Zelf zaaien
is gemakkelijker
dan u denkt
Zaaien
is niet moeilijk
maar leuk
Zaai uw eigen
droogbloemen
Waarom hooi
zeldzaam wordt
Waar blijvel?
al die maisIioï?eh?
Zelf zaaien
is pas echt tuinieren
Zaaien,
hoeveel eeuwen al?
FOTO
STRIP.
VER
HAAL
J
Tuinders
niet in maar
óp de kast
jagen
Een winter lang zomerzon
uit eigen tuin:
A
26
26
Soester Courant van woensdag 15 april 1981
De graansoort die in ons land het
laatst geoogst wordt is snijmais.
Dit gewas wordt omstreeks deze tijd
van het land gehaald.
In korte tijd is snijmais een van be
langrijkste akkerbouwgewassen ge
worden. Samen met aardappelen,
tarwe en suikerbieten vormt hij de
grote vier van onze akkers. Snijmais
is uitstekend voer voor rundvee.
Sinds een jaar of tien zijn er mais-
rassen beschikbaar die het in ons
klimaat goed doen (mais is van oor
sprong een tropisch gewas). In ons
land gaat het bij de maisoogst niet
alleen om de korrels van de kolven.
De hele, meer dan manshoge plant
wordt met een machine, een veldhak-
selaar, afgesneden en in stukjes van
vier tot acht milimeter verhakseld.
Stengel, blad en kolf komen dus in
heel kleine stukjes uit de hakselaar in
een kipwagen terecht. Vervolgens
wordt er meestal een kuil van ge
maakt, of het komt in een silo te
recht. Met een kuil wordt een voeder-
hoop bedoeld, die met plastic lucht
dicht wordt afgesloten. Koeien, die dol
zijn op dit voer, eten hier de hele
winter van.
De oogst van andere graansoorten,
zoals tarwe, gebeurde in de afgelopen
zomermaanden. Grote maaidorsers
sneden de halmen van de akkers en
dorsten de korrels uit de aren. Er
zijn tegenwoordig maaidorsers in ge
bruik die een werkbreedte van twin
tig voet hebben (een voet is dertig
centimeter). Deze reuzen kunnen 2
hectare (plm. 20.000 m2) per uur aan
- dit komt neer op het oogsten van
tien tot twaalf ton graan per uur.
Het maaidorsen gebeurt vaak door een
loonbedrijf. Het zelf aanschaffen
van zo'n kostbare, machine is voor
veel boeren te onvoordelig.
Korrels en stro (de halm) gaan in
één gang door de maaidorser. Het
stro wordt op het land geworpen (en
later in balen geperst) en de korrels
worden opgevangen in de tank van de
machine. Met een kipwagen wordt
het geoogste graan naar opslagsilo's
in de schuur van de boerderij of bij
handelsondernemingen gebracht. Het
goed bewaren van graan is een hele
kunst. Er moet worden gezorgd voor
een goede temperatuur en een juiste
vochtigheidsgraad.
Tegenwoordig laten we alle produkten steeds meer „panklaar" tot ons komen.
Diepvriesmaaltijden, blikken en pakken, we zouden bijna van de natuur
vervreemden. Al die kant-en-klare produkten zijn natuurlijk wel erg gemakke
lijk en snel klaar, maar de voldoening, de spanning en het plezier van zelf zaai
en kennen we niet meer.
Weten we eigenlijk nog wel hoe onze dagelijkse groenten groeien? De tijd
van de boon in het sponsje van de griffeldoos is definitief voorbij. Maar toen
wist ieder kind precies te vertellen hoe er uit een enkel boontje toch een plant
kan groeien.
Zaaien is niet moeilijk. Het geeft bij
de meeste soorten snel resultaten (soms
al binnen 14 dagen) en bovendien zijn
die resultaten tot op zekere hoogte ge
waarborgd. Als u de gebruiksaanwij
zing op de zakjes volgt kan er bijna
niets fout gaan.
Zaaien kan zelfs als u geen tuin hebt.
We zien tegenwoordig leuke groente
tuintjes op een balkon of voor een keu
kenraam.
