Bauers
c
Het nieuwe 'regeer-akkoord'
Sch
2° film GRATIS*
8 Bauers 8
Kwintet g
Nieuws van de gemeente Jongeren 'ho
x
WOENSDAG 6 APRIL 1994
SOESTER COURANT
pagina
PROGRAMMATISCHE
AFSPRAKEN VOOR
DE RAADSPERIODE 1994 - 1998
A. ALGEMEEN
B. INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID
C. VERKEER EN VERVOER
D. WELZIJN EN VOLKSGEZONDHEID
E. MILIEU EN LANDSCHAP
E.3 Prioriteitsstelling
F. RUIMTELIJKE ORDENING EN
VOLKSHUISVESTING
G. FINANCIËN
NAAR 1° JAAR s/tveKSr
APRIL-AKTIE
Gedurende de maand april
elke maandag t/m donderdag
de grootste in Soest en omstreken!
oooooooooooöoooog
o 5 gangen-menu f5Sr g
la/oensdag 6
Restaurant o
ooooooooooooooooo
Meningen
van lezers
De Schoof
Manegepony's
Yoedseltekort(4)
035-245555
Een kl
Voedseltekort (5)
Aafke 1
Tijdens de onderhandelingen over het nieuwe College, die in de afgelo
pen weken zijn getoerd, hebben zes van de aanvankelijk acht deelne
mende partijen uiteindelijk overeenstemming bereikt over het beleids
programma voor de komende raadsperiode. Het programma is dan ook
ondertekend door de onderhandelaars Neks Blommers (WD), Bart
Krol CDA) en Kees Boerkoel (PvdA) - die samen het College van B. en
W. steunen - en door Mieke Swinkels (D66), Jan Visser (GroenLinks-
Progressief Soest) en Wiebe Meilof (GPV/SGP/RPF). De laatste liet
overigens per voetnoot een voorbehoud over het referendum aanteke
nen. Alleen Johan Baks (BAM) en Ham Witte GGS) tekenden het pro
gramma niet, om uiteenlopende redenen.
Hieronder de complete tekst van het nieuwe "regeerakkoord
1994-1998", waarvan het College de uitvoering op zich heeft genomen.
A.l Omgaan met plannen
Het gemeentebestuur moet bij het presenteren van plannen duidelijkheid ver
strekken over de uitgangspunten en randvoorwaarden die bij de planvorming- en
uitwerking in acht moeten worden genomen.
Daartoe moet het college eerst aan de raadscommissie een concept van de vast te
stellen uitgangspunten en randvoorwaarden om advies voorleggen.
Na vaststelling van de uitgangspunten en randvoorwaarden moet een ontwerp
plan om inspraak overeenkomstig de inspraakverordening worden voorgelegd. Dat
ontwerp-plan moet gebaseerd zijn op een duidelijk voorlopig collegestandpunt.
Het college moet duidelijkheid verschaffen over het karakter van openbare bij
eenkomsten waarin plannen worden toegelicht of over plannen wordt gediscus
sieerd (informatiebijeenkomst öf informatie- en inspraakbijeenkomst).
Bij de daarvoor in aanmerking komende plannen moet waar mogelijk ruimte
worden gelaten voor duidelijke invloed op de invulling en uitwerking door belang
hebbenden. Indien alternatieven worden gepresenteerd die passen binnen de uit
gangspunten/randvoorwaarden moeten de voor- en nadelen duidelijk op een rijtje
worden gezet om een goede afweging te kunnen maken.
A.2 Referendum
Het houden van een raadgevend referendum zal bij wijze van uitzondering in over
weging worden genomen indien naar het oordeel van de raad het gaat om een voor
de burgers zeer ingrijpende zaak die niet voorzien was vóór de gemeenteraadsver
kiezingen van 1994. f De fractie van GPV/SGP/RPF kan slechts met een referen
dum overeenkomstig deze bepaling instemmen als het gaat om politiek niet gevoeli
ge zaken.)
De uitkomst van het referendum zal zeer zwaar wegen bij de door de raad te nemen
beslissing indien het opkomstpercentage bij het referendum tenminste 2/3 be
draagt van het opkomstpercentage bij de gemeenteraadsverkiezingen.
