Vrouwen krijgen voorrang Een wooncentrum voor ouderen - instabiel woonconcept Educatie in de 'Third Age' PAGINA 14 WOENSDAG 21 MAART 1990 SOESTER COURANT PAGINA 15 >'/o Waarom een Seniorenpagina? Ingezonden brieven Een verheugend initiatief Ouderenmenu's in restaurants •:t£M Waarheen dit jaar? Cursussen en aktiviteiten voor ouderen Ziekenfondsraad: Positie kassen Ziekenfondswet en AWBZ aanzienlijk verbeterd Het Kruiswerk in beweging t ons De Seniorenpagina beoogt informatie vanuit verschillende terreinen en dis ciplines op duidelijke en op ouderen afgestemde wijze te presenteren. Naast het doorgeven van informatie staat de samenstellers ook het uitge ven van themanummers voor ogen. Het voornemen is één keer per maand een seniorenpagina uit te brengen, met een stop in de zomermaanden, dus 10 keer per jaar. Voorlopig is een redactie gevormd van drie personen, nl. de heren P.C. Pieren, J.J.H.A. Hoppenbrouwers en W. Veldhuizen. Tijdens de proefpe riode wordt gezocht naar versterking. Mede afhankelijk van de respons wordt een en ander vormgegeven. Hebt u iets over/door of voor oude ren te melden, of lijkt het u leuk me de gestalte te geven aan de senioren pagina, neem dan contact op met of schrijf naar: Commissie publiciteit/voorlichting, p/a secretariaat SWOS, Albert Cuyplaan 101, 3764 TM Soest. Telefonisch kunt u dhr. Veldhuizen (functionaris SWOS) bereiken on der tel. 13786. Ook kunt u een bood schap achterlaten bij het secreta riaat, tel. 23681. U wordt dan terug gebeld. mm De redactie van de Seniorenpa gina stelt de lezers graag in de gelegenheid te reageren op de geplaatste artikelen alsmede op andere actualiteiten. Uw bijdra gen zijn welkom, mits bondig geformuleerd en ondertekend met naam en adres. De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten dan wel niet te plaatsen. Brieven dienen gezonden te worden aan: Redactie Seniorenpagina, p/a Stichting Welzijn Ouderen Soest, Albert Cuyplaan 101, 3764 TM Soest. Volgende Seniorenpagina De volgende Seniorenpagina wordt geplaatst in de Soester Courant van 11 april a.s. Uw in gezonden brieven en overige reacties graag vóór 30 maart a.s. in het bezit van de redactie. Met het oog op de wens ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, is er sprake van een ont wikkeling van een aantal nieuwe woonconcepten. In bestuurlijke kringen denkt men al gauw aan grootschalige categoriale woning bouw voor ouderen, die vooral om organisatorische en financiële re denen onvermijdelijk wordt geacht. Men denkt dan aan nieuw bouw om de woning-contingenten zo optimaal mogelijk te benutten. Geconcentreerde bouw van wo ningen voor ouderen derhalve. De landelijke ouderenbonden staan daar nogal negatief tegenover. In- deze opvatting zal het op den duur betekenen: concentratie van hulp behoevende ouderen; een aanslag op het welzijn van de bewoners en op de kwaliteit van het woonkli maat. Directe aanleiding voor het ontstaan van het wooncentrum als nieuw woonconcept was de mati ging van de gesubsidieerde bouw van verzorgingshuizen, aangekon digd in de Nota Bejaardenbeleid 1970. Voor de landelijke instellin gen, die aan de bouw van deze te huizen voor een groot deel hun be- staanrecht ontleenden, betekende het een ernstige bedreiging van de continuïteit. Voor de bestaande bouwplannen moesten alternatie ven worden ontwikkeld. Naast zakelijke organisatorische overwegingen, speelden ook ideële motieven mee. Veel aandacht werd besteed aan de wijze waarop de be woners de centra zouden moeten kunnen gebruiken. Men