'Wijlen' het Soester Natuurbad Het openluchtzwemmen in de gemeente Soest begin 1900 - nu door Th.M. Peet m ^GINA 1;W0ENSDAG 25 MEI 1994 SOESTER COURANT PAGINA 13 r 1933-1962 1962-1991 De toekomst Natuurbadkringen werd in de jaren 7/1948 het initiatief tot de aanleg het openluchtbad aan de Banning- jg - nu Van Weerden Poelmanweg - ij algemeen toegeschreven aan slager Lp Nooder uit Soesterberg, lid van de (jrieenteraad voor de Sociaal Demo- tische Arbeiders Partij (S.D.A.P), nen met C. Sevenhuijsen, ingenieur |n de Utrechtse Waterleiding Maat- appij en verbonden aan het Water- [dingbedrijf Soestduinen. De Politiek looder - beoogde werk voor de vele irklozen. De Techniek - Sevenhuijsen :ag in een zwembad direct naast 'zijn' ïterleidingbedrijf een nuttige bestem- feng voor het doelloos wegvloeiende iel water van zijn bedrijf, iden zouden elkaar hebben gevon- :n in een praktische oplossing, die ten iede kwam van de inwoners van Soest Soesterberg. de mij bekende krantenartikelen is t niet feitelijk terug te vinden. Het is eenmaal het lot van veel oer-initia- :ven dat zij in vergetelheid raken zo- a verwezenlijking practisch ter hand fordt genomen en verwerkt in officiële lukken. 'el kan gezegd worden dat Nooder jch zeer bij het natuurbad betrokken elde en nog vele na-oorlogse jaren :tief was als lid van het zwembadbe- :uur. Een aanwijzing voor de rol die ooder en Sevenhuijsen in de aanloop lebben gespeeld is mogelijk ook te zien de dank die tijdens de raadsvergade- ng van 10 november 1932 door een adslid werd gebracht aan de Vereni- ing Soesterbergs Bloei, 'daar door de iemiddeling van een lid van het Be duur dier vereniging de aandacht is ge tallen op de mogelijkheid, gebruik te laken van het condenswater van de 'aterleiding nabij Soestduinen.' oe dat ook zij, in de twintiger en begin lertiger jaren was er in de gemeente een iterk streven naar het oprichten van een wembad. Zo blijkt uit een toespraak ij de opening van het natuurbad in 933 'dat 12 jaar geleden (1921 Pt) de fW Soest-Vooruit plannen heeft oen uitwerken voor een bad- en weminrichting aan de Eem, hoe alles aartoe in gereedheid was, zelfs was de ;rond vrijwel gekocht toen toen het :oenmalige Eemcollege Pt) een paak in het wiel stak en de uitvoering nmogelijk maakte'. ~e rivier de Eem was toendertijd de nige mogelijkheid om te baden en te emmen; met alle gevaren van dien. o werd in de raadsvergadering van 5 [oktober 1931 naar voren gebracht 'dat I's zomers velen in de Eem verdrinken' en dat 'de Eem een grillige rivier (is) die veel slachtoffers vraagt en daarom moet er wat gedaan worden'. Ook de vervui ling van de Eem speelde een rol. Hoe [sterk het streven naar een zwembad was [blijkt duidelijk uit punt 13 van de raads- agenda van 5 oktober 1931Dat luidde: Behandeling van een tweetal adressen [van plaatselijke comités voor de oprich ting van een zwembad...'. Eén noemde zich 'Comité van initiatief tot het geraken tot de oprichting van een zweminrichting te Soest' en had de huisarts Donker als voorzitter, het an dere 'Commissie inzake oprichting zweminrichting' met als voorzitter R.H.J. de Lange, welke commissie 'per tinent meent te moeten weigeren om sa men te werken tot het maken van plan nen tot stichting eener zweminrichting'. Burgemeester en Wethouders hebben toch nog geprobeerd beide comités tot elkander te brengen 'opdat deze zaak, welke van algemeen belang is, niet ver brokkeld wordt', 'doch de pogingen daartoe hebben geen succes gehad'. Het comité Donker, dat een zwembad in de buurt van de Heideweg voor stond, wilde wel, maar de commissie De Lange bleef weigerachtig. Uit het raadsverslag blijkt overigens dat ook gedacht werd aan vestiging van een zwembad 'nabij Soestduinen' en 'in de Eemstreek', terwijl eveneens sprake was van 'hangende plannen tot het op richten van één gecombineerde zwem inrichting voor de gemeenten Soest en Baarn'. Gezien de onmogelijkheid tot samen werking van de comités en gezien de ongewenstheid 'dat deze zaak door de