Hartinfarct en voeding
1
Draagbaar mini-
pompje regelt
insuline-toevoer
Tranen en stress?
A
O
O
Geen grenzen meer
voor apothekers
Zelf-naaisters en -breisters en
textielbehandelingsetiketten
De stoffige mens
Vermindert tandenpoetsen
het tandbederf?
Milieuvervuiling kent
geen grenzen
O
xkf
\èf
xkl \É7
\kl
De diëtist op
de tweesprong
Uitgebreid
tandbederf bij een
oermens van
ongeveer
100.000 jaar
voor Chr.
Nieuw voor diabetici:
WASKAART
M
127
Kétff
W
XÉ7AS1®
Een hartinfarct slaat meestal in als een bom. Niet alleen bij degene die het
overkomt, maar vooral ook bij de partner. Eerst hebben angst en verbijstering
de overhand: de confrontatie met het onbekende, de dagelijkse gang naar het
ziekenhuis, het wachten op uitleg.
Dan komt het vragen: waarom? Waarom moest dit nu gebeuren? De dokter
weet meestal geen antwoord te geven: hij houdt niets achter, nee, hij weet 't
eenvoudig óók niet. Schuldgevoelens gaan een rol spelen, vooral bij de partner.
Ving ze de spanningen wel op? Had ze meer moeten aandringen dat hij zou
minderen met sigaretten roken? Kookte ze verkeerd?
Juist dan komt het erop aan of er
opvang is. Geen medelijden, gewoon
goede informatie. De patiënt en zijn
partner staan op een tweesprong:
doorgaan zoals vroeger, of een nieuwe
weg kiezen? Op dit punt kan de
diëtist(e) een belangrijke rol spelen.
Géén vinger opheffen, maar de kaar
ten open op tafel leggen. Het is natuur
lijk een fabeltje dat een hartinfarct
alleen maar door verkeerde voeding
wordt veroorzaakt - of door roken - of
stress. Het is een samenspel van veel,
gedeeltelijk nog onbekende factoren.
Voeding is er slechts één van. Vergele
ken met landen waar weinig hartin
farcten voorkomen, eten wij inderdaad
te veel, te vet en misschien ook wel
Iedere week is het hetzelfde liedje, we moeten de stofdoek weer ter hand v:*:;
nemen, willen we de boel tenminste een beetje schoonhouden.
Natuurlijk zijn er tapijten, dekbedden of dekens die meer stof
veroorzaken dan andere soorten, maar tegen het stof dat de mens zelf .'ij:.";.'
veroorzaakt kunnen die tapijten en dekens niet op volgens een
medewerker van het Londens ..Clinical Research Centre". Dr. Ray- jjjjjjï
mond Clark beweert namelijk dat 70% van de' ..huis"-stof veroorzaakt
wordt door huidschilfertjes. Het menselijk lichaam stoot zo'n 50.000
microscopisch kleine deeltjes af per minuut. De hele huidlaag xj;|;
vernieuwt zich van binnen uit binnen de 7 tot 10 dagen. Als we weten dat
bij een volwassene de oppervlakte van de huid tussen de vijftien- en
twintigduizend vlerkante centimeter is, dan betekent dat iedere 7 tot 10 £:ji:
dagen in elk geval heel wat stof.
Alhoewel men vaak denkt dat dit vanzelfsprekend is, blijkt dat de wetenschap
pers to nu toe moesten vaststellen dat een overtuigend bewijs helaas nog
ontbreekt. Een significante vermindering van tandbederf als gevolg van tanden
poetsen kon tot nu toe nog niet worden aangetoond. Dit is volgens sommige
onderzoekers wellicht te wijten aan andere factoren dan tandenpoetsen die de
uitkomsten zouden beïnvloeden zoals hoeveelheden gebruikte suikers en
fluoride. Scandinavische onderzoekers probeerden met al deze bijkomende
factoren rekening te houden en onderzochten meer dan 200 personen middels een
enquête. Vervolgens werd door een tandarts het tandbederf bij elke groep
gescoord.
De gegevens uit dit onderzoek duiden
erop dat bij de groep mensen die
slechts af en toe poetsen meer tandbe
derf voorkomt dan bij degenen die elke
dag poetsen.
