Rato
)ban
ikSot
ist:
75 jaar tussen den
mensen
Voorzitter fin directeurRabohank
bijna tegelijk van start
Rabobank
75 Jaar Rabobank
■aai
Omzien
Feiten, gebeurtenissen
en jaartallen
Popularisering
Kontant en giraal
Centrale Bank
Verbouwen
Vier kantoren
in Soest
Personeel
Dankwoord
I
Directeur
W. G. HILHORST
Voorzitter
J. R. v. POPPELEN
Er moet veel gebeuren als een bedrijf jarig is. Zeker als die verjaardag doet vermoeden dat sprake
is van een hoogbejaarde.
Maar dat gaat bij bedrijven niet op. Die verdwijnen niet omdat ze ouder worden.
Een goed beleid en een goed beheer zijn twee factoren die ervoor moeten zorgen dat de zaak al
tijd jong blijft.
Bij de tijd. Twee sleutelfiguren „trekken" die opdracht bij de Rabobank: De voorzitter van het
Bestuur, de heer J. R. van Poppelen, die in 1962 zijn taken bij de bank begon en de directeur, de
heer W. G. Hilhorst, gestart in 1961. Bijna tegelijk, al was er toen wel wat verschil. De heer Van
Poppelen werd toen lid van de Raad van Toezicht en de heer Hilhorst trad in dienst als vierde en
tevens laatste man. Nu werken er bij de jubilerende bank 47 dames en heren. Die bank is snel
gegroeid in nog geen twintig jaar.
Feest vieren is niet eenvoudig.
Daar komt heel wat voor kij
ken. Behalve dat er het nodige
aan echte feestelijke aktivitei-
ten ontwikkeld en georgani
seerd dienen te worden is er
een fiks stuk „officieel" te
doen. Dan gaan met name de
voorzitter en de directeur sa
men aan de slag. Ze duiken in
dikke hoeken van vroeger om
feiten en cijfers op te diepen,
omdat er toespraken gehouden
zullen moeten worden. Artike
len moeten worden geschreven
voor het jaarverslag, voor de
krant ook. Samen beginnen ze
aan dat gevecht van verzame
len, ordenen en voorbereiden.
Zo hebben ze heel wat avond
jes doorgebracht in de bank,
om eens precies na te gaan
hoe het allemaal zo gekomen
is sinds die gedenkwaardige
decemberdag in de Gouden
Ploeg, waar de Coöperatieve
Boerenleenbank Soest werd
opgericht. Een kwestie van sa
men omzien.
De heer Van Poppelen zit met
wat foto's in zijn hand. „Daar
kom je haast niet omheen, hè,
bij zo'n jubileum. Bijna als
vanzelf zit je voor je 't weet
midden in de jaartallen'
Om aan te tonen dat jaartal
len toch zeer interessant kun
nen zijn legt directeur Hilhorst
een staatje met getallen op ta
fel en wat leren we dan
Dat toen de bank werd opge
richt, in 1905 Soest nog geen
5000 inwoners telde; dat de
bank in die tijd bestond uit
een gebouw - aan de Steen-
hoffstraat nr. 52 (het is er nog)
en een kassier. Van de titel
directeur was nog geen spra
ke. Immers, de goede man
deed eigenlijk niets anders dan
geld innen (van de spaarders)
en geld uitgeven (aan degenen
die dat van de bank wilden le
nen). Natuurlijk hij admini
streerde zijn zaken, maar
meer was het eigenlijk toch
niet. Een rustig leventje?
„Dat denk ik niet" zegt Hil
horst, „vergeet even niet, dat
in de eerste plaats de tijden
toen helemaal niet zo leuk wa
ren. Armoe troef hoor. En de
kassier van toen zal best de
zelfde zorgen hebben gehad als
de directeur van vandaag. En
met zorgen bedoel ik: precies
afwegen wat je doet met het
geld dat je beheert. Aan wie
je uitleent en hoeveel. Erop
toezien dat de man of de vrouw
die om geld komt, niet een te
zware last op zijn of haar
schouders neemt". Zijn voor
zitter knikt instemmend. Hij
beaamt dat dat nou precies de
taak is waaraan een directeur
van een Rabobank zwaar moet
tillen „en dan maakt het niet
uit of dat in 1905 het geval
was of in 1981. Geld en goede
raad staan naast elkaar in ons
vaandel".
