Hartinfarct en voeding 1 Draagbaar mini- pompje regelt insuline-toevoer Tranen en stress? A O O Geen grenzen meer voor apothekers Zelf-naaisters en -breisters en textielbehandelingsetiketten De stoffige mens Vermindert tandenpoetsen het tandbederf? Milieuvervuiling kent geen grenzen O xkf \èf xkl \É7 \kl De diëtist op de tweesprong Uitgebreid tandbederf bij een oermens van ongeveer 100.000 jaar voor Chr. Nieuw voor diabetici: WASKAART M 127 Kétff W XÉ7AS1® Een hartinfarct slaat meestal in als een bom. Niet alleen bij degene die het overkomt, maar vooral ook bij de partner. Eerst hebben angst en verbijstering de overhand: de confrontatie met het onbekende, de dagelijkse gang naar het ziekenhuis, het wachten op uitleg. Dan komt het vragen: waarom? Waarom moest dit nu gebeuren? De dokter weet meestal geen antwoord te geven: hij houdt niets achter, nee, hij weet 't eenvoudig óók niet. Schuldgevoelens gaan een rol spelen, vooral bij de partner. Ving ze de spanningen wel op? Had ze meer moeten aandringen dat hij zou minderen met sigaretten roken? Kookte ze verkeerd? Juist dan komt het erop aan of er opvang is. Geen medelijden, gewoon goede informatie. De patiënt en zijn partner staan op een tweesprong: doorgaan zoals vroeger, of een nieuwe weg kiezen? Op dit punt kan de diëtist(e) een belangrijke rol spelen. Géén vinger opheffen, maar de kaar ten open op tafel leggen. Het is natuur lijk een fabeltje dat een hartinfarct alleen maar door verkeerde voeding wordt veroorzaakt - of door roken - of stress. Het is een samenspel van veel, gedeeltelijk nog onbekende factoren. Voeding is er slechts één van. Vergele ken met landen waar weinig hartin farcten voorkomen, eten wij inderdaad te veel, te vet en misschien ook wel Iedere week is het hetzelfde liedje, we moeten de stofdoek weer ter hand v:*:; nemen, willen we de boel tenminste een beetje schoonhouden. Natuurlijk zijn er tapijten, dekbedden of dekens die meer stof veroorzaken dan andere soorten, maar tegen het stof dat de mens zelf .'ij:.";.' veroorzaakt kunnen die tapijten en dekens niet op volgens een medewerker van het Londens ..Clinical Research Centre". Dr. Ray- jjjjjjï mond Clark beweert namelijk dat 70% van de' ..huis"-stof veroorzaakt wordt door huidschilfertjes. Het menselijk lichaam stoot zo'n 50.000 microscopisch kleine deeltjes af per minuut. De hele huidlaag xj;|; vernieuwt zich van binnen uit binnen de 7 tot 10 dagen. Als we weten dat bij een volwassene de oppervlakte van de huid tussen de vijftien- en twintigduizend vlerkante centimeter is, dan betekent dat iedere 7 tot 10 £:ji: dagen in elk geval heel wat stof. Alhoewel men vaak denkt dat dit vanzelfsprekend is, blijkt dat de wetenschap pers to nu toe moesten vaststellen dat een overtuigend bewijs helaas nog ontbreekt. Een significante vermindering van tandbederf als gevolg van tanden poetsen kon tot nu toe nog niet worden aangetoond. Dit is volgens sommige onderzoekers wellicht te wijten aan andere factoren dan tandenpoetsen die de uitkomsten zouden beïnvloeden zoals hoeveelheden gebruikte suikers en fluoride. Scandinavische onderzoekers probeerden met al deze bijkomende factoren rekening te houden en onderzochten meer dan 200 personen middels een enquête. Vervolgens werd door een tandarts het tandbederf bij elke groep gescoord. De gegevens uit dit onderzoek duiden erop dat bij de groep mensen die slechts af en toe poetsen meer tandbe derf voorkomt