Zelf zaaien is gemakkelijker dan u denkt Zaaien is niet moeilijk maar leuk Zaai uw eigen droogbloemen Waarom hooi zeldzaam wordt Waar blijvel? al die maisIioï?eh? Zelf zaaien is pas echt tuinieren Zaaien, hoeveel eeuwen al? FOTO STRIP. VER HAAL J Tuinders niet in maar óp de kast jagen Een winter lang zomerzon uit eigen tuin: A 26 26 Soester Courant van woensdag 15 april 1981 De graansoort die in ons land het laatst geoogst wordt is snijmais. Dit gewas wordt omstreeks deze tijd van het land gehaald. In korte tijd is snijmais een van be langrijkste akkerbouwgewassen ge worden. Samen met aardappelen, tarwe en suikerbieten vormt hij de grote vier van onze akkers. Snijmais is uitstekend voer voor rundvee. Sinds een jaar of tien zijn er mais- rassen beschikbaar die het in ons klimaat goed doen (mais is van oor sprong een tropisch gewas). In ons land gaat het bij de maisoogst niet alleen om de korrels van de kolven. De hele, meer dan manshoge plant wordt met een machine, een veldhak- selaar, afgesneden en in stukjes van vier tot acht milimeter verhakseld. Stengel, blad en kolf komen dus in heel kleine stukjes uit de hakselaar in een kipwagen terecht. Vervolgens wordt er meestal een kuil van ge maakt, of het komt in een silo te recht. Met een kuil wordt een voeder- hoop bedoeld, die met plastic lucht dicht wordt afgesloten. Koeien, die dol zijn op dit voer, eten hier de hele winter van. De oogst van andere graansoorten, zoals tarwe, gebeurde in de afgelopen zomermaanden. Grote maaidorsers sneden de halmen van de akkers en dorsten de korrels uit de aren. Er zijn tegenwoordig maaidorsers in ge bruik die een werkbreedte van twin tig voet hebben (een voet is dertig centimeter). Deze reuzen kunnen 2 hectare (plm. 20.000 m2) per uur aan - dit komt neer op het oogsten van tien tot twaalf ton graan per uur. Het maaidorsen gebeurt vaak door een loonbedrijf. Het zelf aanschaffen van zo'n kostbare, machine is voor veel boeren te onvoordelig. Korrels en stro (de halm) gaan in één gang door de maaidorser. Het stro wordt op het land geworpen (en later in balen geperst) en de korrels worden opgevangen in de tank van de machine. Met een kipwagen wordt het geoogste graan naar opslagsilo's in de schuur van de boerderij of bij handelsondernemingen gebracht. Het goed bewaren van graan is een hele kunst. Er moet worden gezorgd voor een goede temperatuur en een juiste vochtigheidsgraad. Tegenwoordig laten we alle produkten steeds meer „panklaar" tot ons komen. Diepvriesmaaltijden, blikken en pakken, we zouden bijna van de natuur vervreemden. Al die kant-en-klare produkten zijn natuurlijk wel erg gemakke lijk en snel klaar, maar de voldoening, de spanning en het plezier van zelf zaai en kennen we niet meer. Weten we eigenlijk nog wel hoe onze dagelijkse groenten groeien? De tijd van de boon in het sponsje van de griffeldoos is definitief voorbij. Maar toen wist ieder kind precies te vertellen hoe er uit een enkel boontje toch een plant kan groeien. Zaaien is niet moeilijk. Het geeft bij de meeste soorten snel resultaten (soms al binnen 14 dagen) en bovendien zijn die resultaten tot op zekere hoogte ge waarborgd. Als u de gebruiksaanwij zing op de zakjes volgt kan er bijna niets fout gaan. Zaaien kan zelfs als u geen tuin hebt. We zien tegenwoordig leuke groente tuintjes op een balkon of voor een keu kenraam. Radijs en tuinkers Neem nu eens radijs. Iedereen kent de pittige smaak. En iedereen