A.3 Kerntakendiscussie
Het college moet in juni 1994 een werkconferentie organiseren waarin een open
gedachtenwisseling kan plaatsvinden tussen de leden van de raad, het college en het
managementteam over het (kern)takenpakket van de gemeente en de wijze van uit
voering. De werkconferentie moet een informatief karakter hebben.
Het college moet in september 1994 een plan van aanpak voor een kerntakendis
cussie aan de raad voorleggen.
Het gemeentebestuur moet een integraal veiligheidsbeleid voeren.
Bij de voorbereiding en uitvoering van het beleid moet een optimale samenwer
king met burgers, maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en de politie
worden nagestreefd.
De uitvoering van het veiligheidsbeleid vindt onder verantwoordelijkheid van
het voltallige college van burgemeester en wethouders plaats. De burgemeester is
verantwoordelijk voor de coördinatie.
Aan de basis van het beleid staat een compacte inventarisatie van de bestaande
problemen rond veiligheid die op basis van voortschrijdend inzicht kan worden
aangevuld en bijgesteld. De aanpak van de problemen vindt plaats aan de hand van
een op te stellen en jaarlijks bij te stellen werkplan. Het eerste werkplan moet in het
najaar van 1994 worden vastgesteld.
In samenhang met het voorgestane veiligheidsbeleid moet op korte termijn het
college aan de raad een voorstel voorleggen omtrent de mogelijkheid tot uitbrei
ding van het aantal (politie)toezichthouders op straat op basis van duidelijke af
spraken omtrent de wijze van inzet daarvan. Daarbij geldt de uitdrukkelijke voor
waarde dat gewaarborgd moet zijn dat eventueel extra geld ook leidt tot extra zicht
bare menskracht.
lieuwaarden (onverminderd) voortgaat met inachtneming van het bepaalde in E.2.
Bij de prioriteitsstelling in het kader van het noodzakelijke budgettaire keuzeproces
zullen de belangen van het voorgestane milieubeleid zeer zwaar meewegen.
E.4 Milieueducatie etc. en afvalpreventie
Bij het milieubeleid en de uitvoering daarvan wordt veel waarde toegekend aan de
continuering van een intensief educatie-, informatie- en voorlichtingsbeleid, ge
richt op het bevorderen van een verantwoordelijk milieubesef bij alle burgers.
Daarbij dient een zo optimaal mogelijke afstemming op de diverse doelgroepen
plaats te hebben. Meer in het bijzonder dient daarbij in de komende raadsperiode
accent te worden gegeven aan het voorkomen en het verminderen van de afval
stroom. Mede met het oog op dit accent dienen alert de ontwikkelingen te worden
gevolgd betreffende de mogelijkheden tot een beïnvloedbare differentiatie van de
lasten voor het afval (incl. waterverbruik).
E.5 Regionale samenwerking
Bij continuering en eventuele uitbreiding van regionale samenwerking op het ter
rein van milieu zal naast de doeltreffendheid en doelmatigheid daarvan uitdrukke
lijk toetsing plaatsvinden van een reële (dus niet alleen formele) democratische
beïnvloeding door het lokale bestuur.
C.l Verkeer
Uitgangspunt is de bevordering van de doorstroming van het verkeer op de daar
voor in aanmerking komende wegen, zonder dat dit leidt tot een toename van het
doorgaande verkeer met een bestemming buiten Soest. Daarnaast is uitgangspunt
het weren van het doorgaande (niet bestemmings-)verkeer uit de wijken.
Daartoe moet het raadsbesluit van 16 december 1993, waarbij aan het college is op
gedragen met het oog op de verbetering van de leefbaarheid in het winkelgebied
Van Weedestraat en de wenselijkheid van een z.g. 'Open Soestdijk' (d. w.z. geen af
sluiting van wegen) de mogelijkheden tot verbetering van de verkeerssituatie (in
clusief de mogelijkheden tot de aanleg van nieuwe wegen) te onderzoeken, onver
kort worden uitgevoerd.
Bij het onderzoek en de uitwerking van plannen dient de aandacht en zorg voor het
fiets- en voetgangers verkeer een integraal onderdeel van de planvorming uit te ma
ken.
Gelet op het belang dat het tracé Koningsweg/Ossendamweg en Vondellaan
heeft voor de doorstroming van het verkeer moeten de eventuele maatregelen die
op korte termijn én lange termijn genomen kunnen worden om tot verbetering van
de verkeerssituatie op de Ossendamweg/Vondellaan te komen in 1994 opnieuw
op basis van geactualiseerde gegevens in overweging worden genomen.
