Iene miene mutten, 12 ton grutten.
m
Hoe wij vroeger vochten.
Informatiebureau Ned.
Roode Kruis te Soest.
HERUITGAVE VAN DE SOESTER COURANT VAN 5 MEI 1945 TER GELEGENHEID VAN DE 50E BEVRIJDINGSDAG
Voedselvoorziening in oorlogstijd.
Wat Soest tijdens den oorlog
beleefde en nimmer zal
vergeten.
Zeven uur in den morgen. Mist hangt over
de weilanden, de wind is koud.
Aap de Steenhoffstraat, waar alles nog
slaapt, wordt men ontijdig gewekt door da
verend voorbijrazen van rammelend ijzer
werk. Men denkt: Tommies in een tank,
maar ziet (door de gordijnen glurend) Henk
Vos op de Soester vuilnisauto, die na meer
dan 3 jaar rust weer van stal is gehaald.
Aan het politiebureau gaat de verdere be
manning aan boord o.m. een rechercheur in
uniform, die het geheel voor ontijdige vor
dering moet behoeden, een onderduiker zon
der papieren, die uit het kamp te Amers
foort is gevlucht en Uw verslaggever. Een
Roode—kruis-vlag wordt over den laadbak
gespannen: die moge ons bewaren voor een
beschieting op de open weggedeelten. We
nemen bij het filiaal van Albert Heijn nog
den heer Muller aan boord en starten dan
voor Zaandam.
We rijden nu op illegale benzine, om voor
geld, dat ondanks het bankmoratorium met
een handigheidje is vrijgemaakt, uit het pak
huis van de firma Albert Heijn, buiten alle
officieele distributievoorschriften om, op il
legale wijze verkregen toewijzingen, goederen
voor Soest te halen.
Het is maar goed, dat de Duitscher, die ons
even voor Hilversum aanhoudt, van dit al
les geen benul heeft en evenmin in de laad
bak kijkt. Men laat ons door.
Misschien schudden sommige brave burgers
het wijze hoofd over zooveel roekelooze il
legaliteit, maar dit is kinderspel vergeleken
bij wat er in deze 4 bezettingsjaren zooal
door Soester overheidsdienaren is verricht
en bovendien: wij moeten toch eten!
In buitengewone tijden passen buitengewone
maatregelen.
De spoormannen staken en ook in Soest zijn
zij aan adressen en aan geld geholpen, maar
een deel van hun werk, dat bleef liggen,
moet toch worden gedaan, de aanvoer van le
vensmiddelen Voor onze eigen menschen mag
niet in gevaar komen.
Albert Heijn N.V. is Soest op een bijzonde
re wijze tegemoet gekomen. De pakhuizen
staan voor ons open, opdat de voorraden
niet door de edel-Germanen zullen worden
ontvreemd. Als wij dien Maandagmorgen, 25
September, in Zaandam aankomen, vernemen
wij daaromtrent een alarmeerend bericht:
morgen zullen de pakhuizen leeggehaald
worden; zend auto's, auto's, auto's.
We laten daar geen gras over groeien: Soest
wordt opgebeld en de brandweer, die zich
voor de voedselvoorziening (evenals gemeen
tewerken) reeds de week tevoren voortreffe
lijk heeft geweerd, rukt opnieuw uit onder
ieidteg van haar commandant. Weldra sul-»
zen 4e V8 manschappenwagen, de bosch
brandweerauto en 'n auto van de garage Van
Kooy naar Zaandam. Ook dit transport
voert onderduikers mee.
Wij zelf hebben dien morgen tegelijk in Am
sterdam bodedienst verricht. In Zuid werden
goederen gehaald en gebracht, aan den Haar
lemmerdijk stapt onze duikelaar uit. Hij zal
zijn ouders gaan verrassen en tegelijk een
handvol brieven posten. Er zijn ook brieven
voor Zaandam. Wij rijden langs de Amster-
damsche havens en het is een troosteloos
gezicht. Petroleumtanks staan opengescheurd
als conservenblikjes, een gekantelde Oceaan
reus verspert het IJ, alle hijschkranen lig
gen verwrongen over de kaden en in de
havens, de loodsen zijn verwoest, loopbrug
gen zijn scheefgezakt over schepen in aan
bouw.
