Soest1 behoi Duitsers moesten ook vee achterlaten Begrotingstek teruggebraci t, ïypjut WOENSDAG 19 OKTOBER 1994 OP 'T HOOGT PAGINA2 Ontmoeting jfinÉNSDAG 19 OK I oo grond van de Wet Gl Bij Wieksloterv op bord voorta; voluit oostzijd en westzijde Gemeente: liev< route Koningsw voor vrachtverke WKKtÊKÊSlMÊBrXjjCHMd^:. 1*. Omdat in en na de oorlog de kans om te v Echt bevrijd in de zin van zich strijdend een weg naar de vrijheid banen is de bevolking van Soest niet. Eigenlijk was de bevrijding 'heel gewoon': toen de Duitse capitulatie eenmaal een feit was, was ook de oorlog in Soest voorbij. B ij wijze van spreken van de ene op de andere dag. De Canadezen die hier als eerste groep bevrijders kwamen, ondervonden dan ook geen enkele weer stand. De heer E. S. Raatjes herinnert het zich nog goed. Hij maakte deel uit van het Dutch National Battalion (DNB). De leden hiervan, meestal onder duikers, werden tijdens de oorlog bij een Canadees of Brits onderdeel inge deeld. Raatjes kwam terecht bij de Canadezen, de Highlanders, onderdeel van het First Canadian Corps, met wie hij op 6 mei in Soest aankwam. Aan de oorlog en zijn verblijf des tijds in Soest, dat later zijn woon plaats is geworden, heeft Raatjes taj van herinneringen overgehouden. Die komen af en toe boven, bijvoor beeld als hij op het landgoed De Paltz waar hij nu woont nog scher ven terugvindt "van de munitie die wij als artillerie afschoten toen we in Achterveld lagen". Raatjes begon zijn 'militaire loop baan' als onderduiker in de Achter hoek. Hij was in de meest letterlijke zin onderduiker want hij verbleef in holen in het bos. Alleen als het don ker was, kon je er even uit. In die schaarse momenten legde hij con tact met een boerenzoon die hem leerde hoe je wol moest spinnen. Raatjes maakte er als het ware een hele 'industrie' van en zijn (ruil)- handel liep zo goed, dat hij veel an dere onduikers inschakelde. Op die manier hadden zij wat om handen, hoefden zij zich niet te vervelen en hadden ze voldoende te eten. Zelf kwam hij niet meer aan spinnen toe; hij was de hele dag bezig met knot ten en afwegen. Soms werd de wol geruild voor een kwart koe. Die ging dan in de pan "en daar zaten we 's avonds omheen en doopten we ons brood in". Bij de groep onderduikers zat ook de commandant van de Binnen landse Strijdkrachten uit Ede. Door hem kwam Raatjes in 1944 min of meer vanzelfsprekend ook in het verzet terecht. Hij maakte in die tijd van alles mee, ontsnapte na zijn ar restatie aan de Duitsers door voor te wenden voor een bedrijf te werken dat onmisbare onderdelen voor de Wehrmacht produceerde, en kwam als 'strijdend BS-er' (er was ook een bewakingsdienst van de BS) samen met nog drie Nederlandse onder duikers bij het Canadese legeron derdeel terecht dat de Achterhoek bevrijdde. Van daaruit begon de be vrijding van de rest van Nederland. Raatjes was één van degenen die de gelegenheid kreeg daaraan mee te helpen "en dat was een hele eer". Tussen Doesburg en Zutphen bij Bronkhorst werd hij bij de Canade se artillerie gevoegd. Bij het over trekken van de IJssel had de Cana dese infanterie zulke grote verliezen geleden, dat de troepen moesten worden aangevuld. Overal werden mensen weggehaald, en zo kwamen ook deze onderduikers bij de bevrij ders terecht. Ze trokken op weg naar Soest de hele Veluwe over en veegden die schoon. "Als een stel ganzen liepen we achter elkaar, met brencarriers en vlammenwerpers. Je moest goed uitkijken, want je had overal nog