lagen
Nederland 100 jaar in de greep
van stroom
V
Vereniging verlicht huishoudelijke arbeid
Caravan-onderhoud
voor verbetering vatbaar
1984
Dek
\v-
iOVAG
igetgolf
Natuurbad
r LOONT
BAARN
^BOIMG
PAGINA 20
WOENSDAG 6 JUN11984
SOESTER COURANT
PAGINA 21
Hi,
Belangstelling
Straatverlichting
van
Stroom,
scharnierpunt
samenleving
o»-» M 1
Vakantie-contrölebeurt door BOVAG-caravanbedrijf geen overbodige luxe
Voorkomen is beter
dan genezen
Nieuw of gebruikt:
zonder zekerheid ben je nergens
W
n dinsdag t/m zondag
uur tot 18.00 uur.
b.g.g. 02159-13732
93
V
r strekkende meter.
3e Esfera tapijtkol-
ektie wordt gevoerd
loor 150 detaillisten,
Jie gezamenlijk
nkopen.
Hierdoor kunnen wij
i maximale kwaliteit
egen de scherpste
■rijzen aanbieden.
Oktober 1984 sIppV» d.V A
Oktober 1984 steekt de Russische oud
zee-officier Achilles de Khotinsky in
Rotterdam vanaf de Prins Hendrikkade
de Maas over. Hij brengt stroom, via in
schuiten gemonteerde accu's, naar dê
Wijnhaven om 's avonds enkele gebou
wen te verlichten. Dit is de start ?an de
openbare e ektriciteitsvoorziening in
Nederland. Vandaar dat in 1984 het her
denkingsjaar wordt van 100 jaar open-
bare elektriciteitsvoorziening
Tegenwoordig zijn we niet anders ge-
wend dan in een handomdraai licht te
hebben, de koelkast te laten draaien de
stofzuiger aan te zetten, hele fabrieken
in werking te stellen. Dat was honderd
jaar geleden heel anders. De uitvinders
die in de negentiende eeuw gouden tij
den beleefden, hadden al de dynamo
voor het opwekken van stroom en de
accu voor het tijdelijk opslaan van
stroom uitgevonden. En ook de gloei
lamp bestond al. Maar elektriciteit
er nog niet voor iedereen.
?e, Khotinsky was een Rus die in Ne
derland woonde. Hij was zee-officier ge-
eeSt, maar zijn vindingrijkheid won
net van zijn zeebenen.
Voordat De Khotinsky met zijn openba-
elektriciteitsvoorziening kwam, wa
ren er al winkels en dure hotels waar
en een eigen kleine stroomvoorzie
ning had voor de verlichting van etala
ges en restaurant. Hotel Cooymans in
Rotterdam bijvoorbeeld trok dagelijks
vele belangstellenden. De Khotinsky
wist een aantal Rotterdamse zakenlie
den te interesseren voor zijn plannen en
zo kon in 1884 voor het eerst licht bran
den op „De Punt", een deel van de Rot
terdamse Wijnhaven. Het systeem van
~e Khotinsky was nog wel ingewik-
Overdag wekte hij stroom op in
een fabriek, laadde daarmee grote ac
cu s op die op platte schepen stonden,
voer elke avond naar de Wijnhaven en
sloot de accu's aan op de verlichting van
een aantal gebouwen. Deze omslachtige
werkwijze heeft niet lang bestaan. Een
paar jaar later ging men over tot de zo
genaamde „blokstations".
Per blok huizen of gebouwen zorgde
een stoommachine, die een forse dyna
mo aandreef en werd ondersteund door
een serie accu's, voor de verlichting.
Die eerste jaren van de elektriciteits
voorziening waren vooral experimente
le jaren. De ene uitvinder kwam met
een nog vernuftiger systeem dan de an
dere. Maar onderzoek bracht licht. Zo
ging de eerste elektrische straatverlich
ting in 1890 in Krimpen aan de Lek
branden. Het lijkt een beetje vreemd dat
zoiets niet gebeurde in een grote stad als
Amsterdam of Rotterdam, maar er was
een goede reden voor. In Kinderdijk,
vlakbij Krimpen aan de Lek, had Wil
lem Smit in 1886 de eerste elektriciteits
centrale gebouwd, die voor de stroom
voor de straatverlichting in Krimpen
aan de Lek zorgde.