Een Amsterdamsche politieagent vertelt, dat
er ook onder den hoofdpijler van de Hem-
brug ly2 ton dynamiet ligt. Onze woede is
evenwel machteloos. Wij kunnen slechts
Heel weinig redden. Maar dat zullen wij dan
ook redden: wij laden in Zaandam. Wagen
tjes rollen af en aan, volgestapeld met doo-
zen, met blikken, met zakken, met man
den kaas. Wij laden roggevlokken en
havermout, puddingpoeder en macaroni, kin
dermeel en waschpoeder. 61 colli's, 37 col
li's, 122 colli's, het houdt niet op. Een op
gewekte chef, in een kort kaasgeel kruide
niersjasje, geeft bevelen en wijst ons den
weg naar de cantine, waar wij Albert Heijn's
koek en pap eten en koffie drinken. Drie
en een halve ton hebben we geladen; we
rijden terug en speuren daarbij den lichtbe-
wolkten hemel af. We ontmoeten onder Weesp
de brandweer-colonne en alle auto's stop
pen een oogenblik. Wij zouden zoo een
prachtig doelwit vormen als.... maar geen
vliegtuig laat zich zien. Hurry up. We rijden
naar Soest. In recordtijd wordt de auto ge
lost, benzine wordt bijgetankt en de beman
ning voorzien van Sonder-ausweise. Want we
gaan nog een keer. En ook deze reis brengt
ons geen tegenslag.
Bij de Hembrug komt ons de brandweer te
gemoet De V8 is torenhoog geladen, de
boschbrandweerwagen rust met haar chassis
op de banden. Dat moet wel haast pannq
geven.
Door een of andere bijzonder gunstige lots
beschikking blijft echter ook dit uit. Het
is dan al zes uur geweest en wij vernemen,
dat de pakhuizen gesloten zijn. Toch rijden
we door. Het personeel heeft er blijkbaar
schik in gekregen en verklaart zich zonder
morren bereid ook nog een vijfde wagen voor
Soest met een standaard-order af te laden.
Iwaalf ton goederen zijn gered, de Soes
ter burgerij, jong en oud, kan pap eten.
Daarbij blijft het niet. Den volgenden dag
rijden er weer 4 auto's naar Zaandam en
zoo gaat het door. Auto's naar Muiden en
Huizen om zout en kaas, een auto naar Am-
Sterdam om 3i/2 ton suiker uit een voorraad,
die eigenlijk door de Wehrmacht in beslag
is genomen, 3 auto's naar Zwolle om boter.
Deze laatste rit is de meest avontuurlijke,
omdat juist op dien dag de Duitschers zich
op Putten wreken. De wagens worden gron
dig onderzocht, de bemanning onder scher
pe bewaking gehouden totdat de ongevaar
lijkheid van het transport is vastgesteld.
Al deze ritten wekken den argwaan van den
Ortskommandant, die gaat naspeuren waar
van de benzine stamt.
Hij wordt ook nu, als zoovele malen voor
heen, verschalkt.
Zoo is er in critieke dagen onder hoogspan
ning voor de Soester bevoorrading gezorgd.
Men zat ook op dit terrein niet stil. De bur
gerij is grooten dank verschuldigd aan de
vele mannen, de leiding en de chauffeurs,
die zich hebben ingezet om Soest aan het
eten te houden.
van 90 man, behoorende tot het regiment
van den Prins Van Hessen-Darmstadt.
Om den Stadhouder deze schande aan te
doen, trok op Donderdag 27 Juli 1787 tegen
het vallen van den avond een legertje van
500 Patriotten met stille trom de Wittevrou-
wenpoort te Utrecht uit om onder begun
stiging van het nachtelijk duister het Paleis
te overrompelen.