gemeente wordt ter hand genomen', stelden Burgemeester en Wethouders aan de raad voor 'het onderzoek naar de mogelijkheid van het oprichten van een zweminrichting in deze gemeente in handen te stellen van een commissie'. Er werd uitvoerig gesproken over wie in de commissie zitting kon nemen. Hier werd wat politiek bedreven: het Comité Donker telde onder zijn leden nogal wat gemeenteraadsleden; de Commis sie De Lange had zulke leden niet in zijn midden. Uitkomst: besloten werd de voorgestel de raadscommissie in het leven te roe pen met als leden o.a. de 4 leden/raads leden van het Comité Donker. De Commissie De Lange stond er dus naast. Erg zwaar werd daar niet aan ge tild want de Commissie De Lange 'ver wierp toch alle samenwerking'. Ook werd een Soesterbergs raadslid aan de raadscommissie toegevoegd. Hij haal de 'net de meerderheid van 8 stemmen'. De gemeenteraad telde toen 15 leden. Blijkbaar ook (dorps-)politiek. Het bedrag dat het zwembad maximaal zou mogen kosten kwam eveneens aan de orde. Twee kreten uit die discussie: 'voor f 10.000,- a f 12.000,- kan men wat aardigs hebben' en 'Zou het de be doeling zijn een groote inrichting van f30.000,- tot f 40.000,- te gaan maken, dan is spr. daar vlak tegen'. Tenslotte werd tot instelling van de voorgestelde raadscommissie besloten. Nauwelijks een jaar later, op 10 novem ber 1932, werd aan de gemeenteraad het voorstel gedaan 'een natuurbad en bijbehorende gebouwen te stichten overeenkomstig teekeningen en be schrijvingen'. Dit voorstel was opgeno men in 'het voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende: "Werk loosheidsvoorziening, Werkverschaf fing en Steunverlening". Aangenomen mag worden dat met na me voor dit laatste de publieke belang stelling 'buitengewoon groot' was. 'Het publiek stond op de tribune en in de gang dicht opeen'. Niet ten onrechte, gezien de discussie. Een plaatselijk blad besteedde er ruim anderhalve pagina aan. Ik geef een paar citaten om de sfeer van de vergadering te proeven: 'De opzich ters (het gaat dus over de werkverschaf fing Pt) zijn dan moderne slavendrijvers die zullen moeten pogen het laatste druppeltje bloed uit de te werk gestelde arbeiders te persen'; 'Tenslotte kan er beter gewerkt worden tegen een laag loon dan dat de meeste mensen krepe- ren'; Men 'moet niet aankomen met be lastingverhoging want dat is absoluut onmogelijk'; 'Bij voorbaat heeft door zijn rede van nu de arbeiders opgezet tegen hun aanstaande opzichters en dat had nooit mogen doen'; 'Wij spreken namens de arbeiders'; 'Ook moet een beroep op de arbeiders worden gedaan om voor het bedongen loon zoveel mo gelijk arbeid te verrichten. Gevallen, als zich in de afgelopen weken bij O.W. (Openbare Werken? Pt) hebben voor gedaan, dat arbeiders een bosje stroo gingen halen, dat gingen opschudden en zich daarop kalm te slapen gingen leggen, zijn schandelijk en treurig en moeten worden voorkomen in het be lang der arbeiders zelf; 'Schouder aan schouder moet men thans staan'... Ook over ons onderwerp, de 'stichting van een natuurbad aan de Banning- straat' ontspon zich een zeer uitvoerige discussie'. Opmerkelijk is dat deze voor een aanzienlijk deel ging over het al dan niet gemengd baden en het open of ge sloten zijn van het bad op zondag. 'De Anti-Revolutionairen zijn op het ge bied van de zondagsheiliging streng po sitief en zijn dus in elk geval tegen open stelling van het Natuurbad op zondag'. Eén raadslid is 'absoluut gekant tegen gemengd baden' maar voegt er deson danks aan toe: 'Als werkelijk overal el ders gemengde baden zijn en dat voor de exploitatie strikt noodig zou zijn, zou spr. zijn standpunt nog eens willen overwegen...'; Weer een ander raadslid is 'voor open stelling op zondag en positief voor ge mengde baden, niet omdat hij liever een dame in badcostuum ziet, dan de burge meester in zijn zondags pak (gelach), maar uitsluitend en alleen omdat zood oende de exploitatie-mogelijkheden grooter worden'. Hij verzuimt overi gens niet er aan toe