De uitvindingen van De Khotinsky en
Smit waren natuurlijk alleen maar mo
gelijk omdat Thomas Alva Edison op
Oudejaarsavond van 1879 de eerste
gloeilamp had gedemonstreerd. Hij en
anderen maakten het mogelijk dat we
vandaag de dag vrijwel niet zonder
stroom kunnen leven.
Van blokstation naar
centrale
De uitvinders zorgden er voor dat het
kleine blokstation in een paar jaar tijd
kon veranderen in een elektrische cen
trale die een groot deel van een stad en
later zelfs een hele stad of streek kon
voorzien van elektriciteit. In de eerste
jaren waren die elektriciteitscentrales in
particuliere handen, maar aan het begin
van deze eeuw werden ze al overgeno
men door gemeente en provincies.
De elektriciteit maakte niet alleen de
kaars en het gaslicht overbodig, maar
zette bijvoorbeeld ook de paardekracht
voor de tram op een zijspoor. De eerste
elektrische tram reed in 1891 tussen
Den Haag en Scheveningen.
Rond de eeuwwisseling waren er al een
heleboel elektrische huishoudelijke toe
stellen. Maar die waren nog geen ge
meengoed. Dat kwam pas later onder
andere door de propaganda die de elek
triciteitsbedrijven er voor maakten. De
vraag naar elektriciteit is eigenlijk van
af het begin steeds blijven stijgen, be
halve natuurlijk in de jaren van de
Tweede Wereldoorlog. Pas de laatste
kso
paar jaar maakt het stroomverbruik pas
op de plaats. Onze zuinigheid en de eco
nomische teruggang zijn daarvan de
oorzaak.
De elektriciteitsbedrijven zijn met hun
tijd meegegaan. In ons land zorgen nu
ruim dertig elektriciteitscentrales voor
de stroom die wij nodig hebben. Als
brandstof voor het maken van stroom,
die onmisbaar is voor het maken van
stroom, wordt gebruik gemaakt van
aardgas, kolen, olie en kernenergie. In
tegenstelling tot de kleine, particuliere
bedrijfjes waar het allemaal mee is be
gonnen, hebben we nu in Nederland
een aantal provinciale en gemeentelijke
energiebedrijven, die samenwerking in
de N.V. Samenwerkende Elektriciteits-
Produktiebedrijven (SEP).
REGELWEERSTAND
VOOR ACCUMULATOREN BATTERU
I- SYSTEEM DE KHOTINSKY
In Arnhem hebben de elektriciteitsbe
drijven gezamenlijk de KEMA gesticht,
het centrale onderzoeks- en overlegin-
stituut waar zo'n twaalfhonderd mensen
werkzaam zijn. De KEMA kent u na
tuurlijk van het KEMA-KEUR, een ga
rantie voor veiligheid van o.a. elektri
sche apparaten. Maar bij de KEMA
wordt nog veel meer werk gedaan.
Want we hebben nu honderd jaar elek
triciteit in Nederland, en dat willen we
in de toekomst ook zo houden!
Terwijl geleerde heren zich het hoofa
bogen over elektriciteitsbedrijven,
meenden enkele vooraanstaande vrou
wen in 1932 dat elektrische apparaten
de huishoudelijke arbeid zouden kun
nen verlichten. Gelijk hadden ze, want
al tientallen jaren waren er elektrische
stofzuigers, broodroosters en elektrische
strijkijzers op de markt. Alleen: ze wa
ren nog geen gemeengoed. De gemid
delde huisvrouw was nog altijd aange
wezen op handenarbeid en menskracht.
De vrouwen die de Nederlandse Vrou
wen Elektriciteits Vereniging opricht
ten naar Engels voobeeld, vonden dat
het huishouden aanzienlijk efficiënter
kon door gebruik te maken van elektri
sche apparaten.
Het doel van de NVEV was: bij vrou
wen belangstelling wekken voor toepas
singen van elektriciteit in de wijdste zin
des woords.
De vereniging leunde zwaar op de ken
nis die in Arnhem bij de KEMA en het
Centraal Bureau van de Vereniging van
Directeuren van Elektriciteitsbedrijven
in Nederland aanwezig was.
Daar werden vele cursussen gegeven
aan diegenen die op een of andere wijze
die kennis weer konden doorgeven zo
als leraressen enz. Bovendien werd daar
de kennis verzameld die ook de NVEV
aan haar leden en belangstellenden be
schikbaar stelde.