Dit legertje stond onder de bevelen van ko
lonel Klijnenberg en was een samenraapsel
van allerlei wapens; men telde er twaalf-
derlei soort van volk, zooals huzaren, kuras
siers, dragonders, fusiliers, jagers, enz. Ook
gingen er een achttal wagens mee om den buit
op te laden.
Men wilde natuurlijk het doen van den nach
telijken tocht geheim houden en daarom nam
het legertje een omweg en wel over den Dol-
der. Men kon dan tegen 10 uur op Soestdijk
zijn.
Toch was er gebeurd, wat men had wil
len voorkomen: het geheim was reeds op
Soestdijk bekend geworden. Een tamboer
was n.1. naar de Oranjepartij overgeloopen
en had nog laat in den namiddag kolonel
vochten; bewoners van Soestdijk konden la
ter aan den ondervrager „geen denkbeeld
geeven van de aakeligheid der nagt, daar zij
behalve den schrik en het vreeselijke rumoer
tevens in het allergrootste gevaar verkeer
den, wijl de kogels wijd en zijd om en door
woningen vlogen en elk zig agter een muur,
een kelder of waar men het best kon,
moest verbergen".
Doch, zooals gezegd is, de Patriotten ko
zen spoedig het hazenpad en wel in volsla
gen wanorde en met verlies van vele doo-
den en gekwetsten. De acht wagens, die zij
voor den buit meegenomen hadden, werden
nu gebruikt om er dooden en gewonden mee
te vervoeren.
De vluchtende Patriotten intusschen stoven-
naar alle zijden heen en slechts betrekkelijk'
weinigen bereikten bij het aanbreken van
den dag de stad Utrecht.
Velen liepen den leeuw in den muil, want
kolonel Van Erpel had nog 's nachts door
een koerier den aanslag aan de Staten en
den Prins te Amersfoort laten bekend ma
ken, met verzoek om versterking voor een
mogelijken hernieuwden aanval, Op dit be
richt trokken terstond eenige dragonders
naar Soestdijk om de bezetting aan te vullen.
Men vond te Soestdijk vier gesneuvelde Pa
triotten, terwijl het aantal gevangenen, te
Amersfoort binnengebracht, 80 man gedroeg.
Maar ook de dappere bezetting van Soest*
dijk had niet zonder verliezen gestreden.
Volgens het rapport van Van Erpel aan de
Staten te Amersfoort had hij vier dooden,
waaronder de kloekmoedige Pullmann.
Zoo was dan door deze wakkere bezetting»
van nog geen 100 man een 5-maal sterke^
vijand op de vlucht gedreven. Dat de Pa
triotten zich er geducht over schaamden,
laat zich begrijpen. Ook toen trachtte men
de verliezen tot overwinningen om te pra
ten. In hun couranten wordt alles even mooi
I voorgesteld. Door de duisternis van den
nacht was slechts „eenige verwarring" ont
staan en „besloot men tot den terugtocht".
Ter herinnering aan dit wapenfeit richtten
de Staten op de plek waar Pullmann gesneu
veld was in 1791 een eenvoudig houten ge-
denkteeken op, hetgeen eenige jaren geleden
door het nu bestaande werd vervangen.
De Prinsesjes Beatrix en Irene met een vriendinnetje aan een der -stranden van Canada.
Een nachtelijke aanval op Paleis Soestdijk.
Vlak bij het paleis Soestdijk op het kruin
punt van den rijks- en provincialen weg,
staat, zooals aan alle Soesters wel bekend»
een gedenkteeken met het volgende opschrift:
Concordia Res Parvae Crescunt.
CHRISTOFFEL PULLMANN
Grenadier van de Lijfcompagnie
in het Regiment Infantrie van
den Prins van Hessen-Darmstadt,
oud 28 jaren, verkiezende liever
het leven te verliezen dan zijn
wapenen over te geven in den
nacht van den 27en Juli 1787.
