DE SOESTER COURANT
Een kleine verhandeling
over het Gemeentehuis
Soest 1940-1945
en+
Evacuatie mei 1940
r oa
HERUITGAVE VAN DE SOESTER COURANT VAN 5 ME11945 TER GELEGENHEID VAN BEVRIJDINGSDAG 1985
Lang gewacht.. Toch bevrijd!
Hoe ons blad zal verschijnen.
DE LAATSTE DAGEN
Wat wij weten moeten,
over den
i een Ko~
^oord wij
roon voor
wacht bij
rondom
sta in de
ide waar-
Met oran-
het hart
Vorstin,
lagd wor-
om altaar
n" blijde
enen we
igen won-
ipeld zijn
ilijk zijn.
p en doe
kroon
predikant.
gemeente
r 1 Oef.
bod tot
egd, „De
nde en
oeg elk
ns blad
digd. We
eptember
et tegen
Jen alles
de.
erraders,
i waren,
goed tot
ne brie-
:entratie-
im oord
brieven,
Duitsche
Departe-
iten enz.
>ns blad
iezonden
onderen,
naai toe
ut wer-
i op het
acteureri
minder
el gele-
i en an-
gen der
ipgelosf,
ook al
het te
enomen,
iding 'r.
inhoud
je goed
aoeveel-
om op
i feesf-
wij een
ormaat,
daarvan
onze
t smul
de cou-
:ht rie-
de bla-
nze re-
ng van
te ver-
k zat
is blad
hieraan
ch nog
0 hef
1 maar
"krijgen:
an ons;
;t voor
e stel
cou-
m wij,
t, we-
n, ter-
:en ge-
»or de
even-
ït bes
terrein
UITGAVE? DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK
jMjvoegse vat» et feestnummer ter gelegenheid van de bevrijding der Gemeente Soest
Toen wil in de eerste dagen van October
1944. onder de oogen van den bezetter.
in het geheim ons bevrijdingsnummer schre
ven en drukien, waren ook wij nog zeer
optimistisch Hen geallieerde doorbraak zou
immers niet lang meer op zich laten wach
ten. Wij allen hebben ons geduld echter
nog lang op de proet moeten stellen.
Bovendien moesten wij ons haasten, want
de toevoer van electrische stroom zou
over eenige dagen worden afgesneden.
Ons blad werd ingepakt en opgeborgen en
ontsnapte in Februari nog juist aan ont
dekking door de weermacht, die de berg
plaats vorderde, waarin, naast andere ge
heime bescheiden, de pakken waren opge
slagen.
Men zal het ons dus niet euvel duiden,
dat de inhoud van enkele toen geschreven
artikelen door den loop der gebeurtenissen
is achterhaald. Dit bijvoegsel is dan ook
gewijd aan enkele noodzakelijke correcties
en minder prettige historische aanvullingen.
De winter, die bezet Nederland achter den
rug heeft, zal in het boek onzer vader-
landschc historie beschreven staan in zeer
sombere kleuren.
Wij herdenken allereerst de vele
slachtoffers van terreur.
Toen de bezetter zijn nederlaag nog en
kele maanden uitgesteld zag, heett hij geen
gelegenheid voorbij laten gaan, om den
chaos, die zijn eigen land bedreigde, ook
over ons gebied te brengen,
Omvangrijke vernielingen werden uitge
voerd en een massale deportatie begon De
dreiging van razzia's hing lederen man
tusschen 16 en 60 jaar ieder oogenblik
van iederen dag boven het hoofd. Talloo-
zen zijn opgepakt, maar ook dikwijls op
zeer handige wijze weer ontsnapt.
Wij in Soest zagen de grauwe collonnes
uit Hilversum en het Gooi langs mar-
cheeren en Soesterberg verleende hulp aan
den eindeloozen stoet van gevangenen uit
H otterdam.
Soest zelf beleefde zijn eerste groote raz
zia op 9 November. Het resultaat was
poover, hoewel de moffen genoeg schreeuw
den. dreigden en schoten Zij vonden la
ter handiger methoden, waarbij de Land
wacht hand- en spandiensten verrichtte
door meerdere permanente vallen open te
stellen De mannen, die zich vrijwillig
meldden voor arbeid in Hoevelaken en
elders, waarbij hun gouden bergen wer
den beloofd en waartoe in roerende woor
den door den waarnemend burgemeester
op hun gemoed werd gewerkt, waren zoo
gering in aantal, dat de ortskommandant
tot krasse maatregelen overging.