weet dat deze frisse bolletjes vitaminerijk en dus gezond zijn. Minder bekend is dat niet alle radijs hetzelfde is. Er bestaan (zoals een oud liedje al zegt) rode en witte soor ten. Er is zelfs een soort dat half rood en half wit wordt. Bovendien hoeft de vorm niet rond t^ zijn: ook langwerpige en zelfs lange soorten bestaan. Al in het vroege voorjaar kan radijs zowel buiten in de tuin als in een bal- konbak (minstens 10 cm. aarde) ge zaaid worden. Maar ook voor het raam laat radijs zich erg vroeg zaaien. Al na enkele dagen zult u zich verbazen en verheugen over de leuke kiemplant- jes. Bijna dagelijks zult u deze vlugge plantjes verder omhoog zien komen. Nog vlugger gaat het om de tuinkers, ook wel sterkers genoemd. Het hele jaar door neemt de tuinkers genoegen met een natgehouden stukje schuimplastic op een schoteltje. Al veertien dagen na het zaaien kan de ze, ook vitaminerijke, versnapering gegeten worden. Wist u trouwens dat kanarievogels dol zijn op tuinkers en dat het in de win termaanden een welkome aanvulling op hun menu is? Spinazie kunt u ook erg gemakkelijk in de tuin zaaien. Mooi op rijtjes en vooral niet te dik zaaien, want de blad- rijke plantjes hebben veel ruimte no dig. Spinazie is er in vele soorten te koop. Neemt u in het voorjaar het spi- nazieras „Breedblad Scherpzaad Zo mer" eens. U zult zien dat het een succes wordt. Proberen U merkt het wel: zaaien is inderdaad niet zo moeilijk. U moet het gewoon eens proberen. Begint u niet al te om vangrijk en te groots. Maar neem eerst de radijs en de tuinkers bijvoor beeld. Of de spinazie. Betrek uw kinderen erbij. Het zou een leuke hobby voor ze kunnen worden en het is nog leerzaam ook Nèast groenten zijn er ook nog heel wat leuke planten en bloemen die uw tuin zouden kunnen verrijken. Ook daarvoor geldt: eerst eens wat pro beren, u zult zien hoe makkelijk het gaat en hoe leuk het is. Wat is er leuker dan zelf uw eigen groenten, planten en bloemen te zaaien? Moeilijk? Dat valt reuze mee. ledereen kan zaaien. Het gaat bijna vanzelf. U moet alleen af en toe wat helpen. Zaaien is zo leuk omdat het veel voldoening geeft. Wat is er dankbaarder dan te kunnen wijzen op een eigen produkt in de tuin of in de vensterbank? Om trots aan tafel te kunnen zeggen: „Dit is nou groente uit eigen tuin". Greduld hoeft u er nauwelijks voor te hebben. Wel een plekje waar u het saad kunt laten kiemen. Een lichtrijke plaats is noodzakelijk voor een goede groei van de kiemplantjes. U kunt bin nen in een zaaibakje zaaien, of buiten in de volle grond, als de soort het toe laat. i Tegen de tijd dat u anders volwassen planten voor uw kamer zou kopen, hebt u uw eigen produkt al klaar. En bovendien bent u er nog een stuk voordeliger mee uit. Ms u echt van de natuur houdt en dus /an planten, dan is het iedere keer veer spannend om het gehele groeipro ces van het zaadje tot plant mee te ■naken. Zaai eens wat origineels 'J hebt altijd succes (bij uzelf en bij inderen) als u eens iets zaait wat ie niet elke dag ziet. Vooral die groen- esoorten die zo exclusief zijn dat de groenteman ze nauwelijks heeft, zijn ie moeite waard. Als ze tenminste n ons klimaat kunnen groeien. Maar ils u in Nederland het zaad kunt ko- >en zit dat wel goed. iJssla is ook sla, maar toch weer an- iers als kropsla. Houdt u van iets pittigs, probeer dan eens ramme- las, een frissmakende kruidige witte vortel. In fijne plakjes heerlijk bij een rilsje of als extra smaakmaker bij jen groene salade. Gemakkelijk te telen, direct in de vol- egrond te zaaien, is de Courgette >f Zuchetti, uitheems hier, maar och eenvoudig op te kweken. De kom- commerachtige vruchten kunnen in slakjes gestoofd worden en op smaak gebracht als een gezonde en lekkere groente gegeten worden. 