Nederland is een fotoland Van de grote steden naar het Platteland Grote waterbesparing in het kleinste kamertje Kritische belangstelling voor „droge waterstaat" bij wegenbouw en ruilverkavelingen Boeren scoren hoge en lage cijfers Fauna: de bosuil Veilige verpakking van medicijnen bepleit Rechtshulp bij ontslag Onwetendheid en misvatting drugs Nieuwe voorlichtingsbrochure: 100 Jaar Waterstaat in Utrecht: 21 SiM'sltT Courant van woensdag 8 september 1982 21 Bosuilen hebben de mens door de eeuwen heen steeds geboeid. Er zou een bloemlezing, zeer interessant, ge maakt kunnen worden van uileverha- Ien. Verhalen, vol angst en ontzetting, vol verering en vertrouwen. Misschien gaan we in deze rubriek nog wel eens uilen naar Athene dragen; daar hoef je echt niet dronken of dom voor te zijn. Er vliegen beslist geen uilen met bonte kraaien, ook niet in het jaar nul, toen de uilen preekten. Het jong van de uil is nu eenmaal een uilskuiken. Maar bekijkt u de bos uil in zijn volwassen staat, dan straalt er wijsheid uit van zijn grote ronde kop, waarin als parels zijn grote ogen pronken. De bosuil ziet u inderdaad in een park achtig landschap, bijvoorbeeld in de duinen en nog in groter getale :.n Mid den-Nederland. Zien is misschien een wat groot woord, de bosuil gaat im mers overdag een uiltje knappen. Daarvoor zoekt hij een fijne plek uit, in een oudtakkige boom; daar zit hij dan, dicht tegen de stam gedrukt. Dat kleine vogels hem dan wel eens durven sarren, och over kwajongens- gedoe, daar kan de bosuil zich niet kwaad om maken. Ziet u de bosuil dus minder vaak, horen doet u hem wel. Eigenlijk is dat ook niet juist gezegd, het geluid dat we horen is in teite een con versatie tussen man en vrouw bosuil. Man bosuil moet af en toe weten waar vrouw bosuil uithangt. Hij roept dan zijn vér-klinkende ,,oe-hoe-oe" roep, waar vrouw bosuil zonder pauze met een op antwoordt met een schel, kort krassend geluid. In onze tijd zijn er prachtige onder zoekingen gedaan aan oor en oog van de uil. Vroeger had men de instru menten daar niet voor. Vandaar dat de bosuil kortweg strix aluco werd genoemd. Het grappigste is, dat men die wetenschappelijke naam aluco in de angelsaksische landen uitlegde, als afkomstig te zijn van alucus of ulucus, dat gillen of krijsen betekent. Dus de gillende of krijsende uil. In de germaanse landen daarentegen vond men in alucus het woord a, dat zonder betekent, en lux. dat licht is. Dus de lichtschuwende uil. De uil zelf zal in zijn wijsheid beide verklarin gen wel goedkeuren. De bosuil vliegt 's nachts geruisloos tussen de bomen door. Zijn uitermate scherp gehoor hoort het gepiep van de bosmuizen. Feilloos duikt hij op zijn prooi af. Is het tijd om naar de roest- plaats terug te keren, dan roept hij en schreeuwt zij terug. De bosuil kan zich in ons land goed handhaven. Vooral in Midden-Neder land zijn al meer dan 500 paren ge signaleerd. Hun aanwezigheid is van grote betekenis, gezien het feit dat een vitale bosuil een heel gezonde eetlust heeft. Vanzelfsprekend zal de dis daarom rijk voorzien moeten zijn van. Vult u maar in, het is de bosuil om het even, als het maar dierlijk levend voedsel is; het prooidier mag het ge wicht van drie ons niet te boven gaan. Beseft u vooral de draagwijdte van zo'n menu. Het doet er immers niet toe, welk jaargetijde aan de beurt is. Er zijn altijd muizen, kleinere vogels, insecten te vinden en het maakt de bosuil niet uit, welke van die drie aanwezig zijn. Hierin schuilt de overle vingskans voor de bosuil, meer dan die voor andere uilen. Zelfs wanneer de mens meent, vergiftigend op te moe ten treden tegen enkele dieren die op het menu van de bosuil staan, dan nog blijven er andere prooidieren in