Vrouwen krijgen voorrang
Een wooncentrum voor ouderen -
instabiel woonconcept
Educatie in de 'Third Age'
PAGINA 14
WOENSDAG 21 MAART 1990
SOESTER COURANT
PAGINA 15
>'/o
Waarom een Seniorenpagina?
Ingezonden brieven
Een verheugend initiatief
Ouderenmenu's in restaurants
•:t£M
Waarheen
dit jaar?
Cursussen en aktiviteiten
voor ouderen
Ziekenfondsraad:
Positie kassen
Ziekenfondswet en
AWBZ aanzienlijk
verbeterd
Het Kruiswerk in beweging
t ons
De Seniorenpagina beoogt informatie
vanuit verschillende terreinen en dis
ciplines op duidelijke en op ouderen
afgestemde wijze te presenteren.
Naast het doorgeven van informatie
staat de samenstellers ook het uitge
ven van themanummers voor ogen.
Het voornemen is één keer per maand
een seniorenpagina uit te brengen,
met een stop in de zomermaanden,
dus 10 keer per jaar.
Voorlopig is een redactie gevormd
van drie personen, nl. de heren P.C.
Pieren, J.J.H.A. Hoppenbrouwers en
W. Veldhuizen. Tijdens de proefpe
riode wordt gezocht naar versterking.
Mede afhankelijk van de respons
wordt een en ander vormgegeven.
Hebt u iets over/door of voor oude
ren te melden, of lijkt het u leuk me
de gestalte te geven aan de senioren
pagina, neem dan contact op met of
schrijf naar:
Commissie publiciteit/voorlichting,
p/a secretariaat SWOS, Albert
Cuyplaan 101, 3764 TM Soest.
Telefonisch kunt u dhr. Veldhuizen
(functionaris SWOS) bereiken on
der tel. 13786. Ook kunt u een bood
schap achterlaten bij het secreta
riaat, tel. 23681. U wordt dan terug
gebeld.
mm
De redactie van de Seniorenpa
gina stelt de lezers graag in de
gelegenheid te reageren op de
geplaatste artikelen alsmede op
andere actualiteiten. Uw bijdra
gen zijn welkom, mits bondig
geformuleerd en ondertekend
met naam en adres. De redactie
behoudt zich het recht voor
brieven in te korten dan wel niet
te plaatsen.
Brieven dienen gezonden te
worden aan:
Redactie Seniorenpagina, p/a
Stichting Welzijn Ouderen
Soest, Albert Cuyplaan 101,
3764 TM Soest.
Volgende Seniorenpagina
De volgende Seniorenpagina
wordt geplaatst in de Soester
Courant van 11 april a.s. Uw in
gezonden brieven en overige
reacties graag vóór 30 maart a.s.
in het bezit van de redactie.
Met het oog op de wens ouderen zo
lang mogelijk zelfstandig te laten
wonen, is er sprake van een ont
wikkeling van een aantal nieuwe
woonconcepten. In bestuurlijke
kringen denkt men al gauw aan
grootschalige categoriale woning
bouw voor ouderen, die vooral om
organisatorische en financiële re
denen onvermijdelijk wordt
geacht. Men denkt dan aan nieuw
bouw om de woning-contingenten
zo optimaal mogelijk te benutten.
Geconcentreerde bouw van wo
ningen voor ouderen derhalve.
De landelijke ouderenbonden staan
daar nogal negatief tegenover. In-
deze opvatting zal het op den duur
betekenen: concentratie van hulp
behoevende ouderen; een aanslag
op het welzijn van de bewoners en
op de kwaliteit van het woonkli
maat. Directe aanleiding voor het
ontstaan van het wooncentrum als
nieuw woonconcept was de mati
ging van de gesubsidieerde bouw
van verzorgingshuizen, aangekon
digd in de Nota Bejaardenbeleid
1970. Voor de landelijke instellin
gen, die aan de bouw van deze te
huizen voor een groot deel hun be-
staanrecht ontleenden, betekende
het een ernstige bedreiging van de
continuïteit. Voor de bestaande
bouwplannen moesten alternatie
ven worden ontwikkeld.
