DE SOESTER COURANT Een kleine verhandeling over het Gemeentehuis Soest 1940-1945 en+ Evacuatie mei 1940 r oa HERUITGAVE VAN DE SOESTER COURANT VAN 5 ME11945 TER GELEGENHEID VAN BEVRIJDINGSDAG 1985 Lang gewacht.. Toch bevrijd! Hoe ons blad zal verschijnen. DE LAATSTE DAGEN Wat wij weten moeten, over den i een Ko~ ^oord wij roon voor wacht bij rondom sta in de ide waar- Met oran- het hart Vorstin, lagd wor- om altaar n" blijde enen we igen won- ipeld zijn ilijk zijn. p en doe kroon predikant. gemeente r 1 Oef. bod tot egd, „De nde en oeg elk ns blad digd. We eptember et tegen Jen alles de. erraders, i waren, goed tot ne brie- :entratie- im oord brieven, Duitsche Departe- iten enz. >ns blad iezonden onderen, naai toe ut wer- i op het acteureri minder el gele- i en an- gen der ipgelosf, ook al het te enomen, iding 'r. inhoud je goed aoeveel- om op i feesf- wij een ormaat, daarvan onze t smul de cou- :ht rie- de bla- nze re- ng van te ver- k zat is blad hieraan ch nog 0 hef 1 maar "krijgen: an ons; ;t voor e stel cou- m wij, t, we- n, ter- :en ge- »or de even- ït bes terrein UITGAVE? DRUKKERIJ SMIT - SOESTDIJK jMjvoegse vat» et feestnummer ter gelegenheid van de bevrijding der Gemeente Soest Toen wil in de eerste dagen van October 1944. onder de oogen van den bezetter. in het geheim ons bevrijdingsnummer schre ven en drukien, waren ook wij nog zeer optimistisch Hen geallieerde doorbraak zou immers niet lang meer op zich laten wach ten. Wij allen hebben ons geduld echter nog lang op de proet moeten stellen. Bovendien moesten wij ons haasten, want de toevoer van electrische stroom zou over eenige dagen worden afgesneden. Ons blad werd ingepakt en opgeborgen en ontsnapte in Februari nog juist aan ont dekking door de weermacht, die de berg plaats vorderde, waarin, naast andere ge heime bescheiden, de pakken waren opge slagen. Men zal het ons dus niet euvel duiden, dat de inhoud van enkele toen geschreven artikelen door den loop der gebeurtenissen is achterhaald. Dit bijvoegsel is dan ook gewijd aan enkele noodzakelijke correcties en minder prettige historische aanvullingen. De winter, die bezet Nederland achter den rug heeft, zal in het boek onzer vader- landschc historie beschreven staan in zeer sombere kleuren. Wij herdenken allereerst de vele slachtoffers van terreur. Toen de bezetter zijn nederlaag nog en kele maanden uitgesteld zag, heett hij geen gelegenheid voorbij laten gaan, om den chaos, die zijn eigen land bedreigde, ook over ons gebied te brengen, Omvangrijke vernielingen werden uitge voerd en een massale deportatie begon De dreiging van razzia's hing lederen man tusschen 16 en 60 jaar ieder oogenblik van iederen dag boven het hoofd. Talloo- zen zijn opgepakt, maar ook dikwijls op zeer handige wijze weer ontsnapt. Wij in Soest zagen de grauwe collonnes uit Hilversum en het Gooi langs mar- cheeren en Soesterberg verleende hulp aan den eindeloozen stoet van gevangenen uit H otterdam. Soest zelf beleefde zijn eerste groote raz zia op 9 November. Het resultaat was poover, hoewel de moffen genoeg schreeuw den. dreigden en schoten Zij vonden la ter handiger methoden, waarbij de Land wacht hand- en spandiensten verrichtte door meerdere permanente vallen open te stellen De mannen, die zich vrijwillig meldden voor arbeid in Hoevelaken en elders, waarbij hun gouden bergen wer den beloofd en waartoe in roerende woor den door den waarnemend burgemeester op hun gemoed werd gewerkt, waren zoo gering in aantal, dat