Zoogenaamd wegens sabotage, gepleegd
aan een telefoonkabel, werd op 25 Octo
ber de boerderij van de wed. Kok aan
den Korte Brinkweg en op 26 October
de sociëteit ..De Soester Kring" in brand
gestoken.
De menschenjacht is sedert den algeraee-
nen arbeidsdienstplicht van Januari 1915
nog eens in verscherpten vorm voortgezet.
Het ondergrondsche verzet werkte echter
rustig door, ondanks de of Iers, die her
ook in Soest Dog te brengen had. Wij
herdenken hierbij met name den heer H.
van Breukelen, die voor het vaderland is
gevallen en herinneren aan de gebeurtenis
sen van de laatste weken, waardoor een
deel van de verzetsbeweging dreigde te
worden opgerold en waarbij de heer J.
Smit in handen van den vijand viel.
Naast de reeds genoemde personen vielen
nog als slachtoffers der Duitsche terreur
de navolgende gemeentenarenD. Kroon,
G. Schuilenburg. Ir. Menko. J. van den
Brink. Ir. Bos en G. van Angeren. De
laatste was te Soesterberg woonachtig.
Vervolgens behoort aan ons eeresaluut
aan den burgemeester een
welkom bij den terugkeer van
Burgem. Mr. A. L. des Tombe
te worden toegevoegd.
In October 1911 werden hem eischen ge
steld, die hij niet kon en mocht inwilligen.
Men verlangde de aanwijzing van arbei
ders voor werk aan stellingen en spoor
wegen. Mr. des Tombe weigerde dit en
trok de consequenties uit die weigering.
Hij dook onder en deelde ook op deze
wijze de trouwe plichtsvervulling van ve
len zijner burgers
Hij ging niet ver van Soest en er bleet
geregeld contact met hem bestaan. Hem
zal weer gaarne het vertrouwen worden
geschonken, dat zijn tijdelijken N.S.B.-op
volger, den heer Van Goor den Ooster-
lingh, zoo stelselmatig is geweigerd. Deze
partijman, die een lang gekoesterde wenscb
in vervulling zag gaan, bleek allerminst
een krachtiiguur. De ernstige problemen,
waarvoor hij gesteld werd, bleken hem te
machtig. Hij was de slaafsche dienaar van
weermacht en partij-instanties achter de
schermen en het door hem ingestelde bureau
voor bijzondere zaken voerde talrijke burgers
in de klauwen van de weermacht. Deze
droeve figuur in de donkerste periode van
de geschiedenis van Soest, zullen wij allen
gaarne zoo spoedig mogelijk vergeten.
Het ontbreken van een krachtig gezag heeft
het voedselprobleem
bovendien acuut gemaakt. Er is in Soest
honger geleden en er zijn menschen van
ontbering omgekomen.
In dezen drukt op den bezetter een schuld,
die niet zwaar genoeg kan worden geboet.
In ons hoofdblad hebben wij de plannen
voor ons blad in de toekomst ontwikkeld.
De meer dan slechte papier-situatie en de
technische moeilijkheden van het oogen
blik zijn echter oorzaak, dat ons blad voqr-
loopig slechts éénmaal per week kan ver
schijnen en wel des Vrijdags.
Voorloopig kan nog geen bezorging ge
schieden en uitsluitend losse verkoop plaats
hebben aan ons bureau
VAN WEEDESTRAAT 35.
alsmede aan de navolgende adressen:
Bureau Amersf. Courant, Torenstraat lc.
Sigarenmag J. G Wijnands, Birktstr. 3la.
Leesbibliotheek F. v. d Schoot, Braamw 25.
Drogisterij ,,'t WestenNieuwe weg 6,
Sigarenmagazijn A. Rademaker. Laanstr. 11.
H. de Vries. Kapper. Koninginnelaan 21a.
De prijs der losse nummers is 5 cent.
Advertenties voor het eerstvolgende num
mer worden vanaf heden aangenomen aan
ons bureau Van Weedestraat 35, ingang
naast Bazar „De Luxe".