Het staatje, dat de heer Hil
horst op tafel legde, drukken
wij op pag. 5 af. Uit de cijfer
tjes blijkt dat de Boerenleen
bank van toen goed is meege
groeid met de ontwikkeling van
Soest. Er zitten prachtige pie
ken in.
Het is toch formidabel om te
zien hoe de ontwikkelingen
zich vooral in de tijd na de
tweede wereldoorlog hebben
doorgezet. Beide heren houden
er natuurlijk terdege reke
ning mee dat de gulden van nu
niet de gulden van toen was.
Die inflatiecorrectie houden
ze heus bij de hand. Maar wat
wel onomstotelijk vaststaat is
dat het bankwezen van veel
grotere betekenis is in de sa
menleving dan vroeger.
Geld en dus ook banken hebben
uiteraard grote invloed gehad
op het reilen en zeilen van
's werelds economie. Maar in
de jaren veertig liep lang niet
iedereen zomaar even bij de
bank binnen. De massa, het
grote publiek dacht aan spa
ren, dat wel, maar niet zozeer
aan een echte bankrekening.
Vooralsnog waren het de be
drijven en dan met name de
hele grote die de klantenkring
uitmaakten van banken als de
Amsterdamse Bank, De
Twentsche Bank, De Robaver,
weet u nog en de Nederland-
sche Handel Mij. Grote licha
men in de financiële wereld die
zich omringd wisten door vele,
vele kleinere instellingen.
Zo ook door talloze kleinere en
grotere Boerenleenbanken
en Raiffeisenbanken, die toen
nog wel gescheiden en in con
currentiepositie t.o. van elkaar
werkend, samen een enorm
groot stuk „financieel ver
keer" voor hun rekening na
men. En die Raiffeisen- en Boe
renleenbanken stonden stuk
voor stuk „tussen de mensen".
Ze waren toen al, vooral op
het platteland veel meer eigen
aan het publiek dan de zoge
noemde handelsbanken. De
coöperatieve gedachte, die
ooit door de Duitse Burgemees
ter Raiffeisen, zo'n 160 jaar ge
leden werd uitgedragen, heeft
een zeer belangrijke bijdrage
geleverd aan de popularise
ring van het bankbedrijf in de
hele wereld.
En hoe heeft het grote publiek
die banken dan ontdekt? Waar
om lopen ze er nu wel in en
uit en waarom vroeger niet?
De heer Hilhorst weet haast
zeker dat een van de factoren
de verandering van het kon
tant betalen naar giraal be
talen is geweest. „Daar was in
het begin veel weerstand te
gen. U moet zich afvragen hoe
ongewoon de man in de straat
het vond om een paar schoe
nen te betalen met een betaal
cheque. Dat deed je niet. Men
was het niet gewend. Je be
taalde gewoon, uit je porte-
monnaie die meestal bij de he
ren in de achterzak zat. Maar,
de banken zijn bij de bedrij
ven begonnen. Daar is men het
uitbetalen van de salarissen
via de bank gaan propageren.
Dat heeft tweeërlei uitwerking
gehad. De bedrijven die tot gi
rale salarisbetaling overgin
gen werden cliënt van de bank.
Een aantrekkelijke zakenre
latie kwam er dus bij en alle
bij dat bedrijf werkende em
ployé's werden cliënt van de
bank. Ze moesten immers een
rekening openen om hun sala
ris of loon gestort te kunnen
krijgen". De heer Hilhorst
weet zich nog goed te herin
neren dat bij grote bedrijven
de medewerkers en medewerk
sters direct naar de bank lie
pen zodra bekend was dat hun
geld was „overgemaakt".
Ze haalden het er onmiddellijk
af en stopten het in de knip.
Want ze moesten toch kon
tant betalen.
Eerst langzaam, maar wel ze
ker, later in versneld tempo,
heeft de betaalcheque met de
betaalpas terrein gewonnen.
Je mag stellen dat bijna nie
mand meer alles kontant be
taalt. „Het heeft alle banken
in het begin veel geld gekost.
Dat is echt waar", licht Hil
horst toe.
„Voordat het op rolletjes liep,
zoals nu met de Bankgirocen
trale erbij, is er ontzettend
veel geïnvesteerd. Maar goed,
die hele ontwikkeling heeft
ertoe geleid dat „men" de bank
is gaan ontdekken als een soort
openbaar instituut waar je veel
meer kunt doen dan lenen en
sparen en geloof me, daar heb
ben we hier in Soest met onze
47 mensen de handen meer dan
vol aan.
