Als je voor het eerst gaat vissen...
L
.95
.95
95
.50
Het eerste begin
ie eerste visdag
Beet! En wat nu?
Vissen zijn
boeiendedieren
Koe vang ik'm
Jk' W de natuur,
komje mijn rust
verstoren?
"Komt de politie
en stuurt me weg!
NWS
Vv Is
U
De hengel
Haak
Loodjes
De lijn
LU
Dobber
Aas
Onthaken
Vis meenemen
Geen leefnet
Alles moet geleerd worden
Als je meer ervaring hebt..
Meer weten?
20
v.d. HEIDEN
verlichting
-tevelt
jenever
nu
oppen
:pele witte
ïzelwijn
j-Qualitats-
per fles
a 6 flessen
itamant
irbecuewijn,
zr fles
6 flessen
sn
;elle of
21
Mogen we je eens wat
vragen?
Weetje waarom zoveel
mensen het zo fijn
vinden om te vissen?
Alleen maar omdat ze vis
willen vangen?
Mis!
Vraag het maar eens aan
enkele sportvissers.
Dan zul je horen dat het
buiten het vangen ook
nog om iets anders gaat.
Om de spanning van het
wachten en de
ontspanning die dat
geeft.
Om de rust.
Om te genieten van de
natuur.
Om te zien wat er
allemaal leeft in en rond
het water.
"Kijk, daar loopt een
insekt zomaar over het
water."
"Verdraaid, daar zit een
kikker te zonnen."
"En hier staan struiken
met van die sigaren
eraan.
Meenemen?"
Niks daarvan!
Vergeet nooit dat je te
gast bent in de natuur.
Daar kun je al heel gauw
de gewone gang van
zaken verstoren.
Maar dat looot wel ln&
aues wat leeft en groeit.
Je hebt misschien al eens kikkervisjes of stekel
baarsjes gevangen. En garnalen aan het strand
met een schepnetje. Hopelijk heb je de dieren
goed behandeld. Teruggezet in het water. Of
thuis in een aquarium gedaan om ze te bekijken.
Maar nu ga je dan écht vissen...
Vissen waarmee?
Om te vissen heb je wat spullen nodig: een
hengel met een snoer, een dobber of een pen,
een haak en een schepnet.
Nu weet je wel, dat er allerlei soorten hengels
en haken, lijnen en dobbers zijn. Dus we kunnen
echt niet "eventjes" vertellen wat je allemaal
nodig hebt. Wel hebben we de belangrijkste
materialen eens op een rijtje gezet.
Om te vissen heb je wat spullen nodig. De hengel is
natuurlijk het belangrijkste. Het beste is om te begin
nen met een vaste stok en dus niet met een werp
hengel. Daar groei je later vanzelf naartoe.
Je hebt de keus uit twee soorten.
De telescoophengel die je snel
kunt uitschuiven en de insteek-
hengel die je als een tentstok in
elkaar zet. Kijk maar wat je het
prettigst vindt. Denk er om dat de
lengte zo'n 4 5 meter is. Dan
kun je bijna altijd uit de voeten.
Haken zijn genummerd. Hoe
hoger het nummer hoe kleiner de
haak. Ga om te beginnen eens
aan de gang met haak nummer
12. Wil je wat meer haken aan
schaffen neem dan de nummers
8 en 14. Gebruik nooit een haak
met weerhaak. Dit maakt het ont-
haken alleen maar onnodig moei
lijk. Heb je toch een haak met
weerhaak knijp deze dan plat.
Heb je ook nodig. Het beste kan
je een doosje loodjes kopen met
verschillende gewichten. De
vorm doet er niet veel toe. Hoe je
precies de dobber moet uitloden
om goed te kunnen vangen zie je
op de tekening.
Die moet niet
langer zijn dan de
hengel zelf. Dat
maakt het aas
aanzetten en het
onthaken van de
vis een stuk ge
makkelijker.