Naast zakelijke organisatorische
overwegingen, speelden ook ideële
motieven mee. Veel aandacht werd
besteed aan de wijze waarop de be
woners de centra zouden moeten
kunnen gebruiken. Men richtte zich
vooral op de bevordering van socia
le kontakten tussen de bewoners.
Die zouden dan in zekere mate tot
onderlinge steun in de vorm van bu
renhulp moeten leiden. Të grote
eenzaamheid zou worden tegenge
gaan.
Het wooncentrum omvatte naast
zelfstandige flatwoningen in de wo
ningwet-sector een aantal gemeen
schappelijke ruimten en centrale
voorzieningen. En ook kwam er een
"huismeester" in het complex wo
nen.
Niet geheel duidelijk werd voor
welke groep ouderen het wooncen
trum bestemd was.
Problemen
Het functioneren van gemeen
schappelijke ruimten is sterk afhan
kelijk van bewonerskenmerken en
van specifieke omstandigheden ter
plaatse. In de praktijk bleek dat de
gemeenschappelijke ruimten dik
wijls door slechts enkele bewoners
intensief worden gebruik.
Ook de functie van huismeester
geeft aanleiding voor problemen.
Technische en sociale ondersteu
ning blijkt niet altijd goed te combi
neren.
Ook leiden de aanwezige voorzie
ningen tot relatief hoge woonlasten
voor alle bewoners en dat heeft
weer ernstige financiële gevolgen
voor bewoners die afhankelijk zijn
van de AOW.
Tenslotte blijkt in de praktijk dat de
concentratie van een groot aantal
ouderen in een centrum bij stijging
van de gemiddelde leeftijd vaak ge
paard gaat met een plotseling sterk
toenemende zorgvraag.
Instabiel
Als onvoldoende aandacht wordt
besteed aan de opbouw van de be
wonerspopulatie, dan dreigt al snel
Met de introductie van een seniorenpagina door de Stichting Welzijn
Ouderen Soest (S.W.O.S.) wordt een belangrijke stap gezet naar een
uitbreiding van de voorlichting van ouderen in Soest.
Het is daarom zeer verheugend dat de Soester Courant ons geheel be
langeloos de mogelijkheid hiertoe biedt, want, zoals elders al blijkt,
bijvoorbeeld in Soest, voorziet zo'n seniorenpagina in een grote be
hoefte.
Wij weten allemaal hoe belangrijk informatie en voorlichting is. Wij
zien ook dagelijks zoveel informatie op ons afkomen dat het vaak
moeilijk is om de informatie die wij nodig hebben daaruit te selecteren.
Daarom zullen wij proberen in deze seniorenpagina de informatie en
voorlichting op te nemen waarom ouderen vragen en die voor hen van
waarde kan zijn.
De werkgroep die onder leiding van de heer Pieren met deze activiteit
is gestart heeft daarbij behoefte aan mensen die mee kunenn en willen
werken om deze seniorenpagina tot een succes te maken. Wij zullen
trachten deze pagina maandelijks te laten verschijnen maar daartoe is
natuurlijk ook de steun nodig van vrijwilligers die kopij leveren voor
die pagina of onderwerpen weten aan te brengen waarover wij dan
weer deskundigen kunnen raadplegen.
Dit lijkt mij een goed moment om de werkgroep een goede start en
veel succes toe te wensen en ik spreek daarbij de wens uit dat de senio
renpagina een goede ontvangst ten deel valt bij de ouderen en niet al
leen bij hen in Soest. Th. Holleman,
voorzitter S.W.O.S.
In een Horeca-vakblad werd vorig
jaar een oproep aan restaurant
houders geplaatst met de vraag of
zij een speciaal onderenmenu op
de kaart kenden en zo nee, of zij
daar iets voor voelden. Een aantal
restauranthouders reageerde spon
taan en positief. En ook bleek dat
in een enkel geval aangepaste por
ties geserveerd worden als men
daar om vraagt.
Dit balletje kwam aan het rollen
naar aanleiding van een pleidooi
van mevrouw Van Leeuwen in het
septembernummer van het blad
"Aktief Vrij", een tijdschrift voor
volwassen levensgenieters, voor een
ouderenmenu in restaurants. Uit de
reacties blijkt dat er heel inventief
met het probleem wordt omgegaan.