In dit opzicht gaan ook vele burgers van
Soest niet vrij uit De zwarte handel heelt
gewoekerd als nimmer te voren. Aardap
pelen en rogge zijn verkocht tegen fantas
tische prijzen. De prijzen van melk, boter
en eieren waren eveneens fabelachtig.
De organisatie van het vervoer werd, na
dat aanvankelijk auto's van de openbare
diensten, op benzine uit een geheimen
voorraad, hadden gereden, op schandelijke
wijze gesaboteerd door enkele bezitters
van particuliere vrachtauto's.
Op den langen duur ontstond gebrek aan
alles. De bonnenlijsten krompen en het
eten van de centrale keuken was beneden
alle critiek.
Geleidelijk is hier en daar een geringe
verbetering ingetreden en nimmer is een
wittebrood met zooveel gejuich ontvangen
als dat van het Zweedsche Roode Kruis
Wij gelooven niet, dat men één centrale
zondebok voor den voedselnood kan aan
wijzen. Wel werd ter plaatse druk ge
kaatst met het balletje van de verant
woordelijkheid en ook de Centrale keuken
was het onderwerp van duizenden wreve
lige gesprekken.
Eigenbelang, baatzucht, gierigheiden ge
brek aan naastenliefde schiepen in breede
kringen een meedoogenlooze gezindheid,
die afgunstig deed zijn op iederen aardap
pel en op iedere snede brood. Des té gun
stiger steekt hierbij af een streven als dat
van de H.O.K.A.M. (Helpt Onze Kinde
ren Aan Maaltijden), die in „Eemland"
honderden kinderen van krachtig middag
eten voorzag en dat van de I.K.O. (Inter-
Kerkelijk Overleg), dat in vele gezinnen
iets van het allernoodigste bracht.
De Centrale keuken, die op 29 October
zijn werk begon, leverde in de eerste 11
weken reeds meer dan een halt millioen
porties af.
De noodzakelijke aanvulling van voedsel
voor nagenoeg elk gezin moest worden
verkregen door de ongelooflijke prestaties
van duizenden vrouwen en meisjes, die
de verre tochten naar de vetpotten van
Drente. Overijssel. Groningen en Fries
land hebben gemaakt, totdat de bezetter
ook dat onmogelijk maakte.
Honderden kilometers liep men met wa
gens en zwaar beladen fietsen, met mud
den aardappelen en rogge, met spek en
worst. Wie zal ooit in de Viërdaagsche
nog 'n buitengewone prestatie kunnen zien
Soest als evacuatieoord.
De duizenden vluchtelingen uit Arnhem
en omgeving hebben in onze gemeente
ook bijzondere problemen veroorzaakt. Zij
weiden gastvrij ontvangen, maar niemand
bad daarbij aan den langen duur van hun
verblijf gedacht. Hoe langer zij bleven
zonder uitzicht op spoedigen terugkeer,
des te sneller groeiden allerlei kleine, niet
te vermijden tegenstellingen tot conflicten
en ruzies.
Meestal was het voedsel aanleiding tot
de moeilijkheden, maar er waren nog vele
andere zorgen, als verlichting, brandstof,
kleeding, dekking, ongedierte, ziekte en
gebrek aan onderdak.
Gelukkig kon in dit alles eenigermate wor
den voorzien. Brandstof werd gevonden
in de vaak op onverantwoordelijke wijze
omgehakte boomen in meerdere lanen en
op den Lazarusbergvoor kleeding en
dekking zorgde het actieve Centrale Ma
gazijn; de onvolprezen dienst van den
heer v. Dalen aan de Bosstraat ontsmette
meer dan 1500 gevallen van ongedierte
voor de ziekep kon aan den Hellingweg
een nood-ziekenhuis worden ingericht en
in stand gehouden, terwijl wij voor de ver
schaffing aan onderdak denken aan het
vele uitstekende werk, dat verricht Is door
den heer Nijhuls. die in de school aan de
Beetzlaan een druk bezocht nachtasyl ver
zorgde en door den heer van Dalen,
wiens verschillende tehuizen voor ouden
van dagen en a-sociale elementen aan de
Bosstraat en op Hees onder uiterst moei
lijke omstandigheden bergen werk hebben
verzet, -s
Zoo heeft men. zoowel op dit terrein als
op dat van de voedselvoorziening, naast
het botste egoïsme, hartelijk hulpbetoon
gezien.
