Buitenlandse inwoners betrekken bij activiteiten in de gemeente" Soest is voorstander uitbreiding banenpool Voorzichtig omgaan met het openstellen van de marktsector voor JWG-jongeren Soest kan terecht trots zijn op de resultaten van het project Voorwerk Soest besteedt ruim een half miljoen aan uitvoering werkgelegenheidsbeleid i V Alle zestien deelnemers aan het eerste project hebben een baan! Speerpunt werkgelegenheidsbeleid is verbeteren van zorgwekkende positie van minderheden In de Soester situatie is sprake van behoorlijk rendement PAGINA 2 jOENSDAG 13 OKTOBER OP 'T HOOGT PAGINA 3 JK&to .m ersfoortse Courant: len in Amsterdam zo moeilijk zijn ge- beweren het ai ja- im heeft het'. lopend bestaan. >ch een hondebaan. indenhoi: VViiiden- er/ichf van de poli- gevonden voorwer- neld, lazen wij onder ren'; 1 Tamme Fred. ireven zijn door een Fret heet. officier van justitie ■s ('first offenders') nkruid moeten gaan >est moe worden". De laatste maanden stijgt de werkloosheid in Soest. Daar mee wijkt de gemeente wel iswaar niet af van andere ge meenten, maar volgens wet houder Jan Menne (werkge- legenheidsbevordering) is deze ontwikkeling toch vol doende reden om zich extra in te spannen om deze stij gende werkloosheid tegen te Dit kan onder meer door de werkgelegenheid te bevorde ren. De gemeente onder neemt tal van projecten op dit gebied, zoals de banenpool, het Jeugdwerk Garantieplan (JWG), het initiatief 'Voor werk' etc. In het Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening Oost-Utrecht waarvan Soest deel uitmaakt, staat de ge meente volgens wethouder Menne goed bekend, omdat ze de mogelijkheden heel goed benut". De wethouder prijst in dit verband de onder steuning van de afdeling werkgelegenheid (Sociale Dienstverlening) en het ge meentelijk centrum voor ba siseducatie Trema'87, waar mensen van buitenlandse af komst de Nederlandse taal le ren. Dat is belangrijk, want je moet er alles aan doen om te voorkomen dat ze een op zich zelf staande groep mensen worden die niet deelnemen aan het arbeidsproces. Wethouder Menne: "Als er één risico is dat de gemeente Soest loopt in de toekomst, dan is dat het 'grootsteeds' probleem, namelijk dat de buitenlanders hun eigen gang gaan. Dat moeten we in Soest proberen te voorkomen. We hebben redelijk succes met deze activiteiten. We zijn nog lang niet waar we wezen moe ten, want er zijn naar verhou ding veel meer buitenlanders werkloos dan Nederlanders. Natuurlijk, geen misverstand, de buitenlanders moeten ook zelf evenzeer hard werken aan volstrekte gelijkheid van deel name aan het arbeidsproces! Als het over tien jaar zo zou zijn dat ze een afgezonderde categorie vormen en eigenlijk niet deelnemen aan allerlei activiteiten in de Soester maatschappij, dan is dat geen goede ontwikkeling. Integen deel, dan is dat een probleem van formaat. Ik hoop dat Soest in de toe komst, als ik geen wethouder meer ben, dit 'probleem num mer één' voor 100% daad werkelijk blijft bestrijden". 'tkf Wethouder Jan Menne. rant: 'WZ'49 neemt in rust'. 'eer eens iets anders ende middelen. jdag tijdens busrit met nmissie langs nieuwe wwerken: "Kijk, een flof. mevrouw A. Kok- t het dierentehuis 't ooi- en Eemlander: i kosten 65 gulden, ir gaan ze gesteven en deur uit". ant: Wie meer water 'n tuin te sproeien of issen moet dat voelen ota, aldus Boerkoel, n een rechtvaardiger de lasten ziet, onder vervuiler betaalt. schoonmaker zaf-ie e dan in die waterno- sid!!?? nt kabbelt verder. Ije. li gescheiden blik gaat 'aarom noem je dan :t een blikvanger? Eén van de vele projecten in Soest in het kader van een actief werkgelegenheidsbeleid, is 'Voorwerk'. Dit is door de gemeente Soest in nauwe samenwerking met de commissie minderheden ontwikkelde project is een succes. Het eerste project is afgesloten Succes met een honderd procent-score: alle zesien deelnemers hebben in de door hen gekozen beroepsrichting