Soest blijft actief
op gebied van
milieuverbetering
Lezingen in kader van het
nieuwe bestemmingsplan Landelijk Gebied
Oprichting van Wildbeheereenheid
Eemland: naar een samenhangend
en verantwoord faunabeleid
De landgoederen en hun betekenis
De vorming van het Soester landschap en zijn vroegere bewoners
Eempolders
Bos, heide en stuifzand (natuur, recreatie en houtproduktie)
Natuurlijk oefenen
IÜ.
WOENSDAG 22 JANUARI 1992
OP 'T HOOGT
PAGINA 4
Donderdag 13 februari:
Donderdag 9 april:
Dinsdag 9 juni:
Donderdag 10 september:
Donderdag 12 november
Goed evenwicht
Milieubeleidsplan
Geen achterstand
Voorbeelden
Voortrekkersrol
•k
Interne milieuzorg als proef
in twee Soester bedrijven
Over bepaalde aspecten van het nieuwe bestemminsgplan Landelijk
Gebied, waaraan door het bureau Zandvoort wordt gewerkt, worden
dit jaar enkele lezingen gehouden. U kunt het hieronder afgedrukte
programma uitknippen of kopiëren en bewaren of ophangenzodat u
het hele jaar op de hoogte bent van alle activiteiten.
Veertien dagen geleden heeft de Soester Courant uitvoerig bericht over
de achtergronden van deze lezingencyclus, die bedoeld is om de Soester
burgers wat directer te betrekken bij de waarde van het Soester land
schap (tweederde deel van de gemeente Soest) en de bescherming van
onze flora en fauna.
Elke lezing (aan vang telkens om 20.00 uur) wordt voorafgegaan door
een excursie onder leiding van het Instituut voor Natuurbeschermings
educatie (IVN) Eemland in het betrokken gebied, en een kleine expo
sitie van foto 's en kaartmateriaal in de hal van het gemeentehuis. Zon
dagmiddag 12 januari werd de eerste wandeling gehouden door het
Soesterveen en in het landgoed Pijnenburg. Zeker honderd belangstel
lenden namen deel aan deze excursie onder leiding van een vijftal IVN-
natuurgidsen.
Naast een aantal positieve ontwikkelingen in dit gebied werd vooral de
aandacht gevestigd op de verontreustende verwachtingen over de te
grote wateronttrekking door het Waterleidingbedrijf Midden-Neder
land in Soestduinen. Daardoor wordt gevreesd voor een ongewenste
verandering van het landschap in de toekomst. Genoeg discussiestof
dus voor de eerste lezing over ons buitengebied op donderdag 13 fe
bruari in de raadzaal van het gemeentehuis. De toegang is gratis.
Door de heer H.K.M. Lugtmeyer, directeur-rentmeester van de Stich
ting Utrechts Landschap te De Bilt.
Onderwerp: De positie van de landgoederen in de provincie Utrecht
in het algemeen, vanuit een visie op belangen van natuur- en cultuur
historie. Daarnaast nworden de beheers- en instandhoudingsaspecten
behandeld.
Door de heer mr. J.H.O. Insinger, eigenaar landgoed Pijnenburg. On
derwerp: de positie van de particuliere landgoedeigenaar, de baten en
lasten van een particulier landgoed,en het gemeentelijk beleid van
Soest in verleden en heden.
Door de heer dr. P.G.E.F. Augustinus, universitair hoofddocent fysi
sche geografie van de Rijksuniversiteit Utrecht.
Onderwerp: De opbouw van de ondergrond en het ontstaan van het
Soester landschap.
Door de heer drs. W.J. van Tent, provinciaal archeoloog bij het Rijks
instituut voor Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort.
Onderwerp: De oorspronkelijke bewoners en gebruikers van het ge
bied rond Soest en de sporen daarvan in het landschap (zoals de graf
heuvels).
Deze lezing wordt voorafgegaan door een wandeling onder leiding van het IVN op zondag 8 maart om 14.00 door de Korte Duinen.
Vertrekpunt: Restaurant De Korte Duinen aan de Birkstraat.
Door de heer C.E. Wantenaar, agrariër te Soest en lid van de Landin
richtingscommissie Eemland.
Onderwerp: De landbouwkundige betekenis van het Eempolderge-
bied, met name de positie van de rundveehouderij en de ontwikkelin
gen met betrekking tot de natuur- en milieuaspecten.
Door de heer Drs. P.H. Veen, hoofd van de stafeenheid Milieu-onder
zoek en Milieu-educatie van de gemeente Apeldoorn, lid van het IVN
en voorzitter ad interim van de Soester Commissie Milieubeheer.