De Toekomst.
De samenwerking van allerlei gezindten
en levensbeschouwingen, die, na de aan
vankelijke verwarring op evacuatie-gebied,
is gedemonstreerd, kan waarborgen, dat
ook de toekomstige sociale nooden in
Soest eendrachtig zullen worden opgelost.
Wij zijn het aan de nagedachtenis van
hen die vielenverplicht, de handen ineen
te slaan bij den wederopbouw in vrijheid
van onze gemeentelijke samenleving, die
wij thans beginnen,,
Veel, zeer veel werk wacht ons
24 Maart. D© legergroep Montgomery
steekt den Rijn over. Ongelooflijk snel ruk
ken de troepen in Duitschland op en berei
ken ook de Ned. grens. Onze hoop herleeft.
Paschen nadertPaschen, het feest van op
standing en herrijzenis.
Zal Paschen ook de herrijzenis en vrijma
king van ons land voltooien
Wij volgen de berichten met ingehouden
adem. Wij hooren de eerste Nederlandsche
plaatsnamen. Mechelen en Dinxperlo be
vrijd.
Het is Paschen, De lucht is grauw en storm
vlagen jagen donkere wolken over ons ge
teisterd land.
De Duitschers trekken weg en bommen rege
nen op hun in oostelijke richting jagende
colonnes.
Tweede Paaschdag. Enschede bevrijd. Hen
gelo bereikt. 'n Nieuw offensief in de Betu
we. Snel volgen de goede berichten elkan
der op. 't Oosten van 't land is vrij.
Zouden ze over den IJsel komen Ja, zij ko
men Zij komen nu werkelijk I
ApeldoornAmersfoort en danJa, ook
Soest is vrij*
'n Nieuwe lente doet de oude takken botten.
Nederland herrij st I En met Nederland Soest
Rangen, onderscheidingsteekenen enz.
van de Geallieerde Troepen.
De kleur van alle uniformen is khaki (kéki).
Bij het Engelsche, Nederlandsche, Pool-
sche en Noorsche leger dragen de onder
officieren en manschappen een uniform
met liggende, gesloten kraag en de offi
cieren bovendien een boord met stropdas
in khaki kleur.
Bij het Amerikaansche leger dragen alle
militairen, dus ook de onderofficieren en
de manschappen een boord met stropdas
in genoemde kleur.
Bovendien dragen alle militairen op de
linker bovenmouw een band met den naam
van het regiment, waartoe zij behooren,
b v. SUMMERSET.
Voor het Nederlandsche leger is dit
NETHERLAND; voor het Canadeesche
leger CANADA voorde Polen POL AND
en voor de Noren NORWAY.
Alle rangen, welke in het Hollandsche
leger voorkwamen, vinden we ook in de
geallieerde legers.
De rangen laten we hieronder volger.
Achter de rangen vermelden we achtereen
volgens de uitspraak der rangen, de aan
spreektitels en de overeenkomstige rangen
in het Hollandsche leger.
Bij het uitspreken der rangen moet de
klemtoon worden gelegd op dat gedeelte
der woorden, dat met schuine letters is
gedrukt, terwijl de wordt uitgesproken
als in het woord bek, de ais in me, de
als in beest en de u als in zus.
De rangen zijn de volgende
Lance corporal (laans kopprêl), tevens
aanspreektitel. Soldaat le klas,
Corporal (kopprêl), tevens aanspreektitel.
Korporaal.
Sergeant (sudjent), tevens aanspreektitel.
Sergeant.
COURANTENBEZORGERS
gevraagd voor de bezorging van „De Soes
ter Courant" en andere bladen. Ook flinke
jongens komen in aanmerking. Aanmelding
aan ons bureau
Sergeant major (sudjent médjê). Serg.-Maj.
Second lieutenant (sè/ckênt lèffènnent).
Tweede luitenant.
First lieutenant (fust lèffènnent). Eerste
luitenant.
Captain (kèpten). Kapitein.
Major (médjê) Majoor.
Lieutenant-colonel (lèffènnent /ctmnêl). Lui
tenant-kolonel.
