Records en topprestaties in de dierenwereld Hoe slapen dieren eigenlijk n tocht door Bu rgers grote dierenbos De kampioenen Vademecum Kynologie onmis baar voor kenner en leek op hondengebied Camouflage Darwinvinken Marmotten maffen maandenlang en slangen doen geen oog dicht 11 Soester Courant van woensdag 18 mei 1883 11 Dieren doen niet aan wedstrijden. Toch wil de één sneller, hoger en beter dan de ander. Wie niet goed genoeg is. valt af. Dat heeft niets te maken met top sport maar alles met leven en overle ven en eten of gegeten worden. In de dierenwereld hebben slechts de topat leten recht van bestaan, de sub-top soms ook, maar de middenklasse over leeft de harde strijd om het bestaan niet. De grootste, de kleinste, de oudste, de gevaarlijkste en zeldzaamste Begrippen als groot, klein. lang. oud, zeldzaam en gevaarlijk zijn in de na tuur. met name in de dierenwereld, eigenlijk heel betrekkelijk. Als mens ben je van een olifant geweldig onder de indruk, maar de grootste kikker ter wereld, de goliathkikker, is minstens zo indrukwekkend. In de 16-pagina's tellende reportage over "records in de dierenwereld" in het februari-nummer van Grasduinen passeren een groot aantal uitersten de dieren-revue De noordse stern: wereldkampioen lange afstand vliegen Ook zonder doping blijft de noordse stern nummer één op de duizendvou- Slapen is beslist meer dan alleen maar uitrusten. De mens heeft slaap net zo hard nodig als eten en drinken, het is zelfs zo belangrijk dat een derde van een gemiddeld mensenleven wordt "verslapen." In de dierenwereld ligt dat heel anders. In een van de num mers van Grasduinen werden de vaak bizarre slaapgewoonten van dieren onder de loep genomen. Sommige dieren houden niet van de wintermaanden. Vijf maanden lang bunkeren ze eten om zich dan van okto ber tot april terug te trekken voor een winterslaap. Vleermuizen, marmotten, egels en beren liggen nu dus alweer dik twee maanden te snur ken. De hoefdieren in de wildernis moeten uit veiligheidsoverwegingen met een paar uur slaap genoegen ne men en dan alleen wanneer ze in een groep leven en anderen de wacht kun nen houden. Koudbloedige, gewervelde dieren zoals vissen, kikkers en slangen hebben het helemaal moeilijk. Ze hebben geen oogleden, dus moéten zij de oogjes wel altijd open houden. dige marathon. Jaarlijks vliegen zij 40.000 km; broeden op de Noordpool, overwinteren op de Zuidpool en weer terug. Tijdens deze vier maanden du rende trektocht van pool tot pool komt de marathontrekker nauwelijks aan land. Onderweg bieden de zeeèn vol doende voedsel om de supermotor van deze 38 cm metende lange-afstand vlieger te voeden. Maar waarom vliegt hij van noord naar zuid en weer terug9 In tegenstelling tot de ijzige winters op de Zuidpool, die acht tot negen maan den duren, ontluikt het leven in de korte zomers er omstuimig. Alles en iedereen profiteert er dan ook van het midzomernachtlicht en de weldadige warmte. Het belangrijkste voor de hier samengestroomde zeehonden, walvis sen en zeevogels, voltrekt zich echter in het water waar een ongekende ex plosieve groei van plankton plaats heeft. Dit levert een rijk gedekte tafel op voor de meer dan 165 miljoen zeevo gels die hier jaarlijks neerstrijken. De noordse stern geniet hier van een wel verdiende vakantie en verzamelt krachten om de terugtocht in topcondi tie te beginnen. Ingebouwde antenne voor "stoorzenders" Wat bij alle slapers opvalt, is dat ze zich weinig van hun omgeving lijken aan te trekken. Ze liggen opgekruld, de ogen meestal dicht en de kop opgebor gen onder poten of vleugels. De vos steekt zijn kop onder een achterpoot om zijn reukorgaan voor nieuwe geuren af te sluiten en dus rustig te kunnen slapen. Een vosse-oor slaapt echter nooit. Hij is wel doof voor gekrijs van vogels. En ook het geluid van een trein doet hem niets, maar een naderbij sluipende jager verraadt zich door het minste geluid. Een ingebouw