Iene miene mutten, 12 ton grutten. m Hoe wij vroeger vochten. Informatiebureau Ned. Roode Kruis te Soest. HERUITGAVE VAN DE SOESTER COURANT VAN 5 MEI 1945 TER GELEGENHEID VAN DE 50E BEVRIJDINGSDAG Voedselvoorziening in oorlogstijd. Wat Soest tijdens den oorlog beleefde en nimmer zal vergeten. Zeven uur in den morgen. Mist hangt over de weilanden, de wind is koud. Aap de Steenhoffstraat, waar alles nog slaapt, wordt men ontijdig gewekt door da verend voorbijrazen van rammelend ijzer werk. Men denkt: Tommies in een tank, maar ziet (door de gordijnen glurend) Henk Vos op de Soester vuilnisauto, die na meer dan 3 jaar rust weer van stal is gehaald. Aan het politiebureau gaat de verdere be manning aan boord o.m. een rechercheur in uniform, die het geheel voor ontijdige vor dering moet behoeden, een onderduiker zon der papieren, die uit het kamp te Amers foort is gevlucht en Uw verslaggever. Een Roode—kruis-vlag wordt over den laadbak gespannen: die moge ons bewaren voor een beschieting op de open weggedeelten. We nemen bij het filiaal van Albert Heijn nog den heer Muller aan boord en starten dan voor Zaandam. We rijden nu op illegale benzine, om voor geld, dat ondanks het bankmoratorium met een handigheidje is vrijgemaakt, uit het pak huis van de firma Albert Heijn, buiten alle officieele distributievoorschriften om, op il legale wijze verkregen toewijzingen, goederen voor Soest te halen. Het is maar goed, dat de Duitscher, die ons even voor Hilversum aanhoudt, van dit al les geen benul heeft en evenmin in de laad bak kijkt. Men laat ons door. Misschien schudden sommige brave burgers het wijze hoofd over zooveel roekelooze il legaliteit, maar dit is kinderspel vergeleken bij wat er in deze 4 bezettingsjaren zooal door Soester overheidsdienaren is verricht en bovendien: wij moeten toch eten! In buitengewone tijden passen buitengewone maatregelen. De spoormannen staken en ook in Soest zijn zij aan adressen en aan geld geholpen, maar een deel van hun werk, dat bleef liggen, moet toch worden gedaan, de aanvoer van le vensmiddelen Voor onze eigen menschen mag niet in gevaar komen. Albert Heijn N.V. is Soest op een bijzonde re wijze tegemoet gekomen. De pakhuizen staan voor ons open, opdat de voorraden niet door de edel-Germanen zullen worden ontvreemd. Als wij dien Maandagmorgen, 25 September, in Zaandam aankomen, vernemen wij daaromtrent een alarmeerend bericht: morgen zullen de pakhuizen leeggehaald worden; zend auto's, auto's, auto's. We laten daar geen gras over groeien: Soest wordt opgebeld en de brandweer, die zich voor de voedselvoorziening (evenals gemeen tewerken) reeds de week tevoren voortreffe lijk heeft geweerd, rukt opnieuw uit onder ieidteg van haar commandant. Weldra sul-» zen 4e V8 manschappenwagen, de bosch brandweerauto en 'n auto van de garage Van Kooy naar Zaandam. Ook dit transport voert onderduikers mee. Wij zelf hebben dien morgen tegelijk in Am sterdam bodedienst verricht. In Zuid werden goederen gehaald en gebracht, aan den Haar lemmerdijk stapt onze duikelaar uit. Hij zal zijn ouders gaan verrassen en tegelijk een handvol brieven posten. Er zijn ook brieven voor Zaandam. Wij rijden langs de Amster- damsche havens en het is een troosteloos gezicht. Petroleumtanks staan opengescheurd als conservenblikjes, een gekantelde Oceaan reus verspert het IJ, alle hijschkranen lig gen verwrongen over de kaden en in de havens, de loodsen zijn verwoest, loopbrug gen zijn scheefgezakt over schepen in aan bouw. Een Amsterdamsche politieagent vertelt, dat er ook onder den hoofdpijler van de Hem- brug ly2 ton dynamiet ligt. Onze woede is evenwel machteloos. Wij kunnen slechts Heel weinig redden. Maar dat zullen wij dan ook redden: wij laden in Zaandam. Wagen tjes rollen af en aan, volgestapeld met doo- zen, met blikken, met zakken, met man den kaas. Wij laden roggevlokken en havermout, puddingpoeder en macaroni, kin dermeel en waschpoeder. 