Feiten en Cijfers
over
Rokers en
Niet-rokers
Ballon blaast
nieuw leven in
Nieuwe elektrische schaaf
voor betaalbare prijs
Energie besparen door
te rijden met overleg
4 Zijn
schoonmoeders
jaloers?
i
s
Nieuwe behandeling
van vernauwingen
in de kransslagader
wiiiisw
Ook ongeoefende handen kunnen nu
perfect schaafwerk leveren
WSftRSëR
iUL'
IV
Verbruik
Onnodig
Brandstofgebruik by constante snelheden.
KORTE QU|Zj
ALIEIN?
VOOR AtWOl
Onderhoud
22
Soester Courant van woensdag 25 februari 1981
22
Dat er ook in ons land veel meer niet-rokers dan rokers zijn, is lang niet bij
iedereen bekend. Pas in de laatste tien jaar zijn de rokers geleidelijk in de
minderheid gekomen. Op het ogenblik loopt het aantal rokers in ons land met
2% per jaar terug.
Met behulp van een omvangrijke NIPO-peiling wordt ieder jaar de ontwikkeling
van het roken in Nederland gedetailleerd gevolgd. In 1980 was het percentage
rokers teruggelopen tot 43. Van de Nederlanders van 15 jaar en ouder rookten er
in 1980 nog 4.460.000. Daar stonden vorig jaar al 5.900.000 niet-rokers van 15 jaar
en ouder tegenover.
Dat het rookgedrag zich niet aan de
snel gewijzigde omstandigheden heeft
aangepast, is niet zo verwonderlijk. De
rokers gedragen zich dikwijls nog alsof
zij in de meerderheid zijn; alsof hun
gewoonte bepalend is. Met de door
gaans talrijkere niet-rokers houden zij
onvoldoende rekening. Als we beden
ken dat er in 1967 bij een kleinere
bevolking (12 miljoen) nog 5.540.000
rokers waren in de leeftijdsgroepen
van 15 jaar en ouder, terwijl het er in
1980 bij een bevolking van 14 miljoen in
diezelfde groepen bij elkaar niet meer
dan 4.460.000 waren, dan illustreert dat
duidelijk de veranderde verhoudingen.
Een miljoen rokers minder, terwijl de
bevolking met twee miljoen was toege
nomen.
De verandering van het rookgedrag
verloopt overigens bij mannen en vrou
wen niet gelijk. De mannen stóppen er
in sterkere mate mee dan de vrouwen.
Het percentage rokende mannen was
bijvoorbeeld in ons land in 1971 nog 69
(15 jaar en ouder) en is nu gedaald tot
50. Maar bij de Nederlandse vrouwen
kwam het NIPO in 1971 tot 40% rokers
en nu tot 34%.
Verheugend is het teruglopen van het
roken in de leeftijdsgroep van 15 tot 19
jaar. In die groep rookte in 1978 nog
39%, in 1979 daalde dat naar 34% en in
1980 werd nog maar 30% rokers geme
ten. Die leeftijdsgroep is karakteris
tiek voor de wijziging van de houding
ten opzichte van het roken. Zetten we
daar bijvoorbeeld de ontwikkeling in
de leeftijdsgroep van 20 tot en met 24
jaar tegenover (1978: 50% rokers, 1979:
51% en 1980: 49%), dan wordt duidelijk
dat juist de jongeren de trend bepalen.
Een ongunstige ontwikkeling is het
vroeger beginnen met roken. In 1979
werd in de leeftijdsgroep van 10 tot en
met 12 jaar al 13% rokenden gecon
stateerd en inde leeftijdsgroep 13 tot en
met 14 jaar 32%. Op die leeftijd roken
de meisjes overigens meer dan de
jongens: 35% van de meisjes van 13 en
14 jaar rookt, tegen 30% van de jon
gens. De helft van die kinderen rookt
trouwens 1 sigaret per dag of nog
minder, maar een derde gedeelte staat
dan al op 5 of meer per dag!
Het gemiddelde aantal sigaretten per
dag ligt bij de Nederlandse mannen
momenteel op 15 en bij de rokende,
vroüwën op 13.
Om welke enorme aantallen en bedra
gen het bij het roken gaat, kan met een
paar cijfers geïllustreerd worden.
Wanneer we bij het sigarettenverbruik
op basis van de verkochte pakjes de
van shag gerolde sigaretten optellen (1
gr. shag per gerolde sigaret), dan
komen we voor 1979 tot een Ne
derlands verbruik van 39 miljard stuks
(39.024,800.000 sigaretten). Die hadden
dat jaar een kleinhandelswaarde van
3,8 miljard gulden 3.840.000.000,-).