'J legt er beslist eer mee in als uw groentetuin blijk geeft van een frisse tijk op wat er aan smakelijks en Tieuws te zaaien valt. Het geeft u bo vendien kans eens af te wijken van het oude vertrouwde patroon van groenten. Een beetje avonturen in uw tuin kan echt geen kwaad en het re sultaat zal u zeker tevreden stellen. Zelf zaaien is geen probleem. Als u maar uitgaat van een goede kwaliteit zaad en als u zich houdt aan de gebruiksaanwijzing op het zakje is resultaat gewaarborgd. U kunt dan mooie gezonde platen verwachten, een lust voor het oog en, in geval van groente, voortreffelijk van smaak. Die gebruiksaanwijzing is er niet voor niets. Experts hebben er veel tijd aan besteed de juiste opkweekmethode per soort op te sporen. Niet alleen ter voorkoming van teleurstellingen, maar vooral om een zekere mate van garantie voor succes te kunnen geven. Zaaien en vooral het volgen van de re sultaten ervan is een plezierig tijdver drijf. Het geeft voldoening om uw „eigen zaadjes" te zien opgroeien tot volwassen planten. Wat is er gezonder dan zelfgekweekte groente? En welke bloemen zijn mooier dan die u zelf opgekweekt hebt? Zaaitips Om u alvast een eindje op weg te hel pen zullen wij u enkele zaaitips geven. Zaaien kunt u binnen en buiten doen. Binnen in een zaaibakje dat liefst bo ven de verwarming en voor het raam staat. De zaden die u moet voorzaai- ei^ in een bakje kunnen meestal op een later tijdstip in de volle grond gezaaid worden. En alles wat buiten gezaaid kan worden bespaart u werk en het re sultaat is er beslist niet minder om. Natuurlijk zijn er ook heel wat soorten die al op een vroeg tijdstip in de vol le grond gezaaid kunnen worden. Ra dijs kunt u bijvoorbeeld in het vroege voorjaar zaaien. Zoals elk levend wezen heeft ook zaad behoefte aan een aantal zaken als voe ding, warmte, lucht en licht. Geef de ze dan ook in voldoende mate. Maar nooit te overvloedig. Teveel zon geeft verbranding, teveel water verzuipt en verschimmelt, teveel lucht in de bo dem geeft te weinig contact met de voedingsbodem en teveel voeding ver oorzaakt een te welige groei en, bij bloemen, te weinig bloei. Natuurlijk is te weinig ook niet goed. Als u zich aan het zaaien zet en de resultaten volgt (en dat is natuurlijk één van de spannendste dingen) zult u al snel de gulden middenweg vinden. Begin in ieder geval met een luchtige grond, zowel in zaaibakjes als in de tuin. In een zaaibak kunt u het beste een goede zaaigrond gebruiken die voor weinig geld in de goede tuinwin- kel/zaadhandel te koop is. In de tuin moet u de grond goed om werken en losmaken. Als de grond door teveel vocht of door de samen stelling is dichtgeslagen, krijgen de wortels niet voldoende lucht. Maak er geen begrafenis van! Zaai nooit te diep. Zaad moet de kans krijgen zijn groeiende kiem boven de grond te krijgen en wil zo snel moge lijk licht zien en lucht „inademen". Als u het zaad te ondiep zaait, ver bruikt het teveel energie. Energie die beter bij de bovengrondse groei gebruikt kan worden. Een vuistregel: heel fijn zaad erg on diep zaaien of bovenop de grond en dan aandrukken; grover zaad mag wat