Colonel (Arunnêl). Kolonel.
De aanspreektitel voor Sergeant-majoor
en alle Officieren is sir (su).
De onderscheidingsteekenen zijn als volgt
Bij het Engelscbe, Canadeesche, Neder
landsche, Poolsche en Noorsche leger zijn
de onderscheidingsteekenen voor Soldaat
le klas. Korporaal en Sergeant aange
bracht op de beide bovenmouwen en be
staan uit 1. 2 of 3 lintjes in V-vorm.
welke in elkander zijn geschoven, zooals
bij de Duitsche uniformen.
Soldaat le klas 1 V. Korporaal 2 V's.
Sergeant 3 V's.
Sergeant-majoor Kroon op benedenmouw.
Tweede luitenant 1 Ster. Eerste luitenant
2 sterreD. Kapitein 3 sterren. Majoor 1
Kroon. Luitenant-kolonel, Kroon en 1
Ster. Kolonel 1 Kroon en 2 Sterren.
Bij het Nederlandsche, Poolsche en Noor
sche leger zijn bij de rangen van Majoor,
Luitenant-kolonel en Kolonel de Kroon
vervangen door een z.g. Balk.
Verder zijn bij het Engelsche en Canadee
sche leger de onderscheidingsteekenen voor
de officieren aangebracht op de beide schou
derbedekkingen en bij het Nederlandsche,
Poolsche en Noorsche leger op beide revers.
Bij het Amerikaansche leger zija de onder
scheidingsteekenen voor Soldaat le klas,
Korporaal en Sergeant op den kop ge
plaatst. dus met de punt der V's naar boven.
Tevens is voor Sergeant-majoors de Kroon
vervangen door drie y\'s. zooals bij Ser
geants. De beide beenen van de onderste
zijn echter met een lint verbonden,
zoodat een driehoek wordt verkregen.
Bi) dit leger zijn de onderscheidingsteeke
nen der officieren ook aangebracht op de
schouderbedekkingen.
De sterren zijn ook hier vervangen door
z.g. balken. Daar in het aantal balken
echter verschil bestaat met de reeds ge
noemde legers, laten wij hieronder nog
een beschrijving volgen
Tweede luit. 1 balk van goud of gele stof.
Eerste luit 1 balk van zilver of witte stof.
Kapitein 2 balken van zilver of witte stof.
Majoor kroon van zilver of witte stof.
Luitenant-kol. kroon van goud of gele stof.
Kolonel kroon 1 balk van zilver óf witte stof.
Verder bevinden zich bij de geallieerde
legers nog de navolgende hoofdofficieren
Lieutenant general (lèffènnent pêoêrêl). Lui
tenant-generaal. General (pêncrêl). Generaal.
De personen van deze rangen zijn kenbaar
aan resp. 1 en 2 sterren op de helm, ter
wijl generaal Ëisenhouwet 3 sterren op
zijn helm heeft.
Mevrouw G. van Kooi werd, als tweede dochter van het echtpaar C. van Kooi en
N. Verwoerd, in 1927 geboren in het huis aan de Beetzlaan 33. Ze woonde daar
tot 1950. Bij haar eigen verhaal tekent zij het volgende aan: "Ik heb het verhaal
over de eerste dagen van de oorlog opgeschreven in de dagen dat het gebeurde;
in een soort dagboek. We mochten toen alleen het allernoodzakelijkste meene
men, maar voor Sinterklaas 1939 had ik kinderpostpapier gekregen - voor mij
een rijk bezit. Ik nam het mee, en ook een potlood, toen we werden geëvacueerd.
Het hele gebeuren van de evacuatie maakte zo'n grote indruk op me, dat ik het
van me af moest schrijven. Ik heb het jarenlang bewaard en nooit iemand laten
lezen...
Mijn vader overleed in 1943. Mijn moeder moest de laatste twee jaar van de
oorlog alleen verder met zes kinderen, want in 1941 hadden we nog een broertje
gekregen. Na de oorlog hertrouwde mijn moeder met een Zaankanter; vandaar
dat ik in de Zaanstreek terecht ben gekomen. Ik heb drie dochters en een zoon,
en inmiddels zeven kleinkinderen.
