k Uit het rijke karnavalsleven van de eerste Soester Prins Karnaval Prins Leut,, Wim Butzelaar: ,,Wat zou ik het graag nog een keertje overdoen. De „Narre Knol" Feestlied ter gelegenheid van het 5-jarig lustrumbezoek van Prins Leut X "rins Leut onderscheiden zetten Soest eens lekker op zijn "DE NARRE KNOL" Hts 10 februari 19H2 11 Er was eens... Met deze drie woorden begonnen en beginnen de meeste oude en nieuwe sprookjes. Ook het sprookje van de Prins op deze pagina: Prins Karnaval, oftewel Wim Butzelaar, de eerste en langst regerende vorst in Soest. Voor wie hem niet kent: Wim Butzelaar werd in 1918 geboren, zoon van een huis- en decoratieschilder. Zijn later sonore stem kreeg al vroeg ge stalte. Kleine Wim zong de eerste stem op een katholiek jongens koor en menig traantje werd gedroogd wanneer zijn ijle jongens sopraan op kerkelijke hoogtijdagen het luchtruim van het kerk gebouw vulde. Gemeente-ontvanger Alders ontdekte nog andere kwaliteiten bij Wim Butzelaar en dus belandde hij ook in het Soester toneelleven. Waar is hij trouwens geen lid van geweest? Over zijn aandeel in het Soester verenigingsleven zou een boek te schrijven zijn. Vermelden wij slechts dat Willem Butzelaar tot nu toe deel heeft uitgemaakt, telkens in bestuursfuncties, van 19 Soester verenigingen. Verenigingen op het terrein van cul tuur - sport - geestelijk en maatschappelijk werk. Wim Butze laar, in zijn lange werkzame leven als mens en als eigenaar van een druk beklante kapsalon een graag geziene en vooral ook gehoorde Soester. Toen in 1961 in Soest het Kar naval door de toenmalige kapelaan Spit werd voorgesteld lag het dan ook voor de hand dat niemand anders dan Wim Butzelaar het als eerste Prins Karnaval zou gaan proberen. Eerder had men een beroep ge daan op een importprins", de heer Egberts uit Baarn, maar de vertolking die hij er van maakte viel bij de Soesters niet zo in de smaak. Wim But zelaar dus. Zelf vertelt hij, de humor niet van een vreemde te hebben. „Mijn vader „zegt hij „kon er ook wat van" Als Prins beschikte Wim But zelaar over duizenden moppen. Of de grappen werden gecen sureerd vermeldt de geschie denis niet, feit is wel dat het Karnavalsgebeuren in de be ginjaren in Soest een typische aangelegenheid was voor het katholieke deel van de bevol king. Karnaval - Vastenavond en het Askruisje, ze hadden met elkaar te maken als, om een profane vergelijking te gebruiken, heerlijk met helder en Heineken. Het paleis van de toenmalige Prins Karnaval was gevestigd in het toenmali ge St. Jozefgebouw. „Het was" weet Wim Butzelaar zich te herinneren „een heerlijke tijd. Een tijd die nooit meer terug zal komen, al zou ik het best nog eens een keertje willen overdoen. Achteraf begrijp je niet waaraan wij zijn begon nen. Wisten wij veel wat nu precies Karnaval was, en hoe de taak van de Prins en zijn Raad van Elf er uitzag. Wij deden maar wat, en het bleek achteraf gezien bij het publiek aan te slaan. Twee dingen ston den ons voor ogen: van Karna val een feest maken en de orde handhaven. De Raad van Elf en ik stonden er meer bij als politie-agenten en toeziende voogden dan als feestgangers. Dat was ook noodzakelijk, want als er één feest uit de hand kan lopen dan is het Karnaval. Ik ben er dan ook niet zo'n heel klein beetje trots op dat er tij dens mijn optreden als Prins, vooral ook dankzij de £ewel- dige inzet van de Raad van Elf, nooit een klap gevallen is. Alles liep gesmeerd en op rolletjes. Onze taak toen was heel wat eenvoudiger dan tegenwoor dig. Het feest was wat omvang betreft beperkter, de mentali teit van de jeugd anders, er werd minder gedronken. Karnaval in mijn beginjaren was meer een gezellige fami- liekliek. Die beslotenheid sa er nu, terecht overigens, at, waardoor het hele gebeuren een meer open en ander karak ter gekregen heeft' Dat Butzelaar en de zijnen de kunst van het Karnaval vieren snel van de zuiderburen had den afgekeken werd spoedig duidelijk. Soest vierde nog geen vijf jaar Karnaval of van beneden de rivieren kwam men met leutbrenger Wim But zelaar kennismaken. Zijn faam trok zelfs in het verwende Lim burg de aandacht. Met Toon Hermans