In 1942 telde de NVEV 3500 leden in 15
afdelingen, in 1955 waren 3800 vrouwen
lid van 20 afdelingen. Op de voorlich
tingsbijeenkomsten en cursussen wer
den vrouwen wegwijs gemaakt met alle
mogelijke elektrische apparatuur, van
elektrische fornuizen tot strijkijzers.
Deze voorlichting heeft geduurd tot
1970. Toen was het gebruik van elektri
sche apparaten zo bekend dat het zinnig
leek de vereniging op te heffen.
In het tijdschrift Bulletinvan de
NVEV stond in 1936 het volgende vers:
„Maar koken als moderne taak
der vrouw, geeft haar gewis vermaak,
Want zij (electrisch is haar huis)
Kookt op een dergelijk fornuis.
Geen keukenmeid met boos gelaat,
Die haar daarbij terzijde staat.
Zij doet het allemaal alleen.
En ziet, haar echtvriend loopt niet heen;
Hij smult en looft haar dan voor twee.
't Is een ménage enchanté.
Het koken schaft uit d'aard der zaak
Den jongen vrouwtjes veel vermaak
Zonder stroom zou er in ons dagelijks bestaan de
vaart goed uit zijn. We realiseren ons nauwelijks
nog wat een belangrijke plaats elektriciteit in
neemt. Een heleboel dingen zouden we best voor
een paar dagen of een paar weken kunnen mis
sen, maar stroom...
Neem nu eens het huishouden. Daarin zitten
veel apparaten die werken op stroom. Een aantal
kunnen we gemakkelijk vervangen door hand
kracht. Het koffiezetapparaat, het elektrische
vleesmes, de elektrische messenslijper of de
elektrische blikopener, de broodrooster, de
vruchtenpers, de mixer. We zouden er buiten
kunnen. Met de koelkast wordt het al wat moei
lijker omdat dat meeste huizen geen kelder meer
hebben En met de wasmachine zeker. Maar zou
je je vaste vloerbedekking nog wel behoorlijk
schoon krijgen zonder stofzuiger?
De centrale verwarming heeft weliswaar het
meeste behoefte aan brandstof, maar zonder
elektriciteit gebeurt er niets. De deurbel, de ra
dio, de televisie, we hebben er stroom voor no
dig. Ons contact met de buitenwereld wordt be
heerst door dingen die met stroom te maken
hebben.
Niet alleen het moderne huishouden valt of staat
met elektriciteit, dat geldt ook voor handel en
industrie. Er is nauwelijks nog een produkt te
bedenken dat zonder de tussenkomst van elek
triciteit wordt gemaakt. Ook al is iets handwerk,
tien tegen één is er ergens in het produktiepro-
ces elektriciteit gebruikt.
Het belang van elektriciteit in onze samenleving
is groot, heel groot. De stroomvoorziening moet
dan ook worden gezien als een scharnierpunt,
een kapstok waaraan ons dagelijks leven min of
meer is opgehangen. Natuurlijk, onze voorouders
deden alles zonder stroom. Zouden we het van
daag de dag ook weer zonder moeten doen, dan
betekent dat niet meer en niet minder dan een
einde aan onze hedendaagse samenleving, een
einde aan de moderne verworvenheden.
Hoewel sommige zo'n drastische ommekeer zou
den toejuichen, kent de moderne samenleving
toch ook vele goede kanten. Denk bijvoorbeeld
alleen maar aan onze gezondheidszorg Mede
dankzij elektriciteit heet die een hoge vlucht
kunnen nemen. En zo zijn er nog veel meer
voorbeelden te noemen. Redenen genoeg dus om
voor honderd jaar elektriciteitsvoorziening een
bescheiden feestje te bouwen.
Bij veel caravans laat het onderhoud te wensen over. Vooral aan remmen, schokdempers
en andere technische voorzieningen als gasinstallatie of (interieur) verlichting mankeert
vaak nogal wat. Ieder voorjaar organiseren diverse politiekorpsen vrijwillige caravaninspec
ties. Die brachten cok dit jaar bij tientallen caravans weer tal van gebreken aan het licht.
En dan te weten dat de politie zich slechts met technische kant van het caravannen bezig
houdt. Met het interieur en wat daar allemaal mis kan zijn (gas, elektriciteit, water), bemoeit
de politie zich niet.
Voor wie er zeker van wil zijn met een veilige, betrouwbare caravan op pad te gaan, is de
enige oplossing een tijdige vakantie-contrölebeurt van de caravan door het BOVAG-
caravanbedrijf. Zo'n vakman beschikt over de nodige kennis van zaken en alle benodigde
apparatuur.
