VERTROUWEN IS DE ZIEL VAN DE HANDEL
PROCAR
PROCAR
PROCAR
PROCAR
PROCAR
JWE
N
E.'
2995,-
4900,-
2495-
4695,-
2695-
2895,-
3295,-
1495,-
1785,-
2295,-
795,-
998r
3995,-
1995,-
1995,-
18
EZZSZ9BB3B&S
«róxn
kd
19
19
André v.d. Dijssel:
12 mei j.1., werd hij 53 jaar. Niets bijzonders. Er zijn dui
zenden mensen in ons land die op deze datum hun verjaardag
vieren en dan nog 53 worden.
Het jarig zijn van de hoofdrolspeler in dit verhaal is allerminst
de aanleiding op deze pagina aandacht aan hem en zijn zaak
te schenken. Zou dat het geval zijn geweest dan kunnen wij
nog wel even. Waarom dan wel zult u zich misschien afvragen.
Doodeenvoudig omdat het meer dan de moeite waard is u
eens nader te laten kennismaken met wat gerust een unieke
persoonlijkheid in Soest mag worden genoemd: André v.d.
Dijssel. Een kleine doe 't zeiver die zijn eenmanszaakje met
bloed, zweet en tranen liet uitgroeien tot een bedrijf met vele
Europese vestigingen. PROCAR is de naam.
Qua uiterlijk lijkt hij in niets
op de geslaagde zakenman die
de teugels van een miljoenen
bedrijf in handen heeft. Het
traditionele grijze costuum
ontbreekt. Hij wikt en weegt
zijn woorden niet en maakt een
open en spontane indruk. Het
gesprek vindt plaats in de kan
tine van zijn bedrijf. Die weinig
inspirerende omgeving lijkt
hem 't meest geschikt omdat
er een automatisch koffie-ap-
paraat binnen handbereik is.
Zijn privé kantoor is op het
moment van onze ontmoeting
in beslag genomen door de
werkster, en aangezien ,,de
baas" allergisch is voor de
geluiden die een stofzuiger pro
duceert is daardoor mede de
plaats van samenkomst ver
klaard. Na een twee uur du
rend vraaggesprek hebben de
restanten van tien sigaretten
zich in een asbak opgehoopt,
en is zijn zoveelste 15-urige
werkdag ten einde. Alleen een
opvallend nieuw huis en een
fonkelende Mercedes zijn de
geschenken die hij zijn gezin
en zichzelf cadeau gedaan
heeft. André v.d. Dijssel heeft
't gemaakt. Hij is de laatste
om zich daarop te laten voor
staan.
Terug naar vroeger
Dit verhaal zou incompleet zijn
wanneer wij niet even terug
naar vroeger gingen. Als ka
tholieke Soester in hart en nie
ren waren Bonifacius en het
H. Hart zijn schoolingangen.
André, een meer dan middel
matige leerling die, door wie
anders dan de legendarische
onderwijzer Anton Hilhorst, op
misschien wel Spartaanse wij
ze nut en noodzaak van onder
wijs werd bijgebracht. Een
ontmoeting die later uitgroei
de tot een intense vriendschap.
Het gesprek stokt wanneer
wij ,,de meester" ter sprake
brengen. Nog altijd heeft An
dré v.d. Dijssel het er moei
lijk mee dat zijn leermeester
en vriend uit zijn leven ver
dwenen is. Wat dat betreft
heelt de tijd bij hem niet alle
wonden.
Wanneer het gesprek komt op
zijn laatste U.L.O.-schooljaar
lachen zijn ogen. Hij behaalde
zijn diploma zonder er examen
voor af te leggen. Zijn school
was door de Duitsers in 1944
in beslag genomen, het onder
wijs vond plaats in de garage
van Jan Brouwer, ook wel be
kend als slokjes-Brouwer".
Een rommelige, leuke, maar
vooral voor een jongen van
rond de zeventien jaar vrijge
vochten tijd. Na de landing in
Arnhem werden de lessen ge
staakt en gingen leraren en
leerlingen hun eigen weg.
Aan de hand van zijn laatste
rapportcijfers kreeg hij na de
oorlog zijn diploma uitgereikt.
