Van Weedestraat en Ossendamweg/Vondellaan zijn de grootste knelpunten in Soest Openb zijn vai WOENSDAG 17 APRIL 1991 OP 'T HOOGT -^!NAS ^|^GllAPRrie Hoofdlijnen scenario 1 Hoofdlijnen scenario 2 «Maan hoofd oulostructi buslijnen alternatief WAW.VW- verkeersluw gemaakt W B woningbouw badrjventeri tunnel Ossendomweg Schets fietsroutenetverk Hoofd outo structuur busljji verkeersluw gemooht woningbouw bedrjventerrein" afscherming Ossendomweg hoofdwegen medegebruik woonstraten bestaande oucr^teek.- voorr «ïni'rvg nieuwe/ te verbeteren voorziening nieuwe/tc veroeteten, route De grootste verkeersknelpunten in Soest vormen de Van Weedestraat en de Ossendamweg/Vondellaan. Daar naast is er sprake van teveel (sluip)verkeer in sommige woonstraten. Dit staat in de eerste versie van het con- cept-verkeersbeleidsplan, opgesteld als aanloop naar een afgerond plan. Dit moet dan uiteindelijk worden ver werkt in de totale structuurvisie van Soest. In een verkeersbeleidsplan wordt het verkeersbeleid aangegeven in de ruimste zin van het woord. Nu is het verkeer geen op zichzelf staand ver schijnsel. Het wordt veroorzaakt door tal van andere activiteiten: wo nen, werken, recreëren enzovoorts. Daarnaast zijn er nog enkele andere aspecten waarmee de opstellers van een verkeersbeleidsplan rekening moeten en willen houden, zoals landschap, milieu en verkeersveilig heid. De onderdelen Het verkeersbeleidsplan is opge splitst in een vijftal onderdelen. Deel A, het algemene deel, bevat een korte geschiedschrijving van de ontwikkeling van Soest op het ge bied van de ruimtelijke structuur en het verkeer. Daarnaast worden in dit deel de beleidsuitgangspunten geformuleerd. In deel B, de knelpuntennota, wordt getracht een inventarisatie te maken van de knelpunten op verkeersge bied zoals die in Soest aanwezig zijn. Deel C, het verkeersmodel, is een puur technisch deel en bevat het verkeersmodel dat voor Soest is ontwikkeld. Deel D, ontwikkelings varianten hoofdstructuur, gaat in op de toekomstige ontwikkelingen op allerlei gebied, en de gevolgen hier van voor het verkeer. Deel E tenslotte, de locatiegerichte oplossingen, is een deel dat nog niet gemaakt is. Hierin zullen specifieke oplossingen op bepaalde punten in Soest aangegeven worden. Dit is echter pas mogelijk indien de totale structuurvisie met de verkeerskun dige gevolgen bekend is. Geschiedenis Soest is in het verre verleden ont staan als een lintdorp aan de noord oost kant van de Engh. Daarna zijn enkele buurtschappen ontstaan die langzamerhand aan het lintdorp zijn vastgegroeid, zoals Soestdijk en Soest-Zuid. Door deze ontwikke lingen kreeg Soest beetje bij beetje zijn ruimtelijke structuur en ook zijn verkeersstructuur. Zo zijn in de pe riode 1850 tot 1900 buurtspoorwe gen aangelegd, waartoe ook de lijn Baarn-Soestdijk-Soest-Utrecht be hoort. In de jaren '60 en '70 werden ten zuiden van de Engh de wijken Smitsveen en Klaarwater gebouwd, en daarna Overhees. Grote ontwik kelingen op verkeersgebied waren de aanleg van de Dalweg en de Ko ningsweg. Soesterberg en Soestdui- nen hebben zich eigenlijk als geheel zelfstandige buurtschappen ont wikkeld, waarbij Soesterberg de grootste van de twee geworden is. Beleidsuitgangspunten Een verkeersbeleidsplan kan men niet ontwikkelen zonder te weten wat de uitgangspunten van het be leid moeten zijn. Nu is Soest geen afgesloten enclave in een niemands land, maar onderdeel van een pro vincie en van een land. Wil men de uitgangspunten van het beleid kun nen bepalen, dan moet ook gekeken worden naar het beleid zoals dat door de hogere overheden gefor muleerd is of wordt. Beleid op rijksniveau Een van de belangrijkste handvat ten is het Tweede Structuur Schema Verkeer en Vervoer. Hierin geeft de rijksoverheid aan hoe ze denkt in de toekomst met het verkeer om te gaan. Het schema geeft een viertal "luiken" aan. Dit zijn: -leefbaarheid; - geleiding en beperking van de mo biliteit; - bereikbaarheid; - fundament. Leefbaarheid De leefbaarheid is te vergroten door het beperken van het verkeers- volume. verbeteren