Afdeling reiniging komt beslagen ten ijs als het op strooien aankomt Ontbrekende archiefstukken uit achttiende eeuw teruggevonden Nieuw afvalstoffenpark: nog grotere stimulans tot scheiden van afval Aanpak illegaal bouwen/ gebruiken in Soest werpt vruchten af II Lunchconcert in de raadzaal op woensdag 24 november van 12.30 tot 13.15 uur Het milieu vraagt erom zo beperkt mogelijk te strooien Familieconcert in de raadzaal op vrijdag 26 november, aanvang 19.00 uur WOENSDAG 17 NOVEMBER 1993 OP 'T HOOGT PAGINA 21 Lik-op-stuk-beleid vooral ook bedoeld om rechtsongelijkheid weg te nemen Gemeenten in gewest Eemland houden het chemisch afval apart 't Is 1 november geweest, de winter staat voor de deur, dus de medewer kers van de afdeling reiniging die inzetbaar zijn voor de gladheidsbestrij- ding zijn weer paraat tot 1 april volgend jaar. Dan loopt de periode van wachtdienst draaien af. Gedurende die vijf maanden kunnen ze op de meest 'onmogelijke' uren worden opgeroepen om de strooiwagens te be mannen en per volledige route de 15 ton zout op de fietspaden en de stra ten te strooien. Dat lijkt heel wat, maar is toch de minimale hoeveelheid. Opzichter J. Landman van de afdeling reiniging: "Overal wonen oude mensen, overal zijn wel situaties te bedenken om te zeggen: daar moet ei genlijk ook gestrooid worden, maar dat betekent dat vve drie keer zoveel zouden moeten strooien dan we nu doen. Dat past niet in het kader van milieubewust strooien. Het milieubeleid gaat juist uit van zo beperkt mo gelijk strooien". Afgezien van het belangrijke mi lieu-aspect speelt op de achter grond ook de gedachte mee, dat kinderen toch ergens op straat in de sneeuw moeten kunnen spelen en sleetje moeten kunnen rijden. "Als je alles strooit, blijft er voor de kin deren maar heel weinig ruimte over om typische winterspelletjes te doen", zegt Landman. Ér wordt dus 'met beleid' gestrooid: de strooiers staan afgesteld op 8 tot 10 gram per vierkante meter. Ook de strooi- breedte wordt ingesteld. Op een weg van zes meter breed moet je geen twaalf meter strooien. "Als je naar de bermen in Soest kijkt, kan iedereen constateren dat we het goed hebben gedaan". Een alternatief voor zout is er ei genlijk niet. Het in aanschaf duur dere zand is het in ieder geval niet. Als het gaat dooien, wordt zout wa ter en loopt het 't riool in. Bij de wa terzuivering wordt het voor 90 pro cent afgebroken. Zand komt ook in het riool terecht, waar het verstop ping kan veroorzaken. Het gevolg daarvan is dat het riool moet wor den schoongemaakt. Dat kost in Soest ruim een miljoen gulden! Strooien met zand is dus geen goed alternatief, temeer omdat de wer king ervan ook beperkt is. "Het beste is om zo min mogelijk te strooien en daarvoor zo weinig mo gelijk zout te gebruiken", zegt 'Landman. "Het moet net genoeg zijn zodat het verkeer kan blijven rijden. Als je hoort: Ik kwam net door een straat, die was helemaal wit van het zout, dan is er iets ver keerd gegaan. Het gaat er juist om niet overdadig te strooien. Als je achter een strooiwagen rijdt, moet je net een laagje zout over de hele weg zien liggen, en als er een paar auto's overheen gereden zijn, moet je er al niets meer van zien. Dan is het pas goed. Alleen bij sneeuw is het meestal een kwestie van zoveel mogelijk schui ven en proberen achter de schuiver direct te strooien. Als er dan sneeuw op valt, blijft het los liggen. Dan krijg je het van de weg af, an ders niet meer". Zodra de tempera tuur beneden de min 9 graden komt, wordt er niet meer gestrooid. Dat