Records en topprestaties in
de dierenwereld
Hoe slapen dieren eigenlijk
n tocht door
Bu rgers grote
dierenbos
De kampioenen
Vademecum Kynologie onmis
baar voor kenner en leek op
hondengebied
Camouflage
Darwinvinken
Marmotten maffen maandenlang
en slangen doen geen oog dicht
11
Soester Courant van woensdag 18 mei 1883
11
Dieren doen niet aan wedstrijden. Toch
wil de één sneller, hoger en beter dan
de ander. Wie niet goed genoeg is. valt
af. Dat heeft niets te maken met top
sport maar alles met leven en overle
ven en eten of gegeten worden. In de
dierenwereld hebben slechts de topat
leten recht van bestaan, de sub-top
soms ook, maar de middenklasse over
leeft de harde strijd om het bestaan
niet.
De grootste, de kleinste, de oudste, de
gevaarlijkste en zeldzaamste
Begrippen als groot, klein. lang. oud,
zeldzaam en gevaarlijk zijn in de na
tuur. met name in de dierenwereld,
eigenlijk heel betrekkelijk. Als mens
ben je van een olifant geweldig onder
de indruk, maar de grootste kikker ter
wereld, de goliathkikker, is minstens
zo indrukwekkend. In de 16-pagina's
tellende reportage over "records in de
dierenwereld" in het februari-nummer
van Grasduinen passeren een groot
aantal uitersten de dieren-revue
De noordse stern: wereldkampioen
lange afstand vliegen
Ook zonder doping blijft de noordse
stern nummer één op de duizendvou-
Slapen is beslist meer dan alleen maar
uitrusten. De mens heeft slaap net zo
hard nodig als eten en drinken, het is
zelfs zo belangrijk dat een derde van
een gemiddeld mensenleven wordt
"verslapen." In de dierenwereld ligt
dat heel anders. In een van de num
mers van Grasduinen werden de vaak
bizarre slaapgewoonten van dieren
onder de loep genomen.
Sommige dieren houden niet van de
wintermaanden. Vijf maanden lang
bunkeren ze eten om zich dan van okto
ber tot april terug te trekken voor een
winterslaap. Vleermuizen,
marmotten, egels en beren liggen nu
dus alweer dik twee maanden te snur
ken. De hoefdieren in de wildernis
moeten uit veiligheidsoverwegingen
met een paar uur slaap genoegen ne
men en dan alleen wanneer ze in een
groep leven en anderen de wacht kun
nen houden.
Koudbloedige, gewervelde dieren zoals
vissen, kikkers en slangen hebben het
helemaal moeilijk. Ze hebben geen
oogleden, dus moéten zij de oogjes wel
altijd open houden.
dige marathon. Jaarlijks vliegen zij
40.000 km; broeden op de Noordpool,
overwinteren op de Zuidpool en weer
terug. Tijdens deze vier maanden du
rende trektocht van pool tot pool komt
de marathontrekker nauwelijks aan
land. Onderweg bieden de zeeèn vol
doende voedsel om de supermotor van
deze 38 cm metende lange-afstand
vlieger te voeden. Maar waarom vliegt
hij van noord naar zuid en weer terug9
In tegenstelling tot de ijzige winters op
de Zuidpool, die acht tot negen maan
den duren, ontluikt het leven in de
korte zomers er omstuimig. Alles en
iedereen profiteert er dan ook van het
midzomernachtlicht en de weldadige
warmte. Het belangrijkste voor de hier
samengestroomde zeehonden, walvis
sen en zeevogels, voltrekt zich echter
in het water waar een ongekende ex
plosieve groei van plankton plaats
heeft. Dit levert een rijk gedekte tafel
op voor de meer dan 165 miljoen zeevo
gels die hier jaarlijks neerstrijken. De
noordse stern geniet hier van een wel
verdiende vakantie en verzamelt
krachten om de terugtocht in topcondi
tie te beginnen.