Zo is er een restaurant dat elke mid
dag om twaalf uur een Senioren
drie-gangendiner serveert voor een
zeer schappelijke prijs. Een ander
geeft met een sterretje achter de me
nu's aan, dat deze ook als 65-plus-
menu verkrijgbaar zijn.
Bekend is dat sommige chinese res
taurants heel soepel omgaan met
zo'n vraag, goede adviezen geven
en ook wel eens het restant in een
plastic zakje meegeven. Er zijn ook
restaurants die er geen bezwaar te
gen hebben dat ouderen samen één
porties bestellen en voor twee dek
ken.
Natuurlijk zijn er ook tegenstan
ders, zoals een afdeling van een ou
derenbond in Vleuten die opmerkte
dat "ouderen reeds al te zeer als af
zonderlijke groep burgers worden
beschouwd". Een opmerking die
we maar moeten laten voor wat ze
is.
Bij de redactie van het bovenge
noemde tijdschrift kwamen ook een
aantal originele ideëen binnen voor
namen die restaurateurs zouden
kunnen gebruiken: seniorenmenu,
limietmenu, minimenu, zilver diner,
nestor hapje, moins menu, mond
jesmaat, menu miniature of gastro
mini menu.
Soest kent heel wat eethuisjes. Mo
gelijk voelt men iets voor dit idee.
een negatieve spiraal van grotere
zorgbehoefte, stigmatisering en ver
val. Van belang is daarom dat een
actiefplaatsingsbeleid wordt ge
voerd; de nieuwe bewoners moeten
niet al te afhankelijk zijn. Is dat wel
het geval, dan is er al snel sprake van
een instabiel woonklimaat.
In de huidige praktijk wordt gespro
ken van een "huisvestingsvorm met
extra's". Over zorgbehoefte wordt
niet meer gepraat en de huismeester
is veelal buiten het complex gehuis
vest. Door een selectief wervings-
en plaatsingsbeleid moet er op toe
gezien worden dat juist deze woon-
centra aantrekkelijk zijn voor "jon
gere ouderen". Met het waarmaken
van een huisvestingsvorm met extra
voorzieningen, kan een aantrekke-
lijkwoonklimaat worden gecreëerd.
Gezien de problemen die kunnen
ontstaan is het niet verantwoord op
lokaal niveau tot de bouw van
grootschalige wooncentra over te
gaan. Eerst zal uitgebreid inzicht
verkregen moeten worden in de
kwalitatieve aspecten van het plan.
Zo'n plan zal vooral moeten aan
sluiten op de specifieke lokale be
hoeften.
(Bron: Nieuwsbrief RWW nr. 24)
In de dienstencentra liggen verschil
lende folders over vakantiemoge
lijkheden voor ouderen ter inzage.
Zolang de voorraad strekt is er ook
een aantal folders die u mee naar
huis kunt nemen.
Aanwezig zijn: Senior Vakantie
plan; de Senior vakantiekrant; Ge
handicapt of niet, vakantiefolder;
Aktief en vrij.
Hebt u vragen of specifieke wensen
dan kunt u zich ook wenden tot de
medewerkers van de S.W.O.S., die
de spreekuren ouderenwerk verzor
gen in de dienstencentra in Soest en
Soesterberg. Wist u bijvoorbeeld
dat er in de zomermaanden een
zwerfkaart bestaat, waarmee u voor
weinig geld vrijwel onbeperkt per
bus door Nederland kunt reizen?
De Raad voor het ouderenbeleid
pleit ervoor maatregelen te treffen
om de achterstandspositie van ou
dere vrouwen op te heffen. Een
aanmerkelijk deel van de oudere
vrouwen, en vooral de alleen
staanden onder hen, zitten in een
achterstand positie. Als de over
heid geen maatregelen neemt, zal
dat in het jaar 2010 in versterkte
mate het geval zijn.
De komende twintig jaren neemt
het aantal ouderen in ons land sterk
toe. Vooral het aantal oudere vrou
wen stijgt en het merendeel van hen
is niet gehuwd.