voldoende hoeveelheid over. Deze conclusie heeft wel één voorwaarde: de mens heeft in een cultuurland als het onze, de taak er voor te zorgen dat er voldoende opgaand hout over blijft. Een parklandschap is ideaal de bosuil blijft een bosdier. De vermaarde molens van Kinderdijk., laten kennismaken. één van de vele fotogenieke plekjes in ons land, waar de fotoroutefolders u mee De molens in Nederland zijn lang gele den gebouwd. ..Gelukkig maar" - zei onlangs een wal cynische landgenoot. ..Want als we ze nu nog moesten bou wen. zouden ze ongetwijfeld door de welstandscommissie als landschap- ontsierend zijn afgekeurd, zoals dat nu vaak met nieuwe windmolens ge beurt". Bchnhe die molens zijn er in ons land nog veel meer mooie dingen bewaard uit vroeger tijden. Er zijn oude stadjes, stijholle boerderijen, romantische haventjes en prachtige kerken. Ons land is zo aantrekkelijk dat je er weken voor nodig zou hebben om dat allemaal te bekijken. En na tuurlijk ook een goede gids. want je moet wel weten, waar die molens en kerken, oude stadjes en landschap pen te vinden. De fotoroutefolders Die gids, beter gezegd gidsjes, zijn er. Het zijn de fotoroutefolders, die zijn samengesteld omdat er bij veel men sen een behoefte bleek te bestaan om er met de fotocamera op uil te trekken door mooie gebieden van ons land. In. de luop van de jaren is de serie uitge groeid er zijn nu elf folders en daarbij is er voor gezorgd, dat er voor elke provincie eèn beschikbaar is. De tekst is geschreven door een bekwaam foto- graai; de routes zijn gekozen in nauw overleg met plaatselijke of regionale VVV- specialisten, en een deskundige van de ANWB voor de verkeersveilig heid. Niet alleen voor auto's De routes zijn allereerst opgezet voor automobilisten, die in alle rust zo'n tocht willen rijden en er geen bezwaar tegen hebben ook eens uit te stappen om in een mooie streek een korte wandeling te maken. Wie de foto route per fiets wil afleggen, kan een deel van de route rijden of er bijvoorbeeld twee dag-etappes voor uit trekken. Ook fietsers kunnen dus van deze set van eli routefolders gebruik maken. Welke streken? De l oiorout^ Groningen gaat door het ..hoge" Groningse land ten noorden van de hooidstad, een land van borgen, van st.itiue boerenerven en kerktorens met een zadeldak. In Friesland maken we kennis met veel historische steden al-> Sneek, Bolsward en Franeker, Steeds vaker kiezen drugshandelaren het platteland uit om vandaar te opereren en het risico te verkleinen gepakt te worden, zoals dat door de speciale, narcoticaploegen in grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag gebeurt. De handel bloeit in jeugdhuizen, jongerensociëteiten en ook op speelplaatsen, in buurtcafé wordt ook al menig snuifje genomen en sticky aangeboden. Bovendien komt het voor dat de leiding van een van gemeen schapsgeld gebouw buurthuis - het verzoek doet het gebruik van soft drugs te legaliseren. Dit is in feite het beste bewijs dat er al stickies worden gerookt, want om iets te legaliseren, moet het al eerder illegaal zijn gebeurd. Zo zou een buurt huis. bestemd voor de hele gemeen schap, kunnen verworden tot een drugs café, dit onder het mom dat men in de veronderstelling zou verkeren dat soft drugs wettig zouden zijn toegestaan. Niets is minder waar. En zo staat de fuik wijd open. Het begint inderdaad met hasj en mari huana, die zogenaamd onschuldig he ten te zijn. Dit is nog maar het eerste deel van de fuik. Men zwemt er des te gemakkelijker in. De beleving van de roes vraagt om herhaling. Het is net alsof een ander je geest in beslag neemt.' En je zwemt steeds dieper en dieper de fuik in, op zoek naar meer en meer. Tot je gevan gen zit in het laatste deel, waar de