Radijs en tuinkers
Neem nu eens radijs. Iedereen kent de
pittige smaak. En iedereen weet dat
deze frisse bolletjes vitaminerijk en
dus gezond zijn.
Minder bekend is dat niet alle radijs
hetzelfde is. Er bestaan (zoals een
oud liedje al zegt) rode en witte soor
ten. Er is zelfs een soort dat half rood
en half wit wordt.
Bovendien hoeft de vorm niet rond t^
zijn: ook langwerpige en zelfs lange
soorten bestaan.
Al in het vroege voorjaar kan radijs
zowel buiten in de tuin als in een bal-
konbak (minstens 10 cm. aarde) ge
zaaid worden. Maar ook voor het raam
laat radijs zich erg vroeg zaaien. Al
na enkele dagen zult u zich verbazen
en verheugen over de leuke kiemplant-
jes. Bijna dagelijks zult u deze vlugge
plantjes verder omhoog zien komen.
Nog vlugger gaat het om de tuinkers,
ook wel sterkers genoemd.
Het hele jaar door neemt de tuinkers
genoegen met een natgehouden stukje
schuimplastic op een schoteltje. Al
veertien dagen na het zaaien kan de
ze, ook vitaminerijke, versnapering
gegeten worden.
Wist u trouwens dat kanarievogels dol
zijn op tuinkers en dat het in de win
termaanden een welkome aanvulling
op hun menu is?
Spinazie kunt u ook erg gemakkelijk
in de tuin zaaien. Mooi op rijtjes en
vooral niet te dik zaaien, want de blad-
rijke plantjes hebben veel ruimte no
dig. Spinazie is er in vele soorten te
koop. Neemt u in het voorjaar het spi-
nazieras „Breedblad Scherpzaad Zo
mer" eens.
U zult zien dat het een succes wordt.
Proberen
U merkt het wel: zaaien is inderdaad
niet zo moeilijk. U moet het gewoon
eens proberen. Begint u niet al te om
vangrijk en te groots. Maar neem
eerst de radijs en de tuinkers bijvoor
beeld. Of de spinazie.
Betrek uw kinderen erbij. Het zou een
leuke hobby voor ze kunnen worden
en het is nog leerzaam ook
Nèast groenten zijn er ook nog heel
wat leuke planten en bloemen die uw
tuin zouden kunnen verrijken. Ook
daarvoor geldt: eerst eens wat pro
beren, u zult zien hoe makkelijk het
gaat en hoe leuk het is.
Wat is er leuker dan zelf uw eigen groenten, planten en bloemen te zaaien?
Moeilijk? Dat valt reuze mee. ledereen kan zaaien. Het gaat bijna vanzelf. U
moet alleen af en toe wat helpen.
Zaaien is zo leuk omdat het veel voldoening geeft. Wat is er dankbaarder dan
te kunnen wijzen op een eigen produkt in de tuin of in de vensterbank?
Om trots aan tafel te kunnen zeggen: „Dit is nou groente uit eigen tuin".
Greduld hoeft u er nauwelijks voor te
hebben. Wel een plekje waar u het
saad kunt laten kiemen. Een lichtrijke
plaats is noodzakelijk voor een goede
groei van de kiemplantjes. U kunt bin
nen in een zaaibakje zaaien, of buiten
in de volle grond, als de soort het toe
laat. i
Tegen de tijd dat u anders volwassen
planten voor uw kamer zou kopen,
hebt u uw eigen produkt al klaar.
En bovendien bent u er nog een stuk
voordeliger mee uit.
Ms u echt van de natuur houdt en dus
/an planten, dan is het iedere keer
veer spannend om het gehele groeipro
ces van het zaadje tot plant mee te
■naken.
Zaai eens wat origineels
'J hebt altijd succes (bij uzelf en bij
inderen) als u eens iets zaait wat
ie niet elke dag ziet. Vooral die groen-
esoorten die zo exclusief zijn dat de
groenteman ze nauwelijks heeft, zijn
ie moeite waard. Als ze tenminste
n ons klimaat kunnen groeien. Maar
ils u in Nederland het zaad kunt ko-
>en zit dat wel goed.
iJssla is ook sla, maar toch weer an-
iers als kropsla. Houdt u van iets
pittigs, probeer dan eens ramme-
las, een frissmakende kruidige witte
vortel. In fijne plakjes heerlijk bij een
rilsje of als extra smaakmaker bij
jen groene salade.