Eerst waren het de kinderen die met vragen over de oorlog kwamen; daarna
waren het de kleinkinderen. Zo kwam ook mijn verhaal boven water... Ieder
jaar komen die vijf jaar bezetiing weer heel sterk naar boven."
Kom vanavond met,verhalen
hoe de oorlog is verdwenen,
en herhaal ze honderd malen:
alle malen zal ik wenen.
Leo Vroman (uit gedicht Vrede
Twee oud-inwoners van Soest stuurden ons in de afgelopen
weken een eigen relaas over belevenissen in de bezettings
jaren.
De heer F. Posthumus uit Heerenveen was in de jaren 1940-
1945 als conciërge werkzaam op het gemeentehuis. Hij schreef
iets over het bestuur van de gemeente.
Mevrouw G. van Kooi uit Krommenie maakte als jong meisje
in Soest de eerste oorlogsdagen mee. Zij behoorde tot de
grote groep kinderen die werden geëvacueerd. Voor haar
kinderen en kleinkinderen schreef zij haar ervaringen van
destijds op.
Beide herinneringsverhalen - hoe verschillend van vorm en
inhoud ook - geven wij in deze bijlage van de Soester Courant
graag aan de lezers door.
Al voor het uitbreken van de Tweede
Wereldoorlog in Nederland had de re
gering maatregelen genomen om in
tijd van oorlog bewoners van bepaalde
steden en dorpen, die dicht bij de front
linies lagen, te evacueren. In de omge
ving van Amersfoort en Soest lag één
van die verdedigingslinies: de "Water
linie".
Gerritje van Kooi woonde in mei 1940
aan de Beetzlaan 33 te Soest. Toen op
10 mei 1940, de Duitsers Nederland
binnen vielen moest ook zij met haar
familie evacueren. Zij zijn toen over
gebracht naar Bovenkarspel in Noord-
Holland. In die dagen schreef Gerritje
van Kooi het volgende opstel:
"10 Mei 1940 deden de Duitsers een in
val op Nederland, 's Ochtends vroeg
vlogen er duizenden vliegtuigen over
Nederland. Alle mensen waren vroeg
op, want horen en zien verging je.
De Hollandse soldaten gingen al vroeg
naar het front. We dachten allemaal al
er is oorlog, en het was ook zo. 's Mid
dags pakten moeder en Coba, trouwens
alle mensen, hun kleren en bordjes en
nog meer dingen in slopen, want als we
vluchten moesten, dan was alles klaar.
Zondag 12 mei kwam mijnheer De Beste
zeggen dat wij moesten vluchten,
's Middags half één moesten we op de
Lange Bergstraat samen komen. We
hoefden niet bang te zijn dat we onze
spullen mee hoefden te slepen. Geluk
kig werd de bagage om 12 uur gehaald
met een auto. Huilend, snikkend en
snotterend gingen we naar de Lange
Bergstraat. Moeder had de kleine
vluchteling van twee maanden op de
arm.
Op de Lange Bergstraat gekomen
moesten we maar eventjes wachten of
daar kwamen bussen aan. We stapten
in de bus en reden naar het Baarnse
station. Daar hebben we van 1 tot 2 uur
staan wachten. Geregeld moesten we
daar naar de WC, van de zenuwen.
Van Baarn tot Amsterdam zagen we
niets dan ondergelopen landen. In
Amsterdam zijn we gestopt. Daar
werd de trein gecontroleerd. Van de
Hollandse soldaten kregen wij water.
Tuf-tuf, daar zette de trein zich weer
in beweging naar Hoorn. Tussen Am
sterdam en Hoorn is de Hembrug. Als
wij daar kwamen en er werd geschoten
of als er iets gebeurde, dan moesten
we plat op onze buik gaan liggen en
de ramen dichthouden. Bij de Hembrug
is er niets gebeurd, maar er is een
spion op de trein gesprongen, die is
meegereden tot Hoorn. Dik Uiting liep
langs de rijdende trein aan de buiten
kant en heeft hem gevonden: de spion
is er in Hoorn uitgehaald.
Tuf-tuf, daar reed de trein weer ver
der naar Bovenkarspel. Heel langzaam
aan ging het. In Bovenkarspel hield de
trein stil. Daar moesten we uitstappen.