De fiscus verdiende daar 1,8 miljard
aan (ƒ1.822.149.000,-).
De rookgewoonten zijn zich overigens
geleidelijk aan het wijzigen. Bij de
rokers gaat het wat de jeugd betreft
voor 83% om sigaretten en voor 52%
ook om shag. Bij de volwassenen rookt
66% sigaretten en 40% ook shag. Pijp
en sigaar zijn steeds meer achterop
aan het raken. Bij de volwassenen zegt
6% ook nog pijp te roken en 14%
sigaren.
Bij de jeugd wordt meer met filter
gerookt dan bij de ouderen. Jongerèn
onder de 15 jaar roken voor 78%
meestal met filter, ouderen voor 56%.
Voor mannen en vrouwen ligt het beeld
echter totaal verschillend. In de leef
tijdsgroep van 20 tot 65 jaar kwam het
NIPO bijvoorbeeld voor de mannen tot
29% filter-rokers en voor de vrouwen
tot maar liefst 76% filter-klanten.
Drie op de vier volwassenen (77%)
inhaleert bij het roken. De zuinigheid
van de Nederlander uit zich ook in de
rookgewoonte: zeven van de tien vol
wassen rokers roken de sigaret geheel
op.
Gaandeweg realiseert de Nederlander
zich wel dat er aan de relatie tussen
rokers en niet-rokers iets hapert. In
1979 heeft het NIPO in de enquête de
vraag opgenomen „Houdt de roker
volgens u voldoende rekening met de
belangen van de niet-roker?". Slechts
19% vond dat er wèl voldoende reke
ning werd gehouden met de niet-roker
(25% van de rokers en 14% van de
niet-rokers). Degenen die vroeger wel
gerookt hebben en dit nu niet meer
doen, lieten de duidelijkste mening
horen: 75% van deze ondervraagden
zegt, dat er niet voldoende rekening
wordt gehouden met de belangen van
de niet-roker.
Ook is de vraag gesteld of de niet-roker
(vaak, wel eens of nooit) hinder onder
vindt van het roken van anderen. Het
antwoord was duidelijk46% denkt dat
dit vaak gebeurt, 34% wel eens èn 10%
nooit, waarbij dan nog eens 10% het
antwoord schuldig blijft.
De Wereldgezondheidsorganisatie con
stateerde in 1979, dat de niet-roker, die
zich in een gesloten ruimte, jbevindt,
waarin stevig wordt "gerookt (eén ver
gaderzaal bijvoorbeeld, of een klein
kantoor )7 In 'de tijd van één uur het
equivalent aan schadelijke dampen
van één volledige sigaret heeft ge-
inhaleerd.
Een Belgische enquête uit 1980 (OIVO)
wijst uit, dat 73% van degenen die nooit
roken, het vervelend vindt naast
iemand te zitten die rookt. Van alle
ondervraagden bleek 66% het ver
velend te vinden in een auto te zitten
waarin gerookt wordt.
Veel minder bekend dan de ruzies rond de hartchirurgie is de opkomst
van een andere behandeling van ziekten in de kransslagaderen. Andreas
Grüntzig uit Zürich verwierf eind 1977 grote bekendheid door een techniek
op de kransslagaderen van het hart toe te passen, waarbij de arts een dun
slangetje, balloncatheter genaamd, in de slagader brengt. Door de ballon op
te blazen wordt de vetophoping, die vernauwing in de slagader veroorzaakt,
tegen de slagaderwand platgedrukt. Sinds 1977 zijn in de V.S. en Europa onge
veer 300 patiënten met deze methode behandeld; één jaar na de behandeling
verkeert 90% van deze patiënten nog in goede conditie.
Waarom zou je bij een wegversperring
een omleiding aanleggen, als je die
versperring ook kunt opruimen? Deze
gedachte moeten Charles Dotter en
Meivin Judkins in 1964 hebben gehad,
toen zij een methode ontwikkelden om
vernauwingen in bloedvaten te verwij
deren. Zij brachten een dun slange
tje, catheter genaamd, in een bloedvat.
Daarmee duwden zij de versperring
als met een sneeuwschuiver uiteen.
Dat is mogelijk omdat de afzetting
binnen het bloedvat bestaat uit een
vetmassa en bindweefsel dat niet
elastisch is, zodat de versperring zijn
oude plaats niet weer inneemt. In de
medische wereld staat deze methode
bekend als het „dotteren".