dieper, maar nooit meer dan 1 a 2 cm. Druk de grond niet te vast aan, an ders wordt het benauwd door lucht- gebrek. Proberen U merkt dat u met enkele tips al bijna een deskundige op zaaigebied geworden bent. Het is allemaal zo moeilijk niet, maar wel erg leuk. Maar dat zult u pas met ons eens zijn als u het een keer zelf gepro beerd hebt. We mogen rustig aannemen dat het opkweken van groentegewassen al eeuwenlang wordt uitgeoefend. Vooral in kloostertuinen kon men rond 1500 verschillende gewassen aantreffen die bij ons nog heel gebruikelijk zijn. Om over het zaad voor het volgende jaar te beschikken werden niet alle produkten geoogst. Een aantal gewassen liet men staan om er zaad van te winnen. Het telen van zaad voor de handel is rond het jaar 1800 van de grond gekomen. In het midden van de vorige eeuw verschenen de eerste zaadprijscouranten. In de prijscouranten van rond de eeuwwisseling komt al een enorm uitgebreid assortiment groente- en bloemzaden voor. Een drietal gewassen van toen, maar ook nu nog zeer populair, zullen we er eens uitlichten. Daarbij moet u natuur lijk wel bedenken dat de rassen van toen wel veranderingen hebben onder gaan in vorm, kwaliteit enz. Wortelen Eén van de oudere gewassen. Rassen als Amsterdamse Bak, halflange van Nantes, Flakkese en Berlicummer kende men al vroeg. Daarnaast kwamen er vele andere rassen voor, die inmiddels grotendeels zijn verdwenen. Men maakt onderscheid tussen zomer- wortelen, die direct geconsumeerd worden en winter-wortelen om te be waren. Vanaf maart tot juli kunnen de zomer- wortelen worden gezaaid. De groeittijd is ca. 3 maanden. De winter-wortelen moeten van half april tot juni gezaaid worden. Belangrijk voor de teelt van wortelen is een losse voedzame grond. Op zware grond wil het met de lange wortels niet zo best lukken, gebruik daarvoor de ronde worteltjes. Ter voorkoming van wormstekigheid in het gewas raadplege men de leverancier. Rode bietjes of kroten De keus is hier minder groot. Er worden 2 typen onderscheiden. Voor uitzaai eind maart gebruikt men het ras Egyptische platronde dat vrij on gevoelig is voor schieten. Voor de teelt van zomerkroten, uitzaai vanaf mei tot juli, is het hoofdras dronkerrode kogel of Detroit. De laatgezaaide kroten zijn voor comsumptie in de herfst of in de winter. Een voordeel van kroten is dat ze op alle grondsoorten groeien. Tomaten Een reeds eeuwenlang bekend gewas dat afkomstig is uit Zuid-Amerika. De consumptie van de vruchten is pas 100 jaar geleden in zwang gekomen. Te genwoordig zijn er rassen die ook in ons land buiten opgroeien. Een nieuwe mogelijkheid is om tomaten in een emmer op balkon op te kweken. Deze rassen worden niet hoger dan 100 cm. Een tomaat heeft graag een zonnig plekje. In april/mei zaaien in huis, overpotten en na half mei in de tuin of in een emmer op balkon uitplanten. De plant gebruikt vrij veel vocht, dus regelmatig water geven en ook mest natuurlijk. De vleestomaten zijn mo menteel erg in. In het algemeen is de tomaat een makkelijke plant waarvan men vele vruchten kan plukken, mits ze goed verzorgd wordt. Veel mensen denken aan energie als ze het woord glastuinbouw horen. Het is een feit dat de glastuinder naar verhouding veel energie verbruikt. Hoewel de tuinder ten onrechte als energieverspiller wordt beschuldigd, zijn er weinigen in ons land die zo intensief bezig zijn met energiebe- sparingsproeven. Die inspanningen verdwijnen tussen alle