de antenne voor "stoorzenders" rea geert onmiddellijk op eventueel ge vaar. De krokodil die levenloos in de bran dende zon op een zandbak een dutje doet, heeft zijn perfecte gehoor con stant op scherp staan. Y°°rdat zijn ogen iets zien, hebben de oren het onraad al bespeurd en schiet de "boomstam" ra zendsnel het water in. Veiligheid speelt dus een belangrijke rol bij het kiezen De cheetah: recordhouder op de korte, snelle sprint Zoals bij alle atleten trekken de sprin ters de meeste aandacht Recordhouder op korte sprint is de cheetah. ook wel jachtluipaard genoemd omdat hij vroeger bij de jacht werd gebruikt. Als het moet kan de cheetah dagelijks vele sprintjes trekken. Het hele lichaam is gebouwd op snelheid lenige bekken- en schou dergewrichten en een lange, soepele ruggegraat Een explosie van lenig heid en kracht brengt dit prachtige dier binnen twee seconden op een snel heid van 70 km per uur. Geen raceauto ter wereld doet hem dit na. Topsnel heden liggen boven de 100 km per uur. maar langer dan 400 meter houdt hij het niet vol want in dé brandende Afri kaanse zon loopt zijn temperatuur al gauw tot 40° koorts. Om daarvan bij te komen moet de jachtluipaard minstens een kwartier uithijgen, zeg maar af koelen. Het record op de korte sprint stelt hem echter wel in staat om zich te voeden met dieren die voor anderen te snel zijn. van de slaapplaats voor minder weer bare beesten: de fazant knapt daarom een uiltje in de hoogste boom en een eend drijft veilig midden in de vijver. De meeste grote roofdieren kun je ge rust langslapers noemen. Het zijn vleeseters en vlees is geconcentreerde voeding. Een jagend dier dat zijn vak verstaat, heeft in korte tijd genoeg te pakken om zijn maag voor die dag weer te vullen. Daarna kan de rest van de dag weer luierend en slapend wor den doorgebracht. Veiligheid speelt nauwelijks een rol, want slechts de vliegen wagen het om in de buurt van de sterkste dieren te kónven. 9> - U hebt een ideaal foto model in huis: uw hond of poes. Zet 'm zo nu en dan op de plaat. Verstoppertje spelen is bij kinderen een veel gebruikte spelvorm. De kunst is je zo lang mogelijk verborgen te hou den. zonder dat de ander je ziet. In het dierenrijk ontmoeten we ook van deze verstoppers; dieren die zich verbergen om niet gezien te worden. Bij dieren is het verstoppen absoluut géén spel vorm; integendeel, het is een kwestie van zelfbehoud. In dit artikeltje zal nader worden inge gaan op de verschillende manieren waarop dieren zich aan de blikken proberen te onttrekken. Schut kleuren hoeven niet zowel bij het jonge dier als bij zijn ouders voor te ko men. Veel vogelsoorten die hun nest maken in een open terrein, zoals de kie vit en de scholekster, leggen bruinig gekleurde eieren, rijkelijk voorzien van vlekken. Door het vlekkenpatroon is het moeilijk dit soort eieren in het veld te ontdekken. De jongen, in dit ge val nestvlieders, dragen een camou flagekleed. De pas uitgekomen jongen verlaten vrijwel direct het nest om zelfstandig voedsel te gaan zoeken. Wanneer er gevaar dreigt, drukken de jongen zich tegen de ondergrond. Zo dra de jongen de vliegkunst machtig worden, verdwijnt over het algemeen genomen het camouflagekleed, dat plaats maakt voor het volwassen verenpak. Niet alleen jonge vogels, maar ook de volwassen vogels kunnen een schut kleur bezitten. Dit kan te maken heb ben met de broedgewoonte van de soort. Wanneer alleen het vrouwtje ge camoufleerd is, zoals bij de wilde eend, zal hij meestal degene zijn die de broedzorg op zich neemt. Meestal gaat men er van uit dat alleen prooidieren genoodzaakt zijn zich te camoufleren. Prooidieren zijn immers zwakker dan de erop jagende dieren (predatoren). Toch kan een camou- flagekleur ook voor een predator van levensbelang zijn. Een predator zal moeten jagen om aan zijn voedsel te komen. Sommigen doen dit actief door achter de prooi aan te gaan, anderen doen dit passief door