In het advies van de Raad voor het
ouderenbeleid aan de regering
wordt naast opleiding, arbeid en in
komen van oudere vrouwen veel
aandacht gegeven aan hun woonsi
tuatie, sociale netwerken, gezond
heid en behoefte aan zorg. Er wordt
op gewezen dat vrouwen op jongere
leeftijd de mogelijkheden moeten
hebben om een goede basis voor la
ter te leggen. En dan vooral op het
gebied van opleiding, betaald werk
en opbouw van pensioenrechten.
Sociaal netwerk
Het hebben van geregeld contact in
een kring van kennissen, vrienden,
buren en familie is voor de oudere
vrouw van groot belang. Vrouwen
Over volwasseneneducatie is al
heel wat geschreven en gezegd. De
"Third Age", de derde levensfase,
is immers voor velen uitermate ge
schikt om te zoeken naar een goe
de culturele en sociale invulling
om aan deze levensperiode een ei-
gén waarde te gevèth In 'mening
land is men tegemoet gekomen
aan de ontplooiingsbehoeften van
ouderen door uitbreiding van het
bestaande universitaire onderwijs.
Zo ook in Nederland.
Met de "First Age" wordt bedoeld
de jeugd en de schoolopleiding; met
de "Second Age" het gezinsleven
en de betaalde arbeid. En dan volgt
de "Third age", de post-economi-
sche levensfase, waarin gelegenheid
bestaat om interesse uit te breiden
of te ontdekken en eventueel aan
anderen over te dragen.
De "Third Age" kan tegenwoordig
lang duren als gevolg van vervroegd
pensioen, de grotere vitaliteit ten
gevolge van een vaak gezondere le
venswijze en verdergaande medi
sche ontwikkelingen.
In Nederland zijn, zoals gezegd, en
kele vormen van noger onderwijs
voor ouderen ontwikkeld. Zo kent
men het Hoger Onderwijs voor Ou
deren, HOVO, in Groningen, Rot
terdam en Nijmegen. In Den Haag
heeft de Open Universiteit een ou-
derenproject.
Ook is er een landelijke vereniging
in oprichting die zich wellicht zal
aansluiten bij de internationale
U3 A. U3A, University of the Third
Age, is de Engelse benaming voor
een internationale beweging die 17
jaar geleden in Frankrijk is ont
staan. Het is de beweging die een
wereldwijde bijdrage levert om in
de volwasseneneducatie óok oude-
reneducatie op te nemen.
Naast de HOVO en de landelijke
vereniging i.o. zijn er in Nederland
op sociaal-cultureel terrein ver
scheidene studie- en werkgroepen
gevormd op initiatief van ouderen
zelf. Deze groepen zijn echter niet in
een overkoepelend landelijk geheel
ondergebracht. In Engeland is dat
wel het geval binnen de nationale
U3A, waardoor ieder die belang
stelling heeft voor de mogelij khe-
Al ruim drie jaar is onze werk
groep Cursussen en Aktiviteiten
bezig om voor degenen, die ouder
zijn dan 55 jaar een pakket samen
te stellen, waarbij men zich geeste
lijk of lichamelijk kan ontwikke
len. In het witte boekje met een
zwart/wit gestreept vignet met
55+ daarin, staan al onze cursus
sen en aktiviteiten genoemd. De
meeste daarvan worden in onze
drie dienstencentra gegevens.
Om naar het zwembad de Trits in
Baarn te kunnen gaan, hebben wij
voor het vervoer kunnen zorgen
d.m.v. de ouderenbus. Onze cursus
leidsters hebben zich speciaal op
het les geven aan ouderen toege
legd. Het gaat tijdens de lessen ook
vooral om het sociaal verkeer met
elkaar. Het tempo ligt niet zo hoog
als b.v. bij de Volksuniversiteit. Bo
vendien worden onze cursussen en
aktiviteiten uitsluitend overdag ge
geven. De meeste ouderen hebben
er een hekel aan 's avonds de straat
op te gaan.
Behalve de cursussen, die o.a. wor
den gegeven in de dienstencentra en
"Molenschot" geven we in "De
Rank" en in "Credo" gymnas
tieklessen voor jonge senioren. Ten
overvloede misschien nog eens ge
zegd, alleen vanaf 55 jaar kunt u
hieraan deelnemen.
