lagen Nederland 100 jaar in de greep van stroom V Vereniging verlicht huishoudelijke arbeid Caravan-onderhoud voor verbetering vatbaar 1984 Dek \v- iOVAG igetgolf Natuurbad r LOONT BAARN ^BOIMG PAGINA 20 WOENSDAG 6 JUN11984 SOESTER COURANT PAGINA 21 Hi, Belangstelling Straatverlichting van Stroom, scharnierpunt samenleving o»-» M 1 Vakantie-contrölebeurt door BOVAG-caravanbedrijf geen overbodige luxe Voorkomen is beter dan genezen Nieuw of gebruikt: zonder zekerheid ben je nergens W n dinsdag t/m zondag uur tot 18.00 uur. b.g.g. 02159-13732 93 V r strekkende meter. 3e Esfera tapijtkol- ektie wordt gevoerd loor 150 detaillisten, Jie gezamenlijk nkopen. Hierdoor kunnen wij i maximale kwaliteit egen de scherpste ■rijzen aanbieden. Oktober 1984 sIppV» d.V A Oktober 1984 steekt de Russische oud zee-officier Achilles de Khotinsky in Rotterdam vanaf de Prins Hendrikkade de Maas over. Hij brengt stroom, via in schuiten gemonteerde accu's, naar dê Wijnhaven om 's avonds enkele gebou wen te verlichten. Dit is de start ?an de openbare e ektriciteitsvoorziening in Nederland. Vandaar dat in 1984 het her denkingsjaar wordt van 100 jaar open- bare elektriciteitsvoorziening Tegenwoordig zijn we niet anders ge- wend dan in een handomdraai licht te hebben, de koelkast te laten draaien de stofzuiger aan te zetten, hele fabrieken in werking te stellen. Dat was honderd jaar geleden heel anders. De uitvinders die in de negentiende eeuw gouden tij den beleefden, hadden al de dynamo voor het opwekken van stroom en de accu voor het tijdelijk opslaan van stroom uitgevonden. En ook de gloei lamp bestond al. Maar elektriciteit er nog niet voor iedereen. ?e, Khotinsky was een Rus die in Ne derland woonde. Hij was zee-officier ge- eeSt, maar zijn vindingrijkheid won net van zijn zeebenen. Voordat De Khotinsky met zijn openba- elektriciteitsvoorziening kwam, wa ren er al winkels en dure hotels waar en een eigen kleine stroomvoorzie ning had voor de verlichting van etala ges en restaurant. Hotel Cooymans in Rotterdam bijvoorbeeld trok dagelijks vele belangstellenden. De Khotinsky wist een aantal Rotterdamse zakenlie den te interesseren voor zijn plannen en zo kon in 1884 voor het eerst licht bran den op „De Punt", een deel van de Rot terdamse Wijnhaven. Het systeem van ~e Khotinsky was nog wel ingewik- Overdag wekte hij stroom op in een fabriek, laadde daarmee grote ac cu s op die op platte schepen stonden, voer elke avond naar de Wijnhaven en sloot de accu's aan op de verlichting van een aantal gebouwen. Deze omslachtige werkwijze heeft niet lang bestaan. Een paar jaar later ging men over tot de zo genaamde „blokstations". Per blok huizen of gebouwen zorgde een stoommachine, die een forse dyna mo aandreef en werd ondersteund door een serie accu's, voor de verlichting. Die eerste jaren van de elektriciteits voorziening waren vooral experimente le jaren. De ene uitvinder kwam met een nog vernuftiger systeem dan de an dere. Maar onderzoek bracht licht. Zo ging de eerste elektrische straatverlich ting in 1890 in Krimpen aan de Lek branden. Het lijkt een beetje vreemd dat zoiets niet gebeurde in een grote stad als Amsterdam of Rotterdam, maar er was een goede reden voor. In Kinderdijk, vlakbij Krimpen aan de Lek, had Wil lem Smit in 1886 de eerste elektriciteits centrale gebouwd, die voor de stroom voor de straatverlichting in Krimpen aan de Lek zorgde. De uitvindingen van De Khotinsky en Smit waren natuurlijk alleen maar mo gelijk omdat Thomas Alva Edison op Oudejaarsavond van 1879 de eerste gloeilamp had gedemonstreerd. Hij en anderen maakten het mogelijk dat we vandaag de dag vrijwel niet zonder stroom kunnen leven. Van blokstation naar centrale De uitvinders