op de loer te lig gen. De steenvis is zo'n passieve predator. Deze zeewaterbewoner ligt meestal tussen donker gekleurde stenen, waar mee hij een akelige gelijkenis vertoont. Een nietsvermoedende vis die zo'n groepje stenen nadert, zal door de plot seling tot leven komende steenvis wor den verzwolgen. Naast dieren die niet van kleur kunnen veranderen, zoals de steenvis, kennen we ook dieren, waarbij de kleur kan worden aangepast aan een steeds wis selende omgeving. Soms is dit een langzame aanpassing, als bij sneeuw haas, het sneeuwhoen en de hermelijn, vaak is het een snellere aanpassing zoals bij de tarbot, de schol en de ka meleon. De hermelijn is een roofdiertje dat tot de marterachtigen wordt gerekend en behalve in ons land ook in Scandinavië en de Alpenlanden voorkomt. Herme lijnen zijn zomers bruin met een crèmekleurige buikzijde. De staart punt is (ook in de winter) donker wezel, welke een lichte staartpunt bezit Hermelijnen jagen onder andere op veldmuizen en vogels, die vanuit een dekking, plotseling, worden besprongen. Naarmate de zomer vor dert en de herfst zijn intrede doet, ver andert de vachtkleur van de hermelijn van bruin naar vlekkerig bruin-wit. In het winterseizoen hebben de bruine ha ren plaats gemaakt voor witte haren en is de hermelijn, wat vachtkleur be treft. aangepast aan een besneeuwde winterse omgeving. De oplettende le zer zal nu opmerken dat de hermelijn met z'n witte pels het grootste deel van de Nederlandse winter in het nadeel is. Het sneeuwt immers maar een klein aantal dagen. Nu blijkt het zo te zijn dat hermelijnen uit ons land waar schijnlijk géén geheel witte vacht krij gen, maar de vlekkerige bruin-witte overgangspels behouden. Hermelijnen uit Scandinavië verharen wel totdat de vacht geheel wit is. De schol kan zijn lichaamskleur vrij snel aanpassen aan de kleur van de on dergrond waarop hij zich bevindt. Bestaat deze ondergrond uit grove kie zel, dan zal zijn lichaamtekening ook vrij grof zijn. Bevindt de vis zich op een zanderige bodem, dan is zijn kleurte- kening ook veel fijner. Aan een camou- flagekleur heeft deze platvis natuurlijk niets wanneer hij er een beweeglijk le ven op na zou houden. Bewegen maakt immers de kans om gezien te worden groter. Deze vissen liggen dus meestal op de bodem en verplaatsen zich alleen wanneer dit noodzakelijk is. We zagen al dat de steenvis niet alleen dezelfde kleur, maar tevens dezelfde vorm had als de donkere stenen waartussen hij lag, loerend naar zijn prooi. In dit ge val spreekt men van vormgelijkenis. Meer bekende voorbeelden zijn waar schijnlijk de wandelende tak en het wandelend blad. Deze namen doen ver moeden dat onderdelen van een boom worden bedoeld, maar beide dieren be horen tot de insecten. Het wandelend blad heeft zo'n goede vormgelijkenis met een echt blad dat predatoren het dier vrijwel zeker over het hoofd zullen zien. Een laatste, hier besproken, vorm van camouflage is verbrokkeling. Veel dieren vertonen een ogenschijnlijk bonte lichaamste kening, met grote, grove vlekken. De camouflerende werking hiervan blijkt pas goed, wanneer zo'n dier zich op een passende ondergrond bevindt. Bij ei eren zien we soms hetzelfde: het ei van de scholekster wordt niet meer als zo danig herkent; het lijkt op te zijn ge deeld (verbrokkeld) in allerlei onher kenbare stukjes. Zonder veel moeite zouden nog andere voorbeelden uit de eindeloze reeks gecamoufleerde dieren kunnen worden genoemd, maar de ruimte hiervoor ontbreekt. Deze ruim te ontbreekt niet op de tentoonstelling "Evolutie, 100 jaar na Darwin," in Diergaarde Blijdorp. In o.a. de Vic- toriaserre kunt u namelijk uitgebreid kennis maken met het begrip camou flage en de boeiende wereld die daar mee samenhangt. Kenners en leken op hondengebied heb ben sinds enkele dagen de beschikking over het meest complete handboek voor hondenliefhebbeers in Europa. Het -door oud-marinier en hondendeskun- dige