Bauers c Het nieuwe 'regeer-akkoord' Sch 2° film GRATIS* 8 Bauers 8 Kwintet g Nieuws van de gemeente Jongeren 'ho x WOENSDAG 6 APRIL 1994 SOESTER COURANT pagina PROGRAMMATISCHE AFSPRAKEN VOOR DE RAADSPERIODE 1994 - 1998 A. ALGEMEEN B. INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID C. VERKEER EN VERVOER D. WELZIJN EN VOLKSGEZONDHEID E. MILIEU EN LANDSCHAP E.3 Prioriteitsstelling F. RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING G. FINANCIËN NAAR 1° JAAR s/tveKSr APRIL-AKTIE Gedurende de maand april elke maandag t/m donderdag de grootste in Soest en omstreken! oooooooooooöoooog o 5 gangen-menu f5Sr g la/oensdag 6 Restaurant o ooooooooooooooooo Meningen van lezers De Schoof Manegepony's Yoedseltekort(4) 035-245555 Een kl Voedseltekort (5) Aafke 1 Tijdens de onderhandelingen over het nieuwe College, die in de afgelo pen weken zijn getoerd, hebben zes van de aanvankelijk acht deelne mende partijen uiteindelijk overeenstemming bereikt over het beleids programma voor de komende raadsperiode. Het programma is dan ook ondertekend door de onderhandelaars Neks Blommers (WD), Bart Krol CDA) en Kees Boerkoel (PvdA) - die samen het College van B. en W. steunen - en door Mieke Swinkels (D66), Jan Visser (GroenLinks- Progressief Soest) en Wiebe Meilof (GPV/SGP/RPF). De laatste liet overigens per voetnoot een voorbehoud over het referendum aanteke nen. Alleen Johan Baks (BAM) en Ham Witte GGS) tekenden het pro gramma niet, om uiteenlopende redenen. Hieronder de complete tekst van het nieuwe "regeerakkoord 1994-1998", waarvan het College de uitvoering op zich heeft genomen. A.l Omgaan met plannen Het gemeentebestuur moet bij het presenteren van plannen duidelijkheid ver strekken over de uitgangspunten en randvoorwaarden die bij de planvorming- en uitwerking in acht moeten worden genomen. Daartoe moet het college eerst aan de raadscommissie een concept van de vast te stellen uitgangspunten en randvoorwaarden om advies voorleggen. Na vaststelling van de uitgangspunten en randvoorwaarden moet een ontwerp plan om inspraak overeenkomstig de inspraakverordening worden voorgelegd. Dat ontwerp-plan moet gebaseerd zijn op een duidelijk voorlopig collegestandpunt. Het college moet duidelijkheid verschaffen over het karakter van openbare bij eenkomsten waarin plannen worden toegelicht of over plannen wordt gediscus sieerd (informatiebijeenkomst öf informatie- en inspraakbijeenkomst). Bij de daarvoor in aanmerking komende plannen moet waar mogelijk ruimte worden gelaten voor duidelijke invloed op de invulling en uitwerking door belang hebbenden. Indien alternatieven worden gepresenteerd die passen binnen de uit gangspunten/randvoorwaarden moeten de voor- en nadelen duidelijk op een rijtje worden gezet om een goede afweging te kunnen maken. A.2 Referendum Het houden van een raadgevend referendum zal bij wijze van uitzondering in over weging worden genomen indien naar het oordeel van de raad het gaat om een voor de burgers zeer ingrijpende zaak die niet voorzien was vóór de gemeenteraadsver kiezingen van 1994. f De fractie van GPV/SGP/RPF kan slechts met een referen dum overeenkomstig deze bepaling instemmen als het gaat om politiek niet gevoeli ge zaken.) De uitkomst van het referendum zal zeer zwaar wegen bij de door de raad te nemen beslissing indien het opkomstpercentage bij het referendum tenminste 2/3 be draagt van het opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverkiezingen. A.3 Kerntakendiscussie Het college moet in juni 1994 een werkconferentie organiseren waarin een open gedachtenwisseling kan plaatsvinden tussen de leden van de raad, het college en het managementteam over het (kern)takenpakket van de gemeente en de wijze van uit voering. De werkconferentie moet een informatief karakter hebben. Het college moet in september 1994 een plan van aanpak voor een kerntakendis cussie aan de raad voorleggen. Het gemeentebestuur moet een integraal veiligheidsbeleid voeren. Bij de voorbereiding en uitvoering van het beleid moet een optimale samenwer king met burgers, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en de politie worden nagestreefd. De uitvoering van het veiligheidsbeleid vindt onder verantwoordelijkheid van het voltallige college van burgemeester en wethouders plaats. De burgemeester is verantwoordelijk voor de coördinatie. Aan de basis van het beleid staat een compacte inventarisatie van de bestaande problemen rond veiligheid die op basis van voortschrijdend inzicht kan worden aangevuld en bijgesteld. De aanpak van de problemen vindt plaats aan de hand van een op te stellen en jaarlijks bij te stellen werkplan. Het eerste werkplan moet in het najaar van 1994 worden vastgesteld. In samenhang met het voorgestane veiligheidsbeleid moet op korte termijn het college aan de raad een voorstel voorleggen omtrent de mogelijkheid tot uitbrei ding van het aantal (politie)toezichthouders op straat op basis van duidelijke af spraken omtrent de wijze van inzet daarvan. Daarbij geldt de uitdrukkelijke voor waarde dat gewaarborgd moet zijn dat eventueel extra geld ook leidt tot extra zicht bare menskracht. lieuwaarden (onverminderd) voortgaat met inachtneming van het bepaalde in E.2. Bij de prioriteitsstelling in het kader van het noodzakelijke budgettaire keuzeproces zullen de belangen van het voorgestane milieubeleid zeer zwaar meewegen. E.4 Milieueducatie etc. en afvalpreventie Bij het milieubeleid en de uitvoering daarvan wordt veel waarde toegekend aan de continuering van een intensief educatie-, informatie- en voorlichtingsbeleid, ge richt op het bevorderen van een verantwoordelijk milieubesef bij alle burgers. Daarbij dient een zo optimaal mogelijke afstemming op de diverse doelgroepen plaats te hebben. Meer in het bijzonder dient daarbij in de komende raadsperiode accent te worden gegeven aan het voorkomen en het verminderen van de afval stroom. Mede met het oog op dit accent dienen alert de ontwikkelingen te worden gevolgd betreffende de mogelijkheden tot een beïnvloedbare differentiatie van de lasten voor het afval (incl. waterverbruik). E.5 Regionale samenwerking Bij continuering en eventuele uitbreiding van regionale samenwerking op het ter rein van milieu zal naast de doeltreffendheid en doelmatigheid daarvan uitdrukke lijk toetsing plaatsvinden van een reële (dus niet alleen formele) democratische beïnvloeding door het lokale bestuur. C.l Verkeer Uitgangspunt is de bevordering van de doorstroming van het verkeer op de daar voor in aanmerking komende wegen, zonder dat dit leidt tot een toename van het doorgaande verkeer met een bestemming buiten Soest. Daarnaast is uitgangspunt het weren van het doorgaande (niet bestemmings-)verkeer uit de wijken. Daartoe moet het raadsbesluit van 16 december 1993, waarbij aan het college is op gedragen met het oog op de verbetering van de leefbaarheid in het winkelgebied Van Weedestraat en de wenselijkheid van een z.g. 