Hou 't maar op 16/00. Wil je op
meer soorten vissen schaf dan
nog lijnen aan van b.v. 14/00 en
18/00. Het is namelijk niet leuk
voor jou en nog minder voor de
vis als de lijn breekt.
12l 13| 14
18 19 20
We zijn te gast in de natuur,
zijn er zuinig op en behandelen de vis
verstandig
Dit belangrijke apparaatje geeft
door wat er onder water met het
aas gebeurt. Hieraan kun je zien
of je moet ophalen of, zoals
sportvissers zeggen: "aanslaan".
Daar mag je nooit te lang mee
wachten, want dan is de kans
groot dat de vis de haak inslikt.
En dat is iets wat elke sportvisser
wil voorkomen. Daarom: Haal lie
ver tien maal te vroeg op dan één
maal te laat.
Probeer te voorkomen dat
de haak wordt geslikt
Om vis te vangen gebruik je op je
haakje aas. Je kunt het best be
ginnen met made of deeg. Dat
laatste maak je van oud brood.
Draai een klein balletje en zet dat
op de punt van het haakje. Hang
haakje plus aas iets boven de
bodem. Dan moet je natuurlijk
wel weten hoe diep het water is.
Met een peilloodje kun je de diep
te makkelijk meten. Op de teke
ning hiernaast zie je hoe je dat
precies moet doen. Vang je
boven de bodem niets, dan kun je
altijd nog een beetje hoger gaan
Je dobber beweegt. Er zit een vis aan je aas te
knabbelen. Wacht geen seconde. Maak met de
pols een korte slag omhoog. Geen zwaai ma
ken. Je voelt nu direkt of je de vis beet hebt.
Haal de vis nu rustig omhoog. Is-ie aan de op
pervlakte haal 'm dan naar de kant. Als het een
grote vis is, loodsm dan naar je schepnet. Voor
dat je je vangst gaat pakken, moet je één ding
goed weten: een vis heeft een tere huid die snel
beschadigt. Pak de vis altijd met natte handen
aan en nooit te stevig.
Pak een gevangen vis alleen aan met
natte handen
Als je goed hebt aangeslagen, zit
de haak voorin de bek. Leg de vis
op een natte doek of nat gras of
hou 'm in het schepnet. Nu de
haak voorzichtig uit de bek halen.
Doe je dat goed, dan kan zo'n vis
weer gezond verder zwemmen.
Kijk maar eens hoe een ervaren
sportvisser die haak verwijdert!
Zit de haak diep in de bek, dan
moet je een hakesteker of arterie
tang gebruiken. Zit de haak zo
diep, dat je 'm niet kunt weghalen
zonder de vis te verwonden, laat
de haak dan zitten. Knip de lijn
dan zo dicht mogelijk bij de haak^
af. De haak verdwijnt na verloop
van tijd. En denk je dat de vis erg
gewond is, maak hem dan liever
meteen dood.
Wil je een maaltje vis mee naar
huis nemen, dan is daar meestal
niets op tegen. In dat geval moet
je voor het onthaken de vis met
een doodmaken. Dat kan het
best door een fikse tik met een
hard voorwerp op de kop. De vis
is dan op z'n minst verdoofd.
Snij daarna achter de
kieuwen de kop af.
We houden het water schoon
Een leefnet heb je als
sportieve visser niet nodig.
Het beste is
om de
gevangen vis
direkt na het
onthaken
weer terug
te zetten. Dus
niet gooien. Wil je laten zien wat
een kanjer je gevangen hebt,
maak dan liever een foto.
Zoals je ziet zitten er meer haken en ogen aan sportief
en eerlijk vissen dan je dacht. Doe dus eerst ervaring op
samen met een ervaren sportvisser. Die kun je ontmoe
ten bij elke hengelsportvereniging. Deze verenigingen
organiseren ook nogal eens jeugddagen en viscursus-
sen. De adressen van deze verenigingen kun je krijgen
bij de NWS.