Wat ons als werkgroep zo'n voldoe
ning geeft is, dat alle deelnemers
aan onze cursussen en aktiviteiten
er zo'n geweldig genoegen aan bele
ven. Ook de cursusleid(st)ers heb
ben er plezier in. Daardoor krijgen
wij steeds meer aanvragen en zou
den we nog veel meer cursussen wil
len aanbieden, ware het niet dat we
maar mondjesmaat subsidie krij
gen.
We doen ons best om toch uit te
breiden. Een cursus kan alleen
doorgaan wanneer zich 15 gegadig
den hebben aangemeld. Uit het bo
venstaande zult u begrijpen dat,
wanneer ons nieuwe boekje uit
komt, u niet te lang moet wachten
met uw inschrijfformulier in te vul
len, daar u anders de kans loopt dat
wij u wegens plaatsgebrek moeten
teleurstellen.
In Soesterberg zouden wij graag nog
wat meer animo willen ondervin
den. Daar zijn enkele cursussen,
waar nog best een paar ouderen bij
zouden kunnen.
Meer bewegen voor ouderen houdt
u fit en is uitermate goed voor de al
gehele conditie. Geestelijk bezig
zijn met b.v. Engels of Frans houdt u
jong van geest. U hebt ook iets om
naar uit te zien als u thuis bent. U
hoort er dan weer helemaal bij en
dat is, in deze tijd van vereenza
ming, van veel belang.
In augustus komt ons nieuwe boekje
weer uit. Wij zien uw aanmeldingen
graag tegemoet.
E. Koning, secr.
den op dit gebied in zijn omgeving
geïnformeerd kan worden.
De verscheidenheid van de Engelse
U3A, die zowel de meer als minder
academische richtingen omvat, is
een model dat ook geschikt is yoor
de oudereneducatie in Nederland.
Het aanbod is toegankelijk voor
meer ouderen dan uitsluitend de
hoger opgeleiden. In de Britse ver
sie is de U3A niet rechtstreeks ver
bonden aan een bestaande universi
teit.
In Arnhem wordt de uitvoering van
de U3A-gedachte gezocht in het or
ganiseren van cursussen/studie
groepen voor mensen van 50 jaar en
ouder. De studiegroepen die over
dag bij elkaar komen, blijven klein
(10 tot 15 deelnemers) om een goed
onderling gesprek mogelijk te ma
ken. En dat gebeurt dan onder lei
ding van een deskundige op het be
treffende gebied.
Het geheel gebeurt in nauwe sa
menwerking met de Volksuniversi
teit van Arnhem, die als eerste
volksuniversiteit in Nederland de
doelstelling van deze internationale
beweging duidelijk als verbreding
van het eigen werkterrein behartigt.
Een initiatief dat navolging ver-
dient- (Bron: LSOB)
De financiële positie van de door de
Ziekenfondsraad beheerde kassen
van de ziekenfondsverzekering en
de algemene wet bijzondere ziekte
kosten is ten opzichte van de laatste
raming (de oktoberraming) aan
zienlijk verbeterd.
Dat constateert de Ziekenfonds
raad in zijn ontwerp-februaribrief
aan de regering. Deze ontwerp-
brief, opgesteld door de commissie
Financiële Zaken van de Zieken
fondsraad, komt op donderdag 22
februari in de plenaire vergadering
van de raad aan de orde.
De Algemene Kas (ziekenfondsver
zekering) zal eind 1990 nog steeds
een dekkingstekort hebben, maar
dat zal dan met f 80 miljoen afgeno
men zijn tot f 300 miljoen, zo raamt
de commissie.
Het dekkingsoverschot in het Alge
meen Fonds Bijzondere Ziektekos
ten (de kas van de AWBZ) neemt
ten opzichte van de oktoberraming
per ultimo 1990 met ruim f 700 mil
joen toe tot ruim 1,5 miljard.
De gunstiger positie van beide kas
sen in voornamelijk te danken aan
hogere premies dan die welke in de
oktoberraming aangenomen wer
den (Ziekenfondswet: aangeno
men in oktober 7,8% werd 7,9%.
AWBZ: aangenomen in oktober
5,24% werd 5,4%).
bezitten vaak een grotere sociale
vaardigheid dan mannen, om een
sociaal netwerk in stand te houden.