heeft dan geen enkele zin, om dat zout nog tot min 9 graden werkt; beneden die temperatuur heeft het geen enkel effect meer. Het werkt trouwens alleen maar als er goed overheen gereden wordt. Strooien op bijvoorbeeld parkeerplaatsen, op binnenweggetjes en in woonwij ken heeft dan ook geen zin. Het handjevol auto's dat er, meestal 's morgens vroeg, overheen rijdt ac tiveert de dooiwerking niet. Daar van is pas sprake als er behoorlijk overheen gereden wordt. Twee ploegen De ploegen die in de wintermaan den wachtdienst draaien, bestaan uit acht man, onder wie een opzich ter en een man voor de binnen dienst in verband met de bezetting van het gebouw, de coördinatie van de verbindingen (elke strooiwagen is uitgerust met mobilofoon) en voor het verrichten van hand- en spandiensten, zoals assistentie bij het zoutladen bij het depot op de ge- meentewerf aan de Lange Brink- weg. Voor elke ploeg zijn twee re serves beschikbaar. Verder zijn al tijd twee monteurs oproepbaar voor het verhelpen van eventuele technische problemen aan auto's of strooiapparatuur. Soest beschikt over drie grote strooiers voor de wegen en drie klei ne strooiers voor de fietspaden. Dat waren er twee, maar mede door de overdracht van de hoofdweg aan de gemeente, waardoor er 14 kilome ter strooiroute is bijgekomen, is een derde strooier aangeschaft. Die ca paciteit wordt als voldoende be schouwd. "Als het zo erg zou wor den dat wij capaciteit tekort zouden komen, dan heeft iedereen onvol doende capaciteit, ook de provincie en het rijk", zegt Landman. Meteo Soesterberg Overdag komen meldingen over gladheid van de medewerkers van de afdeling zelf. Er is altijd een op zichter op de weg en dan zijn er na tuurlijk de chauffeurs die merken dat het glad wordt. "Verder, en dat is eigenlijk wel apart, hebben we een rechtstreekse lijn met de meteoro logische dienst (meteo) van de vliegbasis Soesterberg. Op het mo ment dat de meteo ziet dat er een sneeuwbui in aantocht is, meestal een uur, anderhalf uur van tevoren, worden wij gewaarschuwd. Dan kunnen we de boel vast klaar zetten. Preventief strooien, dus voordat het eventueel glad wordt, doen we -in het kader van beperkt milieubewust strooien- niet". Behalve de eigen mensen en de me teo Soesterberg ("we bellen elke dag voor de verwachtingen voor de komende nacht en de volgende och tend; als de meteo voor de nacht een minimum-temperatuur van 4 graden boven nul doorgeeft, draai en we geen wachtdienst") is er de politie die constateert dat het glad wordt. Dan wordt de opzichter ge beld en hij is degene die bepaalt of er gestrooid moet worden en op welk moment. Vaak ziet men al aankomen dat de strooiwagens zullen moeten uitrij den. Afhankelijk van de tijd, zeggen we dan tegen de medewerkers: het ziet ernaar uit dat het gaat sneeu wen, ga vast naar huis en zorg datje klaar zit als je wordt opgeroepen. Ze hebben allemaal een pieper op zak, zodat ze in ieder geval nog eni ge bewegingsvrijheid hebben. Meestal binnen een uur na de op roep door de opzichter zijn de eer ste auto's al aan 't rijden". Afstand In Soest worden de fietspaden en wegen gelijktijdig gestrooid, te be ginnen met de oude rijksweg, de route naar Soesterberg en door de polder. Dan zijn de doorgaande we gen aan de beurt (waarbij de toe gangsweg naar het politiebureau en naar het medisch centrum Molen- dael worden meegenomen alsmede het voorterrein van de brandweer kazerne aan de Koppenlaan in Soesterberg), en vervolgens de (rest van de) busroutes en de hellende wegen (zoals de