Focco Huisman geschreven Va demecum voor de Kynologie is dan ook in de hondenwereld enthousiast ont vangen. Het is het enige boek met een beschrijving van alle in Nederland ge fokte rassen met per ras een overzicht van betrouwbare kennels. Alleen al door het testen en bezoeken van al die fokkers vergde de samenstelling van dit losbladige ruim 500 pagina's dikke handboek meer dan anderhalf jaar. Tot op heden was het kopen van een rashond voor veel mensen - zeker voor hen die op dat terrein wat minder goed thuis zijn - vaak een sprong in het duis ter. De keuze van het ras en het zoeken naar een goede en betrouwbare fokker bleek voor velen steeds een onoverko melijke handicap. Weliswaar werd op dat gebied door de rasverenigingen veel voorlichtend werk gedaan, maar- de blik van deze verenigingen beperkt zich altijd tot één ras. Nu ziet iedere liefhebber in het losbladige - en dus al tijd te actualiseren - Vademecum voor de Kynologie het complete scala van in Nederland gefokte honden voor zich met beschrijvingen van de specifieke kenmerken. Schat aan informatie Het boek bevat naast de ras- en kennel beschrijvingen een schat aan overige Het dierenpark van Burgers ligt aan de rand van Arnhem net daar waar de Veluwe begint. Te ver van het NS-station om te wandelen, maar gelukkig staat bij het station een bus van lijn 3 (richting Alteveer) die ons naar de ingang van de dierentuin aan de Schelmseweg brengt. Onze wandeling door het grote dierenbos kan beginnen. De familie Chimpansee Misschien zijn er zeldzamer dieren in dit park, maar voor ons steelt de familie Chimpansee de show. Er wo nen zo'n vijfentwintig van deze in telligente mensapen in een open bos van driekwart hectare groot en ze vormen duidelijk één grote familie met zijn eigen wetten en regels. Van af een speciale observatiepost kun je zien hoe ze zich gedragen en kenne lijk met hun kosthuis in de Arnhem se bossen best tevreden zijn. Wolven en jungle Ook de wolvengroep van dit dieren park is erg bekend. Er is aan hun huisvesting veel aandacht besteed en vanuit een afgesloten galerij kun nen de roedels worden bekeken. Omdat de galerij verdiept is aange legd staan we soms oog in oog met deze stamvaders van onze hond. Via het nachtdierengebouw met z'n lichtschuwe bewoners wandelen we naar de hal van de orang-oetangs. In deze imponerend-grote hal waant een mens zich in de jungle, compleet met de geluiden van het oerwoud, die een onderdeel vormen van een interessant klankbeeld over dit on derwerp. Wilde paarden en roofvogels Burgers' dierenpark heeft nog meer bijzondere dieren en verblijven, die terecht de bewondering van de be zoekers wekken. De grote groep ko lossale bisons, de kudde kamelen en vooral de vermaarde groep Prze- walski-paardjes, de enige wilde paar den die er nog zijn, krijgen veel aan dacht. En voor de vogels is er de reu zen-volière waar je vrij tussen gie ren, arenden en andere roofvogels doorwandelt. Drie kwartier in 't Safaripark Ons kaartje geeft ons zonder bijbeta ling ook recht op een tocht met de goed af te sluiten safari-trein. Voor het eerste deel van de rit is dat afslui ten nog niet direct nodig, want de ze bra's, giralfen, neushoorns en de informatie. Samensteller Focco Huis man gaat bijvoorbeeld uitgebreid in op de aspecten, die bij de aanschaf en de opvoeding en verzorging van een hond om de hoek komen kijken. Alleen al daarom is het boek niet alleen de moei te waard voor hen die belangstelling hebben voor een rashond, maar voor iedere liefhebber van honden. In het Vademecum voor de Kynologie zijn meer dan 400 voornamelijk kleu renfoto's van de verschillende honden te zien. Het boek, dat op aanraden van de de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied (de overkoepelende instantie voor rashonden in Nederland) losbla dig werd uitgevoerd, bevat verder onder meer een lijst van dierenpen- sions en -crematoria. In samenwerking met het voormalige