Nederland is een fotoland
Van de grote
steden naar het
Platteland
Grote waterbesparing
in het kleinste kamertje
Kritische belangstelling voor
„droge waterstaat" bij
wegenbouw en ruilverkavelingen
Boeren scoren
hoge en lage cijfers
Fauna:
de bosuil
Veilige verpakking
van medicijnen bepleit
Rechtshulp bij ontslag
Onwetendheid en misvatting drugs
Nieuwe voorlichtingsbrochure:
100 Jaar Waterstaat in Utrecht:
21
SiM'sltT Courant van woensdag 8 september 1982
21
Bosuilen hebben de mens door de
eeuwen heen steeds geboeid. Er zou
een bloemlezing, zeer interessant, ge
maakt kunnen worden van uileverha-
Ien.
Verhalen, vol angst en ontzetting, vol
verering en vertrouwen. Misschien
gaan we in deze rubriek nog wel eens
uilen naar Athene dragen; daar hoef
je echt niet dronken of dom voor te
zijn. Er vliegen beslist geen uilen met
bonte kraaien, ook niet in het jaar
nul, toen de uilen preekten.
Het jong van de uil is nu eenmaal
een uilskuiken. Maar bekijkt u de bos
uil in zijn volwassen staat, dan straalt
er wijsheid uit van zijn grote ronde
kop, waarin als parels zijn grote ogen
pronken.
De bosuil ziet u inderdaad in een park
achtig landschap, bijvoorbeeld in de
duinen en nog in groter getale :.n Mid
den-Nederland. Zien is misschien een
wat groot woord, de bosuil gaat im
mers overdag een uiltje knappen.
Daarvoor zoekt hij een fijne plek uit,
in een oudtakkige boom; daar zit hij
dan, dicht tegen de stam gedrukt.
Dat kleine vogels hem dan wel eens
durven sarren, och over kwajongens-
gedoe, daar kan de bosuil zich niet
kwaad om maken.
Ziet u de bosuil dus minder vaak,
horen doet u hem wel. Eigenlijk is
dat ook niet juist gezegd, het geluid
dat we horen is in teite een con
versatie tussen man en vrouw bosuil.
Man bosuil moet af en toe weten waar
vrouw bosuil uithangt. Hij roept dan
zijn vér-klinkende ,,oe-hoe-oe" roep,
waar vrouw bosuil zonder pauze met
een op antwoordt met een schel, kort
krassend geluid.
In onze tijd zijn er prachtige onder
zoekingen gedaan aan oor en oog van
de uil. Vroeger had men de instru
menten daar niet voor. Vandaar dat
de bosuil kortweg strix aluco werd
genoemd. Het grappigste is, dat men
die wetenschappelijke naam aluco
in de angelsaksische landen uitlegde,
als afkomstig te zijn van alucus of
ulucus, dat gillen of krijsen betekent.
Dus de gillende of krijsende uil. In de
germaanse landen daarentegen vond
men in alucus het woord a, dat zonder
betekent, en lux. dat licht is.
Dus de lichtschuwende uil. De uil zelf
zal in zijn wijsheid beide verklarin
gen wel goedkeuren.
De bosuil vliegt 's nachts geruisloos
tussen de bomen door. Zijn uitermate
scherp gehoor hoort het gepiep van de
bosmuizen. Feilloos duikt hij op zijn
prooi af. Is het tijd om naar de roest-
plaats terug te keren, dan roept hij
en schreeuwt zij terug.
De bosuil kan zich in ons land goed
handhaven. Vooral in Midden-Neder
land zijn al meer dan 500 paren ge
signaleerd. Hun aanwezigheid is van
grote betekenis, gezien het feit dat een
vitale bosuil een heel gezonde eetlust
heeft. Vanzelfsprekend zal de dis
daarom rijk voorzien moeten zijn van.
Vult u maar in, het is de bosuil om
het even, als het maar dierlijk levend
voedsel is; het prooidier mag het ge
wicht van drie ons niet te boven gaan.