Wilhelminalaan, de Emmalaan en de Willem de Zwij gerlaan). Daarnaast worden ook de klinkerwegen gestrooid, omdat die bij opvriezen vaak het gladst zijn. "Het is in principe zo dat iedereen in Soest binnen een afstand van maxi maal 400 tot 500 meter op een ge strooide weg kan komen", zegt Landman. De gemeente Soest heeft op De Werf een opslagcapaciteit van on geveer 450 ton zout. Dat is vol doende voor zo'n 30 keer strooien. "Meestal hebben we 250 ton in voorraad. Daarnaast hebben we een optie van 200 ton bij de AKZO. Die kunnen we zo laten komen. De AKZO heeft die echt voor ons in re serve liggen. Die krijgen we direct als we erom vragen, ook al is er el ders gebrek aan zout". Sfeer en teamgeest Landman tenslotte over de ploegen die wachtdienst draaien: "Als de medewerkers in actie moeten ko men, sta je versteld van de sfeer en de teamgeest. Iedereen komt meestal net uit bed, iedereen heeft het koud, iedereen moet werken, maar de sfeer is altijd geweldig. Dat blijkt bijvoorbeeld als het eind van de strooiroute. De strooiroutes zijn zoveel mogelijk even lang, zodat ie dereen bijna tegelijk klaar is. Maar als eens iemand nog niet zover is, is een collega nooit te beroerd om een stukje van de ander mee te pikken". Op 30 september jl. werden twee registers die ontbraken in het ge meentearchief door het bestuur van het waterschap Gelderse Val lei en Eem overgedragen. Aange zien het niet dagelijks gebeurt dat archiefstukken die zoek zijn weer teruggevonden worden en terug keren naar hun oorspronkelijke archief, is dit voor de archiefbe heerder van de gemeente Soest een gepaste gelegenheid om even bij stil te staan. V oorgeschiedenis Op de inventaris van het archief van de gemeente Soest van vóór "1815, opgemaakt in 1893, komen onder nummer 121 zes zogenaam de registers van het Oud-Schildgeld voor over de jaren 1600, 1686, 1716, 1725, 1736 en 1766. Ieder deel heeft een apart nummer (I t/m VI). Op dat moment was de serie dus nog compleet. Bij mijn indiensttreding bij de gemeente Soest (in oktober 1991) bleken er nog maar vier te zijn: de nummers III en VI ontbraken. Uit een in de kantlijn in potlood geschreven aantekening blijkt dat al eerder iemand anders eveneens had vastgesteld dat er nog maar vier delen aanwezig waren in het gemeentearchief. Het toeval heeft de twee ontbrekende delen weer boven tafel gebracht. Bij de voorbereiding van een lezing over de polder "Langeindse Maten" in Soest raadpleegde ik samen met de archivaris van het waterschap Gelderse Vallei en Eem (waar de polder in is opgegaan) de archieven van dit waterschap (en dus ook die van het polderbestuur Langeindse Maten). Bij het openen van de eerste de beste doos vielen twee delen op vanwege de ouderdom (het waterschap dateert pas van 1864). De nummers op de delen correspondeerden met die van de in het gemeentearchief van Soest ontbrekende delen. Blijft natuurlijk de vraag hoe deze archiefstukken in het archief van het polderbestuur Langeindse Maten terecht zijn gekomen. Waarschijnlijk heeft het polderbestuur deze registers een keer gebruikt in verband met gegevens die men nodig had om het grondbezit in de polder vast te kunnen stellen voor het omslaan van de waterschapslasten. Door de registers kon men teruggaan tot de achttiende eeuw. De registers zijn dus uitgeleend en niet meer teruggebracht. In de archiefwereld is er een principe dat archiefstukken thuishoren in het archief waarvoor ze oorspronkelijk bestemd waren. Mochten ze om de één of andere reden in een ander archief zijn