dan bij degenen die elke dag poetsen. De vraag dringt zich op waarom nu in dit onderzoek gegevens naar voren zijn gekomen die eerder niet konden wor den vastgesteld of die niet overtuigend genoeg waren. In de eerste plaats blijkt dat, bij de onderzoeken waarin heel weinig of geen preventieve werking van tanden poetsen kon worden vastgesteld, de proefpersonen vaak gelijktijdig spoel den met fluoride of fluoridetandpasta gebruikten of zelfs deelnamen aan een preventieprogramma. Dus bij die onderzoeken bestond een vermenging van de invloeden van ver schillende preventiefactoren, want door veel te poetsen met fluoride tandpasta kon de fluoride wel eens oorzaak zijn van het verminderde tandbederf en niet het veelvuldige tandenpoetsen. In het hiervoor aangehaalde nieuwe onderzoek wordt dit soort effecten echter zo goed als uitgesloten omdat de gehele onderzochte testgroep gefluori deerd drinkwater gebruikte. Alle test personen ondervonden dus een nage noeg even sterke fluorideringsactivi- teit. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een methode waarbij men een momentopname heeft gemaakt van de toestand van de gebitten (uitsluitend het aantal op dat moment aanwezige gaatjes) en de huidige poetsgewoonte. Vroegere onderzoeken hanteerden al tijd een score waarbij men een totaal beeld van het gebit kreeg; de cariës in het verleden werd meegeteld. Veran dering in poets- en eetgewoonten in de tijd kunnen dan dus echter een ver tekend beeld geven wanneer deze score alleen wordt vergeleken met de huidi ge poetsgewoonte. Dus zowel de aanwezigheid van ge fluorideerd drinkwater als het gebruik van een andere scoringstechniek ma ken dit nieuwe onderzoek tot een origi nele aanpak om eindelijk klaarheid te brengen in een reeds veel jaren ondui delijke zaak. ue r inse onderzoekers concluderen dan ook dat dit onderzoek bewijzen levert dat er een positief verband bestaat tussen tandenpoetsen en ver minderd tandbederf, waarmee andere bewijzen van geen of een negatief verband worden weerlegd. Tandbederf wordt vaak beschouwd als een aandoening die in nauw verband staat met de levenswijze van de mo derne mens. In het Britse museum voor natuurlijke historie bevindt zich echter onder andere ook een schedel van een zogenaamde Rhodesie-mens, die ongeveer 100.000 jaar geleden ge leefd moet hebben. Alleen al in de bovenkaak bevinden zich elf gebits elementen die door tandbederf zijn aangetast, sommige zelfs zijn er bijna geheel door verwoest. De tanden en kiezen van het gebit zijn erg sterk afgesleten ten gevolge van het vezelige voedsel. Dit soort slijtfacetten komt men tegen woordig ook wel tegen, maar deze worden juist in combinatie gezien met relatief weinig tandbederf. Verder blijkt uit de schedel van deze oermens dat hij veel zwaardere en sterkere kauwspieren moet hebben ge had dan men tegenwoordig tegenkomt. Het blijkt dus dat 100.000 jaar geleden reeds mondbacteriën bestonden die tandbederf veroorzaakten en bij dit gebit, waarvan het glazuur weinig sporenelementen bevatte, een enorme hoeveelheid tandbederf veroorzaak ten, waarvan zelfs de meest doorge winterde tandarts tegenwoordig zou rillen. veel te zout. En waarschijnlijk kan wat minder en verstandiger ons heel wat goed doen. Waagschaal Maar wat is verstandiger? Mevrouw Noes Kempen-Voogd, free-lance diëtis te van het Academisch Ziekenhuis te Leiden, die vaak lezingen voor de Ne derlandse Hartstichting houdt, zegt dat