61 colli's, 37 col li's, 122 colli's, het houdt niet op. Een op gewekte chef, in een kort kaasgeel kruide niersjasje, geeft bevelen en wijst ons den weg naar de cantine, waar wij Albert Heijn's koek en pap eten en koffie drinken. Drie en een halve ton hebben we geladen; we rijden terug en speuren daarbij den lichtbe- wolkten hemel af. We ontmoeten onder Weesp de brandweer-colonne en alle auto's stop pen een oogenblik. Wij zouden zoo een prachtig doelwit vormen als.... maar geen vliegtuig laat zich zien. Hurry up. We rijden naar Soest. In recordtijd wordt de auto ge lost, benzine wordt bijgetankt en de beman ning voorzien van Sonder-ausweise. Want we gaan nog een keer. En ook deze reis brengt ons geen tegenslag. Bij de Hembrug komt ons de brandweer te gemoet De V8 is torenhoog geladen, de boschbrandweerwagen rust met haar chassis op de banden. Dat moet wel haast pannq geven. Door een of andere bijzonder gunstige lots beschikking blijft echter ook dit uit. Het is dan al zes uur geweest en wij vernemen, dat de pakhuizen gesloten zijn. Toch rijden we door. Het personeel heeft er blijkbaar schik in gekregen en verklaart zich zonder morren bereid ook nog een vijfde wagen voor Soest met een standaard-order af te laden. Iwaalf ton goederen zijn gered, de Soes ter burgerij, jong en oud, kan pap eten. Daarbij blijft het niet. Den volgenden dag rijden er weer 4 auto's naar Zaandam en zoo gaat het door. Auto's naar Muiden en Huizen om zout en kaas, een auto naar Am- Sterdam om 3i/2 ton suiker uit een voorraad, die eigenlijk door de Wehrmacht in beslag is genomen, 3 auto's naar Zwolle om boter. Deze laatste rit is de meest avontuurlijke, omdat juist op dien dag de Duitschers zich op Putten wreken. De wagens worden gron dig onderzocht, de bemanning onder scher pe bewaking gehouden totdat de ongevaar lijkheid van het transport is vastgesteld. Al deze ritten wekken den argwaan van den Ortskommandant, die gaat naspeuren waar van de benzine stamt. Hij wordt ook nu, als zoovele malen voor heen, verschalkt. Zoo is er in critieke dagen onder hoogspan ning voor de Soester bevoorrading gezorgd. Men zat ook op dit terrein niet stil. De bur gerij is grooten dank verschuldigd aan de vele mannen, de leiding en de chauffeurs, die zich hebben ingezet om Soest aan het eten te houden. van 90 man, behoorende tot het regiment van den Prins Van Hessen-Darmstadt. Om den Stadhouder deze schande aan te doen, trok op Donderdag 27 Juli 1787 tegen het vallen van den avond een legertje van 500 Patriotten met stille trom de Wittevrou- wenpoort te Utrecht uit om onder begun stiging van het nachtelijk duister het Paleis te overrompelen. Dit legertje stond onder de bevelen van ko lonel Klijnenberg en was een samenraapsel van allerlei wapens; men telde er twaalf- derlei soort van volk, zooals huzaren, kuras siers, dragonders, fusiliers, jagers, enz. Ook gingen er een achttal wagens mee om den buit op te laden. Men wilde natuurlijk het doen van den nach telijken tocht geheim houden en daarom nam het legertje een omweg en wel over den Dol- der. Men kon dan tegen 10 uur op Soestdijk zijn. Toch was er gebeurd, wat men had wil len voorkomen: het geheim was reeds op Soestdijk bekend geworden. Een tamboer was n.1. naar de Oranjepartij overgeloopen en had nog laat in den namiddag kolonel vochten; bewoners van Soestdijk konden la ter aan den ondervrager „geen denkbeeld geeven van de aakeligheid der nagt, daar zij behalve den schrik en het vreeselijke rumoer tevens in het allergrootste gevaar verkeer den, wijl de kogels wijd en zijd om en door woningen vlogen en elk zig agter een muur, een kelder of waar men het best kon, moest verbergen". Doch, zooals gezegd is, de Patriotten ko zen spoedig het hazenpad en wel in volsla gen wanorde en met verlies van vele doo- den en gekwetsten. De acht wagens, die zij voor