terechtgekomen, dan zijp het afgedwaalde stukken die weer moeten worden teruggebracht naar het archief waarin ze thuishoren. De archivaris en het waterschapsbe stuur onderkenden dit en waren zo vriendelijk om een brief aan het gemeentebestuur van' Soest te schrijven om op de aanwezigheid in het waterschapsarchief van deze ontbrekende delen te attenderen en om te vragen of de gemeente Soest bereid was deze afgedwaalde archiefstukken weer op te nemen. Wat zijn nu die registers van het Oud-Schildgeld en wat is hun be lang? Het zijn kohieren voor een grondbelasting die in 1539 was in gesteld door de Staten van Utrecht. Die belasting werd toen betaald in "Oude Schilden", een muntsoort uit die tijd. Deze muntsoort heeft de naam aan de belasting gegeven. Een naam die ze heeft behouden, ook toen men later in andere muntsoor ten betaalde. De belasting is blijven bestaan tot aan de Bataafs-Franse tijd (circa 1800). Als er een pachter was (wat veel voorkwam) dan be taalde de pachter, maar een bepaald deel van het op te brengen bedrag kon hij op de pachtsom korten. In feite betaalden pachter en eigenaar In het register vinden we naast de namen van de eigenaars en de pach ters ook die van de eigenaars in 1539. Verder worden oppervlakte van de grond en bodemgebruik (bouwland of grasland) aangege ven. Hierdoor is het mogelijk om het grondbezit en bodemgebruik te volgen vanaf midden zestiende eeuw tot eind achttiende eeuw. Eventueel kunnen de gegevens worden gekoppeld aan de kadastra le gegevens (1832 ingevoerd). De ontbrekende delen vormden dus belangrijke schakels in deze keten. Naast interessante gegevens voor mensen die voorouderonderzoek doen bevatten de registers dus ook waardevolle gegevens betreffende geschiedenis van de landbouw en het landschap in Soest. A.F.M. Reichgelt Met een feestelijk tintje is begin deze maand aandacht besteed aan de afronding van de werkzaamhe den aan het nieuwe, inmiddels of ficieus in gebruik genomen, afval stoffenpark De Schans. Iedereen die op zijn of haar manier een steentje had bijgedragen aan de totstandkoming van dit miljoenen project was uitgenodigd om het moment mee te maken waarop de directeur van de sector stadsbe heer en milieu, de heer J. van Gent, een vergrote uitvoering van de sleutel van de park overhandig de aan beheerder Gerrit Koenen. In een korte toespraak deelde de heer Van Gent mee dat de officiële opening van het afvalstoffenpark (dat de oude brengplaats aan de Schans vervangt) op uitdrukkelijk verzoek van burgemeester en wet houders naar een later tijdstip, ver moedelijk maart 1994, is verscho ven. Dan is namelijk ook het onder komen van het recyclingcentrum Spullenhulp gereed. De heer Van Gent zei dat een zorg vuldig milieubeheer belangrijk is voor de hele gemeenschap. Het nieuwe afvalstoffenpark moet de inwoners stimuleren om nog meer gebruik te maken van de mogelijk heden om afval gescheiden aan te bieden. Het wordt niet alleen de in woners gemakkelijk gemaakt, ook de medewerkers van de afdeling reiniging zullen hun werk er met nog meer plezier doen. Vergeleken bij de situatie nu was het vroeger maar behelpen, aldus de heer Van Gent. Hij bedankte het gemeente bestuur voor deze zoveelste bijdra ge ten gunste van het milieu. "Overigens vervult de ontwikke ling van de afvalstoffeninzameling ons met zorg", aldus de heer Van Gent. Hij baseerde die zorg op de cijfers: In 1983 boden de burgers in totaal 13.445 ton huisvuil aan (zo wel aan de reinigingsdienst als op de brengplaats). Dit cijfer is tot 1992 gestegen