de ortskommandant tot krasse maatregelen overging. Zoogenaamd wegens sabotage, gepleegd aan een telefoonkabel, werd op 25 Octo ber de boerderij van de wed. Kok aan den Korte Brinkweg en op 26 October de sociëteit ..De Soester Kring" in brand gestoken. De menschenjacht is sedert den algeraee- nen arbeidsdienstplicht van Januari 1915 nog eens in verscherpten vorm voortgezet. Het ondergrondsche verzet werkte echter rustig door, ondanks de of Iers, die her ook in Soest Dog te brengen had. Wij herdenken hierbij met name den heer H. van Breukelen, die voor het vaderland is gevallen en herinneren aan de gebeurtenis sen van de laatste weken, waardoor een deel van de verzetsbeweging dreigde te worden opgerold en waarbij de heer J. Smit in handen van den vijand viel. Naast de reeds genoemde personen vielen nog als slachtoffers der Duitsche terreur de navolgende gemeentenarenD. Kroon, G. Schuilenburg. Ir. Menko. J. van den Brink. Ir. Bos en G. van Angeren. De laatste was te Soesterberg woonachtig. Vervolgens behoort aan ons eeresaluut aan den burgemeester een welkom bij den terugkeer van Burgem. Mr. A. L. des Tombe te worden toegevoegd. In October 1911 werden hem eischen ge steld, die hij niet kon en mocht inwilligen. Men verlangde de aanwijzing van arbei ders voor werk aan stellingen en spoor wegen. Mr. des Tombe weigerde dit en trok de consequenties uit die weigering. Hij dook onder en deelde ook op deze wijze de trouwe plichtsvervulling van ve len zijner burgers Hij ging niet ver van Soest en er bleet geregeld contact met hem bestaan. Hem zal weer gaarne het vertrouwen worden geschonken, dat zijn tijdelijken N.S.B.-op volger, den heer Van Goor den Ooster- lingh, zoo stelselmatig is geweigerd. Deze partijman, die een lang gekoesterde wenscb in vervulling zag gaan, bleek allerminst een krachtiiguur. De ernstige problemen, waarvoor hij gesteld werd, bleken hem te machtig. Hij was de slaafsche dienaar van weermacht en partij-instanties achter de schermen en het door hem ingestelde bureau voor bijzondere zaken voerde talrijke burgers in de klauwen van de weermacht. Deze droeve figuur in de donkerste periode van de geschiedenis van Soest, zullen wij allen gaarne zoo spoedig mogelijk vergeten. Het ontbreken van een krachtig gezag heeft het voedselprobleem bovendien acuut gemaakt. Er is in Soest honger geleden en er zijn menschen van ontbering omgekomen. In dezen drukt op den bezetter een schuld, die niet zwaar genoeg kan worden geboet. In ons hoofdblad hebben wij de plannen voor ons blad in de toekomst ontwikkeld. De meer dan slechte papier-situatie en de technische moeilijkheden van het oogen blik zijn echter oorzaak, dat ons blad voqr- loopig slechts éénmaal per week kan ver schijnen en wel des Vrijdags. Voorloopig kan nog geen bezorging ge schieden en uitsluitend losse verkoop plaats hebben aan ons bureau VAN WEEDESTRAAT 35. alsmede aan de navolgende adressen: Bureau Amersf. Courant, Torenstraat lc. Sigarenmag J. G Wijnands, Birktstr. 3la. Leesbibliotheek F. v. d Schoot, Braamw 25. Drogisterij ,,'t WestenNieuwe weg 6, Sigarenmagazijn A. Rademaker. Laanstr. 