beschuldigin gen door wel eens in de mist. De glastuinbouw in Nederland kan niet zonder energie, want het produktie- proces onder glas heeft verwarming nodig. Tot voor enkele jaren stookte de tuinder vooral (milieuvervuilende) olie. Op advies en met steun van de over heid stookt de glastuinbouw nu voor het grootste gedeelte (milieuschoon) aard gas. Sommigen zeggen dat dit een overbodige Nederlandse luxe is, die de samenleving veel energie kost. Zeker nu de energieschaarste en de stijgende energieprijzen meer in het licht staan, kijkt men steeds kritischer naar de glastuinbouw. Van het totale agrarisch energiever bruik komt zeker driekwart op reke ning van de glastuinders. Dat is veel, maar hun tegenprestatie is nog meer. De glastuinbouw exporteert voor ruim drie miljard gulden aan produkten die kwalitatief goed zijn en die veel ge vraagd worden. Vlak trouwens de werkgelegenheid niet uit: de Neder landse tuinbouw biedt werk voor 70.000 mensen. Energiebesparingen We blijven toch nog bij de vaak gehoor de bezwaren tegen de „energiever- spillende" tuinbouw. Het is maar wat je onder energieverspilling verstaat: de tuinbouw gebruikt energie, zet die om in een ander (voedings- en sier teelt) produkt en verhoogt de aard- gaswaarde zelfs tot het vijf- a zes voudige. Men zou beter van energie-ver- edeling dan van energieverspilling kunnen spreken. En wat betreft het verwijt dat onze tuinbouw beter het veld kan ruimen voor zonrijker gebie den in Zuid Europa: deze fabel is nu wel achterhaald. Allereerst heeft men in zonrijke gebieden een groot water en koelingsprobleem. Dat vraagt soms meer energie dan het hele verwar- mingsprocedé in Nederlandse tuin bouwgebieden. Vervolgens zullen al die eindprodukten uit de zonrijke, vaak .niet koopkrachtige, streken getrans porteerd moeten worden naar Noord Europese consumptiecentra (Noord Franrijk, Benelux, Engeland). De energie die in transport gestoken wordt is per saldo meer dan de bij ons gebruikelijke verwarmingsenergie. Voor onze nationale huishouding zal de glastuinbouw onmisbaar blijven. Denk maar aan de werkgelegenheid en de exportopbrengsten. De tuinbouw pa reert met wisselend succes de aanval len die zowel vanuit Nederland als vanuit Europese landen worden opge zet. De tuinders beperken zich echter niét tot de verdediging, zij gaan ook over tot de aanval. De experimenten, de nieuwe technieken en hét onderzoek gericht op energiebesparing zijn niet van de lucht. i Elke gulden die gestoken wordt in energiebesparing is goed besteed. De tuinders schuwen de energiebespa- ringsavonturen niet. Zelfs in een groot landelijk dagblad is in een serie artike len de innovatie-activiteit van de glas tuinbouw zeer geprezen. Onlangs opende de minister van Eco nomische Zaken in Zuid Holland een demonstratie-energie-arme kas, of kortweg de Denarkas. Het tuinbouwbe drijfsleven gaat proeven nemen met verschillende kastypes die zullen uit wijzen hoever de energiebesparing kan gaan. Van glas naar kunststof; het lijkt gemakkelijk en zal wellicht minder verwarmingskosten vragen. Van glasgevel naar dubbele gevels of gevelschermen: het is aardig om te proberen. De tuinder blijft voortdu rend zitten met het dilemma isolatie- lichtverlies. Ruwweg betekent isolatie ook lichtverlies én 1% verlies van licht leidt tot een evengrote opbrengstver mindering. De tuinders zijn nog niet ontmoedigd door het enorme energie probleem dat zich voordoet en dat een steeds