den buit meegenomen hadden, werden nu gebruikt om er dooden en gewonden mee te vervoeren. De vluchtende Patriotten intusschen stoven- naar alle zijden heen en slechts betrekkelijk' weinigen bereikten bij het aanbreken van den dag de stad Utrecht. Velen liepen den leeuw in den muil, want kolonel Van Erpel had nog 's nachts door een koerier den aanslag aan de Staten en den Prins te Amersfoort laten bekend ma ken, met verzoek om versterking voor een mogelijken hernieuwden aanval, Op dit be richt trokken terstond eenige dragonders naar Soestdijk om de bezetting aan te vullen. Men vond te Soestdijk vier gesneuvelde Pa triotten, terwijl het aantal gevangenen, te Amersfoort binnengebracht, 80 man gedroeg. Maar ook de dappere bezetting van Soest* dijk had niet zonder verliezen gestreden. Volgens het rapport van Van Erpel aan de Staten te Amersfoort had hij vier dooden, waaronder de kloekmoedige Pullmann. Zoo was dan door deze wakkere bezetting» van nog geen 100 man een 5-maal sterke^ vijand op de vlucht gedreven. Dat de Pa triotten zich er geducht over schaamden, laat zich begrijpen. Ook toen trachtte men de verliezen tot overwinningen om te pra ten. In hun couranten wordt alles even mooi I voorgesteld. Door de duisternis van den nacht was slechts „eenige verwarring" ont staan en „besloot men tot den terugtocht". Ter herinnering aan dit wapenfeit richtten de Staten op de plek waar Pullmann gesneu veld was in 1791 een eenvoudig houten ge- denkteeken op, hetgeen eenige jaren geleden door het nu bestaande werd vervangen. De Prinsesjes Beatrix en Irene met een vriendinnetje aan een der -stranden van Canada. Een nachtelijke aanval op Paleis Soestdijk. Vlak bij het paleis Soestdijk op het kruin punt van den rijks- en provincialen weg, staat, zooals aan alle Soesters wel bekend» een gedenkteeken met het volgende opschrift: Concordia Res Parvae Crescunt. CHRISTOFFEL PULLMANN Grenadier van de Lijfcompagnie in het Regiment Infantrie van den Prins van Hessen-Darmstadt, oud 28 jaren, verkiezende liever het leven te verliezen dan zijn wapenen over te geven in den nacht van den 27en Juli 1787. Laat mij over dezen Duïtschen soldaat, die ons Oranjehuis trouw had gezworen en dien eed hooger stelde dan een lafhartigen vlucht, iets naders vertellen. Men schreef in 1787. Ons land was helaas door een rampzaligen burgertwist in twee partijen verdeeld: de Patriotten, die zich tegen den Prins verzetten en de Prinsge- zinden, zijn trouwe aanhangers. De Patriot ten of Keezen werden met den dag bruta ler; reeds hadden zij in Holland den Prins als stadhouder geschorscht (Willem V), zoo dat hij naar Gelderland was gevlucht. Om zich des te sterker te kunnen verzetten, hadden de Keezen onlangs in Holland het legercorps van den Rijngraaf van Salm in dienst genomen. Ook in de stad Utrecht hadden de Patriot ten bijna volkomen gezegevierd; de leden der Provinciale Staten, die den Prins nog getrouw waren gebleven, hadden daarom de wijk genomen naar Amersfport, dat even eens Oranjegezind was en waar de Prinsge zinde Staten van Utrecht voortaan vergader den. Om nu dien Patriottischen vuurhaard, de stad Utrecht, in bedwang te kunnen houden, betrok een Oranjegezind legertje 't Kamp» van Zeist, terwijl de Prins zijn hoof dk war - tier in Amersfoort vestigde. In Mei 1787 begaf zich eenig Oranjegezind krijgsvolk uit Gelderland op verzoek der Amersfoorfsche Staten van Utrecht eveneens naar het Sticht, maar een corps Utrechtsche vrijwilligers, Patriotten natuurlijk, belette hun bij Vreeswijk den toegang en er ont stond een gevecht, waarbij twee Patriotten sneuvelden en aldus het eerste burgerbloed vloeide. Dit deed de woede der Patriotten ten top stijgen; van alle zijden stroomde nu vrijwil ligers naar Utrecht; zelfs trok Von Salm met •zijn corps op Utrechtsch grondgebied, ont het kamp van Zeist aan te vallen. De stad Utrecht koos hem weldra tot