C.2 Openbaar vervoer
Het contract met Centraal Nederland betreffende het openbaar vervoer moet wor
den uitgevoerd. Bij de evaluatie moet de inzet van kleinere bussen uitdrukkelijk
aandachtspunt zijn en alternatieven in de vergelijkende afweging worden betrok
ken.
De mogelijkheden tot verbetering van de verbinding tussen Soest en Soesterberg
moeten uitdrukkelijk worden nagestreefd.
Het beleid dat door de raad is vastgelegd in de notitie 'Welzijn zal ons een zorg
zijn' zal met voortvarendheid worden gecontinueerd. Een aktuaïisering van het uit
voeringsplan zal plaatsvinden bij de vaststelling van het welzijnsplan 1995 - 1998.
In de (meeijaren)begroting 1995 - 1998 zal ook de herschikking van de financiële
middelen voor het welzijnsbeleid verder zichtbaar moeten worden gemaakt.
In goed overleg met de Stuurgroep verslavingspreventie en rekening houdende
met een goede afstemming met de op het terrein van de verslavingspreventie- en
zorg werkzame regionale instellingen zal in het welzijnsplan- en programma aan
dacht worden gegeven aan de noodzaak van aktiviteiten ter voorkoming en vermin
dering van verslaving.
E.l Milieubeleidsplan
Met als basis een actueel te houden geïntegreerd (dus betrekking hebbend op alle
beleidssectoren) milieubeleidsplan zal het gemeentebestuur - waar mogelijk en no
dig in een elkaar stimulerende samenwerking met anderen - zich blijven inspannen
voor de bescherming en het herstel van de kwaliteit van het natuurlijk leefmilieu,
gericht op een duurzame samenleving.
E.2 Milieu-toets
De milieu-aspecten van beleidsvoornemens moeten duidelijk zichtbaar gemaakt
worden door middel van een te verbeteren zgn. milieutoets. Mede met het oog op
een effectieve en efficiënte aanwending van (de altijd beperkte) middelen zal meer
in het bijzonder bij zowel de bedoelde milieutoets als bij het ontwikkelen van initia
tieven, aandacht moeten worden gegeven aan de aspecten milieu-rendement en
duurzaamheid.
Waar en voorzover dit mogelijk is, dient de toetsing van milieu-aspecten mede
plaats te vinden met behulp van geobjectiveerde normstellingen.
Onveriet de in dit beleidsprogramma vastgelegde afspraak dat bij een eventueel
noodzakelijke bezuinigingsoperatie ten behoeve van een in structureel opzicht slui
tende begroting geen enkel beleidsterrein (dus ook niet het milieubeleidsterrein) bij
voorbaat wordt uitgesloten, zal bij zo'n operatie, alsmede bij een kerntakendiscus
sie, als randvoorwaarde gelden dat het op gang komende proces van herstel van mi-
E.6 Bodemverontreiniging
In 1994 dient aan de gemeenteraad een overzicht te worden verstrekt van alle be
kende en verdachte lokaties van bodemverontreiniging, voorzien - waar mogelijk
en voorzover beschikbaar - van gegevens betreffende de mate en aard van vervui
ling. Daarbij dient te worden gepresenteerd een plan van aanpak tot sanering dan
wel beheersing daarvan, rekening houdende met het beleid van andere overheden
en de financiële middelen. De door de gemeenteraad vast te stellen prioriteitsstel
ling is uitgangspunt voor de uitvoering van dat plan.
E.7 Verdrogingsproblematiek
Bijzondere aandacht dient te worden gegeven aan de problematiek van de verdro
ging van het gebied in en rondom Soest. In samenwerking met andere (bevoegde)
instanties moet worden nagegaan de mogelijkheid tot een zodanige beïnvloeding
van de waterhuishouding, dat verdere verdroging wordt voorkomen. Bij de realise
ring van woningbouwplannen, waarbij ook om andere redenen aandacht aan ecolo
gische aspecten moet worden gegeven, dient dit aspect uitdrukkelijk in de afweging
te worden betrokken. Ook bij de gefaseerde uitvoering van rioleringsplannen dient
nagegaan te worden of er mogelijkheden zijn tot een zodanige opstelling/bij stelling
te komen van de plannen dat bijgedragen kan worden aan een oplossing van de ver
drogingsproblematiek.