Onderwerp: de ecologische betekenis van de Eempolder aan de hand
van de waarden: flora (het kwelmilieu) en fauna (weidevogels en win-
tergasten). Waar nodig wordt een relatie gelegd met het verleden.
Deze lezing wordt voorafgegaan door een wandeling onder leiding van het IVN op zondag 10 mei door de Soester Eempolder.
Vertrekpunt: Parkeerplaats Oude Kerk, Soest.
Door de heer ir. J.J. Mulder ten Kate, adjunct-directeur afdeling Vast
goed Landelijk van de AMEV (eigenaar Soester deel Pijnenburg).
Onderwerp: Het duurzaam bosbeheer zoals de AMEV dat ziet.
Door de heer ing. H. Kampf te Soest, natuurtechnicus bij het ministe
rie van Landbouw, Visserij en Natuurbeheer, en lid van de gemeente
lijke comissie Milieubeheer in Soest.
Onderwerp: Het optimale beheer van de Soester bossen, heideter-
reintjes en stuifzandgebieden vanuit het oogpunt van de natuur.
Deze lezing wordt voorafgegaan door een fietstocht, georganiseerd door de gemeentelijke afdeling Groen en Recreatie op zondag 6 september om 14.00 uur.
Door luitenant-kolonel J.A. de Vries, Eerstaanwezend Ingenieur-di
recteur van de directie Utrecht van de Dienst Gebouwen, Werken en
Terreinen van Defensie.
Onderwerp: Het gebruik en beheer van de defensieterreinen in het
landelijk gebied van Soest.
Deze lezing wordt voorafgegaan door een fietstocht door de defensieterreinen op zondag 8 november om 14.00 onder leiding van het ministerie van Defensie.
Met als doel dat de gezamenlijke landeigenaren (meestal buren) alsmede
de rechthebbenden op de jacht zodanig met elkaar te confronteren dat
een samenhangend en verantwoord faunabeleid wordt ontwikkeld en
uitgevoerd, is de Wilbeheerseenheid Eemland opgericht. Dit initiatief
moet voorkomen, dat de één behoedzaam met dit beheer omgaat, terwijl
de ander een gebied bij wijze van spreken leegrooft. Door het afleggen
van verantwoording over de wijze van beheer is er sprake van interne
controle.
De oprichting van een dergelijke
Wildbeheereenheid is voor de ge
meente in zoverre positief, zo ver
telt de heer P. G. Klandermans van
de gemeentelijke afdeling Groen-
beheer, dat er nu een centraal aan
spreekpunt is waar alle jagers uit
Soest en omgeving bereikt kunnen
worden. Verder is het een goede
zaak dat jachtbeleid niet door de af
zonderlijke jachthouders apart
wordt uitgevoerd, maar dat dit ge
coördineerd gebeurt. Doorgaans
wordt hiervoor een Wildbeheer-
plan opgesteld. Het wild verplaatst
zich immers ook veelal over grotere
afstanden. Het ministerie van
Landbouw, de eerst verantwoorde
lijke voor het faunabeheer, ziet dan
ook graag dat jachthouders zich
bundelen in een dergelijke Wildbe
heereenheid.
De nieuwe Wildbeheereenheid
beoogt tot een vorm van samenwer
king te komen, waarbij de jachthou-
der het als vanzelfsprekend be
schouwt dat hij -hoewel een meld
plicht ontbreekt- de politie op de
hoogte stelt van de plaats, het tijd
stip en de vorm van de activiteit als
hij heeft besloten te gaan jagen. Dit
is één van de maatregelen op vrij
willige basis die tot doel hebben de
jacht uit het "verdachtenhoekje" te
halen. De Wildbeheereenheid zal in
dit verband vooral ook het belang
van de jacht moeten duidelijk ma
ken. Op bepaalde momenten kan in
bepaalde gebieden het jagen op
wild wel degelijk een nuttige en
noodzakelijke maatregel zijn met
het oog op een verantwoord wild-
beheer in het gebied.
In de Jachtwet is vastgelegd dat de
eigenaar (bijvoorbeeld een particu
lier of de gemeente) van grond, in
dien hij deze niet zelf wil bejagen,
een overeenkomst kan sluiten tot
het verhuren van het jachtrecht. De
gemeente Soest heeft zo'n overeen
komst gesloten. Ze kan immers, ter
voorkoming van een ongewenste
vermenging van belangen, niet zelf
op eigen terreinen gaan jagen.