opperbevelheb ber der saamgestroomde vrijwilligers. De Patriotten wilden nu den Oranjegezinden smaad en schande aandoen: zij zouden was hun voornemen het paleis Soestdijk overrompelen. Eerstens zou dit een groote vernedering voor den Prins zijn en, ten twee de beloofde dit plan een rijken buit, im mers men wist dat dit paleis van den Stad houder groote schatten aan meubelen be vatte. Het werd bewaakt door een bezetting van Erpel (op Soestdijk) gewaarschuwd. Terstond had deze zijn volk voor de ijzeren hekken opgesteld en de komst der aanval lers afgewacht. Tot meerdere veiligheid plaat ste hij op drie verschillende punten langs de Praamgracht een schildwacht; deze zouden, als zij onraad hoorden, doar een seinschot de bezetting van Soestdijk waarschuwen. Zoo werd het al 10, zelfs 11 uur, maar op het Paleis merkte men nog niets van een nachtelijke aanval. Het schjjnt, dat men toen geen vijand meer verwachtte; mogelijk had de overlooper een valsche tijding ge bracht. De bezetting van Soestdijk, uitgezon derd de drie genoemde schildwachts, gingen dan ook ter ruste. Maar de vijand zou toch komen: hij had zich alleen maar verlaat; de gids was n.1. in de zoogenaamde Wildbaan achter het paleis aan het dwalen geraakt; en zoo na derden de Patriotten pas om kwart vóór twaalf den eersten schildwacht, n.1. bij den Veenhuizertol, (einde Koninginnelaan), waar den Praamgracht onder den betonweg aldaar doorgaat. Zoodra deze eerste wacht onraad bespeurde, zonk de moed hem in de schoe nen en kroop hij onder de toen aldaar gele gen brug stilletjes weg. De Patriotten trok ken dus ongehinderd verder en naderden weldra den tweeden schildwacht. Deze was cordater dan no. 1 en riep zijn gewone „Wer- da!" waarop bedriegelijk geantwoord werd: „Deserteurs 1" (d.w.z. overloopers). De schild wacht meende werkelijk met overloopers te doen te hebben, die de bezetting van Soest dijk wilden versterken en hij riep dus terug: „Avanceer!" (loop door). Maar de vijanden vreesden, dat hij het toch verraden zou, en namen hem gevangen. De Patriotten dachten met den derden schild wacht, den grenadier Christoffel Pullmann, evenzoo te handelen. Maar hij vertrouwde hen niet en wilde reeds zijn geweer afschie ten om het waarschuwingsteeken voor het Paleis te geven. Toen eischten zij, dat hij zijn wapens zou afgeven, of anders zou wor den neergeschoten. Maar hij antwoordde: „Ich bin ein ehrlicher Kerl" en schoot tevens zijn geweer af. Nu wilde hij naar Soestdijk snellen, doch juist bij den rijksweg word hij door de verwoede Patriotten neergeschoten. In versnelde marsch gingen nu de Patriot ten op het paleis af, in de hoop nog tijdig hun slag te kunnen slaan. Maar Pullmann's schot was op Soestdijk gehoord; terstond sloeg men alarm en de bezetting greep ijlings naar de wapenen, velen zelfs nog in hun nachtgewaad. Juist toen de Patriotten het hek dachten binnen te stormen, werden zij met een salvo door de bezetting begroet. Deze teleurstelling bracht de aanvallers zoo in verwarring, dat zij op de vlucht sloegen. Toen evenwel de eerste schrik voorbij was en zij tot bezinning kwamen, zagen de Pa triotten zelf in, hoe dwaas zij hadden gehan deld door als hazen de vlucht te nemen. Zij vermanden zich en waagden nu een tweeden aanval. Ditmaal waren zij op den tegenstand der bezetting voorbereid en wil den zij meer moed aan den dag leggen. Doch de Soestdijker bezetting ontving hen ook thans zoowel „met handgranaten en kleingeweer, dat die van Utrecht in de groot ste consternatie aan het vluchten gingen". Toch werd er een oogenblik hardnekkig ge- Ongetwijfeld heerscht bij vele ingezetenen van Soest ernstige ongerustheid over den welstand van familieleden en goede beken den in de thans bevrijde gebieden, die da genlang het tooneel van heftigen strijd zijn geweest. Zij, die informaties wenschen over den wel stand van na-verwante personen, verzoeken wij zich met