Buurtwinkelcentrum
Overhees te groot en
te vroeg gereed
Trouwe bestuurders
bouwbond gehuldigd
ƒ10.-
Informatieavond over
Nieuwe Gracht" trok
veel belangstelling
Rapport Sperwer-organisatie:
&cwcti/lccitle&
tnéw dan /00j^^ occasions
Kritische vragen bij
Hinderwetvergunning
Gevaarlijke nonchalance
waterleidingbedrijf
Auto Vandermeer Amersfoort b.v.
i
i
GEMEENTE
Beschikking Hinderwet
Verleende bouwvergunningen
Bouwzaken
V
VLEUGELS-PIANO'S
Acht dolle
broekendagen
bij de Mid-pub.
Profiteer ervan!
Op ALLE broeken
korting
(en je hoeft je
oude broek niet
eens in te
leveren!)
vrijetijdskleding
v.V\feedestraatflc tel.12424 Soest
Bij besluit van 10 november 1981 heeft het college van b. en w. een aantal
beslissingen genomen op verzoek om hinderwetvergunningen.
het verzoek van A. D. Hooyer, Bosstraat 61 te Soest om een hinderwet
vergunning tot het oprichten, in werking brengen en in werking houden
van een inrichting voor de opslag van vuurwerk op het perceel Bos
straat 61 te Soest (kad. Soest, sectie G.t nr. 4139).
De strekking van de beschikking luidt: positieve beslissing op de be
schikking onder voorwaarden ter voorkoming van gevaar en hinder
voor de omgeving.
het verzoek van Camper Techniek, Amersfoortsestraat 15 te Soester
berg om een hinderwetvergunning tot het oprichten, in werking brengen
en in werking houden van een garage annex werkplaats op het per
ceel Amersfoortsestraat 15 te Soesterberg (kad. Soest, sectie E., nr.
3894 ged.).
De strekking van de beschikking luidt: positieve beslissing op de be
schikking onder voorwaarden ter voorkoming van gevaar, schade en
hinder voor de omgeving.
het verzoek van Peko b.v., Nijverheidsweg ong. la te Soest om een ver
gunning tot het oprichten, in werking brengen en in werking houden van
een stalling, wasplaats en doorsmeerruimte voor kranen op het per
ceel Nijverheidsweg ongen. la te Soest (kad. Soest, sectie G., nr.
6772 ged.).
De strekking van de beschikking luidt: positieve beslissing op de be
schikking onder voorwaarden ter voorkoming van gevaar, schade en
hinder voor de omgeving en ter bescherming van het grondwater en de
bodem.
Het besluit ligt gedurende een maand vanaf 18 november a.s. ter
inzage op de gemeentesecretarie van 09.00-12.00 uur en in de centrale bi
bliotheek aan de Albert Cuyplaan tijdens de openingsuren no. 2 ook in de
hulpsecretarie Soesterberg).
Tegen bedoelde beschikking kunnen de volgende personen in beroep gaan
a. de aanvraagster
b. de betrokken adviseurs
c. degenen die overeenkomstig artikel 20, 21, 22 tweede lid, of 28 eerste
lid onder c van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne be
zwaren hebben ingebracht.
d. enige andere belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in
staat is geweest overeenkomstig artikel 20, 21. 22 tweede lid, of 28 eers
te lid onder c bezwaren in te brengen.
Een beroepschrift kan worden ingediend binnen een maand na ter inzage
legging van de beschikking. Het beroepschrift moet worden gericht aan
Hare Majesteit de Koningin, doch worden ingediend bij de Raad van Sta
te, Afdeling voor de geschillen van bestuur. Binnenhof 1, 's-Gravenhage.
Indien tegen de beschikking beroep wordt ingesteld kan overeenkomstig
artikel 60a van de Wet op de Raad van State een verzoek worden ge
daan tot schorsing van de beschikking dan wel tot het treffen van een
voorlopige voorziening.