11. H. de Vries. Kapper. Koninginnelaan 21a. De prijs der losse nummers is 5 cent. Advertenties voor het eerstvolgende num mer worden vanaf heden aangenomen aan ons bureau Van Weedestraat 35, ingang naast Bazar „De Luxe". In dit opzicht gaan ook vele burgers van Soest niet vrij uit De zwarte handel heelt gewoekerd als nimmer te voren. Aardap pelen en rogge zijn verkocht tegen fantas tische prijzen. De prijzen van melk, boter en eieren waren eveneens fabelachtig. De organisatie van het vervoer werd, na dat aanvankelijk auto's van de openbare diensten, op benzine uit een geheimen voorraad, hadden gereden, op schandelijke wijze gesaboteerd door enkele bezitters van particuliere vrachtauto's. Op den langen duur ontstond gebrek aan alles. De bonnenlijsten krompen en het eten van de centrale keuken was beneden alle critiek. Geleidelijk is hier en daar een geringe verbetering ingetreden en nimmer is een wittebrood met zooveel gejuich ontvangen als dat van het Zweedsche Roode Kruis Wij gelooven niet, dat men één centrale zondebok voor den voedselnood kan aan wijzen. Wel werd ter plaatse druk ge kaatst met het balletje van de verant woordelijkheid en ook de Centrale keuken was het onderwerp van duizenden wreve lige gesprekken. Eigenbelang, baatzucht, gierigheiden ge brek aan naastenliefde schiepen in breede kringen een meedoogenlooze gezindheid, die afgunstig deed zijn op iederen aardap pel en op iedere snede brood. Des té gun stiger steekt hierbij af een streven als dat van de H.O.K.A.M. (Helpt Onze Kinde ren Aan Maaltijden), die in „Eemland" honderden kinderen van krachtig middag eten voorzag en dat van de I.K.O. (Inter- Kerkelijk Overleg), dat in vele gezinnen iets van het allernoodigste bracht. De Centrale keuken, die op 29 October zijn werk begon, leverde in de eerste 11 weken reeds meer dan een halt millioen porties af. De noodzakelijke aanvulling van voedsel voor nagenoeg elk gezin moest worden verkregen door de ongelooflijke prestaties van duizenden vrouwen en meisjes, die de verre tochten naar de vetpotten van Drente. Overijssel. Groningen en Fries land hebben gemaakt, totdat de bezetter ook dat onmogelijk maakte. Honderden kilometers liep men met wa gens en zwaar beladen fietsen, met mud den aardappelen en rogge, met spek en worst. Wie zal ooit in de Viërdaagsche nog 'n buitengewone prestatie kunnen zien Soest als evacuatieoord. De duizenden vluchtelingen uit Arnhem en omgeving hebben in onze gemeente ook bijzondere problemen veroorzaakt. Zij weiden gastvrij ontvangen, maar niemand bad daarbij aan den langen duur van hun verblijf gedacht. Hoe langer zij bleven zonder uitzicht op spoedigen terugkeer, des te sneller groeiden allerlei kleine, niet te vermijden tegenstellingen tot conflicten en ruzies. Meestal was het voedsel aanleiding tot de moeilijkheden, maar er waren nog vele andere zorgen, als verlichting, brandstof, kleeding, dekking, ongedierte, ziekte en gebrek aan onderdak. Gelukkig kon in dit alles eenigermate wor den voorzien. Brandstof werd gevonden in de vaak op onverantwoordelijke wijze omgehakte boomen in meerdere lanen en op den Lazarusbergvoor kleeding en dekking zorgde het actieve Centrale Ma gazijn; de onvolprezen dienst van den heer v. Dalen aan de Bosstraat ontsmette meer dan 1500 gevallen van ongedierte voor de ziekep kon aan den Hellingweg een nood-ziekenhuis worden ingericht en in stand gehouden, terwijl wij voor de ver schaffing aan onderdak denken aan het vele uitstekende werk, dat verricht Is door den heer Nijhuls. die in de school aan de Beetzlaan een druk bezocht nachtasyl ver zorgde en door den heer van Dalen, wiens verschillende tehuizen voor ouden van dagen en a-sociale elementen aan de Bosstraat en op Hees onder uiterst moei lijke omstandigheden bergen werk hebben verzet, -s Zoo heeft men. zoowel op dit terrein als