mitrailleurnesten. Zedra er wat was, moest je meteen dek king zoeken. We waren zo fanatiek als wat, want uiteindelijk moesten alle Duitsers weg. Die hoorden hier niet thuis". Partizanen Dat is, in een notedop, het verhaal van de heer Raatjes. Op de dag na de capitulatie zijn de vier Hollan ders met het Canadese onderdeel vanuit Achterveld waar we gedu rende de onderhandelingen over de capitulatie een tijdje hadden gele gen, in Soest aangekomen. In uni- formkleding die ze van de Canade zen hadden gekregen. Hadden ze die niet gehad en zouden ze krijgs gevangen zijn gemaakt, dan hadden ze het er niet levend afgebracht, want officieel waren ze geen mili tair, maar partizanen. "Een uni form was kennelijk al voldoende om te overleven, want de Canade zen zelf hadden natuurlijk ook niet altijd hun identiteitspapieren bij zich". Toen ze in Achterveld ingegraven zaten, kregen de bevrijders het be richt van de capitulatie. "De vol gende dag zijn we naar Amersfoort getrokken; op weg naar Amster dam, was ons beloofd. Dat was voor ons natuurlijk een hoogtepunt. Als bevrijders Amsterdam binnentrek ken, iets mooiers kon je je niet voor stellen. Maasr het lot besliste an ders. Overal waar we kwamen, wer den we enthousiast ontvangen. Het was grappig als je de reacties zag wanneer de mensen ineens Hol lands hoorden praten tussen al die Canadezen. Hoe kan dat nou, vroe gen ze. Vanuit Amersfoort gingen we ver der. We kwamen Soest binnen, zo- Grote Melimveg Via de Lange Brinkweg (we gingen zo dicht mogelijk langs de Eem om die als vluchtroute voor de Duitsers af te sluiten) zijn we bij de fabriek van de Valma aan de Grote Melm- weg terechtgekomen. We kregen tot taak de Eem-linie als onderdeel van de Grebbelinie af te grendelen, zodat de Duitsers of andere slechte rikken er niet meer uit konden. Daar hebben we nog heel wat pro blemen gehad met een onderdeel van de Herman Göringdivisie die daar bij de Grote Melm lag, aan de ze kant van de Eem bij de boerderij - en daar. Wij zaten bij het tunneltje, op de kruising van de Lange Brink- weg en de Grote Melmweg. In de boerderij aan de overkant zaten ook veel Duitsers. Die hingen steeds een tussen de Duitsers door! Die grepen hem en kwamen hem bij ons bren gen. Toen spande het er even om. We hebben een hele show opge voerd en tegen de Canadezen ge zegd: breng hem op en voer hem af, zodat iedereen het ziet. Voor de Duitsers deden we net alsof het een grote misdadiger was. Hij werd in een auto gezet en afgevoerd, maar ik denk dat ze hem een eind verder op wel weer los hebben gelaten". De bevrijders sliepen op de zolder van het Valma-fabriekje (later de eerste vestiging van Procar), in een echt bed, bij elkaar gescharreld door directeur Tomassen van de Valma. "Hij was wat blij met ons. Bij de Grote Melm lagen een paar schuiten met machines van de Erdal waar zijn zwager directeur van was. De Duitsers stonden op het punt om Ook 'Soester Canadees' als bevrijder als het toen hoorde, dus achter de Oude Kerk langs, want zo liep de hoofdweg toen nog. Ik had natuur lijk wel eens van Soest en Soestdijk gehoord, maar kende het niet. De colonne hield halt achter de kerk om de officieren in de gelegenheid te stellen aan de hand van de kaar ten de route verder uit te zetten. Van alle kanten kwamen de mensen naar buiten. Ik vroeg waar we pre cies waren en nadat ze van de verba zing waren bijgekomen dat er ook Hollanders tussen die Canadezen zaten, vertelden ze dat we in Soest waren. Ik dacht dat het