Met zijn vriend Frans Prinsen
heeft André v.d. Dijssel zich
tussen september '44 en mei '45
ingezet voor het wel en wee
van een steeds groeiend aantal
evacué's. Als jeugdige pseudo-
ordonnans werd hulp verleend
bij huisvesting, kleding en voe
ding. Hoofdkwartier: het voor
malige hotel Eemland.
Als filiaal" werd het Valma-
fabriekje aan de Grote Melm-
weg gebruikt. Poets en onder
houdsmiddelen waren uit de
magazijnen van de toenmalige
directeur Albert Thomas reeds
lang verdwenen, voedsel en
kleding kwamen er voor in de
plaats. Met een geleende bak
fiets van melkhandel v.d. Bree-
mer haalde André v.d. Dijssel
bij goedgeefse Soestenaren
goederen op en leverde die
bij evacué's af. Achter een bij
fietsenhandel Timmer aan de
Beukenlaan gehuurde tandem
werd een aanhangwagentje
gekoppeld waarmee André
en Frans op expeditie gingen.
Ze fietsten naar Middenmeer,
Veenendaal en Dieren en kwa
men thuis met bruine bonen,
strengetjes wol en potten en
pannen. Bij André v.d. Dijssel
thuis heeft de honger in de
oorlogsjaren nooit toegeslagen.
Zijn vader kon als wagenma
ker bij z'n schoonfamilie in
Hoogland een stevige pot bre
ken, zijn moeder hield, voor
zolang de voorraad strekte,
dagelijks „open huis" voor
dorpsgenoten die uitsluitend op
de bonnen van distributie-kaar
ten waren aangewezen. Wan
neer André niet op strooptocht
was werd hij ingezet als bood
schapper teneinde onderdui
kers bij op komst zijnde raz
zia's te waarschuwen. Vele
Soestenaren kregen dan een tij
delijke schuilplaats bij Jan
Brouwer. André heeft na de
oorlog menig borreltje gedron
ken en tegoed gehouden op de
goede afloop waarvoor hij me
de verantwoordelijk was.
Na de oorlog
Wie aan het avontuur geroken,
en er van geproefd heeft, wil
zijn toekomst meestal daarop
afstemmen. Zo ook André v.d.
Dijssel. Hij waande zich in ge
dachten al op de Koninklijke
Militaire Academie in Breda.
Officier worden en de Japan
ners in het toenmalige Neder
landse Indië hoogst persoonlijk
een lesje geven. Het is er al
lemaal niet van gekomen. Zijn
U.L.O.-diploma was ontoerei
kend om tot de opleiding te
worden toegelaten, en dan was
er nog ene moeder v.d. Dijs
sel die haar zoon heel nadruk
kelijk duidelijk maakte niet
van kanonnenvlees gediend
te zijn. Het heeft in die tijd
in huize v.d. Dijssel gestormd.
Beide partijen hielden voet bij
stuk. André weigerde op het
voorstel van zijn moeder, de
Handelsavondschool te bezoe
ken, in te gaan en zocht zijn
eigen weg. Opnieuw keerde hij
terug naar Valma. Van enige
productie was nog nauwelijks
sprake, desondanks kon baas
Thomas zo'n hulpje tegen be
taling van vijftien gulden per
week (48-urige werkweek) ge
bruiken. Het heeft niet lang ge
duurd of André kreeg in de
gaten dat een U.L.O.-diploma
een net te smalle basis was om
in het zakenleven hoog te sco
ren. Met behulp van opnieuw
meester Anton Hilhorst behaal
de hij binnen twee jaar zijn
Handelsavondschooldiploma
en pakte tussen de bedrijven
door ook nog z'n praktijkdi
ploma boekhouden mee. Vol
trots toont hij zijn laatste cij
ferlijst. Acht vakken waarin hij
zeventig punten van de tachtig
te behalen punten veroverde.
Absolute uitschieter: de tien
voor handelsrekenen. Een cij
fer waarmee hij in z'n latere
leven makkelijk uit de voeten
kon. En nog was hij niet tevre
den met de hoeveelheid kennis
die hij had verworven. In
Utrecht bezocht hij in de
avonduren het gymnasium,
springplank voor een studie
economie.