Het is van belang te weten dat de
wet ervan uit gaat dat jagen noodza
kelijk is om het aantal en de kwali
teit van het wild op peil te houden.
Voorkomen moet Worden dat in
een gebied een onevenwichtige si
tuatie ontstaat doordat een bepaal
de groep dieren er de overhand
krijgt. Een voorbeeld daarvan, ove
rigens in de bebouwde kom, zijn de
kraaiachtigen.
Een bepaalde diersoort, met name
hazen en konijnen, zou de overhand
kunnen krijgen indien er onvol
doende natuurlijke vijanden zijn. In
dat geval is het niet denkbeeldig dat
de grote aantallen hazen en konij
nen schade aan de jonge beplanting
toebrengen. Het gevolg daarvan
zou kunnen zijn dat het veijon-
gingsproces van de bossen ernstig in
gevaar komt.
Afgezien daarvan kan degene op
wiens terrein zich het schadelijk
wild bevindt, aansprakelijk gesteld
worden door de eigenaren van aan
grenzende terreinen indien zij aan
toonbaar schade ondervinden van
de wildstand op andermans terrein.
Om nu een goed evenwicht te berei
ken en te bewaren, probeert de ge
meente een zodanig faunabeleid te
ontwikkelen, dat dit naast het ver
krijgen van een goed inzicht in de
wildstand, leidt tot het beperken
van de jacht tot noodzakelijke ge
vallen, en dan nog met het uitslui
tende doel om schade door wild
(aan bijvoorbeeld jonge beplantin
gen of op sportterreinen) te voorko-
De Wildbeheereenheid Eemland
heeft hierin naar de mening van de
gemeente een belangrijke taak. Im
mers, door overleg, informatie en
herenafspraken moeten excessen in
de jacht worden uitgebannen en zal
de jacht slechts worden uitgeoefend
met als enige doel het handhaven
van een verantwoorde en even
wichtige wildstand.
Het scheiden van het afval in Soest
zal in de nabije toekomst verder
worden doorgevoerd. Dit heeft
niet alleen belangrijke voordelen
ten opzichte van het milieu, maar
levert ook kostenbesparingen op.
Immers, verbranden van afval is
duurder dan hergebruik, op welke
manier dan ook. Wat dus niet be
hoeft te worden verbrand, levert
zowel uit milieu-oogpunt als finan
cieel voordeel op. Voor de burger
betekent dit dat de tarieven min
der zullen stijgen dan wanneer de
afvalscheiding niet verder zou
worden doorgezet.
Een voorbeeld van de verdere
scheiding is het klein chemisch af
val. Tot nu toe wordt een beroep ge
daan op de medewerking van de
burger om het afval dat hiertoe
wordt gerekend (verffesten, batte
rijen, schoonmaakartikelen etc.) op
een aantal adressen in te leveren.
Binnenkort wordt het de inwoners
gemakkelijker gemaakt doordat zij
voortaan klein chemisch afval in
een speciale box kunnen verzame
len. Deze box wordt regelmatig ge
leegd in de chemokar die verschil
lende standplaatsen krijgt.
Ook in de nieuwe opzet voor het
verder scheiden van afval is de me
dewerking van de inwoners onmis
baar. Mevrouw S. Overduin van de
gemeentelijke afdeling milieu zou
graag zien dat de bewustwording op
dit punt zóver gaat dat de mensen er
niet meer op gewezen hoeven te
worden dat iets nodig is, maar dat zij
bepaalde milieumaatregelen als
vanzelfsprekend ervaren en het als
een plicht voelen daaraan te vol
doen. Wat dit betreft wordt "in ei
gen huis", dus bij de gemeente zélf,
het goede voorbeeld gegeven dank
zij het project Bedrijfsinterne Mi
lieuzorg (BIM).
Een voorbeeld van wat nog veel be
ter kan en moet, is het apart houden
van glas en papier. Hoewel de situa
tie al aanmerkelijk is verbeterd, zit
er nog teveel glas en papier tussen
het gewone huishoudelijke afval.
"De mensen zouden schrikken als
ze eens zagen wat er allemaal tussen
zit wat er niet hoort en wat ook niet
hoeft", zegt mevrouw Overduin.
"Het zou eigenlijk gewoon moeten
zijn dat het er niet tussen komt".
Intussen heeft Soest een Milieube
leidsplan (MBP) vastgesteld met
daaraan gekoppeld een uitvoe
ringsgedeelte voor de periode
1992-1995. Dit plan besteedt aan
dacht aan de milieu-aspecten van
zowel verkeer, groenbeheer en af
valinzameling als aan bodem, lucht
en water.