Volgens öns niet altijd.
Maar als üwa.s.
schoonmoeder straks uw
trouwkaart uit onze
Kennemer
Kaarten Kollektle
ontvangt, dan zal zij zeker
zeggen tegen uw a.s.
schoonvader:
'Toch hebben wij iets gemist
bij 't begin van ons huwelijk'
Dus, mensen-met-
trouwplannen, kom snel eens
bij ons naar die uitgebreide
en smaakvolle kollektie
huwelijks-en dankbetuigings
kaarten kijken!
Drukkerij Smit
Van Weedestraat 29
Telefoon 14152
Dotteren wordt vooral toegepast om
vernauwingen te verruimen, soms ook
om echte verstoppingen te verwijde
ren. Als alternatief voor een chirur
gische behandeling werd de Dotter-me
thode in de jaren zeventig nog betrek
kelijk weinig toegepast; maar sinds
vorig jaar lijkt daar verandering in
te komen en wint deze methode steeds
meer veld, ook in Nederland. In het
Diaconessenhuis te Eindhoven past dr.
G. J. van Andel al sinds 1973 de Dot
tertechniek met succes toe.
„Vooral bij vernauwingen van de
slagaderen in het been en het bekken
hebben wij de laatste jaren veelvuldig
de Dottermethode toegepast. Het grote
voordeel van deze methode is dat de
patiënt minder wordt belast: er wordt
alleen plaatselijk verdoofd, en meestal
kan de patiënt na 48 uur het ziekenhuis
alweer verlaten", zegt Van Andel.
In 1974 kwam Grüntzig met een va
riant op de Dottercatheter: de ballon
catheter. Hierbij bevindt zich om het
slangetje een ballon, die men kan op
blazen. Deze ballon is voorgevormd;
men kan de ballon als een korset
slechts tot een bepaald formaat opbla
zen. De juiste grootte is natuurlijk die
grootte, die een verstopping kan oprui
men zonder de slagaderwand te be
schadigen. Sinds eind 1977 heeft Grünt
zig een balloncatheter van pvc (poly-
vinylchloride - een soort plastic) bij
de behandeling van de kransslagade
ren van het hart (ook wel coronaire
arteriën geheten) toegepast.
De arts brengt de balloncatheter in de
coronaire arterie en blaast deze op.
Hierdoor wordt de afzetting in de ar
terie tegen de wand platgedrukt.
Na een paar seconden ontlucht de arts
de ballon en verwijdert deze. De pa
tiënt blijft gedurende de behandeling
bij bewustzijn en voelt geen pijn.
„Niet meer dan een logisch vervolg
op het voorafgaande", noemt dr. van
Andel de werkwijze van Grüntzig. In
principe kan het dotteren op alle slag
aderen worden toegepast, dus waarom
niet op de coronaire arteriën? Maar
er bestaan ook verschillen. Zo moet
bij het hart zeer snel gewerkt wor
den („een kwestie van seconden"),
terwijl bij een behandeling in het been
de arts alle tijd heeft. „Waarom heeft
nog niemand het dotteren in de hals
slagader gedaan? Dat komt omdat er
bij de methode kleine partikeltjes in
het bloed kunnen ontstaan. In de benen
zal dit weinig effekt hebben, maar
voor de hersenen kan dit ernstige ri
sico's inhouden. Zo heeft iedere slag
ader zijn eigen risico's. In Neder
land wordt de Dottermethode nog niet
in de coronaire arteriën toegepast,
maar er bestaan wel plannen in deze
richting", zegt dr. van Andel. De ont
wikkelingen gaan zo snel dat de eerste
„hartdotters" wellicht al dit jaar te
verwachten zijn.
De elektrische schaaf is één van de apparaten die iedere doe-het-zelver hard nodig heeft. De prijs - vroeger vaak een pro
bleem - hoeft sinds de komst van de zeer voordelige, semiprofessionele DN 750 van Black Décker geen beletsel meer
te zijn. Hij kost ter introductie nog geen 200 gulden.
Pas in de praktijk ontdekt u dat een elektrische schaaf veel tijd en vooral
geld kan besparen. Maar aangezien zo'n machine vaak nogal prijzig Is, zult
u zich wel twee keer bedenken voor u er een aanschaft. Misschien moet u zich
dan ook nog steeds redden met zo'n onhandige blokschaaf. Om u te helpen
komt Black Decker nu met een heel voordelige oplossing: een semi-pro-
fessionele schaafmachine van 229,-, die ter introductie slechts 199,- kost.