stukje waar wij waren heel Soest was. Omdat de kerk er stond, die staat meestal mid den in het dorp, dus dan heb je het hele dorp gezien. Maar al gauw had den we in de gaten dat er nog meer was. grote hakenkruisvlag uit. We had den ze wel een weet ik wat willen doen, maar dat mocht natuurlijk niet. Het hele spul werd voor de ontwapening opgesteld op de Lan ge Brinkweg, ook het onderdeel van de Herman Göring-divisie. Ze had den nog heel wat aan wapens en munitie. Ik weet nog dat ik me daar over verbaasde. Wat we eerder bij het schonen van de Veluwe waren tegengekomen, was niet veel soeps vergeleken met wat we hier aantrof fen". Raatjes herinnert zich ook nog een incident uit die tijd. "Terwijl alles opgesteld stond op de Lange Brink weg, ging een lid van de Soester Binnenlandse Strijdkrachten in een houten schuur waar nu garage Kuij- er is schietoefeningen met z'n pi stool houden. Hij schoot zomaar ze af te voeren, maar door onze komst hadden ze die kans niet ge kregen. Tomassen vroeg me: mijn zwager zou graag die machines wil len zien. Ik zei: Nou, dan gaan we er naar toe. We zijn er gaan kijken, en ik hoor hem nog zeggen: Alles is er nog, gelukkig, dan ik weer dóór straks!" Ze hebben er een hele tijd gezeten daar in de buurt van de Grote Melm, de Canadezen en de vier Ne derlanders onder wie Raatjes. "De eerste dag dat we er waren, hoorden we muziek. Wij erop af. Langs de spoorlijn kwamen we bij Kraaijen- hagen, waar nu Boutique des Fleurs zit, op de grote weg terecht. We werden gelijk door feestvierende mensen in de kladden gegrepen en meegenomen naar het pleintje ach ter het VW-gebouwtje waar toen een grote muziektent stond. Daar was het hossen geblazen". Tegen het eind van de oorlog namen vertrekkende Duitsers zoveel mogelijk mee wat van hun gading was. Ze ontza gen daarbij zelfs het vee niet. Het werd 'gewoonuit de weilanden en de stallen van de Soester boeren geroofd! De buit werd naar een centrale plaats gebracht en daar vandaan verder gedistribueerd. Toch kwam voorde Duitse bezetters het eind van de oorlog nog te vroeg, want ze hadden geen gelegenheid meer om alle gestolen dieren verder te transporteren. Op 6 mei konden dan ook enkele boeren hun vee weer ophalen. Deze foto werd gemaakt toen Soester boeren hun koeien in Soesterberg ophaalden. Van rechts naar links: W. van den Hengel (boerderij Hoogerhorst in Hoogland); Koos Dijkman veehandelaar); Manus Burgsteden, een politie agent en eert controleur. Dat hossen herinnert Raatjes zich nog goed. "Bij Bazar de Luxe aan de Van Weedestraat speelde een or kestje op de stoep. Daarvandaan gingen de mensen al zingend, joe lend en hossend naar de muziektent tegenover het gemeentehuis, achter die tent langs en terug. Ik was één van de eersten die ze te pakken had den. Ik ben op een nette manier leeggeroofd van wat ik aan rokerij bij me had. Maar daar maalde je niet om in die uitzinnige vreugde. Ik weet nog dat ik niet van een meisje af kon komen. Toen ze me even los liet, ben ik er vandoor gegaan. Ik ging gauw naar een andere groep meisjes. Daar heb ik het meisje ont moet dat later m'n vrouw is gewor den". Het was een leuke periode, die eer ste tijd na de bevrijding. "Ik heb met veel mensen contact gehad, heb wel duizend en één gesprekken ge voerd. Ik weet nog dat we lege thee ketels aan de bewoners van de Gro te Melmweg gaven. Daar zaten de theebladeren in die nog niet hele maal waren uitgekookt, dus daar konden zij nog een lekkere bak thee van zetten. Ej( vroeg ook iemand of ik met hem door Soest wilde wande len. Gewoon omdat hij het geweldig vond als hij in gezelschap van een Canadees werd gezien, want na tuurlijk zag of wist niemand dat ik een Hollander was". Wat Raatjes zich ook nog herin- op de kiek te worden gezet zich ontnemen. Hier de heer E. S. Raatjes rechtsals 'Canadeesmilitair kort nadat hij meteen Canadees onderdeel Soest was binnengetrokken. De foto werd genomen op de hoek Lange Brinkweg! Gro te Melmweg. Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders is het comité 'Herdenking 50 jaar Bevrijding' geïnstalleerd. De taak van het comité is het coördi neren van de activiteiten die iti het kader van de bevrijdingsfeesten in de gemeente Soest zullen wor den ontplooid. Het comité bestaat uit drs. G. Plomp, voorzitter; mevrouw S. van Doorn, secretaris; deheerA. Trippaers, penningmeester, en de leden mevrouw Y. Graffneren de heren J. van den Pol, F. van Dus- schoten en B. J. van Os. Iedereen die ideeën heeft over het programma voor de herdenking en de festiviteiten, zowel indivi duele burgers als verenigingen en instellingen, wordt verzocht deze aan het comité kenbaar te maken. Het correspondentie-adres is Raadhuisplein 1,3762A VSoest, telefoon 02155 - 93443, fax 02155 - 93734. Om zoveel mogelijk de aandacht te vestigen op het feit dat ook Soest vijftig jaar geleden werd be vrijd en er ter gelegenheid hiervan activiteiten in voorbereiding zijn, hierbij een uittreksel uit een inter view met de Soester E. S. Raatjes, die in 1945 was 'ingelijfd' bij het Canadese landmachtonderdeel dat Soest binnentrok en de Duit sers ontwapende. nert, is het kaalscheren van meisjes en vrouwen van wie bekend was dat ze iets met de Duitsers hadden ge had. Dat gebeurde bij of in de buurt van het gemeentehuis. "Ik ben daar ook eens mee naar toe genomen. Ik zou er ook aan mee moeten doen; dat werd beschouwd als een soort beloning aan mij. Maar ik heb het niet. gedaan". Er zijn niet alleen Canadezen ("Wij zaten bij de Highlanders, daar wa ren bijna Eskimo's bij"), maar ook nog Engelsen in Soest geweest. "Als de Canadezen van thuis pakketten kregen, deelden ze de inhoud met ons. Wij hadden soms meer dan zij zelf, want wij kregen van iedereen wat. Met de Engelsen heb ik minder prettige ervaringen. Die zeiden dat ze hun rantsoenen nog niet hadden ontvangen en dan vroegen ze of ze iets van ons konden lenen. We ga ven dan wat, maar toen ze hun eigen rantsoenen ontvingen, gaven ze niets terug. In plaats daarvan gingen ze hun eigen spullen bij de bevol king ruilen voor andere dingen. Daarom hadden wij van 't begin af een hekel aan de Engelsen, al waren ze natuurlijk niet allemaal zo". Daarna kwam er een ander onder deel van de Canadezen, waar ook Raatjes'bij ingelijfd werd. Toen de situatie in Soest weer veilig was, zijn de Canadezen met de Ne derlanders vertrokken. Raatjes wil de naar Indië, samen met de ande ren met wie hij bij de Canadezen had gezeten. Via Kamp Amersfoort waar hij tijdelijk als bewaker dienst deed, kwam hij in Eefde terecht, waar de groep was die naar Indië wilde. Bij een stoeipartij raakte Raatjes gewond. Hij werd in de zie kenzaal opgenomen, waar hij ook nog difterie kreeg. Toen hij daar op het nippertje van genas, waren z'n maats al naar Indië vertrokken. Hij wilde zich bij hen voegen, maar kreeg niet de garantie dat dat inder daad zou gebeuren. De anderen die niet waren meegegaan, zaten op de Mookerhei. Onder hun leiding moesten de Duitsers mijnen ruimen