zorgden er voor dat het kleine blokstation in een paar jaar tijd kon veranderen in een elektrische cen trale die een groot deel van een stad en later zelfs een hele stad of streek kon voorzien van elektriciteit. In de eerste jaren waren die elektriciteitscentrales in particuliere handen, maar aan het begin van deze eeuw werden ze al overgeno men door gemeente en provincies. De elektriciteit maakte niet alleen de kaars en het gaslicht overbodig, maar zette bijvoorbeeld ook de paardekracht voor de tram op een zijspoor. De eerste elektrische tram reed in 1891 tussen Den Haag en Scheveningen. Rond de eeuwwisseling waren er al een heleboel elektrische huishoudelijke toe stellen. Maar die waren nog geen ge meengoed. Dat kwam pas later onder andere door de propaganda die de elek triciteitsbedrijven er voor maakten. De vraag naar elektriciteit is eigenlijk van af het begin steeds blijven stijgen, be halve natuurlijk in de jaren van de Tweede Wereldoorlog. Pas de laatste kso paar jaar maakt het stroomverbruik pas op de plaats. Onze zuinigheid en de eco nomische teruggang zijn daarvan de oorzaak. De elektriciteitsbedrijven zijn met hun tijd meegegaan. In ons land zorgen nu ruim dertig elektriciteitscentrales voor de stroom die wij nodig hebben. Als brandstof voor het maken van stroom, die onmisbaar is voor het maken van stroom, wordt gebruik gemaakt van aardgas, kolen, olie en kernenergie. In tegenstelling tot de kleine, particuliere bedrijfjes waar het allemaal mee is be gonnen, hebben we nu in Nederland een aantal provinciale en gemeentelijke energiebedrijven, die samenwerking in de N.V. Samenwerkende Elektriciteits- Produktiebedrijven (SEP). REGELWEERSTAND VOOR ACCUMULATOREN BATTERU I- SYSTEEM DE KHOTINSKY In Arnhem hebben de elektriciteitsbe drijven gezamenlijk de KEMA gesticht, het centrale onderzoeks- en overlegin- stituut waar zo'n twaalfhonderd mensen werkzaam zijn. De KEMA kent u na tuurlijk van het KEMA-KEUR, een ga rantie voor veiligheid van o.a. elektri sche apparaten. Maar bij de KEMA wordt nog veel meer werk gedaan. Want we hebben nu honderd jaar elek triciteit in Nederland, en dat willen we in de toekomst ook zo houden! Terwijl geleerde heren zich het hoofa bogen over elektriciteitsbedrijven, meenden enkele vooraanstaande vrou wen in 1932 dat elektrische apparaten de huishoudelijke arbeid zouden kun nen verlichten. Gelijk hadden ze, want al tientallen jaren waren er elektrische stofzuigers, broodroosters en elektrische strijkijzers op de markt. Alleen: ze wa ren nog geen gemeengoed. De gemid delde huisvrouw was nog altijd aange wezen op handenarbeid en menskracht. De vrouwen die de Nederlandse Vrou wen Elektriciteits Vereniging opricht ten naar Engels voobeeld, vonden dat het huishouden aanzienlijk efficiënter kon door gebruik te maken van elektri sche apparaten. Het doel van de NVEV was: bij vrou wen belangstelling wekken voor toepas singen van elektriciteit in de wijdste zin des woords. De vereniging leunde zwaar op de ken nis die in Arnhem bij de KEMA en het Centraal Bureau van de Vereniging van Directeuren van Elektriciteitsbedrijven in Nederland aanwezig was. Daar werden vele cursussen gegeven aan diegenen die op een of andere wijze die kennis weer konden doorgeven zo als leraressen enz. Bovendien werd daar de kennis verzameld die ook de NVEV aan haar leden en belangstellenden be schikbaar stelde. In 1942 telde de NVEV 3500 leden in 15 afdelingen, in 1955 waren 3800 vrouwen lid van 20 afdelingen. Op de voorlich tingsbijeenkomsten en cursussen wer den vrouwen wegwijs gemaakt met alle mogelijke elektrische apparatuur, van elektrische fornuizen tot strijkijzers. Deze voorlichting heeft geduurd tot 1970. Toen was het gebruik van elektri sche apparaten zo bekend dat het zinnig leek de vereniging op te heffen. In het tijdschrift Bulletinvan de NVEV stond in 1936 het volgende vers: „Maar koken als moderne taak der vrouw, geeft haar gewis vermaak, Want zij (electrisch is haar huis) Kookt op een dergelijk fornuis. Geen keukenmeid met boos gelaat, Die haar daarbij terzijde staat. Zij doet het allemaal alleen. En ziet, haar echtvriend loopt niet heen; Hij smult en looft haar dan voor twee. 