'Open Soestdijk' (d. w.z. geen af sluiting van wegen) de mogelijkheden tot verbetering van de verkeerssituatie (in clusief de mogelijkheden tot de aanleg van nieuwe wegen) te onderzoeken, onver kort worden uitgevoerd. Bij het onderzoek en de uitwerking van plannen dient de aandacht en zorg voor het fiets- en voetgangers verkeer een integraal onderdeel van de planvorming uit te ma ken. Gelet op het belang dat het tracé Koningsweg/Ossendamweg en Vondellaan heeft voor de doorstroming van het verkeer moeten de eventuele maatregelen die op korte termijn én lange termijn genomen kunnen worden om tot verbetering van de verkeerssituatie op de Ossendamweg/Vondellaan te komen in 1994 opnieuw op basis van geactualiseerde gegevens in overweging worden genomen. C.2 Openbaar vervoer Het contract met Centraal Nederland betreffende het openbaar vervoer moet wor den uitgevoerd. Bij de evaluatie moet de inzet van kleinere bussen uitdrukkelijk aandachtspunt zijn en alternatieven in de vergelijkende afweging worden betrok ken. De mogelijkheden tot verbetering van de verbinding tussen Soest en Soesterberg moeten uitdrukkelijk worden nagestreefd. Het beleid dat door de raad is vastgelegd in de notitie 'Welzijn zal ons een zorg zijn' zal met voortvarendheid worden gecontinueerd. Een aktuaïisering van het uit voeringsplan zal plaatsvinden bij de vaststelling van het welzijnsplan 1995 - 1998. In de (meeijaren)begroting 1995 - 1998 zal ook de herschikking van de financiële middelen voor het welzijnsbeleid verder zichtbaar moeten worden gemaakt. In goed overleg met de Stuurgroep verslavingspreventie en rekening houdende met een goede afstemming met de op het terrein van de verslavingspreventie- en zorg werkzame regionale instellingen zal in het welzijnsplan- en programma aan dacht worden gegeven aan de noodzaak van aktiviteiten ter voorkoming en vermin dering van verslaving. E.l Milieubeleidsplan Met als basis een actueel te houden geïntegreerd (dus betrekking hebbend op alle beleidssectoren) milieubeleidsplan zal het gemeentebestuur - waar mogelijk en no dig in een elkaar stimulerende samenwerking met anderen - zich blijven inspannen voor de bescherming en het herstel van de kwaliteit van het natuurlijk leefmilieu, gericht op een duurzame samenleving. E.2 Milieu-toets De milieu-aspecten van beleidsvoornemens moeten duidelijk zichtbaar gemaakt worden door middel van een te verbeteren zgn. milieutoets. Mede met het oog op een effectieve en efficiënte aanwending van (de altijd beperkte) middelen zal meer in het bijzonder bij zowel de bedoelde milieutoets als bij het ontwikkelen van initia tieven, aandacht moeten worden gegeven aan de aspecten milieu-rendement en duurzaamheid. Waar en voorzover dit mogelijk is, dient de toetsing van milieu-aspecten mede plaats te vinden met behulp van geobjectiveerde normstellingen. Onveriet de in dit beleidsprogramma vastgelegde afspraak dat bij een eventueel noodzakelijke bezuinigingsoperatie ten behoeve van een in structureel opzicht slui tende begroting geen enkel beleidsterrein (dus ook niet het milieubeleidsterrein) bij voorbaat wordt uitgesloten, zal bij zo'n operatie, alsmede bij een kerntakendiscus sie, als randvoorwaarde gelden dat het op gang komende proces van herstel van mi- E.6 Bodemverontreiniging In 1994 dient aan de gemeenteraad een overzicht te worden verstrekt van alle be kende en verdachte lokaties van bodemverontreiniging, voorzien - waar mogelijk en voorzover beschikbaar - van gegevens betreffende de mate en aard van vervui ling. Daarbij dient te worden gepresenteerd een plan van aanpak tot sanering dan wel beheersing daarvan, rekening houdende met het beleid van andere overheden en de financiële middelen. De door de gemeenteraad vast te stellen prioriteitsstel ling is uitgangspunt voor de uitvoering van dat plan. E.7 Verdrogingsproblematiek Bijzondere aandacht dient te worden gegeven aan de problematiek van de verdro ging van het gebied in en rondom Soest. In samenwerking met andere (bevoegde) instanties moet worden nagegaan de mogelijkheid tot een zodanige