E.8 Omgaan met het buitengebied
Op basis van de door de raad vastgestelde plannen (Landelijk gebied, milieube
leidsplan, landschapbeleidsplan en recreatieplan) dient uitvoering te worden gege
ven aan het in die plannen omschreven beleid voor het buitengebied. Ook bij de uit
voering zal steeds zorgvuldig een evenwichtige afweging plaatsvinden van alle rele
vante belangen en aspecten (landbouw, recreatie, milieu, natuur enz.). -•
In het kader van de kerntakendiscussie zal een afweging plaatsvinden van de
eventuele mogelijkheid de eigendom en het beheer van het gemeentelijk bosbezit
geheel of gedeeltelijk over te dragen aan instellingen waarvan de doelstelling ge
richt is op instandhouding en herstel van waardevolle natuur en landschapsgebie-
den. Bij de afweging zullen alle relevante aspecten in de beschouwing worden be
trokken (toegankelijkheid, invloed gemeente, overeenstemming met gemeentelijk
beleid, fin. aspecten enz.).
F.l Ruimtelijke ordening
Uitgangspunt blijft dat geen aantasting van waardevolle open ruimte in de be
bouwde kern mag plaatsvinden door middel van z.g. inbreidingsplannen.
Bij de jaarlijkse vaststelling van de woningproduktie door de raad en het daarmee
gepaard gaande ruimtebeslag dient mede de feitelijke ontwikkeling van de uitbrei
ding van de woningvoorraad in de periode 1992 tot en met 1994 in de afweging te
worden betrokken. In het bijzonder moet worden bezien of deze feitelijke ontwik
keling dient te leiden tot een aanpassing van de bij de vaststelling van de structuurvi
sie in 1992 in beginsel afgesproken woningproduktie in de periode na 1995. Bij de
afweging moet eveneens in aanmerking worden genomen de taakstelling betreffen
de huisvesting van de asielgerechtigden om te voorkomen dat de huisvesting van
deze groep ten koste gaat van (de kansen van) de regulier te verwachten categorieën
huisvestingzoekenden voor de huisvesting waarvan de gemeente Soest mede ver
antwoordelijkheid draagt.
De voorbereiding en ontwikkeling van bestemmingsplannen waarin de bestem
ming van de gronden ten behoeve van dë uitbreiding van de woningvoorraad wordt
geregeld betekent niet en mag ook niet tot gevolg hebben dat in een sneller tempo
dan door de raad wordt bepaald ruimte ten behoeve van woningbouw in beslag
wordt genomen, zulks mede gelet op de doelstelling van consolidatie van en beper
king van druk op het buitengebied.
Bezien moet worden, zonder dat de uiterste grenzen van de afrondingslokaties
zoals die bij de structuurvisie zijn vastgelegd in dit stadium principieel ter discussie
worden gesteld of de regeling van de bestemming van enkele bouwlokaties, of ge
deelten daarvan kunnen worden opgeschort gelet op:
- de reguliere duur van een bestemmingsplan;
- een eventuele temporisering c.q. bijstelling van de woningproduktie;
- de feitelijke uitvoeringsmogelijkheden van de wel in ontwikkeling te nemen bouw
lokaties.
F.2 Volkshuisvesting
Het gemeentebestuur moet zich inspannen, voor zover dit ligt binnen haar moge
lijkheden, voor de bevordering van een op de gedifferentieerde behoeften afge
stemd woningbestand, alsmede voor een redelijke verdeling en bezetting daarvan.
Een aktueel te houden volkshuisvestingsnota welke een totaalbeeld geeft van de be
hoefte en rekening houdt met een afhankelijk van de marktomstandigheden even
wichtige verhouding tussen huur en koopwoningen in verschillende prijsklassen
(zulks mede met het oog op de doorstroming) vormt de basis voor het te voeren be
leid. Deze nota moet jaarlijks worden uitgewerkt in een volkshuisvestingsprogram
ma. In dat programma moet ook de jaarlijkse woningproduktie worden bepaald.
Bij het financieel beleid moeten de volgende uitgangspunten in acht worden geno
men.
De belastingen waar geen direct aanwijsbaar specifieke overheidsprestatie/
dienst van de overheid tegenover staat mogen in beginsel niet worden verhoogd.