een baan gevonden. Mede i hierdoor heeft Voorwerk landelijke bekendheid gekregen en is het project opgenomen in een landelijke brochure. tingen definitief vastgesteld en sta geplaatsen gezocht". Jan Booi van de gemeentelijke af deling Sociale Dienstverlening ver telt dat de gemeente bij het opzetten van 'Voorwerk' advies heeft ge vraagd aan de commissie minderhe den over hoe men de (allochtone) werkloze het best kan benaderen en welke tegenstellingen er spelen qua cultuur als het gaat om werken. Die voorbereiding is goed geweest, zelfs in die mate "dat we iedere deelne mer nagenoeg een baan garande ren. Dat betekent wel dat je nauw moet samenwerken 'met het be drijfsleven en de Soester Zaken- kring en dat je ook het arbeidsbu reau erin betrekt. Binnen die goede samenwerking hebben we als ge meente ook zelf contact met werk gevers om een baan te vinden voor de deelnemers aan 'Voorwerk'". Het project beoogt óm de zestien deelnemers van buitenlandse af komst in een termijn van acht maanden aan een baan te helpen. Deelnemers moeten wel aan één voorwaarde voldoen: ze moeten de Nederlandse taal voldoende be heersen. Het gemeentelijk centrum voor basiseducatie Trema'87 toetst die kennis. "Het is van belang een groep te hebben van gelijkwaardig niveau, want het werkt niet als er ie mand bij is die daaronder zit", zegt Booi. De 'Voorwerkers' volgen twintig uur per week een intensieve cursus Nederlands. De andere twintig uur wordt besteed aan beroepsoplei ding en bedrijfsstage. "De kracht van het project is vooral dat we aan sluiting proberen te vinden bij de achtergronden van de betrokkene. Wat heeft hij of zij in het land van herkomst gedaan? Heeft men daar al gewerkt? Wat zijn de interesses? Dit alles toetsen we aan de arbeids marktsituatie, want het moet na tuurlijk wel zo zijn dat er genoeg werk is. Als iemand bijvoorbeeld zegt: ik wil autorijschoolhouder worden, terwijl daar totaal g^en be hoefte aan is, dan zeggen wij: dat lijkt ons geen gelukkige keus, want er is geen vraag naar. In de eerste zes weken is vooral ook sprake van arbeidsoriëntatie. In het begin merk je dat mensen een be roepsbeeld hebben en zeggen: dat wil ik worden. Vaak zijn ze zelfs al aan het solliciteren in die richting. Het opvallende is dat na de arbeids oriëntatie ruim tachtig procent een ander beroep kiest. Waarom? Men heeft gewoon een onduidelijk of verkeerd beeld van wat het werk dat ze willen eigenlijk inhoudt. Hoe ontdekken ze dat? Door bijvoor beeld bedrijfsbezoek en hen kennis te laten maken met het echte werk. Dan zeggen ze vaak: dat wist ik niet, ik had niet gedacht dat dat er ook al lemaal bij hoorde. Zij switchen dan van keus. Na de zes weken beroeps oriëntatie worden de beroepsrich- Booi vindt dat het gemeentebe stuur van Soest terecht trots kan zijn op het eerste resultaat van 'Voor werk'. "Het is voor zover ik weet nooit eerder voorgekomen in Ne derland om in acht maanden tijd zestien mensen aan een vaste baan te helpen. Dat is een succes. Wat daar aan hoge mate aan bijdraagt, is dat wij een consulent van Turkse af komst (de meeste deelnemers aan het project zijn Turken) vóór de be geleiding. Hij zit er voor de onder steuning van de mensen, voor het helpen oplossen van eventuele pro blemen die ze tegenkomen. Vaak leiden die ertoe dat de zaak lang zaam afkabbelt. Wij hebben ge zegd: daar moeten we dus het ac cent leggen. Dat betekent ook dat we streng zijn. Als blijkt dat de deel nemers onvoldoende gemotiveerd zijn, dan kunnen ze niet langer in het project gehandhaafd blijven". Het project Bijzonder Intensieve Nederlandse Taalcursus (BINT) als onderdeel van het werkgele genheidsbeleid in Soest, richt zich op intensieve scholing in de Ne derlandse taal voor allochtone werklozen, die nauwelijks enige basiskennis hebben. Jan Booi van de gemeentelijke af deling Sociale Dienstverlening zegt dat het speerpunt van het werkgele genheidsbeleid