Niet-gebonden besluiten
Verlening d.d. 10 november 1981:
bouwen van een onderstation op een terrein nabij de Zoom (kad. gem.
Soest, sectie D., nr. 3501)
bouwen van een woonhuis op een terrein gelegen aan de Van Goyen-
laan (kad. gem. Soest, sectie K., nrs. 2018 en 2019)
maken van een kelder onder uitbreiding woonhuis op een terrein gele
gen aan de Foekenlaan 6 (kad. gem. Soest, sectieD., nr. 3255)
plaatsen van een dakkapel op een woonhuis op een terrein gelegen aan
deBuntweg43 (kad. gem. Soest, sectie D., nr. 3907).
Ingevolge de Wet Administratieve Rechtspraak Overheids Beschikkingen
(Wet Arob) kan de natuurlijke of rechtspersoon, die 'door het besluit recht
streeks in zijn belang'is getroffen, binnen 30 dagen na dagtekening van
de beschikking bij het college van b. en w. een gemotiveerd bezwaar
schrift indienen.
(Openbare bekendmaking)
De burgemeester maakt bekend dat burgemeester en wethouders van de
gemeente Soest voornemens zijn op daartoe strekkende verzoeken op
grond van het bepaalde in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Orde
ningen artikel 50, lid 8 van de Woningwet, vergunning te verlenen aan
1. P. D. de Jong, Birkstraat 118b te Soest, ten behoeve van het ver
nieuwen van een zomerhuisje op een terrein, gelegen aan de Birk
straat 118b, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie C.nr. 3240;
2. E. S, Raatjes, Sparrenlaan 9 te Soest, ten behoeve van het gedeeltelijk
veranderen van een bestaand woonhuis en het vervangen van bestaan
de gebouwen op een terrein, gelegen aan het Heeserspoor 5, kadas
traal bekend gemeente Soest, sectie D., nr. 4264;
3. H. J. Kraaikamp, Gen. Winkelmanstraat 126, Soesterberg, ten behoeve
van het vergroten van een woning en garage, op een terrein, gelegen
aan de Gen. Winkelmanstraat 126, kadastraal bekend gemeente
Soest, sectie E., nr. 2842;
4. A. J. W. Steenman, Den Blieklaan 36 te Soest, ten behoeve van het bou
wen van een garage op een terrein gelegen aan de Den Blieklaan 36,
kadastraal bekend gemeente Soest, sectie G., nr. 4675;
5. F. V. Klip, Gen. Winkelmanstraat 102 te Soesterberg, ten behoeve van
het plaatsen van een carport op een terrein gelegen aan de Gen. Win
kelmanstraat 102, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie F., nr.
2777.
Alvorens een definitieve beslissing zal worden genomen, is een ieder be
voegd binnen een termijn van twee weken, te rekenen vanaf vrijdag 20
november 1981, eventuele bezwaren schriftelijk bij burgemeester en wet
houders in te dienen.
De op deze verzoeken betrekking hebbende stukken liggen gedurende die
zelfde termijn tijdens de kantooruren (09.00-12.00 uur) ter gemeente
secretarie, afd. I, ter inzage.
INFORMATIES: INFO-CENTRUM, STEENHOFFSTRAAT 9a,
TELEFOON 02155 - 22555.
OPEN MAANDAG t/m VRIJDAG VAN 10.00 -12.30 - 13.30 -17.00 UUR
V.
Vorige week vond een bijeenkomst
plaats voor gegadigden voor het nieu
we industrieterrein „Nieuwe Gracht".
De avond had een besloten karakter
vanwege persoonlijke- en bedrijfsbe
langen. Er was een grote opkomst.
Ruim veertig belangstellende bedrij
ven gaven acte de presence.
Nadat de wethouder van economische
zaken, de heer J. L. Menne, de bedrijfs-
contactfunctionaris de heer W. Huls
bergen en de juridisch medewerker
van de gemeente de heer H. Stufkens
korte inleidingen hadden gehouden,
ontstond een levendige discussie naar
aanleiding van vragen van de belang
stellenden.