ontving ook Wim But zelaar van een Limburgse Kar na vtils vereniging „het groot kruis van verdienste in de Orde van de Gulden Humor". Een onderscheiding die hij vooral te danken had aan zijn legendarische voorraad grap pen en grollen en de wiize waar op hij één en ander op het pu bliek overbracht. Het Karnaval in Soest kwam jaar na jaar steeds losser te staan van het parochiële leven. Hoe keek en kijkt Prins Karna val daar tegen aan? „Het is natuurlijk volstrekte waan zin om van Karnaval een feest te maken voor een geselecteerd publiek. Dat paste toen en ook nu niet in de tijd waarin wij leven. Katholiek zijn in rela tie tot het Karnaval deed mij niets en doet mij nog niets. Je probeerde alles en iedereen in een dusdanige stemming te brengen dat de mensen voor een jaar schik hadden. Dan ga je niet vooraf vragen of en bij welk kerkgenootschap ze behoren. Als het goed is is Kar naval een feest voor iedereen. Jong en oud, rijk en arm. Het is een typisch feest zonder ran gen en standen". Wim Butze laar, niet alleen de eerste, maar ook de langst regerende Prins Karnaval in Soest. Om precies te zijn duurde zijn rijk elf jaar. En dan komt de tijd dat Karna- valgangers het voor gezien ver klaren en uitkijken naar een andere Prins. Verandering van spijs doet immers eten. Wat Wim Butzelaar en zijn trouwe Raad van Elf betreft was daar geen sprake van. Wanneer ze zelf niet vrijwillig hadden afgehaakt dan zouden ze er nu waarschijnlijk nog zitten. Wim Butzelaar daarover: „De oor zaak is geweest dat ik heb be dankt. Ik voelde voor mijzelf dat de tijd was aangebroken om het eens aan jongeren over te laten. Elf keer Prins Karna val zijn is geen kleinigheid. Mijn inzicht werd door het toen malige bestuur bijzonder op prijs gesteld. Los van mijn be sluit heeft de toen bestaande Raad van Elf besloten met mij op te stappen. Het was goed en mooi geweest. Ook die groep was van mening dat er moest worden vernieuwd. Vernieuwing alleen is het niet geweest. Tus sen het bestuur van de Karna- valsvereniging en de Raad van Elf boterde het niet meer. Ook die bijkomstigheid heeft er toe bijgedragen dat wij vrij una niem ons besluit namen. In een emotionele vergadering zijn wij toen uit elkaar gegaan. De tijd heelt alle wonden en uit eindelijk zijn wij in een uitste kende harmonie verder gaan leven. Een nieuwe ploeg is aan het werk gegaan, de oude Raad van Elf en ik zijn tot op de dag van vandaag een grote vrien denclub gebleven. Er gaat geen maand voorbij of wij komen voor een of ander, door ons zelf georganiseerd evenement, bij elkaar. Een vriendenclub in hart en nieren. Eens per jaar treden wij als Oude Raad van Elf nog naar buiten. Dat gebeurt in „De stad Gods" te Hilversum. Het is net of de klok dan weer even wordt teruggedraaid" In 197S nam Wim Butzelaar, met zijn Raad van Elf, af scheid van het Karnavalsge beuren, Afscheid nemen doet pijn, wordt wel eens gesteld. Wim Butzelaar: „Dat klopt. Je raakt iets kwijt waarmee je was vergroeid. Je mist de sfeer waarin jij het centrale gebeu ren was. Dat valt ineens dan weg. Pijn heeft het niet gedaan. Het heeft meer te maken met weemoed en hartzeer. Het was zo'n toffe club". Van Wim Butzelaar geen kwaad woord over zijn opvolgers. Ze doen het anders, maar zeker niet minder goed. „Ik heb" zegt hij „grote bewondering voor mannen als Evert Kerkhof en Frans Bosman. Grandioos zoals zij de draad weer hebben opge pakt. Vooral van Frans Bos man zouden wij iets geleerd kunnen hébben. Hij was niet al leen een uitstekende Prins Karnaval, als voorzitter van de Karnavalsvereniging boven dien een buitengewoon orga nisator. Dat het Karnaval zo in Soest leeft is vooral aan hem te danken geweest' Het Karnaval van toen, het Karnaval in 1982. Wat zijn de verschillen? Wim Butzelaar „Zoals gezegd hadden mijn opvolgers qua organisatie de zaken beter voor elkaar. Wij hielden met pijn en moeite een paar losse centen over. Wij sprongen er altijd maar net uit. Als de kas werd opgemaakt hadden wij als vereniging nog geen kwartje over. Tegenwoor dig is de aanpak veel zakelijker. Of de sfeer er ook beter door geworden is is moeilijk te be antwoorden. In ieder