richtte zich vooral op de bevordering van socia le kontakten tussen de bewoners. Die zouden dan in zekere mate tot onderlinge steun in de vorm van bu renhulp moeten leiden. Të grote eenzaamheid zou worden tegenge gaan. Het wooncentrum omvatte naast zelfstandige flatwoningen in de wo ningwet-sector een aantal gemeen schappelijke ruimten en centrale voorzieningen. En ook kwam er een "huismeester" in het complex wo nen. Niet geheel duidelijk werd voor welke groep ouderen het wooncen trum bestemd was. Problemen Het functioneren van gemeen schappelijke ruimten is sterk afhan kelijk van bewonerskenmerken en van specifieke omstandigheden ter plaatse. In de praktijk bleek dat de gemeenschappelijke ruimten dik wijls door slechts enkele bewoners intensief worden gebruik. Ook de functie van huismeester geeft aanleiding voor problemen. Technische en sociale ondersteu ning blijkt niet altijd goed te combi neren. Ook leiden de aanwezige voorzie ningen tot relatief hoge woonlasten voor alle bewoners en dat heeft weer ernstige financiële gevolgen voor bewoners die afhankelijk zijn van de AOW. Tenslotte blijkt in de praktijk dat de concentratie van een groot aantal ouderen in een centrum bij stijging van de gemiddelde leeftijd vaak ge paard gaat met een plotseling sterk toenemende zorgvraag. Instabiel Als onvoldoende aandacht wordt besteed aan de opbouw van de be wonerspopulatie, dan dreigt al snel Met de introductie van een seniorenpagina door de Stichting Welzijn Ouderen Soest (S.W.O.S.) wordt een belangrijke stap gezet naar een uitbreiding van de voorlichting van ouderen in Soest. Het is daarom zeer verheugend dat de Soester Courant ons geheel be langeloos de mogelijkheid hiertoe biedt, want, zoals elders al blijkt, bijvoorbeeld in Soest, voorziet zo'n seniorenpagina in een grote be hoefte. Wij weten allemaal hoe belangrijk informatie en voorlichting is. Wij zien ook dagelijks zoveel informatie op ons afkomen dat het vaak moeilijk is om de informatie die wij nodig hebben daaruit te selecteren. Daarom zullen wij proberen in deze seniorenpagina de informatie en voorlichting op te nemen waarom ouderen vragen en die voor hen van waarde kan zijn. De werkgroep die onder leiding van de heer Pieren met deze activiteit is gestart heeft daarbij behoefte aan mensen die mee kunenn en willen werken om deze seniorenpagina tot een succes te maken. Wij zullen trachten deze pagina maandelijks te laten verschijnen maar daartoe is natuurlijk ook de steun nodig van vrijwilligers die kopij leveren voor die pagina of onderwerpen weten aan te brengen waarover wij dan weer deskundigen kunnen raadplegen. Dit lijkt mij een goed moment om de werkgroep een goede start en veel succes toe te wensen en ik spreek daarbij de wens uit dat de senio renpagina een goede ontvangst ten deel valt bij de ouderen en niet al leen bij hen in Soest. Th. Holleman, voorzitter S.W.O.S. In een Horeca-vakblad werd vorig jaar een oproep aan restaurant houders geplaatst met de vraag of zij een speciaal onderenmenu op de kaart kenden en zo nee, of zij daar iets voor voelden. Een aantal restauranthouders reageerde spon taan en positief. En ook bleek dat in een enkel geval aangepaste por ties geserveerd worden als men daar om vraagt. Dit balletje kwam aan het rollen naar aanleiding van een pleidooi van mevrouw Van Leeuwen in het septembernummer van het blad "Aktief Vrij", een tijdschrift voor volwassen levensgenieters, voor een ouderenmenu in restaurants. Uit de reacties blijkt dat er heel inventief met