harddrugs, zoals heroïne, almachtig heersen en onverbiddelijk leiden tot geestelijke verslaving. Van hash op heroïne is maar een kleine stap. Hash werkt gewennend en men heeft steeds meer nodig om ,,high" te worden. Sommigen, en of men nu jong is of ouder, dat maakt geen verschil, ge bruiken al na 3 maanden 400 maal zoveel als toen zij begonnen. Onder geestelijke verslaving verstaat men dat de behoefte om steeds ,,high te worden sterker is dan de wil ermee op te houden. Daarbij komt dan nog vaak voor dat een gevoel van onvrede met de situatie waar je in verkeert, er de oorzaak van is dat je als hennepge bruiker gaat experimenteren met an dere middelen zoals cocaine. Zelfde plant, groot verschil Hasj en marihuana zijn afkomstig van de hennepplant. Van de sterke vezels wordt touw gemaakt. De stof cüe de henneproes veroorzaakt is het Delta 9-Te tra Hydro Cannabinol. kortweg D-9 of THC genaamd. Hasj oiie beval een zeer hoog gehalte D-9 en wordt dan ook als hard drug beschouwd. Het sprookje van de betrekkelijke onschul digheid van marihuana en hasj komt waarschijnlijk voort uit het feit, dat Amerikaanse hasj slechts 0,04%-0,02% D-9 bevat. De voornamelijk in Europa verhandelde hasj uit het midden oosten beval 50 x zoveel D-9 dan de marihua- uit Amerika. Maar het allerergste is misschien nog wel dat niet alleen verslaafden volgelingen zoeken en hardnekkig proberen anderen argeloos over te halen, maar ook dat kinderen van 12 jaar af worden verleid tot het gebruiken van drugs. Velen zullen zich nog herinneren, hoe 5 a 6 jaar geleden op een Middelbare school in Breukelen een portie drugs was vastgeniet in de Schoolkrant. Bij het samenstellen van de krant waren behalve leerlingen sociale werkers" van een vormings centrum betrokken. Er is in een van de grote steden een geval bekend dat het nog weer is gebeurd. De handelaar is in feite een op geld beluste sluipmoordenaar, een mis dadiger, die rijk wordt ten koste van het leven van heel jonge mensen. Het gebruik van softdrugs als hasj ver mindert de weerstand tegen besmet- lelijke ziekten, het tast de geslachts cellen aan, maar het grootste gevaar is de beschadiging van de hersencellen. Het blijft in de hersenen plakken als een vetvlek. Na één keer roken zijn na een jaar nog niet alle sporen verdwe nen. Van hasj tot heroïne is één stap. In een stad als Amsterdam is 1 op de 100 inwoners verslaafd, d.w.z. meer dan 7.000. Even zoveel keer ontredderde gezinnen, wanhoop, onbegrip, verloe dering door jeugdprostitutie en inbra ken, geweld en diefstal om aan geld te komen. maar ook mei terpen en meren. De loloroulelolder, Drenthe voert ons door brinkdorpen en l.mgs hunebedden en heidevelden. De Overijsselse „Boer derijenroute" laat ons zien hoeveel NlifhoJJc bolsteden er nog liggen in het landschappelijk zo mooie Salland. En in de Gelderse foloroute brengen we een bezoek aan de bosrijke heuvelach tige streek rond Arnhem met onder meer de vermaarde Postbank. Tussen de rivieren Dal i- de naam van de vooral in het Utrechtse rivierengebied gesitueerde loloroule. De kop van Noord Holland: de loloroule Hollands Glorie leidt ons door dit historisch zo boeiende land. En in de loloroule „Zuid Holland" rijden we langs zo'n veertig molens en vele duizenden knotwilgen (tussen twee haakjes; op 8 mei is er weer de Natii male Fiets- en Molendag, waar dit jaar ook een „Molenlolo-wedstrijd" aan verbonden i*. 