Feiten en Cijfers over Rokers en Niet-rokers Ballon blaast nieuw leven in Nieuwe elektrische schaaf voor betaalbare prijs Energie besparen door te rijden met overleg 4 Zijn schoonmoeders jaloers? i s Nieuwe behandeling van vernauwingen in de kransslagader wiiiisw Ook ongeoefende handen kunnen nu perfect schaafwerk leveren WSftRSëR iUL' IV Verbruik Onnodig Brandstofgebruik by constante snelheden. KORTE QU|Zj ALIEIN? VOOR AtWOl Onderhoud 22 Soester Courant van woensdag 25 februari 1981 22 Dat er ook in ons land veel meer niet-rokers dan rokers zijn, is lang niet bij iedereen bekend. Pas in de laatste tien jaar zijn de rokers geleidelijk in de minderheid gekomen. Op het ogenblik loopt het aantal rokers in ons land met 2% per jaar terug. Met behulp van een omvangrijke NIPO-peiling wordt ieder jaar de ontwikkeling van het roken in Nederland gedetailleerd gevolgd. In 1980 was het percentage rokers teruggelopen tot 43. Van de Nederlanders van 15 jaar en ouder rookten er in 1980 nog 4.460.000. Daar stonden vorig jaar al 5.900.000 niet-rokers van 15 jaar en ouder tegenover. Dat het rookgedrag zich niet aan de snel gewijzigde omstandigheden heeft aangepast, is niet zo verwonderlijk. De rokers gedragen zich dikwijls nog alsof zij in de meerderheid zijn; alsof hun gewoonte bepalend is. Met de door gaans talrijkere niet-rokers houden zij onvoldoende rekening. Als we beden ken dat er in 1967 bij een kleinere bevolking (12 miljoen) nog 5.540.000 rokers waren in de leeftijdsgroepen van 15 jaar en ouder, terwijl het er in 1980 bij een bevolking van 14 miljoen in diezelfde groepen bij elkaar niet meer dan 4.460.000 waren, dan illustreert dat duidelijk de veranderde verhoudingen. Een miljoen rokers minder, terwijl de bevolking met twee miljoen was toege nomen. De verandering van het rookgedrag verloopt overigens bij mannen en vrou wen niet gelijk. De mannen stóppen er in sterkere mate mee dan de vrouwen. Het percentage rokende mannen was bijvoorbeeld in ons land in 1971 nog 69 (15 jaar en ouder) en is nu gedaald tot 50. Maar bij de Nederlandse vrouwen kwam het NIPO in 1971 tot 40% rokers en nu tot 34%. Verheugend is het teruglopen van het roken in de leeftijdsgroep van 15 tot 19 jaar. In die groep rookte in 1978 nog 39%, in 1979 daalde dat naar 34% en in 1980 werd nog maar 30% rokers geme ten. Die leeftijdsgroep is karakteris tiek voor de wijziging van de houding ten opzichte van het roken. Zetten we daar bijvoorbeeld de ontwikkeling in de leeftijdsgroep van 20 tot en met 24 jaar tegenover (1978: 50% rokers, 1979: 51% en 1980: 49%), dan wordt duidelijk dat juist de jongeren de trend bepalen. Een ongunstige ontwikkeling is het vroeger beginnen met roken. In 1979 werd in de leeftijdsgroep van 10 tot en met 12 jaar al 13% rokenden gecon stateerd en inde leeftijdsgroep 13 tot en met 14 jaar 32%. Op die leeftijd roken de meisjes overigens meer dan de jongens: 35% van de meisjes van 13 en 14 jaar rookt, tegen 30% van de jon gens. De helft van die kinderen rookt trouwens 1 sigaret per dag of nog minder, maar een derde gedeelte staat dan al op 5 of meer per dag! Het gemiddelde aantal sigaretten per dag ligt bij de Nederlandse mannen momenteel op 15 en bij de rokende, vroüwën op 13. Om welke enorme aantallen en bedra gen het bij het roken gaat, kan met een paar cijfers geïllustreerd worden. Wanneer we bij het sigarettenverbruik op basis van de verkochte pakjes de van shag gerolde sigaretten optellen (1 gr. shag per gerolde sigaret), dan komen we voor 1979 tot een Ne derlands verbruik van 39 miljard stuks (39.024,800.000 sigaretten). Die hadden dat jaar een kleinhandelswaarde van 3,8 miljard gulden 3.840.000.000,-). De