Onder meer kwam aan de orde de
verkeer- en parkeervoorzieningen, mi
nimum grootte van de kavels, toe te
laten bedrijven, tijdschema van voor
bereiding, mogelijkheden voor dienst
woningen, enz.
Het gemeentebestuur streeft er naar
om de start van het bouwrijpmaken
omstreeks oktober 1982 te doen plaats
vinden. Het gaat om totaal 50.000
vierkante meters uit te geven in kavels
van minimaal 1000 vierkante meter
voor met name Soester bedrijven. Er
mag geen detailhandel komen en ook
geen aparte kantoren.
De belangstellenden hebben een vra
genformulier gekregen, waarop o.m.
ingevuld dient te worden de oppervlak
te van het door hen gewenste terrein en
de tijd wanneer zij naar het nieuwe
terrein willen. Dit vragenformulier is
een vervolg op het eerder verstrekte
vragenformulier waarbij de interesse
naar het nieuwe industrieterrein ge
vraagd werd.
In een rapport van de Sperwer-organisatie, betreffende het te stichten buurt
winkelcentrum Overhees, wordt gesteld dat er in Soest voor wat de voedings- en
genotmiddelen (vgm) sector betreft er geen sprake is van een kooplek.
Uitgaande van een bestedingsbedrag in deze sector van 43 gulden per week, per
hoofd van de bevolking, becijferen de heren A. J. M. Ophuis en J. Vink van
Sperwer dat er zelfs sprake is van een koopkrachtbinding van 90 procent. Een
binding van 90% is te beschouwen als een volledige dekking. De gebroeders Den
Blanken, die sinds enkele jaren de noodwinkel in Overhees exploiteren, hebben
volgens Sperwer op de moment een koopkrachtbinding uit de wijk van 50%.
Landelijk gezien is dat erg hoog; normaliter is aan een noodvoorziening circa
30% koopkrachtbinding toebedeeld. De beide herën komen in hun rapport
evenwel ook tot de stelling dat het buurtwinkelcentrum tè groot wordt opgezet en
dat, mede met het oog op de nog in de komende jaren te bouwen woningen, de
bouw van het centrum enkele jaren uitgesteld moet worden. Pas dan zal er voor
alle te vestigen winkels een aanvaardbare exploitatie mogelijk zijn.
De door de heren Ophuis en Vink
opgevoerde 43 gulden besteding per
week per hoofd van de bevolking is een
landelijk gegeven dat ook door het
C.I.M.K. gebruikt wordt.
Daarvan uitgaand wordt in het rapport
gesteld dat in Soest met 35.045 inwo
ners per week in totaal 1.507.000 gulden
in de sector v.g.m. is te besteden.
Aannemend dat 10% van dit bedrag bij
de ambulante handel terechtkomt, dan
blijft het potentiële bedrag voor de
toonbankbesteding 1.356.000 gulden.
En dat komt dan weer neer voor Soest
op een gemiddelde besteding per hoofd
van ƒ,38,70.
„Uit een inventarisatie van het totale
winkelbestand in de v.g.m.-sector in
Soest blijkt dat de geschatte werkelijke
toonbankbestedingen 1.218.000 gulden
bedagen", aldus het rapport.
Relaterend aan het totale toonbankbe-
stedingspotentieel (1.356.000 gulden in
Soest) komen de rapportopstellers dan
tot een koopkrachtbinding van (afge
rond) 90%.
Ook de koopkrachtbinding in de nood
voorziening (bij Den Blanken in Over
hees) is op deze cijfers gebaseerd: de
omzet van Den Blanken in vergelijking
tot het aantal inwoners vermenigvul
digd met het gemiddelde bestedings
bedrag.
Woningbouw
De noodzakelijke klanten voor een
buurtwinkelcentrum, om een goede
exploitatie mogelijk te maken, kunnen
pas „verwacht" worden, volgens de
gegevens die Vink en Ophuis beschik
baar hebben, in de jaren '84 tot en met
'86.