Dat deze studie niet werd af
gemaakt had niets te maken
met het feit dat hij mogelijk
te hoog gemikt had. Hij was
nauwelijks 23 jaar oud toen
Valma-directeur Thomas over
leed en André op verzoek van
mevrouw Thomas de leiding
overnam. Een gebeurtenis die
het leven van de nieuwe direc
teur een beslissende wending
heeft gegeven. Dat zijn baas
hoog bij hem in aanzien staat
komt o.a. tot uitdrukking in
zijn foto die hij dagelijks bij
zich draagt.
André v.d. Dijssel over z'n
vroegere werkgever: ,,Het
klinkt misschien sentimenteel,
maar wanneer ik over die man
spreek dan kan ik nog volschie
ten. Het was een geweldig
zijn eigendom werd. Naast de
financiële hulp van zijn moeder
waren er ook anderen die hun
vertrouwen schonken waar
mee hij in staat werd gesteld
naast het pand ook de aanwe
zige installaties aan te schaffen.
Het nieuwe avontuur was nau
welijks een gok. Tijdens zijn di
rectie draaide Valma meer
winst dan ooit te voren het ge
val was geweest. Zij die ver
trouwen in hem stelden meen
den dat hij 't als eigen baas
zeker zou klaren.
Valma verdween, Procar
kwam er voor in de plaats.
Een nieuw vertrekpunt. En
weer kwam er een bakfiets aan
te pas waarmee de bestellin
gen werden afgeleverd. Over
dag verkoop, in de avonduren
produceren. Dagen met 15 tot
20 arbeidsuren waren in de be
ginfase geen zeldzaamheid.
de ring te gooien. Met de aan
schaf van een tweedehands Fiat
500, in Soest bekend en berucht
als ,,De Wegluis" werd efficiën
ter gewerkt. Betere resultaten
dienden zich aan, hetgeen tot
gevolg had dat er mankracht
bij moest komen. De keuze viel
op Wim Hasselbach die zich
voor een salaris van 18,50
per week liet strikken voor de
gehele productie. In hetzelfde
jaar 1952 zette André zijn eerste
grote verkoopactie op. Wie
voor een bepaald bedrag bij
hem inkocht kreeg gratis een
vet konijn toegestuurd met de
Kerstdagen. Voor wat hoort
wat, nietwaar?
Procar ook in het buitenland
Zoals goede wedstrijdzeilers de
wind uitbuiten, zo kreeg ook
André v.d. Dijssel een stevig
briesje in de rug. Vertegen
woordigers kwamen het ver-
mens. Hij betrok mij letterlijk
overal in. Samen deden wij
bijvoorbeeld iedere dag de
post. Hij stelde zich op het
standpunt dat je vertrouwen
moest geven alvorens het te
krijgen. Jonge mensen nam
hij in dienst voor nieuwe
ideeën, mensen met meer
dienstjaren hield hij in ere om
dat ze met hun ervaring tegen
wicht gaven. Valma kreeg
onder de leiding van André v. d.
Dijssel niet de kans zich in za
kelijk opzicht te ontwikkelen.
Het bedrijf werd aan de Erdal-
fabrieken in Amersfoort ver
kocht, al vonden de werkzaam
heden in Soest normaal door
gang. André's nieuwe stand
plaats werd evenwel Amers
foort. Een verandering die hij
zich anders had voorgesteld.
En dus kwam er een dag dat het
pand aan de Grote Melmweg 2
Zijn werklust en inzet dwongen
respect af. Buurjongens en
vrienden waren bereid tegen
een zeer bescheiden vergoe
ding en een „flesje prik" de
handen uit de mouwen te ste
ken. Begonnen met de pro
ductie van rijwielpolish werd
met de aanmaak van antivries -
cleaners - polish - radiator ce
ment - radiator cleaning - supa-
rust en boenwasmiddelen het
Procarassortiment groter en
groter. Niet alleen was moeder
v.d. Dijssel zijn beste raadge
ver en zakelijk adviseur, ze
probeerde ook zijn producten
uit. Kreeg de kwaliteit haar
goedkeuring dan was zij het die
buurtjes en kennissen daar
van op de hoogte bracht. Een
jaar Procar leverde een ne
gatieve balans op. Voor de eige
naar van het eenmansbedrijf
geen aanleiding de handdoek in
koopteam versterken, Procar
werd in België - West-Duits-
land, Frankrijk en andere Euro
pese landen geïntroduceerd.