Beseft u vooral de draagwijdte van
zo'n menu. Het doet er immers niet
toe, welk jaargetijde aan de beurt
is. Er zijn altijd muizen, kleinere
vogels, insecten te vinden en het maakt
de bosuil niet uit, welke van die drie
aanwezig zijn. Hierin schuilt de overle
vingskans voor de bosuil, meer dan
die voor andere uilen. Zelfs wanneer de
mens meent, vergiftigend op te moe
ten treden tegen enkele dieren die op
het menu van de bosuil staan, dan
nog blijven er andere prooidieren in
voldoende hoeveelheid over. Deze
conclusie heeft wel één voorwaarde:
de mens heeft in een cultuurland als
het onze, de taak er voor te zorgen
dat er voldoende opgaand hout over
blijft. Een parklandschap is ideaal
de bosuil blijft een bosdier.
De vermaarde molens van Kinderdijk.,
laten kennismaken.
één van de vele fotogenieke plekjes in ons land, waar de fotoroutefolders u mee
De molens in Nederland zijn lang gele
den gebouwd. ..Gelukkig maar" - zei
onlangs een wal cynische landgenoot.
..Want als we ze nu nog moesten bou
wen. zouden ze ongetwijfeld door de
welstandscommissie als landschap-
ontsierend zijn afgekeurd, zoals dat nu
vaak met nieuwe windmolens ge
beurt". Bchnhe die molens zijn er in
ons land nog veel meer mooie dingen
bewaard uit vroeger tijden. Er zijn
oude stadjes, stijholle boerderijen,
romantische haventjes en prachtige
kerken. Ons land is zo aantrekkelijk
dat je er weken voor nodig zou hebben
om dat allemaal te bekijken. En na
tuurlijk ook een goede gids. want je
moet wel weten, waar die molens en
kerken, oude stadjes en landschap
pen te vinden.
De fotoroutefolders
Die gids, beter gezegd gidsjes, zijn er.
Het zijn de fotoroutefolders, die zijn
samengesteld omdat er bij veel men
sen een behoefte bleek te bestaan om
er met de fotocamera op uil te trekken
door mooie gebieden van ons land. In.
de luop van de jaren is de serie uitge
groeid er zijn nu elf folders en daarbij
is er voor gezorgd, dat er voor elke
provincie eèn beschikbaar is. De tekst
is geschreven door een bekwaam foto-
graai; de routes zijn gekozen in nauw
overleg met plaatselijke of regionale
VVV- specialisten, en een deskundige
van de ANWB voor de verkeersveilig
heid.
Niet alleen voor auto's
De routes zijn allereerst opgezet voor
automobilisten, die in alle rust zo'n
tocht willen rijden en er geen bezwaar
tegen hebben ook eens uit te stappen
om in een mooie streek een korte
wandeling te maken.
Wie de foto route per fiets wil afleggen,
kan een deel van de route rijden of er
bijvoorbeeld twee dag-etappes voor uit
trekken. Ook fietsers kunnen dus van
deze set van eli routefolders gebruik
maken.
Welke streken?
De l oiorout^ Groningen gaat door het
..hoge" Groningse land ten noorden
van de hooidstad, een land van borgen,
van st.itiue boerenerven en kerktorens
met een zadeldak. In Friesland maken
we kennis met veel historische steden
al-> Sneek, Bolsward en Franeker,
Steeds vaker kiezen drugshandelaren het platteland uit om vandaar te opereren
en het risico te verkleinen gepakt te worden, zoals dat door de speciale,
narcoticaploegen in grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag
gebeurt. De handel bloeit in jeugdhuizen, jongerensociëteiten en ook op
speelplaatsen, in buurtcafé wordt ook al menig snuifje genomen en sticky
aangeboden. Bovendien komt het voor dat de leiding van een van gemeen
schapsgeld gebouw buurthuis - het verzoek doet het gebruik van soft drugs te
legaliseren.
Dit is in feite het beste bewijs dat er al
stickies worden gerookt, want om iets
te legaliseren, moet het al eerder
illegaal zijn gebeurd. Zo zou een buurt
huis. bestemd voor de hele gemeen
schap, kunnen verworden tot een drugs
café, dit onder het mom dat men in de
veronderstelling zou verkeren dat soft
drugs wettig zouden zijn toegestaan.
Niets is minder waar.
En zo staat de fuik wijd open. Het
begint inderdaad met hasj en mari
huana, die zogenaamd onschuldig he
ten te zijn. Dit is nog maar het eerste
deel van de fuik. Men zwemt er des te
gemakkelijker in.