Spoed te wenden tof hef In formatiebureau, dat door de plaatselijke af- deeling van het Nederl. Roode Kruis is in gericht in het gemeentehuis. Alle gegevens van de personen naar wien moet worden geïnformeerd, zullen dan op correspondentie-formulieren worden geno teerd. Op deze formulieren kan men tevens zelf enkele mededeelingen aan verwanten e.a. doen (maximaal 25 woorden). Vervolgens zul len zoo spoedig mogelijk koeriers naar de betrokken gemeenten vertrekken en trachten nadere berichten te bemachtigen. Vanzelfsprekend zijn voor degenen, die be richt verlangen, aan dit dienstbetoon geen kosten verbonden. Het Roode Kruis zal het op prijs stellen, indien het bureau niet wordt belast met nasporingen naar personen, die slechts een oppervlakkige relatie vormeni Dit belemmert de vlotte afwerking van het onderzoek in belangrijker gevallen. Tevens zal het onderzoek zich in het algemeen niet bezighouden met gfemeenten, die in de on middellijke omgeving van Soest gelegen zijn. Het Roode Kruis stelt zich bovendien voor allen, die door oorlogsleed ernstig getrof fen zijn, ook op andere manieren naar best vermogen met raad en daad bij te staan. Het bureau -,is iederen dag tenminste van 9-12 en van 2-5 uur geopend. komen te zoeken, Arnhem wordt verplicht geëvacueerd. Ook Soest is aangewezen als vluchtoord. Het heeft op dit terrein een eereschuld: heeff men het in Mei 1940 niet gul ontvangen toen het zelf moest evacueeren? Men begint de schuld in te lossen. Het Roo de Kruis richt een hulppost in aan de Birkt- straat, waar vele honderden een warme dronk' en eten vinden. De gemeente organiseert hulpbureaux in Eemland en St. Ludgardis. Een zeer groo te staf van geleiders, ordonnansen, koks, help sters komt in het geweer. De organisatie klopt misschien niet altijd evengoed, er is wel eens een tikje ijdelheid hier en een vleug je onwil elders, maar daarvan worden de geëvacueerden tenminste niet de dupe. In tegendeel: de Roode Kruis zusters en ge leiders, die de groote transporten met boe renwagens naar Barneveld vergezellen en met geëvacueerden telkens opnieuw terugkee- keeren, vinden volle waardeering van de zij de der oorlogsslachtoffers, bij wien zoomin bitter leed als merkwaardige humor ontbre ken. Er worden centrale kraamkamers gesticht en een centrale reiniging voor ongedierte. Nieuwe problemen rijzen met het afsnijden van de electriciteit. Dit dwingt ook ons om deze kroniek iets vroeger te beeindigen dan op den laatsten dag van den oorlog. Als dit blad wordt verspreid zal echter ie dere lezer deze kroniek voor zichzelf met de gebeurtenissen van de laatste oorlogsda gen weten te completeeren. J. O. Vervolg van bladzijde 4. Dc oorlog woedt nu met grooter felheid. Op 8 Maart doen 20 vliegtuigen te 11 uur 10 een aanval op het vliegveld Soesterberg. In den middag keeren 80 vliegtuigen terug en bestoken vliegveld en omgeving met splin terbommen. Een 9-tal huizen brandt af; er vallen bij beide aanvallen 9 dooden. Groo te schade wordt aangericht. Op 25 Maart is volgens een verklaring van de militaire overheid een telefoonkabel doorgesneden. Ter bestraffing moet van 5 April tot '3 Mei deze kabel van Soesferberg- schestraat tof Hellingweg door de burgerij bewaakt worden. Inmiddels is een aanvang gemaakt met de uitreiking van de Tweëde Dïstributie-stam-« kaart. Tengevolge van een uitlating ten over staan van een lid der N.S.B. moet wacht meester J. W. Kaspers van de gemeente politie op 19 April onderduiken. Hij ver dwijnt spoorloos met vrouw, kind en meu bilair. Op 20 April doen 3 onbekende man nen een poging de dochter van een post bode, van welke wordt beweerd, dat zij haar moeder heeft verraden, kaal te knip pen. Daar enkele bureaux van het luchtwapen naar Soest worden verplaatst, neemt ook het aantal gevorderde huizen zeer toe. Dan komt den zesden Juni met zijn inva sie. Wij weten nu, dat het gaat komen. En het komt. Op Dinsdag 15 Augustus doen 120 vliegtuigen te 11 uur 35 een geconcentreer de aanval op het vliegveld Soesterberg. 