Ingebouwde antenne
voor "stoorzenders"
Wat bij alle slapers opvalt, is dat ze
zich weinig van hun omgeving lijken
aan te trekken. Ze liggen opgekruld, de
ogen meestal dicht en de kop opgebor
gen onder poten of vleugels.
De vos steekt zijn kop onder een
achterpoot om zijn reukorgaan voor
nieuwe geuren af te sluiten en dus
rustig te kunnen slapen. Een vosse-oor
slaapt echter nooit. Hij is wel doof voor
gekrijs van vogels. En ook het geluid
van een trein doet hem niets, maar een
naderbij sluipende jager verraadt zich
door het minste geluid. Een ingebouw
de antenne voor "stoorzenders" rea
geert onmiddellijk op eventueel ge
vaar.
De krokodil die levenloos in de bran
dende zon op een zandbak een dutje
doet, heeft zijn perfecte gehoor con
stant op scherp staan. Y°°rdat zijn ogen
iets zien, hebben de oren het onraad al
bespeurd en schiet de "boomstam" ra
zendsnel het water in. Veiligheid speelt
dus een belangrijke rol bij het kiezen
De cheetah: recordhouder op de korte,
snelle sprint
Zoals bij alle atleten trekken de sprin
ters de meeste aandacht
Recordhouder op korte sprint is de
cheetah. ook wel jachtluipaard
genoemd omdat hij vroeger bij de
jacht werd gebruikt. Als het moet kan
de cheetah dagelijks vele sprintjes
trekken. Het hele lichaam is gebouwd
op snelheid lenige bekken- en schou
dergewrichten en een lange, soepele
ruggegraat Een explosie van lenig
heid en kracht brengt dit prachtige
dier binnen twee seconden op een snel
heid van 70 km per uur. Geen raceauto
ter wereld doet hem dit na. Topsnel
heden liggen boven de 100 km per uur.
maar langer dan 400 meter houdt hij
het niet vol want in dé brandende Afri
kaanse zon loopt zijn temperatuur al
gauw tot 40° koorts. Om daarvan bij te
komen moet de jachtluipaard minstens
een kwartier uithijgen, zeg maar af
koelen. Het record op de korte sprint
stelt hem echter wel in staat om zich te
voeden met dieren die voor anderen te
snel zijn.
van de slaapplaats voor minder weer
bare beesten: de fazant knapt daarom
een uiltje in de hoogste boom en een
eend drijft veilig midden in de vijver.
De meeste grote roofdieren kun je ge
rust langslapers noemen. Het zijn
vleeseters en vlees is geconcentreerde
voeding. Een jagend dier dat zijn vak
verstaat, heeft in korte tijd genoeg te
pakken om zijn maag voor die dag
weer te vullen. Daarna kan de rest van
de dag weer luierend en slapend wor
den doorgebracht. Veiligheid speelt
nauwelijks een rol, want slechts de
vliegen wagen het om in de buurt van
de sterkste dieren te kónven.
9> -
U hebt een ideaal foto
model in huis: uw hond
of poes. Zet 'm zo nu en
dan op de plaat.
Verstoppertje spelen is bij kinderen
een veel gebruikte spelvorm. De kunst
is je zo lang mogelijk verborgen te hou
den. zonder dat de ander je ziet. In het
dierenrijk ontmoeten we ook van deze
verstoppers; dieren die zich verbergen
om niet gezien te worden. Bij dieren is
het verstoppen absoluut géén spel
vorm; integendeel, het is een kwestie
van zelfbehoud.
In dit artikeltje zal nader worden inge
gaan op de verschillende manieren
waarop dieren zich aan de blikken
proberen te onttrekken. Schut
kleuren hoeven niet zowel bij het jonge
dier als bij zijn ouders voor te ko
men. Veel vogelsoorten die hun nest
maken in een open terrein, zoals de kie
vit en de scholekster, leggen bruinig
gekleurde eieren, rijkelijk voorzien
van vlekken. Door het vlekkenpatroon
is het moeilijk dit soort eieren in het
veld te ontdekken. De jongen, in dit ge
val nestvlieders, dragen een camou
flagekleed. De pas uitgekomen jongen
verlaten vrijwel direct het nest om
zelfstandig voedsel te gaan zoeken.