het probleem wordt omgegaan. Zo is er een restaurant dat elke mid dag om twaalf uur een Senioren drie-gangendiner serveert voor een zeer schappelijke prijs. Een ander geeft met een sterretje achter de me nu's aan, dat deze ook als 65-plus- menu verkrijgbaar zijn. Bekend is dat sommige chinese res taurants heel soepel omgaan met zo'n vraag, goede adviezen geven en ook wel eens het restant in een plastic zakje meegeven. Er zijn ook restaurants die er geen bezwaar te gen hebben dat ouderen samen één porties bestellen en voor twee dek ken. Natuurlijk zijn er ook tegenstan ders, zoals een afdeling van een ou derenbond in Vleuten die opmerkte dat "ouderen reeds al te zeer als af zonderlijke groep burgers worden beschouwd". Een opmerking die we maar moeten laten voor wat ze is. Bij de redactie van het bovenge noemde tijdschrift kwamen ook een aantal originele ideëen binnen voor namen die restaurateurs zouden kunnen gebruiken: seniorenmenu, limietmenu, minimenu, zilver diner, nestor hapje, moins menu, mond jesmaat, menu miniature of gastro mini menu. Soest kent heel wat eethuisjes. Mo gelijk voelt men iets voor dit idee. een negatieve spiraal van grotere zorgbehoefte, stigmatisering en ver val. Van belang is daarom dat een actiefplaatsingsbeleid wordt ge voerd; de nieuwe bewoners moeten niet al te afhankelijk zijn. Is dat wel het geval, dan is er al snel sprake van een instabiel woonklimaat. In de huidige praktijk wordt gespro ken van een "huisvestingsvorm met extra's". Over zorgbehoefte wordt niet meer gepraat en de huismeester is veelal buiten het complex gehuis vest. Door een selectief wervings- en plaatsingsbeleid moet er op toe gezien worden dat juist deze woon- centra aantrekkelijk zijn voor "jon gere ouderen". Met het waarmaken van een huisvestingsvorm met extra voorzieningen, kan een aantrekke- lijkwoonklimaat worden gecreëerd. Gezien de problemen die kunnen ontstaan is het niet verantwoord op lokaal niveau tot de bouw van grootschalige wooncentra over te gaan. Eerst zal uitgebreid inzicht verkregen moeten worden in de kwalitatieve aspecten van het plan. Zo'n plan zal vooral moeten aan sluiten op de specifieke lokale be hoeften. (Bron: Nieuwsbrief RWW nr. 24) In de dienstencentra liggen verschil lende folders over vakantiemoge lijkheden voor ouderen ter inzage. Zolang de voorraad strekt is er ook een aantal folders die u mee naar huis kunt nemen. Aanwezig zijn: Senior Vakantie plan; de Senior vakantiekrant; Ge handicapt of niet, vakantiefolder; Aktief en vrij. Hebt u vragen of specifieke wensen dan kunt u zich ook wenden tot de medewerkers van de S.W.O.S., die de spreekuren ouderenwerk verzor gen in de dienstencentra in Soest en Soesterberg. Wist u bijvoorbeeld dat er in de zomermaanden een zwerfkaart bestaat, waarmee u voor weinig geld vrijwel onbeperkt per bus door Nederland kunt reizen? De Raad voor het ouderenbeleid pleit ervoor maatregelen te treffen om de achterstandspositie van ou dere vrouwen op te heffen. Een aanmerkelijk deel van de oudere vrouwen, en vooral de alleen staanden onder hen, zitten in een achterstand positie. Als de over heid geen maatregelen neemt, zal dat in het jaar 2010 in versterkte mate het geval zijn. De komende twintig jaren neemt het aantal ouderen in ons land sterk toe. Vooral het aantal oudere vrou wen stijgt en het merendeel van hen is niet gehuwd. In het advies van de Raad voor het ouderenbeleid aan de regering wordt naast opleiding, arbeid en in komen van oudere vrouwen veel aandacht gegeven aan hun