Recente mededelingen van de wethou
der van Ruimtelijke Ordening, betref
fende de problemen rond de woning
bouw in Overhees 3 en 4, doen evenwel
het ergste vrezen.
Maar in het gunstigste geval is de op
levering van het winkelcentrum dan
toch aan de vroege kant om (kleinere)
ondernemers een redelijke kans op
sukses te geven. Te verwachten is dat
zij een tè lange tijd moeten overbrug
gen. Uitstel van vestiging zit er daar
om, zeker voor hen in.
Tè groot
Soest gaat er van uit dat het buurt
winkelcentrum een bedrijfsvloer
oppervlakte van 2500 vierkante meter
moet krijgen: v.g.m. 1300 m2, d.o.g.
(duurzame- en overige goederen) 825
m2 en dienstverlening 375 m2. Voor de
supermarkt reserveert de plaatselijke
overheid in zijn plan 600 tot 700 m2.
Sperwer beweert dat het buurtwinkel
centrum, gezien het toekomstig aantal
bewoners van de wijk, tè groot van
opzet is.
Daarvoor wordt de volgende redenatie
opgebouwd. Bij een koopkrachtbinding
van 70% zullen de bestedineen in de
v.g.m.-sector uiteindelijk 199.000 gul
den bedragen (per week). De vloer
pro duktiviteit is 250 gulden per vier
kante meter verkoop vloer oppervlakte
(v.v.o.). Door deze twee bedragen op
elkaar te delen blijkt dat het benodigd
aantal vierkante meters v.v.o. in de
v.g.m.-sector 796 bedraagt (afronding
800 m2).
De verhouding b.v.o. tot v.v.o. is 100:80
en dat betekent dan, omgerekend dat
voor de v.g.m.-sector 1000 vierkante
meter b.v.o. gereserveerd moet wor
den. De gemeente gaat uit van circa
1300 vierkante meter.
Volgens de berekening van Sperwer zal
voor de d.o.g.-sector 335 vierkante
meter b.v.o. beschikbaar moeten ko
men; de gemeente denkt aan 825 m2 èn
tenslotte voor de „dienstverlening"
ook 335 vierkante meter b.v.o. (ge
meente 375 m2).
In het Sperwer-rapport komen Vink en
Ophuis tot totaal 1670 vierkante meter
bedrijfsvloeroppervlak. (gemeente
2500 m2). Dit totaal willen zij als volgt
indelen: V.G.M.-sector - 700 m2 super
markt; 75 m2 zuivel/kaas; 75 m2 aar
dappelen, groente en fruit; 100 m2
bakkerij en 50 m2 rookartikelen (alles
b.v.o.).
In de D.O.G.-sector 100 m2 voor dro
gisterij en klein kado-artikelen; 100 m2
voor klein textiel; 50 m2 voor bloemen
en planten en 85 m2 voor boekhandel en
kantoorartikelen.
De 335 m2 „dienstverlening" wordt
opgedeeld in 100 m2 voor een bank
instelling; 80 m2 voor een apotheek100
m2 voor snackbar en 55 m2 voor een
stomerij.
Volledig assortiment
In tegenstelling tot de gemeente zijn de
heren Ophuis en Vink van mening dat
er in het buurtwinkelcentrum Over
hees een supermarkt moet komen met
een „volledig" assortiment. De kon
sument hoeft dan niet telkens naar een
andere winkelvoorziening, zoals dat
met een discountachtige supermarkt
wel moet.
Zij twijfelen er ook aan of een discount
supermarkt wel rendabel te exploite
ren zal zijn. Om dat te bereiken zal de
discount-zaak klanten uit andere Soes
ter wijken moeten aantrekken en daar
mee wordt dan Soest's derde winkel-
pool gecreëerd.
En dat is in strijd met een visie van de
gemeenteraad en wordt ook afgewezen
door het Centraal Instituut voor Mid
den- en Kleinbedrijf (CIMK).