Na de viering van het koperen
jubileum werd het grote fa
brieksgebouw aan de Grote
Melmweg 13 met alles erop en
eraan in 1966 aangekocht. In
hetzelfde jaar veranderde er
veel.
Opnieuw verschenen er in tal
van kranten advertenties waar
in Procar medewerkers opriep.
Op 17 november 1966 kwam er
achter de naam Procar „N.V."
te staan. Moeder Aaltje v.d.
Dijssel-Huurdeman werd met
een bedrag van 1.000,- aan
deelhoudster, eerste en belang
rijkste aandeelhouder was en
bleef tot op de dag van van
daag André zelf. Het jaar 1966
had een gouden jaar kunnen
zijn wanneer het venijn niet in
de staart gezeten had. In de
nacht van 30 op 31 december
ging het Procar-gebouw in
vlammen op. Met veel impro
visatie werd de productie in
het pas aangekochte fabrieks
gebouw op gang gebracht. En
kele honderden meters verder
lieten bulldozers van de restan
ten van het oude pand niets meer
over. Hoe cliché-achtig het ook
mag klinken, door iedereen
werd dag en nacht met man en
macht gewerkt. Aanleiding
voor André om ook het vijftien
jarig bestaan van zijn zo zwaar
getroffen bedrijf niet onopge
merkt voorbij te laten gaan.
De jongste en de oudste werk
nemer, ze waren er allemaal
toen met veel „bluswater" in
februari '67 het derde lustrum
werd gevierd. Langzamerhand
werd het ook de concurrentie
duidelijk dat er tegen Procar
moeilijk op te boksen was. In
1968 werd de Chemische Fa
briek PeBé n.v. door Procar
overgenomen, een jaar later
opnieuw een stevig feestje bou
wen. Aanleiding was de ope
ning van een gloednieuw Pro-
cargebouw. En Procar Chemie
groeide verder. Het corps ver
tegenwoordigers werd uitge
breid en op iedere vakbeurs
waar André v.d. Dijssel meen
de dat de producten van zijn
bedrijf niet zouden misstaan
werden in het oog lopende stands
opgetrokken. In 1972 werd de
Procarvlag aan de vlaggemast
van de toenmalige zeepfabriek
„Weesp" bevestigd, een jaar
later werd Metallo in het Zuid-
Hollandse Ter Aar eigendom
van Procar. Ook de vaderland
se pers kon niet langer om Pro
car Chemie heen. Het Soester
bedrijf haalde tal van voorpa
gina's nadat men er in geslaagd
was, het met chemische pro
ducten van gasolieplassen in
het Damsterdiep en de Eem
te winnen. Ware huzarenstuk
ken, die Procar Chemie ook bij
de overheid tot een begrip
maakte. Zelfs de oliecrisis die
zich in 1975 als een interna
tionale onheilsbode aankon
digde kreeg Procar Chemie
niet op de knieën. Belgische
ondernemingen werden over
genomen, en met de aankoop
van houtmeelfabriek „De Jong"
werd een begin gemaakt met
de productie van nieuwe arti
kelen zoals handwaspasta.
Het zilver van Procar Chemie
werd in 1977 stevig opgepoetst.
De Procar Holding b.v. zorgde
voor extra gevulde loonzakjes
en tal van charitatieve instel
lingen kwamen ook aan de
weet hoe André v.d. Dijssel
gewend is zijn feesten te vie
ren. Ze werden er 30 mille wij
zer van.
Blijvend geschenk voor iedereen
bij Procar betrokken: een zilve
ren mengketeltje en een qua
uitvoering en inhoud schitte
rend gedenkboek. Tussen het
zilveren jubileum en vandaag
is de Procar Holding stevig
in de groei gebleven. Met de
produktie van handwas
middelen voor werknemers in
zware en lichte industrie heeft
men een gouden greep gedaan.
