Soest wil aanleg poelen voor voortbestaan amfibieën Onderhoud en beheer van poelen Volledige gedaante verwisseling Eisen waaraan een poel moet voldoen Medewerking gevraagd voor kleinschalige natuurontwikkeling in de praktijk Door het ontbreken van voldoende poelen worden kikkers, padden en salamanders bedreigd SfpSip ;"«ir Aanleg van poelen WOENSDAG 13 DECEMBER 1995 OP'T HOOGT PAGINA 6 Heikikker uit Soest verdwenen t t i '»vv Pijnenburg De zwarte streep geeft de verbindingszone van poelen aan, tussen Pijnenburg en het poldergebied. Met deze aanleg is een bedrag ge moeid van in totaal ongeveer 60.000 gulden. De eigenaren/ pach ters op wier grond een poel wordt aangelegd, kunnen van Landschaps beheer Utrecht en de gemeente een subsidie krijgen van 75 procent. De heer J. K. Tupker, gemeentelijk be heerder bos, natuur en landschap, zegt dat hier dan ook sprake is "van een relatief goedkope manier van natuurontwikkeling, met name voor de particulier. Hij kan op deze ma nier meewerken aan kleinschalige natuurontwikkeling in de praktijk". Volgens Tupker "is het ideaalplaatje dat je op ongeveer 400 meter van elkaar een plek hebt om met name Amfibieën (dieren die zowel in het water als op het land kunnen leven) kunnen in hun voortbe staan worden geholpen door de aanleg van nieuwe poelen. Wei landen, heideveldjes en ook boomgaarden zijn goede lokaties voor het aanleggen van een poel. De meest geschikte plaatsen voor poelen zijn natte plekken in het terrein omdat daar de kans het grootst is dat er gedurende het hele jaar water in de poel blijft staan. Voorwaarde is dat het wa ter op de nieuwe plek natuurlijk schoon is. Verder moet men er bij de aan leg van een nieuwe poel op letten dat het grootste deel ervan door de zon kan worden beschenen. Het water wordt dan sneller op gewarmd, zodat de eieren en lar ven van de amfibieën zich voor spoedig kunnen ontwikkelen. De meest gunstige situatie ontstaat als de opgaande beplanting waar in de dieren beschutting en voed sel kunnen vinden, aan de noord kant van de poel komt te liggen. Singels, houtwallen, ruigten en 'overhoekjes' in de nabijheid van een poel vormen ook een belang rijk deel van het 'verblijfsgebied'. Niet alleen voor de amfibieën maar ook voor onder meer libel len en vlinders, en verder voor planten als lisdodde, koekoeks bloem, waterviolier en krabbe- scheer. de voortplanting van amfibieën mogelijk te maken. Het is niet zo dat alle amfibieën en reptielen zijn uitgestorven, maar hun leefgebied wordt door het ontbreken van vol doende poelen wel steeds kleiner, en daardoor hun aantal. Het is hoog tijd om daar nu wat aan te doen". Ter verbetering van de amfibieën- stand is een plan opgesteld om de grootste knelpunten weg te nemen. Dit betreft enerzijds het tekort aan kleine, schone en heldere voort- plantingsplaatsen, en anderzijds het ontbreken van een goede verbinding tussen de oost- en westkant van Soest. Deze problemen kunnen wor den opgelost door de aanleg van poelen. De omvang hiervan ver schilt van 50 tot 300 vierkante me ter. Ze moeten dicht bij struweel, ruigte of bos liggen, zodat voedsel voor de amfibieën aanwezig is en een gelegenheid om te overwinte ren. Door het graven van poelen is tege lijk schoon, helder drinkwater voor het vee aanwezig, al zal hiervan vol gens Tupker niet al te veel gebruik worden gemaakt. Vroeger waren er voldoende poelen, door boeren vaak op een kruispunt van vier slo ten gegraven als drinkwatervoorzie ning voor het vee. Dat was tegelijk een ideale lokatie voor amfibieën om zich in het weidegebied voort te planten. Tegenwoordig maken de boeren gebruik van weidepompjes of het vee drinkt in de stal. Menig agrariër heeft dan ook zijn land aan gepast of heringedeeld; de poelen zijn immers overbodig geworden en daardoor zijn ze uit het landschap verdwenen. Waterpeil omlaag Volgens mevrouw A. C. van Halsema, beleidsmedewerkster van de afdeling Groen en Milieu, is er een probleem bij gekomen: de ver laging van de waterstand door het toegenomen waterverbruik voor landbouwkundige doeleinden. Hier door is in vergelijking met een eeuw geleden het waterpeil