op dat van de voedselvoorziening, naast het botste egoïsme, hartelijk hulpbetoon gezien. De Toekomst. De samenwerking van allerlei gezindten en levensbeschouwingen, die, na de aan vankelijke verwarring op evacuatie-gebied, is gedemonstreerd, kan waarborgen, dat ook de toekomstige sociale nooden in Soest eendrachtig zullen worden opgelost. Wij zijn het aan de nagedachtenis van hen die vielenverplicht, de handen ineen te slaan bij den wederopbouw in vrijheid van onze gemeentelijke samenleving, die wij thans beginnen,, Veel, zeer veel werk wacht ons 24 Maart. D© legergroep Montgomery steekt den Rijn over. Ongelooflijk snel ruk ken de troepen in Duitschland op en berei ken ook de Ned. grens. Onze hoop herleeft. Paschen nadertPaschen, het feest van op standing en herrijzenis. Zal Paschen ook de herrijzenis en vrijma king van ons land voltooien Wij volgen de berichten met ingehouden adem. Wij hooren de eerste Nederlandsche plaatsnamen. Mechelen en Dinxperlo be vrijd. Het is Paschen, De lucht is grauw en storm vlagen jagen donkere wolken over ons ge teisterd land. De Duitschers trekken weg en bommen rege nen op hun in oostelijke richting jagende colonnes. Tweede Paaschdag. Enschede bevrijd. Hen gelo bereikt. 'n Nieuw offensief in de Betu we. Snel volgen de goede berichten elkan der op. 't Oosten van 't land is vrij. Zouden ze over den IJsel komen Ja, zij ko men Zij komen nu werkelijk I ApeldoornAmersfoort en danJa, ook Soest is vrij* 'n Nieuwe lente doet de oude takken botten. Nederland herrij st I En met Nederland Soest Rangen, onderscheidingsteekenen enz. van de Geallieerde Troepen. De kleur van alle uniformen is khaki (kéki). Bij het Engelsche, Nederlandsche, Pool- sche en Noorsche leger dragen de onder officieren en manschappen een uniform met liggende, gesloten kraag en de offi cieren bovendien een boord met stropdas in khaki kleur. Bij het Amerikaansche leger dragen alle militairen, dus ook de onderofficieren en de manschappen een boord met stropdas in genoemde kleur. Bovendien dragen alle militairen op de linker bovenmouw een band met den naam van het regiment, waartoe zij behooren, b v. SUMMERSET. Voor het Nederlandsche leger is dit NETHERLAND; voor het Canadeesche leger CANADA voorde Polen POL AND en voor de Noren NORWAY. Alle rangen, welke in het Hollandsche leger voorkwamen, vinden we ook in de geallieerde legers. De rangen laten we hieronder volger. Achter de rangen vermelden we achtereen volgens de uitspraak der rangen, de aan spreektitels en de overeenkomstige rangen in het Hollandsche leger. Bij het uitspreken der rangen moet de klemtoon worden gelegd op dat gedeelte der woorden, dat met schuine letters is gedrukt, terwijl de wordt uitgesproken als in het woord bek, de ais in me, de als in beest en de u als in zus. De rangen zijn de volgende Lance corporal (laans kopprêl), tevens aanspreektitel. Soldaat le klas, Corporal (kopprêl), tevens aanspreektitel. Korporaal. Sergeant (sudjent), tevens aanspreektitel. Sergeant. COURANTENBEZORGERS gevraagd voor de bezorging van „De Soes ter Courant" en andere bladen. Ook flinke jongens komen in aanmerking. Aanmelding aan ons bureau Sergeant major (sudjent médjê). Serg.-Maj. Second lieutenant (sè/ckênt lèffènnent). Tweede luitenant. First lieutenant (fust lèffènnent). Eerste luitenant. Captain (kèpten). Kapitein. Major (médjê) Majoor. Lieutenant-colonel (lèffènnent /ctmnêl). Lui tenant-kolonel. Colonel (Arunnêl). Kolonel. De aanspreektitel voor Sergeant-majoor en alle Officieren is sir (su). De onderscheidingsteekenen zijn als volgt Bij het Engelscbe, Canadeesche, Neder landsche, Poolsche en Noorsche leger zijn de onderscheidingsteekenen voor Soldaat le klas. Korporaal en Sergeant aange bracht op de beide bovenmouwen en be staan uit 1. 