We werden naar een bollenhal gebracht
en daar mochten we op kisten zitten.
Om half twaalf gingen we die schuur
uit, stapje voor stapje, en werden wij
geëvacueerd.
We kwamen aan bij een oude man, in
de tachtig, en zijn zoon. die niet goed
wijs was. Maar het akelige was, er was
geen vrouw in huis. Daar hebben we
eerst een kommetje thee gehad; het
leek wel "geutwater", maar wij dron
ken het met smaak op.
De oude man had geen plaats genoeg,
om ons daar allemaal te laten slapen.
De buurvrouw en de buurman kwamen
ook nog even kijken en zij besloten
met ons dat Fietje bij de buurvrouw
zou gaan slapen en Coba en ik bij de
buurman zijn moeder in Grootebroek.
Dat is er precies tegenaan, want er is
maar één grote straat.
Vader, moeder en Mientje bleven bij
de oude man in één bedstee. Kleine
Corrie sliep als een roos op twee stoe
len. Coba en ik gingen toen 's avonds
met de buurman en vader naar "grootje".
Daar vonden we een goed onderdak bij
een vrouw met een zoon eh twee doch
ters.
Coba en ik sliepen in de bedstee van
één van de twee meisjes en Fietje had
bij de buurvrouw ook een heerlijke
nacht. Maar vader, moeder en Mientje
hadden géén heerlijke nacht; zij kwa
men in een bedstee met vuile dekens;
het stonk er en ze sliepen haast hele
maal niet.
De volgende dag aten Coba en ik bij
"grootje". Het smaakte heerlijk. Va
der en moeder waren al vroeg op, want
die konden het niet uithouden. Hun
eten was minder lekker. Zij kregen
worteltjes die halfgaar waren, op vui
le borden.
Die man en zijn zoon, als ze gegeten
hadden dan wasten zij niet af. Zij veeg
de de vork alleen maar met een doek
af en spoelden de borden maar met
koud water om. Mijn moeder kon het
daar niet uithouden en liep huilend de
straat op.
Buurman van Veen, die er tegenover
geëvacueerd was, kwam op dat mo
ment naar buiten. Mijn moeder liep
naar hem toe en vertelde hem wat een
vreselijke nacht ze daar had gehad.
Toen is buurman van Veen naar mijn
heer De Beste gegaan. Hij vond het ook
vreselijk dat wij daar waren en zou
voor ons een ander huis opzoeken.
Waar buurman van Veen was, die
heeft ons uit medelijden ook een goed
tehuis gegeven.
Die man had een grote bollenschuur
en bovenop die schuur werd een kamer
gemaakt van grote zeilen. Er werden
stoelen en een tafel in gezet en Corrie
kreeg een wieg. Er werd ook een keu
ken gemaakt; daar stond in een petro
leumstel. Moeder had van grote kisten
een linnenkast gemaakt en daar wer
den onze kleren in gedaan. Zo hadden
we ook een gezellige keuken en er
werden ook drie strozakken gebracht.
Die werden op elkander gelegd in de
kamer, en 's avonds werden ze van el
kander gelegd en werden er bedden
van gemaakt.
Maandagmorgen kregen we brood bo
ven en boter, kaas en theedat smaak
te heerlijk.
Dinsdagmiddag kregen we bericht dat
de oorlog was afgelopen. Men had een
wapenstilstand gesloten. Toen zei va
der dat wij nu ook weer gauw naar huis
zouden gaan. Dat leek ons wel fijn,
maar we bleven liever nog een weekje
hier. De hele week hebben we ge
wandeld en goed eten gehad. Vader
en buurman hebben ook de hele week
bonen gepoot.
Zondag zouden we meegaan in een mo
torboot, om Alkmaar te bekijken,
maar dat ging niet door want zondag
ochtends om half negen werden we uit
bed getrommeld en hoorden we dat we
moesten inpakken, want om twaalf uur
moesten we bij het station wezen. Dat
viel ons tegen en die mensen ook, want
ze hadden eten gekookt en soep en veel
brood met beleg. We konden nu ook
niet meer met de motorboot mee.
Vader, moeder en Coba gingen aan
het pakken. Het eten was nog niet gaar,
dus we kregen alleen soep. Die mensen
bleven met veel eten zitten. We kregen
nog kaas mee en een half pond boter.