Gemakkelijk te telen, direct in de vol-
egrond te zaaien, is de Courgette
>f Zuchetti, uitheems hier, maar
och eenvoudig op te kweken. De kom-
commerachtige vruchten kunnen in
slakjes gestoofd worden en op smaak
gebracht als een gezonde en lekkere
groente gegeten worden.
'J legt er beslist eer mee in als uw
groentetuin blijk geeft van een frisse
tijk op wat er aan smakelijks en
Tieuws te zaaien valt. Het geeft u bo
vendien kans eens af te wijken van
het oude vertrouwde patroon van
groenten. Een beetje avonturen in uw
tuin kan echt geen kwaad en het re
sultaat zal u zeker tevreden stellen.
Zelf zaaien is geen probleem. Als u maar uitgaat van een goede kwaliteit
zaad en als u zich houdt aan de gebruiksaanwijzing op het zakje is resultaat
gewaarborgd. U kunt dan mooie gezonde platen verwachten, een lust voor
het oog en, in geval van groente, voortreffelijk van smaak.
Die gebruiksaanwijzing is er niet voor niets. Experts hebben er veel tijd aan
besteed de juiste opkweekmethode per soort op te sporen. Niet alleen ter
voorkoming van teleurstellingen, maar vooral om een zekere mate van garantie
voor succes te kunnen geven.
Zaaien en vooral het volgen van de re
sultaten ervan is een plezierig tijdver
drijf. Het geeft voldoening om uw
„eigen zaadjes" te zien opgroeien tot
volwassen planten. Wat is er gezonder
dan zelfgekweekte groente? En welke
bloemen zijn mooier dan die u zelf
opgekweekt hebt?
Zaaitips
Om u alvast een eindje op weg te hel
pen zullen wij u enkele zaaitips geven.
Zaaien kunt u binnen en buiten doen.
Binnen in een zaaibakje dat liefst bo
ven de verwarming en voor het raam
staat. De zaden die u moet voorzaai-
ei^ in een bakje kunnen meestal op een
later tijdstip in de volle grond gezaaid
worden. En alles wat buiten gezaaid
kan worden bespaart u werk en het re
sultaat is er beslist niet minder om.
Natuurlijk zijn er ook heel wat soorten
die al op een vroeg tijdstip in de vol
le grond gezaaid kunnen worden. Ra
dijs kunt u bijvoorbeeld in het vroege
voorjaar zaaien.
Zoals elk levend wezen heeft ook zaad
behoefte aan een aantal zaken als voe
ding, warmte, lucht en licht. Geef de
ze dan ook in voldoende mate. Maar
nooit te overvloedig. Teveel zon geeft
verbranding, teveel water verzuipt en
verschimmelt, teveel lucht in de bo
dem geeft te weinig contact met de
voedingsbodem en teveel voeding ver
oorzaakt een te welige groei en, bij
bloemen, te weinig bloei.
Natuurlijk is te weinig ook niet goed.
Als u zich aan het zaaien zet en de
resultaten volgt (en dat is natuurlijk
één van de spannendste dingen) zult
u al snel de gulden middenweg vinden.
Begin in ieder geval met een luchtige
grond, zowel in zaaibakjes als in de
tuin. In een zaaibak kunt u het beste
een goede zaaigrond gebruiken die
voor weinig geld in de goede tuinwin-
kel/zaadhandel te koop is.
In de tuin moet u de grond goed om
werken en losmaken. Als de grond
door teveel vocht of door de samen
stelling is dichtgeslagen, krijgen de
wortels niet voldoende lucht.
Maak er geen begrafenis van!
Zaai nooit te diep. Zaad moet de kans
krijgen zijn groeiende kiem boven de
grond te krijgen en wil zo snel moge
lijk licht zien en lucht „inademen".
Als u het zaad te ondiep zaait, ver
bruikt het teveel energie.