te voegen dat hij 'ie ders principes (wil) eerbiedigen'. Een lid van de raadscommissie merkt nog op dat 'het resultaat van de onder handelingen in de betreffende raads commissie' door hem bevredigend wordt geacht 'daar men over en weer heeft toegegeven aan elkanders opinie. Zij die gemengd willen baden zullen daarvoor in de gelegenheid zijn en zij, die absoluut tegen gemengd baden zijn, zullen ook op eenige dagen van het na tuurbad gebruik kunnen maken vol gens hun overtuiging'. Er werd niet vergeten hulde te brengen aan 'deze raadscommissie, die er in ge slaagd is, met een schitterend plan te komen, waardoor wij een Natuurbad zullen verkrijgen, dat zeker zal strekken tot veraangenaming van het leven van de inwoners van Soest en tot vermeer dering van de bevolking'. Het kranten verslag vermeldt dan niet: (gelach): de laatste regel was dus kennelijk niet on deugend bedoeld. Meer citeren, hoe boeiend ook, voert hier te ver. Belangrijk is dat de Raad uiteindelijk het voorstel van burge meester en wethouder tot 'oprichting van een Natuurbad aan de Banning- straat' met 13 tegen 1 stem aannam (één raadslid ontbrak). De tegenstem was 'wegens zijn bezwaar tegen de ge mengde baden'. Een voorstel om het bad op zondag te sluiten werd met 13 tegen 1 stem ver worpen. Voor de bouw van het bad werd een crediet aangevraagd van f 70.000,-. het gehele Natuurbad (zal) in werkver schaffing worden uitgevoerd, dus ook het bouwen, schilderen enz. anders komt het gehele project in gevaar', al dus de burgemeester. Hans Kraal schrijft in "Van Zoys tot Soest", Tijdschrift van de Historische Vereniging Soest, 7e Jaargang nr. 1, daarover hét volgende: 'Realiseren wij ons hierbij even, dat al het grondwerk met de spade moest gebeuren! Het uit- 1 gegraven zand werd voor het grootste deel met paard en wagen afgevoerd. Als u dan beseft dat het hierbij ging om een hoeveelheid grond van zo'n 20.000 m-\ dan kunt u zich misschien een kleine voorstelling maken van het werk dat hier verzet is' Op 17 juni 1933 - Soest telde toen 15.000 inwoners - kon het Natuurbad al officieel geopend worden. Helaas niet zo feestelijk als voorbereid. Hevige regens waren er de oorzaak van dat een door de Soester Bond van Lichamelijke Opvoeding georganiseerde 'opmarsch van plm. 1000 Soester Sportbeoefena ren naar het natuurbad, alwaar een grootsch opgezet défilé het tijdstip der opening zou aangeven' werd afgelast. Naar schatting ruim 2000 personen, waaronder 1600 betalende bezoekers, waren desondanks aanwezig bij de ope ningsplechtigheid, die gevuld werd met toespraken van de voorzitter van 'de Zwemcommissie' en van de waarne mend burgemeester, wethouder van Duren. De burgemeester, G. Deketh, zelf kon 'door een plotselinge onge steldheid, die operatief ingrijpen nood zakelijk maakte' niet aanwezig zijn. De toespraak van de wnd. burgemeester verdient door de bloemrijke taal eigen- Blijkens de september 1987 door de projectontwik kelaar B. Tapnoorn, samen met de sportwethouder van Soest G. Plomp gegeven persconferentie komen op het terrein van het voormalige Soester Natuurbad aan de Van Weerden Poelmanweg - ik citeer maar wat- 'drie of vier lage gebouwen, met plaats voor 90 a 100 hotel-appartementen "suites met de royale af metingen van ca. 75 vierkante meter in een riante set ting', 'twee restaurants, waarvan één "a la carte" en een aantal vergaderruimten', 'een medisch-fitness centrum van 900 vierkante meter, compleet met zwa velbaden, schoonheidssalonfysiotherapie etc. Wanneer deze plannen ooit eens zullen zijn uitge voerd, zal de al jaren gapende wond van Soestduinen, zijn gedicht met een voor natuurgebied wezens vreemde concentratie van stenen en lof betonnen bouwsels. Het 'Soester Natuurbad', door internatio naal ervarenen wel één van de mooiste openluchtba- den van Europa genoemd, waar generaties Soesters elkaar hebben leren kennen en waar van menig 'Soester' huwelijk het begin zal hebben gelegen, zal daarna steeds meer vervagen. Reden om in wat rui mer