2 of 3 lintjes in V-vorm. welke in elkander zijn geschoven, zooals bij de Duitsche uniformen. Soldaat le klas 1 V. Korporaal 2 V's. Sergeant 3 V's. Sergeant-majoor Kroon op benedenmouw. Tweede luitenant 1 Ster. Eerste luitenant 2 sterreD. Kapitein 3 sterren. Majoor 1 Kroon. Luitenant-kolonel, Kroon en 1 Ster. Kolonel 1 Kroon en 2 Sterren. Bij het Nederlandsche, Poolsche en Noor sche leger zijn bij de rangen van Majoor, Luitenant-kolonel en Kolonel de Kroon vervangen door een z.g. Balk. Verder zijn bij het Engelsche en Canadee sche leger de onderscheidingsteekenen voor de officieren aangebracht op de beide schou derbedekkingen en bij het Nederlandsche, Poolsche en Noorsche leger op beide revers. Bij het Amerikaansche leger zija de onder scheidingsteekenen voor Soldaat le klas, Korporaal en Sergeant op den kop ge plaatst. dus met de punt der V's naar boven. Tevens is voor Sergeant-majoors de Kroon vervangen door drie y\'s. zooals bij Ser geants. De beide beenen van de onderste zijn echter met een lint verbonden, zoodat een driehoek wordt verkregen. Bi) dit leger zijn de onderscheidingsteeke nen der officieren ook aangebracht op de schouderbedekkingen. De sterren zijn ook hier vervangen door z.g. balken. Daar in het aantal balken echter verschil bestaat met de reeds ge noemde legers, laten wij hieronder nog een beschrijving volgen Tweede luit. 1 balk van goud of gele stof. Eerste luit 1 balk van zilver of witte stof. Kapitein 2 balken van zilver of witte stof. Majoor kroon van zilver of witte stof. Luitenant-kol. kroon van goud of gele stof. Kolonel kroon 1 balk van zilver óf witte stof. Verder bevinden zich bij de geallieerde legers nog de navolgende hoofdofficieren Lieutenant general (lèffènnent pêoêrêl). Lui tenant-generaal. General (pêncrêl). Generaal. De personen van deze rangen zijn kenbaar aan resp. 1 en 2 sterren op de helm, ter wijl generaal Ëisenhouwet 3 sterren op zijn helm heeft. Mevrouw G. van Kooi werd, als tweede dochter van het echtpaar C. van Kooi en N. Verwoerd, in 1927 geboren in het huis aan de Beetzlaan 33. Ze woonde daar tot 1950. Bij haar eigen verhaal tekent zij het volgende aan: "Ik heb het verhaal over de eerste dagen van de oorlog opgeschreven in de dagen dat het gebeurde; in een soort dagboek. We mochten toen alleen het allernoodzakelijkste meene men, maar voor Sinterklaas 1939 had ik kinderpostpapier gekregen - voor mij een rijk bezit. Ik nam het mee, en ook een potlood, toen we werden geëvacueerd. Het hele gebeuren van de evacuatie maakte zo'n grote indruk op me, dat ik het van me af moest schrijven. Ik heb het jarenlang bewaard en nooit iemand laten lezen... Mijn vader overleed in 1943. Mijn moeder moest de laatste twee jaar van de oorlog alleen verder met zes kinderen, want in 1941 hadden we nog een broertje gekregen. Na de oorlog hertrouwde mijn moeder met een Zaankanter; vandaar dat ik in de Zaanstreek terecht ben gekomen. Ik heb drie dochters en een zoon, en inmiddels zeven kleinkinderen. Eerst waren het de kinderen die met vragen over de oorlog kwamen; daarna waren het de kleinkinderen. Zo kwam ook mijn verhaal boven water... Ieder jaar komen die vijf jaar bezetiing weer heel sterk