in de Betuwe en Limburg. Na het vertrek van de Duitse krijgsgevan genen is Raatjes daar ook nog een tijd actief in geweest. Uiteindelijk kwam daar een eind aan de militaire activiteiten van Raatjes en kon hij langzaam de draad van het gewone burgerleven weer oppakken. Hoewel de capitulatie van de Duitsers in Soest zich nagenoeg ongemerkt voltrok, werden de Canadezen met groot enthousiasme ontvangen, zoals hier op de Steenhoffstraat. ie oktober-vergaderuq ,al uitvoerig gesproken wor al de ,etlen informcren ov Jan de commissieleden veri «Het besluit van provinciah Lniuni, waarbij de gebiedsi: schappelijke Regeling ,erd vastgesteld, betekei Soest met de andere Eemla meenten, samen met de Va jo (Hoevelaken, Nijkerk, veld, Ede en Wageningen) p J „eraeenten in Zuid-oost L |<Veenendaal, Rhenen en Rei 1 je, één nieuwe regio gaan v. pé rest van de provincie I vormt de andere W GR-regic burgemeester De Widt toe. Binnen de regio Eemland wi I hit moment de discussie g Het begrotingstekort 15 teruggebracht tot 186.001 den. Er was aanvankelij] tekort van 358.000 gulde de salarismaatregelen 1995 bekend zijn, beteke voor Soest een meevalle 172.000 gulden. Dil heefl houder mevrouw N. Blon (financiën) bekendgemaa Een bewoner van de Wieks weg WZ (westzijde) heeft h< lege van burgemeester en wc ders gevraagd de huismui van de Wieksloterweg te hi omdat de aanduiding WZ e (oostzijde) veel verwarring Burgemeester en wethouder: ben in ieder geval toegezegd plaatsing van nieuwe straati borden de toevoeging oostzij westzijde voortaan voluit wor schreven. Het helemaal we; van deze toevoegingen door hele weg enkel Wieksloterv noemen, is weliswaar mc maar heeft nogal wat conse ties. De totale huisnummerinj ongeveer 85 adressen zal bij beeld moeten worden herzit beginnen bij de Biltseweg en gend bij de spoorlijn Soest-Ut Daarnaast heeft één en ander ciële consequenties, zowel vc gemeente als de aanwonende Overigens zijn bij de gemeer nu toe geen klachten binnen men, noch over de huisnumn aan de "Wieksloterweg wes noch over die aan de oostzijde de PTT heeft geen probleme de huidige nummering. Het college wijst erop, dat d nummeringen van de afgelop ren enkel plaats vonden als van nieuwbouw waarvoor huisnummers beschikbaar (Verlengde Talmalaan). In wezen bestaat aan de Wn terweg dezelfde situatie als Vredehofstraat, Burg. Gi straat, Van Weedestraat, hoffstraat enzovoorts. Ook een doorlopende weg met vei lende namen en telkens n huisnummers. Dit is evenmi gemakkelijke situatie, maar staat al sinds jaar en dag en i tot nu toe nooit klachten ove nengekomen. Daarom is deze tie nooit veranderd. B. en w. dat ook op de Wieksloterweg staande situatie gehandhaai> blijven.- Stel een verbod in voor vracl keer op de Beukenlaan. Det daarvoor niet geschikt en f beuren nogal eens onge Vrachtverkeer kan in P deze route gebruikmaken Koningsweg/Vrijheidsweg. een bewoonster van de Scllafthof. Burgemeester en wethoudei men dat de Beukenlaan inde smaller is dan de re'atie Koningsweg. Ook de g heeft liever dat het vrach. met bestemming ind,us'r';, via de Koningsweg en de weg rijdt. Men moet echter geten dat ook aan de Beuken). Laanstraat veel bedrijven drijfjes zijn gevestigd die ook vrachtwagens bevoorraad worden. Verkeer met die oe ming kan dus niet ander Beukenlaan gebruiken, verkeer uit de Beukenlaan kan dan een wens zl)n\.P dit niet te verwezenlijken, burgemeester en wethouders

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1994 | | pagina 30