Energie die beter bij de bovengrondse
groei gebruikt kan worden.
Een vuistregel: heel fijn zaad erg on
diep zaaien of bovenop de grond en
dan aandrukken; grover zaad mag wat
dieper, maar nooit meer dan 1 a 2 cm.
Druk de grond niet te vast aan, an
ders wordt het benauwd door lucht-
gebrek.
Proberen
U merkt dat u met enkele tips al
bijna een deskundige op zaaigebied
geworden bent. Het is allemaal zo
moeilijk niet, maar wel erg leuk.
Maar dat zult u pas met ons eens
zijn als u het een keer zelf gepro
beerd hebt.
We mogen rustig aannemen dat het opkweken van groentegewassen al
eeuwenlang wordt uitgeoefend. Vooral in kloostertuinen kon men rond 1500
verschillende gewassen aantreffen die bij ons nog heel gebruikelijk zijn. Om
over het zaad voor het volgende jaar te beschikken werden niet alle produkten
geoogst. Een aantal gewassen liet men staan om er zaad van te winnen. Het telen
van zaad voor de handel is rond het jaar 1800 van de grond gekomen. In het
midden van de vorige eeuw verschenen de eerste zaadprijscouranten. In de
prijscouranten van rond de eeuwwisseling komt al een enorm uitgebreid
assortiment groente- en bloemzaden voor.
Een drietal gewassen van toen, maar
ook nu nog zeer populair, zullen we er
eens uitlichten. Daarbij moet u natuur
lijk wel bedenken dat de rassen van
toen wel veranderingen hebben onder
gaan in vorm, kwaliteit enz.
Wortelen
Eén van de oudere gewassen. Rassen
als Amsterdamse Bak, halflange van
Nantes, Flakkese en Berlicummer
kende men al vroeg.
Daarnaast kwamen er vele andere
rassen voor, die inmiddels grotendeels
zijn verdwenen.
Men maakt onderscheid tussen zomer-
wortelen, die direct geconsumeerd
worden en winter-wortelen om te be
waren.
Vanaf maart tot juli kunnen de zomer-
wortelen worden gezaaid. De groeittijd
is ca. 3 maanden. De winter-wortelen
moeten van half april tot juni gezaaid
worden. Belangrijk voor de teelt van
wortelen is een losse voedzame grond.
Op zware grond wil het met de lange
wortels niet zo best lukken, gebruik
daarvoor de ronde worteltjes. Ter
voorkoming van wormstekigheid in het
gewas raadplege men de leverancier.
Rode bietjes of kroten
De keus is hier minder groot. Er
worden 2 typen onderscheiden. Voor
uitzaai eind maart gebruikt men het
ras Egyptische platronde dat vrij on
gevoelig is voor schieten. Voor de teelt
van zomerkroten, uitzaai vanaf mei tot
juli, is het hoofdras dronkerrode kogel
of Detroit. De laatgezaaide kroten zijn
voor comsumptie in de herfst of in de
winter. Een voordeel van kroten is dat
ze op alle grondsoorten groeien.
Tomaten
Een reeds eeuwenlang bekend gewas
dat afkomstig is uit Zuid-Amerika. De
consumptie van de vruchten is pas 100
jaar geleden in zwang gekomen. Te
genwoordig zijn er rassen die ook in
ons land buiten opgroeien. Een nieuwe
mogelijkheid is om tomaten in een
emmer op balkon op te kweken. Deze
rassen worden niet hoger dan 100 cm.
Een tomaat heeft graag een zonnig
plekje. In april/mei zaaien in huis,
overpotten en na half mei in de tuin of
in een emmer op balkon uitplanten. De
plant gebruikt vrij veel vocht, dus
regelmatig water geven en ook mest
natuurlijk. De vleestomaten zijn mo
menteel erg in. In het algemeen is de
tomaat een makkelijke plant waarvan
men vele vruchten kan plukken, mits
ze goed verzorgd wordt.
Veel mensen denken aan energie als
ze het woord glastuinbouw horen.
Het is een feit dat de glastuinder naar
verhouding veel energie verbruikt.