van het snel heidsgedrag, het verzamelen van het verkeer op de hoofdroutes, en het verkeersluw maken van woon gebieden. Tot de leefbaarheid be hoort ook het terugdringen van de verkeersonveiligheid. Met name zijn hiermee gebaat het langzaam verkeer en de risicogroepen. Ook het opsporen van "black spots" be hoort tot het vergroten van de leef baarheid. Een black spot is een kruispunt of een wegvak waar rela tief veel ongelukken gebeuren. Door deze ongelukken te analyse ren, kan men trachten de oorzaak te achterhalen (bijvoorbeeld slecht uitzicht vanuit een zijweg) en probe ren het probleem op te lossen. In Soest is men daar overigens al mee bezig. Geleiding en beperking van de mobiliteit Het begrip mobiliteit kan worden omschreven als "het mobiel zijn". Hiermee wordt niet alleen het auto rijden bedoeld, maar elke vorm van verplaatsen. Of dat nu met de fiets gaat, lopend of met het openbaar vervoer of toch de auto. Men tracht door het beperken van de mobiliteit te bereiken dat mensen zich minder verplaatsen. Dit betekent niet dat men verplicht wordt thuis te blijven. Door activiteiten te concentreren op bepaalde plaatsen, kan het aan tal verplaatsingen beperkt worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een goed toegerust win kelcentrum, waar men praktisch al les kan vinden. Men kan dan op een plaats alle inkopen doen. Het is dan dus niet langer nodig van winkel centrum naar winkelcentrum te gaan omdat men dit artikel hier heeft en dat daar. Andere vervoerswijze Een tweede voordeel van het con centreren van de activiteiten is dat een duidelijke stroom bezoekers te onderscheiden valt. Wanneer veel mensen zich van hun woonplek naar een andere zelfde plaats bege ven (werk, recreatie, winkel) dan is het beter mogelijk om alternatief vervoer aan te bieden, zoals bus en trein. Verder kan het geleiden van de mobiliteit zich ook uiten in het aanleggen van veilige fietsroutes. Behalve het positief stimuleren van andere vervoerswijzen, is nog een andere benadering mogelijk. Par keerbeleid is daar een duidelijk voorbeeld van. Het inrichten van een beperkt aantal parkeerplaatsen voor kort parkeren zal na verloop van tijd leiden tot een keuze van een andere vervoerswijze, waarbij par keren geen probleem vormt. Bereikbaarheid Het luik bereikbaarheid heeft veel met het beperken en geleiden van de mobiliteit te maken. Het concen treren van activiteiten als wonen, werken en winkelen heeft geen nut als deze plekken niet goed bereikt kunnen worden. Het is dus zaak goede verbindingen tot stand te brengen tussen de diverse locaties. Hier komen ook weer de fietsroutes ter sprake, evenals goede openbaar- vervoerverbindingen. Voor zover de auto noodzakelijk moet worden gebruikt (bevoorraden van winkels, het goederenverkeer naar het in dustrieterrein), zullen ook hiervoor goede verbindingen aanwezig moe ten zijn. Fundament Binnen het luik fundament zijn za^ ken ondergebracht als de handha ving van maximum snelheden en van parkeermaatregelen. Hiervoor is een goed uitgerust en efficiënt controle-apparaat nodig. Daar naast moet het waarom van de maatregelen ook voor iedereen hel der zijn. Een maximum snelheid moet duidelijk uit het beeld van de weg blijken. Ook de sociale aspecten van het verkeer behoren tot dit luik. Met na me wordt hierbij gedacht aan het verminderen van de verkeersonvei ligheid voor ouderen en gehandi capten, en het treffen van specifieke verkeersvoorzieningen voor deze groepen. Provinciaal beleid Het provinciaal verkeersbeleid zal uiteraard nauw aansluiten op het landelijk beleid. Op dit moment is de provincie bezig met het opstellen van een streekplan. Als basis hier voor dient een lange- termijnvisie, "Sporen naar de Toekomst". Deze zaken zijn echter nog volop in ont wikkeling, zodat echte beleidsuit gangspunten vanuit de provincie nog niet te geven zijn. Wat wel aan knopingspunten biedt, is het pro vinciaal "Programma verkeersvei ligheid 1990". Als speerpunten geeft de provincie aan: - het terugdringen van het aantal ongelukken met slachtoffers; - het