het verbeteren van de zorgwekkende positie van min derheden is. "We werken nauw sa men met het gemeentelijk centrum voor basiseducatie Trema '87. Die samenwerking is tót een goed ni veau gegroeid. Het is wel jammer dat door gebrek aan lokalen niet al le lessen in het gebouw van Trema gegeven kunnen worden en dat we daarvoor moeten uitwijken naar de Kardinaal Alfrink-mavo. Dat geldt ook voor een ander werkgelegen heidsproject, Voorwerk. Om deze projecten te optimaliseren, is het van belang de lokaties hiervoor be ter te regelen", zegt Booi. Nog een werkgelegenheidsproject in Soest is stand- en decorbouw, waartoe wethouder Menne destijds de aanzet heeft gegeven. In 1991 was het met name gericht op Soest. Het Centraal Bestuur Arbeids voorziening (CBA) heeft de 28 RBA's (Regionaal Bestuur Ar beidsvoorziening) geadviseerd voorlopig terughoudendheid te betrachten in het uitbreiden van de landelijke banenpool (voor werk lozen vanaf 27 jaar). Eén van de argumenten hiervoor is dat de ba nenpool het aantal banen in het kader van de Jeugdwerkgarantie- wet (JWG) niet mag afromen. Jan Booi, medewerker van de gemeen telijke afdeling Sociale Dienstver lening, is daarentegen erg enthou siast over het functioneren van de banenpool. Dat geldt ook voor an dere gemeenten. "We doen juist een dringend beroep op uitbrei ding van de mogelijkheden. Soest bijvoorbeeld heeft in het startjaar 1991 direct alle toegewezen ba nenpoolplaatsen kunnen invul len"! Er zijn nu formeel 24 plaatsen. Die zijn allemaal allang ingevuld. Wij staan te trappelen, en we zijn er hard aan bezig om dat voor elkaar te krijgen, om dat aantal uit te breiden. In Soest, en ook in andere gemeen ten, hebben we gemerkt dat mensen die hierdoor aan het werk zijn geko men (in de non-profitsector) dolge lukkig zijn". Er zijn nu uit de banenpool vier mensén doorgestroomd naar een vaste baan. Dat is al een beter resul taat dan men aanvankelijk voor mo gelijk had gehouden. "In het begin werd de banenpool immers als een eindstation beschouwd. Zo van: doorstromen kan wel, maar de mensen zullen niet zo snel doorstro men naar een reguliere baan". Wie in aanmerking komt voor deel name aan de banenpool, wordt be paald in overleg tussen de gemeente en het arbeidsbureau. "De mensen zijn enthousiast. Je merkt dat door stroming langzaam de hoofddoel stelling begint te worden. De deel nemers in de banenpool krijgen weer het gevoel in het arbeidsproces te zitten. Ze doen werkervaring op en ze zien ineens weer mogelijkhe den. Ze kunnen de werkgevers ook iets aanbieden door te zeggen: dat Iheb ik allemaal gedaan en dit kan lik". Soest blijft doorgaan met verzoe ken om op z'n minst te schuiven met het aantal plaatsen in de banenpool binnen het RBA. "Meer plaatsen betekent dat je meer mensen aan werk kunt helpen. Als we straks niet meer mogen uitbreiden, wat het Centraal Bestuur Arbeidsvoorzie ning heeft geadviseerd, dan gaan de niet bezette plaatsen misschien ver loren. Wij hebben gezegd: geef ons dan die plaatsen. Daarom hebben wij het arbeidsbureau verzocht om hier maatregelen voor te treffen". Op dit moment is de uitvoering van de Jeugdwerkgarantiewet in het ka der van de werkloosheidsbestrijding erg belangrijk. In het gebied Zuid oost Utrecht van het Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening (RBA) waartoe ook Soest behoort, is inmiddels de marktsector opengesteld voor JWG-jongeren. "Wij mogen nu in overleg met het arbeidsburean mensen in de marktsector plaatsen", zegt Jan Booi van de gemeentelijke afdeling Sociale Dienstverlening. "Daar zijn we voorzichtig mee begonnen. We hebben nu vijf plaatsingsaanvragen lopen". j Het gemeentelijk werkloosheidsbestrijdingsproject Voorwerk: enkele deelnemers aan het werk tijdens de beroeps opleiding in de Kardinaal Alfrink-mavo. Vorig jaar werd het uitgebreid naar andere gemeenten. Dit jaar waren er van de zestien werkloze deelne