We beschadigen geen planten, bomen
en struiken
We ontzien de vogels
Doe eerst eens een jaartje ervaring op met de vaste
stok. En denk dan eens over een mooie werphengel
plus een spinnertje om bijvoorbeeld op baars te gaan
jagen. Je hebt dan wel meer papieren nodig, want je vist
dan met een zogenaamde "speciale hengel". Je hebt
naast de kleine visakte ook nog een vergunning nodig.
Veel hengelsportverenigingen geven echter zo'n ver
gunning niet af aan kinderen, om te voorkomen dat ze
zonder ervaring op roofvis gaan vissen. Verder heb je
ander en meer materiaal nodig, want roofvis, zoals
snoek en snoekbaars vangen is echt wel iets bijzon
ders. Ons advies: kijk de eerste tijd eens goed hoe erva
ren vissers het doen.
"Olifanten, neushoorns en al
die wilde beesten, dat zijn pas
spannende dieren. En vissen
zijn maar om te vangen."
Zo denk je er nu nog over.
Maar als je een paar keer ge
vist hebt, vind je onze water
bewoners netzo fascinerend
als wilde beesten. Je gaat hun
gedrag herkennen. Hun eigen
aardigheden en slimmig
heden. Probeer maar eens dè
uiterst schuwe zeelt te
vangen. Die Houdt je tijden
bezig. Gaat eerst spelen met
je aas en jij maar wachten tot
het juiste moment.
Gebruik liever
geen leefnet
Zo zie je, een vis laat zich niet
zomaar verschalken. Vissen
kunnen om te beginnen erg
goed "horen". Ze vangen de
trillingen op die in het water
worden voortgeplant. Als je
het water nadert, kunnen ze je
voetstappen horen.
Dus: altijd rustig aan.
Of de ogen ook goed zijn,
hangt van de soort af. Vissen
die op het gezicht hun voedsel
zoeken, zoals de ruisvoom en
de baars hebben goede
ogen. Terwijl de zeelt veel
meer afhankelijk is van zijn
reukvermogen. Dit soort
dingen moetje natuurlijk
wel weten als je een goede
sportvisser wilt worden.
Eigenlijk moetje over het
leven van de vissen eerst een
beek uit de bibliotheek lezen.
Blankvoorn
Een vis die je in veel soorten water
kunt tegenkomen.
Kleur donkere rug met witte flanken,
die een blauwgroene doorschijning
hebben, terwijl hij een rode vlek
heeft in de bovenkant van het oog.
Maximumlengte: circa 40 cm.
Maximumgewicht: circa 1 kilo.
Vangkansen: de gehele dag en het gehele seizoen met de
maanden september en oktober als uitschieters.
Minimummaat: 15 cm.
Zo vang je 'm
Een hengel van zo'n 4.50 tot 6 meter is ideaal. De lijn 14/00 of
16/00. Gebruik een kleine, slanke dobber die niet teveel lood
vraagt. Haakje nummer 14 met daarop een made, worm of
een stukje deeg. Vis iets boven de bodem of nabij
waterplanten.
Zet een ernstig gewonde vis niet terug
Brasem
De brasem komt veel voor in meren,
plassen, polders, kanalen en in niet
te snel stromende rivieren.
Kleur de rug is donker, terwijl de
flanken donkerbruin tot grijs zijn. Dit
is afhankelijk van het type water. De
vinnen variëren van grijs tot zwart.
Maximumlengte: circa 75 cm. Maximumgewicht:
circa 3 kilo. Vangkansen: van juli tot en met oktober,
de gehele dag. De overige maanden zijn wat minder.
Minimummaat: geen.
Zo vang je 'm
Gebruik een hengel van 4 tot 6 meter. Een lijn van 14/00 of
18/00, afhankelijk van begroeiing en stroming. Bij een
snellere stroming vecht een brasem meer. Een kleine Lime
rick, b.v. nummer 14, als haak en een Rotterdammertje als dob
ber maken het geheel compleet. De brasem zit meestal op de
bodem. Het aas, zoals made of deeg, moet op de bodem
liggen, terwijl het topje van de dobber juist boven het water
moet uitsteken. L et op, de slijmhüid van de brasem is erg
kwetsbaar.
iraan-
room
ttel-
-1..M
Rietvoorn
De rietvoorn die vaak "rooie rijer" en
"ruisvoorn" wordt genoemd komt
veel voor in polderwateren met
plantengroei.