geval is die sfeer anders. Iedere Raad van Elf neemt zijn eigen groep mensen mee. Iedere Prins en iedere Raad van Elf heeft zo zijn eigen aanhang. Zeker is ook dat de jeugd van van daag wat losser in het geld zit waardoor ze, in tegenstel ling tot in onze tijd, wat mak kelijker en royaler in het bier happen. Dat kan ten koste van de sfeer gaan. Men wordt ru moeriger en brutaler. Daar kan geen Prins of Raad van Elf iets aan1 doen. Het heeft te maken met de tijd waarin wij leven. Als je nu op het gedrag van jongelui aanmerkingen maakt loopt je een goeie kans een klap voor je harsens te krij gen. Karnaval toen, Karnaval nu, het is onvergelijkbaar, en het is ook niet eerlijk om te vergelijken, omdat de om standigheden zo anders zijn. Neem van mij aan dat ik diep respect heb voor Henk Steusel en zijn Raad van Elf als ze het Karnaval 1982 weer tot een goed eind brengen. Daar komt heel wat tact en inzicht voor kijken". In het gesprek mengt zich de echtgenote van Wim Butzelaar. Uit haar mond teke nen wij op: „Het is niet alleen een kwestie van jeugd en geld. Het heeft ook met stijl te ma ken. De Raad van Elf doet an ders mee dan ze het vroeger deden. Wij hebben het pas mee gemaakt met het Prinsenbal. Vroeger als je daar met de Raad van Elf binnenkwam dan stond de hele zaal als een man op. Zwaaien, toespraak, en thousiasme en een polonaise van een half uur. Je wist niet waar je bleef. Dat mis ik tegen woordig. Een koele bedoening. Voorstellen, een kort toespraak je en dan heb je het gehad. Geen of weinig enthousiasme. Niet te vergelijken met vroe ger". Beste knolleleuters en leutige knolinnen. Met vreugde zie ik de komende dagen tegemoet. Waarom zult u denken. Wel, als ik de voorbereidingen zie van het zeer hardwerkende be stuur der Karnavalsvereniging de „Narre Knol", dan moet het komende feest weer een groot succes worden voor hen die in Soest al eens van de kar- navalsknol geproefd hebben. Zij die de smaak nog niet te pakken hebben, zou ik wil len uitnodigen één van onze da gen mee feest te vieren. Onze knol, een vroeger zeer veel voorkomend voedsel voor mens en dier, speciaal in Soest, is de oorzaak van het ontstaan van de naam „Soester knol" voor iedere inwoner. Dit ter verduidelijking voor de Veen- bessers, de Weegbreeërs en alle nieuwe bewoners. Een onmisbaar gewas, onze knol, die zelfs onder de aan dacht kwam van vele geleer den. (Zie Oosthoek's encyclope die deel 9, blz. 579). We heb ben dit knolletje in ere gehou den door hem te vernoemen in onze vereniging de „Narre Knol". Lieve mensen grijp deze knol, pak hem in z'n raap, veran der uw levensmenu eens voor een paar uur. Eet u dik aan knollelol en drink een raap- sapje of zing een peenhit en dans een knolledans. Dan pas kan men zeggen, ook boven de Moerdijk: We benne op de wereld om mekaar, om mekaar te helpen, niewaar. En tot slot tot kiekes. Alaaf Alaaf. Prins Leut X 't Zal je knol maar wezel Gegeven te Soest 27 januari 1970 Wim Butzelaar en zijn Raad van EU, jaargang 1965. Refr.: Het is uit 't leven gegrepen, Het is uit 't leven 'n greep, 't Geluk is altijd met de Iepen, Dat is 'm nou net nou de kneep. Couplet 1. U ziet Prins Carnaval, 't Is Prins Leut de tiende, Temidden van ons staan, Om hier ook jool te vinden. Hij komt hier elk jaar, En doet 't steeds zeer gaarne Wij zijn ook zeer vereerd Hem nu weer te ontmoeten. JA. Couplet 2. De Prins uit Knollenland Viert hoogtij deze dagen Want 't is de Narre Knol Die hij bekend moet maken Hij ging van school tot school Om allen op te roepen Voor 't kinderkarnaval Dat zondag weer moet slagen. JA. Couplet 3. Wij willen u daarom. Een onderscheiding geven Zodat een elk kart zien Hier was wat te beleven Vandaar hier deze knol Die wij u nu gaan geven Het is slechts het symbool Van gein en lol in 't leven. JA. Couplet 4. Dit is de vijfde keer, Dat wij u hier begroeten En u hier weer de lol En feestvreugde komt proeven De Prins en Raad van Elf die geven een lintje Dat is ook zeer verdiend HOERA! voor Leut de tiende. JA. Couplet 5. Prins Leut, straks moeten wij Weer voor 'n jaar gaan schei den, Maar wij op deze school Zullen 't Carnaval verbreiden. Wij wensen