Wanneer er gevaar dreigt, drukken de
jongen zich tegen de ondergrond. Zo
dra de jongen de vliegkunst machtig
worden, verdwijnt over het algemeen
genomen het camouflagekleed, dat
plaats maakt voor het volwassen
verenpak.
Niet alleen jonge vogels, maar ook de
volwassen vogels kunnen een schut
kleur bezitten. Dit kan te maken heb
ben met de broedgewoonte van de
soort. Wanneer alleen het vrouwtje ge
camoufleerd is, zoals bij de wilde eend,
zal hij meestal degene zijn die de
broedzorg op zich neemt.
Meestal gaat men er van uit dat alleen
prooidieren genoodzaakt zijn zich te
camoufleren. Prooidieren zijn immers
zwakker dan de erop jagende dieren
(predatoren). Toch kan een camou-
flagekleur ook voor een predator van
levensbelang zijn. Een predator zal
moeten jagen om aan zijn voedsel te
komen. Sommigen doen dit actief door
achter de prooi aan te gaan, anderen
doen dit passief door op de loer te lig
gen.
De steenvis is zo'n passieve predator.
Deze zeewaterbewoner ligt meestal
tussen donker gekleurde stenen, waar
mee hij een akelige gelijkenis vertoont.
Een nietsvermoedende vis die zo'n
groepje stenen nadert, zal door de plot
seling tot leven komende steenvis wor
den verzwolgen.
Naast dieren die niet van kleur kunnen
veranderen, zoals de steenvis, kennen
we ook dieren, waarbij de kleur kan
worden aangepast aan een steeds wis
selende omgeving. Soms is dit een
langzame aanpassing, als bij sneeuw
haas, het sneeuwhoen en de hermelijn,
vaak is het een snellere aanpassing
zoals bij de tarbot, de schol en de ka
meleon.
De hermelijn is een roofdiertje dat tot
de marterachtigen wordt gerekend en
behalve in ons land ook in Scandinavië
en de Alpenlanden voorkomt. Herme
lijnen zijn zomers bruin met een
crèmekleurige buikzijde. De staart
punt is (ook in de winter) donker
wezel, welke een lichte staartpunt bezit
Hermelijnen jagen onder andere op
veldmuizen en vogels, die vanuit een
dekking, plotseling, worden
besprongen. Naarmate de zomer vor
dert en de herfst zijn intrede doet, ver
andert de vachtkleur van de hermelijn
van bruin naar vlekkerig bruin-wit. In
het winterseizoen hebben de bruine ha
ren plaats gemaakt voor witte haren en
is de hermelijn, wat vachtkleur be
treft. aangepast aan een besneeuwde
winterse omgeving. De oplettende le
zer zal nu opmerken dat de hermelijn
met z'n witte pels het grootste deel van
de Nederlandse winter in het nadeel is.
Het sneeuwt immers maar een klein
aantal dagen. Nu blijkt het zo te zijn
dat hermelijnen uit ons land waar
schijnlijk géén geheel witte vacht krij
gen, maar de vlekkerige bruin-witte
overgangspels behouden. Hermelijnen
uit Scandinavië verharen wel totdat de
vacht geheel wit is.
De schol kan zijn lichaamskleur vrij
snel aanpassen aan de kleur van de on
dergrond waarop hij zich bevindt.
Bestaat deze ondergrond uit grove kie
zel, dan zal zijn lichaamtekening ook
vrij grof zijn. Bevindt de vis zich op een
zanderige bodem, dan is zijn kleurte-
kening ook veel fijner. Aan een camou-
flagekleur heeft deze platvis natuurlijk
niets wanneer hij er een beweeglijk le
ven op na zou houden. Bewegen maakt
immers de kans om gezien te worden
groter. Deze vissen liggen dus meestal
op de bodem en verplaatsen zich alleen
wanneer dit noodzakelijk is. We zagen
al dat de steenvis niet alleen dezelfde
kleur, maar tevens dezelfde vorm had
als de donkere stenen waartussen hij
lag, loerend naar zijn prooi. In dit ge
val spreekt men van vormgelijkenis.