verband het openlucht-zwemmen in Soest en het hoe en wat van het ook vóór 1962 spraakmakende Soester Natuurbad, te proberen vast te leggen. Ook al omdat het begin 1993 door de gemeente uitge geven boekje 'Soest', geplaatst in een kader van 'ont wikkelingsgeschiedenis', 'ontstaansgeschiedenis' en presentatie van de gemeente in 'al haar aspecten(zie op blz. 5), hier - ondermeer - nogal te kort schiet. lijk volledige weergave, maar ook dat zou hier te ver voeren. Daarom slechts enkele citaten: een gevoel van bij na niet onder woor den te brengen bewondering voor de schoonheid, die de natuur aan het ge heel heeft gegeven. Dit ongetwijfeld grootsche werk zou in een minder grootsche natuur als dze zeer zeker niet tot zijn recht komen. Deze specifiek Soester natuur zult u elders tevergeefs zoeken'. 'Mij ontbreken de talenten, om dat machtige schoone, dat een dichterlijke beschrijving waard is, onder die be woordingen te brengen, die het alle recht zouden doen wedervaren'. In de toespraak werd nog de kwestie van het gemengd zwemmen en zonne baden aangeroerd, eindigend met de mededeling, dat het gemèentebestuur had besloten 'het gemengde samenzijn toe te laten daar, waar eigenlijke sport ophoudt en plaats maakt voor gezellig heid, m.a.w. waar het waterbad plaats maakt voor het zonnebad. Dit cachet door het gemeentebestuur ons zwem bad gegeven, zal dit slechts kunnen sie ren'. Na onder andere een aanval op het plaatselijk blad 'De Soester' (ook vol gende sprekers spraken hun afkeuring uit over publicaties in genoemd blad) te hebben gedaan en het instellen van een beheerscommissie te hebben vermeld, werden de nodige dankbetuigingen uit gesproken o.a. voor 'den heer Meurs, hoofd openbare werken en ontwerper van het bad', de werkers; de Commissa ris van de Koningin van Utrecht, Mr. Dr. s'Jacobs; en de Intendant van het paleis van H.M. de Koningin-Moeder. Daarna volgden nog enkele sprekers, waarna de waarnemend burgemeester 'met het hijschen van de zojuist door de Brandweer aangeboden vlag' het Soes ter Natuurbad voor geopend verklaar de. Vervolgens werd 'een thee aangebo den', waarna 'nabij de watervallen' zwemdemonstraties werden gegeven door 'eenige bekende dames-en heren van de Ned. Zwembond. Daarna werd het bad opengesteld voor het publiek. 'Het gehele complex van het Natuur bad is ruim 8 H.A. groot; het bassin 11.000 M2. De diepte varieert van 0.60 tot 3.80 M. en is goedgekeurd door het bestuur der N.Z.B. voor internatio nale wedstrijden. Het benodigde water wordt geleverd door de Utr. Waterl. Mij. op een temperatuur van 23 gr. Cel sius, en wordt, voor het in het bad komt, gefilterd, terwijl nog een biologische reiniging plaats heeft van het tusschen- water. Het water stroomt over een tweetal watervallen, wat een aardig ge- ,zicht oplevert. Voor men gaat zwem men is een douche verplichtend, terwijl het zand, dat nog aan de voeten wordt medegenomen, wordt afgespoeld in het z.g. natte perron'. Vloeren en wanden van het bassin bestaan uit een aantal la gen asfaltpapier tot een totale dikte van 8 mm. en een pleister laagje van gemid deld 9 mm. dikte. Het bassin bevat 18.000 M3 water. Na nog de aanwezigheid van speelvlot- ten, een springtoren van 3 M. hoogte, de parkeerplaatsen de fietsenberg plaats, voortdurende controle van bad water, een theehuis en doelmatige cabi nes vermeld te hebben besluit het be treffende krantenverslag als volgt: 'Een deel van het strand nabij het restaurant is beschikbaar gesteld voor gemengd verkeer. Het geheel biedt een fraai bosch- en heide-panorama en zal voor zeker veel belangstelling trekken, voor al in de a.s. vacantietijd'. Met betrekking tot het gemengd zwem men en baden vermeldt Hans Kraal in zijn hierboven reeds vermeld artikel dat er in de beginjaren 'wel gemengd zwemmen was toegestaan, maar op de zandstranden werden de bokken van de geiten gescheiden. Als het gezin op een mooie zondag in het bad ging recreëren, dan moest pa, wanneer hij zich niet in het water bevond, aan de Soesterkant opdrogen en ma kon dan uitrusten aan de Soesterbergse zijde, al of niet verge zeld van meegekomen kroost, waarvan de sexe niet zo streng werd gesepa reerd'. 