In het ouderenbeleid moeten dan
wel de randvoorwaarden worden
geschapen, onder andere wat be
treft de woonsituatie, de sociale vei
ligheid en de beschikbaarheid en
toegankelijkheid van het openbaar
vervoer.
Naar de mening van de Raad voor
het ouderenbeleid kunnen juist ge
meenten, vaak met weinig midde
len, veel doen aan de sociale veilig
heid. Het gevoel veilig uit huis te
kunnen, speelt bij oudere vrouwen
een grote rol en gaat vereenzaming
tegen.
Onderwijs
Van de vrouwen van 65 jaar en ou
der heeft 60 tot 70% alleen lagere
school, plus de ervaringskennis die
ze daarna hebben opgedaan. Er is
bij veel oudere vrouwen de behoef
te om de draad weer op te pakken.
De minister van onderwij s krij gt van
de raad de aanbeveling om in zijn
beleid voor volwasseneneducatie
meer aandacht te besteden aan het
bieden van mogelijkheden voor ou
dere vrouwen. Bepleit wordt het in
stellen van een tijdelijk stimule
ringsfonds.
De nu nog voorkomende regels,
waarin maximum leeftijdsgrenzen
worden gesteld bij het deelnemen
aan opleidingen, moeten worden
afgeschaft. Alleenwonende vrou
wen die alleen van de AOW moeten
leven, geven al gauw de helft hier
van uit aan woonlasten. De raad
meent dat in het kader van de indi
viduele huursubsidie hiervoor een
oplossing gezocht moet worden.
Gezondheidsbeleid
In het gezondheidsbeleid voor ou-
dere vrouwen moet de aandacht
vooral naar de preventie uitgaan.
Verder is voor elke oudere van be
lang dat men er zeker van moet kun
nen zijn dat, als op een moment
hulp nodig is, die hulp ook beschik
baar is. De raad acht het in dit ver
band gewenst dat er per wijk een
zorgcoördinator komt om inlichtin
gen te geven, te bemiddelen bij
eventueel nodige hulp en deze te
coördineren.
De raad vindt ook dat er grenzen
zijn aan de door de overheid onuit
puttelijk gewaande buren- en fami
liehulp en vrijwilligerswerk. De re
gering zal eerst moeten onderzoe
ken waar die grenzen liggen.
Het nog nauwelijks aanwezig zijn
van de geriatrische discipline in de
Nederlandse ziekenhuizen en uni
versiteiten is er mede oorzaak van
dat, ten opzichte van andere wester
se landen, een achterstand is ont
staan in inzicht en aanpak van de
gezondheidsklachten van ouderen.
In dit kader wijst de raad erop dat
zowel in de beroepsopleidingen als
in het praktijk werk een grotere rol
moet worden ingeruimd voor de ge
riatrie.
Het merendeel van de cliënten van
de gezinszorg en wijkverpleging (70
tot 80%) bestaat uit ouderen en
voor de komende jaren wordt een
sterke stijging van de hulpvraag ver
wacht. Het huidige overheidsbe
leid, dat op dit punt geen of slechts
een geringe groeiruimte biedt, zal
daarom tot lange wachtlijsten lei
den, ondanks extra overheidsin
spanningen om de thuiszorg uit te
breiden. (Bron: LSOB)
Toen in 1986 de eerste sympto
men van het Dekker-tijdperk aan
de horizon verschenen, hebben de
kruisverenigingen in deze regio
(Noord/Oost Utrecht) besloten het
initiatief in eigen hand te houden.
Zij legden kontakt met elkaar en
stelden de voorwaarden vast voor
een eventuele fusie of verregaande
samenwerking. In 1988 besloten
ook de overige kruisverenigingen
niet langer af te wachten.
Dat leidde tot een reorganisatie van
het gehele kruiswerk in de provincie
Utrecht, die op 1 januari j.1. nage
noeg voltooid was. Ook in de mees
te andere provincies reorganiseer
den de kruisverenigingen zich.
Wat behelst deze organisatie?