Kleun rose-rode vinnen, donker
groen-bruine rug en de flanken goud
tot bronskleurig.
Maximumlengte: circa 40 cm. Maximumgewicht: tot 1 kilo.
Vangkansen: van juli tot en met september, bij warm weer de
gehele dag. Verder vooral in de ochtend en in de avond.
Minimummaat: 15 cm.
Zo vang je'm
Ook deze vis kun je met een hengel van zo'n 4 meter goed
vangen. De lijn 14/00 of 16/00. Bij veel begroeiing eventueel
een zwaardere lijn. Gebruik als dobber een kort stevig penne
tje. Het lood moet 20 tot 30 cm boven de haak zitten. Gebruik
bij het haaknummer 14 bijvoorbeeld een stukje brood als aas.
Gooi het aas uit in de nabijheid van waterplanten. Heb je
beet, dan moet je snel aanslaan, want de rietvoorn is gulzig.
En je weet: het is beslist niet de bedoeling dat de vis de haak
inslikt.
Dood onmiddellijk elke vis die niet
wordt teruggezet
Verwijder de haak uiterst voorzichtig
Baars
De baars komt in de meeste
Nederlandse wateren voor. Bij riet
kragen, dukdalven en beschoeiingen T
heb je een goede kans om hem aan
de haak te slaan.
Kleur donkerbruin tot bruinachtig en
soms grijsachtig. Zwarte zijstrepen. Zijn vinnen
onderzijn helder oranje.
Maximumlengte: circa 50 cm. Maximumgewicht:
ruim 2 kilo. Vangkansen: oktober en verder het hele
jaar door 's-ochtends als hij jaagt.
Minimummaat: 22 cm.
ABERDEEN
Zo vang je 'm
Om baars te verschalken heb je een korte hengel van zo'n 3
5 meter nodig met daaraan 14/00 of 16/00 lijn en een heel
klein pennetje. Als haak een scherpe blauwe Aberdeen num
mer 14 of 16 en als aas een lekkereWette worm. Als je een
baars wilt onthaken moetje dit als volgt doen. Met natte han
den beetpakken. Leg hem op een natte doek en duw zijn ste
kels langzaam en erg voorzichtig met je duim van voornaar
achteren. Nu kun je hem onthaken zonder dat je last hebt van
zijn stekels. Wees extra voorzichtig bij het onthaken: de bek
van de baars is erg kwetsbaar.
Zeelt
Komt veel voor in ondiepe wateren
die dichtbegroeid zijn en een mod
derige bodem hebben.
Kleur donker bronskleurig tot zwart
groen. Buik licht van tint.
Maximumlengte: circa 60 cm. Maximumgewicht: 2 tot 3 kilo.
Vangkansen: vooral in juni en juli in de vroege ochtend en
avond.
Minimummaat: 25 cm.
Zo vang je 'm
De zeelt is een sterke tegenstander. Je hebt een hengel van
zo'n 4.50 meter nodig, met een lijn van 22/00. Als er erg veel
planten staan gebruik dan 26/00. Als haakje nummer 10 of 12
met als aas wormen of maden. Let op: de zeelt kan lang te
genstand bieden. Als je denkt datje hem kunt scheppen, kan
hij ineens weer gaan vechten.
We betreden de oevers alleen daar
waar het is toegestaan
TOT-nt*
Misschien is het jou of je vriendjes wel eens
overkomen, dat je lekker zit te vissen. En dan
komt er een agent die zegt, dat het niet mag.
"Klopt dat?", vraag je je af. Ja, dat kan kloppen.
Want er zijn allerlei regels voor sportvissers. Die
zijn niet gemaakt om jou te pesten, maar vooral
om de vissen te beschermen. Op deze pagina
vertellen we wat meer over de belangrijkste re
gels.