beïnvloeding van de waterhuishouding, dat verdere verdroging wordt voorkomen. Bij de realise ring van woningbouwplannen, waarbij ook om andere redenen aandacht aan ecolo gische aspecten moet worden gegeven, dient dit aspect uitdrukkelijk in de afweging te worden betrokken. Ook bij de gefaseerde uitvoering van rioleringsplannen dient nagegaan te worden of er mogelijkheden zijn tot een zodanige opstelling/bij stelling te komen van de plannen dat bijgedragen kan worden aan een oplossing van de ver drogingsproblematiek. E.8 Omgaan met het buitengebied Op basis van de door de raad vastgestelde plannen (Landelijk gebied, milieube leidsplan, landschapbeleidsplan en recreatieplan) dient uitvoering te worden gege ven aan het in die plannen omschreven beleid voor het buitengebied. Ook bij de uit voering zal steeds zorgvuldig een evenwichtige afweging plaatsvinden van alle rele vante belangen en aspecten (landbouw, recreatie, milieu, natuur enz.). -• In het kader van de kerntakendiscussie zal een afweging plaatsvinden van de eventuele mogelijkheid de eigendom en het beheer van het gemeentelijk bosbezit geheel of gedeeltelijk over te dragen aan instellingen waarvan de doelstelling ge richt is op instandhouding en herstel van waardevolle natuur en landschapsgebie- den. Bij de afweging zullen alle relevante aspecten in de beschouwing worden be trokken (toegankelijkheid, invloed gemeente, overeenstemming met gemeentelijk beleid, fin. aspecten enz.). F.l Ruimtelijke ordening Uitgangspunt blijft dat geen aantasting van waardevolle open ruimte in de be bouwde kern mag plaatsvinden door middel van z.g. inbreidingsplannen. Bij de jaarlijkse vaststelling van de woningproduktie door de raad en het daarmee gepaard gaande ruimtebeslag dient mede de feitelijke ontwikkeling van de uitbrei ding van de woningvoorraad in de periode 1992 tot en met 1994 in de afweging te worden betrokken. In het bijzonder moet worden bezien of deze feitelijke ontwik keling dient te leiden tot een aanpassing van de bij de vaststelling van de structuurvi sie in 1992 in beginsel afgesproken woningproduktie in de periode na 1995. Bij de afweging moet eveneens in aanmerking worden genomen de taakstelling betreffen de huisvesting van de asielgerechtigden om te voorkomen dat de huisvesting van deze groep ten koste gaat van (de kansen van) de regulier te verwachten categorieën huisvestingzoekenden voor de huisvesting waarvan de gemeente Soest mede ver antwoordelijkheid draagt. De voorbereiding en ontwikkeling van bestemmingsplannen waarin de bestem ming van de gronden ten behoeve van dë uitbreiding van de woningvoorraad wordt geregeld betekent niet en mag ook niet tot gevolg hebben dat in een sneller tempo dan door de raad wordt bepaald ruimte ten behoeve van woningbouw in beslag wordt genomen, zulks mede gelet op de doelstelling van consolidatie van en beper king van druk op het buitengebied. Bezien moet worden, zonder dat de uiterste grenzen van de afrondingslokaties zoals die bij de structuurvisie zijn vastgelegd in dit stadium principieel ter discussie worden gesteld of de regeling van de bestemming van enkele bouwlokaties, of ge deelten daarvan kunnen worden opgeschort gelet op: - de reguliere duur van een bestemmingsplan; - een eventuele temporisering c.q. bijstelling van de woningproduktie; - de feitelijke uitvoeringsmogelijkheden van de wel in ontwikkeling te nemen bouw lokaties. F.2 Volkshuisvesting Het gemeentebestuur moet zich inspannen, voor zover dit ligt binnen haar moge lijkheden, voor de bevordering van een op de gedifferentieerde behoeften afge stemd woningbestand, alsmede voor een redelijke verdeling en bezetting daarvan. Een aktueel