Een jaarlijkse aanpassing is bespreekbaar tot maximaal de stijging van het inflatie
percentage (aan te houden percentage: de prognose van de stijging van de prijsin
dex gezinsconsumptie van het jaar voorafgaande aan het begrotingsjaar zoals die
luidt op 1 januari van dat jaar). Die jaarlijkse aanpassing moet dan gemotiveerd in
relatie tot het af te wegen wensen- en middelenpakket kunnen worden afgewogen.
Ten aanzien van de overige heffingen waar een direct aanwijsbare dienst/presta
tie tegenover staat moet zoveel mogelijk een kostendekkend tarief in rekening wor
den gebracht; uitzonderingen moeten steeds uitdrukkelijk worden gemotiveerd. Er
moet bij de opstelling van de richtlijnen voor de begroting dan wel in de nota finan
cieel beleid duidelijk worden aangegeven welke kosten in dit verband in aanmer
king mogen/moeten worden genomen bij de toerekening aan een bepaalde dienst/
prestatie; eventuele afwijkingen daarvan dienen gemotiveerd uitdrukkelijk onder
de aandacht van de raad te worden gebracht.
Bij een eventueel noodzakelijke bezuinigingsoperatie ten behoeve van een in
structureel opzicht sluitende begroting zal geen enkel beleidsterrein bij voorbaat
worden uitgesloten. De inspanningen tot periodieke doorlichting van het functio
neren van de gemeentelijke organisatie (efficiencymaatregelen) moeten worden
gecontinueerd.
de goedkoopste film
Dillenburglaan 12 (bij Jac. Hermans om de hoek), Soest
Telefoon 02155 - 12340
Salade met Lamsfilet
Maïskipbouillon
mei flensjes
Scampi's met kruidensaus
Biefstuk du chef
Grand Dessert
Kortingsbonnen zijn bij dit menu
niet van toepassing.
Wijn-arrangement mogelijk.
O BURG. GROTHESTRAAT 55 O
O TEL/FAX 02155 - 1 25 16 O
O O
De Schoof, het nieuwe onderkomen
van S. W.S., is klaar en officieel geopend
op 19 maart. Een geweldige aanwinst
voor al wie in Soest meedoet met wel
zijnswerk. Het centrum biedt een prima
accommodatie maar biedt vooral een
heel gezellige ambiance. Dat hebben de
vele, vele belangstellenden bij de ope
ning kunnen vaststellen. Ook ontvin
gen wij prachtige bloemstukken, vele
nuttige cadeaus en goede wensen. Die
hartverwarmende belangstelling was
voor ons van S.W.S. fantastisch. S.W.S.
lééft in Soest.
Heeft u het nog niet gezien? Loop ge
rust eens binnen!
Bestuur S.W.S.,
J. van den Berg
Een nieuwe lente? Waarschijnlijk niet
voor Orly en Nanda, twee manegepo
ny's uit Soest die al ruim 13 jaar in de
zelfde manege naast elkaar staan en al
heel wat Soester kinderen op hun rug
gehad hebben. Nu ze allebei dik in de
twintigzijn, is het te vermoeiend voorze
geworden om nog elke dag een aantal
uren te lopen. Wat zóu er nu mooier en
natuurlijker zijn dan dat ze samen naar
De Paardenkamp in Soest zouden kun
nen gaan, (om de hoek van de manege
van waar ze nu staan) om daar samen in
één stal nog een paar jaar te kunnen ge
nieten van een verzorgde en welver
diende oude dag! Daar is de Paarde-
kamp toch voor?
Maar nee, Orly en Nanda hebben geen
schijn van kans. "Er staan nog acht
schrijnende gevallen voor ze", aldus
mevrouw Kok, secretaresse van de
Stichting De Paardenkamp.
Nog schrijnender. Wat voor mogelijk
heid is er nog voor deze twee pony's.
Doorverkocht worden via de markt en
via via uiteindelijk toch geslacht te wor
den? Realiseren mensen, die als kind
begonnen zijn paard te rijden op mane-
gepaarden en manegepony's, zich wel
eens één keertje wat er na vele jaren
trouwe dienst (en het vak van manege-
paard is echt geen lolletje) met deze
aat? Of is de wei
beesten gebeuren
vaartstaat Nederland zo verziekt dat we
levende wezens ook al als wegwerparti
kelen zien. Er wordt gepraat over leg
batterijen, zuiglammeren ja zelfs kie
vitseieren. Prima allemaal, maar sta ook
eens even stil bij het lot van manege-
paarden.