In onze regio waren tot 1 januari
1990 vijf kruisverenigingen werk
zaam. Naast de kruisverenigingen
van Baarn en Soest waren dat de re
gionale kruisverenigingen Leus
den-Achterveld, Oost-Utrecht
(Renswoude, Scherpenzeel, Wou
denberg en Maarn) en Eemkruis
(Amersfoort en Bunschoten). Van
af 1 januari zijn deze verenigingen
samengegaan in de Stichting Kruis
werk Noord-Oost Utrecht.
Tegelijkertijd is de provinciale koe
pelorganisatie ontmanteld en zijn
ook de provinciale diensten onder
gebracht in de nieuwe Stichting. Zo
is een kruiswerkorganisatie ont
staan, waarbinnen meer dan 300
personen werkzaam zijn. Deze gro
te omvang heeft de dreiging in zich,
dat het een log bedrijf wordt. Dat is
door de Stichting onderkend.
Tot 1990 is het kruiswerk georgani
seerd in basiseenheden (gebieden
van tussen de 22.000 en 30.000 in
woners). Binnen de basiseenheden
zijn teams met wijkverpleegkundi
gen en wijkziekenverzorgenden
werkzaam, die de direkte zorg ver
lenen, de consultatiebureaus draai
en (samen met consultatiebureau
artsen) en de uitleen van verpleeg-
artikelen verzorgen. Bovendien
verzorgen zij individuele- en
groepsvoorlichting en organiseren
zij cursussen op allerlei gebied. Zij
doen dit alles onder verantwoorde
lijkheid van de leidinggevende, de
hoofdwijkverpleegkundige. Zo is
het mogelijk om dicht bij de mensen
de zorg te verlenen en herkenbaar
voor de kliënt te blijven.
Het spreekt vanzelf dat de Stichting
deze verworvenheid van het Kruis
werk heeft behouden. Alleen de
diensten, die voorheen op bestuur
lijk- of provinciaal niveau (of door
derden) werden uitgevoerd, zijn re
gionaal georganiseerd.
Gebruikersraden
Een en ander betekent, dat er voor
de kliënt in eerste instantie weinig
verandert. Voor de leden van de
voormalige kruisvereniging veran
dert er meer. Omdat het lidmaat
schap van de kruisvereniging meer
en meer het karakter draagt van een
verzekering en omdat het vereni
gingskarakter steeds meer op de
achtergrond is komen te staan, is
besloten om de verenigingsstruk-
tuur op te geven. De leden zijn per 1
januari leden/contribuant gewor
den. De plaatselijke besturen heb
ben hun aktiviteiten aan het Stich
tingsbestuur overgedragen. De
Stichting heeft voor haar contri
buanten de mogelijkheid geschapen
gebruiksraden te formeren. Als er
drie contribuanten tezamen een ge
bruikersraad willen vormen, kun
nen zij dat aan de direkte van de
Stichting kenbaar maken.
De gebruikersraden adviseren de
Stichting gevraagd en ongevraagd
over zaken betreffende het kruis
werk. In de toekomst zal de Stich
ting voor haar gebruikers nieuwe
aktiviteiten opzetten, welke vanuit
de contributie betaald zullen wor
den. Deze aktiviteiten staan dus los
van de thuiszorg, preventieve zorg,
de uitleen en de G.V.O. (gezond
heidszorg, voorlichting en opvoe
ding).
Dwingende noodzaak
Wat betekent de regionalisatie voor
het kruiswerk, voor de bestaande
samenwerkingsverbanden met in
stellingen voor gezinszorg, huis
artsen en andere le en 2e lijns in
stellingen of beroepsbeoefenaren?
In de voorwaarden voor de fusie is
vastgelegd dat bestaande samen-
werkingsprojekten niet door de fu
sie geblokkeerd zouden worden.
Deze voorwaarde werd ingegeven
door de verwachting, dat samen
werking in de toekomst een dwin
gende noodzaak zal worden.
In het onlangs verschenen rapport
van het ministerie van Welzijn,
Volksgezondheid en Cultuur, "van
samenwerken naar samengaan" is
deze verwachting uitgekomen.
Kruiswerk en Gezinszorg zullen
voor 1996 een nauwe samenwer
king (fusie?) tot stand gebracht
moeten hebben op regionaal ni
veau. Het kruiswerk is er, dankzij de
fusie per 1 januari 1990, klaar voor.