Lijkt de top in eigen land voor
wat betreft de verkoop van
onderhoudsmiddelen voor
auto's bereikt, naast afzet in
België, Frankrijk en West-
Duitsland zijn Procarproduc-
ten ook in Italië en Grieken
land grenzeloos populair. Stu
wende kracht achter de export
de baas zelf die per auto of
vliegtuig zijn zaken doet, en
blijvend op zoek is naar nieuwe
afzetmarkten. Op het eerste
gezicht lijkt de economische
crisis aan de Grote Melmweg
voorbij te zijn gegaan. André
v.d. Dijssel daarover: „Ik ben
van mening dat je je ook een
slechte tijd kan aanpraten. Dat
gebeurt in sommige gevallen
ten onrechte te veel. Natuurlijk
is er in de hele wereld sprake
van een recessie. Het is net
als met kiespijn. Hoe meer
je er over spreekt des te zieker
ga je je voelen. Je hoeft ner
gens je ogen voor te sluiten,
maar wij moeten er voor op
passen dat wij te snel tot de
conclusie komen dat er geen
mogelijkheden en oplossingen
meer zijn.
Kijk nou eens achterom. Hoe
veel zaken zijn in een tijd dat
het ze goed ging niet ingesla
pen. Het ging toch allemaal
vanzelf. Dat laatste zal in een
onderneming waar ik het voor
't zeggen heb nooit gebeuren.
Dan ben je bij voorbaat al ver
loren. Waarom heeft AZ '67
woensdag verloren? De tegen
partij kreeg de kans voor de
aanval en dat is niet allen in
voetbal, maar zeker ook in za
ken doen nog steeds de beste
verdediging. Ik ben de aller
eerste die zal toegeven dat de
tijd dat je stond te gillen om
mensen bij ons ook voorbij is.
Dat heeft echter niet alleen te
maken met recessie, sterker
nog: het heeft er helemaal niets
mee te maken.
Wij zijn de laatste jaren stevig
aan het automatiseren geweest
en dan is daarvan de conse
quentie dat je met minder ar
beidskrachten meer kunt doen."
De Procar Holding b.v. heeft
in 1981 zo'n 200 artikelen in pro
ductie. Bijna 150 werknemers
zijn er ieder op eigen terrein
mee in de weer. Niet minder
dan achttien vertegenwoor
digers zijn de representanten
van het eenmanszaakje dat uit
groeide tot een miljoenenbe
drijf. De toekomst van de Pro
car Holding B.v. lijkt een zeke
re. Duidelijke aanwijzing daar
voor de kapitale investering
waar men aan de Industrie
weg mee bezig is. Opnieuw is
het Procar-jasje te klein ge
worden. Maar liefst 10.000 vier
kante meter bouwterrein werd
aangekocht, waarvan ruim
5000 vierkante meter wordt
bebouwd. De rest? Bij Procar
stellen ze zich op het stand
punt dat het altijd verstandig
is wat achter de hand te heb
ben. Tussen de 6 en 7 miljoen
wordt er in de nieuwe vestiging
geïnvesteerd. Als openings
datum wordt gemikt op 25 fe
bruari 1982. Niet een toevallig
gekozen datum. Die dag bestaat
Procar Chemie precies 30 jaar
en dus moet er naast een fees
telijke viering ook iets uit te
pakken zijn.
André v.d. Dijssel, als een heel
klein baasje begonnen. Met
zijn 53 jaar uitgegroeid tot een
groot zakenman. Zonder kap
sones. Zich terdege bewust aan
wie alles te danken is. Rela
tiverend merkt hij op: „Na
tuurlijk is de goeie God er ge
weest, direct daarna mijn
ouders, waarbij vooral mijn
moeder een grote invloed heeft
gehad. En dan mijn werkelijke
vrienden zoals Albert Thomas
en Anton Hilhorst. Zonder me
dewerking van buiten kun je
je kapot werken, maar alleen
redden doe je het niet. Daar
zijn ook weer andere mensen
voor nodig. Medewerkers bij
voorbeeld die in mij en de zaak
blijven geloven. Met wind mee
en wind tegen. Zelf heb ik ook
geen duimen zitten draaien,
maar daarom ben ik nog niet
feilloos. Ik durf alleen van mij
zelf te zeggen dat ik in zaken
doen niet gemeen ben. Voor de
rest is niets menselijks mij
vreemd.
Ik ben eigenwijs, impulsief en
ongeduldig. Typische karak
tertrekken van een „stier".
„Stieren" schijnen ook eer
zuchtig te zijn. Dat ben ik ook,
alleen is het nooit ten koste
gegaan van het vertrouwen dat
mensen in mij gesteld hebben.
Kan iedere zakenman mij dat
nazeggen?"
Jan Leyendekker