Dat inspectie door een BOVAG-caravanbedrijf geen overbodige luxe is, bewijzen ook de
uitspraken van een deskundige politiefunctionairs, die we om commentaar vroegen op de
droevige resultaten van recente caravaninspecties.
Op initiatief van de Centrale Politie Ver-
keerscommissie (CPVC) worden cara-
vanners al een paar jaar in de gelegen
heid gesteld hun rijdende vakantiever
blijf te laten inspecteren vóór de grote
vakantiereis begint. Eventueel ontdekte
gebreken kunnen dan nog vroegtijdig
worden verholpen.
Technische staat
onvoldoende
Adjudant A. Jansen van de CPVC in
Den Haag vertelt over de ervaringen van
de politie bij de inspecties: ,,In voorjaar
en zomer van 1983 werd door ruim 80
verschillende politiediensten één of en
kele malen speciale aandacht besteed
aan het recreatieve verkeer, waartoe wij
ook caravans rekenen. Op basis van vrij
willigheid kon het publiek zich op be
paalde controleplaatsen vervoegen. In
veel gevallen bleek de technische staat
van de caravans te wensen over te laten.
Terwijl ook de papierwinkel niet altijd
deugt. In het oog springende gebreken
waren: slecht werkende remmen, ver
droogde of beschadigde banden, door
gezakte vering, wiellagerspeling, on
deugdelijke losbreekrem, niet-werkende
verlichting, trekhaak niet gekeurd en dus
geen aanvullingsblad, geen zijrichting
aanwijzers aan de trekauto. Vaak reali
seert men zich onvoldoende dat ook een
caravan die weinig rijdt regelmatig on
derhoud nodig heeft. ,,Rust roest" zegt
het spreekwoord; dat geldt ook voor ca
ravans die stil staan", aldus adjudant
Jansen.
Aanvullingsblad verplicht
„Uit contacten met de bezitters van re
creatieve voertuigen blijkt bovendien
dat men weinig afweet van de voor
schriften betreffende autopapieren. In
het beste geval is men onvolledig geïn
formeerd. Het trekken van een aanhang
wagen zwaarder dan 750 kg betekent dat
de bestuurder moet bezitten: een kente
kenbewijs deel I, II en III plus een aan
vullingsblad voor de auto, alsmede een
registratiebewijs voor de aanhangwa
gen. Indien het totaalgewicht inclusief
de belading de 750 kg niet overschrijdt,
kaft het caravanregistratiebewijs achter
wege blijven. Voor veel caravanners zijn
het kentekenbewijs deel I, II en III, aan
vullingsblad en registratiebewijs onbe
kende papieren. Het aanvullingsblad be
wijst dat de auto een met name genoem
de, goedgekeurde trekhaak bezit, die op
voorgeschreven wijze is gemonteerd.
Daarnaast vermeldt het aanvullingsblad
het maximum gewicht dat de auto mag
trekken. Het registratiebewijs is een met
deel I van het kentekenbewijs vergelijk
baar papier. Dit vermeldt over de aan
hangwagen wat het kentekenbewijs deel
I vermeldt over de auto. Zowel aanvul
lingsblad als registratiebewijs wordt af
gegeven door de Rijksdienst voor het
Wegverkeer", verklaart de deskundige
van de CPVC.
Laadcapaciteit overschat
Belangrijkste boosdoener bij controles
van rijdende caravans op weg naar hun
vakantiedoel is naast technische gebre
ken steevast de overbelading. Adjudant
Jansen hierover: „Veel mensen hebben
geen flauwe notie van welke immense
krachten kunnen optreden als er plotse
ling moet worden geremd met een volbe-
laden caravan achter de auto. Dat geldt
trouwens evenzeer voor volgepakte, on-
beremde aanhangwagens. De vraag is
vaak ook of de auto wel geschikt is om
zo'n zware caravan te trekken. Vooral
de lange hellingen van de Westduitse
Autobahnen zijn wat dat betreft be
rucht. Slechts met moeite haalt zo'n Ne
derlandse auto plus caravan de top van
de heuvel om er dan aan de andere kant
als een soort projectiel weer vanaf te
schieten. Veel caravanners blijken te op
timistisch te denken over het caravange
wicht in relatie tot de trekauto en over de
laadcapaciteit van de caravans. In het
verleden zijn er (te) veel ongevallen ge
beurd met Nederlandse caravanners in
het buitenland. Daarom zullen we ook
dit jaar weer trachten zo veel mogelijk
preventief op te treden door aandacht te
besteden aan het recreatieve verkeer.