De beleving van de roes vraagt om
herhaling. Het is net alsof een ander je
geest in beslag neemt.' En je zwemt
steeds dieper en dieper de fuik in, op
zoek naar meer en meer. Tot je gevan
gen zit in het laatste deel, waar de
harddrugs, zoals heroïne, almachtig
heersen en onverbiddelijk leiden tot
geestelijke verslaving. Van hash op
heroïne is maar een kleine stap. Hash
werkt gewennend en men heeft steeds
meer nodig om ,,high" te worden.
Sommigen, en of men nu jong is of
ouder, dat maakt geen verschil, ge
bruiken al na 3 maanden 400 maal
zoveel als toen zij begonnen. Onder
geestelijke verslaving verstaat men
dat de behoefte om steeds ,,high te
worden sterker is dan de wil ermee op
te houden. Daarbij komt dan nog vaak
voor dat een gevoel van onvrede met
de situatie waar je in verkeert, er de
oorzaak van is dat je als hennepge
bruiker gaat experimenteren met an
dere middelen zoals cocaine.
Zelfde plant, groot verschil
Hasj en marihuana zijn afkomstig van
de hennepplant. Van de sterke vezels
wordt touw gemaakt. De stof cüe de
henneproes veroorzaakt is het Delta
9-Te tra Hydro Cannabinol. kortweg
D-9 of THC genaamd. Hasj oiie beval
een zeer hoog gehalte D-9 en wordt dan
ook als hard drug beschouwd. Het
sprookje van de betrekkelijke onschul
digheid van marihuana en hasj komt
waarschijnlijk voort uit het feit, dat
Amerikaanse hasj slechts 0,04%-0,02%
D-9 bevat. De voornamelijk in Europa
verhandelde hasj uit het midden oosten
beval 50 x zoveel D-9 dan de marihua-
uit Amerika. Maar het allerergste is
misschien nog wel dat niet alleen
verslaafden volgelingen zoeken en
hardnekkig proberen anderen argeloos
over te halen, maar ook dat kinderen
van 12 jaar af worden verleid tot het
gebruiken van drugs. Velen zullen zich
nog herinneren, hoe 5 a 6 jaar geleden
op een Middelbare school in Breukelen
een portie drugs was vastgeniet in de
Schoolkrant. Bij het samenstellen van
de krant waren behalve leerlingen
sociale werkers" van een vormings
centrum betrokken. Er is in een van de
grote steden een geval bekend dat het
nog weer is gebeurd.
De handelaar is in feite een op geld
beluste sluipmoordenaar, een mis
dadiger, die rijk wordt ten koste van
het leven van heel jonge mensen. Het
gebruik van softdrugs als hasj ver
mindert de weerstand tegen besmet-
lelijke ziekten, het tast de geslachts
cellen aan, maar het grootste gevaar is
de beschadiging van de hersencellen.
Het blijft in de hersenen plakken als
een vetvlek. Na één keer roken zijn na
een jaar nog niet alle sporen verdwe
nen.
Van hasj tot heroïne is één stap. In een
stad als Amsterdam is 1 op de 100
inwoners verslaafd, d.w.z. meer dan
7.000. Even zoveel keer ontredderde
gezinnen, wanhoop, onbegrip, verloe
dering door jeugdprostitutie en inbra
ken, geweld en diefstal om aan geld te
komen.
maar ook mei terpen en meren. De
loloroulelolder, Drenthe voert ons door
brinkdorpen en l.mgs hunebedden en
heidevelden. De Overijsselse „Boer
derijenroute" laat ons zien hoeveel
NlifhoJJc bolsteden er nog liggen in het
landschappelijk zo mooie Salland. En
in de Gelderse foloroute brengen we
een bezoek aan de bosrijke heuvelach
tige streek rond Arnhem met onder
meer de vermaarde Postbank.
Tussen de rivieren
Dal i- de naam van de vooral in het
Utrechtse rivierengebied gesitueerde
loloroule. De kop van Noord Holland:
de loloroule Hollands Glorie leidt ons
door dit historisch zo boeiende land. En
in de loloroule „Zuid Holland" rijden
we langs zo'n veertig molens en vele
duizenden knotwilgen (tussen twee
haakjes; op 8 mei is er weer de
Natii male Fiets- en Molendag, waar dit
jaar ook een „Molenlolo-wedstrijd"
aan verbonden i*. 'n Goede kans om
heel bijzondere molenl'oto's te maken
geelt deze route).