't Is een ménage enchanté. Het koken schaft uit d'aard der zaak Den jongen vrouwtjes veel vermaak Zonder stroom zou er in ons dagelijks bestaan de vaart goed uit zijn. We realiseren ons nauwelijks nog wat een belangrijke plaats elektriciteit in neemt. Een heleboel dingen zouden we best voor een paar dagen of een paar weken kunnen mis sen, maar stroom... Neem nu eens het huishouden. Daarin zitten veel apparaten die werken op stroom. Een aantal kunnen we gemakkelijk vervangen door hand kracht. Het koffiezetapparaat, het elektrische vleesmes, de elektrische messenslijper of de elektrische blikopener, de broodrooster, de vruchtenpers, de mixer. We zouden er buiten kunnen. Met de koelkast wordt het al wat moei lijker omdat dat meeste huizen geen kelder meer hebben En met de wasmachine zeker. Maar zou je je vaste vloerbedekking nog wel behoorlijk schoon krijgen zonder stofzuiger? De centrale verwarming heeft weliswaar het meeste behoefte aan brandstof, maar zonder elektriciteit gebeurt er niets. De deurbel, de ra dio, de televisie, we hebben er stroom voor no dig. Ons contact met de buitenwereld wordt be heerst door dingen die met stroom te maken hebben. Niet alleen het moderne huishouden valt of staat met elektriciteit, dat geldt ook voor handel en industrie. Er is nauwelijks nog een produkt te bedenken dat zonder de tussenkomst van elek triciteit wordt gemaakt. Ook al is iets handwerk, tien tegen één is er ergens in het produktiepro- ces elektriciteit gebruikt. Het belang van elektriciteit in onze samenleving is groot, heel groot. De stroomvoorziening moet dan ook worden gezien als een scharnierpunt, een kapstok waaraan ons dagelijks leven min of meer is opgehangen. Natuurlijk, onze voorouders deden alles zonder stroom. Zouden we het van daag de dag ook weer zonder moeten doen, dan betekent dat niet meer en niet minder dan een einde aan onze hedendaagse samenleving, een einde aan de moderne verworvenheden. Hoewel sommige zo'n drastische ommekeer zou den toejuichen, kent de moderne samenleving toch ook vele goede kanten. Denk bijvoorbeeld alleen maar aan onze gezondheidszorg Mede dankzij elektriciteit heet die een hoge vlucht kunnen nemen. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen. Redenen genoeg dus om voor honderd jaar elektriciteitsvoorziening een bescheiden feestje te bouwen. Bij veel caravans laat het onderhoud te wensen over. Vooral aan remmen, schokdempers en andere technische voorzieningen als gasinstallatie of (interieur) verlichting mankeert vaak nogal wat. Ieder voorjaar organiseren diverse politiekorpsen vrijwillige caravaninspec ties. Die brachten cok dit jaar bij tientallen caravans weer tal van gebreken aan het licht. En dan te weten dat de politie zich slechts met technische kant van het caravannen bezig houdt. Met het interieur en wat daar allemaal mis kan zijn (gas, elektriciteit, water), bemoeit de politie zich niet. Voor wie er zeker van wil zijn met een veilige, betrouwbare caravan op pad te gaan, is de enige oplossing een tijdige vakantie-contrölebeurt van de caravan door het BOVAG- caravanbedrijf. Zo'n vakman beschikt over de nodige kennis van zaken en alle benodigde apparatuur. Dat inspectie door een BOVAG-caravanbedrijf geen overbodige