iemand na een hartinfarct heus niet altijd .vetarm" of zoutarm" hoeft te eten. Meestal hoeft hij of zij alleen maar op zijn of haar gewicht te letten. En mensen hoeven alleen maar eens in de spiegel te kijken of ze te dik zijn... Als ze dan nóg twijfelen kunnen ze bij de Hartstichting een zg. Waagschaal aan vragen. Dat is een simpel hulpmiddel waarop mensen hun gewicht in een groene, oranje of rode zone kunnen aflezen. Sprookje Verder is een gevarieerde voeding iets om naar te streven, meent mevrouw Kempen-Voogd. Groenten zijn ver rukkelijk - niet k la crème - nee, gewoon eerlijk uit het groentenat. Of als rauwkost. En bruin brood van de warme bakker! Met tomaat, radijs - of met aarbeien bijvoorbeeld (wist U trouwens dat die zonder suiker nóg echter zijn?). Aardappelen overigens maken niet dik (als je er tenminste niet te veel van eet), nee dat doet die vlees jus. Want in het vlees zit dikwijls veel verborgen vet - en wel zg. „verzadigd" vet, waar ons lichaam nu juist zo weinig behoefte aan heeft. Ik adviseer dan ook niet meer dan ongeveer l ons vlees per dag, afgewisseld door ook eens vis of kip. Er is heus wel vis zonder graat! lekker en goedkoop is kabeljauw, in z'n geheel of als filet te krijgen. Tong en griet zijn wat duurder, maar o zo gemakkelijk van de graat te halen. En als mensen van zakenlunches houden: forel is ge zonder dan zalm. Probeer het eens „k la meunière"! Van eieren ga je ook heus niet dood, maar waarom meer dan twee of drie per week? U gelooft toch niet in het sprookje dat mannen 't nodig hebben? Natuur Bij de melkprodukten zijn er de half volle melk en de magere yoghurt. Met vruchten bijvoorbeeld. Geef de vruch ten eens een kans zonder al die suiker. Wat de „meervoudig onverzadigde vetten" betreft: om de voedingsad viezen te volgen (nl 1/10 van de dage lijkse energie uit meervoudig onver zadigd vet te halen) kunnen mensen hun keuze doen uit allerlei produkten waarop vermeld staat, dat ze „linol- zuur" bevatten. De natuur maakt het voor ons: soja-olie, zonnebloemolie en maïsolie; u hoeft er niet persé voor naar de margarinefabrikant. Koffie en thee kunnen gerust op het dagelijks menu blijven. En als U geen „echt" dieet hebt ook een glaasje alcohol. Maar let opook weinig alcohol kan te veel zijn. Het gaat per slot niet alleen om ons hart! De diëtist eóp de tweesprong kan de goede weg wijzen op een ogenblik dat de p'atiëiit eiï zijn pkrtner bé^eid zijn naar goede raad te luisteren. Meestal leidt de weg tot smakelijker eten en in ieder geval tot een gezondere toekomst van het hele gezin. Advies van een diëtist kunt U krijgen nadat U door Uw arts naar hem/haar bent verwezen. Inlichtingen zijn ook altijd verkrijgbaar bij de Nederlandse Vereniging van Diëtisten, Tak van Poortvlietstraat 3, 5344 GZ OSS. „Zwarte sneeuw" en „zure regen" zijn voor de krantelëzers uit de Europese Gemeenschap misschien slechts vage begrippen, maar voor onze buren in Scandinavië leveren ze concrete problemen op. De Noren en Zweden hebben het ongeluk dat hun landen de eindbestemming vormen van het vuil van onze moderne maatschappij. Regelmatig worden de verontreinigende stoffen van de Westeuropese fabrieken door de wind honderden of duizenden kilometers meegevoerd waarna ze in de vorm van vuile en gevaarlijke neerslag in deze noordelijke landen terechtkomen. Dit levert niet alleen ernstige gevaren op voor de mens maar ook voor het milieu. Deskundigen vermoeden dat