Resumerend zegt het Sperwerrapport
dat erin Overhees, gezien het uiteinde
lijk totaal aantal woningen (2300) en
het totaal aantal wijkbewoners (ruim
6300 bij een gemiddelde gezinsgrootte
van 2,75) slechts sprake kan zijn van
een bescheiden buurtwinkelcentrum.
Omdat de geplande bouwaktiviteiten
vooral in de jaren '84 tot en met
liggen, zo die plannen al gehand
haafd kunnen worden, zal de opleve
ring vooral voor de detaillisten tè
vroeg liggen.
(De huidige exploitant van de nood-
winkel in Overhees, gebr. Den Blan
ken, is aangesloten bij de inkoopcom
binatie B.V. Sperwer Nationaal).
sinds 1887
gespecialiseerd in de betere merken
UTRECHT, Biltstraat 62 -68,
tel. 030-712299
AMERSFOORT, Arnhemsestraat 8 -10, tef. 033 - 30124
Met een drukbezochte feestavond is
afgelopen vrijdag de opheffing van de
afdeling Soest van de Bouwbond van de
NW en de fusie met de Bouw- en Hout
bond van het NKV in het FNV gevierd.
Dankbaarheid over wat gedaan was in
de ruim zeventig jaren van het bestaan
van de afdeling overheerste deze NW-
avond en óók tevredenheid over de
totstandkoming van de fusie.
In zijn toespraak memoreerde voorzit
ter W. van Leuveren de mannen van
het eerste uur. In 1909 werd de timmer-
liedenbond opgericht, waaruit in 1919
de ANB, de bouwbond, is voortgeko
men.
Dank bracht hij aan de initiatiefne
mers van destijds: p. de Nooij, R.
Rijksen, D. Lammerts en E. Grift. Hun
werk vond nu zijn voltooiing in het
georganiseerd samengaan van alle
bouwvakkers. Door de fusie telt de
bouwbond nu circa 240 leden: 110 van
de NW en circa 130 van het NKV.
Van Leuveren stak niet onder stoelen
of banken dat hij bijzonder ingenomen
is met de fusie. Wel betreurde hij het
afscheid te moeten nemen van drie
trouwe bestuurders; n.1. van secretaris
Jan Hoekman, die de afdeling 25 jaar
diende, van bestuurder Piet Vink die
ook de 25 jaar volmaakte en van Piet
Grift die, ondermëer als penning
meester, de afdeling liefst 37 jaar
trouw was. Van Leuveren betrok de
echtgenotes van de drie bestuurders
nadrukkelijk in de hulde. Hij bood hen
bloemen en een envelop met inhoud
aan.
Een envelop met inhoud alsmede een
horloge met inscriptie kregen ook de
drie vertrekkende bestuurders.
Grift, met de meeste dienstjaren, werd
toegesproken door oud-bondspenning-
meester H. van Dijk; de twee anderen
werden voor hun inzet bedankt door
bondsbestuurder A. Bargerbos.
De avond werd ook bijgewoond door
oud-afdelingsvoorzitter J. van den Bra-
kel, de oudsecretaris de heer H. Muis,
het bondsraadlid P. van Welzenes uit
Amersfoort en de secretaris van de
afdeling Scherpenzeel. Muzikaal werd
de bijeenkomst opgeluisterd door de
disc-jockey H. Schouten.
De bouwbond-bestuurders v.l.n.r.
H. van Dijk, P. Grift, J. Hoekman,
P. Vink en A. Bargerbos.
Foto: Herman van Dam
I Acs J\J 'm nou zo <5hww Moöetoc sne«r\
NAAR AUTO VANOeRMeGR IN AMSASTOORr,
oe SHOP IS 'S lATeePAGrTOT \Z UUR OVPN.