Maar we doen het graag'
De heer Van Poppelen legt uit
dat die snelle ontwikkelingen
ook wel voor veel problemen
hebben gezorgd. Vooral organi
satorisch is er veel veranderd.
Administratief denkt een bank
man Jnu alleen nog maar in
computertaal.
„Maar dat is pas van de laat
ste 15a 20 jaar".
De rol van de Centrale bank
bij al die snelle ontwikkelin
gen is groot geweest. Een groot
aantal deskundige adviseurs
zijn dagelijks druk in de weer
om de plaatselijke banken bij
te staan.
Dankzij de centralisatie van
deskundigheid en snelle ma
nier waarop het vandaag mo
gelijk is te communiceren, per
telefoon of per telex, is iedere
bank in staat de taak van ad
viseren op elk financieel ge
bied, snel en perfekt te vol
brengen.
Voorzitter Van Poppelen doet
uit de doeken, waarom en voor
wie er vaak verbouwd werd
in de achter ons liggende ja
ren. „Wij" en daarmee bedoelt
hij het Bestuur van de Bank,
dat behalve uit de heer Van
Poppelen, bestaat uit de heren
F. de Zoete, A. W. v.d. Bree-
mer, J. Grondman en J. Kok,
„wij hebben er altijd naar ge
streefd de bank naar de men
sen toe te brengen. Dat wil
zeggen: niet centraliseren.
Zorg ervoor dat als iemand
iets van je wil weten hij er a.
niet ver voor moet fietsen, lo
pen of autorijden, en b. snel
en efficiënt moet kunnen wor
den bediend. Dat betekent:
meer vestigingspunten in het
werkgebied en meer en des
kundig personeel. Onze vier
kantoren, zoals ze nu functio
neren zijn „full dressed" kan
toren. Duur woord voor een be
grip dat inhoudt, dat niemand
naar het hoofdkantoor behoeft
te worden verwezen, maar dat
iedereen, overal, dichtbij, voor
alles bij de Rabobank terecht
kan. Dat is niet alleen in Soest
zo hoor, maar wij hebben er
wel al heel vroeg alles aan ge
daan om die plaatselijke de
centralisatie zo snel mogelijk
te realiseren en, gelooft u mij,
het werkt uitstekend'
Het eerste bijkantoor werd ge
opend door onderdirecteur
van de Centrale Bank Utrecht,
de heer Te Kolsté. Hilhorst:
„Ik herinner me dat nog als
de dag van gisteren, want ik
was de eerste beheerder.
Maar, voetballer die ik toen
was, die eerste beheerder lag
wel boven met een gebroken
been en nadat de officiële han
deling beneden was verricht,
kwam het gezelschap de zet
baas van het kantoor een hand
je schudden. Dat was in 1961'
Met het been van Hilhorst en
met het kantoor in Soest-Zuid
is het goed gegaan. Net zo goed
als met de andere twee bij
kantoren. In 1966 kwam de Ko-
ninginnelaan erbij en in 1969
De Smitsweg. Met beide vesti
gingen werd gestart vanuit een
houten noodgebouw.
Het hoofdkantoor aan het
Kerkplein werd verbouwd in
1969 en uitgebreid in 1977.
Burgemeester mevrouw Cor-
ver-Van Haaften kwam de eer
toe het laatste lint door te knip
pen.
Nog maar enkele maanden te
rug is de laatste reorganisatie
van de hal gereed gekomen.
De heer Hilhorst: (,Er staat
nu een moderne kasbox in de
hal en de balie hebben we een
kwart slag gedraaid. Van de
paal heeft nu niemand meer
last en wij geloven dat met de
nieuwe opstelling de beschik
bare ruimte beter wordt be
nut".
Soester Courant van woensdag: 11 maart 1981
In 1906 had de gemeente Soest 4.821 inwo
ners. Soest was toen een kleine, hechte boe
rengemeenschap, die kennelijk het gemeen
schappelijk belang onderkende door oprich
ting van de Coöperatieve Boerenleenbank,
zoals de Rabobank vroeger heette. Soest
bezat in die tijd geen enkele andere bank
instelling.
De geschiedenis van deze coöperatie van
een aantal burgers uit onze gemeente leert
ons, dat gemeenschappelijke belangenbe
hartiging en goede samenwerking kunnen
uitgroeien tot een faktor van belang in on
ze plaatselijke gemeenschap.