deze „zwarte sneeuw" en „zure regen" mede verantwoordelijk zijn voor de vernietiging van belangrijke gewassen en bossen en voör de vissterfte [o.a. zalm]. De Scandinaviërs beschikken niet over doeltreffende middelen om de gevaren van een dergelijke lange-afstandsver- vuiling te bestrijden. Ze moeten dan ook proberen om samen met de nabu rige landen waar zich de vervuilende fabrieken bevinden tot een oplossing te komen. Dit zal echter niet eenvoudig zijn. Het is vaak zeer kostbaar om industriële produktieprocessen te wij zigen en in sommige gevallen zijn veranderingen zelfs niet mogelijk. Onder auspiciën van de Economische* Commissie voor Europa van de Ver enigde Naties en andere organisaties is er reeds een begin gemaakt met de internationale samenwerking op het gebied van de milieuvervuiling. Daar naast hebben Noorwegen en de Euro pese Gemeenschap onlangs een over eenkomst gesloten om op milieugebied samen te werken. Hoewel het probleem van de grens overschrijdende luchtvervuiling een van de voornaamste onderdelen van dit akkoord vormt, is dit lang niet het enige gebied waarop zij hun krachten kunnen bundelen om de milieuver ontreiniging het hoofd te bieden. Zij zouden ook tezamen kunnen bestude ren in hoeverre het gebruik van spuit bussen en koolwaterstoffen de be schermende ozonlaag rond de aarde aantast. Bijna alle landen worden met dit probleem geconfronteerd. Noorwegen heeft de grootste olieramp op zee (Eurofisk) meegemaakt en de Gemeenschap heeft regelmatig te ma ken gehad met soortgelijke vormen van vervuiling door olietankers. Beide hebben dan ook veel onderzoek op dit gebied gepleegd en zij zouden de resul taten hiervan kunnen uitwisselen of op grond van het akkoord gezamenlijke acties kunnen ondernemen. Een ander internationaal probleem dat ook in de nieuwe overeenkomst aanbod komt is het gebruik van gevaarlijke chemische produkten. Noorwegen en de Gemeenschap zijn tevens van plan samen te werken om de planten en dieren die in het wild en water groeien en leven te beschermen. Het akkoord tussen de Gemeenschap en Noorwegen komt in grote lijnen overeen met de overeenkomsten die de Gemeenschap in het verleden heeft gesloten met de Verenigde Staten, Zweden, Canada en Oostenrijk. Het apparaat wordt met een draagriem bevestigd. De patiënt ontvangt de insuline via een intraveneuze catheter. Door instelling van de knop (zie foto) kan naar behoefte een extra insuline- shot (bijvoorbeeld tijdens de maaltijd) worden afgeroepen. Promedos E 1 is een extern programmeerbaar mini-pompje van Siemens voor langdurige insuline-applicatie, waarvan de prototypen reeds uitgebreid wer den getest. In samenwerking met Hoechst AG konden eveneens de pharma- cologische problemen, zoals catheter-acceptatie, compatibiliteit van insuline en materiaal, insuline-stabiliteit enz., afdoende worden opgelost. Uitgebreide klinische tests hebben aangetoond dat bij gebruik van pro grammeerbare doseerapparaten zoals *de Promedis E 1 de bioedsuikerspie- gel veel gunstiger is dan bij de tra ditionele therapie, zelfs zonder dat een permanente glucose-meting nood zakelijk is. Verdere onderzoekingen zuilen nu vooral plaatsvinden bij jonge diabetici. Hun veelal labiele stofwis- seling kan immers vaak slechts onbe vredigend worden gecompenseerd door per dag een of meer insuline- injecties. Bij onvoldoende uitgebalan ceerde stofwisseling resulteert dat niet zelden in vaatziektes, aandoe ningen van