u veel gein En lol in deze dagen En hopen dat heel Soest Het Carnaval doet slagenJA. De school bedankt en groet u met een driewerf ALAAF! ALAAF! ALAAF! Tl T I We hossen tot de morgen, „Meester" Anton Hilhorst, eens een gewaardeerd lid van de „oude" Raad van Elf. Wim en Tonny Butzelaar. Op hun manier, en met hun vrien den en vriendinnen vierden zij op hun manier Karnaval. Met de Hilhorsten, de Kokken, de v.d. Breemers, de Smitten, noem maar op en vul maar in. Ze hebben Soest een erfenis achtergelaten waarvan jaar lijks, iedere keer een andere rente wordt geplukt. Karnaval toen en nu, het is om tal van redenen onvergelijkbaar. Recht overeind blijft dat er in Soest jaarlijks Karnaval wordt ge vierd. Dat alleen al is in een dorp waar zoveel wordt ge praat, zo weinig kan, iets waar wij Prins Butzelaar en zijn Oude Raad van Elf niet genoeg erkentelijk voor kunnen zijn. Jan Leijendekker Tijdens het extra prinsenbal dat zondagavond in gebouw St. Joseph gehouden werd, is prins Leut V door het bestuur van de Instuif R.K. Jong Soest onderscheiden met de Orde van de Narrige Knol omdat hij gedurende vijf jaar een voor treffelijke leidsman geweest is op het pad van de lol geduren de de carnavalsviering. Ook dit jaar zal hij dit zijn en over twee weken zal hij de heerser zijn in de Soester knollentuin. De heer J. v.d. Berg, voorzit ter van de Instuif R.K. Jong Soest, reikte de onderscheiding en de oorkonde die erbij hoort uit. Hij dankte de prins, de voorzitter van de raad van elf en de leden van dit eerbied waardige college. „Lieve beste knollen", zei een ontroerde prins, die zich zeer gelukkig toonde met deze der de onderscheiding. Na vereren de onderscheidingen uit Lim burg en Weesp was dit onge twijfeld zijn grootste onder scheiding, hem gebracht door zijn dankbare onderdanen. De prins bracht dank aan het bestuur van de Instuif, de car navalscommissie en in het bij zonder aan de voorzitter van de raad van elf voor de steun die hij van hem in vijf jaar onder vonden heeft. De prins was evenmin karig met onderscheidingen en hij benoemde de voorzitter tot vorst. Voortaan zal hij Zijne Majesteit Vorst Antonius de eerste heten. „Lieve beste knollen, doe gek!", aldus het bevel van de prins en de meisjes en jongens knollen deden gek. Zij studeer den het schone carnavalslied in dat met de volgende twee cou pletten begint Daar gaan ze, alle zorgen op het feest der zotten. kop. De clowns en acrobaten, de cowboys en piraten, de schone Mona Lisa en 't snoepje van de week. Daar gaan ze... Mocht u lust in zingen hebben dan moet u de wijs van „Vi vace" gebruiken. KARNAVALSVERENIGING SOEST Soest, 5-10-1970 De Weledele Heer W. Butzelaar, Steenhoffstraat 53, Soest. Geachte Heer Butzelaar, Naar aanleiding van uw schrij ven d.d. 22-2-1970, waarin u ons mededeelt uw titel te willen overdragen aan een jongere Prins, hebben wij besloten u eervol ontslag te moeten verle nen. U was tien jaar lang onze „Doorluchtige Hoogheid Prins Leut", maar naast deze eer volle aanstelling wist u ook nog tijd te vinden om vooral de ver eniging, of dit nu eerst de In stuif en later de „Narre Knol" was, groot te maken en een goede naam te geven. Wij, en we spreken nu ook uit naam van de vele honderden die u kennen als Prins Leut, moeten uw besluit wel respec teren omdat we weten hoe moeilijk het is afstand te doen van iets waaraan men zeer ge hecht is. Als we terugzien, en dat zullen we vaak ondanks dat we voor uit moeten, dan komen er veel hoogtepunten in onze gedach ten. U sleepte in uw enthousiasme ons steeds weer mee naar die hoogtepunten en deelde met ons de niet te beschrijven roes, die Karnaval heet. De vereniging „De Narre Knol", is u veel dank verschul digd en we hopen deze welge meende dank te kunnen uit drukken door u voor het leven, officieus de vererende titel te mogen verlenen van „Zijne Doorluchtige Hoogheid Groot Knollevorst' We hopen u nog vaak in ons midden te mogen hebben, en tekenen. Hoogachtend, Uitnaam van: B. Batenburg, W. van Doorn, P. Hom, G. v. 't Klooster, R. v.d. Mast, W. Zeggelaar, A. v.d. Breemer.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1982 | | pagina 36