De vraag dringt zich op waarom nu in
dit onderzoek gegevens naar voren zijn
gekomen die eerder niet konden wor
den vastgesteld of die niet overtuigend
genoeg waren.
In de eerste plaats blijkt dat, bij de
onderzoeken waarin heel weinig of
geen preventieve werking van tanden
poetsen kon worden vastgesteld, de
proefpersonen vaak gelijktijdig spoel
den met fluoride of fluoridetandpasta
gebruikten of zelfs deelnamen aan een
preventieprogramma.
Dus bij die onderzoeken bestond een
vermenging van de invloeden van ver
schillende preventiefactoren, want
door veel te poetsen met fluoride
tandpasta kon de fluoride wel eens
oorzaak zijn van het verminderde
tandbederf en niet het veelvuldige
tandenpoetsen.
In het hiervoor aangehaalde nieuwe
onderzoek wordt dit soort effecten
echter zo goed als uitgesloten omdat de
gehele onderzochte testgroep gefluori
deerd drinkwater gebruikte. Alle test
personen ondervonden dus een nage
noeg even sterke fluorideringsactivi-
teit.
In dit onderzoek is gebruik gemaakt
van een methode waarbij men een
momentopname heeft gemaakt van de
toestand van de gebitten (uitsluitend
het aantal op dat moment aanwezige
gaatjes) en de huidige poetsgewoonte.
Vroegere onderzoeken hanteerden al
tijd een score waarbij men een totaal
beeld van het gebit kreeg; de cariës in
het verleden werd meegeteld. Veran
dering in poets- en eetgewoonten in de
tijd kunnen dan dus echter een ver
tekend beeld geven wanneer deze score
alleen wordt vergeleken met de huidi
ge poetsgewoonte.
Dus zowel de aanwezigheid van ge
fluorideerd drinkwater als het gebruik
van een andere scoringstechniek ma
ken dit nieuwe onderzoek tot een origi
nele aanpak om eindelijk klaarheid te
brengen in een reeds veel jaren ondui
delijke zaak.
ue r inse onderzoekers concluderen
dan ook dat dit onderzoek bewijzen
levert dat er een positief verband
bestaat tussen tandenpoetsen en ver
minderd tandbederf, waarmee andere
bewijzen van geen of een negatief
verband worden weerlegd.
Tandbederf wordt vaak beschouwd als
een aandoening die in nauw verband
staat met de levenswijze van de mo
derne mens. In het Britse museum
voor natuurlijke historie bevindt zich
echter onder andere ook een schedel
van een zogenaamde Rhodesie-mens,
die ongeveer 100.000 jaar geleden ge
leefd moet hebben. Alleen al in de
bovenkaak bevinden zich elf gebits
elementen die door tandbederf zijn
aangetast, sommige zelfs zijn er bijna
geheel door verwoest.
De tanden en kiezen van het gebit zijn
erg sterk afgesleten ten gevolge van
het vezelige voedsel.
Dit soort slijtfacetten komt men tegen
woordig ook wel tegen, maar deze
worden juist in combinatie gezien met
relatief weinig tandbederf.
Verder blijkt uit de schedel van deze
oermens dat hij veel zwaardere en
sterkere kauwspieren moet hebben ge
had dan men tegenwoordig tegenkomt.
Het blijkt dus dat 100.000 jaar geleden
reeds mondbacteriën bestonden die
tandbederf veroorzaakten en bij dit
gebit, waarvan het glazuur weinig
sporenelementen bevatte, een enorme
hoeveelheid tandbederf veroorzaak
ten, waarvan zelfs de meest doorge
winterde tandarts tegenwoordig zou
rillen.
veel te zout. En waarschijnlijk kan wat
minder en verstandiger ons heel wat
goed doen.
Waagschaal
Maar wat is verstandiger? Mevrouw
Noes Kempen-Voogd, free-lance diëtis
te van het Academisch Ziekenhuis te
Leiden, die vaak lezingen voor de Ne
derlandse Hartstichting houdt, zegt dat
iemand na een hartinfarct heus niet
altijd .vetarm" of zoutarm" hoeft te
eten.