te houden volkshuisvestingsnota welke een totaalbeeld geeft van de be hoefte en rekening houdt met een afhankelijk van de marktomstandigheden even wichtige verhouding tussen huur en koopwoningen in verschillende prijsklassen (zulks mede met het oog op de doorstroming) vormt de basis voor het te voeren be leid. Deze nota moet jaarlijks worden uitgewerkt in een volkshuisvestingsprogram ma. In dat programma moet ook de jaarlijkse woningproduktie worden bepaald. Bij het financieel beleid moeten de volgende uitgangspunten in acht worden geno men. De belastingen waar geen direct aanwijsbaar specifieke overheidsprestatie/ dienst van de overheid tegenover staat mogen in beginsel niet worden verhoogd. Een jaarlijkse aanpassing is bespreekbaar tot maximaal de stijging van het inflatie percentage (aan te houden percentage: de prognose van de stijging van de prijsin dex gezinsconsumptie van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar zoals die luidt op 1 januari van dat jaar). Die jaarlijkse aanpassing moet dan gemotiveerd in relatie tot het af te wegen wensen- en middelenpakket kunnen worden afgewogen. Ten aanzien van de overige heffingen waar een direct aanwijsbare dienst/presta tie tegenover staat moet zoveel mogelijk een kostendekkend tarief in rekening wor den gebracht; uitzonderingen moeten steeds uitdrukkelijk worden gemotiveerd. Er moet bij de opstelling van de richtlijnen voor de begroting dan wel in de nota finan cieel beleid duidelijk worden aangegeven welke kosten in dit verband in aanmer king mogen/moeten worden genomen bij de toerekening aan een bepaalde dienst/ prestatie; eventuele afwijkingen daarvan dienen gemotiveerd uitdrukkelijk onder de aandacht van de raad te worden gebracht. Bij een eventueel noodzakelijke bezuinigingsoperatie ten behoeve van een in structureel opzicht sluitende begroting zal geen enkel beleidsterrein bij voorbaat worden uitgesloten. De inspanningen tot periodieke doorlichting van het functio neren van de gemeentelijke organisatie (efficiencymaatregelen) moeten worden gecontinueerd. de goedkoopste film Dillenburglaan 12 (bij Jac. Hermans om de hoek), Soest Telefoon 02155 - 12340 Salade met Lamsfilet Maïskipbouillon mei flensjes Scampi's met kruidensaus Biefstuk du chef Grand Dessert Kortingsbonnen zijn bij dit menu niet van toepassing. Wijn-arrangement mogelijk. O BURG. GROTHESTRAAT 55 O O TEL/FAX 02155 - 1 25 16 O O O De Schoof, het nieuwe onderkomen van S. W.S., is klaar en officieel geopend op 19 maart. Een geweldige aanwinst voor al wie in Soest meedoet met wel zijnswerk. Het centrum biedt een prima accommodatie maar biedt vooral een heel gezellige ambiance. Dat hebben de vele, vele belangstellenden bij de ope ning kunnen vaststellen. Ook ontvin gen wij prachtige bloemstukken, vele nuttige cadeaus en goede wensen. Die hartverwarmende belangstelling was voor ons van S.W.S. fantastisch. S.W.S. lééft in Soest. Heeft u het nog niet gezien? Loop ge rust eens binnen! Bestuur S.W.S., J. van den Berg Een nieuwe lente? Waarschijnlijk niet voor Orly en Nanda, twee manegepo ny's uit Soest die al ruim 13 jaar in de zelfde manege naast elkaar staan en al heel wat Soester kinderen op hun rug gehad hebben. Nu ze allebei dik in de twintigzijn, is het te vermoeiend voorze geworden om nog elke dag een aantal uren te lopen. Wat zóu er nu mooier en natuurlijker zijn dan dat ze samen naar De Paardenkamp in Soest zouden kun nen gaan, (om de hoek van de manege van waar ze nu staan) om daar samen in één stal nog een paar jaar te kunnen ge nieten van een verzorgde en welver diende oude dag! Daar is de Paarde- kamp toch voor? Maar nee, Orly en Nanda hebben geen schijn