'Zondagen van zes a zeven duizend be zoekers waren heel gewoon'. 'Op zo'n drukke zondag voor de oorlog is door het publiek, dat veel kritiek leverde op de sexenseparatie, de afrastering tussen de strandgedeeltes volkomen tegen de grond gewerkt en ging het gezamenlijke strandvermaak zijn intrede doen. Dit gebeuren heeft nog heel wat discussie in de raad opgeleverd en was ook een dankbaar gegeven voor ingezonden stukken pro en contra in de Soester pers'. Tot zover Hans Kraal; ik verwijs graag naar zijn lezenswaardige artikel over meer gedetailleerde gegevens. Volledigheidshalve vermeld ik hier nog dat de gemeenteraad najaar 1933 be sloot tot het oprichten van de Stichting tot 'Beheer van het Soester Natuurbad', welke naam bij de komst van het over dekt instructiebad De Turf (inmiddels afgebroken) werd gewijzigd in 'Stich ting Zwembaden Soest', die vervolgens een roemloos einde vond na de verkoop en afbraak van het Soester Natuurbad in 1988. In de oorlogsjaren liep het natuurbad veel schade op, enerzijds door achter stallig onderhoud en diefstal (hout!), anderzijds door afzwaaiende bommen een luchtaanval op het vliegveld Soes terberg door de geallieerden, die onder meer het bassin lek sloegen. 'Voor de meest nodige herstelwerkzaamheden' (er was zo kort na de Wereldoorlog niet veel geld beschikbaar voor dit soort ob jecten) werd in de raadsvergadering van 28 mei 1947 een crediet verleend van f. 35.000,-. Rond dit practische punt werden opnieuw betogen gehou den met betrekking tot het zwemmen op zondag en het gemengde zwemmen. Ook kwam de vraag aan de orde of er een particuliere of een overheidsexploi- tatie van het bad moest zijn. Tijdens de discussie bleek voorts nog dat pogingen om het bad te verkopen op niets waren uitgelopen, doch aldus de verantwoor- delijike wethouder - 'niet alleen daar om' werd gemeentelijke exploitatie noodzakelijk geacht. Een voorstel om het bad op zondag te sluiten werd verworpen; het kreeg slechts vier voorstemmers. Het ge mengd zwemmen en baden werd ge bonden aan een door het stichtingsbe stuur op te maken en door burgemees ter en wethouders goed te keuren sche ma. In de praktijk betekende dat dat er speciale uren kwamen voor dames; voor heren; en voor gemengd zwem men. In de loop der volgende jaren stierven dergelijke regelingen echter een zachte dood. Het voorstel van B. en W. om een cre diet van f. 35.000,- te verlenen werd aanvaard met vijf stemmen tegen. Mid zomer 1947 werd er weer gezwommen. Vijf jaar later, in de raadsvergadering van 26 januari 1951, werd nogmaals een crediet verleend voor verbeterin gen, nu van rond f. 50.000,-. Een deel van dit crediet was bestemd voor een niet onaanzienlijke verbetering van het bij de opening in 1933 'theehuis' ge noemde paviljoen. Door deze verbouwing - met een res taurant-technische en financiële in breng van een restauranthouder (en beoogd exploitant) uit Zeist - kreeg het paviljoen meer het karakter van een restaurant: het werd bij de opening van het seizoen op 10 mei 1955 met een of ficieel diner geopend. De noodzaak van een algehele vernieu wing van het natuurbad werd echter steeds duidelijker en in nauw overleg met de stichting en anderen werd daar voor door de Dienst Gemeentewerken een plan opgemaakt, op basis waarvan door het gemeentebestuur in juni 1955 de benodigde rijksgöedkeuring werd aangevraagd. Door, kortweg gezegd, de door het Rijk opgelegde 'bestedings beperking' kwam dit plan niet tot uit voering. In de daarop volgende jaren moest steeds weer worden geconstateerd dat het natuurbad niet meer voldeed noch kon voldoen aan de eisen, die, met na me voor wat betreft de volksgezond heid, aan een 'modern' bad moesten worden gesteld. Zo ontving het ge meentebestuur dd. 31 juli 1959 een schrijven van de Inspecteur van de Volksgezondheid te Hilversum, waarin opnieuw