Meestal hoeft hij of zij alleen maar op
zijn of haar gewicht te letten. En
mensen hoeven alleen maar eens in de
spiegel te kijken of ze te dik zijn... Als
ze dan nóg twijfelen kunnen ze bij de
Hartstichting een zg. Waagschaal aan
vragen. Dat is een simpel hulpmiddel
waarop mensen hun gewicht in een
groene, oranje of rode zone kunnen
aflezen.
Sprookje
Verder is een gevarieerde voeding iets
om naar te streven, meent mevrouw
Kempen-Voogd. Groenten zijn ver
rukkelijk - niet k la crème - nee,
gewoon eerlijk uit het groentenat. Of
als rauwkost. En bruin brood van de
warme bakker! Met tomaat, radijs - of
met aarbeien bijvoorbeeld (wist U
trouwens dat die zonder suiker nóg
echter zijn?). Aardappelen overigens
maken niet dik (als je er tenminste niet
te veel van eet), nee dat doet die vlees
jus. Want in het vlees zit dikwijls veel
verborgen vet - en wel zg. „verzadigd"
vet, waar ons lichaam nu juist zo
weinig behoefte aan heeft. Ik adviseer
dan ook niet meer dan ongeveer l ons
vlees per dag, afgewisseld door ook
eens vis of kip.
Er is heus wel vis zonder graat! lekker
en goedkoop is kabeljauw, in z'n geheel
of als filet te krijgen. Tong en griet zijn
wat duurder, maar o zo gemakkelijk
van de graat te halen. En als mensen
van zakenlunches houden: forel is ge
zonder dan zalm. Probeer het eens „k
la meunière"! Van eieren ga je ook
heus niet dood, maar waarom meer
dan twee of drie per week? U gelooft
toch niet in het sprookje dat mannen 't
nodig hebben?
Natuur
Bij de melkprodukten zijn er de half
volle melk en de magere yoghurt. Met
vruchten bijvoorbeeld. Geef de vruch
ten eens een kans zonder al die suiker.
Wat de „meervoudig onverzadigde
vetten" betreft: om de voedingsad
viezen te volgen (nl 1/10 van de dage
lijkse energie uit meervoudig onver
zadigd vet te halen) kunnen mensen
hun keuze doen uit allerlei produkten
waarop vermeld staat, dat ze „linol-
zuur" bevatten. De natuur maakt het
voor ons: soja-olie, zonnebloemolie en
maïsolie; u hoeft er niet persé voor
naar de margarinefabrikant. Koffie en
thee kunnen gerust op het dagelijks
menu blijven. En als U geen „echt"
dieet hebt ook een glaasje alcohol.
Maar let opook weinig alcohol kan te
veel zijn. Het gaat per slot niet alleen
om ons hart!
De diëtist eóp de tweesprong kan de
goede weg wijzen op een ogenblik dat
de p'atiëiit eiï zijn pkrtner bé^eid zijn
naar goede raad te luisteren. Meestal
leidt de weg tot smakelijker eten en in
ieder geval tot een gezondere toekomst
van het hele gezin.
Advies van een diëtist kunt U krijgen
nadat U door Uw arts naar hem/haar
bent verwezen. Inlichtingen zijn ook
altijd verkrijgbaar bij de Nederlandse
Vereniging van Diëtisten, Tak van
Poortvlietstraat 3, 5344 GZ OSS.
„Zwarte sneeuw" en „zure regen" zijn voor de krantelëzers uit de Europese
Gemeenschap misschien slechts vage begrippen, maar voor onze buren in
Scandinavië leveren ze concrete problemen op. De Noren en Zweden hebben het
ongeluk dat hun landen de eindbestemming vormen van het vuil van onze
moderne maatschappij. Regelmatig worden de verontreinigende stoffen van de
Westeuropese fabrieken door de wind honderden of duizenden kilometers
meegevoerd waarna ze in de vorm van vuile en gevaarlijke neerslag in deze
noordelijke landen terechtkomen. Dit levert niet alleen ernstige gevaren op voor
de mens maar ook voor het milieu. Deskundigen vermoeden dat deze „zwarte
sneeuw" en „zure regen" mede verantwoordelijk zijn voor de vernietiging van
belangrijke gewassen en bossen en voör de vissterfte [o.a. zalm].