vrijwel overal aanzienlijk gezakt. Er is echter wel sprake van een omslag in het den ken over water. Wilde men vroeger zo snel mogelijk van het water op het land af, tegenwoordig probeert men in het voorjaar het water lan ger vast te houden om zodoende in de zomer nog voldoende water over te houden, voor het gewas en voor De poelen die de gemeente wil aanleggen rondom de Wieksloterweg westzijde, de Jachthuislaan, Stadhouderslaan en in de Eempolder, variëren in oppervlakte van 50 tot 300 vierkante meter. Ze zijn on geveer 1.50 meter diep. Dat is voldoende om de kans op droogvallen in de zomer en volledige bevriezing in de winter zo klein mogelijk te houden. Het is niet nodig om na de aanleg van een poel planten of dieren uit te zetten. Als de poel geschikt is, komen die vanzelf. In verband met de begroeiing van de oever moeten poelen in weilanden worden afgerasterd om te voorkomen dat de oevers worden vertrapt en afkalven. De poelen moeten regelmatig worden onderhouden. Eens in de zo veel tijd moet een deel van de waterplanten worden weggehaald om 'verlanding' tegen te gaan. Gemiddeld één keer in de drie tot vijf jaar is het nodig de bodem van de poel schoon te maken door het (machi naal) verwijderen van de bagger. Voor het onderhoud zijn de maan den september en oktober het meest geschikt. In deze periode zijn de jonge amfibieën het land opgetrokken en overwinteren er nog geen dieren in de modder op de bodem van de poel. bieën door verdroging. Als een poel 's winters onvoldoende wa ter heeft, vriezen de amfibieën die in de modderbodem over winteren bij strenge vorst dood. Op het diepste punt van de poel moet in alle jaargetijden mini maal 60 centimeter water blijven staan. Zonder onderhoud slibt een poel dicht met afgevallen bladeren en afstervende waterplanten. Uit eindelijk groei de poel helemaal dicht. Daarom is het nodig de zogenaamde prutlaag regelmatig te verwijderen (eens in de drie tot vijfjaar). Dit 'opschonen' van de poel'gebeurt meestal met de hand. De beste tijd ervoor is sep tember en oktober. Dan zijn de larven uitgegroeid tot kikker, pad of salamander en hebben de meeste dieren de poel verlaten. Als een poel is dichtgegroeid of dichtgestort, is uitgraven met eerr graafmachine nodig. Een blijvend punt van aandacht bij het beheer is de water kwaliteit. Een poel moet schoon water bevatten. Huisvuil, mest en bestrijdingsmiddelen bedrei gen het leven in de poel. Daar naast is het beter als er geen vis sen in de poel voorkomen omdat die de eieren en larven van amfibieën opeten. b A Zoals bijna overal elders worden ook in Soest verschillende soor ten amfibieën bedreigd. Ook het totaal aantal amfibieën gaat ach teruit. Het verdwijnen van (drink)poelen is een belangrijke oorzaak. Herstel van oude en aanleg van nieuwe poelen kan de achteruitgang stoppen. De ge meente Soest maakt hiermee in januari 1996 een begin door in het natte gebied tussen de Wiek- sloot en de Eempolder een keten van poelen aan te leggen. Hier door wordt de leefomgeving van de amfibieën aanzienlijk verbe terd. Wat de amfibieën betreft is vast gesteld dat de gewone pad en de bruine kikker in aantal gelijk blij ven. De kleine watersalamander en de groene kikker gaan achter uit, terwijl zeer recent uit Soest de heikikker is verdwenen. In deze gemeente niet gevonden, maar bij verbetering van het leef gebied wel te verwachten zijn de kamsalamander, de rugstreeppad en de poelkikker. Voor al deze dieren is immers voldoende voedsel aanwezig. De paddentrek die in het kader van de ontwikkeling van het poelenplan is geobserveerd, heeft duidelijk gemaakt dat voorname lijk de gewone pad deze trek uit voert en dus ook vaker slachtof fer van het verkeer wordt, met name op de Koningsweg. De overige padden trekken minder frequent. In het voorjaar trekken amfibieën van hun winterslaapplaats (meestal op het land) naar de poel om te paren en eitjes te leggen. De meeste soorten verlaten daarna het water en leven verder op het land. De uit de eitjes geko men larven ondergaan in het water een volledige gedaanteverwisseling naar volwassen kikker, pad of salamander. J