fiscus verdiende daar 1,8 miljard aan (ƒ1.822.149.000,-). De rookgewoonten zijn zich overigens geleidelijk aan het wijzigen. Bij de rokers gaat het wat de jeugd betreft voor 83% om sigaretten en voor 52% ook om shag. Bij de volwassenen rookt 66% sigaretten en 40% ook shag. Pijp en sigaar zijn steeds meer achterop aan het raken. Bij de volwassenen zegt 6% ook nog pijp te roken en 14% sigaren. Bij de jeugd wordt meer met filter gerookt dan bij de ouderen. Jongerèn onder de 15 jaar roken voor 78% meestal met filter, ouderen voor 56%. Voor mannen en vrouwen ligt het beeld echter totaal verschillend. In de leef tijdsgroep van 20 tot 65 jaar kwam het NIPO bijvoorbeeld voor de mannen tot 29% filter-rokers en voor de vrouwen tot maar liefst 76% filter-klanten. Drie op de vier volwassenen (77%) inhaleert bij het roken. De zuinigheid van de Nederlander uit zich ook in de rookgewoonte: zeven van de tien vol wassen rokers roken de sigaret geheel op. Gaandeweg realiseert de Nederlander zich wel dat er aan de relatie tussen rokers en niet-rokers iets hapert. In 1979 heeft het NIPO in de enquête de vraag opgenomen „Houdt de roker volgens u voldoende rekening met de belangen van de niet-roker?". Slechts 19% vond dat er wèl voldoende reke ning werd gehouden met de niet-roker (25% van de rokers en 14% van de niet-rokers). Degenen die vroeger wel gerookt hebben en dit nu niet meer doen, lieten de duidelijkste mening horen: 75% van deze ondervraagden zegt, dat er niet voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van de niet-roker. Ook is de vraag gesteld of de niet-roker (vaak, wel eens of nooit) hinder onder vindt van het roken van anderen. Het antwoord was duidelijk46% denkt dat dit vaak gebeurt, 34% wel eens èn 10% nooit, waarbij dan nog eens 10% het antwoord schuldig blijft. De Wereldgezondheidsorganisatie con stateerde in 1979, dat de niet-roker, die zich in een gesloten ruimte, jbevindt, waarin stevig wordt "gerookt (eén ver gaderzaal bijvoorbeeld, of een klein kantoor )7 In 'de tijd van één uur het equivalent aan schadelijke dampen van één volledige sigaret heeft ge- inhaleerd. Een Belgische enquête uit 1980 (OIVO) wijst uit, dat 73% van degenen die nooit roken, het vervelend vindt naast iemand te zitten die rookt. Van alle ondervraagden bleek 66% het ver velend te vinden in een auto te zitten waarin gerookt wordt. Veel minder bekend dan de ruzies rond de hartchirurgie is de opkomst van een andere behandeling van ziekten in de kransslagaderen. Andreas Grüntzig uit Zürich verwierf eind 1977 grote bekendheid door een techniek op de kransslagaderen van het hart toe te passen, waarbij de arts een dun slangetje, balloncatheter genaamd, in de slagader brengt. Door de ballon op te blazen wordt de vetophoping, die vernauwing in de slagader veroorzaakt, tegen de slagaderwand platgedrukt. Sinds 1977 zijn in de V.S. en Europa onge veer 300 patiënten met deze methode behandeld; één jaar na de behandeling verkeert 90% van deze patiënten nog in goede conditie. Waarom zou je bij een wegversperring een omleiding aanleggen, als je die versperring ook kunt opruimen? Deze gedachte moeten Charles Dotter en Meivin Judkins in 1964 hebben gehad, toen zij een methode ontwikkelden om vernauwingen in bloedvaten te verwij deren. Zij brachten een dun slange tje, catheter genaamd, in een bloedvat. Daarmee duwden zij de versperring als met een sneeuwschuiver uiteen. Dat is mogelijk omdat de afzetting binnen het bloedvat bestaat uit een vetmassa en bindweefsel dat niet elastisch is, zodat de versperring zijn oude plaats niet weer inneemt. In de medische wereld staat deze methode bekend als het „dotteren". Volgens