aandacht werd gevraagd voor de slechte kwaliteit van het water, be sluitend met de mededeling: "Deze steeds verder voortschrijdende veront reiniging van het Soester Natuurbad vervult mij met grote bezorgdheid en het zal van de komende analyserappor ten afhangen of ik u het advies tot slui ting zal moeten geven. Uit een en ander blijkt nogmaals de grote noodzakelijk heid voor uw gemeente om de beschik king te krijgen over een goed geoutil leerd zwembad met rondpompinstalla- tie, filters en chloreringsmogelijkheid". Stichtings- en gemeentebestuur, reeds jaren .van deze situatie op de hoogte, hadden inmiddels niet stil gezeten. Zo kon begin 1957 van de 'Minister van Wederopbouw en Volksgezondheid de mededeling worden ontvangen dat het bovenvermelde vernieuwingsplan van de Dienst- Gemeentewerken in het bouwprogramma kon worden opgeno men en dat hij, met het oog op de situa tie op de bouwmarkt, zou doen nagaan of de goedkeuring op een zodanig tijd stip zou kunnen worden afgegeven dat in het najaar met de werkzaamheden zou kunnen worden begonnen. Dit be richt betekende in beginsel de zolang verbeide rijksgoedkeuring. Helaas heb ben toen de inmiddels van kracht ge worden investeringsbeperkingen de uitvoering van de plannen weer verhin derd. Toen medio 1958 verwacht mocht wor den dat verwezenlijking van de plannen op niet té lange termijn weer tot de mo gelijkheden ging behoren, werden zij opnieuw ter hand genomen. Gewijzig de inzichten maakten het echter nood zakelijk het in 1955 ter rijksgoedkeu ring ingezonden plan aan een herzie ning te onderwerpen. Toen dit in schets gereed was en in ja nuari 1959 besproken met het gemeen tebestuur, bleek echter dat de werk zaamheden van de dienst Gemeente werken het niet toelieten op redelijke termijn de verdere uitvoering van het plan te hand te nemen. Het gemeente bestuur besloot toen begin maart 1959 om de verdere uitwerking van de plan nen in handen te leggen van derden. Op 18 maart 1959 besloot de gemeente raad daarvoor een crediet van f 20.000,- beschikbaar te stellen. Veel moeilijkheden werden door de ge meenteraad niet opgeworpen. De noodzaak tot vernieuwing van het bad werd door de voorzitter o.a. nog eens als volgt benadrukt: 'Als er nu een overdrukke zondag is en de week daar op weer, dan zwemt men nog in het vui le water van de vorige zondag en dat zal bij het nieuwe bad afgelopen zijn'. In mei 1959 werd vervolgens aan de Nederlandse Heide Maatschappij te Arnhem (architecten L.A. Heydelber- ger -B.N.A. en R. Oldhoff) opdracht verstrekt voor het bestedingsklaar ma ken van de vernieuwingsplannen. Deze waren in juli 1959 zover klaar dat aan de gemeenteraad het voorstel kon wor- dén gedaan om voor de uitvoering daarvan een crediet van f851.000,- be schikbaar te stellen. Zonder veel dis cussie besloot de raad daartoe op 29 juli 1959. Waren eerder de 'bestedingsbeperking' en de 'investeringsbesprekingen' oor zaak van uitstel, nu gooide de '(over spanning op de bouwmarkt' roet in het eten en verhinderde dat het nieuwe bad nog vóór het seizoen 1960 gereed kon zijn. Op 2 januari 1961 kon dan eindelijk met de werkzaamheden worden begon nen. Daardoor kon er in 1961 uiteraard niet in het natuurbad worden gezwom men. En dat betekende het einde van het oude Soester Natuurbad. De betekenis en waarde van het bad voor de inwoners van Soest en verre omstreken, wil ik graag onderlijnen met wat cijfers uit het (gecombineerde) Jaarverslag over 1958 en 1959: Aantal bezoekers 1958: 119.100; 1959: 184.460. Aantal abonnementen 1958: 2.157; 1959: 2.749. Gemiddeld aantal bezoekers in de jaren 1955-1959: 1.003 per dag, 119.425 per jaar. 19 augustus 1955 - voor de eerste keer 100.000 bezoekers. 