Soest was één van de gemeenten die
naast wettelijk verplichte taken zelf
activiteiten ontplooide op milieuge
bied ondanks het ontbreken van
geldelijke steun van het rijk. Sinds
twee jaar stelt het rijk hier nu wél
geld voor beschikbaar, echter op
voorwaarde dat de gemeente een
aantal basistaken goed uitvoert en
dat er ook regionaal wordt samen
gewerkt. Die basistaken betreffen
bijvoorbeeld de Hinderwet, de lo
zingsverordening, riolering en de
wet chemische afvalstoffen. Jaar
lijks moet er een verslag gemaakt
worden van wat de gemeente op de
ze punten heeft ondernomen. Dit
verslag moet worden voorgelegd
aan het ministerie van Volksge
zondheid, Ruimtelijke Ordening en
Milieuhygiëne.
Ter stimulering van milieumaatre
gelen heeft het rijk bepaald dat bij
structurele samenwerking met om
liggende gemeenten (samen met
minstens 70.000 inwoners) een toe
slag wordt gegeven van 25 procent.
Vooral voor gemeenten die op mi
lieugebied nog weinig deden moet
dit een stimulans zijn om de achter
stand in te halen.
Niettemin was gemeenteraad van
oordeel dat er milieuplan moest
worden opgesteld, dat een integraal
karakter zou dragen. Dat wil zeggen
dat niet uitsluitend gekeken wordt
naar wat de afdeling milieu moet
doen, maar dat hierbij ook andere
afdelingen worden betrokken zoals
ruimtelijke ordening, groenbeheer,
reiniging en verkeer. In het plan zijn
dan ook zoveel mogelijk milieu-as
pecten verzameld.
Tegelijk met het besluit om een Mi
lieubeleidsplan op te stellen, sprak
de gemeenteraad in december 1991
ook de intentie uit tot meer samen
werking met de andere zes Eem-
land-gemeenten op het gebied van
beperking van geluidhinder en
handhaving van de milieuwetten en
gemeentelijke verordeningen.
Op basis hiervan is een uitvoerings
plan opgesteld. Aan de taken daar
in zijn prioriteiten toegekend op
grond van een score. Die is geba
seerd op twee factoren: wat is de ur
gentie van uitvoering, en wat is het
rendement ervan. Deskundigen
hebben zich hierover gebogen en
het door hun berekeningen vastge
stelde gemiddelde heeft de priori
teit bepaald. Dat wil niet zeggen,
dat alle taken ook in deze volgorde
zullen worden uitgevoerd. Het geeft
enkel aan welke projecten eerst uit
gevoerd zouden kunnen worden
mits daarvoor de benodigde manu
ren en het geld beschikbaar zijn. Het
is de gemeenteraad die jaarlijks bij
de behandeling van de voorjaarsno
ta en van de begroting de keus
maakt welke projecten voor de vol
gende periode voor uitvoering in
aanmerking komen. De raad kan
dus de volgorde van prioriteiten
nog veranderen. Uiteraard kan al
wel een begin worden gemaakt met
de projecten, waarvan de uitvoering
van maatregelen geen extra geld
kosten.
Het Milieu Beleidsplan bevat teveel
onderdelen om hier te noemen. We
volstaan dan ook met enkele voor
beelden. Voor voorlichting over het
opzetten en stimuleren van activi
teiten voor direct hergebruik van
goederen is dit jaar een bedrag van
50.000 gulden geraamd. Er zal
meer voorlichting worden gegeven
over mogelijkheden tot energiebe
sparing door de burger, waardoor
deze een bijdrage kan leveren aan
het tegengaan van het broeikasef
fect. De aansluitng van de riolerin
gen in de buitengebieden moet ver
beterd worden. Daarnaast moet
verdroging van de bodem worden
voorkomen door aanleg van een an
der rioolstelsel. In 1993 start een ac
tieve inzameling van groente-, fruit
en tuinafval bij daarvoor in aanmer
king komende bedrijven, zoals res
taurants en campings. Inmiddels is
een voorzichtig begin gemaakt met
maatregelen die moeten leiden tot
een vermindering van het afval van
Amerikaanse militairen in Soester-
berg.