ministerie van C.R.M. werd een uitgebreide toelich ting op het Honden en kattenbesluit ge schreven. Opgenomen is verder een compleet overzicht van alle rasver enigingen met adressen een een com plete lijst met alle andere verenigingen op het terrein van de hondensport, zo als de Koninklijke Nederlandse Politie honden Vereniging. Of het nu om waak- jacht-, wind- of zelfs blindengeleide honden gaat, het Vademecum voor de Kynologie geeft er antwoordt op. Nederlandse rassen Speciale aandacht is in dit boek be steed aan de typisch Nederlandse ras sen, zoals de Hollandse herder, de Sta bij en de Wetterhoun. Ook komen Ne derlandse rassen aan bod die helaas KNIPTIP Een statief geeft scherpe re en dus mooiere foto's. schouder-, tafel-, klem- en autosta- "y tieven.c honderden antilopen trekken zich van de trein niet veel aan. Als we de aparte afdeling van de leeuwen in gaan, geeft die afsluiting wel een vei lig gevoel, want deze Afrikaanse su- peijagers zijn net zo gevaarlijk als ze er uitzien. Maar een deel We hebben in dit verslag van een wandeling door Burgers' Dieren park slechts een deel van onze vele ervaringen beschreven. Genoeg om u een indruk te geven van de vele verrassende ontmoetingen met die ren, die hier mogelijk zijn. Een dag in dit park is nauwelijks genoeg om alles te bekijken en als je per bus weer naar het station terugreist dan besefje dat zo'n dag tussen de dieren waardevoller is dan het bekijken van de mooiste natuur- en dierenfilm op de televisie. Toeristisch programma Dit bezoek aan Burgers' Dierenpark is Dagtocht nr 10 van het program ma, dat in het boekje „NS Dagtoeris- me 1982" wordt beschreven. In deze brochure zijn alle dagtochten en at tracties, fiets- en wandeltochten sa mengebracht, die met de trein zijn te maken. Als u deze gids met zo'n 200 ideeën voor een fijne dag uit wilt ontvangen: het boekje is gratis ver krijgbaar aan alle NS-stations. VADEMECUM VOORDE KYNOLOGIE niet meer bestaan, zoals het uit de Mid. deleeuwen daterende Oud-Hollandse Steenbrakje. Dit ras wordt sinds enige jaren weer teruggefokt, zodat ver wacht mag worden dat deze typisch Nederlandse hond - die op tal van schil- derijen uit de vorige eeuw voorkomt binnenkort weer in ere zal zijn her- steld. Datzelfde geldt ook voor de Smoushond en voor het Markiesje. Sa mensteller Focco Huisman besteedt ook een hoofdstuk aan de honden van het Nederlandse Koninklijke Huis. Zo als bekend nemen honden bij de Ko ninklijke familie een belangrijke plaats in. De samensteller liet zich door Mr. Pieter van Vollenhoven - zelf een liefhebber van poolhonden - uitge breid over een en ander informeren. Het Vademecum voor de Kynologie is een uitgave van uitgeverij Black and Tan, Loodsweg 2-i in Lelystad, telefoon 03200-60111. Het boek is verkrijgbaar bij de boekhandel en kan eventueel worden besteld bij Hollandia T.C., Enkhuizen, telefoon 02280-16996. Ongeveer 1.000 kilometer ten westen van Zuid-Amerika liggen, rond de eve naar, de Galapagos-eilanden. Deze ar chipel bestaat uit enkele grote en een groot aantal kleine, vulkanisch gevormde, eilanden. Op deze eilanden leven een aantal diersoorten die alleen daar en nergens anders ter wereld voorkomen. Eén van die diersoorten is de reuzenschildpad, naar wie de eilan dengroep genoemd is: galapagos betekent namelijk schildpad. Een an dere opvallende soort is de zeelegu- aan, die, net als de landleguaan, alleen op Galapagos leeft. De meest opmerkelijke vogel is wel de naar Charles Darwin genoemde vink; of beter gezegd, zijn de Darwinvinken, want er leven dertien vinkesoorten op de Galapagos-eilanden. Wat er nu zo opmerkelijk aan deze onopvallend ge kleurde vogeltjes is, wordt in dit ar tikeltje naar voren gebracht. Charles Darwin bezocht Galapagos Charles Darwin was nog vrij jong toen hij met het zeilschip de "Beagle" de Galapagos-eilanden bezocht. Dit be zoek was van korte duur, want slechts eén maand van zijn 5 jaar