verminderen van de materiële en immateriële schade als gevolg van ongelukken; - het terugdringen van de dreiging van het verkeer. Gemeentelijk beleid Ook de gemeente heeft, vooruitlo pend op het verkeersbeleidsplan, een aantal beleidslijnen geformu leerd. Deze zijn terug te vinden in het collegeprogramma 1990-1994. Hoofdpunten hieruit zijn: - het voorrang geven aan verbete ring en uitbreiding van het open baar vervoer; - het uitbreiden van verbeteren van voorzieningen voor fietsers en voet gangers; - het beperken van het autogebruik, stimuleren van carpooling; - het uitbreiden van de 30-km. zo nes (of vergelijkbare situaties) in woonwijken. Knelpunten Deel B van het verkeersplan bevat een inventarisatie van de knelpun ten. Deze zijn in een aantal catego rieën ondergebracht: - ruimtelijke structuur; - langzaam verkeer; - openbaar vervoer; - autoverkeer; - verkeersveiligheid; - milieuhinder. Ruimtelijke structuur Soest kent relatief veel extern ver keer. Daarmee wprdt het verkeer bedoeld dat uit Soest vertrekt met een bestemming buiten de gemeen te, maar ook verkeer dat van buiten Soest komt met een bestemming in Soest zelf. Dit wordt mede veroor zaakt door de ligging van Soest aan de noord-oost flank van de rand stad, Er liggen in de omgeving veel potentiële woon- en werklocaties, waardoor veel forensisme optreedt. Ook voor andere activiteiten zoals winkelen en recreëren trekken veel mensen naar de grotere kernen in de omgeving zoals Hilversum, Amers foort en Utrecht. Vaak wordt hier voor de auto gebruikt. Ruimtelijke knelpunten Het aandeel doorgaand verkeer in Soest met met 7 procent erg laag. Het Soester wegennet staat bijna geheel ter beschikking voor het ei gen verkeer. Desondanks bestaan er enkele knelpunten: - relatie Soest-Zuid/Hilversum/ Baarn; verbinding via Van Weede straat of Ossendamweg; - relatie Soesterveen (Koningsweg en omgeving)/Amersfoort/ Soesterberg, via de Ossendamweg/ Vondellaan; - relatie Soestdijk/Amersfoort,via de Van Weedestraat; - relatie Soestdijk/Hilversum en Utrecht, deel via de Van Weede straat. Het bedrijventerrein Nieuwe Gracht kent voor wat betreft de re latie naar Amersfoort hetzelfde probleem op het traject Ossendam weg/Vondellaan. Op kleinere schaal kent het bedrijventerrein in Soestduinen een ontsluitingspro bleem naar de Soesterbergsestraat. Ook voor het langzaam verkeer zijn ruimtelijke knelpunten aan te wij zen. Met name betreft dit de aanwe zigheid van de Engh. Voor sommige relaties is de Engh een barriere. Fietsverkeer moet gebruikmaken van de hoofdwegenstructuur die rond de Engh ligt. Door de daar door af te leggen langere afstanden wordt het gebruik van de fiets niet gestimuleerd. Als laatste type ruimtelijk knelpunt kan worden aangemerkt het alwik- kelen van het verkeer door straten die daar eigenlijk niet voor bedoeld of geschikt zijn. Zo is het onder scheid tussen een verkeersstraat en een woonstraat niet altijd even dui delijk aan de inrichting van de straat te herkennen. Daarnaast is er een aantal wegen met een dubbele func tie. Duidelijk voorbeeld hiervan is de Van Weedestraat. Deze heeft zo wel een verkeersfunctie als een win kelfunctie. Langzaam verkeer: fietsen en lopen Het fietsroutenetwerk in Soest is verschillend in kwaliteit. Op be paalde plaatsen is die goed te noe men, op andere matig, terwijl op sommige plaatsen de juiste voorzie ningen voor fietsverkeer ontbreken. Om van veilige en snelle verbindin gen voor het fietsverkeer te kunnen spreken, moeten deze gekenmerkt worden door: - directe verbindingen naar de be langrijkste attractiepunten; - geen oponthoud kennen bij con flicten met autoverkeer; - veilig zijn zowel in langsrichting als in dwarsrichting. Bij het voorstel tot verbeteren en optimaliseren van de fietsroutes zijn de belangrijkste attracties als uit gangspunt genomen. Dit zijn: - scholen (Griftland College, Baarnsch Lyceum, mavo Soest); - centrumgebieden (Van Weede straat, Soest-Zuid, Smitshof, Tam boerijn); voorzieningen (sportvelden, zwembad, gemeentehuis etc.); - stations; - externe verbindingen (Baarn, Amersfoort, Soesterberg). Fietsverbindingen Volgens het concept-verkeersbe- leidsplan is het fietsroutenetwerk in Soest redelijk compleet. Hier en daar ontbreekt nog een enkele ver binding of is het voor verbetering vatbaar. Zo worden genoemd: - het fietspad over de Engh tussen Parklaan en Kolonieweg; - enkele trajecten in de wijk Over hees; - de Praamgracht. Veiligheid voor langzaam verkeer De veiligheid voor het langzaam verkeer valt in twee categorieën uit een: de langsveiligheid en de dwars- veiligheid. Onder langsveiligheid wordt verstaan de bescherming van het langzaam verkeer ten opzichte van het evenwijdige autoverkeer. DuS trottoirs en fietspaden op die plaatsen waar het autoverkeer een bepaalde intensiteit heeft of een re latief hoge snelheid. Ook plaatsen waar op de rijbaan weinig ruimte is om verkeerssoorten te mengen, be horen tot deze categorie. Dwarsveiligheid betekent de veilig heid bij het oversteken. Enkele pun ten zijn: - langsveiligheid Van Weedestraat; - oversteken Van Weedestraat van wege winkelvoorzieningen; -oversteekvoorzieningen over de Koningsweg vanuit Overhees; -oversteekvoorzieningen over an dere drukke straten (Dalweg, Beu kenlaan, Ossendamweg, Soester bergsestraat etc.). Autoverkeer Eventuele knelpunten voor het au toverkeer kunnen zich voordoen voor de volgende aspecten: - intensiteiten; - samenstelling; - snelheden; - parkeren. De belangrijkste gesignaleerde pro blemen zijn: - dreigende capaciteitsproblemen op de kruisingen met de Ossen damweg/Vondellaan; - oponthoud door laden en lossen en langsparkeren in de Van Wee destraat Dit zijn problemen op de hoofdwe genstructuur. Op de overige wegen doen zich echter ook knelpunten voor. In de meeste gevallen hebben die te maken met te hoge intensitei ten op wegen die daar niet geschikt voor zijn of die eigenlijk een andere functie hebben. Met name vallen in dit verband op de Van Beuningen- laan en de Bartolottilaan, de Albert Cuyplaan, de Beetzlaan, het Na- ssauplantsoen en de Nieuweweg. Verkeersveiligheid De knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid kunnen gegroe peerd worden naar - ongevalsconcentraties; - ongevalsgegevens, algemeen; - subjectieve onveiligheid. Behalve het al eerder vermelde on derzoek naar de ongevalsconcen traties, leert een nadere analyse van de ongevalsgegevens dat nog steeds een relatief groot aantal jongeren in de leeftijd tot 18 jaar betrokken is bij ongevallen. Dit komt overeen met het landelijk beeld. Het lijkt dus noodzakelijk om veel aandacht te schenken aan deze risicogroep. Dit kan in de vorm van voorlichting en educatie, maar ook door controle. Overigens geldt dit voor alle groe pen van verkeersdeelnemers. Het verkeersveiligheidsbeleid is zo'n belangrijk onderdeel van het verkeersbeleid, dat het zeer wel mo gelijk is hiervoor een apart ver- keersveiligheidsplan te ontwikke len. Toekomstbeeld Waar en hoeveel huizen worden er in Soest nog gebouwd? Komt er een uitbreiding van het bedrijventer rein? Wat voor ontwikkelingen zijn er in het openbaar vervoer? Alle maal vragen die van invloed zijn op het verkeer in Soest. Een aantal van deze vragen wordt uiteindelijk in de structuurvisie beantwoord. Voor de antwoorden op andere vragen zijn we afhankelijk van het beleid op rijksniveau. Het concept-verkeers- beleidsplan kan slechts een aantal mogelijke varianten onder de loep nemen en de verkeerskundige ge volgen ervan bekijken. Vanwege de overzichtelijkheid en het kunnen beoordelen van de effecten, is een drietal scenario's ontwikkeld met ieder een eigen filosofie. Scenario 1 - Keuze van de auto als hoofdver voersysteem; het openbaar vervoer wordt aanvullend; - woningbouw in het noorden; - oplossen van knelpunten door middel van nieuwe infrastructuur. Dit scenario is bedoeld om aan te geven wat er zou gebeuren indien, Het concept-verkeersbeleidsplan bevat een flink aantal pagina's over het openbaar vervoer. Belangrijk e/conclusie is dat het openbaar «ervoer in Soest onder de maat is. ET busvervoer blijft in Soest met 7 5 procent van het totale perso nenvervoer ver onder het landelijk «middelde van 10 tot 20 procent, ff' 7 5 procent wordt met een klein „ml busritten bereikt. De 120 busritten zijn minder dan 0,2 pro cent van het verkeer in Soest. Soes terberg beschikt over een relatief goed openbaar vervoer. 