naar boven." Kom vanavond met,verhalen hoe de oorlog is verdwenen, en herhaal ze honderd malen: alle malen zal ik wenen. Leo Vroman (uit gedicht Vrede Twee oud-inwoners van Soest stuurden ons in de afgelopen weken een eigen relaas over belevenissen in de bezettings jaren. De heer F. Posthumus uit Heerenveen was in de jaren 1940- 1945 als conciërge werkzaam op het gemeentehuis. Hij schreef iets over het bestuur van de gemeente. Mevrouw G. van Kooi uit Krommenie maakte als jong meisje in Soest de eerste oorlogsdagen mee. Zij behoorde tot de grote groep kinderen die werden geëvacueerd. Voor haar kinderen en kleinkinderen schreef zij haar ervaringen van destijds op. Beide herinneringsverhalen - hoe verschillend van vorm en inhoud ook - geven wij in deze bijlage van de Soester Courant graag aan de lezers door. Al voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Nederland had de re gering maatregelen genomen om in tijd van oorlog bewoners van bepaalde steden en dorpen, die dicht bij de front linies lagen, te evacueren. In de omge ving van Amersfoort en Soest lag één van die verdedigingslinies: de "Water linie". Gerritje van Kooi woonde in mei 1940 aan de Beetzlaan 33 te Soest. Toen op 10 mei 1940, de Duitsers Nederland binnen vielen moest ook zij met haar familie evacueren. Zij zijn toen over gebracht naar Bovenkarspel in Noord- Holland. In die dagen schreef Gerritje van Kooi het volgende opstel: "10 Mei 1940 deden de Duitsers een in val op Nederland, 's Ochtends vroeg vlogen er duizenden vliegtuigen over Nederland. Alle mensen waren vroeg op, want horen en zien verging je. De Hollandse soldaten gingen al vroeg naar het front. We dachten allemaal al er is oorlog, en het was ook zo. 's Mid dags pakten moeder en Coba, trouwens alle mensen, hun kleren en bordjes en nog meer dingen in slopen, want als we vluchten moesten, dan was alles klaar. Zondag 12 mei kwam mijnheer De Beste zeggen dat wij moesten vluchten, 's Middags half één moesten we op de Lange Bergstraat samen komen. We hoefden niet bang te zijn dat we onze spullen mee hoefden te slepen. Geluk kig werd de bagage om 12 uur gehaald met een auto. Huilend, snikkend en snotterend gingen we naar de Lange Bergstraat. Moeder had de kleine vluchteling van twee maanden op de arm. Op de Lange Bergstraat gekomen moesten we maar eventjes wachten of daar kwamen bussen aan. We stapten in de bus en reden naar het Baarnse station. Daar hebben we van 1 tot 2 uur staan wachten. Geregeld moesten we daar naar de WC, van de zenuwen. Van Baarn tot Amsterdam zagen we niets dan ondergelopen landen. In Amsterdam zijn we gestopt. Daar werd de trein gecontroleerd. Van de Hollandse soldaten kregen wij water. Tuf-tuf, daar zette de trein zich weer in beweging naar Hoorn. Tussen Am sterdam en Hoorn is de Hembrug. Als wij daar kwamen en er werd geschoten of als er iets gebeurde, dan moesten we plat op onze buik gaan liggen en de ramen dichthouden. Bij de Hembrug is er niets gebeurd, maar er is een spion op de trein gesprongen, die is meegereden tot Hoorn. Dik Uiting liep langs de rijdende trein aan de buiten kant en heeft hem gevonden: de spion is er in Hoorn uitgehaald. Tuf-tuf, daar reed de trein weer ver der naar Bovenkarspel. Heel langzaam aan ging het. In Bovenkarspel hield de trein stil. Daar moesten we uitstappen. We werden naar een bollenhal gebracht en daar mochten we op kisten zitten. Om half twaalf gingen we die schuur uit, stapje voor stapje, en werden wij