van kans. "Er staan nog acht schrijnende gevallen voor ze", aldus mevrouw Kok, secretaresse van de Stichting De Paardenkamp. Nog schrijnender. Wat voor mogelijk heid is er nog voor deze twee pony's. Doorverkocht worden via de markt en via via uiteindelijk toch geslacht te wor den? Realiseren mensen, die als kind begonnen zijn paard te rijden op mane- gepaarden en manegepony's, zich wel eens één keertje wat er na vele jaren trouwe dienst (en het vak van manege- paard is echt geen lolletje) met deze aat? Of is de wei beesten gebeuren vaartstaat Nederland zo verziekt dat we levende wezens ook al als wegwerparti kelen zien. Er wordt gepraat over leg batterijen, zuiglammeren ja zelfs kie vitseieren. Prima allemaal, maar sta ook eens even stil bij het lot van manege- paarden. Hellen Huisman-MüIIer. Er was eens een Engel, die van de Op- perengel de opdracht kreeg te onder zoeken of de planeet Aarde voldoende voedsel produceerde om iedereen vol doende eten te geven. De Engel ging met zijn UFO van het jaar 1994 op stap en stelde een gedegen onderzoek in, waarmee hij véél minder dan 14 jaar be zig was. Toen hij zijn onderzoek had beëindigd, kwam hij van de Aarde terug met een-tas vol tabellen en grafieken, statistieken en prognoses en leverde die bij de Opperengel in. "Wel", begon de Opperengel, die geen zin had om zelf uit die warwinkel van papier zijn conclusies te trekken, "Is er nu ja of nee voldoende voedsel op die planeet Aarde om iedereen naar beho ren te voeden?" En de Engel antwoordde: "Er wordt daar voldoende voedsel geproduceerd om zelfs tweemaal zoveel Aardbewo ners van voedsel te voorzien." "Gelukkig," sprak de Opperengel, "daar heb ik wel over in de rats gezeten! Wat bèn ik blij dat daar nu niemand meer honger lijdt, zoals dat vroeger zo vaak het geval was!" "Ho, ho,", zwakte de Engel af, "dat is niet mijn conclusie. Voedsel genoeg, dat wel, maar voedsel kan alleen maar honger voorkomen als het zich op de juiste plaats bevindt. The right food on the right place!" sprak de Engel, die ook nog een mondje Engels had opge daan en hij vervolgde: "Helaas sterven op die Aarde nog jaarlijks duizenden mensen van de honger omdat dat vele voedsel hen niet bereikt!" Einde van dit leerzame sprookje. Al die boze-stukjes-schrijvers in de krant hebben kennelijk geëmotioneerd gereageerd op een wetenschappelijk onderzoek en dat is niet slim. Immers, vast staat dat vooral in West-Nederland in het laatste oorlogsjaar de voedseltoe stand er treurig voorstond. Niet voor niets zijn er velen aan honger-oedeem ten onder gegaan. Maar dat is niet de kern van de zaak, want in Zeeland, Bra- (publikafie onder verantwoordelijkheid Soester Cou,an„ 9 Openbare Commissievergaderingen (onder voorbehoud!) Donderdag 14 april: Financiën/Sport. Maandag 18 april: Algemene Bestuurszaken. Dinsdag 19 april: Ruimtelijke Ordening. Woensdag 20 april: Welzijn. Donderdag 21 april: Milieu/Onderwijs. Alle vergaderingen worden gehouden in het gemeentehuis en beginnen om 19.30 uur. Agenda en stukken liggen ter inzage in het Informatiecentrum. Het publiek kan ge bruik maken van het spreekrecht. Inlichtin gen: tel. 93777. Wel Milieubeheer Aanvragen en ontwerp-beschikkingen B. en W. zijn van plan vergunning te verlenen aan: Paperwork Soest BV, voor het op richten en in werking hebben van een grafisch afwerkingsbedrijf, Laanstraat 30a te Soest. De stukken liggen ter inzage tot 4 mei in het gemeentehuis en in de bibliotheek Albert Cuyplaan. Bezwaren: schriftelijk tot 4 mei bij het ge meentebestuur, of mondeling tijdens een zitting, op afspraak (vóór 27 april). Inlich tingen: Milieubeheer, tel. 93593. Beschikkingen B. en W. hebben vergunning