3e eerste ambtelijke rapporten be- atten een nog zeer voorlopige be- chrijving van dc knelpunten en noeelijke oplossingen. Ook voor de rein bestaan er heel wat knelpun- en. De knelpunten Als knelpunten worden in het rap- >ort genoemd: Om veel wijken te bereiken bij bus haltes op korte afstand van de wo ningen, rijden de bussen (lange verzamelroutes. Het aantal bussen per uur is te laag zoals in het verleden vaak het geval j was, de auto de boventoon blijft voeren. Bij deze keuze dienen de knelpunten in het voordeel van de auto opgelost te worden. Dat bete kent de Van Weedestraat aan het verkeer onttrekken en een nieuwe route maken. Ook is het mogelijk de route Praamgracht, Stadhouders laan, Lange Brinkweg, Korte Kerk straat voor deze functie geschikt te maken. De Ossendamweg zou in dit scenario geheel voor het vervullen van de functie van verkeersader omgebouwd moeten worden. Dit kan betekenen het uit de kast halen van oude ideeën, namelijk het bou wen van een tunnel. Een andere mogelijkheid is het afbreken van de woningen aan de zuidkant van de weg om een behoorlijke verkeers weg te kunnen maken. Scenario 2 - Geen grote infrastsructurele werken; - woningbouw verspreid over de ge meente; - beperken van de negatieve gevol gen van het autoverkeer door be perkte herinrichting; - zeker geen stimulering van het au toverkeer. In dit scenario wordt gepleit voor het zoveel mogelijk handhaven van de bestaande situatie. De Van Wee destraat wordt heringericht tot een straat voor eenrichtingverkeer met parkeerplaatsen. Het verkeer zal daardoor afremmen met als gevolg dat de winkelfunctie verbeterd kan worden. Via de Lange Brinkweg kan een route gemaakt worden voor verkeer de andere kant op. De Os sendamweg zal ook beperkt herin gericht worden, waarbij de stroom functie voor het verkeer wordt bevorderd. De overlast van het ver keer zal door maatregelen zoveel mogelijk worden beperkt. Scenario 3 - Keuze voor het beperken van het aantal autokilometers; - duidelijk versterken van het open baar vervoer en het langzaam ver keer; - woningbouw in het noorden; -vermindering van de overlast op knelpunten door hët nemen van beperkte maatregelen. Het oplossen van de knelpunten Van Weedestraat en Ossendamweg gebeurt in dit scenario op dezelfde manier als in scenario 2. Het grote verschil met het voorgaande is ei genlijk dat een duidelijke keuze wordt gemaakt om mensen te laten overstappen naar andere manieren van vervoer: de fiets en het open baar vervoer. Vooral dit laatste wordt zo belangrijk geacht, dat dit als apart onderwerp in opgenomen in deze Op 't Hoogt. Langzaam verkeer in de toekomst In alle drie de scenario's worden voor het langzaam verkeer dezelfde beleidslijnen en maatregelen voor gesteld. In feite komen ze neer op de maatregelen zoals die al genoemd zijn bij de inventarisatie van de knelpunten. In secnario 3 zal aan voorlichting en educatie nog meer aandacht worden besteed. Op lijn 70 (naar Amersfoort) ir Soest zouden minstens drie bussei per uur moeten kunnen rijden. Een snelle busverbinding met ande re plaatsen ontbreekt. Enkele delen van Soest hebben on voldoende ontsluiting door he openbaar vervoer (gedeelten van d< wijken Soestdijk, Soest-Zuid, en d< westrand van Overhees en van he industrieterrein). De wijk Mercury en het Kamp vai Zeist in Soesterberg worden onvol doende door het openbaar vervoe bediend. De omleiding voor de markt ii Soesterberg is een ongewenste in breuk op de dienstregeling en moe voorkomen worden. De bussen zouden de Rademakei straat in Soesterberg in twee richtir gen moeten berijden als de busse richting Zeist/Utrecht via ee doorsteek de oude rijksweg kunne oprijden. lijn 70 lijn 72 Ijjn73 l 1 X J) li

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1991 | | pagina 32