tot 22.858 ton, een stijging van niet minder dan 70 procent in tien jaar! Het nieuwe afvalstoffenpark aan de Schans is aanzienlijk uitgebreid en veel overzichtelijker geworden. Er wordt al druk gebruik gemaakt van de mogelijkheid om hier grof huisvuil en klein chemisch afval gescheiden aan te bieden. De nieu we lokatie van de brengplaats wordt begin volgendjaar officieel geopend als ook de nieu we behuizing voor het hergebruikcentrum Spullenhulp klaar is. Ook de Schans kreeg een deel mee van de groei van het aanbod aan af valstoffen. Leverden de inwoners in 1983 nog 'slechts' ruim 2.100 ton vuil op de brengplaats aan, in 1992 was dit opgelopen tot ruim 5.300 ton, een toename van 147 procent. De kostenontwikkeling is niet min der zorgwekkend. In 1983 kostte de inzameling en verwering van het huisvuil bijna 2,1 miljoen, nu ruim 5.1 miljoen, een stijging van 145 procent. "De mensen vragen zich wel eens af waarom de reiniging zo duur moet zijn. Maar het is niet de reinigingsdienst die zoveel kost, het zijn vooral de kosten van afvoer (naar de AVR of een stortplaats) en verwerking die het totaalbedrag op schroeven. De gemeente heeft daar geen enkele invloed op". De heer Van Gent stelde met vol doening vast dat de afdeling reini ging van de gemeente in de afgelo pen jaren een enorme prestatie heeft geleverd. Bedroeg de kostprijs per ton afval in 1983 gemiddeld nog 155 gulden, in 1992 was dit 225 gul den. Een stijging dus van 45 pro cent. "Dat lijkt mee te vallen, maar als we daar de kosten van verwer king aftrekken, dan is er zelfs sprake van een kostenverlaging ten opzich te van 1983, namelijk naar 125 gul den per ton", aldus de heer Van Gent. Daarbij moet ook nog wor den bedacht dat er sprake is geweest van aanzienlijke stijging van lonen en de prijzen van materialen. Zou den deze achterwege zijn gebleven, dan is de prestatie van de medewer kers nog veel groter, temeer ook omdat die geleverd is door minder mensen. "We richten ons niet op bepaalde doelgroepen: er wordt geen enkel on-| derscheid gemaakt". Dat zegt mevrouw M. van Lunteren, medewerkster! op de afdeling Ruimtelijke Ordening en Bouwzaken, speciaal belast metl aanschrijvingen in verband met illegale bouw en illegaal gebruik. De be-j en afhandeling van zulke zaken is zeer arbeidsintensief. Niet alleen in hetl vooronderzoek gaat veel tijd zitten, ook in de behandeling zelf, de be-| zwaar- en beroepsprocedures en de nacontrole vergen veel tijd. Daar] staat tegenover dat het werk niet zonder resultaat is. Dat is mede te dan-l ken aan de publicaties over de aanpak van illegale bouw en illegaal ge bruik, "want daardoor komen toch steeds mee mensen naar het genieen-l tehuis om een bouwvergunning te vragen, terwijl ze dat anders misschien^ niet hadden gedaan". Met de komst van het nieuwe colle ge van burgemeester en wethouders veranderde er ook iets op het gebied van de illegale bouw en het illegaal gebruik. Het college wilde hierte gen flink optreden door middel van een lik-op-stuk-beleid. "Tot dan toe zaten degenen die iets niet vol gens de regels deden eigenlijk in een bevoorrechte positie ten opzichte van hen die wel alles legaal deden, leges betaalden en wachtten op de vergunning. Aan die rechtsonge lijkheid wilde het college een eind maken door de bouwers/gebrui kers zonder vergunning voortaan stevig en in een zo vroeg mogelijk stadium aan te pakken", vertelt me vrouw Van Lunteren. Het middel van aanschrijven is vol gens haar een kwestie van lange adem. Het houdt in, zeker met de komst van de