De Scandinaviërs beschikken niet over
doeltreffende middelen om de gevaren
van een dergelijke lange-afstandsver-
vuiling te bestrijden. Ze moeten dan
ook proberen om samen met de nabu
rige landen waar zich de vervuilende
fabrieken bevinden tot een oplossing te
komen. Dit zal echter niet eenvoudig
zijn. Het is vaak zeer kostbaar om
industriële produktieprocessen te wij
zigen en in sommige gevallen zijn
veranderingen zelfs niet mogelijk.
Onder auspiciën van de Economische*
Commissie voor Europa van de Ver
enigde Naties en andere organisaties is
er reeds een begin gemaakt met de
internationale samenwerking op het
gebied van de milieuvervuiling. Daar
naast hebben Noorwegen en de Euro
pese Gemeenschap onlangs een over
eenkomst gesloten om op milieugebied
samen te werken.
Hoewel het probleem van de grens
overschrijdende luchtvervuiling een
van de voornaamste onderdelen van
dit akkoord vormt, is dit lang niet het
enige gebied waarop zij hun krachten
kunnen bundelen om de milieuver
ontreiniging het hoofd te bieden. Zij
zouden ook tezamen kunnen bestude
ren in hoeverre het gebruik van spuit
bussen en koolwaterstoffen de be
schermende ozonlaag rond de aarde
aantast. Bijna alle landen worden met
dit probleem geconfronteerd.
Noorwegen heeft de grootste olieramp
op zee (Eurofisk) meegemaakt en de
Gemeenschap heeft regelmatig te ma
ken gehad met soortgelijke vormen
van vervuiling door olietankers. Beide
hebben dan ook veel onderzoek op dit
gebied gepleegd en zij zouden de resul
taten hiervan kunnen uitwisselen of op
grond van het akkoord gezamenlijke
acties kunnen ondernemen.
Een ander internationaal probleem dat
ook in de nieuwe overeenkomst aanbod
komt is het gebruik van gevaarlijke
chemische produkten. Noorwegen en
de Gemeenschap zijn tevens van plan
samen te werken om de planten en
dieren die in het wild en water groeien
en leven te beschermen.
Het akkoord tussen de Gemeenschap
en Noorwegen komt in grote lijnen
overeen met de overeenkomsten die de
Gemeenschap in het verleden heeft
gesloten met de Verenigde Staten,
Zweden, Canada en Oostenrijk.
Het apparaat wordt met een draagriem bevestigd.
De patiënt ontvangt de insuline via een intraveneuze catheter.
Door instelling van de knop (zie foto) kan naar behoefte een extra insuline-
shot (bijvoorbeeld tijdens de maaltijd) worden afgeroepen.
Promedos E 1 is een extern programmeerbaar mini-pompje van Siemens voor
langdurige insuline-applicatie, waarvan de prototypen reeds uitgebreid wer
den getest. In samenwerking met Hoechst AG konden eveneens de pharma-
cologische problemen, zoals catheter-acceptatie, compatibiliteit van insuline
en materiaal, insuline-stabiliteit enz., afdoende worden opgelost.
Uitgebreide klinische tests hebben
aangetoond dat bij gebruik van pro
grammeerbare doseerapparaten zoals
*de Promedis E 1 de bioedsuikerspie-
gel veel gunstiger is dan bij de tra
ditionele therapie, zelfs zonder dat
een permanente glucose-meting nood
zakelijk is. Verdere onderzoekingen
zuilen nu vooral plaatsvinden bij jonge
diabetici. Hun veelal labiele stofwis-
seling kan immers vaak slechts onbe
vredigend worden gecompenseerd
door per dag een of meer insuline-
injecties. Bij onvoldoende uitgebalan
ceerde stofwisseling resulteert dat
niet zelden in vaatziektes, aandoe
ningen van ogen, nieren of benen. Ook
kan hierdoor het zenuwstelsel worden
aangetast.