Hellen Huisman-MüIIer.
Er was eens een Engel, die van de Op-
perengel de opdracht kreeg te onder
zoeken of de planeet Aarde voldoende
voedsel produceerde om iedereen vol
doende eten te geven. De Engel ging
met zijn UFO van het jaar 1994 op stap
en stelde een gedegen onderzoek in,
waarmee hij véél minder dan 14 jaar be
zig was. Toen hij zijn onderzoek had
beëindigd, kwam hij van de Aarde terug
met een-tas vol tabellen en grafieken,
statistieken en prognoses en leverde die
bij de Opperengel in.
"Wel", begon de Opperengel, die geen
zin had om zelf uit die warwinkel van
papier zijn conclusies te trekken, "Is er
nu ja of nee voldoende voedsel op die
planeet Aarde om iedereen naar beho
ren te voeden?"
En de Engel antwoordde: "Er wordt
daar voldoende voedsel geproduceerd
om zelfs tweemaal zoveel Aardbewo
ners van voedsel te voorzien."
"Gelukkig," sprak de Opperengel,
"daar heb ik wel over in de rats gezeten!
Wat bèn ik blij dat daar nu niemand
meer honger lijdt, zoals dat vroeger zo
vaak het geval was!"
"Ho, ho,", zwakte de Engel af, "dat is
niet mijn conclusie. Voedsel genoeg,
dat wel, maar voedsel kan alleen maar
honger voorkomen als het zich op de
juiste plaats bevindt. The right food on
the right place!" sprak de Engel, die
ook nog een mondje Engels had opge
daan en hij vervolgde: "Helaas sterven
op die Aarde nog jaarlijks duizenden
mensen van de honger omdat dat vele
voedsel hen niet bereikt!"
Einde van dit leerzame sprookje.
Al die boze-stukjes-schrijvers in de
krant hebben kennelijk geëmotioneerd
gereageerd op een wetenschappelijk
onderzoek en dat is niet slim. Immers,
vast staat dat vooral in West-Nederland
in het laatste oorlogsjaar de voedseltoe
stand er treurig voorstond. Niet voor
niets zijn er velen aan honger-oedeem
ten onder gegaan. Maar dat is niet de
kern van de zaak, want in Zeeland, Bra-
(publikafie onder verantwoordelijkheid Soester Cou,an„ 9
Openbare
Commissievergaderingen
(onder voorbehoud!)
Donderdag 14 april:
Financiën/Sport.
Maandag 18 april:
Algemene Bestuurszaken.
Dinsdag 19 april:
Ruimtelijke Ordening.
Woensdag 20 april:
Welzijn.
Donderdag 21 april:
Milieu/Onderwijs.
Alle vergaderingen worden gehouden in het
gemeentehuis en beginnen om 19.30 uur.
Agenda en stukken liggen ter inzage in het
Informatiecentrum. Het publiek kan ge
bruik maken van het spreekrecht. Inlichtin
gen: tel. 93777.
Wel Milieubeheer
Aanvragen en ontwerp-beschikkingen
B. en W. zijn van plan vergunning te
verlenen aan:
Paperwork Soest BV, voor het op
richten en in werking hebben van een
grafisch afwerkingsbedrijf, Laanstraat
30a te Soest.
De stukken liggen ter inzage tot 4 mei in het
gemeentehuis en in de bibliotheek Albert
Cuyplaan.
Bezwaren: schriftelijk tot 4 mei bij het ge
meentebestuur, of mondeling tijdens een
zitting, op afspraak (vóór 27 april). Inlich
tingen: Milieubeheer, tel. 93593.
Beschikkingen
B. en W. hebben vergunning verleend
aan:
R. van de Bunt, voor een bouw- en
interieurbouwbedrijf, Merelweg 7 te
Soest.
De stukken liggen ter inzage tot 18 mei in
het gemeentehuis en in de bibliotheek Al-
bert Cuyplaan.
Beroepschriften tot 18 mei richten aan de
afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad
van State, postbus 20019, 2500 EA Den
Haag. Inlichtingen: Milieubeheer, tel
93593.