nieuwe wet Bestuurs recht, dat de mensen bij wie illegale activiteiten zijn vastgesteld, eerst gehoord moeten worden. Daarna moeten burgemeester en wethou ders een besluit nemen om hen aan te schrijven. In die aanschrijving wordt een termijn gesteld voor af braak van het omstreden bouwwerk of beëindiging van het illegaal ge bruik. De betrokkene kan hiertegen binnen een maand een bezwaar schrift indienen. Dat heeft een op schortende werking, met uitzonde ring van gevallen waarin sprake is van een onveilige situatie. Dan mag de gemeente direct maatregelen treffen. Degene die een bezwaarschrift in dient wordt gehoord door de com missie voor de bezwaarschriften. Deze geeft een advies aan burge meester en wethouders. Zij nemen een besluit, dat vervolgens aan de betrokkenen wordt meegedeeld. Doorgaans houdt dit in dat binnen een maand een illegaal bouwwerk moet zijn afgebroken dan wel een eind moet zijn gemaakt aan het ille gaal gebruik. De wet AROB (Ad ministratief Recht Overheids Be schikkingen) stelt hen in de gele genheid ook daartegen in beroep te gaan. Dan komt men bij de Raad van State terecht. In dat geval zegt het gemeentebe stuur van Soest dat het de beroep- zitting bij de Raad van State niet af wacht, omdat het soms wel twee jaar duurt voordat deze wordt ge houden. In Soest betekent dit dat de betrokkene een schorsingsverzoek moet indienen. Dit is te vergelijken met een kort geding. Het verzoek houdt schorsing in van het gemeen telijk besluit tot hét treffen van de aangekondigde maatregelen. De behandeling van het verzoek tot schorsing maakt duidelijk of de be zwaarde toch al moet afbreken of de situatie moet beëindigen hoewel het AROB-beroep nog door de Raad van State moet worden behandeld. Mevrouw Van Lunteren: "Een AROB-procedure is in de twee jaar dat ik hier nu werk zo'n 25 keer voorgekomen. De gemeente heeft 98 procent van de zaken gewonnen. Meestal voldoet de betrokkene dan zelf aan de aannschrijving tot het beëindigen van de omstreden situa tie. In een zestal gevallen moest de gemeente maatregelen nemen. De mensen krijgen dan wel de rekening daarvoor gepresenteerd, en die is behoorlijk. De afdoening daarvan wordt in handen gegeven van de af deling belastingen, die ervoor zorgt dat de kosten worden voldaan, eventueel zelfs door middel van een dwangbevel". De kwestie van illegaal bouwen/ gebruiken is actueel geworden in verband met de tervisielegging van het bestemmingsplan Landelijk Gebied. Naar aanleiding van een tiental kwesties is in het kader hier van een aanschrijving de deur uitge gaan. Het betrof onder meer een ca ravanstalling, volkstuinen, illegaal bouwen en illegaal gebruik. Me vrouw Van Lunteren.' "Die brief moest voor de tervisielegging wel uitgaan, omdat anders in de nieuwe situatie het overgangsrecht zou gaan.gelden, zodat de omstreden si tuatie had kunnen blijven bestaan. En dat wilden we juist niet". 1 Weliswaar staat momenteel hetl Landelijk Gebied in de belangstel- ling, maar er zijn nog wel meer on derwerpen die kunnen worden aan-1 gepakt. Dat is wel duidelijk na hetl bestuderen van luchtfoto's, het be-[ kijken van oude archiefstukken enl door constateringen in het veld zelf, I bijvoorbeeld door de drie technischl ambtenaren in de buitendienst. Uitl de burgerij komt eigenlijk maar eenl enkele klacht. Op dit moment lopen er nog zo'nl 120 zaken betreffende illegaal bruik en bouwen. In het laatste ge-I val gaat het vooral om schuttingen,! vooral de bouwsels die aan de voorT kant hoger zijn dan maximaal tweel meter zoals