öns niet altijd. Maar als üwa.s. schoonmoeder straks uw trouwkaart uit onze Kennemer Kaarten Kollektle ontvangt, dan zal zij zeker zeggen tegen uw a.s. schoonvader: 'Toch hebben wij iets gemist bij 't begin van ons huwelijk' Dus, mensen-met- trouwplannen, kom snel eens bij ons naar die uitgebreide en smaakvolle kollektie huwelijks-en dankbetuigings kaarten kijken! Drukkerij Smit Van Weedestraat 29 Telefoon 14152 Dotteren wordt vooral toegepast om vernauwingen te verruimen, soms ook om echte verstoppingen te verwijde ren. Als alternatief voor een chirur gische behandeling werd de Dotter-me thode in de jaren zeventig nog betrek kelijk weinig toegepast; maar sinds vorig jaar lijkt daar verandering in te komen en wint deze methode steeds meer veld, ook in Nederland. In het Diaconessenhuis te Eindhoven past dr. G. J. van Andel al sinds 1973 de Dot tertechniek met succes toe. „Vooral bij vernauwingen van de slagaderen in het been en het bekken hebben wij de laatste jaren veelvuldig de Dottermethode toegepast. Het grote voordeel van deze methode is dat de patiënt minder wordt belast: er wordt alleen plaatselijk verdoofd, en meestal kan de patiënt na 48 uur het ziekenhuis alweer verlaten", zegt Van Andel. In 1974 kwam Grüntzig met een va riant op de Dottercatheter: de ballon catheter. Hierbij bevindt zich om het slangetje een ballon, die men kan op blazen. Deze ballon is voorgevormd; men kan de ballon als een korset slechts tot een bepaald formaat opbla zen. De juiste grootte is natuurlijk die grootte, die een verstopping kan oprui men zonder de slagaderwand te be schadigen. Sinds eind 1977 heeft Grünt zig een balloncatheter van pvc (poly- vinylchloride - een soort plastic) bij de behandeling van de kransslagade ren van het hart (ook wel coronaire arteriën geheten) toegepast. De arts brengt de balloncatheter in de coronaire arterie en blaast deze op. Hierdoor wordt de afzetting in de ar terie tegen de wand platgedrukt. Na een paar seconden ontlucht de arts de ballon en verwijdert deze. De pa tiënt blijft gedurende de behandeling bij bewustzijn en voelt geen pijn. „Niet meer dan een logisch vervolg op het voorafgaande", noemt dr. van Andel de werkwijze van Grüntzig. In principe kan het dotteren op alle slag aderen worden toegepast, dus waarom niet op de coronaire arteriën? Maar er bestaan ook verschillen. Zo moet bij het hart zeer snel gewerkt wor den („een kwestie van seconden"), terwijl bij een behandeling in het been de arts alle tijd heeft. „Waarom heeft nog niemand het dotteren in de hals slagader gedaan? Dat komt omdat er bij de methode kleine partikeltjes in het bloed kunnen ontstaan. In de benen zal dit weinig effekt hebben, maar voor de hersenen kan dit ernstige ri sico's inhouden. Zo heeft iedere slag ader zijn eigen risico's. In Neder land wordt de Dottermethode nog niet in de coronaire arteriën toegepast, maar er bestaan wel plannen in deze richting", zegt dr. van Andel. De ont wikkelingen gaan zo snel dat de eerste „hartdotters" wellicht al dit jaar te verwachten zijn. De elektrische schaaf is één van de apparaten die iedere doe-het-zelver hard nodig heeft. De prijs - vroeger vaak een pro bleem - hoeft sinds de komst van de zeer voordelige, semiprofessionele DN 750 van Black Décker geen beletsel meer te zijn. Hij kost ter introductie nog geen 200 gulden. Pas in de praktijk ontdekt u dat een elektrische schaaf veel tijd en vooral geld kan besparen. Maar aangezien zo'n machine vaak nogal prijzig Is, zult u zich wel twee keer bedenken voor u er een aanschaft. Misschien moet u zich dan ook nog steeds redden met zo'n onhandige blokschaaf. Om u te helpen komt Black Decker nu met