luxe is, bewijzen ook de uitspraken van een deskundige politiefunctionairs, die we om commentaar vroegen op de droevige resultaten van recente caravaninspecties. Op initiatief van de Centrale Politie Ver- keerscommissie (CPVC) worden cara- vanners al een paar jaar in de gelegen heid gesteld hun rijdende vakantiever blijf te laten inspecteren vóór de grote vakantiereis begint. Eventueel ontdekte gebreken kunnen dan nog vroegtijdig worden verholpen. Technische staat onvoldoende Adjudant A. Jansen van de CPVC in Den Haag vertelt over de ervaringen van de politie bij de inspecties: ,,In voorjaar en zomer van 1983 werd door ruim 80 verschillende politiediensten één of en kele malen speciale aandacht besteed aan het recreatieve verkeer, waartoe wij ook caravans rekenen. Op basis van vrij willigheid kon het publiek zich op be paalde controleplaatsen vervoegen. In veel gevallen bleek de technische staat van de caravans te wensen over te laten. Terwijl ook de papierwinkel niet altijd deugt. In het oog springende gebreken waren: slecht werkende remmen, ver droogde of beschadigde banden, door gezakte vering, wiellagerspeling, on deugdelijke losbreekrem, niet-werkende verlichting, trekhaak niet gekeurd en dus geen aanvullingsblad, geen zijrichting aanwijzers aan de trekauto. Vaak reali seert men zich onvoldoende dat ook een caravan die weinig rijdt regelmatig on derhoud nodig heeft. ,,Rust roest" zegt het spreekwoord; dat geldt ook voor ca ravans die stil staan", aldus adjudant Jansen. Aanvullingsblad verplicht „Uit contacten met de bezitters van re creatieve voertuigen blijkt bovendien dat men weinig afweet van de voor schriften betreffende autopapieren. In het beste geval is men onvolledig geïn formeerd. Het trekken van een aanhang wagen zwaarder dan 750 kg betekent dat de bestuurder moet bezitten: een kente kenbewijs deel I, II en III plus een aan vullingsblad voor de auto, alsmede een registratiebewijs voor de aanhangwa gen. Indien het totaalgewicht inclusief de belading de 750 kg niet overschrijdt, kaft het caravanregistratiebewijs achter wege blijven. Voor veel caravanners zijn het kentekenbewijs deel I, II en III, aan vullingsblad en registratiebewijs onbe kende papieren. Het aanvullingsblad be wijst dat de auto een met name genoem de, goedgekeurde trekhaak bezit, die op voorgeschreven wijze is gemonteerd. Daarnaast vermeldt het aanvullingsblad het maximum gewicht dat de auto mag trekken. Het registratiebewijs is een met deel I van het kentekenbewijs vergelijk baar papier. Dit vermeldt over de aan hangwagen wat het kentekenbewijs deel I vermeldt over de auto. Zowel aanvul lingsblad als registratiebewijs wordt af gegeven door de Rijksdienst voor het Wegverkeer", verklaart de deskundige van de CPVC. Laadcapaciteit overschat Belangrijkste boosdoener bij controles van rijdende caravans op weg naar hun vakantiedoel is naast technische gebre ken steevast de overbelading. Adjudant Jansen hierover: „Veel mensen hebben geen flauwe notie van welke immense krachten kunnen optreden als er plotse ling moet worden geremd met een volbe- laden caravan achter de auto. Dat geldt trouwens evenzeer voor volgepakte, on- beremde aanhangwagens. De vraag is vaak ook of de auto wel geschikt is om zo'n zware caravan te trekken. Vooral de lange hellingen van de Westduitse Autobahnen zijn wat dat betreft be rucht. Slechts met moeite haalt zo'n Ne derlandse auto plus caravan de top van de heuvel om er dan aan de andere kant als een soort projectiel weer vanaf te schieten. Veel caravanners blijken te op timistisch te denken over het caravange wicht in relatie tot de trekauto en over de laadcapaciteit van de caravans. In het verleden zijn er (te) veel