durende reis om de wereld bracht hij op de ar chipel door. Darwin maakte kennis met de wonderlijke wereld van de eilanden, waarbij de vinkesoorten hem in het bij zonder opvielen. Alle op de Galapagos levende vinkesoorten lijken vrij veel op elkaar, doch zijn na enige oefening van elkaar- te onderscheiden. Niet alléén is er- variatie in het verenkleed; ook de zang, de nestbouw. het gedrag en vooral de voeselkeus is voor elke soort typerend. De dertien vinkesoorten leven verspreid over de gehele archi pel. waarbij de meeste soorten op meerdere eilanden leven, terwijl eén bepaalde soort maar- op één eiland voorkomt. Vinken en hun voedselkeuze Globaal genomen zijn de vinken, gelet op hun voedselkeuze. onder te brengen in vier verschillende groepen. Het grootste aantal soorten, zes in totaal, voedt zich voornamelijk met plantaar dig voedsel, aangevuld met insecten. De tweede, uit drie soorten bestaande groep, richt zijn voedselkeus voorna melijk op insecten, aangevuld met plantaardige kost. De derde groep, die maar één vertegenwoordiger kent. is zuiver vegetarier en de vierde en laat ste groep heelt insecten op de menu lijst staan. Elke soort zijn eigen snavelvorm Men gaat er over het algemeen van uit dat het eten van een bepaald soort voedsel een bepaalde aanpassing in de bek of aan de snavel vraagt. Bij de Darwinvinken die. zoals gezegd, ieder hun eigen voedselspecialisatie kennen, zien we dan ook verschillende snavel- vormen. De grote grondvink heeft een forse, massieve snavel, geschikt voor het kraken van zaden. Het kleine insec tenvinkje heeft daarentegen een fijn, dun snaveltje, geschikt om insectenlar ven en rupsen uit de boombast te peu teren. Allerlei tussenvormen tussen de ze twee uitersten kan men op de Gala pagos. vinden. Evolutie Men zal zich afvragen hoe op deze, nauwelijks twee miljoen jaar geleden gevormde, eilandengroep een zo grote verscheidenheid aan vinkesoorten is ontstaan. Men veronderstelt dat alle dertien soorten afstammen van een uit Zuid-Amerika afkomstige vinkesoort die ooit op de Galapagos terecht is ge komen. Deze vinken troffen daar een zeer voedselrijke omgeving aan. In de loop van de evolutie heeft deze oor spronkelijke Darwinvink nauwelijks concurrentie van andere op de Galapa gos levende vogelsoorten ondervonden. De enige concurrentie was die van de vinken onderling. Hierdoor is het waar schijnlijk mogelijk geweest dat in vrij korte tijd deze vinken tot een zo groot aantal soorten hebben kunnen evolu eren; elke soort specialiseerde zich in een bepaalde voedselgewoonte. Dit proces wordt radiatie genoemd. Vinken met gereedschap Het gebruik van werktuigen of gereed schappen is voor mensen een heel ge wone zaak. doch vormt bij dieren een uitzondering. Eén van die uitzonde ringen is de spechtvink. die zijn voed sel (insectenlarven) bemachtigt door gebruik te maken van een cactusstekel of een klein takje. Dit werktuigje wordt in de snavel genomen; de larve wordt uit de schors gepeuterd en. terwijl de vogel het stokje in de poot geklemd houdt, opgepeuzeld. ■^euw Knapt uiltje in ae uuumi. Hoeveel mensen zijn er op het nippertje aan een leeuw ontkomen door in een boom te klimmen? Merkwaardig eigenlijk, want klimmen kan een leeuw ook wel. In het Manyara National Park in Tanzania slapen leeuwen overdag uren aaneen in de bomen. Vaak zijn het hoge, rechte bomen die blijkbaar lekker liggen. V Burgers... een beroemde naam op dierentuingebied. Vooral door de al tientallen jaren geleden in praktijk gebrachte stelregel, dat een dier ook in een dierenpark moet leven in een zo natuurlijk mogelijke omgeving. In een prachtig bosdecor heeft men in Arnhem dit ideaal zoveel als mogelijk is verwezenlijkt. Een dagje ronddwalen door Burgers dieren- en safari park is een genot omdat de dieren zich er thuis lijken te voelen èn omdat de omgeving schitterend is.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1983 | | pagina 11