Hoewel de tuinder ten onrechte als
energieverspiller wordt beschuldigd,
zijn er weinigen in ons land die zo
intensief bezig zijn met energiebe-
sparingsproeven. Die inspanningen
verdwijnen tussen alle beschuldigin
gen door wel eens in de mist.
De glastuinbouw in Nederland kan niet
zonder energie, want het produktie-
proces onder glas heeft verwarming
nodig. Tot voor enkele jaren stookte de
tuinder vooral (milieuvervuilende) olie.
Op advies en met steun van de over
heid stookt de glastuinbouw nu voor het
grootste gedeelte (milieuschoon) aard
gas. Sommigen zeggen dat dit een
overbodige Nederlandse luxe is, die de
samenleving veel energie kost. Zeker
nu de energieschaarste en de stijgende
energieprijzen meer in het licht staan,
kijkt men steeds kritischer naar de
glastuinbouw.
Van het totale agrarisch energiever
bruik komt zeker driekwart op reke
ning van de glastuinders. Dat is veel,
maar hun tegenprestatie is nog meer.
De glastuinbouw exporteert voor ruim
drie miljard gulden aan produkten die
kwalitatief goed zijn en die veel ge
vraagd worden. Vlak trouwens de
werkgelegenheid niet uit: de Neder
landse tuinbouw biedt werk voor 70.000
mensen.
Energiebesparingen
We blijven toch nog bij de vaak gehoor
de bezwaren tegen de „energiever-
spillende" tuinbouw. Het is maar wat
je onder energieverspilling verstaat:
de tuinbouw gebruikt energie, zet die
om in een ander (voedings- en sier
teelt) produkt en verhoogt de aard-
gaswaarde zelfs tot het vijf- a zes
voudige. Men zou beter van energie-ver-
edeling dan van energieverspilling
kunnen spreken. En wat betreft het
verwijt dat onze tuinbouw beter het
veld kan ruimen voor zonrijker gebie
den in Zuid Europa: deze fabel is nu
wel achterhaald. Allereerst heeft men
in zonrijke gebieden een groot water
en koelingsprobleem. Dat vraagt soms
meer energie dan het hele verwar-
mingsprocedé in Nederlandse tuin
bouwgebieden. Vervolgens zullen al
die eindprodukten uit de zonrijke, vaak
.niet koopkrachtige, streken getrans
porteerd moeten worden naar Noord
Europese consumptiecentra (Noord
Franrijk, Benelux, Engeland). De
energie die in transport gestoken wordt
is per saldo meer dan de bij ons
gebruikelijke verwarmingsenergie.
Voor onze nationale huishouding zal de
glastuinbouw onmisbaar blijven. Denk
maar aan de werkgelegenheid en de
exportopbrengsten. De tuinbouw pa
reert met wisselend succes de aanval
len die zowel vanuit Nederland als
vanuit Europese landen worden opge
zet. De tuinders beperken zich echter
niét tot de verdediging, zij gaan ook
over tot de aanval. De experimenten,
de nieuwe technieken en hét onderzoek
gericht op energiebesparing zijn niet
van de lucht. i
Elke gulden die gestoken wordt in
energiebesparing is goed besteed. De
tuinders schuwen de energiebespa-
ringsavonturen niet. Zelfs in een groot
landelijk dagblad is in een serie artike
len de innovatie-activiteit van de glas
tuinbouw zeer geprezen.
Onlangs opende de minister van Eco
nomische Zaken in Zuid Holland een
demonstratie-energie-arme kas, of
kortweg de Denarkas. Het tuinbouwbe
drijfsleven gaat proeven nemen met
verschillende kastypes die zullen uit
wijzen hoever de energiebesparing kan
gaan. Van glas naar kunststof; het lijkt
gemakkelijk en zal wellicht minder
verwarmingskosten vragen.