geëvacueerd. We kwamen aan bij een oude man, in de tachtig, en zijn zoon. die niet goed wijs was. Maar het akelige was, er was geen vrouw in huis. Daar hebben we eerst een kommetje thee gehad; het leek wel "geutwater", maar wij dron ken het met smaak op. De oude man had geen plaats genoeg, om ons daar allemaal te laten slapen. De buurvrouw en de buurman kwamen ook nog even kijken en zij besloten met ons dat Fietje bij de buurvrouw zou gaan slapen en Coba en ik bij de buurman zijn moeder in Grootebroek. Dat is er precies tegenaan, want er is maar één grote straat. Vader, moeder en Mientje bleven bij de oude man in één bedstee. Kleine Corrie sliep als een roos op twee stoe len. Coba en ik gingen toen 's avonds met de buurman en vader naar "grootje". Daar vonden we een goed onderdak bij een vrouw met een zoon eh twee doch ters. Coba en ik sliepen in de bedstee van één van de twee meisjes en Fietje had bij de buurvrouw ook een heerlijke nacht. Maar vader, moeder en Mientje hadden géén heerlijke nacht; zij kwa men in een bedstee met vuile dekens; het stonk er en ze sliepen haast hele maal niet. De volgende dag aten Coba en ik bij "grootje". Het smaakte heerlijk. Va der en moeder waren al vroeg op, want die konden het niet uithouden. Hun eten was minder lekker. Zij kregen worteltjes die halfgaar waren, op vui le borden. Die man en zijn zoon, als ze gegeten hadden dan wasten zij niet af. Zij veeg de de vork alleen maar met een doek af en spoelden de borden maar met koud water om. Mijn moeder kon het daar niet uithouden en liep huilend de straat op. Buurman van Veen, die er tegenover geëvacueerd was, kwam op dat mo ment naar buiten. Mijn moeder liep naar hem toe en vertelde hem wat een vreselijke nacht ze daar had gehad. Toen is buurman van Veen naar mijn heer De Beste gegaan. Hij vond het ook vreselijk dat wij daar waren en zou voor ons een ander huis opzoeken. Waar buurman van Veen was, die heeft ons uit medelijden ook een goed tehuis gegeven. Die man had een grote bollenschuur en bovenop die schuur werd een kamer gemaakt van grote zeilen. Er werden stoelen en een tafel in gezet en Corrie kreeg een wieg. Er werd ook een keu ken gemaakt; daar stond in een petro leumstel. Moeder had van grote kisten een linnenkast gemaakt en daar wer den onze kleren in gedaan. Zo hadden we ook een gezellige keuken en er werden ook drie strozakken gebracht. Die werden op elkander gelegd in de kamer, en 's avonds werden ze van el kander gelegd en werden er bedden van gemaakt. Maandagmorgen kregen we brood bo ven en boter, kaas en theedat smaak te heerlijk. Dinsdagmiddag kregen we bericht dat de oorlog was afgelopen. Men had een wapenstilstand gesloten. Toen zei va der dat wij nu ook weer gauw naar huis zouden gaan. Dat leek ons wel fijn, maar we bleven liever nog een weekje hier. De hele week hebben we ge wandeld en goed eten gehad. Vader en buurman hebben ook de hele week bonen gepoot. Zondag zouden we meegaan in een mo torboot, om Alkmaar te bekijken, maar dat ging niet door want zondag ochtends om half negen werden we uit bed getrommeld en hoorden we dat we moesten inpakken, want om twaalf uur moesten we bij het station wezen. Dat viel ons tegen en die mensen ook, want ze hadden eten gekookt en soep en veel brood met beleg. We konden nu ook niet meer met de motorboot mee. Vader, moeder en Coba gingen aan het pakken. Het eten was nog niet gaar, dus we kregen alleen soep. Die mensen bleven met veel eten zitten. We kregen nog kaas