'n Goede kans om heel bijzondere molenl'oto's te maken geelt deze route). Daarna gaan we met recht een ontdek kingsreis door het gouden land" van West Zeeuws Vlaanderen maken. En we gaan door het „Hart van Brabant", de siieok ten noorden van Tilburg, die zo gevarieerd is met zandverstuivingen, weiden en ri\icrgeziehten. De foto- roule Midden Limburg tenslotte'voert door een langgerekt parklandschap mei beekjes in een lichtglooiend en bosrijk gebied. Ei. enbjk zijn ze alle best een bezoeken veel oio's waard. De set van elf foto- roulelolders, verpakt in een stevige plastic map kost 9,50. U kunt de set folders uil sluitend per giro bestellen door overmaking van het bedrag op giro 338 te name van de Stichting Amaicurlotografie in Amsterdam. Begin 1981 werd er in Engeland gediscussieerd over een veiliger verpakking van medicijnen. Een omstreden wet stelt bepaalde vormen van verpakking verplicht. Het ging om een flesje met een schroefdop, waarop tegelijkertijd met het schroeven gedrukt moet worden. Vooral voor jonge kinderen (tot een jaar of 4) blijkt zo'n gecombineerde handeling erg moeilijk uit te voeren. Vergiftiging door medicijnen en huishoudmiddeltjes komt vooral bij peuters in Engeland, maar ook in Nederland, nog te vaak voor. Recentelijk zijn er in Engeland en Nederland onderzoeken verricht naar de omstandigheden waar onder zich ongevallen met kinderen voordoen. De onderzoekers koméh tot de •conclusie dat de omgeving mede schuldig is aan een aantal ongevallen. Uit het Engelse onderzoek kwam naar voren dat een goede registratie van ver- giftigingsgevallen geen eenvoudige zaak is. Vóoral omdat er behalve aan on gevallen ook gedacht moet worden aan bewuste toediening van medicijnen zonder doktersadvies. Oorzaken vergiftiging Uit het Nederlandse onderzoek blijkt dat het vooral de peuters zijn die ver giftiging oplopen door medicijnen, huishoudmiddelen en dergelijke. Dat is ook de ervaring van Prof. dr. A.N.P. van Heijst, van het Nationaal Vergiftigingen Informatiecentrum (NVIC) van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid. In een interview in het voorlichtingsblad van Volksge zondheid en Milieuhygiëne doet hij een boekje open over de omstandig heden waaronder ongevallen met gif tige stoffen zich voordoen. Het goot steenkastje is een bron van ellende. Ook onoplettendheid op schoonmaak- dagen speelt een belangrijke rol. Maandag en vrijdag, typische schoon- maakdagen, zijn topdagen als het gaat om het aantal ongevallen. Medicijnen en huishoudmiddelen zijn ongeveer even vaak betrokken bij vergiftiging. Bij kinderen van 2 a 3 jaar komt bij voorbeeld vaak vergiftiging voor ten gevolge van het slikken van medi cijnen voor hart- en vaatziekten en slaap- en kalmeringsmiddelen. Prof. van Heijst ziet veel heil in betere verpakking. Kinderveilige sluitingen zoals bij de Engelse „safety bottle", maar ook smallere uitstroomopenin gen en kleine hoeveelheden per ver pakking kan veel onheil voorkomen. Deze maatregelen kunnen voorkomen dat hët kind een al te hoge dosis naar binnen krijgt. Uit het onderzoek van het Veiligheids instituut te Amsterdam wordt niet ge detailleerd ingegaan op maatregelen die men zou kunnen treffen ter be scherming van de peuters tegen ge vaarlijke stoffen. In Engeland meent men te moeten twijfelen aan bijvoor beeld de safety bottle. Ten onrechte zou deze de ouders het gevoel geven dat de kinderen nu veilig zijn. Ook de safety bottle's moeten buiten bereik van het kind blijven. Bovendien be staat het gevaar dat ouders de lastig te openen en te sluiten flesjes niet goed dichtdoen, zodat de inhoud nog toegan kelijker is voor kinderen dan voorheen. De voorstanders beroepen zich erop dat uit onderzoek is gebleken dat waar de veilige verpakkingen in gebruik zijn genomen, het aantal vergiftigings- gevallen is gedaald. Tegenstanders wijzen hier echter op de slechte re gistratie van vergiftigingsgevallen. Een huisarts zal alleen moeilijke ge vallen, vooral twijfelgevallen, door spelen en melden bij bijvoorbeeld zie kenhuizen. Uit een