verleend aan: R. van de Bunt, voor een bouw- en interieurbouwbedrijf, Merelweg 7 te Soest. De stukken liggen ter inzage tot 18 mei in het gemeentehuis en in de bibliotheek Al- bert Cuyplaan. Beroepschriften tot 18 mei richten aan de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Inlichtingen: Milieubeheer, tel 93593. Drank - en horecawet B. en W. zijn van plan aan de door Stichting Welzijnswerk Soest gevraag de vergunning in de inrichting Molen straat 14252 voorschriften te verbin den met betrekking tot bijeenkomsten van persoonlijke aard (bruiloften, par tijen) en de tijden waarop alcoholhou dende drank mag worden verstrekt. Belanghebbenden kunnen hun zienswijze naar voren brengen. De stukken liggen vier weken ter inzage op de afdeling KA VIZ, na afspraak met mevrouw Smit, tel 93452. V oorbereidingsbcsluit Op 17 maart heeft de gemeenteraad be sloten dat een bestemmingsplan in voorbereiding is verklaard voor het perceel Amersfoortsestraat 79a. Het besluit treedt in werking op 7 april. Gevraagde bouwvergunningen Amnestylaan 25: uitbreiden van een woonhuis; Dorresteimveg 18: verbouwen van een garage tot garage/duivenhok; Ereprijsstraat 181-183:plaatsen van een dakopbouw; Groenling 6: plaatsen van een tuin- berging; Koninginnelaan 20: wijzigen van de voorgevel; Lange Brinkweg 41: verbouwen en uitbreiden van een bijkeuken; Prins Bernhardlaan 8f bouwen van een garage/berging; Reespoor 28: plaatsen van een dak kapel; Schoutenkampweg 42: verbouwen van een woonhuis; Stationsweg 5: verbouwen en uit breiden van een woonhuis; Turfstreek 123: wijzigen van een ge vel; Van Lijndenlaan 3: plaatsen^! dakkapel; Winterkoning 84: plaatsen vaj schutting met carport; I Zuidpromenade 21: uitbreidej een reisbureau. De stukken liggen ter inzage in het tm tehuis, afd. ROB. Beelzlaan 139: uitbreiden t woonhuis en het bouwen van eend ge/berging; Den Blieklaan 66: bouwen vajl woonhuis met garage Dorresteimveg (ong.): bouwen! een bedrijfsgebouw met kantoren! Heetakker 65: plaatsen van blokhut; Insingerstraat 15: wijzigen vanj gevel; Koninginnelaan 20; wijrigeiHal voorgevel Sterrenbergweg 25: verbouwen! een voormalige kantine tot betkjjl ^Turfstreek 91: uitbreiden v*. we vanmor woonhuis; n»arkl liepen om Turfstreek 93: uitbreiden van^en- Martijntje woonhuis; Soest geeft aan v Wostok 20: plaatsen van twee 4, menselijke instinc kapellen; meeste strijd mot Soesterbergsestraat. ZuidpromfimertenSeldamkl de en Verlengde Kolonieweg: uifcm'n pens' en Liz den van een winkelcentrum en hetat verjieu„, ,it|, ai 0] leggen van parkeerplaatsen die ze ,huis k Kolonieweg 5: uitbreiden wot voorziening geestelijk gehandicap: Het drietal zit in het met een 4e woongroep. bankj de jeUgdsoos - Bezwaarschriften AWB: binnen 6 weket kerk, en heeft op da B. en W. niet gegeten. Nog t Bezwaarschriften AROB: binnen 30: De drie 'hongerstal gen bij B. en W. van een groep van De stukken liggen ter inzage in het gems Daarnaars die mee< tehuis, afd. ROB. ge vraagde kapverguM Hongerkuur Van Vision, een organis om geld voor mens te zamelen. De ho delijke actie, waan goede zal komen ject in Zuid-Soedi in Cambodja en e Mozambique. De actie start dins uur, zo is afgespro gen Gevraagde kapvergunningen Van Mecklenburglaan 50: 1 ceói Speenkruidstraat 13: 1 berk; Verlengde Talmalaan 23: bome; Beatrixlaan 41: 3 coniferen; Anna Paulownalaan 34: 4 spant af bestelde patat en 1 berk; Koningsweg 31: 2 eiken. Bezwaren: binnen 4 weken bij de a!i Groenbeheer, tel. 93709. Verleende kapvergunningen zorgd, beginnen s minuten over ze\ tijd wordt het re naar de afvalber deelnemers bren; De Lekbank. De Het leven gaat ge tal wordt woensd ven voor een ten Rembrandtlaan 20: 6 