ongevallen ge beurd met Nederlandse caravanners in het buitenland. Daarom zullen we ook dit jaar weer trachten zo veel mogelijk preventief op te treden door aandacht te besteden aan het recreatieve verkeer. Het ziet er nu al naar uit dat de politie in ruime mate inspecties en controles zal opzetten. Doel van de politie is uiteraard niet de vakantiepret van de mensen te be derven, maar wel te streven naar ver keersveilige voertuigcombinaties. Een caravan is nu eenmaal niet slechts een comfortabel vakantiehuisje; het is te vens een voertuig dat veilig op de weg moet rijden", aldus adjudant A. Jansen van de Centrale Politie Verkeerscom- missie. Caravanners lopen ook dit jaar weer het risico op weg naar de vakantie bestemming een politie-contröle te ont moeten. Immers, juist dan kan de poli tie waarnemen hoe de bepakte en be- zakte caravan zich op de weg gedraagt. Natuurlijk is het triest een net begon nen vakantietrip vroegtijdig te moeten onderbreken, omdat er iets schort aan de auto-caravan combinatie. Echter, zo'n tijdelijk rijverbod wordt genomen in het belang van de verkeersveiligheid. Want men kan beter in Nederland een goede waarschuwing krijgen dan in het buitenland ongewaarschuwd in het zie kenhuis belanden. Als zo vaak geldt ook hier dan voorko men beter is dan genezen. BOVAG- caravanbedrijven zijn gespecialiseerd in caravanonderhoud, het controleren van alle vitale onderdelen en het snel en vakkundig verhelpen van eventuele mankementen. Wie dan ook zijn cara van grondig Iaat inspecteren volgens het BOVAG-onderhoudsrapport', kan daarna vol vertrouwen met de caravan de weg op. Carvannen kan altijd, overal en in alle jaargetijden. Wie een caravan gaat kopen heeft keus uit tientallen soor ten. Er bestaan verschillen qua model, grootte, indeling, af werking, noem maar op. Allereerste vraag is eigenlijk al: ko pen we een nieuwe caravan of schaffen we een occasion aan? Voor beide mogelijkheden valt wat te zeggen. Eén ding staat daarbij natuurlijk buiten kijf: dat is de zekerheid, die het BOVAG-caravanbedrijf biedt. Bij de BOVAG afdeling caravanbedrijven zijn zo'n 200 Ne derlandse caravanbedrijven aangesloten. Niet elk caravan- bedrijf kan BOVAG-lid worden. Er wordt streng geselec teerd. Een bedrijf moet aan diverse voorwaarden voldoen om het lidmaatschap te krijgen. Dankzij deze toelatings eisen is de BOVAG afdeling caravanbedrijven nu een hechte organisatie van betrouwbare, over het hele land verspreide, caravanhandelaren. Bij een BOVAG-caravanbedrijf vindt detailhandel in caravans (tour-, vouw- en stacaravans) plus aanverwante artikelen plaats, plus het uitvoeren van repara ties en service-verlening aan genoemde artikelen. Ook op het gebied van kampeerwagens (motorhomes/campers) zijn deze BOVAG-leden actief. Gebruikt: het bewuste alternatief Wie de voorkeur geeft aan een ge bruikte caravan boven een nieuwe, heeft daarvoor meestal goede rede nen. Wellicht is het budget wat be perkt of verandert de gezinssamenstel ling over een paar jaar als de kinderen hun eigen (vakantie)wegen inslaan. Al met al voldoende argumenten om - misschien tijdelijk - een gebruikte caravan aan te schaffen. Echter, wie dat doet moet weten, dat hij bij een bonafide handelaar aanklopt. Want, een kat in de zak kopen, daar heeft niemand wat aan. Daarom is het BOVAG-caravanbedrijf het enig juiste adres voor de aankoop van een betrouwbare caravan-occasion met ze kerheid omtrent kwaliteit, conditie en staat van onderhoud. Op gebruikte caravans boven 3.000.