ander Engels onderzoek kwam overigens naar voren dat ten onrech te wel eens alleen maar ongevallen worden genoemd als oorzaak van ver giftiging van peuters. Bovendien bleek inderdaad de registratie erg moeilijk. Bij de afdeling Vergiftigingen" van een groot Londens ziekenhuis werd een aantal meldingen geregistreerd waarbij toediening van medicijnen had plaatsgevonden „op eigen gezag" van ouders. In een aantal gevallen waren de omstandigheden waaronder toedie ning had plaatsgevonden verdacht, en werd besloten maatregelen te ne men om de veiligheid van het betrok ken kind zeker te stellen. Dat zonder onderzoek naar de omstandigheden en voorgeschiedenis van ziekteverschijn selen vergiftiging niet altijd aan het licht komt, was een ander resultaat van ditzelfde onderzoek. Slechts bij 33% van de naar het ziekenhuis door verwezen patiëntjes luidde de diag nose: vergiftiging. Bij ongeveer de helft van deze 95 pa tiëntjes (geregistreerd over twee jaren) kwam de vergiftiging vast te staan aan de hand van alleen een to xicologische analyse. Voor de andere helft bleek de volledige diagnose (voor geschiedenis en omstandigheden, en de medische gegevens) onontbeerlijk. 'Onder de titel „Ontslag. Kan 'n advo caat u helpen?" heeft de Nederlandse' Orde van Advocaten zojuist een 16- pagina's tellende brochure uitgegeven, waarin veel nuttige informatie te vin den is voor de velen die in de huidige economische recessie in de ongelukkige omstandigheden komen te verkeren hun baan te verliezen. Hoe gaat het eigenlijk, zo'n ontslag? Hoe zit dat met de opzegtermijn, de ontslagvergunning, het vakantiegeld, een afvloeiingsregeling? Mag het ont slag eigenlijk wel? Wat is ontslag op staande voet? Het wordt allemaal in duidelijke be woordingen in de brochure beschre ven, van opzegtermijn tot en met het verlenen van toestemming door het Gewestelijk Arbeidsbureau. Ook de mogelijkheden van uitkeringen na het ontslag worden behandeld. Ellende voorkomen Volgens de brochure kan een hoop onnodige ellende en bitterheid worden voorkomen, wanneer de werknemer (maar bok de werkgever) zich bij een (dreigend) ontslag tijdig door een raadsman laat adviseren. Tegenwoordig komen de meeste men sen in aanmerking voor door de over heid gefinancierde rechtshulp, waar voor de cliënt nauwelijks of niets hoeft te betalen. Zulke regelingen gelden niet alleen voor personen, maar soms ook voor kleine bedrijven. Alle advo caten kunnen dat voor een rechtzoe kende die er voor in aanmerking komt, regelen. Al is die rechtshulp overigens nog zo „gratis", de cliënt kan gewoon zijn voorkeur uitspreken voor een be paalde advocaat. Een vrouw, die zich bij een ontslag-kwestie bijvoorbeeld gediscrimineerd voelt, kan, als zij dat prefereert, om een (bepaalde) vrouwe lijke advocaat vragen. Namen van advocaten vindt men in het telefoonboek of men neemt contact op met de plaatselijke Orde van Advoca ten ut het dichtstbijzijnde Bureau voor Rechtshulp, waarvan in de brochure de adressen en telefoonnummers staan vermeld. Wie geïnteresseerd is kan de, met leuke cartoons geïllustreerde, brochure gratis aanvragen bij de Ne derlandse Orde van Advocaten, 't Hoenstraat 1, Postbus 90614, 2509 LP 's Gravenhage, tel. (070) 645900. De cijfers bewijzen het - al in het eerste kwart van deze eeuw behoorden de wegen in de provincie Utrecht tot de drukste van het land. Maar het gaat om aantallen waar wij niet meer wakker van zouden liggen. Per werk dag kwamen er in 1908 bijvoorbeeld 8 auto's over de weg Amersfoort-Ede, een stroompje dat groeide tot 123 in 1923. Nóg drukker: de weg Utrecht- Woerden. Gemiddeld 10 auto's per werkdag in 1908, en maar liefst 339 in 1923. Met het aantal auto's nam de behoefte aan goede, verharde