«eBoeN veeu. ueoKe kaoo's J
n
pös oete neeft niet naar. 1
-HST «Rore WAeeNHuiS VOOR
06 AUTO ACCeTTOIABS
FLUORWEG 49-51 AMERSFOORT - TEL. 033-15548
INDUSTRIETERREIN „DE ISSELT" VAK A
IN ELK MERK
van 18 t/m
28 november
De milieuvereniging „Soestdijk geen
Stankwijk" heeft naar aanleiding van
de door burgemeester en wethouders
opgestelde ontwerp-beschikking bij de
Hinderwetvergunning voor een vuilstort
plaats aan de Verlengde Talmalaan
een aantaal aanvullende kritische vra
gen gesteld.
Het betreft de vergunning aan de
Grondexploitatiemaatschappij A. W.
Kuyer Zn. B.V. te Soest. De vergun
ning wordt beperkt tot het storten
van bouwafval en er worden stringente
bepalingen aan verbonden.
Zo mag de stortplaats niet gebruikt
worden voor stankverspreidend riool-
vuil, faecaliën, kadavers, infectieus
ziekenhüisafval,- slachtafval» -aard-,
olieproduktèn, giftige chemicaliën of
mengsels daarvan, bestrijdingsmid
delen uit de landbouw, ioniserende
stralen uitzendende stoffen die onder
bepaalde omstandigheden gevaar voor
de omgeving kunnen opleveren. Ge
dacht wordt daarbij aan licht ontvlam
bare of explosieve stoffen.
In het stortgat mag geen vuil verbrand
worden en het terrein moet door mid
del van een deugdelijke afrastering
voor onbevoegden ontoegankelijk wor
den gehouden.
Bepaald is ook dat het gestorte afval
zich steeds in geëgaliseerde toestand
moet bevinden en daartoe moet een
shovel beschikbaar zijn. Dat gestorte
en geëgaliseerde afval moet, met uit
zondering van het stortfront, dagelijks
met een laagje grond of zand ter dikte
van dertig centimeter worden afge
dekt.
Er moet gestort worden in lagen en de
laagdikte mag niet meer dan twee en
een halve meter zijn, terwijl de breedte
niet meer dan twintig meter mag
bedragen.
En tenslotte is bepaald dat het terrein
èn de aanvoerweg steeds in zindelijke
staat moeten worden gehouden.
De milieuvereniging heeft er toch wat
kritische vragen over. Zo wil men
weten of bepaalde soorten bouwaf
val uit te sluiten zijn. De vereniging
zegt te weten dat er ooit haarlakpro-
dukten en fotografisch afval is gestort
en vraagt of daarnaar ooit is gedocht.
„Is de lijst van uitgesloten afval wel
compleet?", vraagt de vereniging.
„Kan zo gevaar, schade of hinder van
andere aard worden ondervangen?"
Opgemerkt wordt ook dat het te storten
materiaal al broeit en stinkt als het
arriveert en dat het vooral bij een hoge
luchtvochtigheidsgraad hinderlijk is
voor omwonenden.
Ook wil de vereniging weten of er
gecontroleerd gaat worden en of de
daarvan op te stellen rapporten ter
inzage komen te liggen. Tenslotte
vraagt de vereniging wat de toe
komstige bestemming van het terrein
gaat worden.
Men hoopt op afdoende en volledige
antwoorden.
Het Waterleidingbedrijf Midden Nederland dat sinds afgelopen zomer op het
gebied van voorlichting en mededeelzaamheid toch al niet zo'n beste naam in
Soest heeft, handelt, zo blijkt ons, soms ook gevaarlijk nonchalant.
Wat te denken van de volgende mededeling:
„De bestaande metalen leiding naar het door u bewoonde perceel wordt op he
den vervangen door een niet-metalen leiding. Als gevolg hiervan kan voor aar
ding van de elektrische installatie niet of niet meer gebruik worden gemaakt
van de waterleiding. Is uw elektrische installatie thans op de waterleiding ge
aard, dan raden wij u aan ter vermijding van ongevallen, met het stroomleve-
rend bedrijf overleg te plegen over de wijze waarop nu de aarding tot stand
moet worden gebracht. Van bovengenoemde vervanging wordt tevens kennis
gegeven aan het stroomleverend bedrijf".