Laat mij over dezen Duïtschen soldaat, die
ons Oranjehuis trouw had gezworen en dien
eed hooger stelde dan een lafhartigen vlucht,
iets naders vertellen.
Men schreef in 1787. Ons land was helaas
door een rampzaligen burgertwist in twee
partijen verdeeld: de Patriotten, die zich
tegen den Prins verzetten en de Prinsge-
zinden, zijn trouwe aanhangers. De Patriot
ten of Keezen werden met den dag bruta
ler; reeds hadden zij in Holland den Prins
als stadhouder geschorscht (Willem V), zoo
dat hij naar Gelderland was gevlucht. Om
zich des te sterker te kunnen verzetten,
hadden de Keezen onlangs in Holland het
legercorps van den Rijngraaf van Salm in
dienst genomen.
Ook in de stad Utrecht hadden de Patriot
ten bijna volkomen gezegevierd; de leden
der Provinciale Staten, die den Prins nog
getrouw waren gebleven, hadden daarom de
wijk genomen naar Amersfport, dat even
eens Oranjegezind was en waar de Prinsge
zinde Staten van Utrecht voortaan vergader
den.
Om nu dien Patriottischen vuurhaard, de
stad Utrecht, in bedwang te kunnen houden,
betrok een Oranjegezind legertje 't Kamp»
van Zeist, terwijl de Prins zijn hoof dk war -
tier in Amersfoort vestigde.
In Mei 1787 begaf zich eenig Oranjegezind
krijgsvolk uit Gelderland op verzoek der
Amersfoorfsche Staten van Utrecht eveneens
naar het Sticht, maar een corps Utrechtsche
vrijwilligers, Patriotten natuurlijk, belette
hun bij Vreeswijk den toegang en er ont
stond een gevecht, waarbij twee Patriotten
sneuvelden en aldus het eerste burgerbloed
vloeide.
Dit deed de woede der Patriotten ten top
stijgen; van alle zijden stroomde nu vrijwil
ligers naar Utrecht; zelfs trok Von Salm met
•zijn corps op Utrechtsch grondgebied, ont
het kamp van Zeist aan te vallen. De stad
Utrecht koos hem weldra tot opperbevelheb
ber der saamgestroomde vrijwilligers.
De Patriotten wilden nu den Oranjegezinden
smaad en schande aandoen: zij zouden
was hun voornemen het paleis Soestdijk
overrompelen. Eerstens zou dit een groote
vernedering voor den Prins zijn en, ten twee
de beloofde dit plan een rijken buit, im
mers men wist dat dit paleis van den Stad
houder groote schatten aan meubelen be
vatte. Het werd bewaakt door een bezetting
van Erpel (op Soestdijk) gewaarschuwd.
Terstond had deze zijn volk voor de ijzeren
hekken opgesteld en de komst der aanval
lers afgewacht. Tot meerdere veiligheid plaat
ste hij op drie verschillende punten langs de
Praamgracht een schildwacht; deze zouden,
als zij onraad hoorden, doar een seinschot
de bezetting van Soestdijk waarschuwen.
Zoo werd het al 10, zelfs 11 uur, maar op
het Paleis merkte men nog niets van een
nachtelijke aanval. Het schjjnt, dat men
toen geen vijand meer verwachtte; mogelijk
had de overlooper een valsche tijding ge
bracht. De bezetting van Soestdijk, uitgezon
derd de drie genoemde schildwachts, gingen
dan ook ter ruste.
Maar de vijand zou toch komen: hij had
zich alleen maar verlaat; de gids was n.1.
in de zoogenaamde Wildbaan achter het
paleis aan het dwalen geraakt; en zoo na
derden de Patriotten pas om kwart vóór
twaalf den eersten schildwacht, n.1. bij den
Veenhuizertol, (einde Koninginnelaan), waar
den Praamgracht onder den betonweg aldaar
doorgaat. Zoodra deze eerste wacht onraad
bespeurde, zonk de moed hem in de schoe
nen en kroop hij onder de toen aldaar gele
gen brug stilletjes weg. De Patriotten trok
ken dus ongehinderd verder en naderden
weldra den tweeden schildwacht. Deze was
cordater dan no. 1 en riep zijn gewone „Wer-
da!" waarop bedriegelijk geantwoord werd:
„Deserteurs 1" (d.w.z. overloopers). De schild
wacht meende werkelijk met overloopers te
doen te hebben, die de bezetting van Soest
dijk wilden versterken en hij riep dus terug:
„Avanceer!" (loop door). Maar de vijanden
vreesden, dat hij het toch verraden zou, en
namen hem gevangen.