Een prijs zoals we in jaren niet hebben gezien.
Hebt u wel eens moeten werken met
een blokschaaf? Dat is u vast niet mee
gevallen, want zo'n schaaf vereist
knap wat ervaring. Je moet ermee le
ren omgaan. Wanneer u 'm niet gere
geld gebruikt, krijg je de techniek nooit
goed onder de knie. Het trieste resul
taat laat zich raden: grote happen uit
het materiaal in plaats van een mooi
glad geschaafd stuk hout.
Iedereen kan ermee omgaan
Met de elektrische schaafmachine
gaat alles veel eenvoudiger. De
schaaf van Black Decker werkt als
een soort frees. Met een stel snel
draaiende beitels in een beitelas. Dus
heel anders dan de „vertrouwde"
blokschaaf. Voor de beitelas zit een
knop waarmee u de zool van de ma
chine instelt om meer of minder weg te
schaven. U kunt in een keer een dik
te tot 1;5 mm. wegnemen.
Voor een elektrische schaafmachine
hebt u veel minder vaardigheid nodig
en praktisch iedereen kan ermee om
gaan. Zelfs voor sponningschaven - een
erg ambachtelijk karwei - draait u uw
hand niet om.
De richting van de houtnerf is vol
strekt onbelangrijk, want u schaaft
net zo makkelijk tegen de nerfrichting
in. Toch is het resultaat altijd zuiver
en vlak.
Veel doordachte details
Moet u hardhout schaven? Geen pro
bleem! De elektrische Black Decker
schaaf slaat zich er moeiteloos door
heen, zonder dat u sterkere beitels
hoeft in te zetten. Die beitels zijn sterk
genoeg voor elk soort hout. Zij zijn
gemaakt van speciaal HSS staal, dat
extra lang meegaat. U kunt ze boven
dien aan twee kanten gebruiken en
binnen seconden verwisselen zonder ze
opnieuw af te stellen.
U hoeft niet bang te zijn dat u de
beitels gauw zult beschadigen.
Dank zij het platte zijvlak kunt u de
schaaf op z'n kant leggen zonder ge
vaar voor beschadiging aan beitels
en werktafel. Dat is trouwens maar
één van de vele details waaraan u
kunt merkeii dat in de constructie
van de nieuwe Black Decker schaaf
aan alles is gedacht.
Werken met twee handen
Ook op andere punten kunt u zien dat
de elektrische schaafmachine DN 750
zeer doordacht is. De afzuigmogelijk-
heid voor stof en spaanders is daar
een voorbeeld van. Op de schaaf zit
een aansluiting voor een speciale
spaanderopvangzak, die als accessoire
verkrijgbaar is.
Er kan ook een standaard worden ge
leverd om de schaaf stationair te ge
bruiken. De machine staat dan vast
gemonteerd. U schuift het hout over
de draaiende beitels.
De elektrische schaaf van Black De
cker is zo ontworpen dat u hem altijd
met twee handen kunt vasthouden:
een garantie voor goede geleiding. Hij
is plezierig smal en licht in gewicht,
terwijl de lange zool voor extra steun
zorgt. In die zool zitten twee verschil
lende groeven om scherpe kanten tot
maximaal 4,5 mm. af te schuinen of
- zoals dat met een vakterm heet - af
te kanten.
De schaafbreedte bedraagt 75 mm. en
de maximaal te bereiken sponning
diepte 20 mm. Het vermogen is 470 W
en het toerental - onbelast - 14.500
tpm.
De prijs haalt u er gauw uit
Als doe-het-zelver hebt u altijd hout
nodig. Hout is duur. Maar schaaf
werk ook. Hebt u er wel eens bij
stilgestaan hoeveel u zou besparen
wanneer het schaafwerk zelf zou uit
voeren? Bij een gemiddelde plank of
balk betaalt u ongeveer een kwart
vqpr het schaven.
Dat wordt meer naarmate de'houten
delen kleiner zijn. Want of een stuk
hout nu groot of klein is: uw houthan
delaar heeft altijd evenveel werk aan
het instellen van zijn schaaf. Hebt u
veel hout nodig, en schaaft u voortaan
eigenhandig, dan kunt u de prijs van
de nieuwe Black Decker DN 750
schaaf - ter introductie slechts 199,-
er dan ook al gauw uithalen.
t
-
r*
Van een medewerker)
Deskundigen hebben berekend dat er in veel gevallen
zuiniger en voordeliger kan worden gereden. Het devies
daarvoor is: rijden met meer overleg.