12 augustus 1959 - voor de eerste keer 150.000 bezoekers. Uitgereikte zwemdiploma's 1958: 381, 1959: 574. Wat het natuurbad betekende voor niet-inwoners van Soest mag blijken uit tellingen die op 6 dagen in augustus 1959 werden gehouden: 55% van de bezoekers kwam van buiten Soest. Van deze 55% kwamen er 15% uit Amers foort, 12% uit Amsterdam, 15% uit Utrecht en 8% uit andere plaatsen. Voorjaar 1962 - inmiddels had Soest rond 30.000 inwoners - was het nieuwe natuurbad gereed. Het omvatte een in structiebad, kleuterbad, ondiep-, mid- deldiep-, 50-meter wedstrijd- en een speciaal springbassin met een springto ren van 5 meter hoog. De totale water oppervlakte bedroeg 4000 m2. De kwa liteit van het water werd verzekerd door een grote zuiveringsinstallatie. Voorts waren er 24.000 m2 zonneweide, tafel tennistafels, speeltuintoestellen, een in het talud opgenomen staantribune, fraaie groen-witte betegeling van de voetpaden rond de bassins en - niet te vergeten - de royale rozenperken. Een groot garderobegebouw, een kiosk, een kassagebouwtje en het bestaande res taurant met terrassen completeerden het geheel. De officiële opening had plaats op vrij dag 11 mei 1962 door de Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht Mr. C.Th.E. Graaf van Lijnden van Sandenburg na een inleidende rede van burgemeester Mr. S.P. Baron Bentinck en de aanvaarding van het beheer over het bad door de voorzitter K. de Haan van de tot de aanwezige 83-jarige heer J. Nooder, want hij was voor 1933 de man die bijzonder veel gedaan heeft voor de aanleg van 't bad'. 'Waar werd oprechter trouw dan tussen 't bad en jou ter wereld ooit gevonden' zo prees hij Nooder. Verder uiteraard de bij een opening ge bruikelijke welkomst- en dankwoorden van en aan vele sprekers. Tekenend voor de sfeer waarin het nieuwe bad in de voorafgaande jaren was voorbereid was het ontbreken van emotionele op rispingen zoals bij de opening van het oude bad in 1933. Dat kan gelegen heb ben aan de watertemperatuur bij de opening: 14 graden. Er werden dan ook geen demonstraties 'te water' gehou den. Wel kwamen onder tromgeroffel en trompetgeschal '150 meisjes en jon gens rennend uit de kleedkamers en zij sprongen dapper in het ijskoude water Volledigheidshalve: het in juli 1959 verleende crediet van f851.000,- bleek niet voldoende; de kosten totaal waren 'bijna een miljoen' geworden. In het kader van de opening werden op 3, 4 en 5 augustus 1962 de Nationale Zwemkampioenschappen 1962 in het nieuwe bad gehouden. De organisatie lag in handen van de KNZB, de jonge zwemvereniging 'De Duinkikkers' en de Stichting Soester Natuurbad. In dit verband moet ook de positieve mede werking van de Soester Zakenkring worden vermeld, zowel- evenals de ge meente - financieel garanderend als door persoonlijke inzet van (be- stuurs-)leden binnen de organisatie. De kampioenschappen trokken enorm veel belangstelling en plaatsten 'onze gemeente gedurende enige dagen in het middelpunt van de nationale sportbe- langsteiling()'. Ook sportief waren de wedstrijden een succes: er werden één Europees en vijf Nederlandse records gezwommen. Een en ander was voor de KNZB aanleiding om aan het gemeentebestuur van Soest medewerking te vragen om op 31 au gustus en 1 september 1963 in het na tuurbad Internationale zwem-, spring en polowedstrijden te mogen organise ren t.g.v. zijn 75-jarig bestaan. Ondanks de daaraan klevende grote bezwaren voor het zwemmende pu bliek - het bad moest daarvoor enige dagen voor normaal gebruik worden gesloten - werd de toestemming graag gegeven. Gemeente Soest en Soester Zakenkring stelden zich, samen met de KNZB, garant voor een eventueel te kort. De organisatie van het festijn kwam in dezelfde vertrouwde handen te liggen als bij de kampioenschappen in 1962. Nieuw was - en een primeur in Neder land - dat het water van de wedstrijdba- den verwarmd zou worden. Het Soester Gasbedrijf belastte zich met deze bij zondere taak; gasbranders in de wed strijdbassins moesten er voor zorgen dat de wedstrijden gehouden zouden kunnen worden in een goede watertem peratuur. Het werd het grootste internationale zwem-toernooi in Nederland sinds de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928, met deelnemers/sters uit 12 lan den. Kwalitatief een nog groter succes dan de