Voor het goed functioneren van poelen als leefmilieu voor amfibieën zijn goed beheer en regelmatig onderhoud van groot belang. Om te voorkomen dat een poel droogvalt, moet deze niet alleen voldoende open wa teroppervlak hebben, maar moet hij ook diep genoeg zijn. Als een poel in het voorjaar droog komt te staan, sterven de eieren en larven van de amfi- In januari 1996 begint de aanleg van poelen in Soest. Dit project -een uit vloeisel van het in 1992 vastgestelde Landschapsbeleidsplan- zal naar ver wachting in het voorjaar van 1997 worden afgerond. In het Landschaps beleidsplan is onder meer de verbetering en bevordering van het beheer, het onderhoud en de aanleg van poelen vastgelegd. Het doel hiervan is het voortbestaan van verschillende soorten amfibieën en reptielen (dieren die zowel in het water als op het land leven, zoals kikkers, padden en salaman ders) te verzekeren. Daarvoor is gezocht naar een oost-west verbindings zone van natte gebieden in Soest, van de Wieksloot via Pijnenburg, de Jachthuislaan en de Stadhouderslaan tot de Eem. Het gaat om de aanleg van ongeveer 30 poelen. het vee. Van Halsema: "Amfibieën vormen een schakel in het ecosysteem. Door poelen opnieuw aan te leggen, komen de amfibieën terug op de plaatsen waar ze van oudsher thuishoren. Ook dieren die leven van amfibieën en reptielen krijgen zo weer meer kansen". Destijds zijn alle landschappelijke elementen in het buitengebied geïn ventariseerd, zowel flora als fauna. Daarbij is onder meer vastgesteld dat een aantal levensgemeenschap pen tussen Pijnenburg en de Eem sterk achteruit is gegaan. Ter uitvoe ring van het Landschapsbeleidsplan werd een bioloog ingeschakeld om een plan te ontwikkelen voor het verbeteren van de leefsituatie van amfibieën en reptielen. Dit resul teerde in het zogenoemde poelen plan. Daarna kreeg Rik Jansen van Landschapsbeheer Utrecht de op dracht om uitvoering aan dit poelenplan te geven. Het eerste deel ervan is afgerond. Tupker verwacht, gezien de reacties van de tot nu toe benaderde grondeigenaren en pach ters, dat het plan grotendeels kan worden uitgevoerd. Nu worden grondeigenaren en pachters bena derd voor medewerking aan uitvoe ring van de tweede fase. Tupker zegt dat particulieren en agrariërs weliswaar niet staan te trappelen om mee te doen, maar ze zijn toch opvallend positief. Met name de agrariërs zeggen: poelen horen erbij, het is plezierig dat ze kunnen terugkomen. "Agrariërs denken er nu genuanceerder over dan aantal jaren geleden. Dat is ple zierig, want we hebben hen immers nodig; zij bezitten en beheren meestal het open gebied". Overigens is het niet zo dat alle poelen ergens worden "weggestopt". Ze worden bijvoorbeeld ook nabij woningen en langs wegen en paden aangelegd, zodat de mensen kunnen zien wat er in en rond een poel gebeurt. Een struikelblok in het poelen- aanlegplan is het industrieterrein Nieuwegracht. "Er wordt hard aan gewerkt om hiervoor een oplossing te vinden", zegt Tupker. "Ook de oversteek van de Koningsweg is problematisch. Tijdens een inventa risatie is vastgesteld dat tamelijk veel amfibieën vanuit het Soester- veen de Koningsweg oversteken. De één redde het, de ander niet. Het is jammer dat er zoveel wordt dood gereden, maar het geeft wel aan dat er nog amfibieën zijn. Maar het is ook duidelijk dat het tijd is om er nu wat aan te doen voordat het te laat is". Van Halsema wijst er tenslotte op dat voor uitvoering van de tweede fase van het poelenplan te zijner tijd de medewerking zal worden ge vraagd van burgers met geschikte lokaties voor de aanleg van een poel. Voor aanleg van poelen in het gebied tussen de spoorlijn Amers- foort-Amsterdam en de Eem, een ruilverkavelingsgebied waarin mo menteel de landbouwgronden wor den herverdeeld, is een oplossing gevonden. Het is de bedoeling dat de gemeente Soest in dit gebied in totaal een halve hectare aankoopt voor de aanleg van poelen. Deze halve hectare wordt 'verdeeld' over circa tien lokaties, zodanig dat de beoogde verbindingszone in het natte gebied tot stand komt.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1995 | | pagina 40