Externe doseerapparaten met een
naar behoefte aangepaste insulinedo-
sering zijn een. eerste stap op weg
naar een uitgebalanceerde stofwisse
ling. De implementeerbare apparaten
welke momenteel nog in ontwikkeling
zijn,N zuilen voor een specifieke ge
bruikersgroep in aanmerking komen.
Het nieuwe insuline-pompje van Sie
mens is compact, veilig en eenvoudig
te bedienep. He$ rpgervoir bi^yg.t1g^
voorraad insuline die voldoende is vóór
ca. 4 weken. Dankzij de spatwaterdich-
te constructie met een subcutane! in
traveneuze respectievelijk intraperi-
tioneale catheter kan het apparaat
zelfs zonder problemen onder de
douche worden gedragen.
Het uitvallen van een pomp-functie
wordt audiovisueel gesignaleerd, ter
wijl de pomp zichzelf uitschakelt.
Afmetingen: 114 x 66 x 27 mm, ge
wicht 190 gr. Bevestiging door mid
del van draagriemen.
Wand van Europese ministers een re
In de afgelopen jaren heeft waarvan artsen, verpleegkundigen, tand-
vroed wouwen zich overal In de Gemeenschap mogen
Wand van Europese ministers een reeks
In de afgelopen jaren heeft .mmiaocrinindipftn. tand.
maatregelen goedgekeur
artsen, dierenartsen en Ëur'^së'commissie heeft' onlangs
^STom-rre^irrfpom groep ten de gezondheidssector
dezelfde rechten te verlenen, namelyk de apothekers.
Reeds in 1969 en 1972 heeft de Commis- daarbij echter vooropdatdezediplo.
sie voorstellen ingediend om alle
apothekers van de Gemeenschap aan
dezelfde beroepsnormen te onder
werpen. Zij heeft deze voorstellen later
echter ingetrokken omdat zij meende
dat ze gezien het huidige Europese in-
tegratiepeil te voorbarig waren.
Met haar nieuwe voorstellen wil de
Commissie alleen de voorwaarden
scheppen voor het vrije verkeer en de
vrije vestiging van apothekers. De
Commissie sluit echter niet uit dat er in
een later stadium een betere oplossing
wordt gevonden in het kader van een
geïntegreerd Europees gezondheids
beleid. De Commissie gaat ervan uit
dat ieder Lid-Staat vertrouwen stelt in
de apothekersopleiding die in de ande
re Lid-Staten wordt gegeven. Het is
dan ook noodzakelijk minimale ge
meenschappelijke beroepsnormen op
te stellen, zowel wat betreft de werk
zaamheden als de opleiding van de
apotheker. De Commissie wil met na
me dat iedere Lid-Staat de apothekers
diploma's erkent die in de andere
Lid-Staten zijn afgegeven. Zij stelt
ma's aan bepaalde kwantitatieve en
kwalitatieve criteria moeten voldoen.
Als het diploma erkend wordt, bete
kent dat nog niet dat de apotheker zijn
beroep mag uitoefenen. In alle Lid-Sta
ten bestaan er namelijk nog normen
inzake betrouwbaarheid, goed gedrag,
fysieke en psychische gezondheid
waaraan ook apothekers moeten be
antwoorden. De Commissie stelt dan
ook voor dat ieder gastland accepteert
dat de migrerende apotheker voldoet
aan de voorwaarden van de Lid-Staat
waar hij vandaan komt. Dankzij deze
oplossing wordt een harmonisatie
overbodig, wat weer heel wat proble
men voorkomt.
De-voorstellen van de Commissie, die
de Raad van ministers van de Tien
zeker binnenkort zal goedkeuren, ope
nen de weg naar de totstandbren
ging van een „gemeenschappelijke
markt van de apotheker". Over som
mige zaken mogen de Lid-Staten ech
ter zelf blijven beslissen, zoals over de
geografische spreiding van apothekers
en het distributiesysteem van de ge
neesmiddelen.