mers aan het project drie afkomstig uit Soest. Alle drie Soesters kregen na het met succes afronden van de cursus een jaarcontract-aangebo den. De ontwikkeling op het terrein van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) baart enige zorgen. In het kader van deze wet hebben 107 in woners van Soest een dienstver band bij het Regionaal Werkplaats schap Amersfoort. Op dit moment staan 57 inwoners op de wachtlijst van het RWA. De zorgen vloeien voort uit het feit dat de WSW met een andere vorm van financiering wordt geconfron teerd. Volgens Booi zou dit ertoe kunnen leiden dat er minder geld (zo'n 250 miljoen gulden) voor uit voering van de WSW beschikbaar komt. Dat betekent op landelijk ni veau mogelijk een verlies van een paar duizend arbeidsplaatsen. Het RWA i6 weliswaar nog gezond, maar de financieel gezien onzekere toekomst is er de oorzaak van dat het door de ontwikkelingen van het moment geen mensen meer kan aannemen. Het grote probleem van de JWG, zowel in Soest als landelijk, vindt hij dat in het kader van deze wet elke gemeente verplicht is om iedereen jongere van 16 tot 22 jaar die min stens een halfjaar werkloos is, een - boventallige- baan aan te bieden, "hoewel je er soms niets mee kunt. Daardoor is in Nederland het feno meen van de 'lege contracten' ont staan. De gemeenten geven de jon geren een contract, dat zijn ze im mers verplicht, maar dat wil niet zeggen dat die jongeren ook inder daad werken. In Soest gaat het om een kleine twintig JWG-ers; ze zijn op papier bij de gemeente in dienst, maar werken niet. Wij hebben nu gezegd: we eisen wel dat ze in ieder geval iets doen ter voorbereiding op eventuele plaat sing straks. Ze gaan bijvoorbeeld naar een taalcursus. Misschien dat het in de toekomst wat anders wordt, want er zijn plannen om de JWG te wijzigen door een periode van drie maanden in te bouwen om mensen de gelegenheid te geven naar de JWG toe te leven. In die drie maanden krijgen ze dan geen JWG-vergoeding maar een vergoe ding op basis van kinderbijslagni veau. Daarna moeten ze in ieder ge val geplaatst worden. Als dat na drie maanden nog niet lukt, krijgt de gemeente voor hen geen vergoe ding meer van het rijk en moet ze al" les zelf betalen. Je moet je voorstellen wat dat zou kunnen gaan betekenen. Iemand die de taal absoluut niet beheerst, kun je toch nooit in drie maanden zover brengen dat hij in het kader van de JWG al geplaatst kan wor den. Als dit zó doorgaat, zitten we straks met een gigantisch probleem, want dan zal de rekening ervan op het bordje van de gemeenten ko men te liggen". Volgens Booi zijn er gemeenten buiten het gebied RBA Oost-U trecht die zeggen: als iemand niet kan werken binnen de JWG, geven we hem geen 'leeg contract' maar gaat hij de RWW in. Dat scheelt fi nancieel aanzienlijk. "Het JWG- loon is gebaseerd op het minimum loon. De bijstandsuitkering voor een jongere is de helft lager. Het komt er dus op neer dat iemand die in de JWG zit en een 'leeg contract' heeft, dus niet werkt, een inkomen heeft dat eens zo hoog is (ongeveer 800 gulden) als een bijstandsuitke ring (400 gulden), terwijl die JWG-er in feite ook thuis zit. Er zijn nu gemeenten die zeggen: om die scheve situatie te voorkomen, ge ven we mensen die feitelijk in de JWG thuishoren maar niet kunnen werken, niet langer het wettelijk voorgeschreven contract, maar een RWW-uitkering". Terugkomend op het openstellen van de marktsector voor JWG-ers zoals in het RBA-gebied Oost Utrecht gebeurt, zegt Booi dat bij plaatsing in het bedrijfsleven voor zichtigheid is geboden. "Het succes van de JWG is afhankelijk van het bedrijfsleven. Het doel van de JWG is om de mensen aan het werk te krijgen. Dus de suggestie van de overheid om het probleem van de 'lege contracten' op te lossen door de marktsector open te stellen, is mijns inziens een verkeerde ingang. Want dat zou kunnen betekenen dat het bedrijfsleven mensen