Van belang is ook dat alle vergun
ningen met milieu-aspecten onder
de loep worden genomen om te kij
ken of er goede bodemvoorschrif
ten aan verbonden zijn. Dit is al ge
beurd ten aanzien van de tanksta
tions. In een aantal gevallen heeft
dit geleid tot schoonmaken van ver
vuilde grond. Nu zullen deze ver
gunningen ook voor andere bedrij
ven met een hinderwetvergunning
worden geactualiseerd. Daarnaast
gaat de Actie Tankslag (het bij par
ticulieren verwijderen van onder
grondse tanks die niet meer ge
bruikt worden) ook dit jaar nog
door.
Tenslotte gaat Soest door op de in
geslagen weg van milieu-educatie.
Soest vervult hierin een voortrek
kersrol. Met uitzondering van
Amersfoort wordt hieraan in de
omliggende gemeenten nauwelijks
aandacht besteed. Soest zal daarom
mogelijk ook voor regionale onder
steuning zorgen. Als een belangrij
ke stap wordt ook het overleg be
schouwd dat wordt gevoerd over
het in regionaal verband opzetten
van een milieu-educatief project.
Al met al heeft Soest door het op
stellen en door de gemeenteraad
aanvaarden van het Milieu Beleids
plan bewezen op de goede weg te
zijn wat betreft maatregelen die niet
alleen tot doel hebben het milieu te
beschermen maar waar mogelijk
ook te verbeteren!
Gehoord aan het adres van een
langdurig spreker: "Hij zou eens
een cursus zwijgen in het openbaar
moeten volgen".
Gastoptreden in Aqua Indoor:
Bassie en Badriaan.
Medisch Centrum Molendael:
Script: Pierre Storimans
Muziek: De Amersfoortse Trom
petters
Regie: Joop Beljaars
Prodnktie: Joop Kruitwagen.
Aanloop '87.
Vlooien Indoor.
In de toekomst slechts twee voet
balclubs in Soest: FC Zaterdag en
FC Zondag.
Krantekop in de Amersfoortse
Courant: "Toestand op kerkhof
treurig".
D'66 in de gemeenteraadsverga
dering: dat de toren van de Ou
de Kerk niet afgemaakt wordt..."
CDA in de gemeenteraadsverga
dering: "Natuurlijk is het Christen
Democratisch Appel vóór herstel
van de trap (in de toren van de Ou
de Kerk, red.) naar boven!"
Oh Oh Soester Natuurbad.
Politiek laat zich het best vergelij
ken met 't net zolang aaien van de
hond totdat z'n muilkorf klaar is.
Het uitstellen van een beslissing is
eigenlijk niets anders dan de tijd
die men laat verstrijken voordat
men bij z'n standpunt blijft.
Zaagwaarnemer.
Annelie Mees komt naar Soest.
C-39.500
Woningbouwvereniging De Dui
ventil.
Voor een politicus is een mondige
burger een volwassene van wie
verwacht wordt dat hij bij verkie
zingen zijn stem aan de goede par
tij geeft en verder z'n mond houdt.
Bode Bep Koelink zaterdagavond
op televisie: "Mijn hobby is sla-
Koffiehuis Soestdijk. Hofleveran
cier?
Loc Soest.
Fen ambtenaar onderscheidt zich
van elke andere burger doordat hij
de kunst verstaat op zo'n tactische
manier te zeggen dat iets niet kan,
dat iedereen gelooft dat hij gezegd
heeft dat het wél kan!
Behalve de gemeente zelf doen, in
samenwerking met de Kamer van
Koophandel, twee Soester bedrij
ven mee aan het project Bedrijfsin
terne Milieuzorg (BIM). Het gaat
om de bedrijven De Pont-Howson
(printing systems) en Branson Ul-
trasonics (reinigingsapparatuur).
Zowel de gemeente als de bedrijven
willen door middel van het opzetten
van een milieuzorgsysteem daar
waar mogelijk milieubelastende ac
tiviteiten beperken. Het gaat bij
voorbeeld om het terugdringen van
de hoeveelheid afval, het verant
woord afgeven van chemisch afval,
het systematisch meenemen van mi
lieu-aspecten bij inkoop van goede
ren, en het zoveel mogelijk beper
ken van het energieverbruik.
"Als dit overal zou worden gedaan,
zijn we op de goede weg", zegt me
vrouw S. Overduin van de gemeen
telijke afdeling milieu. Overigens is
het de bedoeling niet alleen bedrij
ven voor deelname aan de bedrijfs
interne milieuzorg te interesseren.
Inmiddels is ook op een aantal scho
len een begin gemaakt met het be
steden van extra aandacht aan
maatregelen ter beperking van de
milieuverontreiniging.