zuid en Midden
Amerika te denken, maar een
mens kan tenslotte niet alles
doen. Met hetgeen wij nu heb
ben moeten wij het vuur uit
onze sloffen lopen. Het gaat
wat ons betreft om de aankoop
van jaarlijks duizenden ton
nen. Voor een aankoop van
minder dan 25 ton zal niemand
van ons het vliegtuig nemen.
Gezien het daaraan verbonden
risico trachten wij zo min mo
gelijk met voorraden te wer
ken, al wordt er natuurlijk wel
voor eigen risico ingekocht en
zijn wij geen tussenpersonen
die in opdracht van derden
handelen. Als ik bijvoorbeeld
in Kameroen ben en ik ontdek
een qua kwaliteit en prijs aan
trekkelijke partij koffie dan te
lex ik naar Soest en vraag
wat er op dat moment voor kan
worden betaald. In deze handel
is alles afhankelijk van tele
foon en telex. Het is geen zeld
zaamheid dat een partij koffie
dezelfde dag dan nog wordt
verkocht. Dan heb ik er ver
der niets meer mee te maken
en neemt de koper het bij aan
komst in Nederland in ont
vangst. Daartoe behoren in ons
land alle grote koffiebrande
rijen zoals Douwe, van Nelle
en noem maar op. Ook met
buitenlandse branderijen
wordt er veel zaken gedaan".
De ruilhandel uit vroeger ja-
ren is definitief voltooid verle
den tijd. Derde Wereldlanden
proberen zich kansen te schep
pen, in zakelijk opzicht wakker
te worden en .vooral wakker
te blijven. Hoe kijkt koffie-
inkoper Jan de Jongh daar te
genaan?
Jan de Jongh: „Als ik als 25-
jarige jongen voor mijzelf be
gonnen was had ik geen schijn
van kans gehad. Je moet over
levenservaring in deze landen
beschikken om er zaken te kun
nen doen. Deze mensen zijn
volkomen anders dan wij. In
feite precies hetzelfde, maar
toch anders. Als je wat ouder
bent kun je je als Europeaan
wat makkelijker aanpassen,
omdat je zelf hebt geleerd te
relativeren".
Het ACM-bedrijf staat op drie
zakelijke poten. Koffie - cacao
en medicinale specerijen. Wat
het laatste betreft Is er sprake
van een pootje aangezien de
handel in deze producten nog
slechts bescheiden is. „Koffie"
vertelt Jan de Jongh „is onze
hoofdmoot (60%), cacao gaat in
grotere tonnages weg zonder dat
er veel drukte over wordt ge
maakt. Met de medicinale
planten ben ik zeven jaar ge
leden als een soort hobby be
gonnen. In de stille seizoenen
in West-Afrika. Veel opgetrok
ken met de traditionele medi
cijnmannen. Ze kwamen met
zaadjes, blaadjes' en boom
schors bij mij. Daarnaast wa
ren er toen al contacten met
de farmaceutische industrie in
Nederland. Een delegatie van
die industrie kwam een keer
op bezoek en ontdekte medici
nale planten waarnaar zij ja
renlang op zoek waren ge
weest. Van het een kwam het
ander en nu is het omgerekend
in Nederlandse guldens een
miljoenenzaak geworden".
Medicinale planten, voor velen
in ons land onbekend en dus
ook onbemind.
Welke waarden worden er door
importeur Jan de Jongh aan
toegekend? Jan de Jongh:
„Dat is moeilijk onder woor
den te brengen. Misschien heb
ik wel eens wonderen aan
schouwd.
Je ziet wel iets, maar je weet
in feite niet wat er gebeurt.
Er is niets mysterieus aan de
hand. Als een medicijnman
zegt dat hij iets van een be
paald goedje ergens opsmeert
en dat er dan dat of dat zal
gebeuren, dan kan ik dat niet
beoordelen. Ik weet alleen dat
bepaalde schorsen een bepaald
effect hebben. Dat geldt ook
voor bepaalde bladeren. Dat
heeft de ervaring mij wel ge
leerd. Deze mensen genezen
op hun manier, en dat is een
manier die uiteraard niet te
vergelijken is met de behandel
wijze van West-Europese art
sen. Hun doseringen zijn niet
De planter In zijn plantage
Koffiestruik in bloei
Koftieplukkers in Noord-Sumatra