ogen, nieren of benen. Ook kan hierdoor het zenuwstelsel worden aangetast. Externe doseerapparaten met een naar behoefte aangepaste insulinedo- sering zijn een. eerste stap op weg naar een uitgebalanceerde stofwisse ling. De implementeerbare apparaten welke momenteel nog in ontwikkeling zijn,N zuilen voor een specifieke ge bruikersgroep in aanmerking komen. Het nieuwe insuline-pompje van Sie mens is compact, veilig en eenvoudig te bedienep. He$ rpgervoir bi^yg.t1g^ voorraad insuline die voldoende is vóór ca. 4 weken. Dankzij de spatwaterdich- te constructie met een subcutane! in traveneuze respectievelijk intraperi- tioneale catheter kan het apparaat zelfs zonder problemen onder de douche worden gedragen. Het uitvallen van een pomp-functie wordt audiovisueel gesignaleerd, ter wijl de pomp zichzelf uitschakelt. Afmetingen: 114 x 66 x 27 mm, ge wicht 190 gr. Bevestiging door mid del van draagriemen. Wand van Europese ministers een re In de afgelopen jaren heeft waarvan artsen, verpleegkundigen, tand- vroed wouwen zich overal In de Gemeenschap mogen Wand van Europese ministers een reeks In de afgelopen jaren heeft .mmiaocrinindipftn. tand. maatregelen goedgekeur artsen, dierenartsen en Ëur'^së'commissie heeft' onlangs ^STom-rre^irrfpom groep ten de gezondheidssector dezelfde rechten te verlenen, namelyk de apothekers. Reeds in 1969 en 1972 heeft de Commis- daarbij echter vooropdatdezediplo. sie voorstellen ingediend om alle apothekers van de Gemeenschap aan dezelfde beroepsnormen te onder werpen. Zij heeft deze voorstellen later echter ingetrokken omdat zij meende dat ze gezien het huidige Europese in- tegratiepeil te voorbarig waren. Met haar nieuwe voorstellen wil de Commissie alleen de voorwaarden scheppen voor het vrije verkeer en de vrije vestiging van apothekers. De Commissie sluit echter niet uit dat er in een later stadium een betere oplossing wordt gevonden in het kader van een geïntegreerd Europees gezondheids beleid. De Commissie gaat ervan uit dat ieder Lid-Staat vertrouwen stelt in de apothekersopleiding die in de ande re Lid-Staten wordt gegeven. Het is dan ook noodzakelijk minimale ge meenschappelijke beroepsnormen op te stellen, zowel wat betreft de werk zaamheden als de opleiding van de apotheker. De Commissie wil met na me dat iedere Lid-Staat de apothekers diploma's erkent die in de andere Lid-Staten zijn afgegeven. Zij stelt ma's aan bepaalde kwantitatieve en kwalitatieve criteria moeten voldoen. Als het diploma erkend wordt, bete kent dat nog niet dat de apotheker zijn beroep mag uitoefenen. In alle Lid-Sta ten bestaan er namelijk nog normen inzake betrouwbaarheid, goed gedrag, fysieke en psychische gezondheid waaraan ook apothekers moeten be antwoorden. De Commissie stelt dan ook voor dat ieder gastland accepteert dat de migrerende apotheker voldoet aan de voorwaarden van de Lid-Staat waar hij vandaan komt. Dankzij deze oplossing wordt een harmonisatie overbodig, wat weer heel wat proble men voorkomt. De-voorstellen van de Commissie, die de Raad van ministers van de Tien zeker binnenkort zal goedkeuren, ope nen de weg naar de totstandbren ging van een „gemeenschappelijke markt van de apotheker". Over som mige zaken mogen de Lid-Staten ech ter zelf blijven beslissen, zoals over de geografische spreiding van apothekers en het distributiesysteem van de ge neesmiddelen. Een goede huilbui kan soms flink opluchten een oude volkswijsheid die