Rabobank
Rabobank Soest:
□GOD
75 jaar tussen de mensen
Vier voorzitters op rij
Vier directeuren op rij
y
r*
We gaan 'n dikke 75 jaar terug in de geschiedenis van Soest. 1904. De tijden waren slee
heersten wantoestanden, ondermeer op het gebied van de woningbouw en e
Soestenaren moesten, op arme en schrale grond, hard werken voor een karig belegde bote
De boeren in Soest ontvingen voor een pond boter op de markt 35 cent. Een „daggelder
verdiende, en dan moest hij van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat werken, precies zestig
cent. Een boer kon al in de problemen komen als één van z'n koeien dood ging>
gewoon geen geld bezat om een andere koe te kopen. Geld lenen was niet mogelijk. Gelukkig
kwam men tot het inzicht dat dat zo niet langer kon. Op donderdag 34 november 1904 werd
het Veefonds, de Ondelinge Soester Veeverzekering, opgericht. Een eerste stap in de goede
richting. Hendrik van Klooster werd directeur en richtte zijn aandacht direct daarna op de
kredietverschaffing in Soest. Hij stak zijn licht op bij diverse instellingen, ook bij de Coöpe
ratieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht. Hij praatte erover met de mensen van Soest,
in de Gouden Ploeg en 's zondags na de mis. Men keek er eerst wat afwachtend tegenaan,
maar allengs groeide bij de Soestenaren de overtuiging dat er wat moest gebeuren. En er
gebeurde wat...
De beginjaren
De oprichting
De jaren twintig
Voorzichtig
Brief
I
75 Jaar
Rabobank Soest
een verhaal apar*t
J. R. v. Poppelen 1965-heden
leidden het bestuur wel 'ns
om de tuin, vergaderingen wer
den slecht bezocht, het leden
tal steeg langzamer, de spaar
gelden liepen terug en de voor
schotten stegen alsmaar. Tot in
1913 de zaken wat beter gingen
lopen. Het aantal voorschotten
voor de aankoop van land steeg
weer.
Bij het uitbreken van de eerste
wereldoorlog werden de aan
vragen een maand lang opge
houden, maar daarna ging al
les weer tamelijk gewoon z'n
gangetje...
In Soest kwam een melkslij-
ter, voor 't eerst, en er kwam
een melkfabriek. De Boeren
leenbank had een en ander aan
zien komen en nam het be
sluit dat voortaan ook niet-vee
houders en -landbouwers lid
mochten worden. De midden
standers zagen hun kansen
liggen en werden vrijwel alle
maal lid. Soest groeide. De
Coöperatieve Landbouwver-
eniging werd opgericht. En
met crediet van de bank werd
ook de Coöperatieve malerij
was daarbij aanwezig om alles
wettelijk in kannen en kruiken
te gieten.
In die statuten stond vermeld
dat het doel van de bank was,
vertrouwde medeleden geld
voor te schieten „ter verbete
ring van het landbouwbedrijf".
De eerste vergadering werd
door het voorlopig bestuur op
dinsdag 9 januari 1906 gehou
den in de Gouden Ploeg. Er
werd een Bestuur gekozen met
de heer P. van Roomen als
directeur (tegenwoordig voor
zitter genoemd) P. v.d. Bre-
mer Gzn. (Peter van Gart)
werd tot kassier benoemd.
Zijn eerste werk was het in ont
vangst nemen van 50 cent van
elke aanwezige, als inleggeld.
En in het huisje dat staat aan
gebouwd aan de bakkerij van
de heer Van Senten, hield hij
iedere donderdagavond zitting.
De bank was gestart.
Velen wilden lid worden. Na
rijp- beraad werd besloten al
leen veehouders als lid aan te
nemen. Het tweede deel van de
taak die de bank zich had ge
steld bestond uit het gaan wer
ken als leenbank. Op 1 april
1906 ging men daarmee van
start.
En dat kwam goed uit want
Soest stond in die jaren net
voor een belangrijke periode in
haar bestaan: de ontginning
P. v.d. Bremer Gzn. 1906-1927
F. S. I. Knaapen 1969-1978
W. G. Rilhorst 1978-heden
P. van Roomen 1906-191U
Op zaterdag 30 december 1905
werden door de heren Hendrik
van Klooster, Wouter Logten-
steyn, Peter v.d. Bremer, Adri-
anus Hilhorst Anthoniezoon en
Piet Hilhorst Rijkzoon de sta
tuten van de „Coöperatieve
Boerenleenbank Soest'gete
kend.
Notaris jhr. Willem Eugène
Bosch van Oud Amelisweerd
J. J. van Schadewijk 19Ij-1339
van het Soester veen, een ope
ratie die zo'n 15 jaar in be
slag zou gaan nemen. De boe
ren kochten nu met geld van
de Boerenleenbank grond en
vee. Ze kregen geld en gelegen
heid om hun bedrijfjes uit te
breiden. De bank gaf meer en
meer voorschotten, eerst voor
grond, later hoofdzakelijk voor
de aanschaf van vee. Op 30
april 1907 werd door het be-
een feit. In de laatste oorlogs
jaren nam het aantal voor
schotten aan particulieren af.
De vrede kwam op 11 novem
ber 1918.