wegen toe. Aanleg en onderhoud daarvan zijn taken van de zogeheten droge dienst van de pro vinciale waterstaat, die dit jaar zijn eeuwfeest viert. Aanvankelijk was er niets dan enthousiasme als er een nieuwe weg, zoals „eenen kunstweg, naar de wijze van MacAdam" (van Utrecht naar Den Dolder) gereed kwam. Maar toen het beslag van het wegennet op de schaarse ruimte groei de, kwam ook de kritiek. Na de oorlog kwam er een einde aan de langdurige periode, waarin de Neder landse bevolking zich had geconcen- teerd in de steden. De toegenomen welvaart stelde veel mensen in staat zich een auto aan te schaffen. Enige afstand tussen de woon- en de werk plaats vormde niet langer een bezwaar en de trek naar buiten kwam massaal op gang. De overheid volgde de ontwikkeling en deed alies om de automobilist een snelle en comfortabele reis te garan deren. De wegenbouwers beleefden een gouden tijd. Bus- en tramlijnen werden ingekrompen of zelfs opgehe ven - het openbaar vervoer leek zijn tijd te hebben gehad. Nu heeft de auto niet alleen maar voordelen. Hij vraagt ruimte, ver bruikt veel energie en veroorzaakt overlast door geluid en uitlaatgassen. Allengs werd men zich van die bezwa ren meer bewust en kreeg men boven dien meer oog voor de schade die de aanleg en verbreding van wegen kan toebrengen aan natuur en landschap. Het waren niet in de laatste plaats actiegroepen die hun best deden inzich ten te verbreiden. De werkzaamheden van de droge, dienst werden het onder werp van felle discussies. Bestuurders veranderen van koers. Wie het provinciale wegenplan van 1980 vergelijkt met dat van 1968, ziet dat het oude plan in een veel sterkere uitbreiding van het Utrechtse wegen net voorzag dan het nieuwe. Daarnaast worden tracé's van nieuwe wegen zo vastgesteld, dat de schade aan natuur en landschap zo klein mogelijk blijft, probeert men wat verloren gaat door landschapsbouw te herstellen en wor den er geluidwerende voorzieningen getroffen. Daarbij heeft de burger dankzij de wettelijk voorgeschreven inspraakronden een duidelijke stem in het kapittel. - De stiefmoederlijke bejegening van het openbaar vervoer behoort tot het verleden. Waar het kan werkt de provincie aan de uitbreiding mee. Zo zal volgend jaar de sneltram in gebruik worden genomen, die de gemeenten Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein met elkaar verbindt. Ook het busvervoer krijgt de nodige aandacht. Om te voorkomen dat het op de steeds drukker wordende provin ciale wegen in de knel komt, krijgt het op verscheidene plaatsen een voor rangsbehandeling bij verkeerslichten en worden vrije busbanen aangelegd. Wat het particuliere vervoer betreft is het niet langer de auto, die alle aan dacht voor zich opeist. Het gebruik van fiets en bromfiets wordt bevorderd. Plannen voor de aanleg van fietspa den, meestal ingediend door gemeen ten en recreatieschappen, kunnen op de warme sympathie van het provin ciebestuur rekenen. Om een beter in zicht te krijgen in de behoefte aan fiets paden heeft de droge dienst van de provinciale waterstaat een systema tische studie uitgevoerd, waar in 1979 het provinciale rijwielpadenplan uit rolde. Ondanks de huidige terughoudendheid ontkomt de provincie niet altijd aan de aanleg van nieuwe wegen. Groeige- meenten vragen om een goede ont sluiting en elders moet het verkeer om dorps- of stadskernen worden geleid. Soms zijn combinaties mogelijk. Zo vormt de vorig jaar voltooide Zuilense Ring niet alleen de verbinding van Maarssenbroek met de buitenwereld, maar ook de laatste schakel in de ring van autowegen rond de stad Utrecht. Voor het onderhoud van de provinciale wegen en hun bermen, de bakens, de wegmarkering en de bestrijding van sneeuw en ijzel in