woonsi tuatie, sociale netwerken, gezond heid en behoefte aan zorg. Er wordt op gewezen dat vrouwen op jongere leeftijd de mogelijkheden moeten hebben om een goede basis voor la ter te leggen. En dan vooral op het gebied van opleiding, betaald werk en opbouw van pensioenrechten. Sociaal netwerk Het hebben van geregeld contact in een kring van kennissen, vrienden, buren en familie is voor de oudere vrouw van groot belang. Vrouwen Over volwasseneneducatie is al heel wat geschreven en gezegd. De "Third Age", de derde levensfase, is immers voor velen uitermate ge schikt om te zoeken naar een goe de culturele en sociale invulling om aan deze levensperiode een ei- gén waarde te gevèth In 'mening land is men tegemoet gekomen aan de ontplooiingsbehoeften van ouderen door uitbreiding van het bestaande universitaire onderwijs. Zo ook in Nederland. Met de "First Age" wordt bedoeld de jeugd en de schoolopleiding; met de "Second Age" het gezinsleven en de betaalde arbeid. En dan volgt de "Third age", de post-economi- sche levensfase, waarin gelegenheid bestaat om interesse uit te breiden of te ontdekken en eventueel aan anderen over te dragen. De "Third Age" kan tegenwoordig lang duren als gevolg van vervroegd pensioen, de grotere vitaliteit ten gevolge van een vaak gezondere le venswijze en verdergaande medi sche ontwikkelingen. In Nederland zijn, zoals gezegd, en kele vormen van noger onderwijs voor ouderen ontwikkeld. Zo kent men het Hoger Onderwijs voor Ou deren, HOVO, in Groningen, Rot terdam en Nijmegen. In Den Haag heeft de Open Universiteit een ou- derenproject. Ook is er een landelijke vereniging in oprichting die zich wellicht zal aansluiten bij de internationale U3 A. U3A, University of the Third Age, is de Engelse benaming voor een internationale beweging die 17 jaar geleden in Frankrijk is ont staan. Het is de beweging die een wereldwijde bijdrage levert om in de volwasseneneducatie óok oude- reneducatie op te nemen. Naast de HOVO en de landelijke vereniging i.o. zijn er in Nederland op sociaal-cultureel terrein ver scheidene studie- en werkgroepen gevormd op initiatief van ouderen zelf. Deze groepen zijn echter niet in een overkoepelend landelijk geheel ondergebracht. In Engeland is dat wel het geval binnen de nationale U3A, waardoor ieder die belang stelling heeft voor de mogelij khe- Al ruim drie jaar is onze werk groep Cursussen en Aktiviteiten bezig om voor degenen, die ouder zijn dan 55 jaar een pakket samen te stellen, waarbij men zich geeste lijk of lichamelijk kan ontwikke len. In het witte boekje met een zwart/wit gestreept vignet met 55+ daarin, staan al onze cursus sen en aktiviteiten genoemd. De meeste daarvan worden in onze drie dienstencentra gegevens. Om naar het zwembad de Trits in Baarn te kunnen gaan, hebben wij voor het vervoer kunnen zorgen d.m.v. de ouderenbus. Onze cursus leidsters hebben zich speciaal op het les geven aan ouderen toege legd. Het gaat tijdens de lessen ook vooral om het sociaal verkeer met elkaar. Het tempo ligt niet zo hoog als b.v. bij de Volksuniversiteit. Bo vendien worden onze cursussen en aktiviteiten uitsluitend overdag ge geven. De meeste ouderen hebben er een hekel aan 's avonds de straat op te gaan. Behalve de cursussen, die o.a. wor den gegeven in de dienstencentra en "Molenschot" geven we in "De Rank" en in "Credo" gymnas tieklessen voor jonge senioren. Ten overvloede misschien nog eens ge zegd, alleen vanaf 55 jaar kunt u hieraan deelnemen. Wat ons als werkgroep zo'n voldoe ning geeft is, dat