Een goede huilbui kan soms flink opluchten een oude volkswijsheid die
tegenwoordig ook populair is in groepstherapieën. De Amerikaan dr. William
Frey, hoofd van het psychiatrisch onderzoekslaboratorium van St. Paul-Ramsey
Medical Center in Minnesota, is bezig deze volkswijsheid wetenschappelijk te
onderzoeken. Zij hypothese luidt dat mensen zich beter voelen na een potje
janken, omdat zij via hun tranen allerlei chemische stoffen uitscheiden die bij
stress ontstaan.
Hij maakt een onderscheid tussen tra
nen die in emotionele omstandigheden
(stress) geplengd worden, en tranen
die opkomen na irritatie van de ogen,
zoals bij het snijden van uien. „Emo-
tietranen" zouden volgens Frey meer
hormonen en stukjes eiwit bevatten,
die het centraal zenuwstelsel in tijden
van stress afscheidt, dan „irritatietra-
nen". Zoals het lichaam via de urine
schadelijke stoffen verwijdert, zo zou
het via emotietranen de afvalstoffen
die bij stress ontstaan, opruimen.
Om zijn idee te toetsen liet Frey proef
personen hun gezicht wassen, en ver
volgens naar een tweetal uiterst droe
vige films kijken. Als smartlappen
koos hij de film „All mine to give",
waarin Schotse immigrantenkinderen
van elkaar gescheiden worden na het
overlijden van hun ouders, en „Brian's
song'waarin een jonge voetballer aan
kanker sterft Wanneer de proefperso
nen beginnen te huilen, vangt Frey snel
de tranen op. Deze vergeleek hij met
tranen van dezelfde proefpersonen, die
na irritatie van de ogen waren opge-
'wekt. Frey kon naar zijn zeggen de
eerdere ontdekking bevestigen dat de
eiwitsamenstelling van beide soorten
tranen verschilt. Nu onderzoekt hij de
traanmonsters op andere chemicaliën,
zoals catheeholaminen die in de herse
nen een rol spelen. De Westerse mens,
en vooral de man, meent vaak dat hij
niet mag huilen, en doordat de stress
afvalstoffen niet worden uitgescheiden
zou hij wel eens meer ontvankelijk
kunnen zijn voor stressziekten, zoals
een maagzweer, aldus Frey.
Eén van de weinige Nederlandse on
derzoekers die het traanvocht bestude
ren is dr. N. J. van Haeringen, werk
zaam op het Interuniversitair Oogheel-
kundig Instituut te Amsterdam. Hij
noemt de gedachte van Frey een „aar
dige hypothese", maar een goede prak
tische uitwerking ervan lijkt hem
moeilijk. Hij wijst erop dat naar zijn
weten Frey en diens collega's hun
bevindingen nog niet hebben gepubli
ceerd. Het nemen van goede traan
monsters lijkt hem bijvoorbeeld een
probleem. Het maakt namelijk nogal
wat uit of men zuiver traanvocht in de
ooghoeken kan opvangen, of dat men
tranen die op de wangen biggelen
verzamelt. Deze laatste tranen bevat
ten behalve echt traanvocht ook pro
dukten van slijmbekcellen en talgklie-
ren. Bovendien kent het traanvocht een
geheel eigen samenstelling, waarin het
eiwitgehalte uiteen kan lopen van on
geveer 5 tot 20 procent, en waarin
bijvoorbeeld veel lysozyme zit, een
enzym (omzettingsregelaar) waaraan
een bakteriedodende werking wordt
toegeschreven. Dr. van Haeringen
twijfelt aan de hypothese dat tranen
uitscheidingsprödukten van" stress zou
den bevatten. Het meeste traanvocht
wordt namelijk niet uitgescheiden,
maar komt in het neusslijmvlies te
recht (vandaar het snotteren bij een
huibui); daar droogt het in, en zo kan
het weer in het bloed komen (dezelfde
weg gaan medicijnen die als oogdrup
pels worden toegediendHet werk van
dr. Frey lijkt dus interessant, maar
voorlopig blijft de oude volkswijsheid
in dit aardse tranendal zonder weten
schappelijke basis.
WASSEN
De getallen in de wastobbe geven de wastem-
peraturen aan in °C. die niet overschreden
mogen worden.
Voorsorteren volgens de onderhoudsetiketten.