de winter zorgen de 40 kantonniers die de provinciale wa terstaat in dienst heeft. Vroeger een groep werknemers die door de provin cie niet bepaald in de watten werd gelegd. Pas in 1918 viel het besluit om weg werkers die door ouderdom niet meer in staat waren hun werk te doen, een toelage van vier tot zes gulden per week toe te kennen; weduwen kregen recht op drie gulden per week. In rtatypifde jaar werd bepaald dat weg werkers en brugwachters jaarlijks van de provincie zouden ontvangen: twee biauwlinnen kielen, een strohoed, een pet met twee gele banden, een wollen trui, een manchesterbroek, een paar vetleren schoenen en bovendien, eens in de drie jaar, een oliejas. Een werkterrein van de droge dienst waar de maatschappelijke ontwikke lingen evenmin aan voorbij zijn ge gaan als aan de wegenbouw, vormen de ruilverkavelingen, tegenwoordig vaker landinrichtingsplannen ge noemd. Ging het daarbij vroeger vooral om maatregelen die een doel matiger grondgebruik mogelijk moes ten maken, na de oorlog streefde men er steeds meer naar om voortgaande mechanisatie een schaalvergroting in de landbouw mogelijk te maken en daarmee de concurrentiekracht van de Nederlandse boer te vergroten. Ook aan de openluchtrecreatie wordt in moderne landinrichtingsplannen aandacht geschonken. Natuur en landschap worden daarbij volgens tegenstanders de dupe. De natuur (planten en weidevogels) door de verlaging van de waterstand die nodig is voor de zware machines waar mee de boer tegenwoordig werkt. Het landschap, doordat allerlei ele menten (hagen en houtsingels, gerief- bosjes) aan de grootschaligheid wor den opgeofferd. In sommige gebieden krijgen natuur en landschap voorrang. De boer mag daar niet alles doen wat hij om zijn bedrijf zo doelmatig mogelijk te be heren wel zou willen. Voor de schade die hij als gevolg van die beperkingen lijdt, krijgt hij een vergoeding. Boeren worden echter liever vrij gelaten, en voor natuurbeschermers zijn het nog altijd te weinig gebieden waarvoor beheersovereenkomsten worden afge sloten. Ook hier is de afweging voor de provinciale waterstaat vaak moei lijk. Op de internationale ranglijst maakt de Nederlandse boer een beste beurt. Kijkend naar het inkomen van de boer, blijft er van de glans weinig over. Menig boer laveert tussen de snel stijgende kosten en de matige opbrengsten door en verdient nauwelijks het zout in de pap. De ironie wil dat de interna tionale topper ook veel ellende moet slikken. De Nederlandse boeren hebben hun po sitie op de Europese ranglijst niet al leen gehandhaafd maar zelfs verbe terd. Dat is een ware prestatie omdat er een flinke economische tegenwind is geweest. Het Nederlands agrarisch produktie-aandeel in de Europese Ge meenschap is gestegen van 7.5% in 1968 tot 9% in 1978. Vooral op de aard- appel-, de varkensvlees- en de zuivel- markt hebben de Nederlandse boeren van zich doen spreken. Voor deze pro- duktie-richtingen is het marktaandeel de laatste tien jaren gegroeid van resp. 12%, 8,5% tot resp. 16,5%, 13% en 10,5%. Je zou daaruit mogen afleiden dat on-* ze boeren munt hebben geslagen uit de betere marktpositie. Toegegeven, de boereninkomens in Nederland zijn absoluut, gezien de hoogste in de Europese Gemeenschap, maar die voorsprong neemt steeds verder af. Anderzijds blijft het boereninkomen steeds verder achter bij het inkomen van andere Nederlandse bevolkings groepen. De goede beurt op het inter nationale marktveld is deels te wijten aan het dynamisch ondernemerschap op de boerderij, de gunstige ligging ten opzichte van de grondstoffenaanvoer (goede havens) en de eindprodukten- afzet en deels aan een goed georgani seerde boerenstand en de verwerken de en toeleverende industrie. De cen