alle deelnemers aan onze cursussen en aktiviteiten er zo'n geweldig genoegen aan bele ven. Ook de cursusleid(st)ers heb ben er plezier in. Daardoor krijgen wij steeds meer aanvragen en zou den we nog veel meer cursussen wil len aanbieden, ware het niet dat we maar mondjesmaat subsidie krij gen. We doen ons best om toch uit te breiden. Een cursus kan alleen doorgaan wanneer zich 15 gegadig den hebben aangemeld. Uit het bo venstaande zult u begrijpen dat, wanneer ons nieuwe boekje uit komt, u niet te lang moet wachten met uw inschrijfformulier in te vul len, daar u anders de kans loopt dat wij u wegens plaatsgebrek moeten teleurstellen. In Soesterberg zouden wij graag nog wat meer animo willen ondervin den. Daar zijn enkele cursussen, waar nog best een paar ouderen bij zouden kunnen. Meer bewegen voor ouderen houdt u fit en is uitermate goed voor de al gehele conditie. Geestelijk bezig zijn met b.v. Engels of Frans houdt u jong van geest. U hebt ook iets om naar uit te zien als u thuis bent. U hoort er dan weer helemaal bij en dat is, in deze tijd van vereenza ming, van veel belang. In augustus komt ons nieuwe boekje weer uit. Wij zien uw aanmeldingen graag tegemoet. E. Koning, secr. den op dit gebied in zijn omgeving geïnformeerd kan worden. De verscheidenheid van de Engelse U3A, die zowel de meer als minder academische richtingen omvat, is een model dat ook geschikt is yoor de oudereneducatie in Nederland. Het aanbod is toegankelijk voor meer ouderen dan uitsluitend de hoger opgeleiden. In de Britse ver sie is de U3A niet rechtstreeks ver bonden aan een bestaande universi teit. In Arnhem wordt de uitvoering van de U3A-gedachte gezocht in het or ganiseren van cursussen/studie groepen voor mensen van 50 jaar en ouder. De studiegroepen die over dag bij elkaar komen, blijven klein (10 tot 15 deelnemers) om een goed onderling gesprek mogelijk te ma ken. En dat gebeurt dan onder lei ding van een deskundige op het be treffende gebied. Het geheel gebeurt in nauwe sa menwerking met de Volksuniversi teit van Arnhem, die als eerste volksuniversiteit in Nederland de doelstelling van deze internationale beweging duidelijk als verbreding van het eigen werkterrein behartigt. Een initiatief dat navolging ver- dient- (Bron: LSOB) De financiële positie van de door de Ziekenfondsraad beheerde kassen van de ziekenfondsverzekering en de algemene wet bijzondere ziekte kosten is ten opzichte van de laatste raming (de oktoberraming) aan zienlijk verbeterd. Dat constateert de Ziekenfonds raad in zijn ontwerp-februaribrief aan de regering. Deze ontwerp- brief, opgesteld door de commissie Financiële Zaken van de Zieken fondsraad, komt op donderdag 22 februari in de plenaire vergadering van de raad aan de orde. De Algemene Kas (ziekenfondsver zekering) zal eind 1990 nog steeds een dekkingstekort hebben, maar dat zal dan met f 80 miljoen afgeno men zijn tot f 300 miljoen, zo raamt de commissie. Het dekkingsoverschot in het Alge meen Fonds Bijzondere Ziektekos ten (de kas van de AWBZ) neemt ten opzichte van de oktoberraming per ultimo 1990 met ruim f 700 mil joen toe tot ruim 1,5 miljard. De gunstiger positie van beide kas sen in voornamelijk te danken aan hogere premies dan die welke in de oktoberraming aangenomen wer den (Ziekenfondswet: aangeno men in oktober 7,8% werd 7,9%. AWBZ: aangenomen in oktober 5,24% werd 5,4%). bezitten vaak een grotere sociale vaardigheid dan mannen, om een sociaal netwerk in stand te houden. In het ouderenbeleid moeten dan wel de