Van glasgevel naar dubbele gevels of
gevelschermen: het is aardig om te
proberen. De tuinder blijft voortdu
rend zitten met het dilemma isolatie-
lichtverlies. Ruwweg betekent isolatie
ook lichtverlies én 1% verlies van licht
leidt tot een evengrote opbrengstver
mindering. De tuinders zijn nog niet
ontmoedigd door het enorme energie
probleem dat zich voordoet en dat een
steeds groter aanval doet op hun
inkomen. Voor de Nederlandse econo
mie heeft de tuinbouw zijn grote nut
zeker bewezen. Maar weinig mensen
beseffen dat daarvoor een zware tol
wordt betaald door de tuinders zelf.
Vergeet immers niet dat de tuinder in
1976 nog 10.000 gulden wist te besparen,
maar dat hij het verleden jaar moest
stellen met een ontsparing (ja, lees het
goed: een negatieve besparing) van
6.000 gulden. Tel uit je verlies, zegt de
tuinder dan.
Van droogbloemen kunt u een hele winter en soms nog veel langer plezier
hebben. Ze zijn kleurig en u kunt er prachtige boeketten van maken. Had u ooit
gedacht dat u uw eigen droogbloemenboeket zou kunnen zaaien? Dat is
goedkoop, het geeft ontzettend veel voldoening en de resultaten zijn prachtig.
Wat hebt u daarvoor nodig: 2 m2
ruimte in de tuin, 7 pakjes bloemzaad
en 1 uurtje tuintrimmen. Op één van
die zonnige warme dagen die de maand
april ons geeft (het liefst in de 2e helft
van de maand) gaat u naar de tuinle-
verancier en neemt daar uit het rek de
volgende 7 kleurrijke zakjes: Zonne
bloemstro (Acroclinium roseum), Ko
gelamarant (Gomphrena globosa);
GeleAgeratum (Lonas inodora); Stro-
bloem (Helichrysum bracteatum
„Monstrosum"); Papierbloem (Helip-
terum manglesii); Lamsoor (Statiee
sinuata) en Siergrasmengsel.
Hoe zaait u droogbloemen?
Op een zonnige plek zetten we een
stukje van 2 m2 uit. Iets meer mag ook,
maar 2 m2 is voldoende.
De bovenlaag wordt met de spade
losgemaakt en vervolgens wordt de
grond goed fijn en vlak gemaakt met
de hark (pas op: geen bergen en
dalen!). Met behulp van een lijntje
trekken we nu op afstanden van 30 cm
van elkaar een zevental geultjes in
onze droogbloementuin. Let op dat de
geultjes niet te diep worden, 1 a 3 cm is
ruimschoots voldoende. Als dat ge
beurd is kunnen we het zaad aan
moeder aarde gaan toevertrouwen.
Denk erom dat u niet te dik zaait. De
inhoud van een pakje is meestal vol
doende voor plm. 2 meter. De hoger
groeiende soorten zoals de Strobloem
en de Lamsoor aan één kant naast
elkaar zaaien. Iets grotere afstanden
(bijv. 40 cm) bij deze soorten kan nooit
kwaad, maar is niet noodzakelijk. Na
het zaaien worden de geultjes dichtge
schoven, licht aangedrukt en klaar is
Kees.
Uitdunnen en oogsten
Na 2 a 3 weken kuntu zien of u toch nog
te dicht bij elkaar hebt gezaaid. Is dat
het geval dan moeten we deze regeltjes
nog even uitdunnen. Dat betekent dat
we het teveel aan plantjes voorzichtig
wegtrekken tot de plantjes op een
afstand van 1 a 2 cm van elkaar staan.
Daarna moeten we slechts geduld
oefenen tot we in juli/augustus onze
droogbloemen- kunnen plukken.
Als het zover is, plukken we kleine
bosjes en halen de onderste blaadjes
van de stelen af. Dat geeft de minste
kans op schimmelinfectie.De bosjes
worden met de bloemen naar beneden
opgehangen op een plaats waar de
bloemen langzaam en regelmatig dro
gen (op zolder, in de huiskamer, onder
de trap enz.
Denk er ook aan de bloemen niet te rijp
te plukken maar zoveel mogelijk in
knop. Het is een leuk gezicht, al die
kleurige boeketjes die je overal van
daan aankijken. Als dan de eerste
herfststorm tegen de ruiten loeit pak
ken we kannetjes, een paar kleine
schaaltjes en stukjes oasis. Met de
zelfgezaaide droogbloemen maakt u
dan enkele fraaie kleurrijke composi
ties. Afkomstig uit uw eigen tuin.