1 toestel wordt neergeschoten. In den nacht sr.an 26 op 27 Augustus stort een toestel neer op den Eng, waar het uitbrandt zonder dat de nationaliteit met zekerheid kan wor den vastgesteld. Op Zondag 3 September volgt opnieuw een groote aanval. Te 17 uur 30 verschijnen 100 a 150 toestellen boven Soesterberg en bom bardeeren het vliegveld kort en klein. Er is in het dorp zelf veel schade en er zijn onder de burger bevolking 3 dooden te betreuren. Daarna gaaf het sneller. De Duïtsche tegenstand in België wordt onder den voet geloopen. Op 3 September is Door nik gevallen, op 4 September heef het reeds dat de Britten en Amerikanen onze grens hebben bereikt, op 5 September zou Breda gevallen zijn, tegelijk met Roermond. Een koortsachtige opgewondenheid maakt zich van ons allen meester. De bevrijding is in Zicht, sneller dan wij hadden durven ho pen. Wij zien colonne's terugtrekken, die een verslagen indruk maken; de Tiittoöht -pas de N.S.B. begint en geen vervoermiddel wordt te gering geacht: er zijn huurrijtuig jes en bokkenwagens in gebruik. Het valt ons dan zwaar te bemerken, dat het gerucht, volgens hetwelk de troepen bij Vianen zouden staan, ja zelfs dat de spits van de pantsercolonnes Utrecht had beireikt, inderdaad uit de lucht gegrepen blijkt te zijn. Zoo goedkoop komen wij niet van den be zetter af. Er dreigt voedselnood, gastekort. We moe ten zuinig worden met brandstoffen, met licht en water. Een aantal soldaten op voet tocht vordert in den nacht van 6 op 7 Sep tember ieder voorwerp, dat van een wiel is voorzien, teneinde den terugtocht te ver haasten. Honderden rijwielen, bakfietsen, kinderwagens, kruiwagens en naaimachines aan de Burg. Grothestraat, Van Weedestraat enz. worden meegevoerd. De Beauftragte begint eveneens te ramme len met de sabel en dreigt alle huizen van Soest te zullen verbranden, als de sabotage niet ophoudt. Hij doelt daarbij op de scher ven en kopspijkers, dié langs alle wegen zijn gestrooid en. hun werk prima doen. Man nen van gemeentewerken met bezems en wit te banden krijgen spijkerwacht, die achtereen- b volgens aan de gemeente-ambtenaren en de j onderwijzers wordt toevertrouwd. Op 11 September wordt te 19 uur een trein op het baanvak Baarn-Amersfoort buiten gevecht gesteld in de omgeving van de Groo te Melm. Er rijden overigens nog slechts en kele treinen. De heer J. A. Lock, die met een vrachtauto is uitgetogen om boter voor de gemeente te halen, wordt beschoten en overlijdt aan zijn verwondingen. Gemeente werken haalt met paard en wagen zout en suiker in Utrecht, de brandweerauto rijdt naar Zaandam en brengt voedsel terug. Op 16 SEPTEMBER beschiet een jager een Duitsche auto op den Utrechtscheweg. Op* 17 September, de dag van de groote lucht landingen, doorkruisen talrijke jagers hef luchtruim ter bescherming van de operaties in Gelderland en beschieten ook in Soest hier en daar een object. Enkele benzinetanks worden uitgeworpen, die brand veroorzaken aan de Molenstraat. Op 18 September breekt de algemeene spoorwegstaking uit. Met de uitreiking van noodkaarfen wordt een aanvang gemaakt. Op 19 September keert het grootste deel der Soester gijzelaars in goeden welstand naar huis terug, terwijl ook hulp wordt ver leend aan ontslagenen uit het concentratie kamp te Amersfoort. De luchtlandingen bij Arnhem, die aanvan kelijk groot succes beloofden, stuiten op steeds heftiger tegenstand. Arnhem, dat reeds voor een belangrijk deel in geallieerde han den was, moest weer worden prijsgegeven. Beide partijen vechten om ieder huis en ie deren steen van Oosterbeek en Wolfheze. De burgerbevolking, die midden tusschen de strijdenden is geraakt, begint een goed heen- (Vervolg 4e kolom onderaan.)

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1995 | | pagina 8