randvoorwaarden worden geschapen, onder andere wat be treft de woonsituatie, de sociale vei ligheid en de beschikbaarheid en toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Naar de mening van de Raad voor het ouderenbeleid kunnen juist ge meenten, vaak met weinig midde len, veel doen aan de sociale veilig heid. Het gevoel veilig uit huis te kunnen, speelt bij oudere vrouwen een grote rol en gaat vereenzaming tegen. Onderwijs Van de vrouwen van 65 jaar en ou der heeft 60 tot 70% alleen lagere school, plus de ervaringskennis die ze daarna hebben opgedaan. Er is bij veel oudere vrouwen de behoef te om de draad weer op te pakken. De minister van onderwij s krij gt van de raad de aanbeveling om in zijn beleid voor volwasseneneducatie meer aandacht te besteden aan het bieden van mogelijkheden voor ou dere vrouwen. Bepleit wordt het in stellen van een tijdelijk stimule ringsfonds. De nu nog voorkomende regels, waarin maximum leeftijdsgrenzen worden gesteld bij het deelnemen aan opleidingen, moeten worden afgeschaft. Alleenwonende vrou wen die alleen van de AOW moeten leven, geven al gauw de helft hier van uit aan woonlasten. De raad meent dat in het kader van de indi viduele huursubsidie hiervoor een oplossing gezocht moet worden. Gezondheidsbeleid In het gezondheidsbeleid voor ou- dere vrouwen moet de aandacht vooral naar de preventie uitgaan. Verder is voor elke oudere van be lang dat men er zeker van moet kun nen zijn dat, als op een moment hulp nodig is, die hulp ook beschik baar is. De raad acht het in dit ver band gewenst dat er per wijk een zorgcoördinator komt om inlichtin gen te geven, te bemiddelen bij eventueel nodige hulp en deze te coördineren. De raad vindt ook dat er grenzen zijn aan de door de overheid onuit puttelijk gewaande buren- en fami liehulp en vrijwilligerswerk. De re gering zal eerst moeten onderzoe ken waar die grenzen liggen. Het nog nauwelijks aanwezig zijn van de geriatrische discipline in de Nederlandse ziekenhuizen en uni versiteiten is er mede oorzaak van dat, ten opzichte van andere wester se landen, een achterstand is ont staan in inzicht en aanpak van de gezondheidsklachten van ouderen. In dit kader wijst de raad erop dat zowel in de beroepsopleidingen als in het praktijk werk een grotere rol moet worden ingeruimd voor de ge riatrie. Het merendeel van de cliënten van de gezinszorg en wijkverpleging (70 tot 80%) bestaat uit ouderen en voor de komende jaren wordt een sterke stijging van de hulpvraag ver wacht. Het huidige overheidsbe leid, dat op dit punt geen of slechts een geringe groeiruimte biedt, zal daarom tot lange wachtlijsten lei den, ondanks extra overheidsin spanningen om de thuiszorg uit te breiden. (Bron: LSOB) Toen in 1986 de eerste sympto men van het Dekker-tijdperk aan de horizon verschenen, hebben de kruisverenigingen in deze regio (Noord/Oost Utrecht) besloten het initiatief in eigen hand te houden. Zij legden kontakt met elkaar en stelden de voorwaarden vast voor een eventuele fusie of verregaande samenwerking. In 1988 besloten ook de overige kruisverenigingen niet langer af te wachten. Dat leidde tot een reorganisatie van het gehele kruiswerk in de provincie Utrecht, die op 1 januari j.1. nage noeg voltooid was. Ook in de mees te andere provincies reorganiseer den de kruisverenigingen zich. Wat behelst deze organisatie? In onze regio waren tot 1 januari 1990 vijf kruisverenigingen werk zaam. Naast de kruisverenigingen van Baarn en Soest waren dat de re gionale kruisverenigingen Leus