Meer bekende voorbeelden zijn waar
schijnlijk de wandelende tak en het
wandelend blad. Deze namen doen ver
moeden dat onderdelen van een boom
worden bedoeld, maar beide dieren be
horen tot de insecten. Het wandelend
blad heeft zo'n goede vormgelijkenis
met een echt blad dat predatoren het
dier vrijwel zeker over het hoofd zullen
zien. Een laatste, hier besproken,
vorm van camouflage is
verbrokkeling. Veel dieren vertonen
een ogenschijnlijk bonte lichaamste
kening, met grote, grove vlekken. De
camouflerende werking hiervan blijkt
pas goed, wanneer zo'n dier zich op een
passende ondergrond bevindt. Bij ei
eren zien we soms hetzelfde: het ei van
de scholekster wordt niet meer als zo
danig herkent; het lijkt op te zijn ge
deeld (verbrokkeld) in allerlei onher
kenbare stukjes. Zonder veel moeite
zouden nog andere voorbeelden uit de
eindeloze reeks gecamoufleerde dieren
kunnen worden genoemd, maar de
ruimte hiervoor ontbreekt. Deze ruim
te ontbreekt niet op de tentoonstelling
"Evolutie, 100 jaar na Darwin," in
Diergaarde Blijdorp. In o.a. de Vic-
toriaserre kunt u namelijk uitgebreid
kennis maken met het begrip camou
flage en de boeiende wereld die daar
mee samenhangt.
Kenners en leken op hondengebied heb
ben sinds enkele dagen de beschikking
over het meest complete handboek
voor hondenliefhebbeers in Europa.
Het -door oud-marinier en hondendeskun-
dige Focco Huisman geschreven Va
demecum voor de Kynologie is dan ook
in de hondenwereld enthousiast ont
vangen. Het is het enige boek met een
beschrijving van alle in Nederland ge
fokte rassen met per ras een overzicht
van betrouwbare kennels. Alleen al
door het testen en bezoeken van al die
fokkers vergde de samenstelling van
dit losbladige ruim 500 pagina's dikke
handboek meer dan anderhalf jaar.
Tot op heden was het kopen van een
rashond voor veel mensen - zeker voor
hen die op dat terrein wat minder goed
thuis zijn - vaak een sprong in het duis
ter. De keuze van het ras en het zoeken
naar een goede en betrouwbare fokker
bleek voor velen steeds een onoverko
melijke handicap. Weliswaar werd op
dat gebied door de rasverenigingen
veel voorlichtend werk gedaan, maar-
de blik van deze verenigingen beperkt
zich altijd tot één ras. Nu ziet iedere
liefhebber in het losbladige - en dus al
tijd te actualiseren - Vademecum voor
de Kynologie het complete scala van in
Nederland gefokte honden voor zich
met beschrijvingen van de specifieke
kenmerken.
Schat aan informatie
Het boek bevat naast de ras- en kennel
beschrijvingen een schat aan overige
Het dierenpark van Burgers ligt aan
de rand van Arnhem net daar waar
de Veluwe begint. Te ver van het
NS-station om te wandelen, maar
gelukkig staat bij het station een bus
van lijn 3 (richting Alteveer) die ons
naar de ingang van de dierentuin
aan de Schelmseweg brengt. Onze
wandeling door het grote dierenbos
kan beginnen.