Daarna gaan we met recht een ontdek
kingsreis door het gouden land" van
West Zeeuws Vlaanderen maken. En we
gaan door het „Hart van Brabant", de
siieok ten noorden van Tilburg, die zo
gevarieerd is met zandverstuivingen,
weiden en ri\icrgeziehten. De foto-
roule Midden Limburg tenslotte'voert
door een langgerekt parklandschap
mei beekjes in een lichtglooiend en
bosrijk gebied.
Ei. enbjk zijn ze alle best een bezoeken
veel oio's waard. De set van elf foto-
roulelolders, verpakt in een stevige
plastic map kost 9,50. U kunt de set
folders uil sluitend per giro bestellen
door overmaking van het bedrag op
giro 338 te name van de Stichting
Amaicurlotografie in Amsterdam.
Begin 1981 werd er in Engeland gediscussieerd over een veiliger verpakking
van medicijnen. Een omstreden wet stelt bepaalde vormen van verpakking
verplicht. Het ging om een flesje met een schroefdop, waarop tegelijkertijd met
het schroeven gedrukt moet worden. Vooral voor jonge kinderen (tot een jaar
of 4) blijkt zo'n gecombineerde handeling erg moeilijk uit te voeren.
Vergiftiging door medicijnen en huishoudmiddeltjes komt vooral bij peuters
in Engeland, maar ook in Nederland, nog te vaak voor. Recentelijk zijn er in
Engeland en Nederland onderzoeken verricht naar de omstandigheden waar
onder zich ongevallen met kinderen voordoen. De onderzoekers koméh tot de
•conclusie dat de omgeving mede schuldig is aan een aantal ongevallen.
Uit het Engelse onderzoek kwam naar voren dat een goede registratie van ver-
giftigingsgevallen geen eenvoudige zaak is. Vóoral omdat er behalve aan on
gevallen ook gedacht moet worden aan bewuste toediening van medicijnen
zonder doktersadvies.
Oorzaken vergiftiging
Uit het Nederlandse onderzoek blijkt
dat het vooral de peuters zijn die ver
giftiging oplopen door medicijnen,
huishoudmiddelen en dergelijke.
Dat is ook de ervaring van Prof. dr.
A.N.P. van Heijst, van het Nationaal
Vergiftigingen Informatiecentrum
(NVIC) van het Rijksinstituut voor de
Volksgezondheid. In een interview in
het voorlichtingsblad van Volksge
zondheid en Milieuhygiëne doet hij
een boekje open over de omstandig
heden waaronder ongevallen met gif
tige stoffen zich voordoen. Het goot
steenkastje is een bron van ellende.
Ook onoplettendheid op schoonmaak-
dagen speelt een belangrijke rol.
Maandag en vrijdag, typische schoon-
maakdagen, zijn topdagen als het gaat
om het aantal ongevallen. Medicijnen
en huishoudmiddelen zijn ongeveer
even vaak betrokken bij vergiftiging.
Bij kinderen van 2 a 3 jaar komt bij
voorbeeld vaak vergiftiging voor ten
gevolge van het slikken van medi
cijnen voor hart- en vaatziekten en
slaap- en kalmeringsmiddelen.
Prof. van Heijst ziet veel heil in betere
verpakking. Kinderveilige sluitingen
zoals bij de Engelse „safety bottle",
maar ook smallere uitstroomopenin
gen en kleine hoeveelheden per ver
pakking kan veel onheil voorkomen.
Deze maatregelen kunnen voorkomen
dat hët kind een al te hoge dosis naar
binnen krijgt.
Uit het onderzoek van het Veiligheids
instituut te Amsterdam wordt niet ge
detailleerd ingegaan op maatregelen
die men zou kunnen treffen ter be
scherming van de peuters tegen ge
vaarlijke stoffen. In Engeland meent
men te moeten twijfelen aan bijvoor
beeld de safety bottle. Ten onrechte
zou deze de ouders het gevoel geven
dat de kinderen nu veilig zijn. Ook de
safety bottle's moeten buiten bereik
van het kind blijven. Bovendien be
staat het gevaar dat ouders de lastig
te openen en te sluiten flesjes niet goed
dichtdoen, zodat de inhoud nog toegan
kelijker is voor kinderen dan voorheen.
De voorstanders beroepen zich erop
dat uit onderzoek is gebleken dat waar
de veilige verpakkingen in gebruik zijn
genomen, het aantal vergiftigings-
gevallen is gedaald. Tegenstanders
wijzen hier echter op de slechte re
gistratie van vergiftigingsgevallen.