krijgt met wie je zelf niet uit de voeten kunt. Dat is niet reëel en kan boven dien nadelig worden voor mensen die uit de JWG naar een baan in het bedrijfsleven moeten doorstromen. De JWG mag bij de werkgevers ab soluut geen slecht imago krijgen". Banenpoolmedewerker G. T. van Putten, sinds I april 1991 werkzaam als conciërge bij basisschool Prof. Waterink: "Te gek om weer te werken. In voering van de banenpool had al tien jaar eerder moeten gebeuren Voor nieuw werkgelegenheidsbeleid in Soest is voor 1994 een bedrag nodig van 519.000 gulden. De gemeenteraad zal worden gevraagd dit bedrag 'als rugdekking' te garanderen, voor het geval er met de subsidies iets mis gaat. Aan subsidies komt een bedrag van ongeveer 475.000 gulden binnen uit het Europees Sociaal Fonds. Hiervan is inmiddels 160.000 gul den ontvangen. Aan de uitvoering van het nieuwe beleid van ruim vijf ton zal de gemeente zelf ongeveer 25.000 gulden Blijven investeren moeten bijdragen. meen, omdat je er allerlei zaken bij kunt betrekken, zoals vandalisme en drank- drugsgebruik. Vooral bij jongeren die sociaal werkloos zijn en al jaren op straat lopen. Ik wil na tuurlijk niet zeggen dat dit per defi nitie zo is, maar er is wel degelijk sprake van zulke effecten". JWG-ster M. van Schalm, sinds maandag in vaste dienst bij defirma Blokker: "Door de ervaring bij de gemeente Soest heb ik nu een leuke en vaste baan Jan Booi, medewerker van de ge meentelijke afdeling Sociale Dienstverlening ook belast met de uitvoering van het werkgelegen heidsbeleid, vindt dat bestrijding van werkloosheid de genoemde be dragen rechtvaardigt. Niet alleen zijn alle pogingen goed om onder slechte economische omstandighe den te voorkomen dat de werkloos heid verder stijgt, als er bovendien sprake is van rendement, zoals in de Soester situatie, dan is een verdere ontwikkeling van het werkgelegen heidsbeleid dat geld dubbel en dwars waard. Soest vormt met alle andere Eem- land-gemeenten en nog een aantal buiten deze regio het gebied Utrecht-Oost van het Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening (RBA). Nederland telt 28 RBA-gebieden. Booi: "Wij hebben relatief de laag ste werkloosheid in het land. Je zou dus kunnen zeggen dat er bij ons nog wel mogelijkheden liggen. Een andere reden om te blijven investe ren, is het tegengaan van langdurige werkloosheid. Onze doelstelling, waar het gemeentebestuur zich ook achter heeft geschaard, is om lang durige werkloosheid om te zetten in kortdurende. Mensen in een lang durige werkloosheidssituatie wor den gedurende die tijd vooral in hun bestedingspatroon beperkt. Dat be tekent ook aantasting van hun fysie ke en sociale levensomstandighe den. Daardoor dreigen ze steeds verder af te glijden. Neveneffecten De neveneffecten van langdurig werkloos zijn overstijgen de werk- loosheidsproblematiek in het alge- Booi verder: "Ik denk dat je in het kader van de sociale vernieuwing, waarvan heel duidelijk het uit gangspunt is om de positie van met name de achterstandsgroepen te verbeteren, moet blijven investe ren. Het is belangrijk om het norm besef van mensen op peil te houden als het gaat om het zelfstandig in je eigen levensonderhoud voorzien. Een aantal jaren geleden was de si tuatie zo dat we geaccepteerd had den dat er werkloosheid bestond en dat die jaren zou duren. Toen was er nog zoiets van: werken is niet het hoogste goed, het gaat vooral om zinvol bezig zijn. Dat is nu volstrekt achterhaald. Alles is nu gericht op aan het werk gaan. Het is moeilijk in deze tijd, maar we moeten mensen weer het gevoel geven dat er toch nog mogelijkheden zijn om aan het werk te gaan. Ook daarom is het nodig een actief beleid te blijven voeren, want bij een verdergaande neerwaartse lijn waardoor de werkloosheid blijft stijgen, zitten we met een gigantisch probleem", aldus Booi.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1993 | | pagina 31