den-Achterveld, Oost-Utrecht (Renswoude, Scherpenzeel, Wou denberg en Maarn) en Eemkruis (Amersfoort en Bunschoten). Van af 1 januari zijn deze verenigingen samengegaan in de Stichting Kruis werk Noord-Oost Utrecht. Tegelijkertijd is de provinciale koe pelorganisatie ontmanteld en zijn ook de provinciale diensten onder gebracht in de nieuwe Stichting. Zo is een kruiswerkorganisatie ont staan, waarbinnen meer dan 300 personen werkzaam zijn. Deze gro te omvang heeft de dreiging in zich, dat het een log bedrijf wordt. Dat is door de Stichting onderkend. Tot 1990 is het kruiswerk georgani seerd in basiseenheden (gebieden van tussen de 22.000 en 30.000 in woners). Binnen de basiseenheden zijn teams met wijkverpleegkundi gen en wijkziekenverzorgenden werkzaam, die de direkte zorg ver lenen, de consultatiebureaus draai en (samen met consultatiebureau artsen) en de uitleen van verpleeg- artikelen verzorgen. Bovendien verzorgen zij individuele- en groepsvoorlichting en organiseren zij cursussen op allerlei gebied. Zij doen dit alles onder verantwoorde lijkheid van de leidinggevende, de hoofdwijkverpleegkundige. Zo is het mogelijk om dicht bij de mensen de zorg te verlenen en herkenbaar voor de kliënt te blijven. Het spreekt vanzelf dat de Stichting deze verworvenheid van het Kruis werk heeft behouden. Alleen de diensten, die voorheen op bestuur lijk- of provinciaal niveau (of door derden) werden uitgevoerd, zijn re gionaal georganiseerd. Gebruikersraden Een en ander betekent, dat er voor de kliënt in eerste instantie weinig verandert. Voor de leden van de voormalige kruisvereniging veran dert er meer. Omdat het lidmaat schap van de kruisvereniging meer en meer het karakter draagt van een verzekering en omdat het vereni gingskarakter steeds meer op de achtergrond is komen te staan, is besloten om de verenigingsstruk- tuur op te geven. De leden zijn per 1 januari leden/contribuant gewor den. De plaatselijke besturen heb ben hun aktiviteiten aan het Stich tingsbestuur overgedragen. De Stichting heeft voor haar contri buanten de mogelijkheid geschapen gebruiksraden te formeren. Als er drie contribuanten tezamen een ge bruikersraad willen vormen, kun nen zij dat aan de direkte van de Stichting kenbaar maken. De gebruikersraden adviseren de Stichting gevraagd en ongevraagd over zaken betreffende het kruis werk. In de toekomst zal de Stich ting voor haar gebruikers nieuwe aktiviteiten opzetten, welke vanuit de contributie betaald zullen wor den. Deze aktiviteiten staan dus los van de thuiszorg, preventieve zorg, de uitleen en de G.V.O. (gezond heidszorg, voorlichting en opvoe ding). Dwingende noodzaak Wat betekent de regionalisatie voor het kruiswerk, voor de bestaande samenwerkingsverbanden met in stellingen voor gezinszorg, huis artsen en andere le en 2e lijns in stellingen of beroepsbeoefenaren? In de voorwaarden voor de fusie is vastgelegd dat bestaande samen- werkingsprojekten niet door de fu sie geblokkeerd zouden worden. Deze voorwaarde werd ingegeven door de verwachting, dat samen werking in de toekomst een dwin gende noodzaak zal worden. In het onlangs verschenen rapport van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, "van samenwerken naar samengaan" is deze verwachting uitgekomen. Kruiswerk en Gezinszorg zullen voor 1996 een nauwe samenwer king (fusie?) tot stand gebracht moeten hebben op regionaal ni veau. Het kruiswerk is er, dankzij de fusie per 1 januari 1990, klaar voor.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1990 | | pagina 15