Het ziet er nu al naar uit dat de politie in
ruime mate inspecties en controles zal
opzetten. Doel van de politie is uiteraard
niet de vakantiepret van de mensen te be
derven, maar wel te streven naar ver
keersveilige voertuigcombinaties. Een
caravan is nu eenmaal niet slechts een
comfortabel vakantiehuisje; het is te
vens een voertuig dat veilig op de weg
moet rijden", aldus adjudant A. Jansen
van de Centrale Politie Verkeerscom-
missie.
Caravanners lopen ook dit jaar weer
het risico op weg naar de vakantie
bestemming een politie-contröle te ont
moeten. Immers, juist dan kan de poli
tie waarnemen hoe de bepakte en be-
zakte caravan zich op de weg gedraagt.
Natuurlijk is het triest een net begon
nen vakantietrip vroegtijdig te moeten
onderbreken, omdat er iets schort aan
de auto-caravan combinatie. Echter,
zo'n tijdelijk rijverbod wordt genomen
in het belang van de verkeersveiligheid.
Want men kan beter in Nederland een
goede waarschuwing krijgen dan in het
buitenland ongewaarschuwd in het zie
kenhuis belanden.
Als zo vaak geldt ook hier dan voorko
men beter is dan genezen. BOVAG-
caravanbedrijven zijn gespecialiseerd
in caravanonderhoud, het controleren
van alle vitale onderdelen en het snel en
vakkundig verhelpen van eventuele
mankementen. Wie dan ook zijn cara
van grondig Iaat inspecteren volgens
het BOVAG-onderhoudsrapport', kan
daarna vol vertrouwen met de caravan
de weg op.
Carvannen kan altijd, overal en in alle jaargetijden.
Wie een caravan gaat kopen heeft keus uit tientallen soor
ten. Er bestaan verschillen qua model, grootte, indeling, af
werking, noem maar op. Allereerste vraag is eigenlijk al: ko
pen we een nieuwe caravan of schaffen we een occasion aan?
Voor beide mogelijkheden valt wat te zeggen. Eén ding staat
daarbij natuurlijk buiten kijf: dat is de zekerheid, die het
BOVAG-caravanbedrijf biedt.
Bij de BOVAG afdeling caravanbedrijven zijn zo'n 200 Ne
derlandse caravanbedrijven aangesloten. Niet elk caravan-
bedrijf kan BOVAG-lid worden. Er wordt streng geselec
teerd. Een bedrijf moet aan diverse voorwaarden voldoen
om het lidmaatschap te krijgen. Dankzij deze toelatings
eisen is de BOVAG afdeling caravanbedrijven nu een hechte
organisatie van betrouwbare, over het hele land verspreide,
caravanhandelaren. Bij een BOVAG-caravanbedrijf vindt
detailhandel in caravans (tour-, vouw- en stacaravans) plus
aanverwante artikelen plaats, plus het uitvoeren van repara
ties en service-verlening aan genoemde artikelen. Ook op het
gebied van kampeerwagens (motorhomes/campers) zijn
deze BOVAG-leden actief.
Gebruikt:
het bewuste alternatief
Wie de voorkeur geeft aan een ge
bruikte caravan boven een nieuwe,
heeft daarvoor meestal goede rede
nen. Wellicht is het budget wat be
perkt of verandert de gezinssamenstel
ling over een paar jaar als de kinderen
hun eigen (vakantie)wegen inslaan. Al
met al voldoende argumenten om -
misschien tijdelijk - een gebruikte
caravan aan te schaffen. Echter, wie
dat doet moet weten, dat hij bij een
bonafide handelaar aanklopt. Want,
een kat in de zak kopen, daar heeft
niemand wat aan. Daarom is het
BOVAG-caravanbedrijf het enig
juiste adres voor de aankoop van een
betrouwbare caravan-occasion met ze
kerheid omtrent kwaliteit, conditie en
staat van onderhoud.
Op gebruikte caravans boven 3.000.-
of 50% van de cataloguswaarde of
nieuwprijs is BOVAG-garantie moge
lijk. Zo'n officieel garantiebewijs
biedt de nodige zekerheid. Bij de zes
maanden echte garantie zijn zowel ar
beidsloon als reparatie van defecte on
derdelen inbegrepen. De BOVAG staat
borg voor de uitvoering van de garan
tie tot maximaal de koopprijs van de
caravan. Bij eventuele problemen be
middelt de BOVAG.