Om twaalf uur waren we op het sta
tion; die mensen hebben ons ook nog
weggebracht. We moesten eventjes
wachten en toen kwam de trein en kon
den we instappen.
In de polder ging het langzaam, maar
toen we bij Hoorn kwamen ging het
wat vlugger. Toen we in Amsterdam
aankwamen kregen we weer water van
de Hollandse soldaten. Toen we alle
maal gedronken hadden gingen we
weer verder. We hadden grote pret.
Om half vijf waren we weer in Baarn.
De bussen stonden al op ons te wach
ten, dus konden we weer instappen.
Om vijf uur waren we weer op de Lan
ge Bergstraat. Toen we onderaan de
Hellingweg waren kregen we de sleu
tels weer terug. We waren blij dat we
weer thuis waren. De volgende dag
kregen we onze bagage ook weer te
rug. Dit is de evacuatie geweest van
de familie C. van Kooi.1
Gerrie van Kooi
(toen 12 jaar oud)
Het relaas van de(heer F. Posthumus,
in de bezettingsjaren conciërge op het
gemeentehuis aan de Steenhoffstraat.
"De samenwerking tussen het College
(Burgemeester A. L. des Tombe en de
wethouders H. J. Gasillè en A. P.
Hilhorst, alsmede gemeentesecretaris
J. G. A. Batenburg) en mij was in de
jaren 1940-1945 voortreffelijk, evenals
met de gemeentepolitie die achterin
het Raadhuis was gevestigd. Wat ik
allemaal met hen heb beleefd zal ik
nooit vergeten.
De Duitsers in Soest - Ortskomman
dant Uhlmeyer - en de NSB-kliek,
die gevestigd was in het pand aan de
Steenhoffstraat 5, met hun zgn. Winter
hulp-acties, moesten steeds in de gaten
worden gehouden. De arrestatie van de
toenmalige hoofdinspecteur Schreuder
- georganiseerd door SD-agenten in
burger in ons Raadshuis - was fataal
voor de hoofdinspecteur. Hij keerde
niet terug.
Het zgn. Kriegsgericht in de raads
zaal, de veroordeling van een "onder-
grondsche groep" Nederlanders, was
een vertoning die haast niet te verwer
ken was. Ik was die hele dag alleen
op de telefooncentrale. Heel Soest liep
die dag leeg; praktisch alle mannen
vluchtten Soest uit. Burgemeester
Des Tombe moest onderduiken.
We kregen toen een zgn. waarnemend
burgemeester, de Goor van Ooster-
lingh, oud-gezagvoerder bij de Ko
ninklijke Paketvaart Maatschappij.
Daar mijn broer ook bij de KPM was
geweest kon ik goed met hem opschie
ten, zover dat nodig was. Hij heeft heel
vaak getracht Soesters te redden. Op
een zekere zondagmorgen kwam hij
zelfs op het politiebureau om de agen
ten te waarschuwen dat de Sicherheits-
dienst een onderzoek zou instellen.
Alles wat gevaarlijk was werd tijdig
weggeborgen. De Goor van Oosterlingh
was geen slecht mens.Voor Soest was
het een van de beste waarnemers;
hij kon niet anders.
Toen de capitulatie van de Duitsers
een feit zou worden - het was ongeveer
"Dolle Dinsdag" - werd ik 's nachts
gewekt. Ik woonde op Steenhoffstraat 6.
De hele raadszaal zat vol met zgn.
"Blitzmadel", die er de nacht door
brachten en de andere dag weer door
trokken.
Ik zou er een boek van kunnen schrij
ven, wat er allemaal gebeurd is.
Toen kwam de bevrijding. De foto van
het bordes laat dat zien. Voor ons be
tekende het het einde van vijf jaar
terreur. Men heeft mij nooit bedankt.
Dat hoefde ook niet, maar voor mij
zijn die vijf jaar iets dat nooit te ver
geten is."
F. Posthumus
Bevrijding in Soest. Op het bordes van
het gemeentehuis staan (op 7 mei 19^5
naast burgemeester A. L. des Tombe
wethouder Gasille (l.), conciërge F.
Posthumus en gemeentesecretaris
J. G. A. Batenburg (r.)