trale vraag blijft of de Nederlandse boer zich kan handhaven. Die vraag kiemt vooral in een econo mische situatie die verre van roos kleurig is en in een tijd waarin maat schappelijke opvattingen over de wij ze van landbouwproduktie nogal eens veranderen. Vanzelfsprekend komen we dan terug op het boerenerf om de balans op te maken. In Nederland tellen we ongeveer 145.000 land- en tuinbouwbedrijven. Daar van zijn 26.000 part-time bedrijven, terwijl ruim 70.000 bedrijven klein of zelfs marginaal of te klein zijn. Wat is klein? Het gaat om bedrijven die nauwelijks werk bieden voor een volwaardige arbeidskracht (de boer of tuinder). Het aantal bedrijven is de laatste jaren gemiddeld met ruim 2% afgenomen. Ondanks het afnemend aantal bedrijven stijgt de totale pro- duktiecapaciteit van de land- en tuin bouw. De Nederlandse melkplas steeg het afgelopeó jaar met 1,5%, de pro- duktie van vlees en eieren met 4,5%, de snijbloemenproduktie eveneens met 4,5% en de produktie van groen ten en fruit met 1% en 2,5%. Deze cijfers lijken allemaal uit te monden in aantrekkelijke boereninkomens. Er is echter een paradox, want de ellende op de boerderij neemt vooral de laatste tijd zienderogen toe. De totale landbouwproduktie in Neder land is met 4,5% toegenomen tot ruim 21 miljard gulden. Door de enorme .kostenstijgingen op de boerderij (vee voer. energie, rente) daalde het boe reninkomen het afgelopen jaar met on geveer 15%. De kosten van arbeid, grond en kapitaal resp. lonen, pacht en rente) zijn gemiddeld met 7% ge stegen. Op een produktie waarde van 21 miljard maken deze zgn. factorkos- ten (voor de produktiefactoren) ruim 9 miljard gulden uit. Omdat vervolgens van de produktiewaarde ook de kos ten voor aangekochte grondstoffen en produktiemiddelen moeten worden af getrokken (een bedrag in 1980 van 16,5 miljard gulden) blijft eigenlijk maar 5 miljard gulden over om de produktiefactoren arbeid, grond en ka pitaal te belonen. In feite hebben de ze produktiefactoren recht op 9 miljard gulden. Economen komen dan ook tot de ontstellende conclusie dat de renta biliteit van de landbouw verslechtert en wel tot 57%. De boer wordt onvoldoende beloond voor de ingebrachte arbeid, grond en kapitaal. In zo'n ellendige situatie kan geen enkele boer jarenlang leven Boerenellende en paradoxaal genoeg: toch een beste beurt op de internatio nale markt. Je mag alleen maar hopen dat de boeren uiteindelijk een beter bestaan mogen claimen want hun pres taties verdienen een goede beloning. In een tijdvak van nauwelijks 100 jaar, heeft zich ten aanzien van het kleinste kamertje, bijna een revolutie voltrok ken. (zie foto). Vandaag stellen wij niet alleen de hoogste eisen aan hygiëne en komfort, maar ook aan geluidsoverlast en wa terbesparing. Aan al deze 'voorwaarden wordt vol daan door een nieuwe opvatting over het kioset, namelijk het duobloc. alles staat kompakt aan elkaar, op de vloer. Zodoende kunnen wanden makkelijk schoongehouden worden en er ontstaan geen kontaktgeluiden naar de buren via de wand. Het luide neerstorten van een plens van 8 liter water bij elke doortrek is voorbij. Een duobloc vult geruisarm. Maar het belangrijkste komt nog: hij ver bruikt geen 8, maar 6 liter kostbaar drinkwater. Dat lijkt ogenschijnlijk niet veel, maar als er, zoals normaal, 110.000 nieuwe woningen in een jaar bijkomen en die zijn voorzien van een duobloc, dan be spaart Nederland wél even 19 mil joen! kubieke meter drinkwater of tewel 20 miljoen gulden per jaar. Er is in 100 jaar veel veranderd. Een duobloc maakt de verandering kom pleet en aktueel. Een reden om hieraan te denken als u uw toilet gaat vervangen. v

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1982 | | pagina 21