Een huisarts zal alleen moeilijke ge
vallen, vooral twijfelgevallen, door
spelen en melden bij bijvoorbeeld zie
kenhuizen.
Uit een ander Engels onderzoek kwam
overigens naar voren dat ten onrech
te wel eens alleen maar ongevallen
worden genoemd als oorzaak van ver
giftiging van peuters. Bovendien bleek
inderdaad de registratie erg moeilijk.
Bij de afdeling Vergiftigingen" van
een groot Londens ziekenhuis werd
een aantal meldingen geregistreerd
waarbij toediening van medicijnen had
plaatsgevonden „op eigen gezag" van
ouders. In een aantal gevallen waren
de omstandigheden waaronder toedie
ning had plaatsgevonden verdacht,
en werd besloten maatregelen te ne
men om de veiligheid van het betrok
ken kind zeker te stellen. Dat zonder
onderzoek naar de omstandigheden en
voorgeschiedenis van ziekteverschijn
selen vergiftiging niet altijd aan het
licht komt, was een ander resultaat
van ditzelfde onderzoek. Slechts bij
33% van de naar het ziekenhuis door
verwezen patiëntjes luidde de diag
nose: vergiftiging.
Bij ongeveer de helft van deze 95 pa
tiëntjes (geregistreerd over twee
jaren) kwam de vergiftiging vast te
staan aan de hand van alleen een to
xicologische analyse. Voor de andere
helft bleek de volledige diagnose (voor
geschiedenis en omstandigheden, en de
medische gegevens) onontbeerlijk.
'Onder de titel „Ontslag. Kan 'n advo
caat u helpen?" heeft de Nederlandse'
Orde van Advocaten zojuist een 16-
pagina's tellende brochure uitgegeven,
waarin veel nuttige informatie te vin
den is voor de velen die in de huidige
economische recessie in de ongelukkige
omstandigheden komen te verkeren
hun baan te verliezen.
Hoe gaat het eigenlijk, zo'n ontslag?
Hoe zit dat met de opzegtermijn, de
ontslagvergunning, het vakantiegeld,
een afvloeiingsregeling? Mag het ont
slag eigenlijk wel? Wat is ontslag op
staande voet?
Het wordt allemaal in duidelijke be
woordingen in de brochure beschre
ven, van opzegtermijn tot en met het
verlenen van toestemming door het
Gewestelijk Arbeidsbureau. Ook de
mogelijkheden van uitkeringen na het
ontslag worden behandeld.
Ellende voorkomen
Volgens de brochure kan een hoop
onnodige ellende en bitterheid worden
voorkomen, wanneer de werknemer
(maar bok de werkgever) zich bij een
(dreigend) ontslag tijdig door een
raadsman laat adviseren.
Tegenwoordig komen de meeste men
sen in aanmerking voor door de over
heid gefinancierde rechtshulp, waar
voor de cliënt nauwelijks of niets hoeft
te betalen. Zulke regelingen gelden
niet alleen voor personen, maar soms
ook voor kleine bedrijven. Alle advo
caten kunnen dat voor een rechtzoe
kende die er voor in aanmerking komt,
regelen. Al is die rechtshulp overigens
nog zo „gratis", de cliënt kan gewoon
zijn voorkeur uitspreken voor een be
paalde advocaat. Een vrouw, die zich
bij een ontslag-kwestie bijvoorbeeld
gediscrimineerd voelt, kan, als zij dat
prefereert, om een (bepaalde) vrouwe
lijke advocaat vragen.
Namen van advocaten vindt men in het
telefoonboek of men neemt contact op
met de plaatselijke Orde van Advoca
ten ut het dichtstbijzijnde Bureau voor
Rechtshulp, waarvan in de brochure de
adressen en telefoonnummers staan
vermeld. Wie geïnteresseerd is kan de,
met leuke cartoons geïllustreerde,
brochure gratis aanvragen bij de Ne
derlandse Orde van Advocaten,
't Hoenstraat 1, Postbus 90614, 2509 LP
's Gravenhage, tel. (070) 645900.
De cijfers bewijzen het - al in het eerste
kwart van deze eeuw behoorden de
wegen in de provincie Utrecht tot de
drukste van het land. Maar het gaat
om aantallen waar wij niet meer
wakker van zouden liggen. Per werk
dag kwamen er in 1908 bijvoorbeeld 8
auto's over de weg Amersfoort-Ede,
een stroompje dat groeide tot 123 in
1923. Nóg drukker: de weg Utrecht-
Woerden. Gemiddeld 10 auto's per
werkdag in 1908, en maar liefst 339 in
1923.