De Rabobank - de voortzetting van de oude
Boerenleenbank - heeft zich heden ten dage
een niet meer weg te denken plaats in on
ze gemeente verworven. Niet alleen voor
de boeren van vroeger en vandaag, maar
nu ook voor alle groeperingen van onze
Soester bevolking een dienstverlenend
bedrijf in een gemeente bijna tienmaal zo
groot dan 75 jaar geleden.
Zij is een stimulans geweest in deze afge
lopen 75 jaar voor de ontwikkeling van
Soest. Moge dat ook zo voor de toekomst
zijn!
Mr. Paul Scholten,
burgemeester van Soest.
Zevenenveertig medewerkers-
en -sters op de vier kantoren
van de Rabobank in Soest.
We rekenen daarbij dan niet
de reeds genoemde heren van
het Bestuur, evenmin als de
drie heren die de Raad van
Toezicht van de bank vormen,
de heren M. H. A. van Veeren,
P. R. van Roomen en P. F.
Lochmans. De heer Van Pop
pelen wil nog wel graag kwijt,
dat hij de manier van werken,
waarbij het Bestuur verant
woordelijk is voor het beleid
van de bank bij die werkzaam
heden, gecontroleerd wordt
door de Raad van Toezicht en
waar de directeur de taak heeft
dat beleid uit te voeren, een
voortreffelijke vorm van za
kendoen vindt. „Het is vooral
ook aan de gevarieerde sa
menstelling van de beide colle
ges te danken, dat de Rabo
bank in Soest vele goede con
tacten heeft. De groei en bloei
van onze bank is mede te dan
ken aan die werkelijk zeer
hechte band die we met ons al
len hebben gesmeed. Ik vind
de sfeer bij de bank zeer goed'
De heer Hilhorst memoreert
de heer C. v.d. Bremer, die
directeur van de bank was
voor de heer F. S. I. Knaa-
pen, die op zijn beurt weer
werd opgevolgd door de heer
W. G. Hilhorst van nu. Hil
horst: „Ik geloof niet dat ie
mand het mij kwalijk zal ne
men als er even apart vermeld
wordt dat de heer C. v.d. Bre
mer, de eerste die directeur
werd, dat 42 jaar lang is ge
weest van zijn in totaal 44
dienstjaren.
Zonder ook maar iemand iets
tekort te willen doen, mag ge
steld worden dat de Rabobank
Soest zeer veel aan C. v.d. Bre
mer heeft te danken.
De heer Van Poppelen is het
graag met zijn directeur eens.
Er liggen nog feiten genoeg.
De Rabobank krijgt gemakke
lijk een hele Soester Courant
vol.
De geschiedenis van de bank is
een rijke. Er is veel gebeurd
en ook niet gebeurd.
Er waren oorlogen, crisisja
ren. Er waren stormachtige
ontwikkelingen op vele gebie
den.
Er werden posten gewisseld
op elk niveau. Er waren fu
sies, er waren uitbreidingen
van het dienstenpakket, waar
door de hele bestaande organi
satie opnieuw moest worden
opgezet.
Er waren verbouwingen, plan
nen voor nieuwbouw, er wa
ren akties, veel publiciteit,
het begrip marketing drong
ook bij de bankmensen door,
er werd en wordt steeds plan
matiger aangepakt. Elke han
deling, elke beslissing wordt
gesteund door ervaring, on
derzoek en deskundigheid
door specialisme. Daardoor
kan de Rabobank zich met
recht een all-rounder noemen,
die voor geen enkel probleem
uit de weg gaat. Heel Soest
kan daar gerust op rekenen.
Voorzitter Van Poppelen wil
graag eindigen met z'n dank
uit te spreken aan allen die
hebben meegewerkt de Rabo
bank Soest groot te maken. „En
dat zijn er velen t.w. de man
nen van het eerste uur, alle
oud-bestuursleden en leden van
de Raad van Toezicht, zijn hui
dige mede-bestuursleden en le
den van de Raad van Toezicht;
de eerste kassier en oud-direk-
teuren en alle medewerkers
(sters) die op de bank hebben
gewerkt en nog werkzaam
zijn; en last but not least al
le leden en relaties van onze
bank want uiteindelijk zijn zij
gezamenlijk de Rabobank
Soest".