Economisch rijden houdt niet
alleen verband met onze rijstijl,
maar ook met de behandeling eh
het onderhoud van het voertuig.
Vooral een combinatie van deze
belangrijke elementen resulteert in
zuiniger en voordeliger rijden;
zelfs veiliger rijden. Het is dus
zowel uit het oogpunt van energie-
én geldbesparing als uit hoofde van
de verkeersveiligheid zeer zinvol
deze doelstellingen na te streven.
Nederland verrijdt per jaar zo'n
6 miljard gulden aan benzine en
dieselolie. Daarvan wordt naar
schatting niet minder dan één mil
jard, ofwel een vijfde deel, verspild.
Gewoon vermorst, achteloos ver
bruikt, of verspeeld met het gas
pedaal. Gezien de energie-situatie
in de wereld is het beslist noodza
kelijk dat we gezamenlijk iets doen.
Voor het goede doel, maar ook voor
de eigen portemonnee. Zuinig zijn
met energie is geen centenkwestie,
maar voor elke automobilist een
zaak van een klein kapitaal per
jaar. Waarom zou u dat voordeel
niet in eigen zak laten glijden?
Want het is heus waar dat wie zich
erop toelegt bewust kalm aan te
doen, daarmee per honderd afge
legde kilometers guldens kan ver
dienen voor zichzelf en tevens zui
nig omgaat met energie voor de
gemeenschap.
Het benzineverbruik van een
auto kan sterk variëren, maar men
kan daar zelf veel aan doen. Vol
gens deskundigen kan elke auto
mobilist zonder moeite 10 tot 25
zuiniger rijden. De mee9t efficiënte
manier van brandstof besparen is
stilstaan. Dat hoeft natuurlijk niet
altijd, maar het kan wel meer dan
we als regel doen. Er zijn diverse
gevallen waarvan men zou kunnen
zeggen, moet dat nou echt per
auto? Een brief posten, een bood
schap doen om de hoek en meer
Van dat soort dingen kunnen voor
delig en gezond met de „benenwa
gen" gebeuren. Bovendien is er ook
nog de fiets!
Maar als we dan toch rijden la
ten we het dan zuinig en voordelig
doen. Een choke die (te) lang uit
staat kost onnodig veel brandstof.
Hou 'm dus in de gaten. Zorg voor
een goed afgestelde ontsteking, een
goede accu, tijdige vernieuwing
van de bougies en regelmatig olie
verversen. Een slecht vonkende
bougie kan het benzineverbruik met
10 doen toenemen. Een slepende
choke kan 25 meer benzinever
bruik veroorzaken.
Voor stilstaan hoeft de motor
niet te draaien. Zet de moto? dus
af bij een geopende brug of een
gesloten spoorwegovergang. Voor
20 minuten stationair draaien
verbruikt u voor ongeveer tien ki
lometer werkelijk rijden. Begin een
rit niet direkt met hoge snelheid.
Schakel wel redelijk vlug naar de
hoogste, dat is de zuinigste, ver
snelling. Kom op lange afstanden
niet boven de 100 km per uur, want
bij elke tien km boven de honderd
neemt het benzineverbruik toe met
zeven acht procent. Ook de ban
den slijten, vooral bij warm weer,
bij 110 km tweemaal harder dan
bij 70 km per uur. Gebleken is dat
autobanden bij een temperatuur
van 37 graden twee en een half
maal zo hard slijten als bij een
temperatuur van 21 graden. Ook
dat is dus niet economisch.
60km/u 80km/u lOOkm/u 120 km/u
Mini 1000 20,0 km/1 16,4 km/1 125 km/1 9,7 km/1
Mazda EL 1100 18,9 km/1 15,7 km/1 12,8 km/1 9,0 km/1
Citroen GS special 20,8 km/1 18,1 km/1 14,9 km/1 11,7 km/1
Flat 128 381100 19,6km/l 17,5km/l 14,5 km/1 ll,5km/l
Kadett City N. luxe 182 km/1 152 km/1 12,5 km/1 9,7 km/1
OpelAscona 15,6km/l 13,5km/l 112 km/1 93 km/1
Ford Taunus 1600 L 14,7 km/1 123 km/1 103 km/1 8,9 km/1
Peugeot 104 GL 18,5 km/1 15,5 km/1 12,0 km/1 9,9 km/1
Bron: Testrapporten ANWB.