tegenwoordig ook populair is in groepstherapieën. De Amerikaan dr. William Frey, hoofd van het psychiatrisch onderzoekslaboratorium van St. Paul-Ramsey Medical Center in Minnesota, is bezig deze volkswijsheid wetenschappelijk te onderzoeken. Zij hypothese luidt dat mensen zich beter voelen na een potje janken, omdat zij via hun tranen allerlei chemische stoffen uitscheiden die bij stress ontstaan. Hij maakt een onderscheid tussen tra nen die in emotionele omstandigheden (stress) geplengd worden, en tranen die opkomen na irritatie van de ogen, zoals bij het snijden van uien. „Emo- tietranen" zouden volgens Frey meer hormonen en stukjes eiwit bevatten, die het centraal zenuwstelsel in tijden van stress afscheidt, dan „irritatietra- nen". Zoals het lichaam via de urine schadelijke stoffen verwijdert, zo zou het via emotietranen de afvalstoffen die bij stress ontstaan, opruimen. Om zijn idee te toetsen liet Frey proef personen hun gezicht wassen, en ver volgens naar een tweetal uiterst droe vige films kijken. Als smartlappen koos hij de film „All mine to give", waarin Schotse immigrantenkinderen van elkaar gescheiden worden na het overlijden van hun ouders, en „Brian's song'waarin een jonge voetballer aan kanker sterft Wanneer de proefperso nen beginnen te huilen, vangt Frey snel de tranen op. Deze vergeleek hij met tranen van dezelfde proefpersonen, die na irritatie van de ogen waren opge- 'wekt. Frey kon naar zijn zeggen de eerdere ontdekking bevestigen dat de eiwitsamenstelling van beide soorten tranen verschilt. Nu onderzoekt hij de traanmonsters op andere chemicaliën, zoals catheeholaminen die in de herse nen een rol spelen. De Westerse mens, en vooral de man, meent vaak dat hij niet mag huilen, en doordat de stress afvalstoffen niet worden uitgescheiden zou hij wel eens meer ontvankelijk kunnen zijn voor stressziekten, zoals een maagzweer, aldus Frey. Eén van de weinige Nederlandse on derzoekers die het traanvocht bestude ren is dr. N. J. van Haeringen, werk zaam op het Interuniversitair Oogheel- kundig Instituut te Amsterdam. Hij noemt de gedachte van Frey een „aar dige hypothese", maar een goede prak tische uitwerking ervan lijkt hem moeilijk. Hij wijst erop dat naar zijn weten Frey en diens collega's hun bevindingen nog niet hebben gepubli ceerd. Het nemen van goede traan monsters lijkt hem bijvoorbeeld een probleem. Het maakt namelijk nogal wat uit of men zuiver traanvocht in de ooghoeken kan opvangen, of dat men tranen die op de wangen biggelen verzamelt. Deze laatste tranen bevat ten behalve echt traanvocht ook pro dukten van slijmbekcellen en talgklie- ren. Bovendien kent het traanvocht een geheel eigen samenstelling, waarin het eiwitgehalte uiteen kan lopen van on geveer 5 tot 20 procent, en waarin bijvoorbeeld veel lysozyme zit, een enzym (omzettingsregelaar) waaraan een bakteriedodende werking wordt toegeschreven. Dr. van Haeringen twijfelt aan de hypothese dat tranen uitscheidingsprödukten van" stress zou den bevatten. Het meeste traanvocht wordt namelijk niet uitgescheiden, maar komt in het neusslijmvlies te recht (vandaar het snotteren bij een huibui); daar droogt het in, en zo kan het weer in het bloed komen (dezelfde weg gaan medicijnen die als oogdrup pels worden toegediendHet werk van dr. Frey lijkt dus interessant, maar voorlopig blijft de oude volkswijsheid in dit aardse tranendal zonder weten schappelijke basis. WASSEN De getallen in de