Nieuwe caravans:
technisch bij de tijd
Ook in de caravanwereld geldt dat de
techniek niet stil staat. Nieuwe model
len zijn steeds weer beter dan de vorige
generatie. Zo zijn de jongste versies
gestroomlijnder (minder luchtweer-
stand en dus minder brandstofver
bruik), ze zijn vaak lichter van ge
wicht, wat ook scheelt in brandstof
verbruik en weggedrag, ze zijn beter
geïsoleerd (minder stookkosten, an
dermaal kassa!) en ze zijn fraaier afge
werkt. Kortom, tal van technische
hoogstandjes zorgen ervoor dat een
soms iets duurdere nieuwe caravan
zijn meerprijs eigenlijk vanzelf terug
verdient.
Ook voor een nieuwe caravan geldt,
dat het BOVAG-caravanbedrijf u kan
helpen de juiste keus te maken. De
vakman let er bijvoorbeeld op dat
caravan en trekauto goed samengaan.
Andere criteria als gezinsgrootte, ge-
bruiksdoel, eisen qua leef- en slaap
comfort, andere persoonlijke opvat
tingen, enzovoort worden eveneens in
ogenschouw genomen.
Ja, wie aanhaakt bij een BOVAG-ca
ravanbedrijf, is bepaald niet uitgeran
geerd. Integendeel: de BOVAG staat
erachter. Meer zekerheid is nauwelijks
denkbaar.
Om volop plezier
te hebben van uw
kostbare caravan
is alleen het beste
goed genoeg. Dat
biedt de vakman
bij uitstek: het
BOVAG-caravan-
lid. Zo'n vakman
is herkenbaar aan
het BOVAG-
schild. Bij hem
bent u ook aan het
juiste adres voor een nieuwe of ge
bruikte caravan of voor onderhoud
volgens het BOVAG-onderhoudscon-
trolerapport. Bovendien krijgt u auto
matisch drie maanden BOVAG-ga-
rantie op uitgevoerde reparaties. Dat
is 'n plezierige bijkomstigheid.
BOVAG-jaarsticker
Om aandacht te vestigen op het belang
van goed caravanonderhoud introdu
ceerde de BOVAG afdeling caravan
bedrijven medio 1983 de BOVAG-
jaarsticker.
De BOVAG meent dat, om veilig te
kunnen caravannen, minstens eens per
jaar een onderhouds(controle)beurt
van de caravan nodig is. Een bij uit
stek geschikt moment voor zo'n uitge
breide check-up is natuurlijk de voor
jaarsbeurt als de caravan weer uit zijn
winterslaap ontwaakt.
Voor z'n circa 200 leden-caravanbe-
drijven stelde de BOVAG een onder-
houdscontrolerapport op, waarbij de
caravan op ruim 60 punten wordt na
gekeken. Nagelopen worden onder
stel, carrosserie, gas en elektriciteit en
accessoires. Na deze controle op vijf
hoofdgroepen kan de BOVAG-vak-
man precies vertellen wat er moet
gebeuren met als plezierige bijkom
stigheid: automatisch drie maanden
garantie op uitgevoerde reparaties. De
BOVAG staat er achter. Dat betekent
zekerheid!
Is de caravan volgens deze onder-
houdscontrolebeurt helemaal nagelo
pen en accoord bevonden door het
BOVAG-caravanbedrijf, dan krijgt
hij een sticker met een jaartal (nu:
1984) opgeplakt. De sticker vermeldt:
„ik word onderhouden door de cara
van-vakman". Zo wordt duidelijk
zichtbaar dat de caravan-eigenaar ze
kerheid en veiligheid hoog in het vaan
del voert.
BOVAG-caravanleden bieden de con
sument heel wat, want'
- zij verstaan hun vak;
- geven eerlijke, objectieve voorlich
ting en betrouwbare adviezen;
- verkopen alleen goederen van uitste
kende kwaliteit;
- verlenen prima service in goed geou
tilleerde werkplaatsen;
- keuren caravans op veiligheid en
deugdelijkheid;
- verzorgen onderhoud en reparaties
tegen een redelijk tarief;
- geven BOVAG-garantie en
- verstrekken de BOVAG-onderhouds-
sticker.
Als de caravan is geïnspecteerd volgens het
BOVAG-onderhoudsrapport en in orde is
bevonden, reikt het BOVAG-caravanbe
drijf deze sticker uit voor op de caravan.