Gerard van de Bedum:
"Ik ben geen keeper,
maar een ballen vanger'"'
VOETBAL
"Ik denk dat ik een hoop
afdwing op mentaliteit"
WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1994
SOESTER COURANT/SPORTBIJLAGE
PAGINA 3
Als een volleerde ballerina beweegt hij
zich niet voort in het strafschopgebied.
Voor de artistieke uitvoering zal een jury
niet gauw een hogere beoordeling geven
dan een mager 'vijfje'. Sierlijk en gracieus
zijn termen die bij vrijwel niemand asso
ciaties met hem oproept. Verwacht van
hem geen souplesse. Ook geen showduik
of overbodige fratsen. Gerard van de Be
dum is geen keeper, maar een ballenvan-
ger. Dat zeggen anderen over hem en dat
geeft hij grif toe. Maar, om één ding kan
niemand bij sportorganisatie Soest heen:
hij staat er.
De bal mag er niet in, dat is regel
één van Van de Bedum. Hoe hij
de bal uit zijn doel houdt, maakt
de geboren en getogen Achter-
velder niet uit. Desnoods met
een omhaal. In de achttien com
petitiewedstrijden dat hij tot
dusver onder de lat stond bij
Soest 1, toonde hij zich een kre
dietwaardige doelman, èh bal-
lenvanger.
Op de Bosstraat-Oost wordt met ont
zag over hem gesproken. Volgens
veel trouwe kijkers heeft hij in het
kampioensjaar punten gepakt voor
de club Soest. In de plaats Soest, waar
hij tweeëneenhalf jaar geleden kwam
wonen, steken mensen de hand op als
ze hem op straat zien; Tot zijn niet ge
ringe verbazing ook mensen die hij
niet of nauwelijks kent. De jeugd van
de trotse club kijkt tegen hem op. Van
de Bedum geniet vertrouwen van
trainer Dick Schinkel en de selectie
spelers. Van de Bedum heeft Peter
Heemskerk en Daniël Hilhorst doen
vergeten. En daar had elf jaar gele
den, sterker nog, vorig seizoen om
deze tijd niemand rekening mee kun
nen houden.
"Nee, ook niet in mijn achterhoofd.
Je weet dat zoiets jou ook kan over
komen als je op doel staat. En ik ben
ook niet zo dat ik mijn collega pro
beer weg te werken. Op de donder
dagavond voor de wedstrijd tegen
TOB had ik last van mijn arm en had
ik alleen gevoetbald. Tegen Bert
Trappel van het tweede had ik ge
zegd, dat hij voor de zekerheid maar
een reserve-keeper moest meene
men. Toen ik die avond thuis kwam,
belde Dick me op. Hij vroeg pf ik van
plan was om toch te keepen in het
tweede. Ja, zei ik. Dan sta je zondag in
het eerste, zei hij."
"Ik dacht dat ze Robert wilde prikke
len, omdat hij even in een dalletje zat
en in het begin voelde ik me nog
steeds een invaller. Maar op een ge
geven moment merkte ik dat het goed
ging. Dick heeft verder niets meer ge
zegd, maar hij weet wat hij aan me
heeft. De kantjes eraf lopen, doe ik
nooit. Ze kijken hun ogen zelfs uit dat
een keeper bij de eerste vijf loopt als
we de blauwe paaltjes doen, al doe ik
ook dat puur op kracht. Dat is puur
stampen. Ik ga er nu van uit dat ik in
één sta. Ik neem aan dat ik krediet
meeneem van vorig seizoen. Mijn
"Bij Achterveld heb ik in de jeugd al
tijd gevoetbald en ik ben als voor
stopper naar de senioren gegaan. Ik
speelde in het derde en voor de eerste
twee elftallen hadden ze maar één
keeper. Ze vroegen toen of ik in het
tweede wilde keepen. Als voetballer
zou me dat nooit zijn gelukt en ik wil
de toch zo hoog mogelijk spelen, dus
heb ik dat gedaan. Na een tijdje zei
den er al mensen tegen me dat ik bin
nen twee weken in het eerste zou
staan. En negen weken na m'n eerste
wedstrijd stond ik er. Ik kon meteen
met Achterveld naar Roda'46. Dat is
net zoiets als Soest-SEC. We wonnen
met 3-1."
Ruim acht jaar verdedigde hij het
doel van de in oranje en wit gestoken
afdelingsclub. Blunders kan hij zich
niet voor de geest halen. Dat hij naar
Soest verhuisde, had alles te maken
met zijn vriendin die bij de dames van
Soest voetbalt. Hij gaf daar al kee
perstraining aan Tamara Kuyer en
om van het reizen naar Achterveld af
te zijn, liet hij zich overschrijven naar
de club aan de Bosstraat.