- of 50% van de cataloguswaarde of nieuwprijs is BOVAG-garantie moge lijk. Zo'n officieel garantiebewijs biedt de nodige zekerheid. Bij de zes maanden echte garantie zijn zowel ar beidsloon als reparatie van defecte on derdelen inbegrepen. De BOVAG staat borg voor de uitvoering van de garan tie tot maximaal de koopprijs van de caravan. Bij eventuele problemen be middelt de BOVAG. Nieuwe caravans: technisch bij de tijd Ook in de caravanwereld geldt dat de techniek niet stil staat. Nieuwe model len zijn steeds weer beter dan de vorige generatie. Zo zijn de jongste versies gestroomlijnder (minder luchtweer- stand en dus minder brandstofver bruik), ze zijn vaak lichter van ge wicht, wat ook scheelt in brandstof verbruik en weggedrag, ze zijn beter geïsoleerd (minder stookkosten, an dermaal kassa!) en ze zijn fraaier afge werkt. Kortom, tal van technische hoogstandjes zorgen ervoor dat een soms iets duurdere nieuwe caravan zijn meerprijs eigenlijk vanzelf terug verdient. Ook voor een nieuwe caravan geldt, dat het BOVAG-caravanbedrijf u kan helpen de juiste keus te maken. De vakman let er bijvoorbeeld op dat caravan en trekauto goed samengaan. Andere criteria als gezinsgrootte, ge- bruiksdoel, eisen qua leef- en slaap comfort, andere persoonlijke opvat tingen, enzovoort worden eveneens in ogenschouw genomen. Ja, wie aanhaakt bij een BOVAG-ca ravanbedrijf, is bepaald niet uitgeran geerd. Integendeel: de BOVAG staat erachter. Meer zekerheid is nauwelijks denkbaar. Om volop plezier te hebben van uw kostbare caravan is alleen het beste goed genoeg. Dat biedt de vakman bij uitstek: het BOVAG-caravan- lid. Zo'n vakman is herkenbaar aan het BOVAG- schild. Bij hem bent u ook aan het juiste adres voor een nieuwe of ge bruikte caravan of voor onderhoud volgens het BOVAG-onderhoudscon- trolerapport. Bovendien krijgt u auto matisch drie maanden BOVAG-ga- rantie op uitgevoerde reparaties. Dat is 'n plezierige bijkomstigheid. BOVAG-jaarsticker Om aandacht te vestigen op het belang van goed caravanonderhoud introdu ceerde de BOVAG afdeling caravan bedrijven medio 1983 de BOVAG- jaarsticker. De BOVAG meent dat, om veilig te kunnen caravannen, minstens eens per jaar een onderhouds(controle)beurt van de caravan nodig is. Een bij uit stek geschikt moment voor zo'n uitge breide check-up is natuurlijk de voor jaarsbeurt als de caravan weer uit zijn winterslaap ontwaakt. Voor z'n circa 200 leden-caravanbe- drijven stelde de BOVAG een onder- houdscontrolerapport op, waarbij de caravan op ruim 60 punten wordt na gekeken. Nagelopen worden onder stel, carrosserie, gas en elektriciteit en accessoires. Na deze controle op vijf hoofdgroepen kan de BOVAG-vak- man precies vertellen wat er moet gebeuren met als plezierige bijkom stigheid: automatisch drie maanden garantie op uitgevoerde reparaties. De BOVAG staat er achter. Dat betekent zekerheid! Is de caravan volgens deze onder- houdscontrolebeurt helemaal nagelo pen en accoord bevonden door het BOVAG-caravanbedrijf, dan krijgt hij een sticker met een jaartal (nu: 1984) opgeplakt. De sticker vermeldt: „ik word onderhouden door de cara van-vakman". Zo wordt duidelijk zichtbaar dat de caravan-eigenaar ze kerheid en veiligheid hoog in het vaan del voert. BOVAG-caravanleden bieden de con sument heel wat, want' - zij verstaan hun vak; - geven eerlijke, objectieve voorlich ting en betrouwbare adviezen; - verkopen alleen goederen van uitste kende kwaliteit; - verlenen prima service in goed geou tilleerde werkplaatsen; - keuren caravans op veiligheid en deugdelijkheid; - verzorgen onderhoud en reparaties tegen een redelijk tarief; - geven BOVAG-garantie en - verstrekken de BOVAG-onderhouds- sticker. Als de caravan is geïnspecteerd volgens het BOVAG-onderhoudsrapport en in orde is bevonden, reikt het BOVAG-caravanbe drijf deze sticker uit voor op de caravan.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1984 | | pagina 21