wastobbe geven de wastem- peraturen aan in °C. die niet overschreden mogen worden. Voorsorteren volgens de onderhoudsetiketten. Het wasgoed niet te vuil laten worden. Vaker wassen is beter. Witte en bonte was apart wassen; gekleurde artikelendeeerstekeergebeeJafzonderJijkwas- sen. Bontgoed niet nat laten liggen maar direct drogen. Artikelen van kreukherstellende, synthetische ol wollen stoften wassen in ruim sop; machine beladen met tot Vt .van de witwasbelading. Niet centrifugeren of korf na geleidelijke afkoe ling van het artikel tijdens het spoelen. Wol mag ech'er wel worden gecentrifugeerd. Niet nat laten liggen maar direct drogen. Een dergelijke behandeling wordt in het buitenland steeds va ker aangegeven door een streep onder de tobbe. Bij een artikel zonder streep onder de tobbe dient men dus zelf vla de samenstellingsaan- duiding het juiste wasprogramma le bepalen. X95I Kiot HEET WASSEN in de wasmachine geoorloofd WARM WASSEN, ook in de machine, geoorloofd (juist te warm voor de handen) LAUW WASSEN, ook in de wasmachine, geoorloofd LAUW WASSEN UITSLUITEND MET DE HAND. maximum temperatuur 40 "C. Niet wrijven en wringen. Niet stil in het sop laten staan. Let op het etiket in uw textiel! NIET WASSEN: het artikel kan er niet tegen BLEKEN De driehoek die in de eerste plaats is be doeld voor de industriële wasserijen geelt aan, of het mogeli|k is, het artikel te behandelen met koud water, waaraan bleekwaler of geconcentreerd chloor- bleekmiddel is toegevoegd. Deze behandeling bij de thuiswas alleen toepassen op artikelen met vlekken van thee, kóffie, wijn, vruchlen(sap), transpi ratie en andere vlekken van natuurlijke kleurstoffen. BLEKEN met een koude, zeer ver dunde oplossing van bleekwater of chloorbleekmiddel Is geoor loofd. Voor de te gebruiken hoe veelheden raadplege men de gebruiksaanwij zing op de fles en het boekje „Veilig Wassen". In ieder geval goed doorroeren, dan het ge wassen en minstens éénmaal koud gespoêl- de wasgoed hier Vtot vi uur in leggen. Goed spoelen. ANIET BLEKEN met bleekwater of geconcentreerd bleekmiddel, ook geen als bleekwater werkende ontvlekkingsmiddelen (herken baar aan de chloorgeur) gebruiken. Consumenten die textielartikelen zon der behandelingsetiket kopen, hande len - een beetje hard uitgedrukt - gewoon onverantwoordelijk. Dit komt gelukkig steeds minder vaak voor, omdat er steeds meer wordt gelet op de 4 bekende symbolen, die duidelijk ma ken wat de juiste behandeling is. Er wordt de fabrikanten van textiel artikelen dan ook steeds dringend op het hart gedrukt de behandelings etiketten zodanig aan te brengen dat ze stevig aan het artikel vast blijven zitten. In bepaalde gevallen kan dit echter niet. Hiertoe behoren met name textielartikelen die niet gebruiks klaar worden gekocht, dus bijvoor beeld stof aan de meter en breigarens, die zich door de doe-het-zelf-mode in toenemende populariteit verheugen. Fabrikanten "van stoffen en garens die het goed met de consument voor heb ben, doen hun best de nodige informa tie te verschaffen. Maar ook de aan dacht van verkoper en koper wordt vereist. Aan rollen stof zijn op een etiket, naast de samenstelling van de stof door gaans ook de wasvoorschriften aange bracht. De thuisnaaister mag in geen geval vergeten deze informatie op te schrijven of - en dat zou een aanbe velenswaardige en gewaardeerde ser vice van het verkooppersoneel zijn - voor zich laten opschrijven. Zelfbreisters