De familie Chimpansee
Misschien zijn er zeldzamer dieren
in dit park, maar voor ons steelt de
familie Chimpansee de show. Er wo
nen zo'n vijfentwintig van deze in
telligente mensapen in een open bos
van driekwart hectare groot en ze
vormen duidelijk één grote familie
met zijn eigen wetten en regels. Van
af een speciale observatiepost kun je
zien hoe ze zich gedragen en kenne
lijk met hun kosthuis in de Arnhem
se bossen best tevreden zijn.
Wolven en jungle
Ook de wolvengroep van dit dieren
park is erg bekend. Er is aan hun
huisvesting veel aandacht besteed
en vanuit een afgesloten galerij kun
nen de roedels worden bekeken.
Omdat de galerij verdiept is aange
legd staan we soms oog in oog met
deze stamvaders van onze hond. Via
het nachtdierengebouw met z'n
lichtschuwe bewoners wandelen we
naar de hal van de orang-oetangs. In
deze imponerend-grote hal waant
een mens zich in de jungle, compleet
met de geluiden van het oerwoud,
die een onderdeel vormen van een
interessant klankbeeld over dit on
derwerp.
Wilde paarden en roofvogels
Burgers' dierenpark heeft nog meer
bijzondere dieren en verblijven, die
terecht de bewondering van de be
zoekers wekken. De grote groep ko
lossale bisons, de kudde kamelen en
vooral de vermaarde groep Prze-
walski-paardjes, de enige wilde paar
den die er nog zijn, krijgen veel aan
dacht. En voor de vogels is er de reu
zen-volière waar je vrij tussen gie
ren, arenden en andere roofvogels
doorwandelt.
Drie kwartier in 't Safaripark
Ons kaartje geeft ons zonder bijbeta
ling ook recht op een tocht met de
goed af te sluiten safari-trein. Voor
het eerste deel van de rit is dat afslui
ten nog niet direct nodig, want de ze
bra's, giralfen, neushoorns en de
informatie. Samensteller Focco Huis
man gaat bijvoorbeeld uitgebreid in op
de aspecten, die bij de aanschaf en de
opvoeding en verzorging van een hond
om de hoek komen kijken. Alleen al
daarom is het boek niet alleen de moei
te waard voor hen die belangstelling
hebben voor een rashond, maar voor
iedere liefhebber van honden.
In het Vademecum voor de Kynologie
zijn meer dan 400 voornamelijk kleu
renfoto's van de verschillende honden
te zien. Het boek, dat op aanraden van
de
de Raad van Beheer op Kynologisch
Gebied (de overkoepelende instantie
voor rashonden in Nederland) losbla
dig werd uitgevoerd, bevat verder
onder meer een lijst van dierenpen-
sions en -crematoria. In samenwerking
met het voormalige ministerie van
C.R.M. werd een uitgebreide toelich
ting op het Honden en kattenbesluit ge
schreven. Opgenomen is verder een
compleet overzicht van alle rasver
enigingen met adressen een een com
plete lijst met alle andere verenigingen
op het terrein van de hondensport, zo
als de Koninklijke Nederlandse Politie
honden Vereniging. Of het nu om waak-
jacht-, wind- of zelfs blindengeleide
honden gaat, het Vademecum voor de
Kynologie geeft er antwoordt op.
Nederlandse rassen
Speciale aandacht is in dit boek be
steed aan de typisch Nederlandse ras
sen, zoals de Hollandse herder, de Sta
bij en de Wetterhoun. Ook komen Ne
derlandse rassen aan bod die helaas
KNIPTIP
Een statief geeft scherpe
re en dus mooiere foto's.
schouder-,
tafel-, klem-
en autosta- "y
tieven.c
honderden antilopen trekken zich
van de trein niet veel aan. Als we de
aparte afdeling van de leeuwen in
gaan, geeft die afsluiting wel een vei
lig gevoel, want deze Afrikaanse su-
peijagers zijn net zo gevaarlijk als ze
er uitzien.