groter aanval doet op hun inkomen. Voor de Nederlandse econo mie heeft de tuinbouw zijn grote nut zeker bewezen. Maar weinig mensen beseffen dat daarvoor een zware tol wordt betaald door de tuinders zelf. Vergeet immers niet dat de tuinder in 1976 nog 10.000 gulden wist te besparen, maar dat hij het verleden jaar moest stellen met een ontsparing (ja, lees het goed: een negatieve besparing) van 6.000 gulden. Tel uit je verlies, zegt de tuinder dan. Van droogbloemen kunt u een hele winter en soms nog veel langer plezier hebben. Ze zijn kleurig en u kunt er prachtige boeketten van maken. Had u ooit gedacht dat u uw eigen droogbloemenboeket zou kunnen zaaien? Dat is goedkoop, het geeft ontzettend veel voldoening en de resultaten zijn prachtig. Wat hebt u daarvoor nodig: 2 m2 ruimte in de tuin, 7 pakjes bloemzaad en 1 uurtje tuintrimmen. Op één van die zonnige warme dagen die de maand april ons geeft (het liefst in de 2e helft van de maand) gaat u naar de tuinle- verancier en neemt daar uit het rek de volgende 7 kleurrijke zakjes: Zonne bloemstro (Acroclinium roseum), Ko gelamarant (Gomphrena globosa); GeleAgeratum (Lonas inodora); Stro- bloem (Helichrysum bracteatum „Monstrosum"); Papierbloem (Helip- terum manglesii); Lamsoor (Statiee sinuata) en Siergrasmengsel. Hoe zaait u droogbloemen? Op een zonnige plek zetten we een stukje van 2 m2 uit. Iets meer mag ook, maar 2 m2 is voldoende. De bovenlaag wordt met de spade losgemaakt en vervolgens wordt de grond goed fijn en vlak gemaakt met de hark (pas op: geen bergen en dalen!). Met behulp van een lijntje trekken we nu op afstanden van 30 cm van elkaar een zevental geultjes in onze droogbloementuin. Let op dat de geultjes niet te diep worden, 1 a 3 cm is ruimschoots voldoende. Als dat ge beurd is kunnen we het zaad aan moeder aarde gaan toevertrouwen. Denk erom dat u niet te dik zaait. De inhoud van een pakje is meestal vol doende voor plm. 2 meter. De hoger groeiende soorten zoals de Strobloem en de Lamsoor aan één kant naast elkaar zaaien. Iets grotere afstanden (bijv. 40 cm) bij deze soorten kan nooit kwaad, maar is niet noodzakelijk. Na het zaaien worden de geultjes dichtge schoven, licht aangedrukt en klaar is Kees. Uitdunnen en oogsten Na 2 a 3 weken kuntu zien of u toch nog te dicht bij elkaar hebt gezaaid. Is dat het geval dan moeten we deze regeltjes nog even uitdunnen. Dat betekent dat we het teveel aan plantjes voorzichtig wegtrekken tot de plantjes op een afstand van 1 a 2 cm van elkaar staan. Daarna moeten we slechts geduld oefenen tot we in juli/augustus onze droogbloemen- kunnen plukken. Als het zover is, plukken we kleine bosjes en halen de onderste blaadjes van de stelen af. Dat geeft de minste kans op schimmelinfectie.De bosjes worden met de bloemen naar beneden opgehangen op een plaats waar de bloemen langzaam en regelmatig dro gen (op zolder, in de huiskamer, onder de trap enz. Denk er ook aan de bloemen niet te rijp te plukken maar zoveel mogelijk in knop. Het is een leuk gezicht, al die kleurige boeketjes die je overal van daan aankijken. Als dan de eerste herfststorm tegen de ruiten loeit pak ken we kannetjes, een paar kleine schaaltjes en stukjes oasis. Met de zelfgezaaide droogbloemen maakt u dan enkele fraaie kleurrijke composi ties. Afkomstig uit uw eigen tuin. Naast de soorten die we genoemd hebben zijn er nog enkele die prima geschikt zijn om als droogbloemen te fungeren: Kattestaart (Amaranthus); Eenjarige Ridderspoor (Delphinium ajacis); Ierse Klokken (Moluccella laevis); Juffertje in 't groen (nigella damascena); Siermais; Zandbloem (Ammobium); Statiee suworowii en Xeranthemum annuum. De geur van het hooi is grotendeels uit de boerderijen verdwenen. Ook op het land is nauwelijks meer hooi te vinden, omdat het gras tegenwoor dig meestal wordt ingekuild. Daardoor heeft de moderne tijd het spelen in het hooi vrijwel onmogelijk gemaakt. En dat is jammer voor de jonge en min der jonge kinderen. Vooral in de wat vrijmoedige streekromans kon boeiend verteld worden over de rol van het hooi in de vrijetijdsbesteding van de plattë- landsjongeren rond de achttien. Hooi was sinds mensenheugenis het voedsel voor de koeien in de winter. In de zomer groeit het gras erg snel. Een deel eten de koeien direct op. Het andere deel wordt gemaaid en op geborgen voor de winter. Vers gemaaid gras bestaat voor 80% uit water. Het kan daarom niet zo maar op een hoop worden gegooid, want dan gaat het broeien, rotten of schimmelen. In ieder geval is het dan niet meer te eten. Door het gras in de zon te drogen tot 20% vocht is het wel goed houdbaar. Het is dan hooi geworden. Het winnen van hooi is echter uit de mode geraakt door drie problemen. Om goed hooi te winnen heb je een week lang felle zon en wind nodig om het gras snel en goed te drogen. Zulke weken hebben we echter te wei nig in ons klimaat zodat de hooiwin- ning vaak half en half mislukt. De voedingswaarde is dan belangrijk minder. Zolang het gemaaide gras op het land ligt te drogen staat de groei van nieuw gras vrijwel stil. Ook kan de boer geen kunstmest strooien om de groei te bevorderen. Dat betekent dat de grasgroei tijdens de hooiwinning minstens een week en soms nog langer stil staat. In de der de plaats brengt de hooioogst altijd spanningen met zich mee door de gro te afhankelijkheid van het weer. De keuze van de boer op vrijdagmorgen in het hooiland is erg moeilijk als het hooi eigenlijk nog niet droog genoeg is, en de weerberichten voorspellen re gen in het weekeinde. Het hooi wel inhalen betekent kans op broei omdat praktische tips voor fotografen in de vorm van een foto drieluik Vorige week zijn we een avondje bij vrienden op bezoek geweest.. Naast het gebruikelijke bijpraten en het uitwisselen van vakantie- ervaringen, was er nog een bijzondere reden. Onze vrienden zijn na melijk enthousiaste filmers, vooral de vrouwelijke helft van het echtpaar. Natuurlijk ging op een goed moment het licht uit en be gon de al klaar staande projektor te snorren. En we beleefden op een heel direkte manier de vakantie van dat gezin ergens in Frankrijk. We zagen de camping, maakten mooie tochten, hoorden zelfs het ruisen van de waterval, die ze hadden bezocht. Kortom, het was een fijne ervaring om zo, op een donkere herfstavond, via het scherm hun vakantie te kunnen zien en beleven. Een van de gefilmde onderwerpen had mijn bijzon dere belangstelling. Ik ben namelijk gek op de sfeer van de markt; vooral als het om echte plattelands- markten gaat. .Daar komt de bevolking uit de om trek met de produkten, die ze zelf gekweekt of ge plukt hebben. Je zag mensen met fruit en padde stoelen, noten, forellen to kippen. Die vriendin had daar veel kansen benut en het was erg leuk om te kijken naar de bijzondere sfeer van zo'n markt op het franse platteland. "Wat jammer", zei ik "dat je daar ook geen foto's hebt gemaakt. Dan had ik ze kunnen gebruiken voor mijn "Stripverhaal". Ik had geluk. Na die film kregen we ook een aantal dia's te zien. Een paar daarvan waren gewijd aan de markt, zodat ik deze hier kan laten zien. Dat vrouwtje bij de grote kazen... de bloemenkoopman en ook het wegen van de kip met zo'n primitieve bascule. Die film en deze serie dia's... 