Viskaart
Als je 15 jaar of ouder bent,
dan heb je altijd een
viskaart nodig. Die kan je
kopen op het postkantoor.
Je hebt daarbij de keuze uit
het bijdragebewijs of de
kleine visakte. Omdat je
vaak nog niet met de werp
hengel en een spinnertje
vist kan je het beste het bij
dragebewijs nemen. Met dit
bijdragebewijs mag je
vissen in alle openbare wa
teren. Dat zijn over het alge
meen meren, rivieren en
kanalen waar regelmatig
scheepvaartverkeer is. Ben
je nog geen 15, dan heb je
geluk. Jij mag ook in dat
zelfde openbaar water
vissen. Een viskaart heb je
dan nog niet nodig.
Visvergunning
Voor elk ander water moet
je een vergunning hebben.
De visrechten in de meeste
Nederlandse wateren zijn
gehuurd door de hengel
sportvereniging. Dat wil
zeggen, dat alleen de leden
van de club erin mogen vis
sen. Dus als je een leuk
watertje ziet om je hengel
uit te gooien moet je eerst
gaan vragen of het mag.
Maar aan wie? Meestal
staat er geen bordje bij het
water. Dus wat doe je? Je
gooit stiekem je hengeltje
uit. Dat kun je beter niet
doen als je vaker gaat
vissen, dan kun je het
best lid worden van
zo'n hengelsport
vereniging. Dan mag je
vissen in het water van die
vereniging. Bovendien leer
je op een club natuurlijk
precies hoe je moet vissen,
waar je het beste kunt
hengelen en nog veel meer.
In je eigen woonplaats is er
zeker één. Bel voor de
adressen met de NWS in
Amersfoort, telefoon
nummer 033-34924.
Gesloten tijden
Het hele jaar doorvissen
mag niet. Over het
algemeen geldt een
gesloten tijd vanaf 16
maart tot en met 31 mei.
Voor het vissen met de
speciale hengel, (vaak de
werphengel met het
spinnertje die je toch niet
gebruikt) is er een langere
gesloten tijd, nl. van 1
maart tot en met 30 juni.
Let dus op! Dit alles is om
de visstand te beschermen
Kleine vis nooit mee
nemen
Meestal zetten sportvissers
de gevangen vis weer terug
in hetzelfde water. En vaak
moet dat zelfs. Want voor
de meeste vissoorten geldt
een minimummaat. Dat wil
zeggen dat je ze moet
terugzetten als ze onder de
maat zijn. De maten vind je
vermeld bij de beschrijving
van de vissoorten en de
vangtechnieken. Mocht je
toevallig eens een andere
vis vangen dan moet je
rekening houden met de
minimummaat van:
Aal - 28 cm
Karper - 35 cm
Regenboogforel - 25 cm
Snoek - 50 cm
Snoekbaars - 42 cm
Winde-25 cm
Kolblei - geen
De zee
Voor het vissen in zee
gelden al deze regels niet.
Je hebt geen viskaart of
vergunningen nodig.
Gesloten tijden zijn er niet
en 's nachts vissen mag
hier ook. Als je een keer
met je vader mee gaat denk
er dan wel aan dat er
minimummaten voor de
zeevissoorten zijn:
Aal - 28 cm
Bot - 20 cm
Geep - geen
Harder-geen
Kabeljauw - 30 cm
Makreel - geen
Schar -15 cm
Schol - 25 cm
Tong - 24 cm
Als je iets wilt weten over de sportvisserii,
bijvoorbeeld welke hengelsportverenigingen er in
ie woonplaats zijn, dan kun ie altijd schrijven of
bellen met de NWS. De NWS is een grote
landelijke organisatie waarin biina alle
Nederlandse hengelsportverenigingen
samenwerken.
Laat 'ns wat van je horen!
NEDERLANDSE VERENIGING
VAN SPORTVISSERSFEDERATIES
Postbus 288,3800 AG Amersfoort,
telefoon 033 3 49 24, vraag naar
de Afdeling Voorlichting.