Maar een deel
We hebben in dit verslag van een
wandeling door Burgers' Dieren
park slechts een deel van onze vele
ervaringen beschreven. Genoeg om
u een indruk te geven van de vele
verrassende ontmoetingen met die
ren, die hier mogelijk zijn. Een dag
in dit park is nauwelijks genoeg om
alles te bekijken en als je per bus
weer naar het station terugreist dan
besefje dat zo'n dag tussen de dieren
waardevoller is dan het bekijken van
de mooiste natuur- en dierenfilm op
de televisie.
Toeristisch programma
Dit bezoek aan Burgers' Dierenpark
is Dagtocht nr 10 van het program
ma, dat in het boekje „NS Dagtoeris-
me 1982" wordt beschreven. In deze
brochure zijn alle dagtochten en at
tracties, fiets- en wandeltochten sa
mengebracht, die met de trein zijn te
maken. Als u deze gids met zo'n 200
ideeën voor een fijne dag uit wilt
ontvangen: het boekje is gratis ver
krijgbaar aan alle NS-stations.
VADEMECUM
VOORDE
KYNOLOGIE
niet meer bestaan, zoals het uit de Mid.
deleeuwen daterende Oud-Hollandse
Steenbrakje. Dit ras wordt sinds enige
jaren weer teruggefokt, zodat ver
wacht mag worden dat deze typisch
Nederlandse hond - die op tal van schil-
derijen uit de vorige eeuw voorkomt
binnenkort weer in ere zal zijn her-
steld. Datzelfde geldt ook voor de
Smoushond en voor het Markiesje. Sa
mensteller Focco Huisman besteedt
ook een hoofdstuk aan de honden van
het Nederlandse Koninklijke Huis. Zo
als bekend nemen honden bij de Ko
ninklijke familie een belangrijke
plaats in. De samensteller liet zich
door Mr. Pieter van Vollenhoven - zelf
een liefhebber van poolhonden - uitge
breid over een en ander informeren.
Het Vademecum voor de Kynologie is
een uitgave van uitgeverij Black and
Tan, Loodsweg 2-i in Lelystad, telefoon
03200-60111. Het boek is verkrijgbaar
bij de boekhandel en kan eventueel
worden besteld bij Hollandia T.C.,
Enkhuizen, telefoon 02280-16996.
Ongeveer 1.000 kilometer ten westen
van Zuid-Amerika liggen, rond de eve
naar, de Galapagos-eilanden. Deze ar
chipel bestaat uit enkele grote en een
groot aantal kleine, vulkanisch
gevormde, eilanden. Op deze eilanden
leven een aantal diersoorten die alleen
daar en nergens anders ter wereld
voorkomen. Eén van die diersoorten is
de reuzenschildpad, naar wie de eilan
dengroep genoemd is: galapagos
betekent namelijk schildpad. Een an
dere opvallende soort is de zeelegu-
aan, die, net als de landleguaan, alleen
op Galapagos leeft.
De meest opmerkelijke vogel is wel de
naar Charles Darwin genoemde vink;
of beter gezegd, zijn de Darwinvinken,
want er leven dertien vinkesoorten op
de Galapagos-eilanden. Wat er nu zo
opmerkelijk aan deze onopvallend ge
kleurde vogeltjes is, wordt in dit ar
tikeltje naar voren gebracht.
Charles Darwin bezocht
Galapagos
Charles Darwin was nog vrij jong toen
hij met het zeilschip de "Beagle" de
Galapagos-eilanden bezocht. Dit be
zoek was van korte duur, want slechts
eén maand van zijn 5 jaar durende reis
om de wereld bracht hij op de ar chipel
door. Darwin maakte kennis met de
wonderlijke wereld van de eilanden,
waarbij de vinkesoorten hem in het bij
zonder opvielen. Alle op de Galapagos
levende vinkesoorten lijken vrij veel op
elkaar, doch zijn na enige oefening van
elkaar- te onderscheiden. Niet alléén is
er- variatie in het verenkleed; ook de
zang, de nestbouw. het gedrag en
vooral de voeselkeus is voor elke soort
typerend. De dertien vinkesoorten
leven verspreid over de gehele archi
pel. waarbij de meeste soorten op
meerdere eilanden leven, terwijl eén
bepaalde soort maar- op één eiland
voorkomt.