is voorgeschreven. Hetl is de bedoeling dat het gemeentebe-r stuur hierover een duidelijk stand- punt zal innemen en bekendmaken I naar aanleiding van de beslissing op I de beleidsnotitie die mede metl de stedebouwkundigen hierover! wordt opgesteld. Over deze kwestie I is ook contact geweest met de wel- standscommissie. Gaat in de behandeling van eikel zaak al veel tijd zitten, hetzelfde I geldt eigenlijk voor de nacontrole I van zaken die al afgehandeld zijn. I /'Soms vertrouwen we het niet zo,| en dat klopt ook wel eens. Pas gele den bijvoorbeeld bleek bij de na controle dat een bedrijfscontainer I opnieuw werd bewoond, terwijl in I het bedrijfspand zelf ook nog twee I woonruimtes waren gemaakt". Duidelijk is dat het tegengaan van welke illegale activiteit ook geen kwestie is van enkel een brief schrij ven, maar vooral van vervolgstap-1 pen. Dat vergt zoveel tijd dat zonder de werkzaamheden van mevrouw) Van Lunteren, die hiervoor speciaal is aangesteld, de situatie in Soest er een stuk beroerder zou uitzien. De afdeling Ruimtelijke Ordening en Bouwzaken heeft immers al de han den vol aan het behandelen van de legale bouwzaken en zou aan de il legale activiteiten niet de aandacht I kunnen besteden die nodig wordt I geacht om aan deze situatie vanl rechtsongelijkheid een eind te ma-I ken. In de Nederlandse huishoudens I ontstaat jaarlijks zo'n 37 miljoen! kilo chemisch afval. Als je gaat be-1 rekenen hoeveel dat per persoon I is, kom je uit op 2,5 kilo per jaar.f Gelukkig houden we een belang-1 rijk deel daarvan apart. Cijfers vanl de gemeenten in het gewest Eem-I land laten zien dat ongeveer del helft van het chemisch afval apartl wordt ingeleverd. We zijn goed beT zig, maar het kan dus beter. Het gewest Eemland bestaat uit ze-I ven gemeenten. Dit zijn Amers-| foort, Baarn, Bunschoten, Eemnes.r Leusden, Soest en Woudenberg. Deze gemeenten hebben besloten om op het gebied van het gemeente-1 lijk milieubeleid meer te gaan sa-| menwerken. Daarom wordt gelijk tijdig in alle gemeenten aandacht besteed aan het onderwerp che misch afval. Elke gemeente biedt haar inwoners de mogelijkheid dit schadelij ke afval gescheiden in te le veren. Bijna alle gemeenten sluizen het apart aangeboden chemische afval door naar het gewestelijk de pot in Amersfoort. Om te voorkomen dat schadelijke stoffen in bodem, water en lucht te rechtkomen, heeft elke gemeente een cbemisch-afvaldepot. In Soest is dit in het nieuwe afvalstoffenpark aan de Schans. Hier kunt u terecht met uw chemisch afval. Om het de sorteerders en verwerkers gemak kelijker te maken, is het belangrijk dat u uw afval correct aanlevert. Dat wil zeggen in de originele verpak king of met een etiket waarop staat om welke stof het gaat. Meng het af val nooit! En tot slot: een lege verpakking is geen chemisch afval. Gesneder Het ontwikl zoals Boere sneden koe "Je gaat ach en je begint een stuk gre wordt een w op los gelati verkaveling balletje veri Ruimtelijke de ruimte ei afdeling W Verkeer. W ze manier i Groenbehei ding. Dat i: van het invi bijzondere i dat de polit heeft vastge logisch moe Van ons wt kijken hoeh wat voor bij in zitten. Ei ontdekken staat en de i simpelweg ertussen ei bossen van re recht to Vandaar oi schap, wat Boerenstre is leuk om ontwikkelt eenmaal st die strekei het er nu i Overhee Kijkend n Overhees probeerd mee te hot de Dorpss bestaand wijk opge zijn ze hie gevolg va: ven: "Dai ontwikkel ning houc bestaands bouwing

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1993 | | pagina 34