De Patriotten dachten met den derden schild
wacht, den grenadier Christoffel Pullmann,
evenzoo te handelen. Maar hij vertrouwde
hen niet en wilde reeds zijn geweer afschie
ten om het waarschuwingsteeken voor het
Paleis te geven. Toen eischten zij, dat hij
zijn wapens zou afgeven, of anders zou wor
den neergeschoten. Maar hij antwoordde: „Ich
bin ein ehrlicher Kerl" en schoot tevens
zijn geweer af. Nu wilde hij naar Soestdijk
snellen, doch juist bij den rijksweg word hij
door de verwoede Patriotten neergeschoten.
In versnelde marsch gingen nu de Patriot
ten op het paleis af, in de hoop nog tijdig
hun slag te kunnen slaan. Maar Pullmann's
schot was op Soestdijk gehoord; terstond
sloeg men alarm en de bezetting greep ijlings
naar de wapenen, velen zelfs nog in hun
nachtgewaad. Juist toen de Patriotten het
hek dachten binnen te stormen, werden zij
met een salvo door de bezetting begroet.
Deze teleurstelling bracht de aanvallers zoo
in verwarring, dat zij op de vlucht sloegen.
Toen evenwel de eerste schrik voorbij was
en zij tot bezinning kwamen, zagen de Pa
triotten zelf in, hoe dwaas zij hadden gehan
deld door als hazen de vlucht te nemen.
Zij vermanden zich en waagden nu een
tweeden aanval. Ditmaal waren zij op den
tegenstand der bezetting voorbereid en wil
den zij meer moed aan den dag leggen.
Doch de Soestdijker bezetting ontving hen
ook thans zoowel „met handgranaten en
kleingeweer, dat die van Utrecht in de groot
ste consternatie aan het vluchten gingen".
Toch werd er een oogenblik hardnekkig ge-
Ongetwijfeld heerscht bij vele ingezetenen
van Soest ernstige ongerustheid over den
welstand van familieleden en goede beken
den in de thans bevrijde gebieden, die da
genlang het tooneel van heftigen strijd zijn
geweest.
Zij, die informaties wenschen over den wel
stand van na-verwante personen, verzoeken
wij zich met Spoed te wenden tof hef In
formatiebureau, dat door de plaatselijke af-
deeling van het Nederl. Roode Kruis is in
gericht in het gemeentehuis.
Alle gegevens van de personen naar wien
moet worden geïnformeerd, zullen dan op
correspondentie-formulieren worden geno
teerd. Op deze formulieren kan men tevens
zelf enkele mededeelingen aan verwanten e.a.
doen (maximaal 25 woorden). Vervolgens zul
len zoo spoedig mogelijk koeriers naar de
betrokken gemeenten vertrekken en trachten
nadere berichten te bemachtigen.
Vanzelfsprekend zijn voor degenen, die be
richt verlangen, aan dit dienstbetoon geen
kosten verbonden. Het Roode Kruis zal het
op prijs stellen, indien het bureau niet wordt
belast met nasporingen naar personen, die
slechts een oppervlakkige relatie vormeni
Dit belemmert de vlotte afwerking van het
onderzoek in belangrijker gevallen. Tevens
zal het onderzoek zich in het algemeen niet
bezighouden met gfemeenten, die in de on
middellijke omgeving van Soest gelegen zijn.
Het Roode Kruis stelt zich bovendien voor
allen, die door oorlogsleed ernstig getrof
fen zijn, ook op andere manieren naar best
vermogen met raad en daad bij te staan.