Drank - en horecawet
B. en W. zijn van plan aan de door
Stichting Welzijnswerk Soest gevraag
de vergunning in de inrichting Molen
straat 14252 voorschriften te verbin
den met betrekking tot bijeenkomsten
van persoonlijke aard (bruiloften, par
tijen) en de tijden waarop alcoholhou
dende drank mag worden verstrekt.
Belanghebbenden kunnen hun zienswijze
naar voren brengen. De stukken liggen vier
weken ter inzage op de afdeling KA VIZ, na
afspraak met mevrouw Smit, tel 93452.
V oorbereidingsbcsluit
Op 17 maart heeft de gemeenteraad be
sloten dat een bestemmingsplan in
voorbereiding is verklaard voor het
perceel Amersfoortsestraat 79a. Het
besluit treedt in werking op 7 april.
Gevraagde
bouwvergunningen
Amnestylaan 25: uitbreiden van een
woonhuis;
Dorresteimveg 18: verbouwen van
een garage tot garage/duivenhok;
Ereprijsstraat 181-183:plaatsen van
een dakopbouw;
Groenling 6: plaatsen van een tuin-
berging;
Koninginnelaan 20: wijzigen van de
voorgevel;
Lange Brinkweg 41: verbouwen en
uitbreiden van een bijkeuken;
Prins Bernhardlaan 8f bouwen van
een garage/berging;
Reespoor 28: plaatsen van een dak
kapel;
Schoutenkampweg 42: verbouwen
van een woonhuis;
Stationsweg 5: verbouwen en uit
breiden van een woonhuis;
Turfstreek 123: wijzigen van een ge
vel;
Van Lijndenlaan 3: plaatsen^!
dakkapel;
Winterkoning 84: plaatsen vaj
schutting met carport; I
Zuidpromenade 21: uitbreidej
een reisbureau.
De stukken liggen ter inzage in het tm
tehuis, afd. ROB.
Beelzlaan 139: uitbreiden t
woonhuis en het bouwen van eend
ge/berging;
Den Blieklaan 66: bouwen vajl
woonhuis met garage
Dorresteimveg (ong.): bouwen!
een bedrijfsgebouw met kantoren!
Heetakker 65: plaatsen van
blokhut;
Insingerstraat 15: wijzigen vanj
gevel;
Koninginnelaan 20; wijrigeiHal
voorgevel
Sterrenbergweg 25: verbouwen!
een voormalige kantine tot betkjjl
^Turfstreek 91: uitbreiden v*. we vanmor
woonhuis; n»arkl liepen om
Turfstreek 93: uitbreiden van^en- Martijntje
woonhuis; Soest geeft aan v
Wostok 20: plaatsen van twee 4, menselijke instinc
kapellen; meeste strijd mot
Soesterbergsestraat. ZuidpromfimertenSeldamkl
de en Verlengde Kolonieweg: uifcm'n pens' en Liz
den van een winkelcentrum en hetat verjieu„, ,it|, ai 0]
leggen van parkeerplaatsen die ze ,huis k
Kolonieweg 5: uitbreiden wot
voorziening geestelijk gehandicap: Het drietal zit in het
met een 4e woongroep. bankj de jeUgdsoos -
Bezwaarschriften AWB: binnen 6 weket kerk, en heeft op da
B. en W. niet gegeten. Nog t
Bezwaarschriften AROB: binnen 30: De drie 'hongerstal
gen bij B. en W. van een groep van
De stukken liggen ter inzage in het gems Daarnaars die mee<
tehuis, afd. ROB. ge vraagde kapverguM Hongerkuur Van
Vision, een organis
om geld voor mens
te zamelen. De ho
delijke actie, waan
goede zal komen
ject in Zuid-Soedi
in Cambodja en e
Mozambique.
De actie start dins
uur, zo is afgespro
gen
Gevraagde
kapvergunningen
Van Mecklenburglaan 50: 1 ceói
Speenkruidstraat 13: 1 berk;
Verlengde Talmalaan 23: bome;
Beatrixlaan 41: 3 coniferen;
Anna Paulownalaan 34: 4 spant af bestelde patat
en 1 berk;
Koningsweg 31: 2 eiken.
Bezwaren: binnen 4 weken bij de a!i
Groenbeheer, tel. 93709.