Het wasgoed niet te vuil laten worden. Vaker
wassen is beter.
Witte en bonte was apart wassen; gekleurde
artikelendeeerstekeergebeeJafzonderJijkwas-
sen. Bontgoed niet nat laten liggen maar direct
drogen.
Artikelen van kreukherstellende, synthetische
ol wollen stoften wassen in ruim sop; machine
beladen met tot Vt .van de witwasbelading.
Niet centrifugeren of korf na geleidelijke afkoe
ling van het artikel tijdens het spoelen. Wol mag
ech'er wel worden gecentrifugeerd. Niet nat
laten liggen maar direct drogen. Een dergelijke
behandeling wordt in het buitenland steeds va
ker aangegeven door een streep onder de tobbe.
Bij een artikel zonder streep onder de tobbe
dient men dus zelf vla de samenstellingsaan-
duiding het juiste wasprogramma le bepalen.
X95I
Kiot
HEET WASSEN
in de wasmachine geoorloofd
WARM WASSEN,
ook in de machine, geoorloofd
(juist te warm voor de handen)
LAUW WASSEN,
ook in de wasmachine, geoorloofd
LAUW WASSEN
UITSLUITEND MET DE HAND.
maximum temperatuur 40 "C. Niet
wrijven en wringen. Niet stil in het
sop laten staan.
Let op het etiket in uw textiel!
NIET WASSEN:
het artikel kan er niet tegen
BLEKEN
De driehoek die in de eerste plaats is be
doeld voor de industriële wasserijen
geelt aan, of het mogeli|k is, het artikel
te behandelen met koud water, waaraan
bleekwaler of geconcentreerd chloor-
bleekmiddel is toegevoegd.
Deze behandeling bij de thuiswas alleen
toepassen op artikelen met vlekken van
thee, kóffie, wijn, vruchlen(sap), transpi
ratie en andere vlekken van natuurlijke
kleurstoffen.
BLEKEN met een koude, zeer ver
dunde oplossing van bleekwater
of chloorbleekmiddel Is geoor
loofd. Voor de te gebruiken hoe
veelheden raadplege men de gebruiksaanwij
zing op de fles en het boekje „Veilig Wassen".
In ieder geval goed doorroeren, dan het ge
wassen en minstens éénmaal koud gespoêl-
de wasgoed hier Vtot vi uur in
leggen. Goed spoelen.
ANIET BLEKEN met bleekwater of
geconcentreerd bleekmiddel, ook
geen als bleekwater werkende
ontvlekkingsmiddelen (herken
baar aan de chloorgeur) gebruiken.
Consumenten die textielartikelen zon
der behandelingsetiket kopen, hande
len - een beetje hard uitgedrukt -
gewoon onverantwoordelijk. Dit komt
gelukkig steeds minder vaak voor,
omdat er steeds meer wordt gelet op de
4 bekende symbolen, die duidelijk ma
ken wat de juiste behandeling is.
Er wordt de fabrikanten van textiel
artikelen dan ook steeds dringend op
het hart gedrukt de behandelings
etiketten zodanig aan te brengen dat ze
stevig aan het artikel vast blijven
zitten. In bepaalde gevallen kan dit
echter niet. Hiertoe behoren met name
textielartikelen die niet gebruiks
klaar worden gekocht, dus bijvoor
beeld stof aan de meter en breigarens,
die zich door de doe-het-zelf-mode in
toenemende populariteit verheugen.
Fabrikanten "van stoffen en garens die
het goed met de consument voor heb
ben, doen hun best de nodige informa
tie te verschaffen. Maar ook de aan
dacht van verkoper en koper wordt
vereist.
Aan rollen stof zijn op een etiket, naast
de samenstelling van de stof door
gaans ook de wasvoorschriften aange
bracht. De thuisnaaister mag in geen
geval vergeten deze informatie op te
schrijven of - en dat zou een aanbe
velenswaardige en gewaardeerde ser
vice van het verkooppersoneel zijn -
voor zich laten opschrijven.