een heel voordelige oplossing: een semi-pro- fessionele schaafmachine van 229,-, die ter introductie slechts 199,- kost. Een prijs zoals we in jaren niet hebben gezien. Hebt u wel eens moeten werken met een blokschaaf? Dat is u vast niet mee gevallen, want zo'n schaaf vereist knap wat ervaring. Je moet ermee le ren omgaan. Wanneer u 'm niet gere geld gebruikt, krijg je de techniek nooit goed onder de knie. Het trieste resul taat laat zich raden: grote happen uit het materiaal in plaats van een mooi glad geschaafd stuk hout. Iedereen kan ermee omgaan Met de elektrische schaafmachine gaat alles veel eenvoudiger. De schaaf van Black Decker werkt als een soort frees. Met een stel snel draaiende beitels in een beitelas. Dus heel anders dan de „vertrouwde" blokschaaf. Voor de beitelas zit een knop waarmee u de zool van de ma chine instelt om meer of minder weg te schaven. U kunt in een keer een dik te tot 1;5 mm. wegnemen. Voor een elektrische schaafmachine hebt u veel minder vaardigheid nodig en praktisch iedereen kan ermee om gaan. Zelfs voor sponningschaven - een erg ambachtelijk karwei - draait u uw hand niet om. De richting van de houtnerf is vol strekt onbelangrijk, want u schaaft net zo makkelijk tegen de nerfrichting in. Toch is het resultaat altijd zuiver en vlak. Veel doordachte details Moet u hardhout schaven? Geen pro bleem! De elektrische Black Decker schaaf slaat zich er moeiteloos door heen, zonder dat u sterkere beitels hoeft in te zetten. Die beitels zijn sterk genoeg voor elk soort hout. Zij zijn gemaakt van speciaal HSS staal, dat extra lang meegaat. U kunt ze boven dien aan twee kanten gebruiken en binnen seconden verwisselen zonder ze opnieuw af te stellen. U hoeft niet bang te zijn dat u de beitels gauw zult beschadigen. Dank zij het platte zijvlak kunt u de schaaf op z'n kant leggen zonder ge vaar voor beschadiging aan beitels en werktafel. Dat is trouwens maar één van de vele details waaraan u kunt merkeii dat in de constructie van de nieuwe Black Decker schaaf aan alles is gedacht. Werken met twee handen Ook op andere punten kunt u zien dat de elektrische schaafmachine DN 750 zeer doordacht is. De afzuigmogelijk- heid voor stof en spaanders is daar een voorbeeld van. Op de schaaf zit een aansluiting voor een speciale spaanderopvangzak, die als accessoire verkrijgbaar is. Er kan ook een standaard worden ge leverd om de schaaf stationair te ge bruiken. De machine staat dan vast gemonteerd. U schuift het hout over de draaiende beitels. De elektrische schaaf van Black De cker is zo ontworpen dat u hem altijd met twee handen kunt vasthouden: een garantie voor goede geleiding. Hij is plezierig smal en licht in gewicht, terwijl de lange zool voor extra steun zorgt. In die zool zitten twee verschil lende groeven om scherpe kanten tot maximaal 4,5 mm. af te schuinen of - zoals dat met een vakterm heet - af te kanten. De schaafbreedte bedraagt 75 mm. en de maximaal te bereiken sponning diepte 20 mm. Het vermogen is 470 W en het toerental - onbelast - 14.500 tpm. De prijs haalt u er gauw uit Als doe-het-zelver hebt u altijd hout nodig. Hout is duur. Maar schaaf werk ook. Hebt u er wel eens bij stilgestaan hoeveel u zou besparen wanneer het schaafwerk zelf zou uit voeren? Bij een gemiddelde plank of balk betaalt u ongeveer een kwart vqpr het schaven. Dat wordt meer naarmate de'houten delen kleiner zijn. Want of een stuk hout nu groot of klein is: uw houthan delaar heeft altijd evenveel werk aan het instellen van zijn schaaf. Hebt u veel hout nodig, en schaaft u voortaan eigenhandig, dan kunt u de prijs van de nieuwe Black Decker DN 750 schaaf - ter introductie slechts 199,- er