't zijn mooie herinneringen aan een geslaagde vakantie. het hooi nog niet voldoende verwelkt is. Het hooi laten liggen zal vrijwel zeker betekenen dat de voedingswaarde door de regen belangrijk achteruitgaat en het land nog niet vrijkomt voor nieuwe grasgroei. Die keuze is des te moei lijker omdat bij een fikse hooibroei het hooi spontaan in brand vliegt én de boerderij in de as wordt gelegd. Kuilvoer komt op Op grond van deze drie bezwaren is het geurige hooi op de meeste boer derijen vervangen door het voor de buitenstaanders enigszins stinkende kuilgras Dit ingekuilde gras wordt op een geheel andere manier houdbaar gemaakt voor de winter. In hooi krij gen de verschillende schadelijke bac teriën en schimmels geen kans omdat het hooi droog is. Alleen droog hooi is houdbaar. Bij het ingekuilde gras worden de scha delijke bacteriën en de schimmels bui ten de deur gehouden door het gras volledig af te sluiten van de buiten lucht. Gras in de kuil is jaren houd baar als er maar geen lucht (zuurstof) bijkomt. Het inkuilen van het gras gaat als volgt. Na het maaien wordt het gras regelmatig geschud zodat het een klein beetje indroogt. Na twee dagen, als het vochtgehalte is teruggelopen van 80% naar 60%, wordt het op een grote hoop gebracht naast de boerde rij. Tijdens het opbouwen van de hoop rijdt de grootste trekker van het be drijf verzwaard met gewichten de hele dag op de hoop heen en weer. Die trekker moet door zijn gewicht het gras in elkaar drukken en de lucht er uit persen. Als al het gras op die manier op de hoop is gebracht komt er een groot plastic zeil overheen dat in de grond wordt ingegraven. De hele hoop is dan luchtdicht afgesloten en het gras kan tot de winter worden be waard. Onder het plastic zorgen bepaalde bacteriën voor een gisting, die het gras wat zuur maakt. In dit enigs zins zure gras kunnen schadelijke bac teriën niet leven, zodat het niet gaat rotten of broeien. De voedingswaar de blijft behouden en de koeien vin den het nog lekker ook. Ingekuild gras is dus eigenlijk net zuurkool uit het vat, maar dan veel droger. Door dit systeem van voeder- winning is de boer voor een groot deel onafhankelijk van het weer, ook kunstmest kan twee dagen na het maaien al weer worden gestrooid, het gras kan direct weer gaan groeien en als het toch nog mislukt vliegt de boerderij niet in brand. Daarom is het hooi vrijwel uit de schuren ver dwenen en liggen nu de hopen kuil gras onder plastic op de erven. Hooi verdwijnt nooit helemaal Door de opkomst van het kuilgras is alle hooi overigens nog niet verdwe nen. Veel boeren willen graag wel wat hooi in de schuur achter de hand hebben. In barre winters, als de kuil- hopen buiten op het erf door de sneeuw of vorst moeilijk bereikbaar zijn, gaan ze dan hooi voeren. De meeste boeren winnen trouwens ook ieder jaar wat hooi voor de kalveren en de zieke koei en. Een zieke koe verdraagt hooi als regel wat beter dan kuilgras. Wat slap pe thee met een beschuit is voor een grieperig mens, zijn water en hooi voor een ziekelijke koe.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1981 | | pagina 26