Voor het eerst in zijn leven kreeg hij
zelf keeperstraining, maar de van FC
Utrecht teruggekeerde Hilhorst was
vaste keus in het eerste elftal. Arie
van de Wiel en Robert Hagen ston
den ook nog voor hem en Van den
Bedum verdedigde zonder morren
de belangen van Soest 3. Zoals hij in
Achterveld nooit had verwacht in het
eerste elftal te komen, zo hield hij er
bij Soest geen rekening mee, dat hij
ooit nog in de derde klasse van de
KNVB ballen zou vangen. Zelfs niet
in de voorbereiding van vorig sei
zoen, toen Robert Hagen eerste keus
was. Zelfs niet, toen Hagen een paar
keer niet vrijuit ging in competitie
duels.
streven is als eerste te starten en dat
het hele seizoen vol te houden. Ik
kom van de eerste klasse uit de afde
ling. Als je dan in de tweede klasse
van de KNVB mag voetballen, is dat
niet verkeerd."
Sterallures kent de boerenzoon niet,
zelfkritiek daarentegen wel degelijk.
Technisch valt er in zijn ogen nog veel
te verbeteren, de timing is niet opti
maal en hij handelt te gehaast bij te
rugspeelballen. En toch stond hij on
tegenzeggelijk zijn mannetje en
droëg hij vorig seizoen een belangrijk
steentje bij aan het kampioenschap
dat daardoor net geen obsessie voor
de blauwwitten werd.
Het kostte hem zijn wapperende ma
nen. De zus van Paul van der Grift
knipte de lange, blonde haren na de
laatste competitiewedstrijd onder
toeziend oog van veel nieuwsgierigen
er pardoes af. "In december stonden
we bovenaan en toen heb ik gezegd,
dat ik mijn haar eraf zou laten knip
pen als we kampioen zouden wor
den." Gekscherend merkt hij op dat
zijn korte kapsel wellicht afbreuk
doet aan zijn uitstraling. Maar in de
voorbereiding liet hij al zien, dat hij
risico niet schuwt en zonder aanzien
des persoons, iedereen voor de voe
ten duikt.
"Misschien heb ik mazzel en ik denk
dat ik een hoop afdwing op inzet en
mentaliteit. Waar iemand anders in
houdt, daar ga ik nog even door. Dat
is het belangrijkste. Helemaal perfect
zal het nooit worden, maar ik ben in
die twee jaar bij Soest wel beter ge
worden. Ik weet dat ik nu ballen te
gen hou, omdat ik positioneel beter
ben. Alleen op techniek heb ik trou
wens nog nooit een bal door gelaten.
Het kan alleen maar beter worden.
Hoewel ik besef dat het gat onder me
groter is dan boven. Voor hetzelfde
geld maak je drie bloopers. Als dat
gebeurt? Dan ga ik met dezelfde in
stelling door, anders krijg je het ge
zeur dat ze het zwak vinden. Dat is
mijn instelling. Ik lui graag, ik hou
van slappe humor, maar heb geen
kapsones, ben niet veeleisend. Ik ben
gewoon Gerard uit Achterveld."
Dank zij Soest komt hij nu bij clubs,
waar hij nog nooit eerder was. Toch
zal Van de Bedum zijn afkomst niet
verloochenen. Hij onderhoudt het
contact met oud-ploeggenoten en
zelfs een voormalige trainer die te
vergeefs heeft geprobeerd hem naar
Harskamp te halen. "Bij Achterveld
volgen ze het wel. Als ik daar kom,
weten ze precies wat er in de laatste
weken is gebeurd en tegen wie ik de
volgende zondag moet spelen. Maar
zo volg ik ook alles van Achterveld."
Zo vergeet Van de Bedum evenmin
dat hij tot elf jaar geleden voetbalde.
Hij doet dat in Scherpenzeel nog
steeds in de zaal, is verzot op trai
ningspartijtjes op kleine doelen en
bewaart prettige herinneringen aan
de jaarlijkse laatste competitiewed
strijd bij Achterveld. Dan mocht hij,
zoals ook ooit Heinz Stuy bij Ajax,
zijn keeperstenue thuislaten en in de
voorste linie plaatsnemen.