Met het aantal auto's nam de behoefte
aan goede, verharde wegen toe. Aanleg
en onderhoud daarvan zijn taken van
de zogeheten droge dienst van de pro
vinciale waterstaat, die dit jaar zijn
eeuwfeest viert. Aanvankelijk was er
niets dan enthousiasme als er een
nieuwe weg, zoals „eenen kunstweg,
naar de wijze van MacAdam" (van
Utrecht naar Den Dolder) gereed
kwam. Maar toen het beslag van het
wegennet op de schaarse ruimte groei
de, kwam ook de kritiek.
Na de oorlog kwam er een einde aan de
langdurige periode, waarin de Neder
landse bevolking zich had geconcen-
teerd in de steden. De toegenomen
welvaart stelde veel mensen in staat
zich een auto aan te schaffen. Enige
afstand tussen de woon- en de werk
plaats vormde niet langer een bezwaar
en de trek naar buiten kwam massaal
op gang.
De overheid volgde de ontwikkeling en
deed alies om de automobilist een
snelle en comfortabele reis te garan
deren. De wegenbouwers beleefden
een gouden tijd. Bus- en tramlijnen
werden ingekrompen of zelfs opgehe
ven - het openbaar vervoer leek zijn
tijd te hebben gehad.
Nu heeft de auto niet alleen maar
voordelen. Hij vraagt ruimte, ver
bruikt veel energie en veroorzaakt
overlast door geluid en uitlaatgassen.
Allengs werd men zich van die bezwa
ren meer bewust en kreeg men boven
dien meer oog voor de schade die de
aanleg en verbreding van wegen kan
toebrengen aan natuur en landschap.
Het waren niet in de laatste plaats
actiegroepen die hun best deden inzich
ten te verbreiden. De werkzaamheden
van de droge, dienst werden het onder
werp van felle discussies.
Bestuurders veranderen van koers.
Wie het provinciale wegenplan van
1980 vergelijkt met dat van 1968, ziet
dat het oude plan in een veel sterkere
uitbreiding van het Utrechtse wegen
net voorzag dan het nieuwe. Daarnaast
worden tracé's van nieuwe wegen zo
vastgesteld, dat de schade aan natuur
en landschap zo klein mogelijk blijft,
probeert men wat verloren gaat door
landschapsbouw te herstellen en wor
den er geluidwerende voorzieningen
getroffen. Daarbij heeft de burger
dankzij de wettelijk voorgeschreven
inspraakronden een duidelijke stem in
het kapittel. -
De stiefmoederlijke bejegening van
het openbaar vervoer behoort tot het
verleden. Waar het kan werkt de
provincie aan de uitbreiding mee. Zo
zal volgend jaar de sneltram in gebruik
worden genomen, die de gemeenten
Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein
met elkaar verbindt.
Ook het busvervoer krijgt de nodige
aandacht. Om te voorkomen dat het op
de steeds drukker wordende provin
ciale wegen in de knel komt, krijgt het
op verscheidene plaatsen een voor
rangsbehandeling bij verkeerslichten
en worden vrije busbanen aangelegd.
Wat het particuliere vervoer betreft is
het niet langer de auto, die alle aan
dacht voor zich opeist. Het gebruik van
fiets en bromfiets wordt bevorderd.
Plannen voor de aanleg van fietspa
den, meestal ingediend door gemeen
ten en recreatieschappen, kunnen op
de warme sympathie van het provin
ciebestuur rekenen. Om een beter in
zicht te krijgen in de behoefte aan fiets
paden heeft de droge dienst van de
provinciale waterstaat een systema
tische studie uitgevoerd, waar in 1979
het provinciale rijwielpadenplan uit
rolde.
Ondanks de huidige terughoudendheid
ontkomt de provincie niet altijd aan de
aanleg van nieuwe wegen. Groeige-
meenten vragen om een goede ont
sluiting en elders moet het verkeer om
dorps- of stadskernen worden geleid.
Soms zijn combinaties mogelijk. Zo
vormt de vorig jaar voltooide Zuilense
Ring niet alleen de verbinding van
Maarssenbroek met de buitenwereld,
maar ook de laatste schakel in de ring
van autowegen rond de stad Utrecht.