Verleende
kapvergunningen
zorgd, beginnen s
minuten over ze\
tijd wordt het re
naar de afvalber
deelnemers bren;
De Lekbank. De
Het leven gaat ge
tal wordt woensd
ven voor een ten
Rembrandtlaan 20: 6 bomen: GeSprekSStO
Aagje Dekenlaan 16: 1 pinus v>
chiana;
Inspecteur Schreuderlaan 19:2bet-
ken;
Kerkepad 13 NZ: 1 esdoorn;
Soesterbergsestraat 125: bomen;
Weegbreestraat 52: populieren ei
wilgen.
Bezwaren: binnen 6 weken schriftelijk bijB
en W.
De overnachting
meesten goed al
ken, mits het dri
koolhydraten of
alle deelnemers
S.O.S. Telefonische Hulpdienst
Elke dag en nacht bereikbaai
Voor en gesprek over:
persoonlijke relaties
werk
onderdak
verlies van een partner
diskriminatie
eenzaamheid
zwangerschap
sexualiteit
verslaving
bant, Limburg, de Achterhoek, Drente,
Groningen en Friesland leed niemand
honger. Daar waren voldoende aardap
pelen, granen, boter, kaas e.d. Als er
maar transportmogelijkheden waren
geweest en de Moffen weg, dan was er
geen voedseltekort en dus geen honger
geweest. Ook al hebben die boze-stuk
jes-schrijvers, net zo als ik, groen gezien
van de honger, in Nederland, behalve in
het westen, was er dus voldoende voed
sel. Mijnheer Trienekens heeft met zijn
onderzoek dus gelijk, maar waarom hij
daar 14 jaar over deed, is mij niet duide
lijk. Ik wist dat zó wel!
J.H. van Doorne
In de Soester Courant van 30 maart rea
geerden drie lezers op het eerder ge
plaatste artikel waarin verslag gedaan
werd van de voordracht die dr. Triene
kens hield voor onze Vereniging. Hun
reactie is gezien de kop boven het be
wuste artikel 'Geen voedseltekort in
oorlog' heel begrijpelijk.
Nu heeft de inleider allerminst het be
staan van de hongerwinter en het lijden
en slachtofferschap ontkend. Ook in de
tekst van het artikel in de courant ge
beurt dit niet. Er is sprake van '4,5 mil
joen mensen in de knel', 'voedselhulp',
'de geleden honger', enz.
De kern van het betoog van dr. Triene
kens hield in dat de voedselvoorziening
voor het geval van oorlog voortvarend
en tot in details was voorbereid en dat
tijdens de bezetting door hetzelfde Ne
derlandse ambtelijke apparaat tal van
maatregelen werden genomen en door
gevoerd waardoor voorkomen werd,
dat er honger werd geleden. Dit in te
genstelling tot het gebeuren in de Eerste
Wereldoorlog.
Het ging echter mis toen in september
1944 door de spoorwegstaking en het
erop volgende Duitse embargo op het
scheepvaartverkeer de aanvoer van
graan en aardappelen vanuit Noord/
Oost - naar West-Nederland (het hon-
gergebied) stil kwam liggen.
De lezing maakte duidelijk dat, in de
omgang tussen boeren en Nederlands
ambtelijk apparaat enerzijds en de be
zetter en Duitse autoriteiten in Berlijn
aan de andere zijde, de 'kunst der mis
leiding' hoogtij vierde. Na de oorlog is
deze misleiding een heel eigen leven
gaan leiden.
Interessant waren verder de bevindin
gen van de onderzoeker inzake de
volksgezondheid. Door een betere ver
deling van het voedsel - de armere klas
sen kregen wat meer, de rijkere bedui
dend minder - en het meerdere gebruik
van groente en melkprodukten in plaats
van vet, eieren en vlees, verbeterde de
algemene gezondheidstoestand voor
zover deze in relatie staat tot de voed-
selconsumptie. De Hongerwinter leid
de tot veel extra sterfte en ontzettend
veel ziekte. Van de mensen boven de 60
jaar had 18% oedeem. Anderen leden
aan diarree, cachexie (algehele zwakte
en aantasting van de spieren), tongont
steking, gewichtsverlies en lusteloos
heid, terwijl bij 50% van de vrouwen de
menstruatie uitbleef.
Het verwijt dat het verhaal van dr. Trie
nekens zou aansluiten bij dat van her
die de jodenvervolging of het bestaar
van de concentratiekampen willen ont
kennen, is volledig bezijden de feiten er
volstrekt onterecht.
Het bestuur van de
Historische Vereniging
Zonne
metdevi
deopenb
de bijna