Naast de soorten die we genoemd
hebben zijn er nog enkele die prima
geschikt zijn om als droogbloemen te
fungeren: Kattestaart (Amaranthus);
Eenjarige Ridderspoor (Delphinium
ajacis); Ierse Klokken (Moluccella
laevis); Juffertje in 't groen (nigella
damascena); Siermais; Zandbloem
(Ammobium); Statiee suworowii en
Xeranthemum annuum.
De geur van het hooi is grotendeels uit de boerderijen verdwenen.
Ook op het land is nauwelijks meer hooi te vinden, omdat het gras tegenwoor
dig meestal wordt ingekuild. Daardoor heeft de moderne tijd het spelen in
het hooi vrijwel onmogelijk gemaakt. En dat is jammer voor de jonge en min
der jonge kinderen. Vooral in de wat vrijmoedige streekromans kon boeiend
verteld worden over de rol van het hooi in de vrijetijdsbesteding van de plattë-
landsjongeren rond de achttien.
Hooi was sinds mensenheugenis het
voedsel voor de koeien in de winter.
In de zomer groeit het gras erg snel.
Een deel eten de koeien direct op.
Het andere deel wordt gemaaid en op
geborgen voor de winter.
Vers gemaaid gras bestaat voor 80%
uit water. Het kan daarom niet zo
maar op een hoop worden gegooid,
want dan gaat het broeien, rotten of
schimmelen. In ieder geval is het dan
niet meer te eten. Door het gras in
de zon te drogen tot 20% vocht is het
wel goed houdbaar. Het is dan hooi
geworden.
Het winnen van hooi is echter uit de
mode geraakt door drie problemen.
Om goed hooi te winnen heb je een
week lang felle zon en wind nodig
om het gras snel en goed te drogen.
Zulke weken hebben we echter te wei
nig in ons klimaat zodat de hooiwin-
ning vaak half en half mislukt.
De voedingswaarde is dan belangrijk
minder. Zolang het gemaaide gras
op het land ligt te drogen staat de
groei van nieuw gras vrijwel stil.
Ook kan de boer geen kunstmest
strooien om de groei te bevorderen.
Dat betekent dat de grasgroei tijdens
de hooiwinning minstens een week en
soms nog langer stil staat. In de der
de plaats brengt de hooioogst altijd
spanningen met zich mee door de gro
te afhankelijkheid van het weer. De
keuze van de boer op vrijdagmorgen
in het hooiland is erg moeilijk als het
hooi eigenlijk nog niet droog genoeg
is, en de weerberichten voorspellen re
gen in het weekeinde. Het hooi wel
inhalen betekent kans op broei omdat
praktische tips
voor fotografen
in de vorm van
een foto drieluik
Vorige week zijn we een avondje bij vrienden op bezoek geweest..
Naast het gebruikelijke bijpraten en het uitwisselen van vakantie-
ervaringen, was er nog een bijzondere reden. Onze vrienden zijn na
melijk enthousiaste filmers, vooral de vrouwelijke helft van het
echtpaar. Natuurlijk ging op een goed moment het licht uit en be
gon de al klaar staande projektor te snorren. En we beleefden op een
heel direkte manier de vakantie van dat gezin ergens in Frankrijk.
We zagen de camping, maakten mooie tochten, hoorden zelfs het
ruisen van de waterval, die ze hadden bezocht. Kortom, het was een
fijne ervaring om zo, op een donkere herfstavond, via het scherm
hun vakantie te kunnen zien en beleven.
Een van de gefilmde onderwerpen had mijn bijzon
dere belangstelling. Ik ben namelijk gek op de sfeer
van de markt; vooral als het om echte plattelands-
markten gaat. .Daar komt de bevolking uit de om
trek met de produkten, die ze zelf gekweekt of ge
plukt hebben. Je zag mensen met fruit en padde
stoelen, noten, forellen to kippen. Die vriendin
had daar veel kansen benut en het was erg leuk om
te kijken naar de bijzondere sfeer van zo'n markt
op het franse platteland.