Bij Soest is dat ondenkbaar. Daar
vergt elke wedstrijd de uiterste con
centratie van hem. "Ik vraag wel eens
aan iemand hoe lang er nog moet
worden gespeeld, maar je moet na
tuurlijk de hele tijd opletten. Anders
kunnen de laatste vijf minuten fataal
zijn. Je bent natuurlijk ook met de
coaching bezig. Al zeg je twintig
woorden, het is nooit te veel. De ver
dedigers moeten het gevoel hebben
dat ik er sta en het moet ook kloppen
wat ik zeg. Ik kan niet eerst wat roe
pen en dertig seconden later zeggen
nee, nee, toch niet. De samenwerking
met de verdediging is in de voorberei
ding nog een beetje rommelig ge
weest, maar dat kwam ook door de
steeds wisselende opstelling. In de
competitie ging het echter goed. Ze
kopten een balletje terug en lieten de
bal gaan als ik dat zei. Als ik een bal
heb doorgelaten, zit ik 's avonds na te
denken, dat ik 'em misschien had ge
houden als ik het anders had gedaan
Selectie: Bart Aarts, Dennis van
Asch, Maurice d'Aquino, Gerard
van de Bedum, Peter van den
Berg, René van den Deijssel, An-
dré Doorduin, Sander Dorres-
tijn, Mïehel Evers, Paul van der
Grift, Paul Hilhorst, Peter Hil
horst, Luits Houkes, Wilfred Jan
maat, Raymond Brandes (Hui
zen), Ferenc Kleinegris, Gerwin
Leeghwater, Carlos Dos Santos
de Rahia, Martijn Stalenhoef, Je
roen van Veenendaai, Michel
Vlaswinkel, Arie van de Wiel.
Weg: Gerard Becker (WZ'49),
Michel van der Hoeven (ge
stopt).
Trainer: Dick Schinkel.
Tweede klasse B KNVB: ZPC,
Hilversum, Soest, AFC Qutck,
NFC, Vriendenschaar, SC Neer-
tandia/SLTO, Nijenrodes, HVC,
SDO, Xanthos, JSV Nieuwegein.
Vanuit het niets dook Gerard van de Bedum vorig jaar op in het eerste van
Soest. Maar duiken en springen behoren dan ook tot de taken van de doelman.
en hoe ik het de volgende keer zal
doen. Zoals tegen Buitenveldert. Ik
wist dat ik wat moest zeggen tegen
Sander, maar hield toch mijn mond,
waardoor hij de bal achterover over
mij heen kopte. Dat is stom van mij.
Het is natuurlijk beroerd voor mij als
we met 1-0 achter komen, maar als
we met 1-0 voor komen, is het net of
de spanning groter wordt. Dan ver
lang ik altijd naar het laatste fluitsig
naal. Het is niet zo dat ik sta te trillen
op m'n benen. Ik ben gespannen,
maar als we eenmaal bezig zijn, is het
voorbij. De eerste tien minuten zijn
het belangrijkste. Als je dan een paar
lekkere ballen hebt, 'een goede red
ding maakt of de bal uit de lucht
klemvast pakt, dan weet je dat je die
dag een hoop kunt. Natuurlijk baal ik
als ik een doelpunt tegen krijg, maar
wat moet je doen als je er niets tegen
kunt doen. Tegen Bijlmer hield ik de
nul, maar speelde ik slecht. Tegen
ZPC was ik één van de besten, maar
toen verloren we met 1-0. De nul is
heilig. Als we een zware tegenstander
hebben, denk ik altijd als ik de nul
hou, hebben we in ieder geval een
punt en misschien nog wel meer,"
zegt de ballenvanger die het brood op
de plank brengt als medewerker van
een levensmiddelendistributiecen
trum.
"Ik win liever met 1-0 dan met 5-4.
Maar ik weet ook dat als je vier keer
met 5-4 wint, je dan acht punten hebt.
En dat is toch het belangrijkste. Ik
heb geen idee hoeveel sterker de
tweede klasse is ten opzichte van de
derde klasse. Handhaven moeten we
ons sowieso. Soest is eindelijk zover
gekomen, dan kan het niet de bedoe
ling zijn dat we meteen teruggaan. Je
moet geen jojo-effect krijgen."
Van de Bedum ving in het afgelopen
jaar veel ballen, al schuwt hij niet zijn
benen te gebruiken. "Al moeten ze
ook weer niet richting mijn benen
gaan schieten, omdat ik nog wel eens
met mijn benen open naar voren val.
Ja, en dan wordt je gepoort."
Vorig seizoen werd hij in achttien
wedstrijden 21 keer gepasseerd, geen
slecht gemiddelde. "Ik hoop voor dit
seizoen op één doelpunt gemiddeld.
Dat zou een stunt zijn en dan zitje als
ploeg ook aardig goed."