kampioenschappen in 1962: één wereldrecord (Ada Kok) en één Euro pees record. Deze wedstrijden brachten de naam Soest over de hele wereld. Voor haar prestatie kreeg Ada Kok de legpenning in goud van de gemeente Soest. Ook na 1963 werden nog dik wijls nationale en internationale (polo-)- wedstrijden van beperkter omvang ge houden, waarvoor in hoofdzaak de ver eniging 'De Duinkikkers' voor de orga nisatie zorgde. Een belangrijk jaar kan 1964 nog ge noemd worden omdat het Soester Na tuurbad als eerste grote recreatiebad in Nederland over ging op definitieve gas- verwarming van het water, technisch geadviseerd door wederom het ge meentelijke gasbedrijf. Het 'kleine' Boxmeer ging in 1963 voor met water verwarming op olie. Vermelding dient verder dat in de eer ste jaren van het vernieuwde bad veel 'officiële' (werk-)bezoeken werden ontvangen van gemeentelijke instanties uit het hele land, alsmede vón buiten landse delegaties. Dit zal, naast het sterk toegenomen be zoek van recreanten, ongetwijfeld me de aanleiding zijn geweest aan het ge meentebestuur voorstellen te doen tot verbetering van het restaurant, dat sinds 1951 geen noemenswaardige ver betering had ondergaan, ook niet in het kader van de algehele vernieuwing 1961/1962. In samenwerking met een restauranthouder uit Soestduinen, die bereid was 'een bepaalde financiële in breng te leveren' werden plannen uitge werkt, op basis waarvan de gemeen teraad een crediet verleende van f 26.000,-. Bij het begin van het seizoen 1965 was de vernieuwing van het res taurant klaar. Ter afsluiting van dit deel nog enkele cijfers uit het (gecombineerde) Jaarver slag 1965-1966: Gemiddeld bezoek 1962-1963 bij on verwarmd water - 151.277. Gemiddeld bezoek 1964-1966 bij ver warmd water - 256.407, Aantal abonnementen 1965: 6.952, 1966: 6.956. Uitgereikte zwemdiploma's 1965: 649, 1966: 651. Hoogste aantal bezoekers op één dag: 10.592 op 31 mei 1964. Tenslotte: Op 26 juli 1964 kon voor het eerst de 200.000ste bezoeker worden verwelkomd en op 9 september 1969 voor het eerst de 300.000ste, bij een seizoentotaal van 307.713. Voor de in de zeventiger jaren begonnen geleide lijke teruggang in de bezoekersaantal len zullen veel redenen te noemen zijn. Tot de voornaamste reken ik: het toenemende aantal zwembaden in regio zowel als land; de aantrekkingskracht van de her en der aangelegde en dikwijls vrij toegan kelijke recreatiegebieden (randmeren, plassen, bosmeren (Henschoten!), de noordzeestranden, e.a. het grote aanbod van steeds weer nieuwe recreatie-mogelijkheden; alles onder bereik gekomen door de sterk toegenomen mobiliteit van de Nederlander. Ook de sinds 1981 dreigende en in 1986 als definitief aangekondigde ver koop van het bad kan een negatieve druk op het bezoek hebben gehad. Het is echter allemaal nog te recent en inter pretabel voor definitieve conclusies. Hoe ook: in 1990 kon voor het laatst in het Soester Natuurbad worden ge zwommen. In 1991 ging het complex onder de slopershamer en bleef een ka le vlakte over. Uit de voorliggende krantenartikelen - nu de verkoop en afbraak van het bad historie zijn geworden meen ik daaruit te kunnen putten - moet geconcludeerd worden dat de toekomst voor het open luchtzwemmen nog steeds niet duide lijk is. In de verscheidenheid van meningen, opvattingen, gewijzigde standpunten, soms tegenstrijdigheden, de conclusies uit het extern onderzoek naar de gang van zaken, enz. ligt een verleidelijk aan bod tot uitvoerig citeren, maar ik laat het beschrijven van die periode nu toch maar aan anderen. Misschien is daar voor interesse binnen de Historische Vereniging Soest of bij een studerend historicus. Daarbij zou de door mij be schreven periode nog eens moeten wor den betrokken, maar in ieder geval de relevante stukken uit het gemeentelijk archief en, zo mogelijk, verenigings en particuliere archieven. De cultuuromslag binnen een oor spronkelijk besloten, agrarisch, dorp 1i

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1994 | | pagina 13