zullen ongetwijfeld heb ben gemerkt dat de behandelings symbolen op de omhanden gedrukt zijn. Het is beslist de moeite waard die te bewaren. Niettemin mogen zelf- naaisters en -breisters nooit vergeten dat men bij het reinigen altijd moet uitgaan van het meest kwetsbare on derdeel van een artikel. Ze zullen dus ook moeten letten op de behandelings symbolen van voeringstoffen en an dere accessoires. STRIJKEN Op moderne strijkijzers en -machines zijn naast de vezelaanduidingen de tempera- tuurtrappen mei punten aangegeven. Bepaalde artikelen mogen, maar behoe ven niet gestreken te worden, b.v. wan neer ze druipnat of na kort centrifugeren opgehangen en daarbij in vorm getrokken worden. Het is veiliger om bij hel kiezen van de temperatuur zich te richten op het aantal punten, dan op de vezelsamenstelling, omdat vaak kleine percentages vezels niet worden genoemd. HEET STRIJKEN, max. 200°C. per sen onder vochtige doek. door stomen en drogen in droogtrom- mel, geoorloofd. MATIG HEET STRIJKEN, max. 150°C, persen onder vochtige doek, doorstomen en drogen in droogtrommel geoorloofd. WARM, MAAR NIET HEET STRIJ KEN, max. 110°C, eventueel zeer voorzichtig persen onder vochti ge doek, voorzichtig doorstomen en drogen, met lucht niet warmer dan 40°C. geoorloofd. NIET STRIJKEN. Drogen, bijv. -in droogtrommel, met lucht niet warmer dan 40°C. geoorloofd. Persen of doorstomen is onmoge lijk of gaat gepaard met grote risico's. Buitenlandse behandelings symbolen, die ook in Nederland op textielartikelen kunnen voorkomen. Het cijfer geplaatst boven de waterlijn is gelijk aan het cijfer in het symbool voor wassen op enkele nieuwe wasmachines. Maximum wastemperatuur 95° 60° of 50°C 40° of 30°C Normale behandeling 2 Verminderde belading en/of wasbeweging, kort centrifugeren na afkoeling van het artikel. Sterk verminderde was beweging en zeer lage belading. Bij 8niet centri fugeren of kort en koud. CHEMISCH REINIGEN De reinigingssymbolen zijn in eerste in stantie voor de chemisch reinigers be stemd. Ook bij muntrelniging en bij het ontvtekken met oplosmiddelen of pasta's kunnen ze van belang zijn. De streep onder de cirkel betekent: zeer beperkte toevoeging van water, minder mechanische bewerking. Deze streep is in 1974 in enkele landen ingevoerd, in 1979 ook in Nederland. Een artikel zon der streep onder de cirkel kan bij het che misch reinigen dus toch een speciale be handeling nodig hebben. Het artikel is bestand tegen ALLE GEBRUIKELIJKE ORGANISCHE REINIGINGSVLOEISTOFFEN. Het artikel is bestand tegen PER- CHLOORAETHEEN, WASBEN ZINE, WHITE SPIRIT, R11 EN R113. Het artikel is alleen bestand tegen WASBENZINE, WHITE SPIRIT EN R113. NIET CHEMISCH REINIGEN, voor zichtig met ontvlekkingsmiddelen. DROGEN Een vierkant op het etiket geeft aan de wijze van drogen na het wassen. Drogen in droogtrommel toege staan Het etiket geeft een aanbeveling voor de juiste behandeling van hef artikel waarop het is aangebracht. Hef mag niet worden ver ward met een garantie hoe de textiel zich in het gebruik zal ge dragen. Op een goed onderhoudsetiket staan alle 4 symbolen vermeld in de juiste volgorde. Het behandelingsetiket waarborgt dat het textielprodukt bij de aanbevolen behandeling geen schade lijdt. Mildere behandelingen en temperaturen dan op het etiket aan gegeven zijn altijd toegestaan. Voorbeelden van onderhoudsetiketten

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1981 | | pagina 23