Er rijzen wat vragen, zeker voor men
sen die overdag niet thuis zijn en 's a-
vonds dit briefje in de bus vinden.
Zou het WMN dergelijke werkzaamhe
den niet plannen? En als dat wel het
geval is, kunnen de bewoners dan niet
ruim vooraf gewaarschuwd worden
wat hen te wachten staat?
De verandering kan immers gevaar
opleveren, want het WMN schrijft zelf
„ter vermijding van ongevallen..."
Is het dan verantwoord de electrische
installatie te blijven gebruiken of moet
de bewoner dat zelf maar avonturen?
Het WMN waarschuwt zelf het stroom
leverend bedrijf; de PUEM dus.
Mag dan aangenomen worden dat de
PUEM, het gevaar kennende, uit zich
zelf langs komt? Heeft het WMN dat
met de PUEM afgesproken?
Zo ja, waarom staat dat dan niet op
het briefje?
In de praktijk blijkt dat inderdaad het
geval te zijn, maar ook de PUEM
heeft zo haar eigen handelwijze.
Ons is een geval bekend dat een
PUEM-medewerker bij een woning
aanbelt, waar een werkster (de bewo
ners zijn overdag niet thuis) open doet.
Zij weet niets van het WMN-briefje
en de PUEM-man zegt alleen maar
dat hij komt doormeten. De man ver
laat de woning ook zonder een mede
deling en zonder een briefje achter te
laten.
De bewoner hoort enkele dagen later,
als hij de werkster toevallig spreekt,
dat de PUEM geweest is. Er moet naar
de elektriciteitsmaatschappij gebeld
worden om te weten te komen of a.
het bezoek te maken had met het WMN-
gedoe en b. wat de bevindingen van
de PUEM-man zijn geweest.
Het blijkt dan allemaal in orde te zijn,
maar de vraag blijft: „Moet dat nu
allemaal zo?"
De prijzen van water en electra lopen
op ondanks minder gebruik en vermoe
delijk „dankzij" minder afname. Per
soneel kan niet aan de dijk gezet wor
den al is er minder werk.
Maar kan dan mogelijk de service aan
de goed betalende klanten niet wat ver
beterd worden?
Voorbericht
Een woordvoerder van het WMN zegt
ons dat er altijd een voorbericht al
gegeven wordt. Alleen in geval van
nood blijft dat achterwege.
En noodgevallen zijn er in de vorm van
lekkages of anderszins kapot geraakte
leidingen.
Vernieuwingen, die in de planning zijn
opgenomen, worden tevoren aangekon
digd zodat de bewoners weten wat er
aan de hand is. Zij kunnen tevoren
maatregelen nemen.
Overigens is het zo dat het officieel
verboden is de elektrische installaties
te aarden op de waterleiding. Alle in
stallateurs weten dat en zullen het
daarom ook niet doen.
Maar er kunnen oude situaties zijn
en daar heeft dan de WMN-waarschu-
wing betrekking op.
Theoretisch mag het dus niet voorko
men dat de WMN-waarschuwing ach
teraf gegeven wordt. Alleen in echte
noodgevallen kan het voorkomen.
De zaak zit organisatorisch „water
dicht"; in de praktijk zou het moeten
kloppen.
De PUEM, zo wordt ons meegedeeld,
stuurt een monteur/controleur op pad,
daags na ontvangst van de WMN-me-
dedeling. De man meldt zich steeds
met het bericht dat hij „de aardlei-
ding komt controleren" en hij heeft
de opdracht bij vertrek te zeggen wat
zijn bevindingen zijn.
Een schriftelijk bewijsje daarvan
wordt niet achtergelaten, maar ook
hier is de zaak theoretisch voor el
kaar.
„Het ligt", zegt ons een PUEM-mede
werker, „wel aan de monteur of hij
deze theorie ook in praktijk brengt".
Daar moeten we dan in ieder geval
maar van uitgaan.