Voor het onderhoud van de provinciale
wegen en hun bermen, de bakens, de
wegmarkering en de bestrijding van
sneeuw en ijzel in de winter zorgen de
40 kantonniers die de provinciale wa
terstaat in dienst heeft. Vroeger een
groep werknemers die door de provin
cie niet bepaald in de watten werd
gelegd.
Pas in 1918 viel het besluit om weg
werkers die door ouderdom niet meer
in staat waren hun werk te doen, een
toelage van vier tot zes gulden per
week toe te kennen; weduwen kregen
recht op drie gulden per week. In
rtatypifde jaar werd bepaald dat weg
werkers en brugwachters jaarlijks van
de provincie zouden ontvangen: twee
biauwlinnen kielen, een strohoed,
een pet met twee gele banden, een
wollen trui, een manchesterbroek, een
paar vetleren schoenen en bovendien,
eens in de drie jaar, een oliejas.
Een werkterrein van de droge dienst
waar de maatschappelijke ontwikke
lingen evenmin aan voorbij zijn ge
gaan als aan de wegenbouw, vormen
de ruilverkavelingen, tegenwoordig
vaker landinrichtingsplannen ge
noemd. Ging het daarbij vroeger
vooral om maatregelen die een doel
matiger grondgebruik mogelijk moes
ten maken, na de oorlog streefde men
er steeds meer naar om voortgaande
mechanisatie een schaalvergroting in
de landbouw mogelijk te maken en
daarmee de concurrentiekracht van
de Nederlandse boer te vergroten.
Ook aan de openluchtrecreatie wordt
in moderne landinrichtingsplannen
aandacht geschonken.
Natuur en landschap worden daarbij
volgens tegenstanders de dupe. De
natuur (planten en weidevogels) door
de verlaging van de waterstand die
nodig is voor de zware machines waar
mee de boer tegenwoordig werkt.
Het landschap, doordat allerlei ele
menten (hagen en houtsingels, gerief-
bosjes) aan de grootschaligheid wor
den opgeofferd.
In sommige gebieden krijgen natuur
en landschap voorrang. De boer mag
daar niet alles doen wat hij om zijn
bedrijf zo doelmatig mogelijk te be
heren wel zou willen. Voor de schade
die hij als gevolg van die beperkingen
lijdt, krijgt hij een vergoeding. Boeren
worden echter liever vrij gelaten, en
voor natuurbeschermers zijn het nog
altijd te weinig gebieden waarvoor
beheersovereenkomsten worden afge
sloten. Ook hier is de afweging voor
de provinciale waterstaat vaak moei
lijk.
Op de internationale ranglijst maakt de Nederlandse boer een beste beurt.
Kijkend naar het inkomen van de boer, blijft er van de glans weinig over.
Menig boer laveert tussen de snel stijgende kosten en de matige opbrengsten
door en verdient nauwelijks het zout in de pap. De ironie wil dat de interna
tionale topper ook veel ellende moet slikken.
De Nederlandse boeren hebben hun po
sitie op de Europese ranglijst niet al
leen gehandhaafd maar zelfs verbe
terd. Dat is een ware prestatie omdat
er een flinke economische tegenwind
is geweest. Het Nederlands agrarisch
produktie-aandeel in de Europese Ge
meenschap is gestegen van 7.5% in
1968 tot 9% in 1978. Vooral op de aard-
appel-, de varkensvlees- en de zuivel-
markt hebben de Nederlandse boeren
van zich doen spreken. Voor deze pro-
duktie-richtingen is het marktaandeel
de laatste tien jaren gegroeid van
resp. 12%, 8,5% tot resp. 16,5%, 13%
en 10,5%.
Je zou daaruit mogen afleiden dat on-*
ze boeren munt hebben geslagen uit
de betere marktpositie. Toegegeven,
de boereninkomens in Nederland
zijn absoluut, gezien de hoogste in de
Europese Gemeenschap, maar die
voorsprong neemt steeds verder af.
Anderzijds blijft het boereninkomen
steeds verder achter bij het inkomen
van andere Nederlandse bevolkings
groepen. De goede beurt op het inter
nationale marktveld is deels te wijten
aan het dynamisch ondernemerschap
op de boerderij, de gunstige ligging ten
opzichte van de grondstoffenaanvoer
(goede havens) en de eindprodukten-
afzet en deels aan een goed georgani
seerde boerenstand en de verwerken
de en toeleverende industrie. De cen
trale vraag blijft of de Nederlandse
boer zich kan handhaven.