"Wat jammer", zei ik "dat je daar ook geen foto's
hebt gemaakt. Dan had ik ze kunnen gebruiken
voor mijn "Stripverhaal". Ik had geluk. Na die
film kregen we ook een aantal dia's te zien. Een
paar daarvan waren gewijd aan de markt, zodat ik
deze hier kan laten zien. Dat vrouwtje bij de grote
kazen... de bloemenkoopman en ook het wegen
van de kip met zo'n primitieve bascule. Die film en
deze serie dia's... 't zijn mooie herinneringen aan
een geslaagde vakantie.
het hooi nog niet voldoende verwelkt
is.
Het hooi laten liggen zal vrijwel zeker
betekenen dat de voedingswaarde door
de regen belangrijk achteruitgaat en
het land nog niet vrijkomt voor nieuwe
grasgroei. Die keuze is des te moei
lijker omdat bij een fikse hooibroei
het hooi spontaan in brand vliegt én
de boerderij in de as wordt gelegd.
Kuilvoer komt op
Op grond van deze drie bezwaren is
het geurige hooi op de meeste boer
derijen vervangen door het voor de
buitenstaanders enigszins stinkende
kuilgras Dit ingekuilde gras wordt op
een geheel andere manier houdbaar
gemaakt voor de winter. In hooi krij
gen de verschillende schadelijke bac
teriën en schimmels geen kans omdat
het hooi droog is.
Alleen droog hooi is houdbaar.
Bij het ingekuilde gras worden de scha
delijke bacteriën en de schimmels bui
ten de deur gehouden door het gras
volledig af te sluiten van de buiten
lucht. Gras in de kuil is jaren houd
baar als er maar geen lucht (zuurstof)
bijkomt. Het inkuilen van het gras gaat
als volgt. Na het maaien wordt het
gras regelmatig geschud zodat het een
klein beetje indroogt. Na twee dagen,
als het vochtgehalte is teruggelopen
van 80% naar 60%, wordt het op een
grote hoop gebracht naast de boerde
rij.
Tijdens het opbouwen van de hoop
rijdt de grootste trekker van het be
drijf verzwaard met gewichten de hele
dag op de hoop heen en weer.
Die trekker moet door zijn gewicht
het gras in elkaar drukken en de lucht
er uit persen. Als al het gras op die
manier op de hoop is gebracht komt
er een groot plastic zeil overheen dat
in de grond wordt ingegraven. De hele
hoop is dan luchtdicht afgesloten en het
gras kan tot de winter worden be
waard.
Onder het plastic zorgen bepaalde
bacteriën voor een gisting, die het
gras wat zuur maakt. In dit enigs
zins zure gras kunnen schadelijke bac
teriën niet leven, zodat het niet gaat
rotten of broeien. De voedingswaar
de blijft behouden en de koeien vin
den het nog lekker ook.
Ingekuild gras is dus eigenlijk net
zuurkool uit het vat, maar dan veel
droger. Door dit systeem van voeder-
winning is de boer voor een groot
deel onafhankelijk van het weer, ook
kunstmest kan twee dagen na het
maaien al weer worden gestrooid, het
gras kan direct weer gaan groeien
en als het toch nog mislukt vliegt de
boerderij niet in brand. Daarom is het
hooi vrijwel uit de schuren ver
dwenen en liggen nu de hopen kuil
gras onder plastic op de erven.
Hooi verdwijnt nooit helemaal
Door de opkomst van het kuilgras is
alle hooi overigens nog niet verdwe
nen. Veel boeren willen graag wel wat
hooi in de schuur achter de hand
hebben. In barre winters, als de kuil-
hopen buiten op het erf door de sneeuw
of vorst moeilijk bereikbaar zijn, gaan
ze dan hooi voeren. De meeste boeren
winnen trouwens ook ieder jaar wat
hooi voor de kalveren en de zieke koei
en. Een zieke koe verdraagt hooi als
regel wat beter dan kuilgras. Wat slap
pe thee met een beschuit is voor een
grieperig mens, zijn water en hooi
voor een ziekelijke koe.