bomen: GeSprekSStO Aagje Dekenlaan 16: 1 pinus v> chiana; Inspecteur Schreuderlaan 19:2bet- ken; Kerkepad 13 NZ: 1 esdoorn; Soesterbergsestraat 125: bomen; Weegbreestraat 52: populieren ei wilgen. Bezwaren: binnen 6 weken schriftelijk bijB en W. De overnachting meesten goed al ken, mits het dri koolhydraten of alle deelnemers S.O.S. Telefonische Hulpdienst Elke dag en nacht bereikbaai Voor en gesprek over: persoonlijke relaties werk onderdak verlies van een partner diskriminatie eenzaamheid zwangerschap sexualiteit verslaving bant, Limburg, de Achterhoek, Drente, Groningen en Friesland leed niemand honger. Daar waren voldoende aardap pelen, granen, boter, kaas e.d. Als er maar transportmogelijkheden waren geweest en de Moffen weg, dan was er geen voedseltekort en dus geen honger geweest. Ook al hebben die boze-stuk jes-schrijvers, net zo als ik, groen gezien van de honger, in Nederland, behalve in het westen, was er dus voldoende voed sel. Mijnheer Trienekens heeft met zijn onderzoek dus gelijk, maar waarom hij daar 14 jaar over deed, is mij niet duide lijk. Ik wist dat zó wel! J.H. van Doorne In de Soester Courant van 30 maart rea geerden drie lezers op het eerder ge plaatste artikel waarin verslag gedaan werd van de voordracht die dr. Triene kens hield voor onze Vereniging. Hun reactie is gezien de kop boven het be wuste artikel 'Geen voedseltekort in oorlog' heel begrijpelijk. Nu heeft de inleider allerminst het be staan van de hongerwinter en het lijden en slachtofferschap ontkend. Ook in de tekst van het artikel in de courant ge beurt dit niet. Er is sprake van '4,5 mil joen mensen in de knel', 'voedselhulp', 'de geleden honger', enz. De kern van het betoog van dr. Triene kens hield in dat de voedselvoorziening voor het geval van oorlog voortvarend en tot in details was voorbereid en dat tijdens de bezetting door hetzelfde Ne derlandse ambtelijke apparaat tal van maatregelen werden genomen en door gevoerd waardoor voorkomen werd, dat er honger werd geleden. Dit in te genstelling tot het gebeuren in de Eerste Wereldoorlog. Het ging echter mis toen in september 1944 door de spoorwegstaking en het erop volgende Duitse embargo op het scheepvaartverkeer de aanvoer van graan en aardappelen vanuit Noord/ Oost - naar West-Nederland (het hon- gergebied) stil kwam liggen. De lezing maakte duidelijk dat, in de omgang tussen boeren en Nederlands ambtelijk apparaat enerzijds en de be zetter en Duitse autoriteiten in Berlijn aan de andere zijde, de 'kunst der mis leiding' hoogtij vierde. Na de oorlog is deze misleiding een heel eigen leven gaan leiden. Interessant waren verder de bevindin gen van de onderzoeker inzake de volksgezondheid. Door een betere ver deling van het voedsel - de armere klas sen kregen wat meer, de rijkere bedui dend minder - en het meerdere gebruik van groente en melkprodukten in plaats van vet, eieren en vlees, verbeterde de algemene gezondheidstoestand voor zover deze in relatie staat tot de voed- selconsumptie. De Hongerwinter leid de tot veel extra sterfte en ontzettend veel ziekte. Van de mensen boven de 60 jaar had 18% oedeem. Anderen leden aan diarree, cachexie (algehele zwakte en aantasting van de spieren), tongont steking, gewichtsverlies en lusteloos heid, terwijl bij 50% van de vrouwen de menstruatie uitbleef. Het verwijt dat het verhaal van dr. Trie nekens zou aansluiten bij dat van her die de jodenvervolging of het bestaar van de concentratiekampen willen ont kennen, is volledig bezijden de feiten er volstrekt onterecht. Het bestuur van de Historische Vereniging Zonne metdevi deopenb de bijna

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1994 | | pagina 4