Zelfbreisters zullen ongetwijfeld heb
ben gemerkt dat de behandelings
symbolen op de omhanden gedrukt
zijn. Het is beslist de moeite waard die
te bewaren. Niettemin mogen zelf-
naaisters en -breisters nooit vergeten
dat men bij het reinigen altijd moet
uitgaan van het meest kwetsbare on
derdeel van een artikel. Ze zullen dus
ook moeten letten op de behandelings
symbolen van voeringstoffen en an
dere accessoires.
STRIJKEN
Op moderne strijkijzers en -machines zijn
naast de vezelaanduidingen de tempera-
tuurtrappen mei punten aangegeven.
Bepaalde artikelen mogen, maar behoe
ven niet gestreken te worden, b.v. wan
neer ze druipnat of na kort centrifugeren
opgehangen en daarbij in vorm getrokken
worden.
Het is veiliger om bij hel kiezen van de
temperatuur zich te richten op het aantal
punten, dan op de vezelsamenstelling,
omdat vaak kleine percentages vezels
niet worden genoemd.
HEET STRIJKEN, max. 200°C. per
sen onder vochtige doek. door
stomen en drogen in droogtrom-
mel, geoorloofd.
MATIG HEET STRIJKEN, max.
150°C, persen onder vochtige
doek, doorstomen en drogen in
droogtrommel geoorloofd.
WARM, MAAR NIET HEET STRIJ
KEN, max. 110°C, eventueel zeer
voorzichtig persen onder vochti
ge doek, voorzichtig doorstomen
en drogen, met lucht niet warmer
dan 40°C. geoorloofd.
NIET STRIJKEN. Drogen, bijv. -in
droogtrommel, met lucht niet
warmer dan 40°C. geoorloofd.
Persen of doorstomen is onmoge
lijk of gaat gepaard met grote
risico's.
Buitenlandse
behandelings
symbolen, die
ook in Nederland
op textielartikelen
kunnen voorkomen.
Het cijfer geplaatst boven
de waterlijn is gelijk aan
het cijfer in het symbool
voor wassen op enkele
nieuwe wasmachines.
Maximum wastemperatuur
95° 60° of 50°C 40° of 30°C
Normale behandeling
2
Verminderde belading
en/of wasbeweging, kort
centrifugeren na afkoeling
van het artikel.
Sterk verminderde was
beweging en zeer lage
belading. Bij 8niet centri
fugeren of kort en koud.
CHEMISCH
REINIGEN
De reinigingssymbolen zijn in eerste in
stantie voor de chemisch reinigers be
stemd. Ook bij muntrelniging en bij het
ontvtekken met oplosmiddelen of
pasta's kunnen ze van belang zijn.
De streep onder de cirkel betekent: zeer
beperkte toevoeging van water, minder
mechanische bewerking. Deze streep is
in 1974 in enkele landen ingevoerd, in
1979 ook in Nederland. Een artikel zon
der streep onder de cirkel kan bij het che
misch reinigen dus toch een speciale be
handeling nodig hebben.
Het artikel is bestand tegen ALLE
GEBRUIKELIJKE ORGANISCHE
REINIGINGSVLOEISTOFFEN.
Het artikel is bestand tegen PER-
CHLOORAETHEEN, WASBEN
ZINE, WHITE SPIRIT, R11 EN R113.
Het artikel is alleen bestand tegen
WASBENZINE, WHITE SPIRIT EN
R113.
NIET CHEMISCH REINIGEN, voor
zichtig met ontvlekkingsmiddelen.
DROGEN
Een vierkant op het etiket geeft aan de wijze van
drogen na het wassen.
Drogen in droogtrommel toege
staan
Het etiket geeft een aanbeveling voor de juiste behandeling van
hef artikel waarop het is aangebracht. Hef mag niet worden ver
ward met een garantie hoe de textiel zich in het gebruik zal ge
dragen. Op een goed onderhoudsetiket staan alle 4 symbolen
vermeld in de juiste volgorde.
Het behandelingsetiket waarborgt dat het textielprodukt bij de
aanbevolen behandeling geen schade lijdt.
Mildere behandelingen en temperaturen dan op het etiket aan
gegeven zijn altijd toegestaan.
Voorbeelden van onderhoudsetiketten