dan ook al gauw uithalen. t - r* Van een medewerker) Deskundigen hebben berekend dat er in veel gevallen zuiniger en voordeliger kan worden gereden. Het devies daarvoor is: rijden met meer overleg. Economisch rijden houdt niet alleen verband met onze rijstijl, maar ook met de behandeling eh het onderhoud van het voertuig. Vooral een combinatie van deze belangrijke elementen resulteert in zuiniger en voordeliger rijden; zelfs veiliger rijden. Het is dus zowel uit het oogpunt van energie- én geldbesparing als uit hoofde van de verkeersveiligheid zeer zinvol deze doelstellingen na te streven. Nederland verrijdt per jaar zo'n 6 miljard gulden aan benzine en dieselolie. Daarvan wordt naar schatting niet minder dan één mil jard, ofwel een vijfde deel, verspild. Gewoon vermorst, achteloos ver bruikt, of verspeeld met het gas pedaal. Gezien de energie-situatie in de wereld is het beslist noodza kelijk dat we gezamenlijk iets doen. Voor het goede doel, maar ook voor de eigen portemonnee. Zuinig zijn met energie is geen centenkwestie, maar voor elke automobilist een zaak van een klein kapitaal per jaar. Waarom zou u dat voordeel niet in eigen zak laten glijden? Want het is heus waar dat wie zich erop toelegt bewust kalm aan te doen, daarmee per honderd afge legde kilometers guldens kan ver dienen voor zichzelf en tevens zui nig omgaat met energie voor de gemeenschap. Het benzineverbruik van een auto kan sterk variëren, maar men kan daar zelf veel aan doen. Vol gens deskundigen kan elke auto mobilist zonder moeite 10 tot 25 zuiniger rijden. De mee9t efficiënte manier van brandstof besparen is stilstaan. Dat hoeft natuurlijk niet altijd, maar het kan wel meer dan we als regel doen. Er zijn diverse gevallen waarvan men zou kunnen zeggen, moet dat nou echt per auto? Een brief posten, een bood schap doen om de hoek en meer Van dat soort dingen kunnen voor delig en gezond met de „benenwa gen" gebeuren. Bovendien is er ook nog de fiets! Maar als we dan toch rijden la ten we het dan zuinig en voordelig doen. Een choke die (te) lang uit staat kost onnodig veel brandstof. Hou 'm dus in de gaten. Zorg voor een goed afgestelde ontsteking, een goede accu, tijdige vernieuwing van de bougies en regelmatig olie verversen. Een slecht vonkende bougie kan het benzineverbruik met 10 doen toenemen. Een slepende choke kan 25 meer benzinever bruik veroorzaken. Voor stilstaan hoeft de motor niet te draaien. Zet de moto? dus af bij een geopende brug of een gesloten spoorwegovergang. Voor 20 minuten stationair draaien verbruikt u voor ongeveer tien ki lometer werkelijk rijden. Begin een rit niet direkt met hoge snelheid. Schakel wel redelijk vlug naar de hoogste, dat is de zuinigste, ver snelling. Kom op lange afstanden niet boven de 100 km per uur, want bij elke tien km boven de honderd neemt het benzineverbruik toe met zeven acht procent. Ook de ban den slijten, vooral bij warm weer, bij 110 km tweemaal harder dan bij 70 km per uur. Gebleken is dat autobanden bij een temperatuur van 37 graden twee en een half maal zo hard slijten als bij een temperatuur van 21 graden. Ook dat is dus niet economisch. 