Hardrijden kost enorm veel ex
tra brandstof. Veel meer dan de
meeste mensen denken. Als ieder
een zich aan de voorgeschreven
maximumsnelheid zou houden dan
zouden we miljoenen liters brand
stof per jaar besparen. We moeten
eigenlijk iedere keer als we weer
eens het gaspedaal te diep indruk
ken, ons afvragen: waarom doe lk
dat eigenlijk? Heb ik echt haast, of
maak ik mezelf dat maar wijs?
Waar veel automobilisten ook
niet bij stilstaan is dat veel rem
men veel brandstof kost. Snel op
trekken In de richting van het vol
gende verkeerslicht en dan flink
remmen omdat het op rood staat, is
een dure manier van autorijden.
Het is een goede gewoonte om de
auto zoveel mogelijk in beweging
te houden, en dus zo min mogelijk
te remmen en te aohakelen. Het
enige wat men daarvoor hoeft te
doen is iets verder vooruit te kij
ken en iets zorgvuldiger snelheid
kiezen. Een dergelijke manier van
rijden levért al een besparing op
van zo'n 14
Ten onrechte meent men vaak
nog dat een motor eerst goed moet
warm draaien. Dat was misschien
vroeger zo, nu niet meer. De he
dendaagse motor kan er best tegen
dat men 's morgens direkt na het
starten wegrijdt, mits meq de eer
ste kilometer wat kalm-aan doet.
De auto zal daar echt niet onder
lijden, maar u beïnvloedt er wel uw
benzineverbruik in gunstige zin
mee.
Veel automobilisten schakelen
ook te laat over naar een hogere
versnelling. Probeert u het eens
wat eerder, bij een lager toerental.
U mist dan wel die felle brom onder
de motorkap, maar het resultaat
maakt niets of nauwelijks iets uit.
En er wordt wel flink wat brandstof
mee bespaard.
Speel niet met het gaspedaal!
Behalve tijdige vervanging en
controle van enkele reeds genoem
de onderdelen kunnen ook tijdige
servicebeurten een besparing aan
gemiddeld 10 aan brandstof ople
veren. Ook de juiste bandenspan
ning is van veel belang, evenals de
slijtage van de banden. Als de
bandenslijtage onregelmatig of ab
normaal hoog is wijst dat op extra
weerstand, dus extra benzinever
bruik.
Het behoud van de motor en be
sparing aan benzine(kosten) is het
gebruik van de juiste benzine. Een
auto die met gewone benzine toe
kan, moet u niet met super gaan
stoken. Door op gewone benzine te
blijven rijden bent u goedkoper uit
en mogelijk onaangename ver
schijnselen worden voorkomen.
Waak tegen overbelasting van het
motorisch vermogen.
Geef op een helling geen gas bij
om snelheid te bewaren. Laat uw
gaspedaal in dezelfde stand. Houdt
Is hel brandstof,
verbruik geheel af
hankdijkvd.cylinder.
inhoud van de motor?
2 Wat voor
soort motor is
de automotor??
3.Via welke zes be.
langnjke onderdelen
bereikt de benzine
de cylinder
L. Hoeveel pro.
cent van de door de
brandstof gelevenJe
warmre. energie,
gaat verloren
door de uitlaat???
°/o 0? «o 7 wsjinjosieeiui
'uaddaitf-ioouis unaiejnq jea 'duiodauiz
"uaq'jajitjauizuaq'weiauizuaq ei/y^
xt)oujs6ujpuejqjaA aujajui uaasi ph 2
*6ue|aq jooj5 jaaz
ues ufjz puej&iaaMjojua puejsjaa/vt
•jqanjap 'jtpuvrö ^spejctoA pq pueis
•jawAs6ui|RusjaA ap :tN30a00HMNV
de ramen bij hoge snelheden zoveel
mogelijk gesloten. Bij 100 km
snelheid verhogen openstaande'ra
men het benzineverbruik met 4
Vul de tank nooit tot de rand. U
verspilt daar benzine mee.
Om meer dan één reden is het
gewenst het materieel te ontzien
en de snelheid te beteugelen. Mede
ook in het belang van de verkeers
veiligheid. Huig en roekeloos rijden
is honderdmaal onvoordeliger dan
een jaar goedkoop tanken en zuinig
rijden.
Tenslotte nog een weinig sym
pathieke tip: Zacht uitgedrukt kan
bij benzinesohaarste zelfs een af
sluitbare tankdop al tot besparing
leiden... Neem energiebesparende
voorschriften in acht!
t