Het bureau -,is iederen dag tenminste van
9-12 en van 2-5 uur geopend.
komen te zoeken, Arnhem wordt verplicht
geëvacueerd.
Ook Soest is aangewezen als vluchtoord.
Het heeft op dit terrein een eereschuld: heeff
men het in Mei 1940 niet gul ontvangen toen
het zelf moest evacueeren?
Men begint de schuld in te lossen. Het Roo
de Kruis richt een hulppost in aan de Birkt-
straat, waar vele honderden een warme dronk'
en eten vinden.
De gemeente organiseert hulpbureaux in
Eemland en St. Ludgardis. Een zeer groo
te staf van geleiders, ordonnansen, koks, help
sters komt in het geweer. De organisatie klopt
misschien niet altijd evengoed, er is wel
eens een tikje ijdelheid hier en een vleug
je onwil elders, maar daarvan worden de
geëvacueerden tenminste niet de dupe. In
tegendeel: de Roode Kruis zusters en ge
leiders, die de groote transporten met boe
renwagens naar Barneveld vergezellen en
met geëvacueerden telkens opnieuw terugkee-
keeren, vinden volle waardeering van de zij
de der oorlogsslachtoffers, bij wien zoomin
bitter leed als merkwaardige humor ontbre
ken.
Er worden centrale kraamkamers gesticht
en een centrale reiniging voor ongedierte.
Nieuwe problemen rijzen met het afsnijden
van de electriciteit. Dit dwingt ook ons om
deze kroniek iets vroeger te beeindigen dan
op den laatsten dag van den oorlog.
Als dit blad wordt verspreid zal echter ie
dere lezer deze kroniek voor zichzelf met
de gebeurtenissen van de laatste oorlogsda
gen weten te completeeren.
J. O.
Vervolg van bladzijde 4.
Dc oorlog woedt nu met grooter felheid.
Op 8 Maart doen 20 vliegtuigen te 11 uur 10
een aanval op het vliegveld Soesterberg. In
den middag keeren 80 vliegtuigen terug en
bestoken vliegveld en omgeving met splin
terbommen. Een 9-tal huizen brandt af; er
vallen bij beide aanvallen 9 dooden. Groo
te schade wordt aangericht.
Op 25 Maart is volgens een verklaring van
de militaire overheid een telefoonkabel
doorgesneden. Ter bestraffing moet van 5
April tot '3 Mei deze kabel van Soesferberg-
schestraat tof Hellingweg door de burgerij
bewaakt worden.
Inmiddels is een aanvang gemaakt met de
uitreiking van de Tweëde Dïstributie-stam-«
kaart. Tengevolge van een uitlating ten over
staan van een lid der N.S.B. moet wacht
meester J. W. Kaspers van de gemeente
politie op 19 April onderduiken. Hij ver
dwijnt spoorloos met vrouw, kind en meu
bilair. Op 20 April doen 3 onbekende man
nen een poging de dochter van een post
bode, van welke wordt beweerd, dat zij
haar moeder heeft verraden, kaal te knip
pen.
Daar enkele bureaux van het luchtwapen
naar Soest worden verplaatst, neemt ook
het aantal gevorderde huizen zeer toe.
Dan komt den zesden Juni met zijn inva
sie. Wij weten nu, dat het gaat komen. En
het komt. Op Dinsdag 15 Augustus doen 120
vliegtuigen te 11 uur 35 een geconcentreer
de aanval op het vliegveld Soesterberg. 1
toestel wordt neergeschoten. In den nacht
sr.an 26 op 27 Augustus stort een toestel
neer op den Eng, waar het uitbrandt zonder
dat de nationaliteit met zekerheid kan wor
den vastgesteld.
Op Zondag 3 September volgt opnieuw een
groote aanval. Te 17 uur 30 verschijnen 100
a 150 toestellen boven Soesterberg en bom
bardeeren het vliegveld kort en klein.