mee en een half pond boter. Om twaalf uur waren we op het sta tion; die mensen hebben ons ook nog weggebracht. We moesten eventjes wachten en toen kwam de trein en kon den we instappen. In de polder ging het langzaam, maar toen we bij Hoorn kwamen ging het wat vlugger. Toen we in Amsterdam aankwamen kregen we weer water van de Hollandse soldaten. Toen we alle maal gedronken hadden gingen we weer verder. We hadden grote pret. Om half vijf waren we weer in Baarn. De bussen stonden al op ons te wach ten, dus konden we weer instappen. Om vijf uur waren we weer op de Lan ge Bergstraat. Toen we onderaan de Hellingweg waren kregen we de sleu tels weer terug. We waren blij dat we weer thuis waren. De volgende dag kregen we onze bagage ook weer te rug. Dit is de evacuatie geweest van de familie C. van Kooi.1 Gerrie van Kooi (toen 12 jaar oud) Het relaas van de(heer F. Posthumus, in de bezettingsjaren conciërge op het gemeentehuis aan de Steenhoffstraat. "De samenwerking tussen het College (Burgemeester A. L. des Tombe en de wethouders H. J. Gasillè en A. P. Hilhorst, alsmede gemeentesecretaris J. G. A. Batenburg) en mij was in de jaren 1940-1945 voortreffelijk, evenals met de gemeentepolitie die achterin het Raadhuis was gevestigd. Wat ik allemaal met hen heb beleefd zal ik nooit vergeten. De Duitsers in Soest - Ortskomman dant Uhlmeyer - en de NSB-kliek, die gevestigd was in het pand aan de Steenhoffstraat 5, met hun zgn. Winter hulp-acties, moesten steeds in de gaten worden gehouden. De arrestatie van de toenmalige hoofdinspecteur Schreuder - georganiseerd door SD-agenten in burger in ons Raadshuis - was fataal voor de hoofdinspecteur. Hij keerde niet terug. Het zgn. Kriegsgericht in de raads zaal, de veroordeling van een "onder- grondsche groep" Nederlanders, was een vertoning die haast niet te verwer ken was. Ik was die hele dag alleen op de telefooncentrale. Heel Soest liep die dag leeg; praktisch alle mannen vluchtten Soest uit. Burgemeester Des Tombe moest onderduiken. We kregen toen een zgn. waarnemend burgemeester, de Goor van Ooster- lingh, oud-gezagvoerder bij de Ko ninklijke Paketvaart Maatschappij. Daar mijn broer ook bij de KPM was geweest kon ik goed met hem opschie ten, zover dat nodig was. Hij heeft heel vaak getracht Soesters te redden. Op een zekere zondagmorgen kwam hij zelfs op het politiebureau om de agen ten te waarschuwen dat de Sicherheits- dienst een onderzoek zou instellen. Alles wat gevaarlijk was werd tijdig weggeborgen. De Goor van Oosterlingh was geen slecht mens.Voor Soest was het een van de beste waarnemers; hij kon niet anders. Toen de capitulatie van de Duitsers een feit zou worden - het was ongeveer "Dolle Dinsdag" - werd ik 's nachts gewekt. Ik woonde op Steenhoffstraat 6. De hele raadszaal zat vol met zgn. "Blitzmadel", die er de nacht door brachten en de andere dag weer door trokken. Ik zou er een boek van kunnen schrij ven, wat er allemaal gebeurd is. Toen kwam de bevrijding. De foto van het bordes laat dat zien. Voor ons be tekende het het einde van vijf jaar terreur. Men heeft mij nooit bedankt. Dat hoefde ook niet, maar voor mij zijn die vijf jaar iets dat nooit te ver geten is." F. Posthumus Bevrijding in Soest. Op het bordes van het gemeentehuis staan (op 7 mei 19^5 naast burgemeester A. L. des Tombe wethouder Gasille (l.), conciërge F. Posthumus en gemeentesecretaris J. G. A. Batenburg (r.)

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1985 | | pagina 25