60km/u 80km/u lOOkm/u 120 km/u Mini 1000 20,0 km/1 16,4 km/1 125 km/1 9,7 km/1 Mazda EL 1100 18,9 km/1 15,7 km/1 12,8 km/1 9,0 km/1 Citroen GS special 20,8 km/1 18,1 km/1 14,9 km/1 11,7 km/1 Flat 128 381100 19,6km/l 17,5km/l 14,5 km/1 ll,5km/l Kadett City N. luxe 182 km/1 152 km/1 12,5 km/1 9,7 km/1 OpelAscona 15,6km/l 13,5km/l 112 km/1 93 km/1 Ford Taunus 1600 L 14,7 km/1 123 km/1 103 km/1 8,9 km/1 Peugeot 104 GL 18,5 km/1 15,5 km/1 12,0 km/1 9,9 km/1 Bron: Testrapporten ANWB. Hardrijden kost enorm veel ex tra brandstof. Veel meer dan de meeste mensen denken. Als ieder een zich aan de voorgeschreven maximumsnelheid zou houden dan zouden we miljoenen liters brand stof per jaar besparen. We moeten eigenlijk iedere keer als we weer eens het gaspedaal te diep indruk ken, ons afvragen: waarom doe lk dat eigenlijk? Heb ik echt haast, of maak ik mezelf dat maar wijs? Waar veel automobilisten ook niet bij stilstaan is dat veel rem men veel brandstof kost. Snel op trekken In de richting van het vol gende verkeerslicht en dan flink remmen omdat het op rood staat, is een dure manier van autorijden. Het is een goede gewoonte om de auto zoveel mogelijk in beweging te houden, en dus zo min mogelijk te remmen en te aohakelen. Het enige wat men daarvoor hoeft te doen is iets verder vooruit te kij ken en iets zorgvuldiger snelheid kiezen. Een dergelijke manier van rijden levért al een besparing op van zo'n 14 Ten onrechte meent men vaak nog dat een motor eerst goed moet warm draaien. Dat was misschien vroeger zo, nu niet meer. De he dendaagse motor kan er best tegen dat men 's morgens direkt na het starten wegrijdt, mits meq de eer ste kilometer wat kalm-aan doet. De auto zal daar echt niet onder lijden, maar u beïnvloedt er wel uw benzineverbruik in gunstige zin mee. Veel automobilisten schakelen ook te laat over naar een hogere versnelling. Probeert u het eens wat eerder, bij een lager toerental. U mist dan wel die felle brom onder de motorkap, maar het resultaat maakt niets of nauwelijks iets uit. En er wordt wel flink wat brandstof mee bespaard. Speel niet met het gaspedaal! Behalve tijdige vervanging en controle van enkele reeds genoem de onderdelen kunnen ook tijdige servicebeurten een besparing aan gemiddeld 10 aan brandstof ople veren. Ook de juiste bandenspan ning is van veel belang, evenals de slijtage van de banden. Als de bandenslijtage onregelmatig of ab normaal hoog is wijst dat op extra weerstand, dus extra benzinever bruik. Het behoud van de motor en be sparing aan benzine(kosten) is het gebruik van de juiste benzine. Een auto die met gewone benzine toe kan, moet u niet met super gaan stoken. Door op gewone benzine te blijven rijden bent u goedkoper uit en mogelijk onaangename ver schijnselen worden voorkomen. Waak tegen overbelasting van het motorisch vermogen. Geef op een helling geen gas bij om snelheid te bewaren. Laat uw gaspedaal in dezelfde stand. Houdt Is hel brandstof, verbruik geheel af hankdijkvd.cylinder. inhoud van de motor? 2 Wat voor soort motor is de automotor?? 3.Via welke zes be. langnjke onderdelen bereikt de benzine de cylinder L. Hoeveel pro. cent van de door de brandstof gelevenJe warmre. energie, gaat verloren door de uitlaat??? °/o 0? «o 7 wsjinjosieeiui 'uaddaitf-ioouis unaiejnq jea 'duiodauiz "uaq'jajitjauizuaq'weiauizuaq ei/y^ xt)oujs6ujpuejqjaA aujajui uaasi ph 2 *6ue|aq jooj5 jaaz ues ufjz puej&iaaMjojua puejsjaa/vt •jqanjap 'jtpuvrö ^spejctoA pq pueis •jawAs6ui|RusjaA ap :tN30a00HMNV de ramen bij hoge snelheden zoveel mogelijk gesloten. Bij 100 km snelheid verhogen openstaande'ra men het benzineverbruik met 4 Vul de tank nooit tot de rand. U verspilt daar benzine mee. Om meer dan één reden is het gewenst het materieel te ontzien en de snelheid te beteugelen. Mede ook in het belang van de verkeers veiligheid. Huig en roekeloos rijden is honderdmaal onvoordeliger dan een jaar goedkoop tanken en zuinig rijden. Tenslotte nog een weinig sym pathieke tip: Zacht uitgedrukt kan bij benzinesohaarste zelfs een af sluitbare tankdop al tot besparing leiden... Neem energiebesparende voorschriften in acht! t

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1981 | | pagina 22