Vinken en hun voedselkeuze
Globaal genomen zijn de vinken, gelet
op hun voedselkeuze. onder te brengen
in vier verschillende groepen. Het
grootste aantal soorten, zes in totaal,
voedt zich voornamelijk met plantaar
dig voedsel, aangevuld met insecten.
De tweede, uit drie soorten bestaande
groep, richt zijn voedselkeus voorna
melijk op insecten, aangevuld met
plantaardige kost. De derde groep, die
maar één vertegenwoordiger kent. is
zuiver vegetarier en de vierde en laat
ste groep heelt insecten op de menu
lijst staan.
Elke soort zijn eigen snavelvorm
Men gaat er over het algemeen van uit
dat het eten van een bepaald soort
voedsel een bepaalde aanpassing in de
bek of aan de snavel vraagt. Bij de
Darwinvinken die. zoals gezegd, ieder
hun eigen voedselspecialisatie kennen,
zien we dan ook verschillende snavel-
vormen. De grote grondvink heeft een
forse, massieve snavel, geschikt voor
het kraken van zaden. Het kleine insec
tenvinkje heeft daarentegen een fijn,
dun snaveltje, geschikt om insectenlar
ven en rupsen uit de boombast te peu
teren. Allerlei tussenvormen tussen de
ze twee uitersten kan men op de Gala
pagos. vinden.
Evolutie
Men zal zich afvragen hoe op deze,
nauwelijks twee miljoen jaar geleden
gevormde, eilandengroep een zo grote
verscheidenheid aan vinkesoorten is
ontstaan. Men veronderstelt dat alle
dertien soorten afstammen van een uit
Zuid-Amerika afkomstige vinkesoort
die ooit op de Galapagos terecht is ge
komen. Deze vinken troffen daar een
zeer voedselrijke omgeving aan. In de
loop van de evolutie heeft deze oor
spronkelijke Darwinvink nauwelijks
concurrentie van andere op de Galapa
gos levende vogelsoorten ondervonden.
De enige concurrentie was die van de
vinken onderling. Hierdoor is het waar
schijnlijk mogelijk geweest dat in vrij
korte tijd deze vinken tot een zo groot
aantal soorten hebben kunnen evolu
eren; elke soort specialiseerde zich in
een bepaalde voedselgewoonte. Dit
proces wordt radiatie genoemd.
Vinken met gereedschap
Het gebruik van werktuigen of gereed
schappen is voor mensen een heel ge
wone zaak. doch vormt bij dieren een
uitzondering. Eén van die uitzonde
ringen is de spechtvink. die zijn voed
sel (insectenlarven) bemachtigt door
gebruik te maken van een cactusstekel
of een klein takje. Dit werktuigje wordt
in de snavel genomen; de larve wordt
uit de schors gepeuterd en. terwijl de
vogel het stokje in de poot geklemd
houdt, opgepeuzeld.
■^euw Knapt uiltje in ae uuumi.
Hoeveel mensen zijn er op het nippertje aan een leeuw ontkomen door in een boom te klimmen? Merkwaardig eigenlijk,
want klimmen kan een leeuw ook wel. In het Manyara National Park in Tanzania slapen leeuwen overdag uren aaneen in de
bomen. Vaak zijn het hoge, rechte bomen die blijkbaar lekker liggen.
V
Burgers... een beroemde naam op dierentuingebied. Vooral door de al
tientallen jaren geleden in praktijk gebrachte stelregel, dat een dier ook in
een dierenpark moet leven in een zo natuurlijk mogelijke omgeving. In
een prachtig bosdecor heeft men in Arnhem dit ideaal zoveel als mogelijk
is verwezenlijkt. Een dagje ronddwalen door Burgers dieren- en safari
park is een genot omdat de dieren zich er thuis lijken te voelen èn omdat
de omgeving schitterend is.