Die vraag kiemt vooral in een econo
mische situatie die verre van roos
kleurig is en in een tijd waarin maat
schappelijke opvattingen over de wij
ze van landbouwproduktie nogal eens
veranderen. Vanzelfsprekend komen
we dan terug op het boerenerf om de
balans op te maken.
In Nederland tellen we ongeveer 145.000
land- en tuinbouwbedrijven. Daar
van zijn 26.000 part-time bedrijven,
terwijl ruim 70.000 bedrijven klein
of zelfs marginaal of te klein zijn.
Wat is klein? Het gaat om bedrijven
die nauwelijks werk bieden voor een
volwaardige arbeidskracht (de boer of
tuinder). Het aantal bedrijven is de
laatste jaren gemiddeld met ruim
2% afgenomen. Ondanks het afnemend
aantal bedrijven stijgt de totale pro-
duktiecapaciteit van de land- en tuin
bouw. De Nederlandse melkplas steeg
het afgelopeó jaar met 1,5%, de pro-
duktie van vlees en eieren met 4,5%,
de snijbloemenproduktie eveneens
met 4,5% en de produktie van groen
ten en fruit met 1% en 2,5%. Deze
cijfers lijken allemaal uit te monden
in aantrekkelijke boereninkomens.
Er is echter een paradox, want de
ellende op de boerderij neemt vooral
de laatste tijd zienderogen toe.
De totale landbouwproduktie in Neder
land is met 4,5% toegenomen tot ruim
21 miljard gulden. Door de enorme
.kostenstijgingen op de boerderij (vee
voer. energie, rente) daalde het boe
reninkomen het afgelopen jaar met on
geveer 15%. De kosten van arbeid,
grond en kapitaal resp. lonen, pacht
en rente) zijn gemiddeld met 7% ge
stegen. Op een produktie waarde van
21 miljard maken deze zgn. factorkos-
ten (voor de produktiefactoren) ruim
9 miljard gulden uit. Omdat vervolgens
van de produktiewaarde ook de kos
ten voor aangekochte grondstoffen en
produktiemiddelen moeten worden af
getrokken (een bedrag in 1980 van
16,5 miljard gulden) blijft eigenlijk
maar 5 miljard gulden over om de
produktiefactoren arbeid, grond en ka
pitaal te belonen. In feite hebben de
ze produktiefactoren recht op 9 miljard
gulden. Economen komen dan ook tot
de ontstellende conclusie dat de renta
biliteit van de landbouw verslechtert
en wel tot 57%.
De boer wordt onvoldoende beloond
voor de ingebrachte arbeid, grond en
kapitaal. In zo'n ellendige situatie kan
geen enkele boer jarenlang leven
Boerenellende en paradoxaal genoeg:
toch een beste beurt op de internatio
nale markt. Je mag alleen maar hopen
dat de boeren uiteindelijk een beter
bestaan mogen claimen want hun pres
taties verdienen een goede beloning.
In een tijdvak van nauwelijks 100 jaar,
heeft zich ten aanzien van het kleinste
kamertje, bijna een revolutie voltrok
ken. (zie foto).
Vandaag stellen wij niet alleen de
hoogste eisen aan hygiëne en komfort,
maar ook aan geluidsoverlast en wa
terbesparing.
Aan al deze 'voorwaarden wordt vol
daan door een nieuwe opvatting over
het kioset, namelijk het duobloc.
alles staat kompakt aan elkaar, op de
vloer.
Zodoende kunnen wanden makkelijk
schoongehouden worden en er ontstaan
geen kontaktgeluiden naar de buren
via de wand.
Het luide neerstorten van een plens
van 8 liter water bij elke doortrek is
voorbij.
Een duobloc vult geruisarm. Maar
het belangrijkste komt nog: hij ver
bruikt geen 8, maar 6 liter kostbaar
drinkwater.
Dat lijkt ogenschijnlijk niet veel, maar
als er, zoals normaal, 110.000 nieuwe
woningen in een jaar bijkomen en die
zijn voorzien van een duobloc, dan be
spaart Nederland wél even 19 mil
joen! kubieke meter drinkwater of
tewel 20 miljoen gulden per jaar.
Er is in 100 jaar veel veranderd. Een
duobloc maakt de verandering kom
pleet en aktueel.
Een reden om hieraan te denken als u
uw toilet gaat vervangen.
v