De twintiger jaren werden
voor Soest drukke jaren. De
bevolking nam toe tot 14.000
mensen in 1930. De boeren ver
kochten hun bouwgrond en er
verrezen wijken, vooral op
het Noordelijke deel van de
Eng. In de Molenstraat ver
schenen woningen van Sint
Jozef. Er kwamen wat oudere
mensen in Soest wonen. Gepen
sioneerden. Het veen was in
middels ontgonnen. De mid
denstanders breidden uit en de
Boerenleenbank verleende
hen krediet. Op 'n verant
woorde wijze, want wat blijkt
uit de boeken van een specia
le controle-commissie?
„Wij hebben ons best gedaan
om al was het nog maar zo'n
klein abuis te ontdekken,
doch wij slaagden daar niet
in".
Op 15 april 1925 werd Corn.
van den Bremer tot plaatsver
vangend kassier en rechter
hand van zijn vader benoemd.
13 November van datzelfde
jaar kwam men tot de oprich
ting van een afzonderlijke
spaarbank. In 1927 werd Corn.
van den Bremer tot kassier
aangesteld en hij volgde der
halve zijn vader, die plaatsver
vangend kassier werd, op.
De bank schafte zich een ech
te typemachine aan. En ging
verder.
In 1930 kondigde de Centrale
Raiffeisenbank waarbij de
Boerenleenbank Soest was
aangesloten een dispensatie
regeling af. Deze regeling
bracht voor de bank problemen
mee, want zij had de dispen-
satiegrenzen ruim overschre
den. Voorzichtigheid was daar
om het parool voor die tijd.
Alles werd sober gehouden.
Maar de viering van het 25-
jarig bestaan werd toch vreug
devol gevierd. Er waren maar
liefst vier feestavonden waar
op Hendrik van Klooster steeds
de feestrede afstak. Het duo
Orvan en Herman Diderichs
zorgde voor vrolijke noten.
Maar de bank dacht aan ie
dereen, de drie armbesturen
en het veefonds ontvingen elk
een donatie van haar.
In de 25 jaar van haar bestaan
had de bank een verlies gele
den van precies 170,-. In die
tijd een indikatie van een uit
stekend beleid. Op 27 april 1932
deelde de voorzitter tijdens de
algemene vergadering mee
„Nog nimmer waren de tijds
omstandigheden zoo treurig als
thans. Spoor- en scheepvaart
maatschappijen, motoren- en
automobielfabrieken kwijnen,
interest en dividend worden
niet meer uitgekeerd, vele klei
ne en grote banken betalen
spaargelden in het geheel niet
of slechts gedeeltelijk terug.
Wat voor Soest het ergste is:
de meeste landbouwartikelen
hebben bijna geen waarde
meer. Voor varkens, kalveren
en ook koeien gelden treurig
lage prijzen. Hooi, rogge, boter
en eieren zijn scherp in prijs
gedaald en wat groenten- en
bloemenkwekers voor hun pro
ducten krijgen, loont niet eens
den arbeid. Het is jammer dat
de boeren niet sterker veree-
nigd zijn, want dan zouden ze
grooter kracht kunnen ont
wikkelen". De dertiger jaren
waren overduidelijk begonnen.
In i933 kreeg de Boerenleen
bank telefoon en giro. De. li
quiditeit was goed maar met
het verlenen van voorschotten
moest men nog steeds erg voor
zichtig zijn.
In dit verband is de brief die
iemand op 28 maart 1933 aan
het Bestuur der Coöperatieve
Boerenleenbank te Soest stuur
de een aanwijzing.
„M.H., Daar ik verschillende
malen getracht heb, mijn huis
te verkoopen, maar tot heden
nog niet gelukt is, zag ik gaar
ne mijn rente en aflossingsbe
taling uitgesteld tot 15 mei a.s.
daar ik dan weer wat geld los
krijg. Hoopende een gunstig
antwoord te ontvangen teeken
ik mij, Hoogachtend. Dat gun
stige antwoord werd verkre
gen, het saldo op boekje 543
van de cliënt zal dat toege
staan hebben.
De Boerenleenbank ging wèl
op de kleintjes letten, ofschoon
de Soester Vrijwillige Brand
weer ter gelegenheid van haar
10-jarig bestaan de royale som
van 2,50 in haar kas kreeg.
Collegabanken werden in dat
jaar ook geholpen. De bank in
Oude Niedorp bijvoorbeeld
kreeg 3,00 om er de kosten
van een roofoverval mee te
dekken. Een windhoos kan
meer schade aanrichten dan
een overvaller dacht men in
Soest toen de bank Ouwerkerk
voor stormschade aanklopte en
men schonk maar liefst 5,-
aan de ongelukkige collega.
J. J. Koelman 1939-1965
stuur het inkomen van de kas
sier op het fabelachtige bedrag
van 90,- per jaar gesteld.
8 maanden later verstrekte
de Boerenleenbank Soest haar
eerste hypotheek. Tot 1908 on
geveer namen ook de spaar
gelden toe. Toen braken er 5
moeilijke jaren aan voor de
bank.
De voorschotnemers kwamen
hun verplichtingen niet na, zij
C. v.d. Bremer 1927-1969