Er is in het dorp zelf veel schade en er
zijn onder de burger bevolking 3 dooden
te betreuren. Daarna gaaf het sneller. De
Duïtsche tegenstand in België wordt onder
den voet geloopen. Op 3 September is Door
nik gevallen, op 4 September heef het reeds
dat de Britten en Amerikanen onze grens
hebben bereikt, op 5 September zou Breda
gevallen zijn, tegelijk met Roermond. Een
koortsachtige opgewondenheid maakt zich
van ons allen meester. De bevrijding is in
Zicht, sneller dan wij hadden durven ho
pen. Wij zien colonne's terugtrekken, die een
verslagen indruk maken; de Tiittoöht -pas
de N.S.B. begint en geen vervoermiddel
wordt te gering geacht: er zijn huurrijtuig jes
en bokkenwagens in gebruik.
Het valt ons dan zwaar te bemerken, dat
het gerucht, volgens hetwelk de troepen bij
Vianen zouden staan, ja zelfs dat de spits
van de pantsercolonnes Utrecht had beireikt,
inderdaad uit de lucht gegrepen blijkt te zijn.
Zoo goedkoop komen wij niet van den be
zetter af.
Er dreigt voedselnood, gastekort. We moe
ten zuinig worden met brandstoffen, met
licht en water. Een aantal soldaten op voet
tocht vordert in den nacht van 6 op 7 Sep
tember ieder voorwerp, dat van een wiel is
voorzien, teneinde den terugtocht te ver
haasten. Honderden rijwielen, bakfietsen,
kinderwagens, kruiwagens en naaimachines
aan de Burg. Grothestraat, Van Weedestraat
enz. worden meegevoerd.
De Beauftragte begint eveneens te ramme
len met de sabel en dreigt alle huizen van
Soest te zullen verbranden, als de sabotage
niet ophoudt. Hij doelt daarbij op de scher
ven en kopspijkers, dié langs alle wegen zijn
gestrooid en. hun werk prima doen. Man
nen van gemeentewerken met bezems en wit
te banden krijgen spijkerwacht, die achtereen-
b volgens aan de gemeente-ambtenaren en de
j onderwijzers wordt toevertrouwd.
Op 11 September wordt te 19 uur een trein
op het baanvak Baarn-Amersfoort buiten
gevecht gesteld in de omgeving van de Groo
te Melm. Er rijden overigens nog slechts en
kele treinen. De heer J. A. Lock, die met
een vrachtauto is uitgetogen om boter voor
de gemeente te halen, wordt beschoten en
overlijdt aan zijn verwondingen. Gemeente
werken haalt met paard en wagen zout en
suiker in Utrecht, de brandweerauto rijdt
naar Zaandam en brengt voedsel terug.
Op 16 SEPTEMBER beschiet een jager een
Duitsche auto op den Utrechtscheweg. Op*
17 September, de dag van de groote lucht
landingen, doorkruisen talrijke jagers hef
luchtruim ter bescherming van de operaties
in Gelderland en beschieten ook in Soest
hier en daar een object. Enkele benzinetanks
worden uitgeworpen, die brand veroorzaken
aan de Molenstraat. Op 18 September
breekt de algemeene spoorwegstaking uit.
Met de uitreiking van noodkaarfen wordt
een aanvang gemaakt.
Op 19 September keert het grootste deel
der Soester gijzelaars in goeden welstand
naar huis terug, terwijl ook hulp wordt ver
leend aan ontslagenen uit het concentratie
kamp te Amersfoort.
De luchtlandingen bij Arnhem, die aanvan
kelijk groot succes beloofden, stuiten op
steeds heftiger tegenstand. Arnhem, dat reeds
voor een belangrijk deel in geallieerde han
den was, moest weer worden prijsgegeven.
Beide partijen vechten om ieder huis en ie
deren steen van Oosterbeek en Wolfheze.
De burgerbevolking, die midden tusschen de
strijdenden is geraakt, begint een goed heen-
(Vervolg 4e kolom onderaan.)